Aardrijkskunde VWO Examenbundel 1999-2015
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Inhoudsopgave 2015 I - Aardrijkskunde
2
2015 II - Aardrijkskunde
15
2014 I - Aardrijkskunde
27
2014 II - Aardrijkskunde
40
2013 I - Aardrijkskunde
51
2013 II - Aardrijkskunde
63
2012 I - Aardrijkskunde
75
2012 II - Aardrijkskunde
87
2011 I - Aardrijkskunde (Vernieuwde 2e Fase)
99
2011 II - Aardrijkskunde (Vernieuwde 2e Fase)
111
2010 I - Aardrijkskunde (Vernieuwde 2e Fase)
122
2010 II - Aardrijkskunde (Vernieuwde 2e Fase)
135
2009 I - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
146
2009 II - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
157
2008 I - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
167
2008 II - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
179
2007 I - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
191
2007 II - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
203
2006 I - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
215
2006 II - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
224
2005 I - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
232
2005 II - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
242
2004 I - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
250
2004 II - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
258
2003 I - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
267
2003 I - Aardrijkskunde (Oude Stijl)
276
2003 II - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
284
2002 I - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
292
2002 I - Aardrijkskunde (Oude Stijl)
299
2002 II - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
307
2002 II - Aardrijkskunde (Oude Stijl)
315
2001 I - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
323
2001 II - Aardrijkskunde (Oude 2e fase)
330
2000 I - Aardrijkskunde (Oude stijl)
336
2000 II - Aardrijkskunde (Oude stijl)
344
1999 I - Aardrijkskunde (Oude stijl)
351
1999 II - Aardrijkskunde (Oude stijl)
360
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 1
Correctievoorschrift VWO
2015
tijdvak 1
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Toetsen en Examens op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet College voor toetsen en examens de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Toetsen en Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen.
VW-0131-a-15-1-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 2
3
4 5
De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Toetsen en Examens. De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Toetsen en Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;
VW-0131-a-15-1-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 3
4
5
6 7
8 9
3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal scorepunten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Toetsen en Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB1 Het College voor Toetsen en Examens heeft de correctievoorschriften bij regeling vastgesteld. Het correctievoorschrift is een zogeheten algemeen verbindend voorschrift en valt onder wet- en regelgeving die van overheidswege wordt verstrekt. De corrector mag dus niet afwijken van het correctievoorschrift. NB2 Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken.
VW-0131-a-15-1-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 4
NB3 Als het College voor Toetsen en Examens vaststelt dat een centraal examen een onvolkomenheid bevat, kan het besluiten tot een aanvulling op het correctievoorschrift. Een aanvulling op het correctievoorschrift wordt zo spoedig mogelijk nadat de onvolkomenheid is vastgesteld via Examenblad.nl verstuurd aan de examensecretarissen. Soms komt een onvolkomenheid pas geruime tijd na de afname aan het licht. In die gevallen vermeldt de aanvulling: NB Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden, past de tweede corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe. Een onvolkomenheid kan ook op een tijdstip geconstateerd worden dat een aanvulling op het correctievoorschrift te laat zou komen. In dat geval houdt het College voor Toetsen en Examens bij de vaststelling van de N-term rekening met de onvolkomenheid.
3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 65 scorepunten worden behaald.
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld Opgave 1 − Globalisering van speelgoedfabrikant Mattel 1
maximumscore 2 • Omschrijving 1: amerikanisering/verwestering • Omschrijving 2: diffusie
2
maximumscore 1 Juiste redenen zijn: − In Los Angeles heeft clustering plaatsgevonden van creatieve industrie / modebedrijven. − Los Angeles is een culturele wereldstad. − De nabijheid van Hollywood / de grote Amerikaanse afzetmarkt (zorgt voor een directe band met de laatste modetrends).
VW-0131-a-15-1-c
4
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 5
Vraag
3
4
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Juiste redeneringen zijn: • Tijuana ligt dichter bij het hoofdkantoor / de ontwerpafdeling / de thuismarkt van Mattel • zodat persoonlijke contacten tussen de fabriek en het hoofdkantoor / de ontwerpafdeling eenvoudig plaats kunnen vinden / zodat de transportkosten gering zijn of • Mexico en de Verenigde Staten zijn allebei lid van de NAFTA • zodat producten die in Tijuana worden gemaakt makkelijker toegang hebben tot de Amerikaanse markt
1
1 1 1
maximumscore 2 Juiste redenen zijn: − De westerse markt is grotendeels verzadigd. − Er is steeds meer concurrentie van digitaal speelgoed. − In westerse landen neemt het aantal kinderen af / nauwelijks toe. per juiste reden
1
Opgave 2 − China en India demografisch vergeleken 5
maximumscore 1 stelling 1: onjuist stelling 2: juist Opmerking Alleen als beide antwoorden juist zijn, 1 scorepunt toekennen.
6
maximumscore 2 • 1970: India 2010: China • Uit het antwoord moet blijken dat een groot aandeel mensen in de werkende leeftijd / de leeftijd 20-64 gunstig is voor economische groei / een klein aandeel jongeren en ouderen gepaard gaat met relatief weinig kosten voor de samenleving
1
1
Opmerking Bij het eerste antwoordelement alleen 1 scorepunt toekennen als bij beide jaartallen het juiste land is ingevuld.
VW-0131-a-15-1-c
5
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 6
Vraag
7
8
9
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Juiste aanwijzingen zijn: − Er heeft een daling van het geboortecijfer plaatsgevonden / Het aantal jongeren is relatief klein. − Er zijn meer jongens dan meisjes in de leeftijd 0 tot 20 jaar. per juiste aanwijzing
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • er in 2010 een grote groep jong volwassenen / 20- tot 24-jarigen was in China die voor een groter aantal geboorten zorgden • maar op langere termijn zullen er veel kleinere groepen zijn in de leeftijden dat men kinderen krijgt (waardoor er ook minder geboorten zullen zijn)
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • de exportgerichte industrie in China vooral in steden in de kustzone is geconcentreerd, terwijl de IT-sector in India niet aan de kust gebonden is / gevestigd is in steden die gelijkmatig over het land verspreid zijn • zodat de binnenlandse migratie in China vooral naar de steden in de kustzone plaatsvond (en in India naar steden die gelijkmatig over het land verspreid zijn)
1
1
1
Aarde Opgave 3 − Fjorden in Noorwegen 10
maximumscore 1 atlaskaart 217B
11
maximumscore 2 Een juiste uitleg is: • Een oud gebergte als het Scandinavisch Hoogland is verder afgevlakt / kent minder reliëf (oorzaak) • waardoor water er minder hard stroomt / rivieren er minder hard stromen (gevolg) of • In een oud gebergte heeft (in het verleden) al veel erosie/verwering plaatsgevonden (oorzaak) • waardoor een oud gebergte nu meer afgevlakt is (en er minder erosie/verwering plaatsvindt dan in jonge gebergten) (gevolg)
VW-0131-a-15-1-c
6
1 1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 7
Vraag
12
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • de kust van Noorwegen onder invloed staat van een warme zeestroom / de Golfstroom (en Midden- en Noord-Zweden niet) (oorzaak) • waardoor het klimaat aan de kust van Noorwegen gematigder is (gevolg)
1 1
Opmerking Antwoorden die ingaan op verschillen in neerslag, dienen fout gerekend te worden. 13
14
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • gletsjers in het pleistoceen (U-vormige) dalen uitsleten • die vervolgens in het holoceen (door zeespiegelstijging) onder water zijn komen te staan maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • er in de zomer smeltwater van de ijskap (Jostedalsbre) het (Fjaerlands)fjord instroomt • en dat met het smeltwater veel sediment/verweringspuin wordt aangevoerd (dat het water ondoorzichtig/troebel maakt)
1 1
1 1
Opgave 4 − De Donau en de Eufraat 15
maximumscore 2 a 1.078 m b 3.520 m c 6.500 m 3/s d 1.750 m 3/s indien vier antwoorden juist indien drie of twee antwoorden juist indien minder dan twee antwoorden juist
16
2 1 0
maximumscore 3 Uit het antwoord moet blijken dat • bij Passau een (grote) zijrivier / de Inn / de Salzach uitmondt in de Donau • de afvoerpiek in de winter ontstaat als gevolg van het neerslagoverschot / de geringe verdamping in de winter • de afvoerpiek in het voorjaar ontstaat als gevolg van sneeuwsmelt in de Alpen (die via de Inn / de Salzach in de Donau terechtkomt)
VW-0131-a-15-1-c
7
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 8
Vraag
17
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • achter de stuwdammen / in de stuwmeren sediment bezinkt / wordt vastgehouden • zodat er in het mondingsgebied van de rivier minder sedimentatie plaatsvindt
1 1
Zuidoost-Azië Opgave 5 − Het Tobameer 18
19
20
21
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • bij de (explosieve) vulkaanuitbarsting de magmahaard (deels) werd geleegd • waarna de vulkaan instortte (en een caldera ontstond)
1 1
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • (na de vulkaanuitbarsting) de magmakamer zich opnieuw vulde • waarbij (een deel van) de bodem van het Tobameer werd opgeheven tot boven het wateroppervlak
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • de lagen vulkanische as vooral ten noordoosten van Toba / in de Zuid-Chinese Zee zijn afgezet • en in de periode mei-september komt de wind uit het zuidwesten
1 1
maximumscore 2 • Het klimaat bij het Tobameer is koeler dan dat in Medan • Het Tobameer ligt hoger dan Medan
1 1
1
Opgave 6 − De ASEAN 22
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • deze indicator het meest betrouwbare beeld geeft van de welvaart onder bevolking in Singapore • omdat dit land een kleinere (regionale/sociale) ongelijkheid kent dan de andere drie landen
VW-0131-a-15-1-c
8
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 9
Vraag
23
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Vietnam: toenemen Myanmar: toenemen Singapore: afnemen indien drie antwoorden juist indien twee antwoorden juist indien minder dan twee antwoorden juist
2 1 0
24
maximumscore 2 • Indonesië • Japan
1 1
25
maximumscore 1 China beschikt zelf over onvoldoende energiedragers. / China heeft veel behoefte aan energie voor de groeiende economie.
26
maximumscore 2 Juiste gemeenschappelijke kenmerken zijn: − Deze landen zijn binnen de ASEAN de meest ontwikkelde landen. − Deze landen zijn al lang relatief stabiel. / hebben (sinds de onafhankelijkheid) relatief weinig conflicten gekend. − Deze landen hebben zich relatief vroeg toegelegd op exportgerichte industrialisatie. per juist kenmerk
1
Leefomgeving Opgave 7 − De kust van Noord-Holland 27
maximumscore 1 Er zijn gaten in de duinenrij. / Op enkele plekken is de duinenrij heel smal. / In het verleden bestond de kuststrook uit waddeneilanden.
28
maximumscore 2 Juiste redenen zijn: − Verder landinwaarts kon de dijk niet zo makkelijk door de zee worden weggeslagen. − Op deze manier ontstond er een breed strand dat duinvorming stimuleerde / kon de dijk door natuurlijke processen worden versterkt. per juiste reden
VW-0131-a-15-1-c
1
9
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 10
Vraag
29
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Juiste ingrepen zijn: − zandsuppleties − het beplanten van de duinen − de aanleg van strekdammen per juiste ingreep
1
Opmerking Aan een antwoord dat zowel strandsuppletie als vooroeversuppletie noemt, 2 scorepunten toekennen. 30
maximumscore 2 Juiste functies zijn: − natuur − recreatie − drinkwaterwinning per juiste functie
1
Opgave 8 − Haverleij: een VINEX-locatie, maar dan anders 31
maximumscore 2 • Juiste demografische gevolgen zijn: − De bevolking vergrijsde. − Het aandeel alleenstaanden nam toe. − Het aandeel (jonge) gezinnen nam af. • Juiste economische gevolgen zijn: − Steden kregen minder inkomsten (door het wegtrekken van koopkrachtige bevolking / mensen met midden- en hoge inkomens). − Het aandeel inwoners dat moet leven van een laag inkomen / uitkering nam toe.
VW-0131-a-15-1-c
10
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 11
Vraag
32
Antwoord
Scores
maximumscore 3 • De Groote Wielen • Juiste doelen zijn: − het beperken van de dreigende leegloop van de (middel)grote steden − het terugdringen van de automobiliteit − het creëren van een groter draagvlak voor voorzieningen in de (middel)grote steden − het behoud van open gebieden
1 2
Opmerking Aan elk juist doel 1 scorepunt toekennen. 33
maximumscore 2 • gated communities • Juiste antwoorden zijn: − De woonkastelen van Haverleij zijn vrij toegankelijk voor bezoekers. − De groenvoorzieningen van Haverleij zijn eigendom van de gemeente en niet van de bewoners zelf.
34
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • de woonkastelen afgeschermd liggen van de rest van de stad (wat de bewoners een gevoel van veiligheid geeft) • maar dat de opzet van Haverleij op het schaalniveau van de stad bijdraagt aan een tweedeling: een concentratie van rijke bewoners in Haverleij en een concentratie van armere bewoners in andere delen van de stad
1 1
1
1
5 Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 1 juni naar Cito. De normering in het tweede tijdvak wordt mede gebaseerd op door kandidaten behaalde scores. Als het tweede tijdvak op uw school wordt afgenomen, zend dan ook van uw tweede-tijdvak-kandidaten de deelscores in met behulp van het programma WOLF.
VW-0131-a-15-1-c
11
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 12
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bron 1
vrij naar: OneWorld Magazine, april 2013 en www.economist.com
bron 2
vrij naar: OneWorld Magazine, april 2013 en http://corporate.mattel.com
Opgave 2 bron 1
vrij naar: www.sciencemag.org
Opgave 3 bron 1
bron: http://mein.salzburg.com
bron 2
vrij naar: De Grote Bosatlas, 54e druk
Opgave 4 bron 1
bron: Cito
Opgave 5 bron 1
vrij naar: www.kijkeensomlaag.nl
bron 2
vrij naar: www.geo.mtu.edu
Opgave 6 bron 1
vrij naar: OECD, Innovation in Southeast Asia, 2013
Opgave 7 bron 1
bron: Roos, R., Duinen en mensen Noordkop en Zwanenwater, uitgave: Natuurmedia, Amsterdam, 2011
Opgave 8 bron 1
vrij naar: www.haverleij.nl
bron 2
bron: Cito
bron 3
bron: Tomeï, K.
VW-0131-a-15-1-c
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 13
aanvulling op het correctievoorschrift
2015-1
aardrijkskunde vwo Centraal examen vwo Tijdvak 1 Correctievoorschrift
Aan de secretarissen van het eindexamen van de scholen voor vwo Bij het centraal examen aardrijkskunde vwo:
Op pagina 5, bij vraag 6 moet een extra Opmerking worden toegevoegd: Alleen als een kandidaat bij het tweede antwoordelement heeft aangegeven dat de situatie in de toekomst (over ca. 20 jaar) gunstig wordt voor economische groei, dient ook een scorepunt te worden toegekend voor het eerste antwoordelement indien daar is geantwoord: 1970: China 2010: India
a.
b.
Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden past de tweede corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe in zowel de eigen toegekende scores als in de door de eerste corrector toegekende scores en meldt deze wijziging aan de eerste corrector. De tweede corrector vermeldt daarbij dat deze late wijziging een gevolg is van de aanvulling door het CvTE. Als eerste en tweede corrector al overeenstemming hebben bereikt over de scores van de kandidaten past de eerste corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe en meldt de hierdoor ontstane wijziging in de scores aan de tweede corrector. De eerste corrector vermeldt daarbij dat deze late wijziging een gevolg is van de aanvulling door het CvTE.
Het CvTE is zich ervan bewust dat dit leidt tot enkele aanvullende handelingen van administratieve aard. Deze extra werkzaamheden zijn in het belang van een goede beoordeling van de kandidaten. Ik verzoek u dit bericht door te geven aan de correctoren aardrijkskunde vwo. Namens het College voor Toetsen en Examens, Drs. P.J.J. Hendrikse, Voorzitter
VW-0131-a-15-1-c-A
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 14
Correctievoorschrift VWO
2015
tijdvak 2
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Toetsen en Examens op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet College voor toetsen en examens de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Toetsen en Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen.
VW-0131-a-15-2-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 15
3
4 5
De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Toetsen en Examens. De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Toetsen en Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;
VW-0131-a-15-2-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 16
4
5
6 7
8 9
3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal scorepunten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Toetsen en Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB1 Het College voor Toetsen en Examens heeft de correctievoorschriften bij regeling vastgesteld. Het correctievoorschrift is een zogeheten algemeen verbindend voorschrift en valt onder wet- en regelgeving die van overheidswege wordt verstrekt. De corrector mag dus niet afwijken van het correctievoorschrift. NB2 Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken.
VW-0131-a-15-2-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 17
NB3 Als het College voor Toetsen en Examens vaststelt dat een centraal examen een onvolkomenheid bevat, kan het besluiten tot een aanvulling op het correctievoorschrift. Een aanvulling op het correctievoorschrift wordt zo spoedig mogelijk nadat de onvolkomenheid is vastgesteld via Examenblad.nl verstuurd aan de examensecretarissen. Soms komt een onvolkomenheid pas geruime tijd na de afname aan het licht. In die gevallen vermeldt de aanvulling: NB Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden, past de tweede corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe. Een onvolkomenheid kan ook op een tijdstip geconstateerd worden dat een aanvulling op het correctievoorschrift te laat zou komen. In dat geval houdt het College voor Toetsen en Examens bij de vaststelling van de N-term rekening met de onvolkomenheid.
3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 65 scorepunten worden behaald.
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld Opgave 1 − De luchtvaartsector in China 1
maximumscore 2 Juiste kenmerken zijn: − De afstanden tussen de steden in China zijn groot. − De economische groei / de stijgende welvaart in China (zorgt ervoor dat een groot aantal Chinezen rond 2020 regelmatig gebruik maakt van het vliegtuig als vervoermiddel). per juist kenmerk
VW-0131-a-15-2-c
1
4
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 18
Vraag
2
3
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Juiste redeneringen zijn: • De productie van vliegtuigen/vliegtuigonderdelen is een hoogwaardig proces • waarvoor de benodigde kennis in China eerder nog onvoldoende aanwezig was of • Boeing en Airbus beschikken over hoogwaardige technologische kennis van de productie van vliegtuigen/vliegtuigonderdelen • die zij nog niet wilden delen met (toekomstige) concurrenten uit China
1 1
maximumscore 2 • Door deze ontwikkeling kan de relatieve ligging van perifere gebieden verbeteren / kan een betere spreiding ontstaan van groeispots / zijn perifere gebieden beter bereikbaar waardoor ook deze gebieden tot ontwikkeling kunnen komen • 163C en 163D
1 1
1 1
Opmerking Alleen als beide atlaskaarten juist zijn, 1 scorepunt toekennen. 4
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • het niet waarschijnlijk is dat in Lhasa op korte termijn een grote luchthaven zal ontstaan • omdat in Lhasa in tegenstelling tot de drie andere plaatsen relatief weinig mensen wonen / economische activiteiten zijn
1 1
Wereld en Aarde Opgave 2 − Een nieuwe vaarroute door de Noordelijke IJszee 5
maximumscore 2 • In augustus en september is het meeste zee-ijs gesmolten / het zeewater gedurende een lange periode opgewarmd (waardoor dan het meeste zee-ijs is gesmolten) • Door het stijgen van de temperatuur (in het noordpoolgebied) / het opwarmen van de aarde / klimaatverandering (zal het ijs eerder smelten / zal er meer zee-ijs smelten)
VW-0131-a-15-2-c
5
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 19
Vraag
6
Antwoord
Scores
maximumscore 1 De juiste flessenhalzen zijn: − Bab al Mandab − de Straat van Malakka / Straat van Singapore Opmerkingen Alleen als beide flessenhalzen juist zijn, 1 scorepunt toekennen. Het antwoord de Rode Zee of de Golf van Aden is niet juist. Het antwoord Het Kanaal dient goed gerekend te worden.
7
maximumscore 2 Juiste voordelen zijn: − De nieuwe vaarroute gaat niet langs kusten van instabiele staten / waar piraterij is (politieke dimensie). − De nieuwe vaarroute kent een kortere reistijd waardoor er kosten worden bespaard (economische dimensie). − De nieuwe vaarroute kent een kortere reistijd waardoor het milieu minder belast wordt / er minder broeikasgassen worden uitgestoten (natuurlijke of fysisch-geografische dimensie). per juist voordeel
8
9
1
maximumscore 2 • atlaskaart 250A / 222 • Uit het antwoord moet blijken dat er voor de kust van Murmansk een warme zeestroom / relatief warm zeewater aanwezig is
1 1
maximumscore 2 Juiste redenen zijn: − Murmansk ligt niet dichtbij een economisch kerngebied. − Murmansk is vanuit Oost-Azië niet het hele jaar bereikbaar via de Noordelijke IJszee. − Murmansk mist goede achterlandverbindingen. − In Murmansk zijn (vanwege de noordelijke ligging) de leefomstandigheden niet zo prettig. per juiste reden
VW-0131-a-15-2-c
1
6
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 20
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 3 − Natuurgeweld in Japan 10
11
12
maximumscore 3 • De aardbevingen ontstaan doordat er wrijving/spanningsopbouw plaatsvindt tussen de wegduikende plaat (Pacifische / Filipijnse plaat) en de plaat waar Japan op ligt (Euraziatische plaat) • De vulkanen ontstaan doordat bij het smelten van de wegduikende plaat magma richting het aardoppervlak beweegt • De wrijving/spanningsopbouw tussen de platen vindt plaats als de wegduikende plaat nog niet gesmolten is, terwijl voor het opstijgen van magma de wegduikende plaat wel gesmolten moet zijn maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • de golf bij de kust in ondieper water komt (oorzaak) • waardoor de golf in elkaar wordt gedrukt / de voorzijde van de golf wordt afgeremd (en in hoogte toeneemt) (gevolg)
1
1
1 1
maximumscore 2 Juiste oorzaken zijn: − De hoge bevolkingsdichtheid in het kustgebied. − De aardbeving ontstond dichtbij de Japanse kust / de tsunami bereikte de kust heel snel na de aardbeving (waardoor er weinig tijd was om inwoners te evacueren). per juiste oorzaak
13
1
1
maximumscore 3 Een juiste argumentatie voor een voorstander is: • Japan heeft (als welvarend en geïndustrialiseerd land) een energietekort / een grote vraag naar energie, terwijl het land zelf nauwelijks over fossiele brandstoffen beschikt • en door energie op te wekken in kerncentrales is Japan minder afhankelijk van de import van fossiele brandstoffen • Een nadeel van de keuze van een voorstander is: Het opwekken van energie door middel van kerncentrales in een land waar veel natuurrampen voorkomen zoals Japan, verhoogt de kans op rampen met kerncentrales. Een juiste argumentatie voor een tegenstander is: • Een ramp met een kerncentrale heeft verstrekkende gevolgen • en juist in Japan is de kans op zo’n ramp groot omdat daar veel natuurrampen voorkomen / Japan vlakbij plaatgrenzen ligt • Een nadeel van de keuze van een tegenstander is: Japan wordt meer afhankelijk van de import van fossiele brandstoffen.
VW-0131-a-15-2-c
7
1 1 1
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 21
Vraag
Antwoord
Scores
Aarde Opgave 4 − De Pantanal 14
maximumscore 1 december-februari
15
maximumscore 3 Een juist antwoord bevat de zes onderstaande elementen: type vegetatie
oorzaak
westkust
woestijn(vegetatie)
De westkust staat onder invloed van een koude zeestroom / ligt aan de lijzijde van het Andesgebergte (waardoor het daar te droog is).
oostkust
tropisch regenwoud
De oostkust staat onder invloed van een warme zeestroom / stuwingsregens / aanlandige winden (waardoor het daar te nat is).
