Het wereld voedselvraagstuk Aardrijkskunde – bovenbouw VWO
Hoofdstuk 1: Vrij naar Praxis Geographie Hoofdstuk 2: Vrij naar Praxis Geographie en R.T.A. Adriaens in NTR schooltv- Aardrijkskunde voor de Tweede Fase Hoofdstuk 3: Vrij naar NOCW – Vensters op wereldburgerschap R.T.A. Adriaens - 2011
Inleiding: Het wereld voedselvraagstuk Een tortillacrisis in Mexico, boeren die plaats moeten maken voor bananen- of palmolieplantages in Midden-Amerika of Zuidoost-Azië, voedselrellen in Indonesië, Tunesië en Egypte. Allemaal zaken die direct te maken hebben met het wereld voedselvraagstuk. De centrale vraag in dit vraagstuk is: Hoe krijgt iedereen op de wereld voldoende voedsel van voldoende kwaliteit? Het lijkt simpel te beantwoorden, maar dat is het niet. Door globalisering zijn we afhankelijk geworden van een voedselproductie die vaak aan de andere kant van de wereld plaatsvindt. Wat als daar de oogst mislukt? In dit boekje ga je een aantal casussen onderzoeken die nauw verbonden zijn met het wereld voedselvraagstuk. De casussen geven je samen een beeld van de complexiteit van het vraagstuk. De eerste casus gaat over de tortillacrisis die in 2007 in Mexico woedde. In deze casus verken je hoe een centrumland (de VS) en een semiperiferieland (Mexico) elkaar kunnen beïnvloeden als ze samen in een vrijhandelsorganisatie zitten. De tweede casus gaat over de internationale handel in bananen. Deze casus laat aan de hand van een enkel product (bananen) zien hoe de internationale handel in elkaar steekt en hoe verschillende groepen mensen daar elk een ander oordeel over vormen. De derde casus gaat over de oliepalm, een multifunctionele plant die aan een opmars bezig is. Deze opdracht voer je uit in Google Earth. Na de drie casussen wordt de achtergrond van het wereld voedselvraagstuk nog kort weergegeven. Je eindigt met het schrijven van een brief aan de staatssecretaris van landbouw.
1. De tortilla-crisis In 2007 vonden in Mexico allerlei demonstraties plaats tegen de hoge voedselprijzen, vooral die van het nationale voedsel, de tortilla. Deze demonstraties werden samen de tortilla-crisis genoemd. Dat de tortilla-crisis niet op zich zelf staat blijkt wel uit de graancrisis die in 2011 een grote rol speelde bij de revoluties in Tunesië en Egypte, de oorlog in Libië en de demonstraties of onlusten in Syrië, Bahrein, Jemen, Marokko en zelfs China. Mysterie Je gaat de tortilla-crisis analyseren door een werkwijze toe te passen die ‘mysterie’ wordt genoemd. Je moet daarbij een antwoord geven op een centrale vraag door 21 –op het eerste gezicht op zich zelf staande kaartjes- zo te ordenen dat ze samen het ‘verhaal’ van de tortilla-crisis vertellen. De centrale vraag Wat is het verband tussen het tanken van mr. Green en de ontevredenheid van Maria Sanchez en haar zoon Pedro? Maak dit verband duidelijk door de 21 kaartjes logisch te structureren. Je moet je bevindingen kunnen presenteren aan de hand van een aantal belangrijke begrippen. Denk hierbij aan: NAFTA, het wereldvoedselvraagstuk, het energievraagstuk, milieubewustzijn, fossiele en alternatieve energiebronnen, centrum-periferiemodel, afhankelijkheid
Mr. Green uit Colorado tankt biobrandstof E85 voor zijn nieuwe Chevrolet Avalance, die sinds kort is uitgerust met een tank voor een mengsel dat bestaat uit 85% bio-ethanol en 15% benzine.
Maria Sanchez, moeder van de 14-jarige Pedro, heeft een verre reis achter de rug. Zij is vanuit het zuiden van het land naar de hoofdstad Mexico-stad gereisd om deel te nemen aan een demonstratie tegen de hoge tortillaprijzen. Tijdens de demonstratie wordt geroepen: ‘Zonder tortilla’s geen Mexico!’
Informatiekaarten 1.
Prijs ruwe aardolie
4. Speculeren met maïs Op een pamflet leest Pedro dat miljoenen tonnen maïs voor 1.500 pesos per ton worden opgekocht door grote internationale speculanten. Daardoor wordt het aanbod kunstmatig klein gehouden. Op een later tijdstip worden deze voorraden maïs voor meer dan 3.000 pesos op de markt verkocht.
7.
Het belang van de tortilla voor Mexico Dagelijks worden er in heel Mexico 300 miljoen tortilla’s gegeten De tortilla dekt als basis van het voedsel bijna 50% van de hoeveelheid calorieën die mensen binnenkrijgen, vooral bij de allerarmsten De tortilla maakt mes, vork en bord overbodig
10. De familie van Pedro De oudoom van Pedro was vroeger boer. Na de oprichting van de NAFTA in 1994 moest hij, net als veel andere kleine boeren, zijn bestaan als akkerbouwer opgeven, omdat concurreren met de gesubsidieerde goedkope maïs uit de VS niet mogelijk was.
13. De ontwikkeling van maïs in Mexico De waarde van het jaar 1993 is op 100% ingesteld. Jaar 2000 2006
binnenlandse productie Verbruik 111% 130% 124% 182%
2. Bio-ethanol Bio-ethanol wordt gemaakt uit biomassa, bijvoorbeeld suikerriet of maïs. Bij de verbranding van bio-ethanol komt precies de hoeveelheid CO2 vrij, die daarvoor tijdens de groei door de planten was vastgelegd. Omdat voor de oogst en de destillatie nog energie nodig is, is het proces niet helemaal CO2neutraal. 5.
250 kg maïs is goed voor…
460 kg brood (=1.000.000 cal) 40 kg rundvlees (= 200.000 cal) 100l biobrandstof (= 0 cal)
8. Multinationals Als Pedro in de supermarkt voor de schappen met maïs staat, ziet hij alleen de etiketten van drie grote multinationals: Gargill, Maseca en Minsa. Deze drie multinationals zijn de grootste opkopers van Mexicaans maïs. Tegelijkertijd zijn ze ook de importeurs van maïs uit de VS. Ze bepalen zowel hoeveel Mexicaanse maïs ze afnemen als voor welke prijs de maïs in de schappen ligt. 11. Recept voor een maïstortilla 300g maïsmeel, 200g water, 1tl zout. Alles mengen en goed doorkneden. In kleine balletjes verdelen en tot een tortilla draaien. In een koekenpan me hete olie de tortilla in 1 a 2 minuten bakken. 14. Veranderingen in de Mexicaanse landbouw Sinds de oprichting van de NAFTA in 1994 zijn twee miljoen arbeidsplaatsen in de landbouw verloren gegaan, 2 miljoen hectare
3.
Bio-ethanol-installaties in de VS
116 installaties, waarvan er 11 worden uitgebouwd 79 installaties in aanbouw 200 installaties zijn gepland Stand: eind 2006
6. Bio-ethanol vs aardolie ‘Biobrandstof kan een vervanger voor aardolie worden’, zegt een boer uit het dorp van mr. Green. De meeste Amerikanen merken daarbij helemaal niet dat ze ethanol tanken. Het wordt bijgemengd met normale benzine (5-10%). In een jaar tijd steeg het aandeel van de maïsoogst dat tot brandstof verwerkt wordt van 6 naar 24%.
9.
Gebruik van maïs als brandstof
12. Een bio-ethanol auto Mr. Green heeft , na het zien van een documentaire over klimaatverandering, besloten om zijn huidige auto te vervangen door een E85-Chevrolet Avalance. Met deze auto draagt hij nog maar weinig bij aan de uitputting van de aardoliereserves.
15. Kinderen van de maïs In ‘Popol Vuh’, het heilige boek van de Maya’s, staat geschreven dat de goden de mensen vormden uit maïsmeel. De Maya’s noemden zichzelf dan ook wel ‘Kinderen van de maïs’.
16. De prijs van een tortilla Maria Sanchez en haar zoon Pedro demonstreren tegen de hoge tortillaprijs. De normale prijs is 6 pesos per kg (ongeveer 42 eurocent). Nu is de prijs al gestegen tot 15 pesos per kg.