Andesgebergte
hooggebergtevegetatie Het Andesgebergte heeft een hoge ligging (waardoor het daar te koud is).
indien indien indien indien 16
zes antwoordelementen juist vijf of vier antwoordelementen juist drie antwoordelementen juist minder dan drie antwoordelementen juist
3 2 1 0
maximumscore 2 Een juiste uitleg is: • Bovenstrooms van de Pantanal zal meer erosie plaatsvinden (oorzaak) • waardoor er meer sediment in de rivier komt dat wordt getransporteerd naar de Pantanal (gevolg)
VW-0131-a-15-2-c
8
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 22
Vraag
17
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Een juiste beschrijving is: • Door het uitbaggeren van de Paraguay zal het water de Pantanal sneller verlaten • zodat het ecosysteem in de Pantanal zal veranderen in een ecoysteem dat past bij drogere omstandigheden / zich zal aanpassen aan de drogere omstandigheden
1
1
Zuidoost-Azië Opgave 5 − Rijst in Zuidoost-Azië 18
maximumscore 2 Juiste voorbeelden zijn: − De Verenigde Staten zijn (als centrumland) een exporteur van rijst. − De grootste handelsstromen van rijst vinden plaats tussen (semi)perifere landen / vinden niet plaats tussen (semi)periferie en centrum (of voorbeelden daarvan) per juist voorbeeld
1
19
maximumscore 1 Het zijn vlakke/laaggelegen gebieden.
20
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat in Indonesië de consumptie van rijst groter is dan de productie (waardoor Indonesië rijst moet importeren), terwijl in Thailand de consumptie van rijst kleiner is dan de productie (waardoor Thailand rijst kan exporteren).
21
maximumscore 2 • Vietnam: de deltagebieden / de laaggelegen kustgebieden / het noorden en het zuiden, omdat daar veel sediment wordt afgezet door rivieren • Indonesië: Java als gevolg van (vruchtbare) vulkanische bodems / vulkanisme
1 1
Opmerking Als bij zowel Vietnam als Indonesië de juiste gebieden zijn genoemd, maar zonder juiste oorzaak, 1 scorepunt toekennen.
VW-0131-a-15-2-c
9
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 23
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 6 − Samenwerking in de ASEAN 22
23
maximumscore 2 Een juiste redenering is: • De meeste Zuidoost-Aziatische landen waren tot de jaren zestig van de twintigste eeuw nog koloniën • zodat ze meer georiënteerd waren op de moederlanden, dan op samenwerking met elkaar maximumscore 2 • Thailand, Singapore, Maleisië, de Filipijnen en Indonesië • Cambodja was in de beginperiode van de ASEAN verwikkeld in een groot intern conflict
1 1
1 1
Opmerking Alleen als alle vijf de landen juist zijn, 1 scorepunt toekennen. 24
25
26
maximumscore 2 Een juiste redenering is: • In de beginfase van de ASEAN waren de landen vooral elkaars concurrenten als lage lonenlanden • maar tegenwoordig zijn de landen meer complementair geworden / voor elkaar belangrijke afzetmarkten geworden
1 1
maximumscore 2 • Juiste argumenten voor Singapore zijn: − Bedrijven uit Singapore kunnen afdelingen uitschuiven naar / profiteren van de relatief lage lonen in Johor Baharu en de Riau-eilanden. − Bedrijven uit Singapore kunnen profiteren van de beschikbare (uitbreidings)ruimte die in Johor Baharu en de Riau-eilanden veel meer beschikbaar is dan in Singapore zelf. • Juiste argumenten voor Johor Baharu en de Riau-eilanden zijn: − De werkgelegenheid in Johor Baharu en de Riau-eilanden zal toenemen als bedrijven uit Singapore zich vestigen. − Bedrijven in Johor Baharu en de Riau-eilanden kunnen kennis overnemen van bedrijven uit Singapore.
1
1
maximumscore 1 China
VW-0131-a-15-2-c
10
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 24
Vraag
Antwoord
Scores
Leefomgeving Opgave 7 − Overstromingsgevaar 27
maximumscore 1 Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht Opmerking Alleen als alle drie de provincies juist zijn, 1 scorepunt toekennen.
28
29
30
maximumscore 3 • a - de kustlijn met zandsuppleties versterken / duinversterking / aanleg van dijken op plaatsen waar geen duinen (meer) zijn • b - de aanleg van een waterkering/stormvloedkering (in de Nieuwe Waterweg) • c - de aanleg van de Afsluitdijk/Zuiderzeewerken maximumscore 2 • De Kerf is gegraven om de natuurlijke dynamiek / natuur(ontwikkeling) te bevorderen • De (ingang van de) Kerf werd dicht gestoven door zand / wanneer de Kerf onderliep werd zand/sediment afgezet (waardoor de ingang van de Kerf steeds hoger kwam te liggen)
1 1 1
1
1
maximumscore 1 bij Castricum aan Zee
Opgave 8 − De concurrentiepositie van de Randstad 31
maximumscore 2 • het Rijn-Ruhrgebied • de Vlaamse Ruit
1 1
32
maximumscore 2 • Noordvleugel: hoger dan het gemiddelde van de Europese Unie • Zuidvleugel: hoger dan het gemiddelde van de Europese Unie
1 1
VW-0131-a-15-2-c
11
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 25
Vraag
33
34
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Juiste gegevens zijn: − Amsterdam is één van de belangrijkste economische machtscentra van Europa (atlaskaart 68A). − Amsterdam is één van de aantrekkelijkste vestigingsplaatsen van Europa (atlaskaart 68E2). − Amsterdam heeft één van de belangrijkste luchthavens van Europa (atlaskaart 68B). per juist gegeven
1
maximumscore 2 • het Rijn-Ruhrgebied • Barcelona
1 1
5 Inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per examinator in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 23 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bron 1
vrij naar: www.trouw.nl
Opgave 2 bronnen 1 en 2 bron: NRC Handelsblad, 10 september 2013 Opgave 4 bron 1
bron: Cito en www.whereisbrazil.net
Opgave 5 bron 1
vrij naar: http://irri.org/images
bron 2
bron: www.fas.usda.gov en De Grote Bosatlas
Opgave 7 bron 1
bron: https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat
Opgave 8 bron 1
vrij naar: De Top 20 van Europese grootstedelijke regio’s 1995-2011; Randstad Holland in internationaal perspectief. TNO, 2012
VW-0131-a-15-2-c
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 26
Correctievoorschrift VWO
2014
tijdvak 1
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-0131-a-14-1-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 27
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
VW-0131-a-14-1-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 28
4
5
6 7
8 9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal scorepunten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB1 Het College voor Examens heeft de correctievoorschriften bij regeling vastgesteld. Het correctievoorschrift is een zogeheten algemeen verbindend voorschrift en valt onder wet- en regelgeving die van overheidswege wordt verstrekt. De corrector mag dus niet afwijken van het correctievoorschrift. NB2 Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken. NB3 Als het College voor Examens vaststelt dat een centraal examen een onvolkomenheid bevat, kan het besluiten tot een aanvulling op het correctievoorschrift. Een aanvulling op het correctievoorschrift wordt zo spoedig mogelijk nadat de onvolkomenheid is vastgesteld via Examenblad.nl verstuurd aan de examensecretarissen.
VW-0131-a-14-1-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 29
Soms komt een onvolkomenheid pas geruime tijd na de afname aan het licht. In die gevallen vermeldt de aanvulling: NB a. Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden, past de tweede corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe. b. Als de aanvulling niet is verwerkt in de naar Cito gezonden WOLF-scores, voert Cito dezelfde wijziging door die de correctoren op de verzamelstaat doorvoeren. Een onvolkomenheid kan ook op een tijdstip geconstateerd worden dat een aanvulling op het correctievoorschrift ook voor de tweede corrector te laat komt. In dat geval houdt het College voor Examens bij de vaststelling van de N-term rekening met de onvolkomenheid.
3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 70 scorepunten worden behaald.
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld
Opgave 1 − Gentrification in Williamsburg (New York) 1
maximumscore 2 de drie steden New York
economisch
politiek
cultureel
x
(x)
x
x
Washington Los Angeles
x
x
indien ingevuld als in bovenstaande tabel indien door het verplaatsen, het weglaten of het toevoegen van één kruisje een verder foutloze tabel ontstaat alle andere antwoorden
VW-0131-a-14-1-c
4
2 1 0
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 30
Vraag
2
3
Antwoord
Scores
maximumscore 2 • Een juiste ontwikkeling op mondiale schaal is: het uitschuiven van industrie naar lagelonenlanden • Juiste ontwikkelingen op lokale schaal zijn: − Er werden nieuwe bedrijventerreinen ingericht met meer ruimte, verder van de stadscentra af. − Er kwam meer aandacht voor de vervuilende gevolgen van industrie in de stad.
1
maximumscore 2 Juiste kenmerken zijn: − de ligging vlak bij Manhattan / het CBD − de aanwezigheid van industrieel erfgoed per juist kenmerk
4
1
1
maximumscore 2
Uit de uitleg moet blijken dat • door de komst van kunstenaars de wijk hip/trendy werd (oorzaak) • waardoor nieuwe jonge, rijke bewoners/yuppen werden aangetrokken en er luxere voorzieningen kwamen (gevolg)
1 1
Opmerking Alleen als bij het gevolg zowel de verandering in de bewonerssamenstelling als de verandering in het aanbod aan voorzieningen juist genoemd zijn 1 scorepunt toekennen.
Opgave 2 − Handelspartners van Nederland 5
maximumscore 1 Het juiste verband is: Naarmate de afstand van de afgebeelde landen tot Nederland kleiner is, is de waarde/omvang van de handel met Nederland groter. of Naarmate de afstand van de afgebeelde landen tot Nederland groter is, is de waarde/omvang van de handel met Nederland kleiner.
6
maximumscore 1 het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk Opmerking Alleen als beide landen genoemd zijn 1 scorepunt toekennen.
VW-0131-a-14-1-c
5
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 31
Vraag
Antwoord
Scores
7
maximumscore 2 • China • Het exportpakket van dit land bevat (relatief) veel industrieproducten
1 1
8
maximumscore 2 • Noorwegen en Rusland • aardolie en aardgas
1 1
Opmerking Alleen als beide landen juist zijn 1 scorepunt toekennen. Alleen als beide producten juist zijn 1 scorepunt toekennen. 9
maximumscore 2 1 waar 2 niet waar 3 waar indien drie antwoorden juist indien twee antwoorden juist indien één of geen antwoord juist
2 1 0
Aarde
Opgave 3 − Opbouw en afbraak van de Schotse Hooglanden 10
11
maximumscore 2 • Juiste gebieden op de Euraziatische plaat zijn: − het Scandinavisch Hoogland / Noorwegen − (Noord-)Ierland • Juiste gebieden op een andere plaat zijn: − (het oosten van) Groenland − (het oosten van) Canada / Newfoundland / Nova Scotia / New Brunswick − Maine maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • voordat het Caledonisch gebergte ontstond subductie (van een oceanische korst) plaatsvond, terwijl tijdens het ontstaan van dit gebergte twee continentale platen met elkaar botsten (oorzaak) • waardoor vóór het ontstaan wel magma opsteeg richting het aardoppervlak en tijdens het ontstaan niet meer (gevolg)
VW-0131-a-14-1-c
6
1
1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 32
Vraag
12
Antwoord
Scores
maximumscore 3 • Juiste metamorfe gesteenten zijn: − leisteen − marmer − kwartsiet − gneis Uit het antwoord moet blijken dat • gesteenten onder invloed van hoge druk en/of hoge temperatuur van (chemische) samenstelling veranderen • de metamorfe gesteenten in de Schotse Hooglanden door (langdurige) verwering en/of erosie aan het aardoppervlak zijn komen te liggen
13
maximumscore 2 • landijs / glaciale erosie • kaartblad 73
14
maximumscore 1 Ft. William en Inverness
1
1 1
1 1
Opmerking Alleen als beide plaatsen juist zijn 1 scorepunt toekennen.
Opgave 4 − Zeestromen en klimaat 15
maximumscore 2 • verschillen in temperatuur • verschillen in zoutgehalte
16
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • er sprake is van hoge luchtdruk boven de circulerende zeestromen • en ten noorden van de evenaar de lucht met de wijzers van de klok mee draait rond een hogedrukgebied en ten zuiden van de evenaar tegen de wijzers van de klok in (waardoor ook de zeestromen op deze wijze circuleren) / ten noorden van de evenaar de lucht die wegstroomt uit het hogedrukgebied een afwijking naar rechts krijgt en ten zuiden van de evenaar een afwijking naar links
VW-0131-a-14-1-c
1 1
7
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 33
Vraag
17
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Madrid - d New York - a San Francisco - b Tokyo - c indien vier antwoorden juist indien drie of twee antwoorden juist indien één of geen antwoord juist
18
2 1 0
maximumscore 3 Een juiste beschrijving bevat de volgende elementen: • Voor de oostkust van Zuid-Amerika bevindt zich een warme zeestroom / relatief warm water, voor de westkust een koude zeestroom / relatief koud water • De oostkust van Zuid-Amerika staat onder invloed van aanlandige wind, de westkust staat onder invloed van aflandige wind • De lucht moet bij de oostkust van Zuid-Amerika stijgen tegen een gebergte (loefzijde), bij de westkust daalt de lucht vanaf een gebergte (lijzijde)
1 1
1
Zuidoost-Azië
Opgave 5 − Stuwdammen in Myanmar 19
20
maximumscore 2 • Er is veel reliëf / Het is er bergachtig • In Kachin komen veel aardbevingen voor / Kachin ligt in de buurt van een plaatgrens maximumscore 3 • Juiste negatieve gevolgen op lokale/regionale schaal zijn: − Er zullen dorpen en/of landbouwgrond onder water worden gezet. − Het ecosysteem zal aangetast worden (omdat er een stuwmeer ontstaat). • Een juist negatief gevolg op de schaal van het stroomgebied van de Irrawaddy is: er wordt minder (vruchtbaar) slib afgezet in de (middenen) benedenloop • Een juist positief gevolg op de schaal van het stroomgebied van de Irrawaddy is: het overstromingsgevaar in de (midden- en) benedenloop neemt af
VW-0131-a-14-1-c
8
1 1
1
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 34
Vraag
21
22
Antwoord
Scores
maximumscore 3 Een juiste redenering is: • Multinationale ondernemingen hebben hun (arbeidsintensieve) productieafdelingen de laatste decennia naar China verplaatst • hierdoor is de welvaart / economie / industriële productie in China gegroeid • zodat China een groeiende behoefte heeft gekregen aan energie (die onder andere geïmporteerd kan worden uit landen als Myanmar)
1 1 1
maximumscore 1 de Europese Unie, de ASEAN Opmerking Alleen als beide regio’s genoemd zijn 1 scorepunt toekennen.
Opgave 6 − Zuidoost-Azië en Sub-Sahara Afrika 23
maximumscore 2 • Juiste atlaskaarten bij armoede zijn: − 208G − 213A • Juiste atlaskaarten bij onderwijs zijn: − 210A − 211A − 211C
1
1
Opmerking Alleen als per thema twee juiste kaarten zijn genoemd 1 scorepunt toekennen. 24
25
maximumscore 2 Juiste redenen zijn: − Door agrarische transitie werd de binnenlandse voedselvoorziening veiliggesteld / waren landen niet meer afhankelijkheid van de import van voedsel. − Door agrarische transitie kwamen werknemers beschikbaar voor andere economische activiteiten / industrialisatie. per juiste reden
1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • het geboortecijfer (en het sterftecijfer) is gedaald (oorzaak) • waardoor er in verhouding meer mensen zijn in de productieve leeftijd / de demografische druk is afgenomen (gevolg)
1
VW-0131-a-14-1-c
9
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 35
Vraag
26
Antwoord
Scores
maximumscore 3 • Maleisië Een juiste redenering is: • Maleisië en Thailand waren politiek gezien redelijk stabiel, terwijl landen als Vietnam en Cambodja te kampen hadden met de naweeën van oorlogen/conflicten / nog een tijd communistisch waren • zodat multinationale ondernemingen hun productieafdelingen eerder naar Maleisië en Thailand verplaatsten / de exportgeoriënteerde industrialisatie in Maleisië en Thailand eerder op gang kwam / in Maleisië en Thailand al eerder grote buitenlandse investeringen werden gedaan
1
1
1
Leefomgeving
Opgave 7 − De Maas van bron tot monding 27
maximumscore 2 a verval b debiet c vertragingstijd / retentie(tijd) indien drie antwoorden juist indien twee antwoorden juist indien één of geen antwoord juist
28
29
30
2 1 0
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • het (neerslag)water in het hoogveengebied lang wordt vastgehouden (oorzaak) • waardoor de afvoerpiek afgevlakt wordt / een langere passageduur heeft (gevolg)
1 1
maximumscore 3 • Bij Mook botst de Maas op de stuwwal van Nijmegen • Door het gebruik van de Beerse Overlaat werd het regiem stroomafwaarts regelmatiger • Dit is vergelijkbaar met het onderdeel ‘bergen’ uit de drietrapsstrategie
1 1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • tijdens een zware storm (de Maeslantkering en de Haringvlietsluizen gesloten zijn en) de Maas zijn water niet op zee kwijt kan • zodat overtollig water tijdelijk opgeslagen kan worden in het Volkerak
1 1
VW-0131-a-14-1-c
10
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 36
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 8 − Wijken en spoor in Delft 31
maximumscore 1 a Voordijkshoorn b Binnenstad c Voorhof
32
maximumscore 2 a Voorhof b Binnenstad c Hof van Delft d Tanthof-West indien vier antwoorden juist indien drie antwoorden juist indien minder dan drie antwoorden juist
33
34
2 1 0
maximumscore 3 • stelling 2 Juiste redeneringen zijn: • Uit de wijken rond de binnenstad / de arbeiderswijken en de na-oorlogse wijken zijn veel rijkere bewoners weggetrokken • waardoor het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden in deze wijken nu lager ligt dan in de binnenstad en de wijken die gebouwd zijn na 1990 of • in de binnenstad hebben zich de laatste decennia veel nieuwe rijke bewoners gevestigd (en in de na-oorlogse wijken niet) • zodat het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden nu hoog is in de binnenstad en de wijken die gebouwd zijn na 1990, maar laag is in de wijken die daar tussen liggen. maximumscore 2 • Lokale schaal: het spoor gaat dwars door de stad / het spoor zorgt in de stad voor geluidsoverlast • Regionale schaal: het spoor bij Delft is een flessenhals in het regionale treinverkeer / bij Delft Zuid kunnen treinen elkaar niet inhalen
VW-0131-a-14-1-c
11
1
1
1
1
1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 37
5 Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per examinator in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 30 mei naar Cito. De normering in het tweede tijdvak wordt mede gebaseerd op door kandidaten behaalde scores. Als het tweede tijdvak op uw school wordt afgenomen, zend dan ook van uw tweede-tijdvak-kandidaten de deelscores in met behulp van het programma WOLF.
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bron 1 en 2
vrij naar: Aalst, van, I. en R. van Melik, The epicenter of cool, in Geografie, januari 2012
bron 3
vrij naar: www.flickr.com/photos/deprimer
Opgave 2 bron 1
vrij naar: CBS
Opgave 3 bron 1
vrij naar: Toghili, P., The Geology of Britain
bron 2
bron: http://4.bp.blogspot.com
bron 3
vrij naar: Toghili, P., The Geology of Britain
Opgave 4 bron 1
vrij naar: www.klimadiagramme.de
Opgave 5 bron 1
vrij naar: www.burmariversnetwork.org
bron 2
vrij naar NRC, 30 september 2011 en www.ash.harvard.edu
Opgave 6 bron 1
vrij naar: NRC, 15 december 2011 en Tracking Development Rapport
Opgave 7 bron 1
vrij naar: www.langsdemaas.nl
Opgave 8 bron 1
vrij naar: www.delft.nl en www.spoorzonedelft.nl
bron 2
vrij naar: www.delft.nl
bron 3
bron: CBS
bron 4
vrij naar: www.prorail.nl en www.delft.nl
VW-0131-a-14-1-c
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 38
aanvulling op het correctievoorschrift
2014-1
aardrijkskunde vwo Centraal examen vwo Tijdvak 1 Correctievoorschrift
Aan de secretarissen van het eindexamen van de scholen voor vwo Bij het centraal examen aardrijkskunde vwo: Op pagina 8 van het correctievoorschrift, bij vraag 17 moeten altijd 2 scorepunten worden toegekend, ongeacht of er wel of geen antwoord gegeven is, en ongeacht het gegeven antwoord. Toelichting In de vraag wordt verwezen naar bron 2, die echter niet in het bronnenboekje voorkomt. Ik verzoek u dit bericht door te geven aan de correctoren aardrijkskunde vwo.
Het College voor Examens, Namens deze, de voorzitter, drs H.W. Laan
VW-0131-a-14-1-c-A
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 39
Correctievoorschrift VWO
2014
tijdvak 2
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-0131-a-14-2-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 40
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
VW-0131-a-14-2-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 41
4
5
6 7
8 9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal scorepunten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB1 Het College voor Examens heeft de correctievoorschriften bij regeling vastgesteld. Het correctievoorschrift is een zogeheten algemeen verbindend voorschrift en valt onder wet- en regelgeving die van overheidswege wordt verstrekt. De corrector mag dus niet afwijken van het correctievoorschrift. NB2 Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken. NB3 Als het College voor Examens vaststelt dat een centraal examen een onvolkomenheid bevat, kan het besluiten tot een aanvulling op het correctievoorschrift. Een aanvulling op het correctievoorschrift wordt zo spoedig mogelijk nadat de onvolkomenheid is vastgesteld via Examenblad.nl verstuurd aan de examensecretarissen.
VW-0131-a-14-2-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 42
Soms komt een onvolkomenheid pas geruime tijd na de afname aan het licht. In die gevallen vermeldt de aanvulling: NB a. Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden, past de tweede corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe. b. Als de aanvulling niet is verwerkt in de naar Cito gezonden WOLF-scores, voert Cito dezelfde wijziging door die de correctoren op de verzamelstaat doorvoeren. Een onvolkomenheid kan ook op een tijdstip geconstateerd worden dat een aanvulling op het correctievoorschrift ook voor de tweede corrector te laat komt. In dat geval houdt het College voor Examens bij de vaststelling van de N-term rekening met de onvolkomenheid.
3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 67 scorepunten worden behaald.
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld
Opgave 1 − Globalisering van IKEA 1
maximumscore 2 Juiste transporttechnologische ontwikkelingen zijn: − het gebruik van steeds grotere (container)schepen / schaalvergroting in het transport − automatisering in de overslag/distributie − de ontwikkeling van het containertransport per juiste ontwikkeling
2
1
maximumscore 2 • de landen in Oost-Europa • de omschakeling van een planeconomie naar een vrijemarkteconomie / van een communistisch systeem naar een kapitalistisch systeem
VW-0131-a-14-2-c
4
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 43
Vraag
3
Antwoord
Scores
maximumscore 2 • centrumlanden en semiperifere landen
1
Opmerking Alleen als beide groepen landen worden genoemd 1 scorepunt toekennen. •
4
In deze landen was de koopkracht onder de bevolking groot genoeg voor uitgaven aan woninginrichting / In andere Aziatische landen was de koopkracht onder de bevolking nog te laag voor uitgaven aan woninginrichting
maximumscore 2 • Juiste argumenten voor versoepeling zijn: − Bij versoepeling is er een groter aanbod voor de Indiase consumenten. − Dit is een impuls voor de Indiase winkeliers om meer aan schaalvergroting te gaan doen / de concurrentiekracht te vergroten. • Een juist argument tegen versoepeling is: Indiase winkeliers zullen door de buitenlandse winkelketens worden weg geconcurreerd. / Er zal werkloosheid kunnen ontstaan.
1
1
1
Opgave 2 − Wereldbevolkingsgroei 5
maximumscore 1 − grootste absolute groei: Azië − grootste relatieve groei: Afrika Opmerking Alleen wanneer beide antwoorden juist zijn 1 scorepunt toekennen.