19. Kerncijfers van Mexico Aantal inwoners 113 miljoen % onder de armoedegrens 40-50% % banen in de primaire sector 15% % banen in de secundaire sector 26% % banen in de tertiaire sector 59%
akkerland ligt braak en 8 miljoen Mexicaanse boeren voelden zich gedwongen (illegaal) naar de VS te gaan. 17. De import van maïs Mexico moest in 2005 ongeveer 7,5 miljoen ton maïs importeren. Dat is een derde van de totale import aan landbouwproducten. De geïmporteerde maïs kwam vrijwel uitsluitend uit de VS. 20. Politieke doelstellingen in de VS De VS is marktleider in het destilleren van ethanol uit maïs. President Bush heeft al in 2007 ambitieuze doelstellingen geformuleerd: In 2017 moet het verbruik van fossiele brandstoffen met 20% zijn teruggedrongen, o.a. door de vervanging van benzine door bio-ethanol
18. Alle daagse leven ‘Als er niet genoeg geld is voor vlees is, kom je ook zonder thuis’, zegt Pedro’s moeder Maria Sanchez. ‘Maar zonder tortilla’s kun je echt niet’. Om haar gezin van zes personen te voeden, moet ze ongeveer 80% van het gezinsinkomen besteden aan voedselproducten. 21. Kerncijfers van het bedrijf Cargill
Verantwoordelijk voor 25% van de graanexport van de VS 159.000 medewerkers op 1.100 locaties in 68 landen Omzet in 2006: 88,3 miljard USdollar Nettowinst in 2006: 2,34 miljard US-dollar
De tortilla-crisis – de achtergronden In Noord-Amerika speelde zich enkele jaren geleden een conflict af dat de tortilla-crisis wordt genoemd. Met de term tortilla-crisis worden grote landelijke demonstraties in Mexico bedoeld waarmee in januari 2007 tienduizenden Mexicanen protesteerden tegen de snelle stijging van de voedselprijzen. In de weken voorafgaand aan de demonstraties stegen de prijzen van tortilla’ s van 6 tot bijna 13 pesos per kg. De oorzaak was de prijs van het hoofdbestanddeel van tortilla’s: maïs. De prijs van maïs steeg in de tweede helft van 2006 van ongeveer 2,20 US-dollar per bushel (25,4 kg) naar 4,05 USdollar. De gebakken maïspannenkoeken zijn in Mexico niet alleen het hoofdbestanddeel van het voedsel, maar ook een belangrijk onderdeel van de nationale cultuur. De dagelijkse tortillaconsumptie ligt in Mexico op ongeveer 300 miljoen, dit betekent bijna 3 tortilla’s per inwoner. Omdat maïs ook een belangrijk veevoedergewas is, stegen ook de prijzen van dierlijk voedsel als vlees en melk. Vooral de ongeveer 40% van de Mexicaanse bevolking die onder de armoedegrens leeft werd erg getroffen door de gestegen voedselprijzen. De oorzaken van de crisis De oorzaken van de Mexicaanse tortilla-crisis moeten gezocht worden in twee complexen waarin de relatie met het noordelijke buurland de Verenigde Staten een belangrijke rol speelt. Ten eerste heeft het te maken met het groeiende mondiale milieubewustzijn. Centrumlanden als de VS gingen op zoek naar alternatieven voor fossiele energiebronnen als aardolie. Dit leidde tot een regelrechte ‘boom’ van het gebruik van biobrandstoffen. Waar in bijvoorbeeld Brazilië de nadruk ligt op het maken van brandstof uit suikerriet, ligt in de VS de nadruk op het produceren van bio-ethanol uit maïs. Dit bio-ethanol wordt vooral gebruikt als bijmenging bij gewone benzine. Met de prodcutie van bio-ethanol wordt geprobeerd de afhankelijkheid van aardolie te verminderen. Het gebruik van bioethanol wordt door de politiek dan ook sterk gestimuleerd. Zo zal het aandeel bijmenging met bioethanol de komende jaren stijgen tot ongeveer 15% in de VS. In tussentijd is er zelfs al een nog puurdere vorm van bio-ethanolbrandstof op de markt: E85, dat bestaat uit 85% bio-ethanol en 15% benzine. De automobielindustrie brengt inmiddels ook al auto’s op de markt die zowel benzine als E85 kunnen tanken. De geringe uitstoot van schadelijke gassen bij het gebruik van bio-ethanol kan het imago van automobielbedrijven immers verbeteren. Het gebruik van maïs als brandstof leidde tot een verkleining van het aanbod van maïs op de voedselmarkt en dus tot een prijsstijging. Dit wordt nog versterkt door de speculatie door grote maïsproducenten. Zij benutten hun monopoliepositie op de Amerikaanse markt om hun winsten te maximaliseren. In 1994 werd de NAFTA (North American Free Trade Agreement) opgericht, een vrijhandelsovereenkomst tussen Canada, de VS en Mexico. Door het geleidelijk afbouwen van de invoerheffingen tussen de drie landen werden de Mexicaanse landbouwers de directe concurrenten van de Amerikaanse boeren. De Amerikaanse boeren produceren echter maïs tegen een lagere kostprijs dan de Mexicanen, vooral omdat zij veel grootschaliger werken. Vooral de kleine Mexicaanse landbouwers dolven hierbij het onderspit en gaven hun bedrijf op. Dit leidde tot een concentratie van het marktaandeel bij de grote handelsconcerns in de VS. Mexico is tegenwoordig
afhankelijk van de import van landbouwproducten. Het ‘moederland van de maïs’ moest in 2005 ongeveer een derde van haar behoefte aan maïs uit het buitenland, met name de VS, importeren. Als reactie op de crisis stelde de Mexicaanse regering een maximale prijs vast voor maïs van 8,50 pesos per kg. Bovendien werd direct een extra hoeveelheid van 800.000 ton maïs geïmporteerd. De prijs ligt echter nog steeds 40% hoger dan voor de crisis. In de toekomst kan de concurrentie tussen het gebruik van maïs als voedsel of als brandstof opnieuw verscherpen.