6
maximumscore 2 − periferie: grote bevolkingsgroei − semiperiferie: afnemende/matige bevolkingsgroei − centrum: geringe/negatieve bevolkingsgroei indien drie antwoorden juist indien twee antwoorden juist indien één of geen antwoord juist
VW-0131-a-14-2-c
2 1 0
5
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 44
Vraag
7
Antwoord
maximumscore 3 Bangladesh Brazilië Japan Verenigde Staten indien indien indien indien
8
Scores
in in na na
c d a b
acht onderdelen juist zeven of zes onderdelen juist vijf of vier onderdelen juist minder dan vier onderdelen juist
3 2 1 0
maximumscore 3 Juiste oorzaken zijn: − Het zuidoosten is meer verstedelijkt. − Het zuidoosten is welvarender. − Het gemiddelde onderwijsniveau (van vrouwen) is in het zuidoosten hoger. − In het zuidoosten is de arbeidsparticipatie van vrouwen hoger. per juiste oorzaak
1
Aarde
Opgave 3 − Klimaat in Siberië 9
10
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • in beide plaatsen in de winter sprake is van hoge luchtdruk (oorzaak) • waardoor er een dalende luchtstroom is (waarin de bewolking oplost) / er een aflandige (en dus droge) wind waait (gevolg)
1 1
maximumscore 2 De juiste oorzaken zijn: − Ojmjakon is omringd door gebergten / heeft een hogere ligging. − Ojmjakon ligt verder landinwaarts dan Chatanga. per juiste oorzaak
VW-0131-a-14-2-c
1
6
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 45
Vraag
11
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Juiste oorzaken zijn: − De plaatsen liggen op een grote landmassa die in de zomer snel kan opwarmen. − De plaatsen ontvangen (door de hoge breedteligging) in de zomer gedurende een heel groot deel van de dag zonneschijn. per juiste oorzaak
1
12
maximumscore 1 de toendra
13
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • in het voorjaar de bovengrond ontdooit, terwijl de ondergrond nog bevroren is (oorzaak) • waardoor het water niet kan wegzakken (gevolg)
1 1
Opgave 4 − Torres del Paine 14
15
maximumscore 3 Een juiste beschrijving is: • er vindt subductie plaats • waarbij omhooggerichte magmastromen ontstaan • die (in de aardkorst voor een deel) zijn gestold tot graniet
1 1 1
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • het sedimentgesteente is ontstaan doordat de restanten van kalkhoudende (zee)organismen op de zeebodem ophoopten • en werden samengedrukt tot kalksteen
1 1
16
maximumscore 1 erosie door ijs / glaciale erosie
17
maximumscore 3 Uit de beschrijving moet blijken dat • er in het zuiden van Patagonia een overheersende westenwind waait • waardoor aan de westzijde van de Andes (de loefzijde) veel lucht gedwongen wordt te stijgen (en veel condensatie plaatsvindt) • en aan de oostzijde van de Andes (de lijzijde) de lucht daalt (en er geen condensatie plaatsvindt)
VW-0131-a-14-2-c
7
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 46
Vraag
Antwoord
Scores
Zuidoost-Azië
Opgave 5 − Migratiepatronen in Zuidoost-Azië 18
maximumscore 1 De huishoudelijke hulpen zijn vrouw (terwijl de meeste andere groepen arbeidsmigranten vooral uit mannen bestaan).
19
maximumscore 3 − Myanmar: periferie − Dit blijkt uit het wegtrekken van huishoudelijke hulpen uit Myanmar. − Singapore: centrum − Dit blijkt uit het binnenkomen van huishoudelijke hulpen in Singapore. − Thailand: semiperiferie − Dit blijkt uit zowel het binnenkomen van huishoudelijke hulpen in Thailand als uit het vertrekken van huishoudelijke hulpen uit Thailand. indien indien indien indien
20
zes antwoorden juist vijf antwoorden juist vier antwoorden juist minder dan vier antwoorden juist
3 2 1 0
maximumscore 2 • de sociaal-culturele dimensie - kaart 204A/205D • de economische dimensie - kaart 213A/208C
1 1
Opmerking Alleen voor een combinatie van de juiste dimensie en atlaskaart 1 scorepunt toekennen. 21
maximumscore 2 • Juiste positieve effecten op nationale schaal zijn: − Geldzendingen vormen een belangrijke inkomstenbron. − Er is minder druk op de arbeidsmarkt. − De migranten die terugkeren hebben vaak een relatief hoog opleidingsniveau. • Juiste negatieve effecten op lokale schaal zijn: − Juist de ondernemende mensen vertrekken. / braindrain − Achterblijvers kunnen door de zorg voor het huishouden/kinderen minder makkelijk werken.
VW-0131-a-14-2-c
8
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 47
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 6 − De uitbarsting van de Pinatubo 22
maximumscore 1 caldera Opmerking Het antwoord ‘stratovulkaan’ mag niet worden goed gerekend.
23
24
25
maximumscore 3 Uit de beschrijving moet blijken dat • er sprake is van subductie / een plaat wegduikt onder een andere plaat • waarbij wrijving ontstaat tussen de wegduikende plaat en de bovenliggende plaat (wat leidt tot aardbevingen) • en waarbij magma opstijgt richting het aardoppervlak (met vulkaanuitbarstingen tot gevolg) maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • er pyroclastisch materiaal op de vulkaanhellingen werd neergelegd • dat door water hellingafwaarts werd getransporteerd (in de vorm van modderstromen) maximumscore 2 • september-oktober • De grote hoeveelheid neerslag die valt bij het passeren van orkanen neemt losliggend materiaal met zich mee (wat leidt tot modderstromen)
1 1 1
1 1
1 1
Leefomgeving
Opgave 7 − Tweedeling in Amsterdam 26
maximumscore 2 • Juiste demografische kenmerken zijn: − Het zijn vooral twintigers en dertigers. − Ze hebben geen of jonge kinderen. •
VW-0131-a-14-2-c
1
Juiste sociaaleconomische kenmerken zijn: − Ze zijn werkzaam in de creatieve sector / zakelijke dienstverlening. − Ze zijn hoogopgeleid. − Ze hebben relatief hoge inkomens.
9
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 48
Vraag
Antwoord
Scores
27
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de voorzieningen luxer worden.
28
maximumscore 2 Een juiste redenering is: • Door de komst van de nieuwe stedelingen gaan de prijzen voor woningen (in met name de negentiende-eeuwse wijken) omhoog • zodat de oorspronkelijke, armere inwoners verhuizen naar wijken met goedkopere woonruimten (waardoor concentraties van arme en rijke bewoners ontstaan)
29
maximumscore 2 • de Noordvleugel • atlaskaart 60C/66C/67C
1
1
1 1
Opgave 8 − Zandsuppletie voor de Hondsbossche Zeewering 30
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat er landinwaarts van de Hondsbossche Zeewering (oude) dijken liggen.
31
maximumscore 3 Uit het antwoord moet blijken dat • uit de bronnen blijkt dat de Hondsbossche Zeewering uitsteekt in zee • dit komt doordat er stukken van de duinenrij ten noorden en ten zuiden van de Hondsbossche Zeewering zijn afgeslagen, terwijl de Hondsbossche Zeewering op dezelfde plek is blijven liggen • door de bolwerkvorming het gevaar bestaat dat het zeewater aan de uiteinden van de zeewering ‘achter’ de dijk langs kan komen
32
33
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • er door de zandsuppletie minder zout water naar “De Putten” kan stromen (oorzaak) • waardoor het brakwatermilieu zal verdwijnen / het water in “De Putten” zoeter wordt (gevolg) maximumscore 3 Uit de beschrijving moet blijken dat • een deel van het zand voor de Hondsbossche Zeewering wordt afgeslagen/geërodeerd • en door de stromingen wordt verplaatst naar de kust / het strand ten noorden van de Hondsbossche Zeewering • waar de wind het zand meeneemt en op de duinen waait
VW-0131-a-14-2-c
10
1
1 1
1 1
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 49
5 Inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per examinator in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 20 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bron 1
vrij naar: E. Kulke, Internationalisierung des Einzelhandels-das Beispiel IKEA, Geografische Rundschau, mei 2011
bron 2
bron: E. Kulke, Internationalisierung des Einzelhandels-das Beispiel IKEA, Geografische Rundschau, mei 2011
Opgave 2 bron 1
vrij naar: Atlas du monde global, 2010
Opgave 3 bron 1
bron: Cito
bron 2
vrij naar: www.klimadiagramme.de
Opgave 4 bron 1
bron: Cito
bron 2
vrij naar: De Grote Bosatlas
bron 3
vrij naar: http://upload.wikimedia.org
Opgave 5 bron 1
bron: G. Hugo, Demographic change in east and southeast asia and the implications for the future, 2007
Opgave 6 bron 1
bron: http://www.aprendendovulcanoes.xpg.com
bron 2
bron: Cito
bron 3:
vrij naar: K. Vorlaufer, Südostasien, 2009
Opgave 7 bron 1
vrij naar: Gadet, J., K. van Zanen & E. Buursink. “Grensvlakken”. Geografie, april 2012
Opgave 8 bron 1
vrij naar: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Startnotitie dijkversterking
bron 2
bron: Topografische Atlas van Nederland schaal 1:50.000, 2010
bron 3
bron: https://beeldbank.rws.nl
Zwakke schakel Hondsbossche en Pettemer Zeewering, 2008
VW-0131-a-14-2-c
11
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 50
Correctievoorschrift VWO
2013
tijdvak 1
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-0131-a-13-1-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 51
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; VW-0131-a-13-1-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 52
4
5
6 7
8 9
3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal scorepunten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB1 Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken. NB2 Als het College voor Examens vaststelt dat een centraal examen een onvolkomenheid bevat, kan het besluiten tot een aanvulling op het correctievoorschrift. Een aanvulling op het correctievoorschrift wordt zo spoedig mogelijk nadat de onvolkomenheid is vastgesteld via Examenblad.nl verstuurd aan de examensecretarissen. Soms komt een onvolkomenheid pas geruime tijd na de afname aan het licht. In die gevallen vermeldt de aanvulling: NB a. Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden, past de tweede corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe. b. Als de aanvulling niet is verwerkt in de naar Cito gezonden WOLF-scores, voert Cito dezelfde wijziging door die de correctoren op de verzamelstaat doorvoeren. VW-0131-a-13-1-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 53
Een onvolkomenheid kan ook op een tijdstip geconstateerd worden dat een aanvulling op het correctievoorschrift ook voor de tweede corrector te laat komt. In dat geval houdt het College voor Examens bij de vaststelling van de N-term rekening met de onvolkomenheid.
3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 69 scorepunten worden behaald.
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld Opgave 1 − Ontwikkelingen in de mondiale autoproductie 1
maximumscore 1 global shift / uitschuiving
2
maximumscore 1 Juiste verschillen zijn: − In Japan vond de opkomst van de autoproductie eerder plaats dan in China. − In Japan is de autoproductie door Japanse bedrijven ontwikkeld, in China is de toename van de autoproductie voor een groot deel het gevolg van buitenlandse investeringen.
3
maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat • de werkgelegenheid is afgenomen • de werkgelegenheid meer gericht is op innovatie / ontwerp / onderzoek / minder gericht is op de productie zelf
4
1 1
maximumscore 2 Juiste redenen zijn: − Met Volvo haalt Geely moderne technische kennis binnen het bedrijf. − Met Volvo kan Geely de (nog steeds) grote westerse markt beter bedienen dan met (daar onbekende) Chinese auto’s. − Een westers automerk als Volvo is gewild in opkomende markten / China. per juiste reden
VW-0131-a-13-1-c
1 4
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 54
Vraag
Antwoord
Scores
5
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat in Shanghai een hooggeschoolde arbeidsmarkt aanwezig is.
6
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • enerzijds door de overname flink geïnvesteerd zou worden in Volvo / het voortbestaan van het Zweedse merk Volvo werd gegarandeerd / de werkgelegenheid in Zweden en België (in ieder geval voorlopig) bleef bestaan • en anderzijds de besluiten omtrent de bedrijfsvoering in Chinese handen kwamen / het gevaar bestaat dat de productie van Volvo op termijn helemaal naar China zal worden verplaatst
1
1
Opgave 2 − Buitenlandse investeringen in Mozambique 7
maximumscore 2 • Portugal • Dit land is de voormalige kolonisator van Mozambique
8
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • de economie in de genoemde landen sinds eind jaren negentig snel is gegroeid (oorzaak) • waardoor die landen steeds meer behoefte hebben aan grondstoffen / landbouwproducten (uit onder andere Mozambique) (gevolg)
9
10
1 1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • de komst van buitenlandse investeerders de overheid van Mozambique (belasting)inkomsten oplevert • terwijl lokale boeren hun grond kwijt kunnen raken / in conflict kunnen komen met de buitenlandse investeerders
1 1
1 1
maximumscore 2 Juiste aanwijzingen zijn: − Het gas dat in de havens van Mozambique wordt aangevoerd wordt grotendeels doorgevoerd naar Zuid-Afrika. − De elektriciteit die in Mozambique wordt opgewekt wordt grotendeels geëxporteerd naar Zuid-Afrika. − Maputo is een doorvoerhaven. per juiste aanwijzing
VW-0131-a-13-1-c
1
5
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 55
Vraag
Antwoord
Scores
Aarde Opgave 3 − Vulkanisme op IJsland 11
12
13
maximumscore 3 Uit de beschrijving moet blijken dat • vanuit het centrale deel van IJsland de gesteenten naar het westen en oosten steeds ouder worden Uit de uitleg moet blijken dat • dwars door IJsland de Midden-Atlantische Rug loopt / een divergente plaatgrens loopt (oorzaak) • waardoor midden in IJsland steeds nieuw gesteente wordt gevormd / de oudere gesteenten steeds verder naar het westen en oosten worden verplaatst (gevolg) maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • gedurende de uitbarsting (een deel van) het ijs op de vulkaan zeer snel smolt (oorzaak) • waardoor plotselinge overstromingen / modderstromen ontstonden (gevolg) maximumscore 3 • A: lage luchtdruk, B: hoge luchtdruk Een juiste argumentatie is: • Op het noordelijk halfrond stroomt lucht met de wijzers van de klok mee rond een hogedrukgebied • en tegen de wijzers van de klok in rond een lagedrukgebied
1
1
1
1 1
1
1 1
Opgave 4 − De Falaises in Normandië 14
maximumscore 2 • sedimentgesteenten • aan de (interne) gelaagdheid
15
maximumscore 3 Uit de beschrijving moet blijken dat • de golven (bij een storm) de kiezels optillen • en tegen de voet van het klif slaan • waardoor het klif wordt ondergraven / instabiel wordt (en uiteindelijk instort)
VW-0131-a-13-1-c
1 1
6
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 56
Vraag
16
Antwoord
Scores
maximumscore 2 • fysische / mechanische verwering: Manieren waarop deze vorm van verwering plaatsvindt, zijn: − Door temperatuurwisselingen zet het gesteente uit en krimpt weer in, waardoor het gesteente in stukken breekt. − Plantenwortels groeien in scheuren. Wanneer de wortels in omtrek toenemen duwen ze de scheuren verder uit elkaar. • chemische verwering: Manieren waarop deze vorm van verwering plaatsvindt, zijn: − Neerslagwater lost kalksteen op en maakt zo gaten / gangen in het gesteente. − Planten maken zuren aan, waardoor kalksteen sneller in water oplost.
1
1
Opmerking Alleen bij een juiste combinatie van het type verwering en een juiste omschrijving van de manier waarop dat type verwering plaatsvindt, dient 1 scorepunt te worden toegekend. 17
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • in het Pleistoceen de rivieren (door de ligging van het ijs) werden afgebogen naar het westen • waarbij de rivieren een dal uitschuurden (dat nu het Nauw van Calais / de Straat van Dover is)
1 1
Zuidoost-Azië Opgave 5 − Klimaten in Zuidoost-Azië 18
maximumscore 2 − diagram a: Yangon − diagram b: Singapore − diagram c: Bangkok − diagram d: Hanoi indien vier antwoorden juist indien drie of twee antwoorden juist indien één of geen antwoord juist
VW-0131-a-13-1-c
2 1 0
7
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 57
Vraag
19
20
21
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • in de maanden november tot en met maart boven het vasteland van Zuidoost-Azië hogedrukgebieden overheersen (en lagedrukgebieden ten zuiden van de evenaar liggen / de ITCZ ten zuiden van de evenaar ligt) (oorzaak) • waardoor boven het vasteland van Zuidoost-Azië een aflandige wind ontstaat (die nauwelijks neerslag brengt) / de lucht daalt (en er geen sprake is van condensatie) (gevolg) maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • richting het noorden het natte moessonseizoen steeds later begint en eerder eindigt / steeds korter duurt • Dit komt doordat het zuiden langere tijd onder invloed staat van de ITCZ / aanlandige winden dan het noorden maximumscore 2 Een juiste uitleg is: • Door de grote hoeveelheden neerslag tijdens de natte moesson treden de rivieren buiten hun oevers (oorzaak) • waardoor vruchtbaar slib wordt afgezet in de laaglanden / deltagebieden (gevolg)
1
1
1 1
1 1
Opgave 6 − Palmolie in Zuidoost-Azië 22
maximumscore 1 Vietnam en Thailand kennen een droge periode (en er zijn dus geen optimale groeiomstandigheden voor oliepalmen).
23
maximumscore 3 • De productie groeit sneller dan de export • Juiste oorzaken zijn: − Er wordt meer geproduceerd voor de eigen markt. − Er wordt meer palmolie bewerkt vóórdat deze geëxporteerd wordt.
1 2
Opmerking Voor iedere juiste oorzaak 1 scorepunt toekennen.
VW-0131-a-13-1-c
8
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 58
Vraag
24
25
Antwoord
Scores
maximumscore 3 Juiste beschrijvingen zijn: • Door de toenemende mondiale vraag naar biobrandstof wordt een steeds groter oppervlak gebruikt voor de productie van palmolie • waardoor minder landbouwgrond beschikbaar is voor de productie van voedsel • zodat de voedselprijzen voor de lokale bevolking stijgen (en zij soms moeten gaan bedelen) of • De man in de tekening denkt de aarde te redden door biobrandstof te tanken in plaats van fossiele brandstof • maar als de productie van biobrandstof toeneemt, verliezen kleine boeren hun grond • waardoor er een toename van de armoede onder een deel van de bevolking kan ontstaan maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • de productie / de teelt van palmolie vooral plaatsvindt in de periferie / de nadelige gevolgen van de palmolieteelt vooral merkbaar zijn in de periferie • terwijl de verwerking / de consumptie (van de producten die gemaakt worden van palmolie) vooral plaatsvinden in centrumlanden
1 1 1
1 1 1
1 1
Leefomgeving Opgave 7 − Ruimte voor de rivier bij Nijmegen 26
27
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • bij Nijmegen sprake is van een flessenhals / de bebouwing (aan beide oevers) tot (vrijwel) aan de rivier reikt (oorzaak) • waardoor bij hoogwater het water hier nog hoger zal worden opgestuwd / er een verhoogd overstromingsrisico is (gevolg)
1
maximumscore 2 • de Ooijpolder inrichten als noodoverloopgebied: nationale schaal • het afgraven van de uiterwaard bij Lent: lokale / regionale schaal
1 1
1
Opmerking Alleen bij een juiste combinatie van maatregel en schaalniveau dient 1 scorepunt te worden toegekend.
VW-0131-a-13-1-c
9
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 59
Vraag
28
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Juiste argumenten zijn: − De Ooijpolder ligt in Nederland ver stroomopwaarts, de maatregel heeft daardoor effect over een relatief lang traject in Nederland. − De Ooijpolder is relatief dunbevolkt. − In de Ooijpolder zijn relatief weinig bedrijven gevestigd. − In de Ooijpolder bevindt zich relatief weinig (dure) infrastructuur. per juist argument
29
1
maximumscore 2 Juiste voordelen zijn: − De uiterwaard is, in tegenstelling tot de Ooijpolder, niet bewoond. − De uiterwaardafgraving heeft bij iedere hoogwatersituatie effect op de waterstand (en de inrichting van de Ooijpolder als noodoverloopgebied alleen bij zeer extreme hoogwaterstanden). per juist voordeel
1
Opgave 8 − De wijk Roombeek in Enschede 30
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat in die periode de (arbeidsintensieve) textielindustrie werd verplaatst naar lagelonenlanden.
31
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • suburbanisatie leidde tot het vertrek van kansrijken / een concentratie van kansarmen in de wijk (oorzaak) • waardoor er een opeenstapeling van problemen ontstond / de wijk in een neerwaartse spiraal terechtkwam (en de leefbaarheid achteruit ging) (gevolg)
32
1
1
maximumscore 2 Juiste verschillen zijn: − De VINEX-locatie Roombeek ligt binnen de bestaande stad, terwijl VINEX-locaties in de Randstad aan de stadsrand liggen. − De VINEX-locatie Roombeek is veel kleinschaliger dan de VINEX-locaties in de Randstad. − De VINEX-locatie Roombeek is een herinrichtingsgebied / een saneringsgebied en dat zijn de meeste VINEX-locaties in de Randstad niet. per juist verschil
VW-0131-a-13-1-c
1
10
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 60
Vraag
33
34
5
Antwoord
Scores
maximumscore 3 Juiste kenmerken zijn: − de ligging vlak bij de binnenstad van Enschede − de moderne VINEX-woningen − de aanwezigheid van veel culturele voorzieningen − de goede openbaarvervoersmogelijkheden − de aanwezigheid van veel industrieel erfgoed per juist kenmerk
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • in Roombeek veel industrieel erfgoed aanwezig is • en dat erfgoed vormt gewilde bedrijfsruimte voor kunstenaars / creatieve bedrijven
1 1
Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 28 mei naar Cito.
6
Bronvermeldingen Opgave 1 bron 1
vrij naar: MVMA, World Motor Vehicle Data, OIGA Statistics, 2009
bron 2
vrij naar: Het Parool, 26 februari 2011
Opgave 2 bronnen 1 en 2 vrij naar: Scholz, F., Globalisierung, Diercke Spezial, Braunschweig, 2010 Opgave 3 bron 1
vrij naar: http://www.geo.uu.nl/jcu/vbergen/vulkanisme_1.pdf
bron 2
bron: Cito en vrij naar: http://vorige.nrc.nl/multimedia/archive/00280/ 150410VP_aswolkvulk_280528a.jpg
Opgave 4 bron 1
bron: Cito
bron 2
vrij naar: www.zeevogelgroep.nl
bron 3
vrij naar: Berendsen, H.J.A., De vorming van het land
Opgave 5 bron 1
vrij naar: www.klimadiagramme.de en www.climatediagrams.com/climate.php
VW-0131-a-13-1-c
11
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 61
Opgave 6 bron 1
vrij naar: Praxis Geographie 3/2011 p 12 en http://www.taskforceduurzamepalmolie.nl/
bron 2
vrij naar: http://photos.mongabay.com/07/indo_mal-palm_oil-600.jpg
bron 3
vrij naar: http://libereterrevideo.over-blog.com/categorie-11331864.html
Opgave 7 bron 1
bron: Cito
bron 2
vrij naar: Google Earth, KMZ-bestand ‘Ruimte voor de Rivier’, www.edugis.nl
bron 3
vrij naar: www.edugis.nl
bron 4
vrij naar: www.edugis.nl
Opgave 8 bron 1
vrij naar: www.roombeek.nl
bron 2
vrij naar: Topografische Dienst, Grote Provincie Atlas, 1:25.000, 1991
bron 3
vrij naar: http://www.enschede-stad.nl/projecten.php? project=Roombeek&foto=4
VW-0131-a-13-1-c
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 62
Correctievoorschrift VWO
2013
tijdvak 2
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-0131-a-13-2-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 63
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; VW-0131-a-13-2-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 64
4
5
6 7
8 9
3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal scorepunten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB1 Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken. NB2 Als het College voor Examens vaststelt dat een centraal examen een onvolkomenheid bevat, kan het besluiten tot een aanvulling op het correctievoorschrift. Een aanvulling op het correctievoorschrift wordt zo spoedig mogelijk nadat de onvolkomenheid is vastgesteld via Examenblad.nl verstuurd aan de examensecretarissen. Soms komt een onvolkomenheid pas geruime tijd na de afname aan het licht. In die gevallen vermeldt de aanvulling: NB a. Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden, past de tweede corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe. b. Als de aanvulling niet is verwerkt in de naar Cito gezonden WOLF-scores, voert Cito dezelfde wijziging door die de correctoren op de verzamelstaat doorvoeren. VW-0131-a-13-2-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 65
Een onvolkomenheid kan ook op een tijdstip geconstateerd worden dat een aanvulling op het correctievoorschrift ook voor de tweede corrector te laat komt. In dat geval houdt het College voor Examens bij de vaststelling van de N-term rekening met de onvolkomenheid.