2. Het groene goud van Midden-Amerika Bananen zijn al vele tientallen jaren de meeste geliefde zuidvrucht in Nederland. De banaan is één van de langst gecultiveerde gewassen ter wereld en bevat veel vitaminen. Daarnaast is de banaan zeer geschikt als sportvoeding en heeft het een rustgevende werking. Opvallend genoeg is de banaan nauwelijks duurder dan de appel van eigen bodem, en dat terwijl de banaan een halve wereldreis aflegt voordat hij bij ons in de supermarkt ligt. Toch laat de , bij ons inmiddels zo alledaagse, vrucht diepe ecologische, economische en sociale sporen achter in de herkomstlanden. Geen wonder dat de banaan dan ook al inzet is geweest van talrijke transcontinentale handelsconflicten. Hieronder vind je een aantal bronnen met opgaven. Je begint de opdracht met het bekijken van een korte documentaire van NTR over het wereld voedselvraagstuk: http://player.omroep.nl/?aflID=12407414 In de documentaire wordt verteld hoe Amerikaanse en Europese multinationals de handel in bananen voor een groot deel beheersen. De bananen op de Europese markt komen uit een klein aantal landen, voornamelijk in Latijns Amerika en Afrika. Bekijk onderstaande twee cirkeldiagrammen. Bananenproductie per land (gemiddeld over de periode 1997-2003) India 21%
37%
Brazilië 9%
7%
9% 8%
9%
China Filipijnen Ecuador Indonesië de rest van de wereld
Bananenexport per land (gemiddeld over 1997-2003) Ecuador 29%
29%
Costa Rica Filipijnen
7% 10%
13% 12%
Colombia Guatemala de rest van de wereld
Vrij naar: http://www.unctad.org
1. Welk gemeenschappelijk kenmerk hebben de landen die veel bananen produceren? 2. Leg uit waarom de landen die het meeste bananen produceren niet de grootste exporteurs zijn. De mondiale vraag naar bananen stijgt. 3. Geef twee ontwikkelingen die een belangrijke bijdrage leveren aan de toenemende vraag naar bananen. Om aan de toenemende vraag te voldoen zullen bananen-multinationals hun productie in landen als Equador en Costa Rica willen uitbreiden. 4. Leg uit dat zo’n uitbreiding van de productie voor een deel van de boerenbevolking van deze landen negatief kan uitpakken. 5. Waarom zullen de regeringen van deze landen de multinationals toch vaak toestemming geven tot uitbreiding van de bananen-productie?