3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 67 scorepunten worden behaald.
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld Opgave 1 − Bbp en bevolkingsomvang in Japan, India en de Verenigde Staten 1
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat een groeiende bevolking een positief effect heeft op de groei van het bbp / een krimpende bevolking de groei van het bbp afremt.
2
maximumscore 2 Juiste maatregelen zijn: − het stimuleren van geboortebeperking − het aantrekken van buitenlandse investeringen − het bestrijden van de bureaucratie / corruptie − het investeren in onderwijs
3
per juiste maatregel
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • Japan nauwelijks grond- en brandstoffen heeft en de Verenigde Staten wel • zodat door de stijgende prijzen Japan relatief meer geld kwijt zal zijn aan het importeren van grond- en brandstoffen dan de Verenigde Staten
1
VW-0131-a-13-2-c
4
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 66
Vraag
4
Antwoord
Scores
maximumscore 2 • Een juist argument voor de stelling is dat het bbp per inwoner van Japan in 2050 nog steeds (relatief) hoog is • Een juist argument tegen de stelling is dat het bbp van Japan in 2050 relatief klein zal zijn / het aandeel van Japan in de wereldeconomie in 2050 zal zijn afgenomen
1
1
Opgave 2 − Chinese investeringen in Sudan en Ethiopië 5
6
7
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • brandstoffen nodig zijn voor de groeiende economie van China • de aanleg van infrastructuur nodig is om brandstoffen richting havens / China te vervoeren maximumscore 2 Een juiste redenering is: • China kan de investeringen in de brandstoffen en infrastructuur alleen doen met medewerking van de regering van Ethiopië • en met de investeringen in overheidsgebouwen komt China deze regering tegemoet maximumscore 3 • Egypte • Juiste redenen zijn: − Egypte ligt helemaal benedenstrooms aan de Nijl (en lijdt dus onder alle ingrepen die verder bovenstrooms worden gedaan). − Egypte is voor de watervoorziening vrijwel helemaal afhankelijk van de hoeveelheid binnenkomend Nijlwater. / Egypte heeft nauwelijks andere waterbronnen dan de Nijl.
1 1
1 1
1 2
Opmerking Voor iedere juiste reden 1 scorepunt toekennen. 8
maximumscore 2 Juiste oorzaken zijn: − Het grootste deel van de winst vloeit af naar Chinese bedrijven. − De Chinese bedrijven nemen relatief weinig Ethiopische of Sudanese werknemers in dienst / nemen vooral Chinese werknemers in dienst. − De overheden investeren het geld van de Chinese investeringen niet optimaal in zaken die de bevolking ten goede komen. per juiste oorzaak
VW-0131-a-13-2-c
1
5
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 67
Vraag
Antwoord
Scores
Aarde Opgave 3 − Mount Saint Helens 9
10
11
maximumscore 3 • een caldera Uit de uitleg moet blijken dat • de uitbarsting gepaard ging met een explosie (oorzaak) • waardoor de top van de vulkaan geschoten werd (gevolg) of • bij de uitbarsting de magmakamer geleegd werd (oorzaak) • waardoor de vulkaan instortte (gevolg)
1 1 1 1 1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • bij de Cascade Range subductie plaatsvindt, terwijl in California sprake is van een transforme/transversale plaatgrens (oorzaak) • waardoor onder de Cascade Range de wegduikende plaat smelt en magma opstijgt, terwijl dit in California niet gebeurt (gevolg)
1
maximumscore 2 Juiste kenmerken zijn: − Het hypocentrum ligt ondiep. − De aardbevingen vinden onder of vlak bij de vulkaan plaats. − De aardbevingen hebben een kleine magnitude. per juist kenmerk
12
1
1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • door een (vulkanische) aardbeving een aardverschuiving plaatsvond (oorzaak) • waardoor het gewicht van de vulkaankegel dermate afnam dat deze de druk van de magmahaard niet meer weerstond (gevolg)
VW-0131-a-13-2-c
6
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 68
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 4 − Klimaat in China 13
maximumscore 2 a: Ürümqi b: Beijing (Peking) c: Hongkong (Xianggang) d: Shanghai indien vier antwoorden juist indien drie of twee antwoorden juist indien één of geen antwoord juist
14
15
2 1 0
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • In die periode ligt er ten noorden van Haikou een gebied met lage luchtdruk / ligt de ITCZ in de buurt van Haikou (oorzaak) • waardoor de lucht opstijgt (en er veel condensatie zal plaatsvinden) (gevolg) of • In Haikou is in die periode sprake van zuidwestelijke wind (oorzaak) • waardoor er veel vocht vanaf zee wordt aangevoerd (gevolg) maximumscore 2 • E-klimaat / polair klimaat belangrijkste oorzaak: de grote hoogte / ligging in de bergen • B-klimaat / aride klimaat belangrijkste oorzaak: de geringe invloed van de zee / de ligging diep landinwaarts
1 1 1 1
1
1
Opmerking Alleen voor de juiste combinatie van het klimaat en de belangrijkste oorzaak dient 1 scorepunt toegekend te worden. 16
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • In de winter waait de wind vooral vanuit het noorden / vanuit Siberië (oorzaak) • waardoor er lucht wordt aangevoerd die een grote afstand boven land heeft afgelegd (en dus droog is) (gevolg) of • In de winter bevindt zich boven China een gebied met hoge luchtdruk (oorzaak) • waardoor de lucht daalt (en er geen neerslag ontstaat) (gevolg)
VW-0131-a-13-2-c
7
1 1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 69
Vraag
Antwoord
Scores
Zuidoost-Azië Opgave 5 − Fysisch-geografische verschijnselen in Zuidoost-Azië 17
maximumscore 1 door convergentie van de Indisch-Australische plaat en de Euraziatische plaat
18
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • de bergtop in het verleden bedekt was door een gletsjer • die (met meegevoerde stenen) het landschap glad schuurde
19
20
21
1 1
maximumscore 2 Juiste oorzaken zijn: − Het stroomgebied van de Irrawaddy is groter dan dat van de Salween (dat heel smal is doordat het ingeklemd ligt tussen bergen). − Het bovenstroomse deel van het stroomgebied van de Salween ligt in een droog gebied (Tibet), terwijl het stroomgebied van de Irrawaddy vrijwel helemaal in een gebied met een moessonklimaat ligt. per juiste oorzaak
1
maximumscore 2 • de grote uitspoeling van voedingsstoffen / de aanwezigheid van een laterietlaag • In deltagebieden wordt bij overstromingen vruchtbaar slib afgezet
1 1
maximumscore 2 Juiste oorzaken zijn: − De Golf van Thailand ligt beschut ten opzichte van plaatsen waar zeebevingen voorkomen die een tsunami veroorzaken. − De zeebodem in de Golf van Thailand is lang ondiep (waardoor tsunami’s hun kracht al kwijt zijn voor ze het land bereiken). per juiste oorzaak
VW-0131-a-13-2-c
1
8
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 70
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 6 − Demografische ontwikkelingen in een aantal landen in Zuidoost-Azië 22
maximumscore 2 1: Vietnam 2: Laos 3: Thailand 4: Singapore indien vier antwoorden juist indien drie of twee antwoorden juist indien één of geen antwoord juist
23
2 1 0
maximumscore 1 1: juist 2: onjuist Opmerking Alleen als beide antwoorden juist zijn, dient 1 scorepunt te worden toegekend.
24
25
maximumscore 2 Een juiste redenering is: • Het aandeel van de productieve leeftijdsgroep is groter geworden / het aandeel van de improductieve leeftijdsgroepen is afgenomen • zodat de groei van het bnp minder werd afgeremd door kosten die samenhangen met de improductieve leeftijdsgroepen maximumscore 3 • leeftijdsdiagram 4 • Juiste maatregelen zijn: − Dit land kan arbeidsmigranten uit andere landen binnen laten. − Dit land kan geboorten stimuleren (via bijvoorbeeld subsidies).
1 1
1 2
Opmerking Voor iedere juiste maatregel 1 scorepunt toekennen.
VW-0131-a-13-2-c
9
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 71
Vraag
Antwoord
Scores
Leefomgeving Opgave 7 − Het regiem van de Rijn en zijrivieren in Duitsland 26
maximumscore 3 • in de winter • Juiste oorzaken zijn: − de geringe verdamping in de winter − In de winter is er minder vegetatie / bladerdek.
1 2
Opmerking Voor iedere juiste oorzaak 1 scorepunt toekennen. 27
28
29
maximumscore 2 Een juiste uitleg is: • Tussen 1882 en 1955 heeft veel kanalisatie / verstening / ontbossing plaatsgevonden (oorzaak) • waardoor de waterafvoer van de rivier in 1955 versneld verliep ten opzichte van 1882 (gevolg)
1
maximumscore 2 Een juiste redenering is: • Door de getroffen maatregelen is er meer ruimte voor de rivier / wordt het water bovenstrooms langer vastgehouden • waardoor een hoogwatergolf meer geleidelijk langs Worms zal stromen
1 1
maximumscore 3 • 1: Trier 2: Keulen 3: Basel
1
1
Opmerking Alleen als alle drie de plaatsen juist zijn, dient 1 scorepunt te worden toegekend. Een juiste uitleg is: • Bij Basel wordt de Rijn vooral gevoed door smeltwater (oorzaak) • waardoor de afvoer een piek vertoont in de periode april-september (gevolg)
VW-0131-a-13-2-c
10
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 72
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 8 − Wijken in Alkmaar 30
maximumscore 2 − wijk 1: flatwijk (tweede helft 20e eeuw) − wijk 2: stationsbuurt (circa 1900) − wijk 3: historische binnenstad (15e-17e eeuw) − wijk 4: wijk met woonerven (tweede helft 20e eeuw) indien vier antwoorden juist indien drie of twee antwoorden juist indien één of geen antwoord juist
31
2 1 0
maximumscore 3 • Het zijn jonge en hoogopgeleide bewoners • Juiste kenmerken zijn: − de nabijheid van het stadscentrum / veel voorzieningen − de monumentale woningen
1 2
Opmerking Voor ieder juist kenmerk 1 scorepunt toekennen. 32
maximumscore 2 Juiste kenmerken zijn: − De VINEX-wijken liggen verder van het stadscentrum af dan de wijken met woonerven. − In VINEX-wijken is een gevarieerder aanbod aan woningen dan in de wijken met woonerven. − In VINEX-wijken zijn de tuinen kleiner dan in de wijken met woonerven. − VINEX-wijken zijn vaak opgezet als een historische binnenstad en de wijken met woonerven niet. per juist kenmerk
1
5 Inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 21 juni naar Cito.
VW-0131-a-13-2-c
11
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 73
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bron 1
vrij naar: Japan Center for Economic Research
Opgave 2 bron 1
vrij naar: http://uppsala.academia.edu/AshokSwain/Papers, 2011
Opgave 3 bron 1
vrij naar: http://vulcan.wr.usgs.gov
bron 2
bron: Cito
bron 3
vrij naar: De Grote Bosatlas, kaart 176A, 53e druk
Opgave 4 bronnen 1 en 2 vrij naar: www.klimadiagramme.de Opgave 5 bron 1
vrij naar: www.nationalgeographic.nl
Opgave 6 bron 1
vrij naar: Westerman, Diercke Regionalatlas Südostasien, Braunschweig 2010
Opgave 7 bron 1
vrij naar: Te Linde, A.H., J.C.J.H. Aerts & J.C.J. Kwadijk: Effectiveness of flood management measures on peak discharges in the Rhine basin under climate change, Journal of Flood Risk Management, 2010
bron 2
vrij naar: www.iksr.org
Opgave 8 bron 1
VW-0131-a-13-2-c
vrij naar: http://alkmaar.straatinfo.nl/buurtgegevens
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 74
Correctievoorschrift VWO
2012
tijdvak 1
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-0131-a-12-1-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 75
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
VW-0131-a-12-1-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 76
4
5
6 7
8 9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal scorepunten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken.
3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 68 scorepunten worden behaald.
VW-0131-a-12-1-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 77
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld Opgave 1 − Opkomende landen in Sub-Sahara Afrika 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: − De olie wordt gewonnen door buitenlandse bedrijven, het grootste deel van de winst gaat naar deze bedrijven. − Door corruptie / het ontbreken van ‘good governance’ komt het geld dat wel verdiend wordt aan de oliewinning niet ten goede aan de bevolking. − De beter betaalde banen gaan vooral naar buitenlandse werknemers. − Oliewinning kan leiden tot conflicten tussen bevolkingsgroepen. per juiste oorzaak
2
3
1
maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: • Uit de atlas (kaart 166B (52e druk: 150B)) blijkt dat bijvoorbeeld de Dem. Rep. Kongo/Zimbabwe/Niger/Guinee wel delfstoffen heeft • terwijl de economie van dat land zich niet goed ontwikkelt (bron 1) of • Uit de atlas (kaart 166B (52e druk: 150B)) blijkt dat bijvoorbeeld Mali/Burkina Faso/Ethiopië geen delfstoffen bezit • terwijl het wel een groeiende economie heeft (bron 1)
1 1
1 1
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • De stijging van de welvaart / de snelle economische groei in de semi-periferie/Azië leidt tot een toenemende vraag naar grondstoffen/landbouwproducten • waardoor de prijzen van grondstoffen/landbouwproducten stijgen (en daarvan profiteren de Afrikaanse landen die veel van deze producten exporteren) / waardoor geïnvesteerd wordt in Afrikaanse landen
VW-0131-a-12-1-c
4
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 78
Vraag
4
Antwoord
Scores
maximumscore 3 • Zuid-Afrika • Voorbeelden van juiste gevolgen zijn: − Er vindt (arbeids)migratie plaats van de omliggende landen naar Zuid-Afrika. − De omliggende landen exporteren grondstoffen naar Zuid-Afrika. − Zuid-Afrika neemt politiek een leidende positie in binnen de regio Sub-Sahara Afrika.
1 2
Opmerking Per juist gevolg 1 scorepunt toekennen.
Opgave 2 − De renaissance van Harlem 5
maximumscore 2 De juiste volgorde is: b - c - e - a - d Opmerking Als door het weglaten van één foutief geplaatste letter een verder foutloze reeks ontstaat, mag 1 scorepunt worden toegekend.
6
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: − de gunstige ligging ten opzichte van het stadscentrum/CBD (bron 2) − de ligging ten opzichte van Central Park (bron 2) − de fraaie architectuur in Harlem (bron 3) per juist kenmerk
7
1
maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste beschrijving is: • Projectontwikkelaars laten huizen opknappen / nieuwe luxe appartementen bouwen in de wijk en verkopen/verhuren deze daarna voor veel geld • Er worden bewoners aangetrokken die (veel) rijker zijn dan de oorspronkelijke bewoners • waardoor er meer/luxere voorzieningen in de wijk komen dan voorheen
VW-0131-a-12-1-c
5
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 79
Vraag
Antwoord
Scores
Aarde Opgave 3 − Aardbevingen in Haïti en Chili 8
9
10
maximumscore 2 • Haïti: de aardbeving ontstond als gevolg van een plaatbeweging langs een transforme breuk / platen die langs elkaar bewegen • Chili: de aardbeving ontstond als gevolg van een convergente plaatbeweging / subductie maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • bij Chili subductie plaatsvindt • waarbij relatief licht materiaal in de mantel smelt / waarbij veel gasvorming ontstaat
1
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: − De aardbevingshaard bij Haïti lag minder diep dan die bij Chili. − Het epicentrum van de aardbeving bij Haïti lag dichtbij dichtbevolkt gebied, terwijl het epicentrum van de aardbeving in Chili in zee lag / wat verder van dichtbevolkt gebied lag. − Verschillen in hazard management tussen de twee landen (of voorbeelden daarvan). per juiste oorzaak
11
1
1
maximumscore 3 • Uit de beschrijving moet blijken dat naar het westen toe de aardbevingshaarden steeds dieper liggen Een voorbeeld van een juiste uitleg is: • De onderschuivende plaat duikt steeds dieper (naar het westen) weg (oorzaak) • waardoor op steeds grotere diepte contact wordt gemaakt met het bovenliggende materiaal (gevolg)
VW-0131-a-12-1-c
6
1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 80
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 4 − De rivieren Rhône en Niger, een vergelijking 12
13
14
15
maximumscore 2 • De Rhône is een gemengde rivier / ontvangt zowel smeltwater als neerslagwater, de Niger is een regenrivier / ontvangt alleen neerslagwater • De Rhône stroomt voornamelijk door een gebied met een gematigd maritiem klimaat / een zeeklimaat / een C-klimaat, terwijl de Niger voornamelijk door een gebied met een savanneklimaat / een A-klimaat stroomt maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • de gordel van lage drukgebieden / de ITCZ een periode van het jaar boven (een deel van) het stroomgebied van de Niger ligt, en een andere periode niet / de aanlandige moessonwinden een periode van het jaar richting het stroomgebied van de Niger waaien, en een andere periode niet (oorzaak) • waardoor er een periode in het jaar is met veel neerslag in het stroomgebied van de Niger en een periode met weinig neerslag (gevolg) maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat de omvang van de deltamonding bepaald wordt door • de aanvoer van sediment door de rivier en • de mate van erosie door de zee (als gevolg van golfwerking/getijdewerking)
1
1
1
1
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste politieke oorzaken zijn: − Het stroomgebied van de Niger beslaat meer landen dan dat van de Rhône, samenwerking is dus moeilijker. − De Niger stroomt, in tegenstelling tot de Rhône, door politiek instabiele landen/gebieden (bijvoorbeeld landen met zwakke regeringen en/of conflictgebieden). per juiste oorzaak
VW-0131-a-12-1-c
1
7
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 81
Vraag
Antwoord
Scores
Zuidoost-Azië Opgave 5 − Zuidoost-Azië, ‘een regio tussen’ 16
17
maximumscore 3 • Voorbeelden van een juiste beschrijving van de economische overgang zijn: − Veel landen in Zuidoost-Azië verschuiven van periferie richting semi-periferie of centrum. − Het zwaartepunt van de economie van veel landen in Zuidoost-Azië verschuift van de primaire sector naar de secundaire/tertiaire sector. • Een voorbeeld van een juiste beschrijving van de politieke overgang is: − Veel landen in Zuidoost-Azië maken een overgang mee van een min of meer dictatoriaal bestuur naar een meer democratisch bestuur. • Een voorbeeld van een juiste beschrijving van de demografische overgang is: − De meeste landen van Zuidoost-Azië verkeren in de transitiefase / in de fase waarbij het geboortecijfer lager wordt en het sterftecijfer al laag is / in de fase dat de (hoge) bevolkingsgroei afneemt. maximumscore 3 Uit het antwoord moet blijken dat • Zuidoost-Azië daar wordt begrensd door een plaatgrens • Papua/Irian Jaya bij deze begrenzing niet tot Zuidoost-Azië gerekend kan worden • je dit uit kaart 192B (52e druk: 174B) kunt afleiden
1
1
1
1 1 1
Opmerking Bij het eerste antwoordelement mag een antwoord dat subductiezones of zones met veel vulkanisme en/of aardbevingen geeft, goed gerekend worden. 18
maximumscore 1 Voorbeelden van een juist kenmerk zijn: − Vrijwel heel Zuidoost-Azië heeft een tropisch regenklimaat / een A-klimaat. − In vrijwel heel Zuidoost-Azië is de (oorspronkelijke) begroeiing tropisch regenwoud. − Vrijwel heel Zuidoost-Azië is bergachtig.
VW-0131-a-12-1-c
8
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 82
Vraag
19
20
Antwoord
Scores
maximumscore 2 De juiste factoren zijn: • de enorme bevolkingsomvang • de snelle economische groei
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste bedreigingen zijn: − de toenemende militaire macht van vooral China − de infiltratie van de economieën van landen in Zuidoost-Azië door met name Chinese bedrijven − De toenemende exploitatie van natuurlijke hulpbronnen kan leiden tot milieuproblemen. per juiste bedreiging
1
Opgave 6 − Migratie in Zuidoost-Azië 21
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: − Singapore heeft een hoog ontwikkelde zakelijke dienstverlening. / Singapore heeft behoefte aan hoog opgeleid personeel. − Singapore is sterk internationaal georiënteerd. − In Singapore spreekt vrijwel iedereen Engels. − Singapore heeft een hoge levensstandaard. per juiste reden
1
22
maximumscore 1 De Filipijnen zijn in het verleden een Amerikaans protectoraat (kolonie) geweest / vielen onder Amerikaans bestuur.
23
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • tijdens en na de Vietnamoorlog veel Vietnamezen naar het buitenland / naar de VS zijn gevlucht/geëmigreerd • en dat zij vervolgens geld gingen overmaken naar achtergebleven familieleden
24
maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat • de bevolkingsgroei in Singapore vooral is veroorzaakt door migratie (migratiesaldo van 9,6‰ in de periode 2000-2005) • terwijl de bevolkingsgroei in Cambodja vooral is veroorzaakt door de hoge vruchtbaarheid / natuurlijke bevolkingsgroei (3,6 kind per vrouw in de periode 2000-2005)
VW-0131-a-12-1-c
9
1 1
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 83
Vraag
Antwoord
Scores
Leefomgeving Opgave 7 − Proefproject Zandmotor langs de Delflandse kust 25
maximumscore 1 het dynamisch handhaven (van de kustlijn)
26
maximumscore 3 Voorbeelden van een juiste beschrijving zijn: • De zeestromen eroderen de Zandmotor • transporteren het geërodeerde zand • en sedimenteren het zand langs de kust of • Het zand wordt meegevoerd door een (kustparallelle) zeestroom / een getijdestroom • daarna neergelegd op het strand • en door de wind tot duinen opgeblazen
1 1 1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • het zand dat nodig is voor het proefproject Zandmotor opgezogen wordt van de zeebodem (oorzaak) • waardoor het bodemleven wordt verstoord (gevolg)
1 1
27
28
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste fysisch-geografische argumenten zijn: − De duinenrij is daar smal. − Ten noorden van de Zandmotor ligt een lang stuk kust waarover het zand verspreid kan worden. per juist argument
29
1 1 1
1
maximumscore 1 locatie C
VW-0131-a-12-1-c
10
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 84
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 8 − Veiligheid in drie buurten in Rotterdam 30
maximumscore 1 A - Oude Westen B - Pendrecht C - Nesselande Opmerking Alleen als alle drie de antwoorden juist zijn, mag 1 scorepunt worden toegekend.
31
maximumscore 1 Voorbeelden van een juist argument zijn: − Het bouwen van koopwoningen trekt mensen met hogere inkomens aan en zij veroorzaken doorgaans minder overlast in wijken. − Bewoners besteden doorgaans meer aandacht aan het onderhoud van hun woning / de leefbaarheid van de woonomgeving als ze in een koopwoning / een eigen huis wonen.
32
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: − Mensen met kinderen hebben relatief veel onderling contact. − Als kinderen op straat spelen is er (vaak) toezicht van ouders. per juiste reden
33
34
1
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • Doordat mensen veel vaker de buurt uitgaan voor dagelijkse bezigheden (werk, boodschappen, school) dan vroeger • is er minder toezicht in de buurt / zijn er minder contacten tussen bewoners / zijn er minder mensen op straat
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − Pendrecht heeft van alle buurten het laagste percentage bewoners dat tevreden is over de eigen buurt. − Pendrecht heeft relatief veel portiek- of galerijflats (die het toezicht niet bevorderen). − Pendrecht heeft een lager percentage bewoners dat langer (dan 15 jaar) in de wijk blijft wonen dan het Oude Westen. per juist argument
VW-0131-a-12-1-c
1
11
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 85
5 Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 4 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bronnen 1 en 2 vrij naar: Emerging Africa, how 17 countries are leading the way, Radelet, S., Center for Global Development, 2010 Opgave 2 bron 1
vrij naar: Van Aalst, I., R. van Melik en J. van Weesep, in: Geografie, september 2008
bron 2
De Grote Bosatlas, 53e druk, kaart 179C
bron 3
vrij naar: http://wouterdeboeck.files.wordpress.com en Van Aalst, I., in: Geografie, september 2008
Opgave 3 bron 1
vrij naar: http://www.falw.vu.nl
bron 2
vrij naar: http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/e/e5/Platetectonicshaitiquake.jpg
Opgave 6 bron 1
vrij naar: Spaan, E., De verwevenheid van een veelkoppige regio, in: Geografie, juni 2008
Opgave 7 bron 1
vrij naar: De Bosatlas van Nederland Waterland, 2010, kaart 48C1
bron 2
vrij naar: De Grote Bosatlas
bron 3
vrij naar: Rijkswaterstaat/Joop van Houdt
Opgave 8 bron 1
vrij naar: Basis Bosatlas, kaart 21B
bron 2
vrij naar http://www.youropi.com en http://www.keicentrum.nl
bron 3
vrij naar: www.rotterdam.buurtmonitor.nl
VW-0131-a-12-1-c
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 86
Correctievoorschrift VWO
2012 tijdvak 2
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-0131-a-12-2-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 87
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
VW-0131-a-12-2-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 88
4
5
6 7
8 9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken.
3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 69 scorepunten worden behaald.
VW-0131-a-12-2-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 89
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld
Opgave 1 − Buitenlandse investeringen en hulp in Afrika 1
maximumscore 1 de primaire sector (landbouw, mijnbouw) en de tertiaire sector (toerisme)
2
maximumscore 2 De twee juiste conclusies zijn: • De Afrikaanse landen met een hoger bnp per inwoner ontvangen meer buitenlandse investeringen dan officiële ontwikkelingshulp • De Afrikaanse landen met een lager bnp per inwoner ontvangen meer officiële ontwikkelingshulp dan buitenlandse investeringen
3
maximumscore 3 • Nigeria Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • De buitenlandse investeringen worden vooral gedaan in de aardolie-industrie / leiden tot (interne) conflicten • maar deze investeringen komen niet ten goede aan de bevolking / komen alleen ten goede aan de elite (waardoor toch veel ontwikkelingshulp nodig is) of • De buitenlandse investeringen zijn in absolute bedragen zeer groot • maar als gevolg van de grote bevolkingsomvang zijn de investeringen per hoofd gering
VW-0131-a-12-2-c
4
1 1
1
1
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 90
Vraag
4
Antwoord
Scores
maximumscore 2 • Voorbeelden van een juist voordeel van directe buitenlandse investeringen zijn: − De werkgelegenheid / de gemiddelde koopkracht in de Afrikaanse landen neemt toe. − De (belasting)inkomsten van de Afrikaanse landen nemen toe. • Voorbeelden van een juist nadeel van directe buitenlandse investeringen zijn: − De kansarmen zullen op korte termijn weinig kunnen profiteren van deze investeringen (terwijl ze wel zouden kunnen profiteren van ontwikkelingshulp). − De winsten vloeien vaak weg naar het buitenland / worden niet geherinvesteerd in Afrika (terwijl ontwikkelingshulp wel gedaan wordt in de Afrikaanse landen).
1
1
Opgave 2 − Uurlonen en transportstromen rondom de Grote Oceaan 5
maximumscore 2 Voorbeelden van technologische ontwikkelingen zijn: − het gebruik van steeds grotere vrachtschepen / schaalvergroting in het transport − het toepassen van nieuwe communicatiemiddelen als internet/e-mail − automatisering in de overslag/distributie per juiste ontwikkeling
6
1
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat op containerroute A vooral hoogwaardige industrieproducten worden vervoerd en op containerroute B vooral laagwaardige industrieproducten.
VW-0131-a-12-2-c
5
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 91
Vraag
7
Antwoord
Scores
maximumscore 4 • India • Voorbeelden van hoe je dit uit de bron kunt afleiden zijn: − Er zijn geen havens met grote hoeveelheden containeroverslag te zien in India. − Vanaf India lopen er minder grote handelsstromen dan vanaf China. • Voorbeelden van juiste factoren zijn: − een grote beroepsbevolking − de kwaliteit van de aanwezige infrastructuur − de mate van toegang tot de afzetmarkt − de effectiviteit/betrouwbaarheid van het bestuur/rechtspraak − het opleidingsniveau van de beroepsbevolking − de gestelde milieueisen − de bereidheid van landen om buitenlandse investeringen toe te staan
1 1
2
Opmerking Per juiste factor 1 scorepunt toekennen. 8
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • Ongeveer gelijktijdig met het vertrek van de productieafdelingen groeide de zakelijke dienstverlening / de tertiaire sector in landen als Canada, de Verenigde Staten, Japan en Australië • en het gemiddelde uurloon ligt in de zakelijke dienstverlening / in de tertiaire sector hoger dan in de industrie
1 1
Opgave 3 − Wereldwonderen in Peru 9
10
maximumscore 3 Uit de beschrijving moet blijken dat • een oceanische plaat (de Nazcaplaat) onder een andere plaat (de Zuid-Amerikaanse plaat) duikt / er subductie optreedt • waardoor magma opstijgt • dat (in de aardkorst) afkoelt tot stollingsgesteente
1 1 1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • het Andesgebergte een jonger gebergte is dan het Scandinavisch Hoogland of de Oeral (oorzaak) • waardoor er in het Andesgebergte minder afbraak door verwering en erosie heeft plaatsgevonden (en er dus ook minder graniet aan de oppervlakte is komen te liggen) (gevolg)
VW-0131-a-12-2-c
6
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 92
Vraag
11
12
Antwoord
Scores
maximumscore 3 Uit de uitleg moet blijken dat • de koude zeestroom de lucht boven de oceaan en de kuststrook afkoelt (oorzaak) • waardoor er een hogeluchtdrukgebied ontstaat (gevolg) • Door de dalende luchtbeweging in een hogeluchtdrukgebied kan er geen condensatie plaatsvinden / lossen wolken op
1
maximumscore 2 De juiste manieren zijn: • Als gevolg van het extreem droge klimaat groeit er geen vegetatie die de lijnen kan aantasten • Door de zeer geringe neerslag spoelen de lijnen niet weg
1 1
1 1
Opgave 4 − Zeestromen 13
maximumscore 1 vanuit het huidige Mexico/Midden-Amerika
14
maximumscore 3 • bij 2 • fysisch-geografisch argument: Het afval stroomt langzaam naar het midden van de circulatie, waar het vervolgens niet meer uit weg kan. • sociaal-geografisch argument: In Noord-Amerika en Azië is veel consumptie en dus veel afval / tussen Noord-Amerika en Azië is veel scheepvaart en dus veel afval.
15
maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste redenering vanuit de opgegeven beginzin is: • Door het zoeter worden van het zeewater neemt de dichtheid ervan af • waardoor de diepwaterpomp stilvalt / er minder water kan afzinken • zodat er geen / minder relatief warm water richting West-Europa wordt getransporteerd
VW-0131-a-12-2-c
7
1 1
1
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 93
Vraag
Antwoord
Scores
Zuidoost-Azië
Opgave 5 − De Irrawaddy-delta 16
17
18
19
20
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • er in de zomermaanden meer neerslag valt in het stroomgebied van de Irrawaddy dan in de wintermaanden • waardoor het aanbod van sediment in de benedenloop in de zomermaanden groter is
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • Delta’s bestaan uit vruchtbaar riviersediment (oorzaak) • waardoor er goede landbouwmogelijkheden zijn (zodat er een relatief grote bevolking gevoed kan worden) (gevolg) of • Delta’s hebben (door de kustligging en de rivier) een gunstige relatieve ligging (oorzaak) • waardoor er vaak transportknooppunten ontstaan (die uitgroeien tot grote steden) (gevolg)
1
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste uitleg is: • De golfslag krijgt vrij spel / het evenwicht tussen erosie en sedimentatie verschuift dan in de richting van erosie (oorzaak) • waardoor de delta kleiner zal worden (gevolg)
1 1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat de kans op overstromingen bij A het grootst was • omdat de wind daar aanlandig was • en het zeewater recht de riviermonding in stuwde
1 1
1 1
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: − De landbouwproductie van Myanmar vindt grotendeels in de delta plaats (en die was na de storm vernietigd). − De beschadigde infrastructuur belemmerde het transport van voedsel vanuit de delta naar andere landsdelen. per juiste oorzaak
VW-0131-a-12-2-c
1
8
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 94
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 6 − Het succes van Singapore 21
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: − Bij de natuurlijke of fysische dimensie: Singapore ligt centraal aan de natuurlijke verbinding tussen de Indische Oceaan en de Grote Oceaan / Zuid-Chinese Zee. − Bij de politieke dimensie: Singapore wordt strak geleid / heeft een stabiel politiek bestuur / heeft een beleid gericht op het investeren in ontwikkeling (van bijvoorbeeld infrastructuur of technologie). − Bij de sociaal-culturele dimensie: Singapore heeft een gedisciplineerde / hard werkende bevolking / hoog opgeleide bevolking. per juist kenmerk
22
23
1
maximumscore 2 • het economische beleid: exportgericht beleid • de verandering: van een economie gericht op industrie naar een economie gericht op zakelijke dienstverlening / tertiairisering
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: − Men ging de hoogte in bouwen. − Er heeft landaanwinning plaatsgevonden. per juist antwoord
24
1
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • Economische activiteiten worden (als gevolg van een verschil in loonniveau) vanuit Singapore net over de grens verplaatst naar Indonesië en Maleisië (oorzaak) • waardoor de werkgelegenheid in deze gebieden toeneemt (gevolg) of • In het welvarende Singapore is veel vraag naar grondstoffen/halffabricaten (oorzaak) • waardoor er kansen zijn voor omliggende gebieden om deze te leveren (gevolg)
VW-0131-a-12-2-c
9
1 1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 95
Vraag
Antwoord
Scores
Leefomgeving
Opgave 7 − Zwakke schakel: Flaauwe Werk en Kwade Hoek 25
26
27
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • Kwade Hoek op de plek ligt waar vroeger een rivier in de zee uitmondde • waardoor er (afhankelijk van de hoeveelheid aangevoerd rivierwater, het getij en de windrichting) de ene keer stromingen het Haringvliet in en de andere keer stromingen het Haringvliet uit ontstonden maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • de schurende werking van het in- en uitstromende water van het Haringvliet is weggevallen / het zeewater nu vrijwel stil komt te staan voor de dam (oorzaak) • waardoor het zeezand kan bezinken (in het gebied van Kwade Hoek) (gevolg)
1
1
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: − Bij Flaauwe Werk is vrijwel geen ruimte om natuurlijke processen hun gang te laten gaan / is de kustzone heel smal. − Bij Flaauwe Werk ontbreken duinen. per juiste reden
1
28
maximumscore 1 Er zijn strekdammen aangelegd (om de golven te breken).
29
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • er een grotere dynamiek in het gebied is ontstaan / er een gevarieerder milieu is ontstaan / er meer overgangsmilieus zijn ontstaan • waardoor de natuurwaarden zijn vergroot
VW-0131-a-12-2-c
10
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 96
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 8 − Gentrification in Amsterdam 30
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: − de ligging vlakbij het centrum − de nabijheid van een treinstation / de aanwezigheid van goed openbaar vervoer − het architectonische karakter van de wijken per juist kenmerk
31
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste sociaaleconomische kenmerken van de zittende bewoners zijn: − laag inkomen − laag opleidingsniveau / laaggeschoold werk per juist kenmerk
32
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste groepen wijkbewoners bij B zijn: − studenten − kunstenaars per juiste groep wijkbewoners
33
1
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • In Nederland is het overheidsbeleid / huisvestingsbeleid socialer dan in de Verenigde Staten / In Nederland zijn er meer goedkope huurwoningen / woningen die eigendom zijn van woningbouwverenigingen dan in de Verenigde Staten • waardoor in Nederland ook mensen met een laag inkomen in wijken waar gentrification plaatsvindt, kunnen blijven wonen
1 1
5 Inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 22 juni naar Cito.
VW-0131-a-12-2-c
11
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 97
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bron 1
vrij naar: Afrika Studiecentrum Leiden, 2009
Opgave 2 bron 1
vrij naar: Diercke Weltatlas, Westerman, Braunschweig, 2010
Opgave 3 bron 1
vrij naar: http://www.southwindadventures.com/images/map-peru.jpg
bron 2
vrij naar: http://www.jamesgcoleman.com
bron 3
vrij naar: www.yannarthusbertrand2.org vrij naar: donhermanski.blogspot.com
Opgave 4 bron 1
bron: Cito
Opgave 5 bron 1
vrij naar: Makaske, B., Geografie, november/december 2008
bron 2
vrij naar: http://upload.wikipedia.org vrij naar: Makaske, B., Geografie, november/december 2008
Opgave 6 bron 1
vrij naar: http://www.ica.coop
bron 2
vrij naar: De Grote Bosatlas, 53e druk, kaart 149E
Opgave 7 bron 1
vrij naar: www.natuurmonumenten.nl en www.kustvisie.nl
bronnen 2a en 2b
vrij naar: Grote Provincie Atlas Zuid-Holland, 1:25.000
Opgave 8 bron 1
vrij naar: Jongejan, G., 2011
bron 2
vrij naar: gemeente Amsterdam, stadsdeel Oud-West, Gentrification in Oud-West, november 2009
VW-0131-a-12-2-c
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 98
Correctievoorschrift VWO
2011 tijdvak 1
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regel 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-0131-a-11-1-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 99
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
VW-0131-a-11-1-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 100
4
5
6 7
8 9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken.
3 Vakspecifieke regel Voor dit examen kunnen maximaal 68 scorepunten worden behaald.
VW-0131-a-11-1-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 101
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld
Opgave 1 − Steden in de Britse en Amerikaanse popmuziekindustrie 1
maximumscore 1 de spoke New York - Los Angeles / Los Angeles - New York
2
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: − De Britse en Amerikaanse (popmuziek)cultuur zijn nauw aan elkaar verwant / Britse en Amerikaanse popmuzikanten maken songteksten in dezelfde taal. − De activiteiten in de Engelstalige popmuziekindustrie zijn in enkele steden geconcentreerd / er is sprake van specialisatie. per juiste oorzaak
3
4
1
maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat • in de Britse popmuziekindustrie Engelse / Europese steden een relatief belangrijke rol spelen • in de Amerikaanse popmuziekindustrie Amerikaanse steden een relatief belangrijke rol spelen
1 1
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist antwoord is: In wereldsteden is er een grote cultuursector die onder andere muzikale talenten aantrekt.
VW-0131-a-11-1-c
4
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 102
Vraag
5
Antwoord
Scores
maximumscore 4 Een voorbeeld van een juiste redenering voor een afname van het aantal steden is: • Er zal steeds meer specialistische kennis nodig zijn • en deze kennis vind je / ontwikkel je het beste in een wereldstad (waardoor de popmuziekindustrie zich zal concentreren in enkele wereldsteden)
1
Een voorbeeld van een juiste redenering voor een toename van het aantal steden is: • Er zal een verdere digitalisering optreden in de popmuziekindustrie • waardoor de vestigingsplaats steeds minder belangrijk wordt (en de popmuziekindustrie zich zal verspreiden over een groot aantal steden)
1
1
1
Opgave 2 − Diversiteit in het Caribische gebied 6
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat Afrikaanse slaven aan de oostkust van Amerika aan land kwamen.
7
maximumscore 2 • Deze landen liggen in de periferie • Een voorbeeld van een juist antwoord is: De exportproducten zijn vooral grondstoffen die relatief weinig opbrengen.
8
9
1 1
maximumscore 2 A - Dominicaanse Republiek B - Cuba C - Haïti indien drie landen juist indien twee landen juist indien één land juist
2 1 0
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste uitleg is: • De Verenigde Staten werden in die tijd de grootste economische macht ter wereld (oorzaak) • waardoor toerisme en handel met dat land konden toenemen / waardoor de relatieve ligging van het Caribische gebied verbeterde (gevolg)
1
VW-0131-a-11-1-c
5
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 103
Vraag
Antwoord
Scores
Aarde
Opgave 3 − Okavango 10
maximumscore 2 twee van de onderstaande natuurlijke factoren: − neerslag in de delta − verdamping in de delta − de hoeveelheid restwater in de delta (uit voorgaande jaren) per juiste natuurlijke factor
11
12
1
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • In de periode oktober - april ligt het stroomgebied van de Okavango in de gordel van lageluchtdruk / in de ICTZ-zone (oorzaak) • waardoor daar een stijgende luchtbeweging ontstaat (die neerslag veroorzaakt) (gevolg) of • In de periode oktober - april vallen de zonnestralen vrijwel loodrecht in op het stroomgebied van de Okavango (oorzaak) • waardoor daar lagedrukgebieden ontstaan (waarin neerslag onstaat) (gevolg)
1
1 1
maximumscore 2 plaatsnaam Menongue Rundu Maun
grafieknummer 3 1 2
indien drie antwoorden juist indien twee antwoorden juist indien één antwoord juist 13
1
2 1 0
maximumscore 3 • bij de klimaatgrafiek: een steppevegetatie/grassen • bij de foto: een savannevegetatie / verspreid staande groepjes bomen, afgewisseld met grassen • oorzaak: Het gebied is natter door de aanvoer van water door de rivier
VW-0131-a-11-1-c
6
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 104
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 4 − Waterschaarste in het Middellandse Zeegebied 14
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat Libië geen en Egypte wel een rivier heeft die irrigatiewater kan leveren.
15
maximumscore 2 Voorbeelden van andere aanpassingen zijn: − De grond een jaar braak laten liggen om neerslag in de bodem te kunnen opslaan. − Droogteresistente gewassen gebruiken.
16
per juiste aanpassing
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • dit gebied vroeger een natter klimaat heeft gehad • het neerslagoverschot in de grond is opgeslagen
1 1
17
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat er meer water uit de reservoirs gebruikt wordt dan dat er via neerslag aan wordt toegevoegd.
18
maximumscore 1 Egypte en Sudan Opmerking Alleen wanneer beide landen genoemd zijn 1 scorepunt toekennen.
Zuidoost-Azië
Opgave 5 − Cassaveteelt in Thailand en Vietnam 19
maximumscore 3 Uit de redenering moet blijken dat • van de cassave vooral de wortel wordt geoogst • waardoor na het oogsten de bodem los ligt / onbedekt is • zodat deze makkelijk door stromend water meegenomen kan worden / ten prooi valt aan erosie
VW-0131-a-11-1-c
7
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 105
Vraag
20
21
Antwoord
Scores
maximumscore 3 • reliëf • neerslag • gebied C
1 1 1
maximumscore 2 • strategie 2 en 4
1
Opmerking Alleen wanneer beide genoemd zijn 1 scorepunt toekennen. •
22
Uit het antwoord moet blijken dat de toegevoegde waarde van de producten bij deze twee strategieën het sterkst toeneemt
1
maximumscore 2 • Een voorbeeld van een juiste redenering voor de korte termijn is: De export van cassave van Thailand wordt groter, waardoor Vietnam zijn cassave moeilijker kan afzetten. • Een voorbeeld van een juiste redenering voor de lange termijn is: Vietnam kan innovaties in de cassaveteelt en verwerking van Thailand overnemen / andere afzetmogelijkheden vinden.
1
1
Opgave 6 − Natuurlijke hulpbronnen en ontwikkeling 23
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juiste reden is: De toegang tot schoon drinkwater verhoogt de kwaliteit van het leven / verkleint de kans op ziekten.
24
maximumscore 2 Een voorbeeld van een passende redenering is: • Myanmar heeft in tegenstelling tot de Filipijnen olie- en gasvoorraden / fossiele brandstoffen • Snelgroeiende / industrialiserende economieën hebben daar veel behoefte aan
25
maximumscore 2 • Deze stelling is niet aannemelijk Een voorbeeld van een juiste argumentatie is: • Een land als Singapore heeft weinig tot geen natuurlijke hulpbronnen en scoort hoog op de ontwikkelingsindex van de Verenigde Naties / hoog op de HDI • terwijl landen als de Filipijnen, Indonesië en Myanmar veel natuurlijke hulpbronnen hebben maar toch (relatief) laag scoren op de HDI
VW-0131-a-11-1-c
8
1 1
0
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 106
Vraag
26
Antwoord
Scores
maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste relatie voor Thailand is: • Thailand heeft een open economie / een economisch beleid dat gericht is op de internationale handel • Het land trekt veel buitenlandse investeringen aan / Het land behoort tot de semiperiferie • waardoor het land relatief hoog scoort op de HDI
1 1 1
Leefomgeving
Opgave 7 − Ruimte voor het water in Zuidwest-Nederland 27
maximumscore 2 Voorbeelden van een juist argument vóór het alternatief ‘Kleine Compartimenten’ zijn: − Niet alle landbouwgrond/landbouwbedrijven komt/komen dan onder water te staan. − Een deel van het oorspronkelijke polderlandschap blijft bewaard. Voorbeelden van een juist argument tégen het alternatief ‘Kleine Compartimenten’ zijn: − Er wordt dan minder ruimte gemaakt voor de rivier. − Er zullen dan extra kades moeten worden aangelegd.
28
29
per juist argument
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • bij hoogwater er meer water (via de route langs de Petrusplaat) door de Noordwaard naar de Amer zal stromen • waardoor de Amer lokaal minder water kan afvoeren
1 1
maximumscore 2 • stormvloed / extreem hoog water op zee • grote aanvoer van rivierwater uit de Rijn en de Maas / hevige neerslag in Nederland
VW-0131-a-11-1-c
9
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 107
Vraag
30
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • op regionale schaal bezien het Volkerrak en de Biesbos geschikt zijn als bergingsgebied, omdat daarmee overstromingen in steden als Rotterdam en Dordrecht voorkomen kunnen worden • op fluviale schaal bezien het Volkerrak en de Biesbos minder geschikt zijn als bergingsgebied omdat ze te ver stroomafwaarts zijn gelegen (om overstromingen in het grootste deel van het stroomgebied te voorkomen)
1
1
Opgave 8 − Veemarktkwartier Tilburg 31
32
maximumscore 2 • Voorbeelden van een juist kenmerk zijn: − een sfeervolle buurt met historische panden − Van oudsher wonen er veel kunstenaars in het Veemarktkwartier. • Uit het antwoord moet blijken dat de Nederlandse economie zich steeds verder ontwikkelt naar een hoogwaardige diensteneconomie
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − Bij creatieve industrie zijn er geen grote bedrijfsoppervlakten (in eigendom) noodzakelijk, dat is bij traditionele industrie wel het geval. − Bij creatieve industrie vindt er geen grootschalig vervoer van goederen plaats, bij traditionele industrie wel. − Bij creatieve industrie is er geen/nauwelijks vervuiling/overlast, terwijl dit bij traditionele industrie wel vaak het geval is. per juist argument
33
1
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − Veel mensen zullen gebruikmaken van het openbaar vervoer gezien de ligging nabij een station (transport van goederen of vervoer per auto is immers niet noodzakelijk). − Bedrijvigheid is minder gebonden aan kantooruren (waardoor er minder kans is op congestie in de spits). − De bedrijfjes worden er weliswaar gevestigd, maar de ontmoetingen tussen bedrijven en klanten zullen ook via internet verlopen (waardoor er minder mensen naar Tilburg toe hoeven te komen dan de groei van de bedrijvigheid impliceert). per juist argument
VW-0131-a-11-1-c
1
10
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 108
Vraag
34
Antwoord
Scores
maximumscore 3 • publiek-private samenwerking • Voorbeelden van juiste redenen zijn: − Het gaat hier om een kleinschalige herontwikkeling op buurtniveau. / Er vinden relatief weinig nieuwbouwactiviteiten plaats. − De kosten worden gedeeld tussen beide partijen. − De buurt is een gewilde locatie.