Bron 1. Hoewel de bananenplant een hoogte van wel zes meter kan bereiken, is het strikt genomen geen boom, maar een struik. De ‘schijnstam’ van de bananenplant bestaat namelijk uit dicht op elkaar liggende bladeren. Er zijn meer dan duizend verschillende soorten van de bananenstruik. De bij ons uit de supermarkt bekende bananen zijn fruit- of dessertbananen. Daarnaast worden er ook veel kook- of meelbananen verbouwd, die in gekookte of gegrilde vorm een belangrijke voedselbron zijn in de landen waar bananen groeien. Vezelbananen worden vooral in Indonesië veel verbouwd. Bananen groeien alleen goed in de vochtige tropen in de buurt van de evenaar. Ze hebben een gelijkmatige temperatuur nodig van tussen de 20o en de 27o Celsius, veel zon en tussen de 2.000 en 2.500 mm neerslag per jaar. Dwergbananen zijn iets minder vatbaar voor kou dan gewone bananen en groeien ook in de subtropen, het dichtst bij op de Canarische Eilanden. Bananenstruiken groeien zeer snel, al na negen maanden wordt de volledige hoogte bereikt. De bloemstam groeit daarna door de ‘schijnstam’ heen en vormt rood-paarse bloemenschermen. Uit deze bloemenschermen ontstaan ronde trossen waaraan zogenaamde ‘bananenhanden’ groeien. Iedere tros telt tien tot twaalf ‘handen’ met daaraan 14 tot 18 bananen, de ‘bananenvingers’. Die groeien overigens eerst naar onder en pas later naar boven richting het zonlicht. Daardoor zijn de bananen krom. De bananen kunnen het hele jaar door geoogst worden, per tros ongeveer 200 vruchten met een totaal gewicht tot ongeveer 50 kilogram. Als de bananentros door de plantagearbeider met een machette losgeslagen wordt, zijn de vruchten nog groen. Dat is belangrijk. Pas door het onderbreken van de toevoer van de sappen van de struik, komt een biochemisch proces op gang waarbij in het vruchtvlees suiker wordt gevormd. Tegelijkertijd krijgt de banaan zijn gele kleur. Door te koelen kan dit proces vertraagd worden. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan op de koelschepen waarmee de bananen worden vervoerd. Pas in het land waar de bananen uiteindelijk geconsumeerd zullen worden, wordt het rijpingsproces door de toevoeging van een plantenhormoon weer in gang gezet.
Een klimaatdiagram van een klimaat dat gunstig is voor de groei van bananen.
6.
Leg uit waardoor een zelfgeoogste banaan op een plantage in Midden-Amerika niet zoet, maar melig smaakt. Je uitleg moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten. 7. Waarom zijn de bananen krom? 8. Welk klimaat (volgens het systeem van Köppen) past bij het klimaatdiagram op de vorige bladzijde? Gebruik voor je antwoord eventueel de Grote Bosatlas. 9. Waarom moeten bananen groen geplukt worden? 10. Waarom is het starten van een bananenplantage voor ondernemers die snel geld willen verdienen een betere investering dan het starten van bijvoorbeeld een rubberplantage? Bron 2. Costa Rica sloeg halverwege de jaren 1980 een nieuwe politieke koers in met betrekking tot landgebruik: Het aantal hectare waarop exportbananen (‘het groene goud’) werden verbouwd, moest toenemen. Tussen 1985 en 1995 maakte meer dan 30.000 hectare regenwoud plaats voor bananenplantages. Het oppervlak waarop bananen werden verbouwd groeide daarmee tot 57.000 hectare. Costa Rica behoort tot de tien landen op de wereld met de grootste jaarlijkse hoeveelheid neerslag. Het verdwijnen van het regenwoud heeft dan ook geleid tot overstromingen en bodemerosie. Na het verwijderen van het regenwoud werden bananenstruiken geplant. De monocultuur waarin de bananen verbouwd worden maakt de planten zeer gevoelig voor bacteriën, schimmels en insecten. Daarom worden giftige pesticiden en insecticiden gebruikt. De plantages worden daarmee vanuit vliegtuigen besproeid. Plantagearbeiders en omwonenden worden daarmee aan een nauwelijks te controleren gevaar blootgesteld. Grote pamfletten die waarschuwen voor ‘de vogels van de dood’ helpen daartegen niet veel. Zodra de bananentrossen gaan groeien worden ze in blauwe plastic zakken verpakt. De binnenzijde van de zakken is met insecticiden behandeld, om de erin groeiende vruchten te beschermen. Als de bananen groot genoeg zijn, slaat een plantagearbeider met een krachtige hef met zijn machete, de 35 tot 50 kilogram zware trossen van de struik. Daarna draagt hij elke tros op zijn schouder naar een kabelbaan. Met de kabelbaan worden de trossen bananen naar een verwerkingshal gehesen. Eén arbeider kan op een dag ongeveer 200 trossen bananen oogsten. Aangekomen in de verwerkingshal wordt de folie verwijderd. Elke tros wordt met messen verdeeld in ongeveer 10 kleine trossen (de zogenaamde ‘handen’) met elk ongeveer 20 bananen. Deze kleine trossen gaan, voor desinfectie, in een waterbad. De ‘handen’ worden daarna verder verkleind en de slechtere vruchten worden eruit gesorteerd. Een vrachtwagen vervoert deze slechtere vruchten om elders verwerkt te worden tot babyvoeding of veevoer. In de verpakkingsfabriek wordt ‘het groene goud’ nog een keer in een bad met Thiabendazol gedoopt om de bananen voor hun lange reis tegen schimmels te beschermen. Tot slot worden de bananen nog beplakt met merklabels en in karton verpakt. De kartonnen dozen worden op pallets in een koelcontainer geladen. Een grote vrachtwagen vervoert de container naar een overlaadstation van de betreffende onderneming in de buurt van de haven van Puerto Limon, waar die bananen enkele dagen later op een enorm koelschip worden geladen. Aangekomen in Europa of Noord-Amerika moeten de bananen vaak nog enkele weken rijpen voordat ze in de winkels verkocht kunnen worden.