1 2
Opmerking Aan elke juiste reden 1 scorepunt toekennen.
5 Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 3 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bronnen 1, 2 en 3
vrij naar: http://www.lboro.ac.uk/
Opgave 2 bron 1
vrij naar: Diversity Amid Globalization, Rowntree, Lewis, Price, Wyckoff p.200 fourth edition1
bron 2
vrij naar: World factbook (https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/) en human developmentreports (http://hdr.undp.org/en/statistics/)
Opgave 3 bronnen 1, 2 en 3
vrij naar: Okavango River, the flow of a lifeline, Mendelsohn, J. & El Obeid, S., 2004
bron 4
vrij naar: http://img2.allposters.com/images/
Opgave 4 bron 1
bron: Cito
bron 2
bron: De Grote Bosatlas, 53e druk, kaart 125E1
Opgave 5 bron 1
vrij naar: Cito en http://aquarium-asia.over-blog.com/article-34337012.html
bron 2
vrij naar: Present situation and future potential of cassava in Thailand en atlas of Thailand en Cito
VW-0131-a-11-1-c
11
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 109
Opgave 6 bron 1
vrij naar: http://www.pennsvalleypublishers.com/assets/pdf library/ easternhemisphere/activities/
bron 2
vrij naar: http://undp.org/en/statistics/
Opgave 7 bron 1
bron: De Grote Bosatlas 53e druk, kaart 51B1
bron 2
bron: De Grote Bosatlas 53e druk, kaart 51B2
Opgave 8 bron 1
vrij naar: Grote Topografische Atlas, Zuid-Nederland
bronnen 2 en 3 vrij naar: http://www.stichtingvmk.nl
VW-0131-a-11-1-c VW-0131-a-11-1-c*
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 110
Correctievoorschrift VWO
2011 tijdvak 2
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regel 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-0131-a-11-2-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 111
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
VW-0131-a-11-2-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 112
4
5
6 7
8 9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken.
3 Vakspecifieke regel Voor dit examen kunnen maximaal 68 scorepunten worden behaald.
VW-0131-a-11-2-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 113
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld
Opgave 1 − Urbanisatie en ontwikkeling 1
2
3
4
maximumscore 1 − land X = Nigeria − land Y = Venezuela − land Z = België indien drie landen juist indien twee of één land(en) juist
1 0
maximumscore 2 De juiste oorzaken zijn: • de grotere natuurlijke bevolkingsgroei in land Y • de grotere ruraal-urbane migratie in land Y
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • In land X heeft (nog) minder mechanisatie in de landbouw / industrialisatie in de steden plaatsgevonden dan in land Z • waardoor daar nog een groot deel van de bevolking op het platteland woont maximumscore 2 • Noord-Amerika en Europa • Voorbeelden van een juiste oorzaak zijn: − In deze werelddelen vond in de periode 1970-2010 geen sterke ruraal-urbane migratie meer plaats. − In deze werelddelen vond in de periode 1970-2010 trek uit de steden plaats.
1 1
1 1
Opmerking Alleen indien beide werelddelen juist zijn 1 scorepunt toekennen.
VW-0131-a-11-2-c
4
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 114
Vraag
5
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • Een aantal welvarende landen heeft veel vruchtbare landbouwgrond • waardoor in die landen een relatief groot deel van de bevolking voor een agrarisch bestaan heeft gekozen / op het platteland woont
1 1
Opgave 2 − Mondiale drugshandel 6
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − De consumptie vindt vooral plaats in centrumgebieden. − De verbouw van de grondstoffen voor drugs vindt vooral plaats in perifere gebieden. − De meeste handelsstromen zijn gericht op centrumgebieden. per juist argument
7
8
9
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − Er zijn belangrijke financiële centra in perifere gebieden. − In een periferieland als Colombia vindt zowel de teelt als de productie plaats (het winnen van grondstoffen én de verwerking ervan gebeurt in de periferie). − Er zijn handelsstromen tussen perifere gebieden (Colombia en WestAfrika). per juist argument
1
maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat • het berggebieden zijn (fysischgeografisch kenmerk) • deze gebieden lastig te controleren zijn / de overheden van de betreffende landen in deze gebieden weinig macht kunnen uitoefenen
1 1
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • Met drugshandel kan een rebellengroep als FARC veel geld verdienen • waarmee een strijd tegen de overheid lang volgehouden kan worden
1 1
VW-0131-a-11-2-c
5
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 115
Vraag
Antwoord
Scores
Aarde
Opgave 3 − Het Grote Merengebied (Noord-Amerika) 10
maximumscore 1 de uitschurende werking van gletsjers
11
maximumscore 3 • Uit de beschrijving van het spreidingspatroon moet blijken dat aan de oostkant van Lake Michigan de meeste sneeuw valt / meer sneeuw valt dan aan de westkant Uit de uitleg moet blijken dat • de wind overwegend van (noord)west naar (zuid)oost over Lake Michigan waait (oorzaak) • waardoor de lucht daarbij veel vocht opneemt uit Lake Michigan (gevolg)
12
13
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • Lake Erie het kleinste watervolume heeft / het minst diep is (oorzaak) • waardoor Lake Erie het sterkst opwarmt in de zomer (warmte bevordert algengroei) (gevolg) maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste argumentatie zijn: • Door de aanleg van de St. Lawrence Seaway en het Welland Canal zijn wateren met elkaar verbonden die dat eerst niet waren • waardoor nieuwe soorten het gebied zijn binnengekomen die de inheemse soorten hebben verdrongen
1
1 1
1 1
1 1
Opgave 4 − Landschapszones in Rusland 14
maximumscore 1 taiga / noordelijke naaldwouden
15
maximumscore 1 Door het ontdooien van de permafrost komt broeikasgas/methaan vrij (uit de veengebieden).
VW-0131-a-11-2-c
6
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 116
Vraag
16
17
18
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • na het ontdooien van de permafrost er meer actieve veenaangroei komt (oorzaak) • waardoor er koolstofdioxide (CO2) uit de atmosfeer wordt vastgelegd in het veen (gevolg)
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: − verschillen in ligging ten opzichte van de zee / verschillen in de mate van maritieme invloed − verschillen in hoogteligging per juiste oorzaak
1
maximumscore 3 • 2 (te) koud • 3 (te) droog • 4 (te) bergachtig / te reliëfrijk
1 1 1
Zuidoost-Azië
Opgave 5 − Regionale en sociale ongelijkheid in Vietnam 19
20
21
maximumscore 2 • Natuurlijke omstandigheid: de aanwezigheid van rivierdelta’s / de Delta Rode Rivier en de Mekongdelta / de kustligging • De vlakke ligging / de vruchtbare grond vergrootte de economische mogelijkheden voor bijvoorbeeld landbouw / handel / transport
1
maximumscore 2 • De transitie van een agrarische samenleving naar een industriële/ dienstensamenleving • In deze gebieden liggen de meeste grote steden
1 1
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • Als gevolg van de industrialisatie ontstaat er meer werk buiten de agrarische sector • en buiten de agrarische sector zijn de lonen hoger
1 1
VW-0131-a-11-2-c
7
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 117
Vraag
22
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: • Vrouwen blijken relatief vaker zelfstandig te zijn / een eigen bedrijf uit te oefenen dan mannen • Uit bron 2 blijkt dat zelfstandige agrarische beroepen oververtegenwoordigd zijn in de laagste twee inkomensgroepen
1 1
Opgave 6 − Demografische ontwikkelingen in Zuidoost-Azië 23
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste factoren zijn: − de gevoerde bevolkingspolitiek − invloed van de religie − invloed van de cultuur per juiste factor
24
25
1
maximumscore 3 • Singapore en Thailand Uit de redenering moet blijken dat • verwacht wordt dat deze landen (arbeids)migranten zullen aantrekken • onder deze migranten het geboortecijfer hoger zal liggen dan onder de andere inwoners van Singapore en Thailand maximumscore 3 • fase 3 • Singapore in fase 4 • Oost-Timor in fase 2
1 1 1
1 1 1
Opmerking Alleen indien land en fase beide juist zijn 1 scorepunt toekennen.
VW-0131-a-11-2-c
8
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 118
Vraag
26
Antwoord
Scores
maximumscore 2 De juiste volgorde is: − Sub-Sahara Afrika − Zuid-Azië − Zuidoost-Azië − Oost-Azië − Europa − De voormalige Sovjetunie indien zes of vijf gebieden in juiste volgorde indien vier of drie gebieden in juiste volgorde indien twee of minder gebieden in juiste volgorde
2 1 0
Leefomgeving
Opgave 7 − Waterbeleid 27
28
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • Nederland ligt benedenstrooms ten opzichte van Duitsland • waardoor Nederland het effect van maatregelen bovenstrooms ondervindt of • Als in Duitsland / stroomopwaarts het water minder goed vastgehouden wordt • is als gevolg van de lage ligging van Nederland de piekafvoer veel groter (en is samenwerking dus voor Nederland van groter belang dan voor Duitsland) maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste beschrijving is: • Vóór 1995 werd vooral dijkverzwaring/dijkverhoging toegepast • Ná 1995 is het beleid gericht op het geven van meer ruimte aan de rivier
VW-0131-a-11-2-c
9
1 1
1
1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 119
Vraag
29
Antwoord
Scores
maximumscore 4 ingreep het landinwaarts verleggen van de dijk / het verbreden van de uiterwaard het aanleggen van een instelbare overlaat
onderdeel uit de drietrapsstrategie bergen
het effect van de ingreep een verlaging van de hoogwaterstand / minder vaak hoogwaterstanden
afvoeren
Er zal bij hoogwater meer water door de IJssel stromen / een verlaging van de hoogwaterstand op de Neder-Rijn
Opmerking Gegeven de door de kandidaat ingevulde ingreep in de eerste kolom, dient voor elke juiste invulling van de vakken in de tweede en derde kolom per vak 1 scorepunt te worden toegekend.
Opgave 8 − Ruimtegebruik in Zutphen 30
maximumscore 1 de goede bereikbaarheid (per spoor, rivier en kanaal)
31
maximumscore 2 • Op mondiale schaal wordt veel industrie uitgeschoven naar landen in de semi-periferie • Op lokale schaal is door de toenemende aandacht voor gezondheid en duurzaamheid vervuilende industrie dichtbij de stad steeds meer ongewenst
32
1
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: − de nabijheid van het stadscentrum − de aanwezigheid van een spoorwegstation op korte afstand per juiste reden
VW-0131-a-11-2-c
1
10
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 120
Vraag
33
Antwoord
Scores
maximumscore 3 • Uit het antwoord moet blijken dat het om een concentratie van veel laagopgeleiden/kansarmen gaat Een voorbeeld van een juiste redenering is: • In het woongedeelte van De Mars wordt een mix gebouwd van woningen voor verschillende inkomensgroepen • waardoor de verschillende bevolkingsgroepen door elkaar komen te wonen / er een heterogene wijk ontstaat
1
1 1
5 Inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 24 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bron 1
vrij naar: CIA factbook
bron 2
vrij naar: http://www.nos.nl/nosjournaal/dossiers/urbanisatie/urban_factsheet.html
Opgave 2 bron 1
vrij naar: Diversity Amid Globalization, Rowntree, Lewis, Price, Wyckoff fourth edition
Opgave 3 bron 1
bron: Cito
bron 2
bron: De Grote Bosatlas, 52e druk, kaart 161A en 161B
bron 3
vrij naar: http://www.weathermichigan.com/winter.html
Opgave 4 bron 1
vrij naar: http://www.ecosystema.ru/08nature/world/fi/01.jpg
bron 2
vrij naar: Geosystems seventh edition, 2009, R.W. Christopherson
Opgave 5 bron 1
vrij naar: Cito en General Statistics Office of Vietnam
bron 2
vrij naar: http://www.gso.gov.vn/
Opgave 6 bron 1
vrij naar: UN 2009 in: Geographische Rundschau 10/2009
bron 2
bron: Cito
Opgave 7 bron 1a, 1b en 1c
vrij naar: Illustraties Rijkswaterstaat
Opgave 8 bron 1
bron: Slagboom & Peeters
bron 2
bron: Cito
bron 3
vrij naar: http://www.mars-zutphen.nl/WebsiteMars
VW-0131-a-11-2-c VW-0131-a-11-2-c*
11
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 121
Correctievoorschrift VWO
2010 tijdvak 1
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regel 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-09.0313, 31 maart 2009, zie www.examenblad.nl). Deze regeling blijft ook na het aantreden van het College voor Examens van kracht. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-0131-a-10-1-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 122
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de Regeling beoordeling centraal examen van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
VW-0131-a-10-1-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 123
4
5
6 7
8 9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
3 Vakspecifieke regel Voor dit examen kunnen maximaal 63 scorepunten worden behaald.
VW-0131-a-10-1-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 124
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld
Opgave 1 − Demografische ontwikkelingen in Afrika 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − In de steden is meestal iets meer welvaart dan op het platteland (en meer welvaart betekent meestal een lager geboortecijfer). − In de steden kosten kinderen meer geld dan op het platteland (waardoor mensen in de steden minder kinderen kunnen onderhouden dan op het platteland). − In de steden dragen kinderen minder bij aan het gezinsinkomen dan op het platteland (waardoor mensen in de steden minder kinderen kunnen onderhouden dan op het platteland). − In de steden is voorlichting over / zijn middelen voor geboortebeperking makkelijker toegankelijk dan op het platteland. − In de steden werken vrouwen verder van huis dan op het platteland / meer buitenshuis dan op het platteland (waardoor zij kinderen en werk moeilijker kunnen combineren). per juist argument
1
2
maximumscore 1 de afname van het geboorteoverschot in andere continenten
3
maximumscore 2 Uit de argumentatie moet blijken dat • (de vorm van) het bevolkingsdiagram van Kameroen duidt op een zeer jonge bevolking • die op termijn doorschuift naar de reproductieve leeftijd
1 1
Opgave 2 − Anders-globalisten 4
maximumscore 1 Voorbeelden van een juist kenmerk zijn: − Afrika en Zuid-Amerika / de armste continenten staan centraal in het logo. − Alle continenten worden naast elkaar weergegeven, op deze wijze is geen noord-zuid tegenstelling zichtbaar.
VW-0131-a-10-1-c
4
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 125
Vraag
5
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste manieren zijn: − Door de verbetering van telecommunicatie kunnen ‘anders-globalisten’ over de hele wereld met elkaar communiceren en mensen mobiliseren / kennis nemen van de negatieve aspecten van de globalisering. − Door afname van de relatieve afstanden / goedkopere vliegtarieven kunnen mensen elkaar makkelijker ontmoeten op bijeenkomsten zoals het forum. per juiste manier
6
1
maximumscore 2 • multinationale ondernemingen (MNO’s) • Uit het antwoord moet blijken dat deze bedrijven zo internationaal georganiseerd zijn, dat ze zelf kunnen bepalen waar ze welke activiteiten laten plaats vinden / organiseren (overheden zijn van deze beslissingen afhankelijk voor wat betreft nationale werkgelegenheid, belastinginkomsten enz.)
1
1
Opgave 3 − Wereldsteden in de Verenigde Staten 7
8
maximumscore 2 • Gentrification is de herinrichting/‘upgrading’ van woonwijken met een lage status (of een omschrijving daarvan) • Uit het antwoord moet blijken dat gentrification hogere inkomensgroepen aantrekt en lagere inkomensgroepen / de oorspronkelijke bewoners verdrijft (zodat de sociale tegenstellingen toenemen / er sociale polarisatie kan ontstaan) maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • Cooper Village en Stuyvesant Town liggen dicht bij het zakencentrum van New York • Mensen die hier werken zijn vermogender dan de oorspronkelijke bewoners / stellen meer eisen aan hun woonomgeving en zijn bereid meer huur te betalen voor een goede woonomgeving dichtbij hun werk of • Cooper Village en Stuyvesant Town liggen centraal in New York / liggen op Manhattan / liggen vlak bij allerlei culturele voorzieningen • waardoor deze wijken een aantrekkelijke woonlocatie vormen voor mensen met een meer dan gemiddeld inkomen
VW-0131-a-10-1-c
5
1
1
1
1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 126
Vraag
9
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: − Washington is vooral vanuit de politieke dimensie te beschouwen als een wereldstad, terwijl New York vooral vanuit de economische en de sociaal-culturele dimensie te beschouwen is als een wereldstad. − De aanwezigheid van zeer veel relatief welvarende mensen in de megalopolis / een krachtig economisch achterland (maakt de aanwezigheid van verschillende wereldsteden niet ver van elkaar mogelijk). − De omvang en de positie van de Verenigde Staten in de wereld (zijn zodanig dat er verschillende wereldsteden kunnen bestaan). per juiste reden
1
Aarde
Opgave 4 − De Colorado en de Grand Canyon 10
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • het verhang van de Colorado groter werd / de stroomsnelheid van de rivier toenam (oorzaak) • waardoor deze zich ging insnijden in het plateau (gevolg)
11
maximumscore 1 bron 2
12
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • in het stroomgebied van een rivier in een aride zone minder vegetatie aanwezig is (dan in het stroomgebied van een rivier in een gematigde zone) (oorzaak) • waardoor minder verweringsmateriaal wordt vastgehouden (gevolg)
13
1 1
1 1
maximumscore 1 verschillen in hardheid/erosiebestendigheid
VW-0131-a-10-1-c
6
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 127
Vraag
14
Antwoord
Scores
maximumscore 2 • mechanische verwering of een omschrijving daarvan • Een voorbeeld van een juist argument is: In dit gebied komen grote temperatuurverschillen voor die noodzakelijk zijn voor mechanische verwering.
1 1
Opmerking Argumenten die het ontbreken van de juiste omstandigheden voor chemische verwering noemen, mogen goed gerekend worden.
Opgave 5 − Aardbevingen 15
16
17
maximumscore 1 • gebied A • In gebied A hebben de rivieren zich ingesneden
0 1
maximumscore 3 Uit het antwoord moet blijken dat: • de aardbeving in San Francisco (bron 2a) tot veel schade leidde omdat het een dichtbevolkt gebied betrof, maar het aantal slachtoffers bleef beperkt vanwege het goede hazardmanagement ter plekke of een omschrijving daarvan • de aardbeving in Izmit (bron 2b) tot veel slachtoffers en veel schade leidde omdat het een dichtbevolkt gebied betrof met matig hazardmanagement ter plekke of een omschrijving daarvan • de aardbeving in Nieuw-Zeeland (bron 2c) niet tot slachtoffers en zware schade leidde omdat het een dunbevolkt gebied betrof (waardoor er geen beroep werd gedaan op hazardmanagement of een omschrijving daarvan) maximumscore 3 • tussen C en D Een voorbeeld van een juiste uitleg is: • Hier bewegen de platen in tegenovergestelde richting langs elkaar (oorzaak) • waardoor daar de meeste druk wordt opgebouwd (gevolg)
VW-0131-a-10-1-c
7
1
1
1
1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 128
Vraag
Antwoord
Scores
Zuid-Oost-Azië
Opgave 6 − Klimaten in Zuid-Oost-Azië 18
maximumscore 3 1 Kuala Lumpur 2 Hanoi 3 Ho Chi Minhstad 4 Kota Bharu Indien Indien Indien Indien
19
20
vier antwoorden juist drie antwoorden juist twee antwoorden juist één antwoord juist
3 2 1 0
maximumscore 2 • Uit de beschrijving moet blijken dat het gebied rond de evenaar een tropisch regenwoudklimaat heeft en dat gebieden op wat hogere breedten een savanneklimaat hebben • Voorbeelden van een juiste oorzaak zijn: − De verandering in ligging van de maxima en de minima in de loop van het jaar. − De verandering in de hoek van inval van de zonnestraling in de loop van het jaar. − Gebieden met een tropisch regenwoudklimaat liggen het gehele jaar in de ITCZ, gebieden met een savanneklimaat maar enkele maanden per jaar.
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste nadelen zijn: − bodemuitspoeling − bodemerosie − gevaar voor rot / plantenziekten per juist nadeel
VW-0131-a-10-1-c
1
8
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 129
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 7 − Politieke en economische ontwikkelingen in de ASEAN 21
maximumscore 4 Uit het antwoord moet blijken dat • in periode a het beeld bestond dat Vietnam deel uitmaakte van een (exploitatie)kolonie (Frans Indo-China) • Vietnam in die periode deel uitmaakte van de periferie • in periode c Vietnam het beeld te zien geeft van een opkomende economie / van een land dat zich ontwikkelt tot een populair vakantiegebied • Vietnam in deze periode verschuift in de richting van de semi-periferie / in deze periode Vietnam deel gaat uitmaken van de semi-periferie
22
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan de belangrijkste buitenlandse handelspartners van de ASEAN zijn.
23
maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste verandering zijn: − Het aandeel van China, Taiwan en Hongkong zal toenemen. − Het aandeel van de Verenigde Staten zal afnemen. − Het aandeel van de Europese Unie zal afnemen.
24
maximumscore 3 • Uit het antwoord moet blijken dat de handelsbalansen van de ASEANlanden met de Verenigde Staten en de Europese Unie positief zijn, terwijl die met de andere landen uit de bron negatief zijn / de handelsbalansen van de Verenigde Staten en de Europese Unie met de ASEAN-landen negatief zijn, terwijl die van de andere landen uit de bron positief zijn Een voorbeeld van een juiste redenering is: • Veel Amerikaanse en Europese bedrijven hebben hun productieafdelingen naar Zuid-Oost-Aziё verplaatst • waardoor de waarde van de export vanuit de ASEAN-landen naar de Verenigde Staten en de Europese Unie hoger is geworden
VW-0131-a-10-1-c
9
1 1
1 1
1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 130
Vraag
Antwoord
Scores
Leefomgeving
Opgave 8 − Het Oosterdokseiland 25
maximumscore 1 Voorbeelden van een juist voordeel zijn: − minder kosten (omdat de investeringen worden gedeeld) − minder risico (omdat de investeringen worden gedeeld) − Er kunnen projecten worden uitgevoerd die voor de gemeente (technisch, economisch, organisatorisch enz.) anders niet haalbaar zijn.
26
maximumscore 3 Voorbeelden van juiste redenen zijn: − goed bereikbaar per openbaar vervoer − historische binnenstad op loopafstand − representatieve locatie / moderne architectuur − voldoende congresfaciliteiten in de omgeving aanwezig − voldoende horecafaciliteiten in de omgeving aanwezig − aantrekkelijke woon-/werkplek voor werknemers per juiste reden
27
1
maximumscore 2 • Voorbeelden van een juiste reden voor het verliezen van de oorspronkelijke functie zijn: − de concentratie van havenactiviteiten in grotere havens − De opkomst van het containervervoer, waarbij haventerreinen over veel opslagcapaciteit moeten beschikken. − Het gebruik van schepen met een grotere diepgang, die bij de oude haventerreinen niet wordt bereikt. • Voorbeelden van een juiste reden voor het krijgen van een nieuwe functie zijn: − Tertiairisering van de economie (waardoor er een grote vraag naar hoogwaardige kantoorlocaties ontstond). − Snelle stijging van de welvaart in Europese landen (waardoor de vraag naar dure woningen steeg).
VW-0131-a-10-1-c
10
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 131
Vraag
28
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste voordelen zijn: − De Zuidas heeft betere internationale verbindingen / ligt gunstiger ten opzichte van Schiphol. − De Zuidas is beter bereikbaar voor wegverkeer. − De Zuidas is een veel groter gebied. per juist verschil
1
Opgave 9 − Kustbeheer op Texel 29
30
31
32
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • er bij zandsuppleties ruimte blijft voor natuurlijke processen (dynamisch) • zandsuppleties er toe bijdragen dat de kust beschermd wordt (handhaven)
1 1
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • het zeewater dat De Slufter binnenstroomt vrijwel komt stil te staan • waardoor veel zand zal bezinken (dat later door de wind kan worden opgeblazen tot duinen) maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste uitleg is: • Langs de Waddeneilanden is een kustparallelle zeestroming / is de zeestroming gericht naar het noordoosten (oorzaak) • waardoor er afbraak / erosie aan de zuidwestkant van de eilanden zal zijn en opbouw / sedimentatie aan de noordoostkant (gevolg) maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • De afwisseling van eb en vloed betekent dat er een hoge dynamiek is in De Slufter (oorzaak) • waarbij verschillende soorten leefmilieus voor planten en dieren ontstaan / waarbij een hoge diversiteit ontstaat (gevolg) of • In De Slufter zullen veel overgangsmilieus/gradiënten zijn (oorzaak) • waarbij zich bij iedere gradiënt een eigen vegetatie ontwikkelt (gevolg)
VW-0131-a-10-1-c
11
1 1
1 1
1 1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 132
5 Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 7 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bron 1
vrij naar: http://www.visualizingeconomics.com
bron 2
vrij naar: http://www.census.gov/ipc/www/idb/
Opgave 2 bron 1
vrij naar: De Grote Globaliseringsgids, van aandeelhouder tot Zapatista, E. Nieuwenhuis, 2005
Opgave 3 bron 1
vrij naar: www.mapsofworld.com/usa
bron 2
vrij naar: Van Weesep, Van Aalst & Van Melik, Geografie, april 2008
Opgave 4 bron 1, 2 en 3
vrij naar: Lambert, D. and the Diagram Group, The field guide to geology, 2007
bron 4
bron: www.richard-seaman.com
bron 5
bron: www.photo.net
Opgave 5 bron 1
vrij naar: http://thulescientific.com
bron 2a
vrij naar: http://news.bbc.co.uk
bron 2b
bron: http://www.nieuwsdossier.nl
bron 2c
bron: http://www.standaard.be
bron 3
vrij naar: Christopherson, R.W., Geosystems, an introduction to physical geography, Upper Saddle River, New Jersey, 2006
Opgave 6 bron 1
vrij naar: http://climatediagrams.com/climate.php
Opgave 7 bron 1
bron: De Grote Bosatlas, 53e druk, kaart 149A
bron 2
bron: De Grote Bosatlas, 53e druk, kaart 149B
Opgave 8 bron 1 en 2
bron: www.oosterdokseiland.nl
Opgave 9 bron 1
vrij naar: http://www.zeeinzicht.nl
bron 2
vrij naar: De Grote Bosatlas, 52e druk
bron 3
bron: De Grote Topografische Atlas, deel West-Nederland, schaal 1:50.000
VW-0131-a-10-1-c VW-0131-a-10-1-c*
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 133
aanvulling op het correctievoorschrift
2010-1
aardrijkskunde VWO Centraal examen vwo Tijdvak 1 opgaven
Aan de secretarissen van het eindexamen van de scholen voor vwo Bij het centraal examen aardrijkskunde VWO: Op pagina 8 van het correctievoorschrift, bij vraag18 moeten altijd 3 punten worden toegekend, ongeacht of er wel of geen antwoord gegeven is, en ongeacht het gegeven antwoord. Ik verzoek u dit bericht door te geven aan de correctoren aardrijkskunde vwo.
Het College voor Examens, Namens deze, de voorzitter,
drs H.W. Laan
VW-A-0131-a-10-1-c*
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 134
Correctievoorschrift VWO
2010 tijdvak 2
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regel 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-09.0313, 31 maart 2009, zie www.examenblad.nl). Deze regeling blijft ook na het aantreden van het College voor Examens van kracht. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-0131-a-10-2-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 135
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de Regeling beoordeling centraal examen van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
VW-0131-a-10-2-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 136
4
5
6 7
8 9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen; 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
3 Vakspecifieke regel Voor dit examen kunnen maximaal 63 scorepunten worden behaald.
VW-0131-a-10-2-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 137
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Wereld
Opgave 1 − Los Angeles en New York 1
maximumscore 2 Twee van onderstaande: − kaart 174C (52e druk: 159A) − kaart 175A (52e druk: 160C) − kaart 175C (52e druk: 159C) − kaart 174A (52e druk: 158A) per juiste kaart
2
3
1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • het aandeel van Oost-Azië in de wereldhandel is toegenomen / er sprake is van global shift (oorzaak) • waardoor de relatieve ligging van Los Angeles is verbeterd ten opzichte van die van New York (gevolg)
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste functies zijn: − de politieke functie (zetel van de VN/Veiligheidsraad) − de financiële functie (de New Yorkse effectenbeurs / Wallstreet) per juiste functie
1
4
maximumscore 1 Los Angeles ligt dichter bij de Mexicaanse grens dan New York.
5
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste beschrijving is: • De ‘African Americans’ zijn grotendeels nazaten van mensen die als slaaf werkten op plantages in het zuidoosten van de Verenigde Staten • New York was in 1860 al een aantrekkelijke/belangrijke stad voor mensen die werk zochten / voor vrijgekochte slaven of gevluchte slaven, terwijl Los Angeles nog aan het begin van zijn groei stond
VW-0131-a-10-2-c
4
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 138
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 2 − Senegal worstelt met globalisering 6
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • Door het koloniale verleden is het eetpatroon veranderd • en de nieuwe etenswaren zijn alleen op de wereldmarkt te koop / worden geïmporteerd (uit koloniaal moederland)
1 1
7
maximumscore 1 diffusie
8
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste backwash-effecten zijn: − Voor geïmporteerd voedsel moet je meer betalen (waardoor je minder geld overhoudt voor andere dingen). − Doordat mensen geïmporteerd voedsel eten, zal de vraag naar voedsel uit eigen land afnemen (waardoor boeren minder gaan verdienen). per juist backwash-effect
9
1
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • Door het duurder worden van geïmporteerd voedsel gaan mensen meer voedsel uit eigen land eten • waardoor de inkomsten van het armere platteland zullen toenemen (en de tegenstelling tussen rijkere en armere gebieden afneemt)
1 1
Aarde
Opgave 3 − Luchtstromen 10
maximumscore 1 De ITCZ / de zone met lagedrukgebieden bevindt zich tweemaal per jaar ter hoogte van Arusha / boven de evenaar.
11
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • aflandige wind • hogere luchtdruk / dalende lucht
VW-0131-a-10-2-c
5
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 139
Vraag
12
13
Antwoord
Scores
maximumscore 3 • zuidoost/oost • zuidwest/west • De wind passeert de evenaar / de rotatie van de aarde
1 1 1
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat • op het noordelijk halfrond meer land ligt dan op het zuidelijk halfrond (situatiebeschrijving) • hoe meer landmassa er aanwezig is, hoe groter de temperatuurverschillen / hoe groter de verschillen in luchtdruk in de loop van een jaar (algemene regel)
1
1
Opgave 4 − Plaatbewegingen, vulkanisme en aardbevingen in het Middellandse Zeegebied 14
15
16
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • bij de buitenboog de Afrikaanse plaat nog niet zo diep onder de Egeïsche plaat is weggedoken (oorzaak) • waardoor er bij de buitenboog te weinig druk- en temperatuuropbouw is voor het opstijgen van magma (gevolg) maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • in het westelijk deel van het Middellandse Zeegebied vooral sprake is van stukken continentale korst die op elkaar botsen / geen subductie plaatsvindt (oorzaak) • waardoor er geen magma richting het aardoppervlak zal bewegen (gevolg) maximumscore 2 • 1: explosief • 4: schildvulkaan
1
1 1
1 1
17
maximumscore 1 stratovulkaan/kegelvulkaan
18
maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste beschrijving zijn: − Bij divergente plaatbewegingen doen zich minder zware aardbevingen voor. − Bij convergente aardbevingen doen zich zwaardere aardbevingen voor.
VW-0131-a-10-2-c
1
6
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 140
Vraag
Antwoord
Scores
Zuidoost-Azië
Opgave 5 − SiJoRi, een succesvolle groeidriehoek 19
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste comparatieve voordelen zijn: − meer ruimte/grond voor bedrijven − goedkopere arbeidskrachten − minder strenge wetgeving wat betreft arbeidsomstandigheden en milieu per juist comparatief voordeel
1
20
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat Singapore en Johor beide lange tijd deel uitmaakten van het Britse koloniale rijk (terwijl de Riau-eilanden bij Nederlands-Indië behoorden) / Singapore enige tijd deel uitmaakte van Maleisië.
21
maximumscore 2 • de corridor Johor-Batam/Riau-archipel/corridor 3 • Uit het antwoord moet blijken dat in deze corridor Singapore als grootste economie/centrumland/overslaghaven niet is betrokken
22
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste nadelige gevolgen zijn: − Milieuproblemen worden afgewenteld op de lokale gemeenschap. − De lokale cultuur/gemeenschap raakt ontwricht door de snelle economische ontwikkeling. − Bewoners worden onvoldoende gecompenseerd bij gedwongen vertrek uit hun huis of verlies van hun landbouwgrond. per juist gevolg
1
Opgave 6 − De Mekong 23
maximumscore 2 • In die periode is het regenseizoen • In die periode smelt de sneeuw in de bovenloop
VW-0131-a-10-2-c
7
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 141
Vraag
24
25
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • de Mekong in de benedenloop een gering verhang heeft / de Mekong in de benedenloop door een zeer vlak gebied stroomt (oorzaak) • waardoor (bij aanvoer van heel veel water) de afvoer stagneert (en het rivierwater naar het Tonle Sap-meer stroomt) (gevolg)
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste nadelige gevolgen zijn: − minder aanvoer van (vruchtbaar) slib − verzilting / het binnendringen van zeewater in de delta − toenemende erosie van de delta door de zee per juist nadelig gevolg
26
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste gegevens zijn: − het geringe aantal inwoners van Laos − het lage bbp/bnp van Laos − Het geringe percentage van de beroepsbevolking dat in Laos in de industrie werkt. − de lage score van Laos op de VN-index − Gegevens die wijzen op het geringe ontwikkelingsniveau van Laos. per juist gegeven
1
Leefomgeving
Opgave 7 − Houten 27
maximumscore 2 • wijk 1 en 3 • Uit het antwoord moet blijken dat de bevolking in de nieuwste wijken jonger is dan in de oudere wijken
1 1
Opmerking Alleen wanneer wijk 1 en 3 beide genoemd zijn één punt toekennen.
VW-0131-a-10-2-c
8
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 142
Vraag
28
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − Houten ligt dichtbij Utrecht. − Houten is goed bereikbaar per auto. − Houten is goed bereikbaar per openbaar vervoer. per juist argument
1
Opmerking Argumenten die verwijzen naar de centrale ligging van Houten in Nederland dienen fout gerekend te worden. 29
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste ruimtelijke argumenten zijn: − Het buitengebied raakt meer volgebouwd. / Er gaat veel open ruimte verloren. − De samenhang in de ruimtelijke opbouw van Houten kan verdwijnen. / Er ontstaan nu twee centrumgebieden rondom de stations. − Er ontstaan meer files rondom Houten. / Er ontstaat grotere verkeersdrukte op de Rondweg rondom Houten. per juist argument
30
1
maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat • het Vinex-beleid tot doel heeft de bevolkingsoverloop uit de nabij gelegen grote steden op te vangen • terwijl van alle nieuwe inwoners in Houten slechts iets meer dan 25 procent uit de stad Utrecht komt
1 1
Opgave 8 − De Hondsbosse Zeewering 31
maximumscore 2 De juiste aanwijzingen zijn: • de aanwezigheid van zeeklei(polders) landinwaarts van de Hondsbosse zeewering • de aanwezigheid van terpen, wierden en andere woonheuvels landinwaarts van de Hondsbosse zeewering
VW-0131-a-10-2-c
9
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 143
Vraag
32
33
34
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste voordelen zijn: − Zachte kusten zijn beter voor de diversiteit / de natuur. − Zachte kusten passen zich aan natuurlijke schommelingen aan. − Zachte kusten zijn beter te gebruiken voor toerisme en recreatie. per juist voordeel
1
maximumscore 2 • getijdenwerking • wind/zeestroming
1 1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • door golfoverslag het brakke milieu achter de dijk wordt versterkt (oorzaak) • waardoor de unieke flora en fauna in dat gebied in stand blijft / wordt versterkt (gevolg)
1 1
5 Inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 25 juni naar Cito.
VW-0131-a-10-2-c
10
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 144
6 Bronvermeldingen Opgave 1 bron 1
vrij naar: U.S. Census, 2000
Opgave 2 bron 1
bron: Geografie, oktober 2008
Opgave 3 bron 1 en 2
vrij naar: Christopherson, R.W, Geosystems, an introduction to physical geography, Upper Saddle River, New Jersey, 2006
Opgave 4 bron 1
vrij naar: Vulkanisme in Griekenland, Beukenkamp, P, Vulcanus roert de trom, Geografie jaargang 16, nummer 6, juni 2007
bron 2
vrij naar: De Grote Bosatlas, 53e druk
Opgave 5 bron 1
vrij naar: Toh Mun Heng, Development in the Indonesian-MalaysiaSingapore Growth Triangle, National University of Singapore, maart 2006
bron 2
vrij naar: http://www.multilingualmatters.net/cit
Opgave 6 bron 1 en 2
vrij naar: Peter Druijven, De Mekong: Moeder der Wateren; in: Geografie, juni 2008
Opgave 7 bron 1 bron 2
vrij naar: www.houten.nl vrij naar: http://www.houten.nl/over-gemeente-houten/feiten-encijfers/bevolking/bevolkingspiramides-per-wijk
bron 3
vrij naar: http://www.houten.nl/over-gemeente-houten/feiten-en-cijfers/vergelijk-de-wijken
bron 4
vrij naar: Falk Stratenboek, 2003
bron 5
vrij naar: http://www.houten.nl/over-gemeente-houten/feiten-encijfers/bevolking/ontwikkelingen-in-de-bevolking
Opgave 8 bron 1
vrij naar: http://www.noord-holland.nl/projecten/Kustvisie/ zwakke_schakels/ Hondsbosse_Zeewering/index.asp kust bij Den Haag: http://www.noord-holland.nl/Images
VW-0131-a-10-2-c VW-0131-a-10-2-c*
11
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 145
Correctievoorschrift VWO
2009 tijdvak 1
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO.
925-0131-a-VW-1-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 146
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
925-0131-a-VW-1-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 147
4
5
6 7
8 9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
3 Vakspecifieke regel Voor dit examen kunnen maximaal 63 scorepunten worden behaald.
925-0131-a-VW-1-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 148
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Politiek en ruimte
Opgave 1 − Gemeentelijke herindeling rondom Oldambtmeer 1
2
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • de bevolking in de regio (rond het Oldambtmeer) zal toenemen / er meer koopkrachtige bewoners komen • waardoor voorzieningen in de betrokken gemeenten (met name Winschoten) een groter draagvlak krijgen / waardoor voorzieningen van een hogere orde rendabel worden
1
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste veranderingen zijn: − De (mate van) stedelijkheid neemt toe / er komen nieuwe woningen bij. − Er komen nieuwe natuurgebieden bij. − Er wordt nieuwe infrastructuur aangelegd. − Er verdwijnt een aantal wegen. per juiste verandering
3
1
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste argumentatie zijn: • Het nieuwe recreatiegebied zou anders in drie gemeenten komen te liggen • en daardoor zou onnodig veel overleg en afstemming voor een gemeenschappelijk beleid nodig zijn of • Het nieuwe recreatiegebied komt dan geheel in één gemeente te liggen • waardoor het beleid omtrent dit gebied efficiënt gevoerd kan worden
925-0131-a-VW-1-c
4
1 1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 149
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 2 − Nomadische leefwijze van de Tuareg steeds meer onder druk 4
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste gebiedskenmerken zijn: − Het was voornamelijk woestijngebied. − Het was een gebied met weinig toen bekende natuurlijke hulpbronnen. − Het was een gebied met een geringe bevolkingsdichtheid. − Het gebied heeft nauwelijks landschappelijke elementen die een barrière vormen, zoals bergketens of rivieren. per juist gebiedskenmerk
5
6
7
1
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • De trek van de Tuareg naar het zuiden veroorzaakt in droge tijden nog meer schaarste van landbouwgrond en water • waardoor er strijd om grond / om water kan ontstaan tussen de nomadische Tuareg en de sedentaire / akkerbouwbedrijvende bevolking of • In dat deel leven naast de Tuareg ook andere volken (sedentaire akkerbouwers) • waardoor bij droogte strijd kan ontstaan tussen deze volken en de Tuareg om de beschikbare grond / het beschikbare water of • In dat deel wordt (steeds) meer grond (en water) in gebruik genomen door sedentaire akkerbouwers • waardoor in geval van droogte strijd kan ontstaan tussen de akkerbouwers en de Tuareg om de schaarse grond / het schaarse water maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • de Tuareg een nomadische leefwijze hebben • waardoor ze dan in hun leefwijze zouden worden gehinderd door staatsgrenzen
1
1
1 1
1
1
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: − Regeringen zijn bang dat als aan de Tuareg autonomie wordt verleend, andere volken ook meer autonomie zullen eisen. − Regeringen zijn bang voor verlies van macht. per juiste reden
925-0131-a-VW-1-c
1
5
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 150
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 3 − De Portugese schoenenindustrie 8
9
maximumscore 2 ja • Uit de motivering moet blijken dat • in Noord-Portugal zich meer dan 90 procent van alle schoenenindustrie bevindt • in Noord-Portugal zich meer dan 90 procent van alle werknemers in de schoenenindustrie bevindt
0
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten vóór zijn: − Door de verplaatsing heeft de Europese schoenenindustrie meer kansen in de concurrentiestrijd met de Aziatische schoenenfabrikanten. − De regionale ongelijkheid in Europa zal kleiner worden. − De werkgelegenheid komt nu ten goede aan gebieden in Europa waar de economische situatie slechter is. per juist argument
1
10
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juiste reden is: Door importheffingen op Aziatische schoenen zijn er meer kansen voor de Portugese schoenenindustrie om haar schoenen op de Europese markt te verkopen.
11
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • Chinese en Vietnamese schoenenfabrieken in de EEZ produceren voor de Europese markt • door importheffingen hun producten duurder worden
1 1
Migratie en mobiliteit
Opgave 4 − Migranten uit Afrika 12
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • de zuidelijke route een tussenliggende mogelijkheid (intervening opportunity) is om naar Europa te gaan • omdat de transporteerbaarheid (transferability) naar de Canarische Eilanden (Spanje) behoorlijk goed is
925-0131-a-VW-1-c
6
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 151
Vraag
13
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de argumentatie moet blijken dat • illegale migranten na een gelukte oversteek belanden in het Schengengebied / in de EU waar zij vrij kunnen reizen • maar de Nederlandse overheid wil ongelimiteerde toegang tot Nederland voorkomen
1 1
14
maximumscore 1 Voorbeelden van een juist argument vóór het voorstel van Sarkozy zijn: − Op deze manier kunnen beter opgeleide mensen uit Afrika zich in Europa verder ontwikkelen (en dat is niet alleen goed voor Europa maar na terugkeer naar hun geboorteland zal ook dat land daar profijt van hebben). − Op deze manier kunnen de Afrikaanse migranten meer participeren in de Europese samenlevingen.
15
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument tégen het voorstel van Sarkozy is: Op deze manier zullen de hoogst opgeleide Afrikanen wel eens in grote aantallen naar de EU kunnen vertrekken, wat leidt tot braindrain in Afrika.
Opgave 5 − Migratie in de vier grote steden 16
maximumscore 1 −55.000 Opmerking Elk ander getal is 0 punten.
17
maximumscore 3 Voorbeelden van juiste demografische oorzaken zijn: − daling van de immigratie van niet-westerse allochtonen − stijging van immigratie van westerse allochtonen − suburbanisatie van niet-westerse allochtonen − daling geboortecijfer bij niet-westerse allochtonen − stijging van geboortecijfer bij westerse allochtonen en/of autochtonen − minder suburbanisatie van autochtonen − de terugkeer naar de stad van autochtonen per juiste demografische oorzaak
925-0131-a-VW-1-c
1
7
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 152
Vraag
18
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste pullfactoren zijn: − Er zijn goedkope woningen beschikbaar. − Er zijn specifieke voorzieningen beschikbaar. − Er zijn familieleden en landgenoten aanwezig. per juiste pullfactor
19
1
maximumscore 2 • A: studiemogelijkheden in de vier grote steden • B: betere huisvesting / betere banen en/of hoger inkomen elders / andere levensfase / mensen met jonge kinderen willen vaak liever niet in een grote stad wonen
1
1
Opgave 6 − Het Randstadspoor 20
maximumscore 1 de toegenomen afstand tussen wonen en werken
21
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: • Randstadspoor heeft een hoge gebruikswaarde omdat de treinen snel, comfortabel en frequent rijden • Vervoer per trein kent een hoge toekomstwaarde omdat het de duurzaamheid ten goede komt
1 1
Opmerking Er mogen alleen punten worden toegekend als het begrip in de juiste context is gebruikt. 22
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • het Randstadspoor een deel van de lokale en regionale automobilisten uit hun auto zal halen • waardoor het minder druk wordt op de autosnelwegen rond de stad Utrecht (en het verkeer op de doorgaande oost-west route sneller kan rijden
925-0131-a-VW-1-c
8
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 153
Vraag
Antwoord
Scores
Actieve aarde
Opgave 7 − De veranderingen van het Ertsgebergte in de loop van de geologische geschiedenis 23
maximumscore 3 Uit de beschrijving moet blijken dat • het landschap toen een laaggelegen moeras / veengebied / rivierdelta was • het klimaat toen warm • en vochtig was
1 1 1
24
maximumscore 1 slenk
25
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • door opstijgend magma de aardkorst daar werd uitgerekt (oorzaak) • waardoor breuken ontstonden (met vulkanisme als gevolg) (gevolg)
1 1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • het hoogteverschil tussen horst en slenk de stroomsnelheid van de rivieren deed toenemen (oorzaak) • waardoor de eroderende werking van de rivieren groter werd (gevolg)
1 1
26
27
maximumscore 3 • metamorf gesteente De juiste oorzaken zijn: • toename van de druk • toename van de temperatuur
925-0131-a-VW-1-c
1 1 1
9
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 154
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 8 − Vulkanisme 28
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste eigenschappen zijn: − Het magma is stroperig / bevat verhoudingsgewijs veel silicaat / is zuur. − Het magma bevat verhoudingsgewijs veel waterdamp of andere gassen. per juiste eigenschap
1
29
maximumscore 1 de toename van de bevolking in de buurt van vulkanen
30
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: − bevolking is minder afhankelijk van lokaal voedsel − verbetering van het wegennet / infrastructuur − snellere en betere internationale hulp − verbetering van vervoermiddelen − aanwezigheid van rampenplannen − verbetering van communicatiemiddelen
31
per juiste reden
1
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • vulkanische as afkoeling van de atmosfeer veroorzaakt • terwijl de uitgestoten gassen de atmosfeer opwarmen
1 1
Opgave 9 − Klimaatverandering door de mens? 32
maximumscore 2 − pollenanalyse / palynologie − C14-methode per juiste methode
33
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken van de temperatuurdaling in de periode 1945-1976 zijn: − extra activiteit van vulkanisme − verandering van de zonneactiviteit of stabilisatie
925-0131-a-VW-1-c
10
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 155
Vraag
34
Antwoord
Scores
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument is: Op langere termijn is er een stijgende trend van de temperatuur.