11. Zet de verschillende stappen in de productie van bananen in de juiste volgorde, door de foto’s op de volgende bladzijde in de juiste volgorde te plaatsen.
A
B
C
D
E
F
G
H
Bron 3: Twee visies op arbeidsomstandigheden op een bananenplantage. Juan Sin Tierra (arbeider op een bananenplantage in Costa Rica op de website van BanaFair) Costa Rica is een land met schitterende tropische regenwouden, die een enorme biodiversiteit herbergen. De komst van multinationale bananenconcerns heeft het landschap en onze levensstijl echte radicaal veranderd. Er werd ons van alles beloofd: werk, geld, infrastructuur en koophuizen; kortom een beter leven. Maar ook toen er daadwerkelijk vooruitgang kwam, zijn wij veel ons land en onze rechten kwijtgeraakt. Wij bekommeren ons, ons hele leven om een vrucht die wij zelf niet eten. Wij planten, oogsten en verpakken deze vrucht. De vijf euro die hier voor een doos bananen neergeteld wordt, is zo weinig dat de arbeiders van hun loon alleen in het meest noodzakelijke levensonderhoud kunnen voorzien. Wij verdienen ongeveer 200 euro per maand. Daarvan kunnen we voedsel en kleding kopen en de bus betalen. Sparen komt er echter niet van, en als je ziek wordt… En er komen veel ziekten voor onder de bananenarbeiders. Veel mannen zijn door het gebruik van pesticiden impotent geworden en kunnen dus geen kinderen meer krijgen. Er worden ook veel kinderen dood geboren. Veel van het gif wordt gemaakt in Europese landen als Duitsland en Nederland. De bananenindustrie heeft ook geleid tot verontreiniging van bodem en water. Deze situatie begint weliswaar aanzienlijk te verbeteren, rivieren worden schoner en delen van het tropisch regenwoud wordt beschermd. Veel belangrijker is het echter dat ieder mens zijn eigen ontplooiingsmogelijkheden heeft. Wij maken ons grote zorgen over de mogelijkheden van onze kinderen. Thyss Henze (directeur marketing Del Monte) “Ik kan natuurlijk alleen voor mijn eigen bedrijf spreken, maar ik kan wel stellen dat uitspraken als ‘de arbeidsomstandigheden op de plantages worden met de dag slechter’ of ‘80% van de plantagearbeiders krijgt alleen een tijdelijk contract’ echt niet waar zijn. Feit is dat bananenarbeiders minstens 25% meer verdienen dan het wettelijk vastgestelde minimumloon. Geen enkele multinational kan het zich permitteren om de wetten aan zijn laars te lappen en dat doen wij derhalve ook niet. Wat betreft de milieubelasting: de aandacht voor het milieu wordt steeds belangrijker bij de productie van bananen in Costa Rica. In plaats van insecticiden worden steeds meer insectenvallen gebruikt. Om bodemerosie tegen te gaan worden tussen de bananenstruiken en in de omliggende velden bodembedekkers geplant. De bananenstruiken dichtbij rivieren wordt vervangen door andere struiken en ondergroei. De waterkwaliteit van beken en rivieren is al jaren aan het verbeteren. (..) De bananenplantages van ons bedrijf liggen vooral op ‘oud bananenland’, grond die vroeger ook in gebruik was voor de verbouw van bananen en op voormalige weidegrond. Dat er de afgelopen twintig jaar in een beperkt aantal gevallen sprake is geweest van het kappen van stukken regenwoud bestrijden wij niet (..) Vandaag de dag is 27% van het oppervlak van Costa Rica aangewezen als Nationaal Park. Het behoud van flora en fauna wordt daar door strenge regelgeving gegarandeerd. Spreken deze cijfers geen duidelijke taal: 27% Nationaal Park (en) 1% bananenplantages!”
12. Neem de argumenten van Juan Sin Tierra en Thyss Henze over in het onderstaande schema: Juan Sin Tierra (plantagearbeiders en milieuactivisten)
Thyss Henze (multinationale bananenondernemingen)
Arbeidsomstandigheden
De belasting van het milieu
13. Aan wie zou jij een reactie willen schrijven? Aan Juan Sin Tierra of Thyss Henze? Geef de belangrijkste twee punten uit je reactie.
Bron 4: Hoe komt de prijs van een kilo bananen tot stand? ‘goedkope’ bananen worden verbouwd op plantages van multinationale ondernemingen. Fairtrade bananen worden vooral verbouwd door ‘kleine’ boeren die zich hebben aangesloten bij coöperaties.
Plantagearbeiders Productiekosten Winst voor bezitters plantages Transport en douanekosten Grote handelsondernemingen / coöperaties Het rijpen van bananen Winkels/detailhandel Eindprijs
‘goedkope’ bananen 5ct 5ct 5ct 20ct 10ct
Fairtrade bananen 10ct 15ct 5ct 30ct 15ct
20ct 30ct 100ct
20ct 30ct 125 ct
NB. Bij Fairtrade koffie doet zich de laatste jaren het volgende voor: Door de gestegen koffieprijs verkopen minder kleine boeren hun koffiebonen aan de Fairtrade-coöperaties, omdat ze meer verdienen aan de (gestegen) marktprijs. 14. 15. 16. 17.
Beredeneer waarom de productiekosten voor Fairtrade bananen hoger zijn. Beredeneer waarom de transportkosten voor Fairtrade bananen hoger zijn. Beredeneer waardoor de prijs van koffie op de wereldmarkt is gestegen. Denk jij dat we een zelfde ontwikkeling voor de prijs van bananen kunnen verwachten? Waarom denk je dat?
3. Het wereldvoedselvraagstuk – de theorie Begin 2008 werden er in Indonesië en een aantal andere landen voedselrellen gemeld. Mensen protesteerden tegen de sterk gestegen voedselprijzen. In 2011 staken dergelijke rellen in een groot aantal landen op. De gestegen voedselprijzen speelden een belangrijke rol in de revoluties in Tunesië en Egypte, de burgeroorlogen in Libië en Syrië en protesten in o.a. Bahrein, Jemen, Marokko en China. Hoe komt het dat voedselprijzen zo sterk stegen? Tussen 2005 en 2008 stegen de voedselprijzen wereldwijd met 75%. Er is niet één afzonderlijke oorzaak voor deze prijsstijgingen, het gaat om een combinatie van verschillende oorzaken. -
-
-
-
De gestegen welvaart, vooral in landen als China en India, heeft gezorgd voor een toenemende vraag naar landbouwproducten. Er wordt niet alleen meer geconsumeerd, maar er wordt ook meer vlees geconsumeerd. En voor de productie van vlees zijn in de vorm van veevoer extra landbouwproducten nodig. Als de vraag naar landbouwproducten toeneemt en het aanbod neemt veel minder toe, stijgen de prijzen. Door de toenemende vraag naar biobrandstoffen wordt een deel van de landbouwproductie, die anders als voedsel zou worden gebruikt, gebruikt als brandstof. Biobrandstof wordt onder andere gemaakt uit suikerriet, maïs, palmolie en koolzaad. Natuurrampen, misschien als gevolg van klimaatverandering, hebben het aanbod van landbouwproducten verkleind. Overstromingen in West-Afrika, extreme droogte in Australië en zware sneeuwstormen in China zorgden allemaal voor het mislukken van oogsten. Extreme hitte en droogte zorgden er in de zomer van 2010 in Rusland voor dat een groot deel van de graanoogst in vlammen opging of verdorde. Rusland is een grote aanbieder van graan op de wereldmarkt. Landen als Egypte importeren het grootste deel van hun graan uit Rusland. De mislukte Russische oogst leidde in Egypte in het najaar van 2010 dan ook tot explosieve stijgingen van de broodprijs. Dit vormde de voedingsbodem voor de Egyptische revolutie in het voorjaar van 2011. Ook na deze revolutie bleven de protesten overigens aanhouden, Egypte blijft als importeur namelijk afhankelijk van de graanprijs op de wereldmarkt. De hoge brandstofprijzen zorgen ervoor dat de transportkosten ook hoog zijn. Dit wordt doorberekend in de uiteindelijke voedselprijzen.
Januari 2011: voedselrellen in Tunesië worden neergeslagen
Vooral de allerarmsten zijn kwetsbaar voor prijsstijgingen. Zij besteden namelijk het grootste deel van hun inkomen aan het kopen van voedsel. Vreemd genoeg wordt er op aarde genoeg voedsel geproduceerd om de hele wereldbevolking te voeden. Het voedselvraagstuk is dus eigenlijk een verdelingsvraagstuk. Veel van de allerarmsten, wereldwijd zo’n 900 miljoen mensen, hebben onvoldoende toegang tot voedsel. Dit komt door oorlog, armoede en belemmerende handelsstructuren. Vooral in Noord-Amerika wordt door boeren zeer grootschalig geproduceerd. Deze boeren kunnen ook beschikken over de modernste landbouwtechnieken, het beste zaaigoed en de beste kunstmest. Zij produceren dan ook tegen een lage kostprijs. Afrikaanse of Indiase boeren produceren op hun kleine akkertjes, zonder veel hulpmiddelen en een slechte toegang tot de markt, tegen een hogere kostprijs. Het lukt de Afrikaanse of Indiase boeren dan ook niet hun voedsel af te zetten op de grote consumptiemarkten in Noord-Amerika en Europa. Als de overschotten van de Amerikaanse boeren dan ook nog eens tegen dumpprijzen in Afrika of India worden verkocht, worden de boeren daar in hun voortbestaan bedreigd. Zonder een lokale voedselvoorziening is de kans op hongersnood erg groot. Zeker wanneer er een burgeroorlog uitbreekt en het buitenlandse voedsel de allerarmsten helemaal niet meer bereikt.
1.
Zet de onderstaande stappen in het ontstaan van de voedselcrisis in Egypte in 2011 in de juiste volgorde. I. De prijs voor brood stijgt II. Importeurs van graan moeten een hogere prijs betalen III. Extreme droogte en branden in Rusland IV. De allerarmsten kunnen geen brood meer kopen V. Protesten tegen de leiders van het land VI. De prijs van graan op de wereldmarkt stijgt snel VII. Bakkers moeten meer betalen voor hun graan VIII. Mislukte graanoogst in Rusland
2.
Verwoord wat de tekenaar met de cartoon wil zeggen.
4. Slotopdracht Henk Bleker (CDA) is staatssecretaris van Landbouw in Nederland. Hij is verantwoordelijk voor het landbouwbeleid in Nederland. Het Nederlandse landbouwbeleid is sterk verweven met het Europese landbouwbeleid. De afgelopen vijftig jaar heeft er in de landbouwsector een enorme schaalvergroting plaatsgevonden. De boerenbedrijven die zijn blijven bestaan hebben zich gespecialiseerd in met name intensieve veehouderij (op de zandgronden), akkerbouw (op de zeekleigronden) en tuinbouw (in de volle grond aan de binnenrand van de duinen en de Noordoostpolder en in kassen in bijvoorbeeld het Westland en Noord-Limburg). De Nederlandse landbouwsector is voor een groot deel gericht op export. Veel van de landbouwproducten die bij ons in de supermarkten liggen worden echter geïmporteerd. Veel van onze groenten en fruit komen uit Zuid-Europa, Afrika, Latijns-Amerika, India of Zuidoost-Azië. Hierdoor bestaat er een verband tussen het Nederlandse of Europese landbouwbeleid en het wereldvoedselvraagstuk. Jij gaat een brief schrijven aan de staatssecretaris van Landbouw waarin je aangeeft wat er volgens jou zou moeten gebeuren om iedereen op deze wereld van voldoende voedsel van voldoende kwaliteit te voorzien. Je richt je vooral op de (beperkte) rol die Nederland hier in kan spelen. In je brief ga je op de volgende zaken in: -
Je zet uiteen wat de kern van het voedselvraagstuk is. Je maakt duidelijk welke rol Nederland volgens jou kan spelen om het vraagstuk op te lossen. Je geeft aan wat de voor- en nadelen zijn van de maatregelen waarvan jij vindt dat de staatssecretaris van Landbouw ze moet nemen.
-
EINDE -