5 Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 3 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen bron 1
vrij naar: agenda vitaal platteland 2007, ministerie van LNV, www.detweedegemeentevangroningen.nl, www.blauwestad.nl
bron 2 en 3
bron: Cito
bron 4
vrij naar: http://www.monde-diplomatique.fr
bron 5
vrij naar: the world factbook https://www.cia.gov/library/publications
bron 6
bron: Cito
bron 7 en 8
vrij naar: Geographische Rundschau 57, nummer 12, 2005
bron 9
vrij naar: ANP, 23 februari 2006
bron 10
vrij naar: NRC Handelsblad, 23 januari 2006
bron 11
vrij naar: Geografische Rundschau 57, nummer 12, 2005
bron 12 en 13
vrij naar: NRC Handelsblad, 11 juli 2006
bron 14 en 15
vrij naar: Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006; grote steden in demografisch perspectief
bron 16
vrij naar: http://www.passewaaij.nl
bron 17
vrij naar: www.randstadspoor.nl
bron 18
vrij naar: Wagenbreth, O. en W. Steiner, Geologische Streifzüge, Leipzig, 1990 en vrij naar: http://home.arcor.de/rn.ar/erzgebirge/landkarte
bron 19
vrij naar: Tingley J.V. e.a., Geologic Tours in the Las Vegas Area, Nevada Bureau of Mines and Geology, University of Nevada, Reno, 2001
bron 20
vrij naar: Professor Gareth Davis, inaugurele rede over vulkanisme en het risico voor de mensheid, gehouden op de Vrije Universiteit Amsterdam op 13 juni 2005. Deze rede is gepubliceerd in het tijdschrift Gea , juni 2006
bron 21
vrij naar: enkele citaten van een artikel gepubliceerd op de website van Vrij Nederland http://www.vn.nl
bron 22
925-0131-a-VW-1-c 925-0131-a-VW-1-c*
bron: Cito
11
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 156
Correctievoorschrift VWO
2009 tijdvak 2
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO.
949-0131-a-VW-2-c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 157
4 5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
949-0131-a-VW-2-c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 158
4
5
6 7
8 9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
3 Vakspecifieke regel Voor dit examen kunnen maximaal 58 scorepunten worden behaald.
949-0131-a-VW-2-c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 159
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Politiek en ruimte
Opgave 1 − Kroatië in de Europese Unie? 1
maximumscore 1 Voorbeelden van een juist argument zijn: − grotere stabiliteit / minder kans op conflicten in de Balkan − De landen uit het voormalig Joegoslavië horen bij Europa.
2
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − Kroatië is net als veel andere EU-landen een katholiek land. − In Kroatië wordt net als in Slovenië een Zuid-Slavische taal gesproken. per juist argument
3
4
1
maximumscore 2 Uit de argumentatie moet blijken dat • Kroatië een bnp per hoofd heeft van € 5760 of € 7260 of € 10.091 (afhankelijk van de oplage GB 52e druk) / een bbp per hoofd heeft van €11.080 (GB 53e druk) • dit bnp / bbp is duidelijk (veel) hoger dan dat van Roemenië, Bulgarije en Letland (en deze landen zijn al lid) maximumscore 2 • Nee, Kroatië zou geen goede aanvulling zijn Een voorbeeld van een juiste redenering is: • Kroatië heeft een bevolkingsopbouw die vergelijkbaar is met die van andere Europese landen • waardoor er geen verjonging van de EU-bevolking plaatsvindt
1 1
0
1 1
Opgave 2 − Onafhankelijkheidsstrijd Karen in Myanmar (Birma) 5
maximumscore 2 • begrip: (regionale) autonomie • staatsvorm: federatie / federalisme
949-0131-a-VW-2-c
4
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 160
Vraag
6
7
8
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • In Thailand ook Karen wonen • die dan aansluiting bij de Karen in Myanmar zoeken / ook meer zelfstandigheid zullen opeisen
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • De landen van de ASEAN liggen meer nabij / zijn meer cultureel verwant / hebben onderling meer economische en/of politieke contacten • waardoor zij meer dwang op Myanmar kunnen uitoefenen dan de VN of • De VN (en andere wereldorganisaties) worden gedomineerd door westerse landen / oude koloniale moederlanden • deze landen roepen meer weerstand op bij voormalige koloniën / wekken de schijn van neo-kolonialisme
1 1
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: − Site: het woongebied van de Karen bestaat uit veel berggebieden/oerwoudgebieden (die moeilijk toegankelijk zijn). − Situation: het woongebied grenst aan Thailand (waar ze mee kunnen handelen / zich kunnen verschuilen). − Situation: het woongebied ligt in de periferie van Myanmar. per juist kenmerk
1
Opgave 3 − Fusie van Abcoude, Breukelen, Loenen en De Ronde Venen 9
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat Maarssen meer verstedelijkt is dan de overige gemeenten.
10
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • de gemeente die dan ontstaat nog steeds te weinig inwoners heeft (oorzaak) • waardoor de schaalvoordelen van de dienstverlening door de gemeentelijke overheid minder goed zullen uitkomen / de bestuurskracht niet genoeg toe zal nemen (gevolg) (waardoor op termijn weer nieuwe herindeling noodzakelijk zal zijn)
949-0131-a-VW-2-c
5
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 161
Vraag
11
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: − Na de gemeentelijke herindeling van het Groene Hart blijven er een of enkele gemeenten over als gesprekspartner. − De natuur is over minder gemeenten versnipperd en dus is er meer kans op een samenhangend beleid. per juiste reden
1
Migratie en mobiliteit
Opgave 4 − Migratie per gemeente 12
maximumscore 1 Uit de vergelijking moet blijken dat gemeenten met hoge vertrekcijfers over het algemeen ook hoge vestigingscijfers hebben.
13
maximumscore 2 • Randstad: juiste antwoorden verwijzen naar pushfactoren die betrekking hebben op woonomstandigheden • Noord-Nederland: juiste antwoorden verwijzen naar pushfactoren die betrekking hebben op werksituaties
14
15
1 1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • op de Waddeneilanden de drempelwaarde van bepaalde (onderwijs)voorzieningen voor jongeren niet wordt gehaald • waardoor deze voorzieningen voor jongeren ontbreken
1 1
Indien het woord ‘drempelwaarde’ in het eerste antwoordelement ontbreekt
0
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • Het met de letter A aangegeven gebied omvat een groot deel van het Groene Hart • In het Groene Hart geldt veelal een bouwstop / zijn er beperkingen ten aanzien van nieuwbouw of • Rondom het met de letter A aangegeven gebied liggen VINEX-locaties • Dit zijn grootschalige stedelijke woningbouwprojecten waardoor juist daar zich veel mensen vestigen
949-0131-a-VW-2-c
6
1 1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 162
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 5 − Vluchtelingen in kaart 16
maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste oorzaak zijn: − Burundi en Rwanda worden geteisterd door burgeroorlog / gewapende conflicten. − In Burundi en Rwanda heerst of dreigt hongersnood.
17
maximumscore 2 Voorbeelden van argumenten vóór opvang in de buurlanden zijn: − Vluchtelingen kunnen dan later sneller / gemakkelijker weer naar huis. − Vluchtelingen blijven dan in hun eigen leefomgeving / raken minder ontheemd. − Familiebanden kunnen makkelijker in stand blijven. per juist argument
18
1
maximumscore 2 Voorbeelden van argumenten tégen opvang in de buurlanden zijn: − De opvanglanden zijn vaak niet in staat / te arm om adequate hulp te bieden. − De buurlanden zijn vaak ook niet (geheel) veilig. per juist argument
19
1
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat • Duitsland vanuit de belangrijkste herkomstgebieden van vluchtelingen beter bereikbaar / makkelijker toegankelijk is dan de VS (situatiebeschrijving) • hoe beter de transporteerbaarheid / transferability, hoe meer vluchtelingen een land aan zal trekken (algemene regel)
949-0131-a-VW-2-c
7
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 163
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 6 − Vrijetijdsmobiliteit 20
21
22
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • autoverplaatsingen in de vrije tijd vaak in gezinsverband / met vrienden plaatsvinden (oorzaak) • waardoor er meer personen in dezelfde auto zitten dan bij het totale aantal autoverplaatsingen waar ook het woon-werkverkeer onder valt (gevolg) maximumscore 1 • nee • Een voorbeeld van een juiste argumentatie is: Uit de bron blijkt niet of mensen afkomstig uit stedelijke gebieden die dagtochten ook in het stedelijke gebied van herkomst maken of naar een ander stedelijk gebied gaan. maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • culturele activiteiten veelal in stedelijke gebieden plaats vinden • in stedelijke gebieden het openbaar vervoer beter ontwikkeld is dan in niet-stedelijke gebieden
1
1
0 1
1 1
Actieve aarde
Opgave 7 − Geologie en klimaat in Nevada (VS) 23
maximumscore 1 • B • gesteentelaag A dringt binnen in gesteentelaag B / A is een intrusie in B (dus B moet er eerder zijn geweest)
24
maximumscore 1 stollingsgesteente
25
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat delen van de oorspronkelijk horizontaal liggende gesteentelagen, zijn scheefgesteld.
949-0131-a-VW-2-c
8
0 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 164
Vraag
26
27
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat: • gesteente A een grotere hardheid heeft dan het omliggende gesteente • waardoor de afbraak van dit gesteente minder snel is gegaan
1 1
maximumscore 1 reliëf / hoogteligging
Opgave 8 − Het Groningse aardgas 28
maximumscore 2 • A: woestijnklimaat • C: tropisch regenwoudklimaat
29
maximumscore 1 Het gesteente is poreus.
30
maximumscore 1 steenkool
1 1
Opmerking Carboon is fout. 31
maximumscore 1 Laag A bevat een ondoorlatend gesteente.
Opgave 9 − De uitbarsting van de Nevado del Ruiz in 1985 32
maximumscore 1 Het afsmelten (van een deel) van de ijskap van de vulkaan.
33
maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat • daar een ondergeschoven plaat smelt • waardoor er magma naar de oppervlakte opstijgt
34
1 1
maximumscore 1 stratovulkaan
949-0131-a-VW-2-c
9
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 165
Vraag
35
36
Antwoord
Scores
maximumscore 3 • afkoeling Uit de redenering moet blijken dat • op grotere hoogte de daar heersende krachtige winden vulkanische as snel over de hele wereld verspreiden • waardoor de as het zonlicht in een groot deel van de atmosfeer absorbeert / weerkaatst / verstrooit
1
1 1
maximumscore 1 de C14-methode
5 Inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 26 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen bron 1
vrij naar: http://www.europa-nu.nl
bron 2
vrij naar: de Volkskrant, 22 mei 2007 en Wikipedia
bron 3
vrij naar: http://www.pbs.org
bron 4 en 5
vrij naar: notitie herindeling Vecht- en Plassengebied, provincie Utrecht
bron 6 en 7
vrij naar: www.zorgatlas.nl
bron 8
vrij naar: http://www.unhcr.org/statistics
bron 9
vrij naar: http://www.unhcr.org/publ
bron 10, 11 en 12 bron 13 en 14
vrij naar: Op weg in de vrije tijd, Sociaal en Cultureel Planbureau, april 2006 vrij naar: Tingley, J.V. e.a., Geologic Tours in the Las Vegas Area, Nevada Bureau of Mines and Geology, University of Nevada, Reno, 2001
bron 15
vrij naar: artikel van H.J. Veenstra, geoloog RU Groningen, http://www.noorderbreedte.nl
bron 16
bron: volcanoes.usgs.gov
bron 17
vrij naar: Kroonenberg, S., De menselijke maat, Amsterdam, september 2007
949-0131-a-VW-2-c 949-0131-a-VW-2-c*
10
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 166
Correctievoorschrift VWO
2008 tijdvak 1
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO.
800025-1-013c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 167
4 5
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn.
800025-1-013c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 168
4
5
6 7
8 9
Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
3 Vakspecifieke regel Voor dit examen kunnen maximaal 72 scorepunten worden behaald.
800025-1-013c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 169
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Politiek en ruimte Opgave 1 − Enclaves in de Kaukasus 1
maximumscore 1 het bergachtige karakter van dit gebied
2
maximumscore 1 het uiteenvallen van de Sovjet-Unie Opmerking Het einde van de Koude Oorlog moet fout gerekend worden.
3
maximumscore 2 • Armenië telt vergeleken met de beide andere Kaukasische staten bijna alleen maar Armeniërs / Armenië telt weinig etnische minderheden / Armenië heeft een etnisch zeer homogene bevolking • kaart 122B (53e druk: 133C)
4
maximumscore 1 irredentisme
5
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat • Turken en Azeri’s etnisch / cultureel / religieus aan elkaar verwant zijn (situatiebeschrijving) • hoe meer etnische / culturele / religieuze verwantschap er tussen volkeren is, hoe meer zij geneigd zijn elkaar te steunen bij politieke conflicten (algemene regel)
800025-1-013c
4
1 1
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 170
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 2 − Uitbreiding van de Europese Unie op de Balkan 6
7
8
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste gegevens zijn: − het aandeel van de landbouw in het bbp − het percentage van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkt per juist gegeven
1
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat • beide landen vergeleken met de meeste oude lidstaten veel zeer kleine / zeer weinig grote landbouwbedrijven hebben (situatiebeschrijving) • hoe grootschaliger de landbouw in een land is georganiseerd, hoe efficiënter er kan worden gewerkt / hoe sterker de concurrentiepositie van dat land is (algemene regel)
1
maximumscore 3 Kenmerk Ruimtelijk kenmerk
Bevolkingskenmerk
Gebiedskenmerk
Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: De relatieve afstand van Nederland naar Bulgarije en Roemenië is erg groot (oorzaak), waardoor de transportkosten zwaar zullen drukken op de prijs van de Nederlandse tuinbouwproducten (gevolg). De bevolking van Bulgarije en Roemenië heeft een gering inkomen / geringe koopkracht (oorzaak), waardoor de afzetmogelijkheden in deze twee landen voor Nederlandse tuinders niet erg groot zijn (gevolg). Het klimaat van Bulgarije en Roemenië is gunstig voor de teelt van hun eigen tuinbouwproducten (oorzaak), waardoor de vraag naar Nederlandse tuinbouwproducten klein zal zijn (gevolg).
per juiste uitleg, die moet bestaan uit een oorzaak en een gevolg 9
1
1
maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste reden zijn: − De vrees voor de publieke opinie in lidstaten die geen verdere uitbreiding van de EU wil. − De instabiele politieke situatie in die landen maakt toetreding voorlopig ongewenst.
800025-1-013c
5
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 171
Vraag
10
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − Vanuit de economische dimensie: het bnp / het bbp per hoofd van de bevolking is in Kroatië hoger dan in Bulgarije en Roemenië. − Vanuit de culturele dimensie: Kroatië past vanwege het hoge percentage rooms-katholieken beter bij de EU dan Bulgarije en Roemenië met hun hoge percentage oosters-orthodoxen. − Vanuit de politieke dimensie: Kroatië heeft lang deel uitgemaakt van (EU-lid) Oostenrijk, terwijl Bulgarije en (een groot deel) van Roemenië lange tijd behoorden tot het Ottomaanse / Osmaanse Rijk. Opmerking Alleen voor een juist argument in combinatie met de juiste dimensie wordt een punt toegekend.
Opgave 3 − Veel steden maken nog geen Randstad 11
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste deelvragen zijn: − Werkt u in dezelfde gemeente als waarin u woont? − Werkt u in hetzelfde stadsgewest als waarin u woont? − Werkt u in een ander stadsgewest dan waarin u woont? − In welke gemeente doet u uw niet-dagelijkse boodschappen? − In welke gemeente gaat u uit / naar de bioscoop / naar het zwembad? − In welke gemeente gaan uw kinderen naar het voortgezet onderwijs? per juiste deelvraag
1
12
maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste aanwijzing zijn: − De bewoners van de Randstad blijven voor hun winkelbezoeken in overgrote meerderheid binnen hun eigen stadsgewest. − In de Randstad gaat maar een klein deel van de winkelbezoeken over de grenzen van het eigen stadsgewest heen.
13
maximumscore 3 Uit de verklaring moet blijken dat • het stadsgewest Amsterdam (vanuit de Randstad) veel meer klanten en klanten van veel verder weg trekt dan Utrecht (situatiebeschrijving) • hoe groter het aantal inwoners van een stad is, des te hoger het verzorgingsniveau van de winkels is (algemene regel) • hoe hoger het verzorgingsniveau is, des te groter de reikwijdte van die winkels is (algemene regel)
800025-1-013c
6
1 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 172
Vraag
Antwoord
Scores
Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 4 − Binnenstaten in Afrika 14
15
16
maximumscore 2 • Beschrijving: na de onafhankelijkheid van Eritrea is Ethiopië haar open verbinding met de zee kwijt / is Ethiopië een binnenstaat geworden • Ethiopië is nu voor zijn handel afhankelijker van de goede relaties met Eritrea/Djibouti maximumscore 3 Uit de verklaring moet blijken dat • er in gebied B veel meer grondstoffen(vindplaatsen) aanwezig zijn dan in gebied A (situatiebeschrijving) • hoe meer grondstoffen(vindplaatsen) er in een gebied aanwezig zijn / waren, hoe meer behoefte er was (in de koloniale tijd) om spoorlijnen aan te leggen (algemene regel) • kaart 150B (53e druk: 166B)
1
1
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste sociaalgeografische kenmerken zijn: − lage bevolkingsdichtheid − een laag bnp per hoofd van de bevolking − gebrek aan organisatievermogen / gebrek aan kapitaal per juist sociaalgeografisch kenmerk
17
1
1
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste uitleg vanuit de politieke dimensie is: • In de Democratische Republiek Kongo (Zaïre) en Angola hebben in het recente verleden gewapende conflicten / geweldsuitbarstingen plaatsgevonden (oorzaak) • waardoor de infrastructuur die Zambia met de zeehavens aan de Atlantische Oceaan verbindt, beschadigd of verwoest is (gevolg)
800025-1-013c
7
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 173
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 5 − Felle concurrentie tussen de containerhavens in Europa 18
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste uitleg is: • infrastructurele voorzieningen zijn vaak gemeente- en provinciegrens overschrijdend (oorzaak) • waardoor rijk, provincie en gemeente soms in aanvaring met elkaar komen omdat zij conflicterende belangen hebben (gevolg)
19
maximumscore 1 Londen en Rotterdam hebben voor containers elk een verschillend achterland.
20
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste uitleg is: • Door de recente toetreding van een aantal nieuwe landen in (Zuid)Oost-Europa tot de EU zijn er (handels)grenzen weggevallen / is er decompartimentering opgetreden (oorzaak) • waardoor de relatieve ligging van havens (in zowel West-Europa als in (Zuid)Oost-Europa) ten opzichte van dit nieuwe achterland sterk is verbeterd (en de onderlinge concurrentie is vergroot) (gevolg)
21
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste uitleg is: • De rijksoverheid kijkt vooral naar economisch belangen op nationale schaal: het Antwerpse dok kan schade toebrengen aan de Nederlandse economie • Distributiebedrijven kijken vooral naar bedrijfseconomische belangen die boven de nationale / de Europese schaal uitgaan en zien met de komst van het Deurganckdok alleen maar voordelen om hun activiteiten uit te kunnen breiden (want de capaciteit van Rotterdam is beperkt / Antwerpen en Rotterdam zijn complementair aan elkaar)
1 1
1
1
1
1
Opgave 6 − De A73-Zuid en de regio Venlo 22
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − de aanleg van dure kunstwerken is niet nodig − het milieu wordt meer gespaard per juist argument
800025-1-013c
1
8
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 174
Vraag
23
24
Antwoord
Scores
maximumscore 2 • gebruikswaarde • toekomstwaarde
1 1
maximumscore 3 Voorbeelden van juiste locatiefactoren (die in het gebied rond Venlo gunstiger zijn dan in het Westland): − grondprijs: goedkopere grond − toekomstwaarde: meer ruimte om uit breiden − verkeersinfrastructuur: minder congestieverschijnselen/minder files − ligging ten opzichte van de afzetmarkt: dichter bij het Ruhrgebied per juiste combinatie van locatiefactor en voordeel ten opzichte van het Westland
1
Actieve aarde Opgave 7 − De Zuidwalvulkaan 25
maximumscore 1 kaart 70A (53e druk: 76A)
26
maximumscore 1 tijdens Trias en Jura
27
maximumscore 3 juiste voorwaarde: 1: brongesteente 2: reservoirgesteente 3: afsluitend gesteente
juiste omschrijving: 4: steenkool uit het Carboon 5: zandsteen uit het Vroeg-Krijt 6: klei/schalie uit het Onder-Krijt
Opmerking Alleen de combinatie van juiste voorwaarde en juiste omschrijving hoe bij de boorlocatie Zuidwal wordt voldaan aan deze voorwaarde, levert 1 punt op.
800025-1-013c
9
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 175
Vraag
28
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Vanuit de economische dimensie: − de aardgaswinning in eigen land bespaart Nederland deviezen / zorgt voor een gunstiger betalingsbalans of handelsbalans • Vanuit de politieke dimensie: − de aardgaswinning in eigen land maakt Nederland voor zijn energievoorziening minder afhankelijk van het buitenland
1
1
Opgave 8 − El Niño 29
30
31
maximumscore 4 Uit de verklaring moet blijken dat • bij Indonesië relatief warm oceaanwater is (situatiebeschrijving) • bij de westkust van Zuid-Amerika relatief koud oceaanwater is (situatiebeschrijving) • boven warm water lucht zal uitzetten, waardoor de luchtdruk daalt / bij warm water de lucht zal opstijgen, waardoor de luchtdruk daalt (algemene regel) • boven koud water lucht zal inkrimpen, waardoor de luchtdruk stijgt / bij koud water de lucht zal dalen, waardoor de luchtdruk stijgt (algemene regel) maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • door de verplaatsing van warm oceaanwater in oostelijke richting het temperatuurverschil zal afnemen (oorzaak) • waardoor het luchtdrukverschil boven de Grote Oceaan zal afnemen (gevolg)
1
1
1
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: − de aanwezigheid van een hogedrukgebied − aflandige wind − de aanwezigheid van een koude zeestroom voor de kust per juiste oorzaak
32
1
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • 2e stap: als gevolg van meer verdamping er meer wolken kunnen ontstaan • 3e stap: wolken zonlicht tegenhouden waardoor de oceaan niet nog verder opwarmt
800025-1-013c
10
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 176
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 9 − Platentektoniek in Nieuw-Zeeland en omringend gebied 33
34
maximumscore 2 • A = mid-oceanische rug / divergente plaatgrens / transforme plaatgrens • B = subductiezone / convergente plaatgrens maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • ten oosten van het Noordereiland sprake is van subductie van de Pacifische plaat (oorzaak) • waardoor er een omhoog gerichte magmastroom / een magmahaard onder het Noordereiland ontstaat (met vulkanische activiteiten als gevolg) (gevolg)
1 1
1
1
35
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de gesteenten horizonaal ten opzichte van elkaar zijn verschoven (langs de Alpiene breuk).
36
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • de Nieuw-Zeelandse Alpen een waterscheiding vormen aan de westzijde van het Zuidereiland (oorzaak) • deze waterscheiding het Zuidereiland verdeelt in een smal westelijk deel (korte rivieren) en een breder oostelijk deel (langere rivieren) (gevolg)
1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • door de overheersende westenwinden (oorzaak) • er meer neerslag valt aan de loefzijde / aan de westkant van het gebergte dan aan de lijzijde / de oostzijde van het gebergte (gevolg)
1
37
1
1
5 Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 28 mei naar Cito.
800025-1-013c
11
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 177
6 Bronvermeldingen bron 1
vrij naar: Elsevieratlas; geschiedenis, grenzen, conflicten, ideologieën, projecties en vooruitzichten in 168 kaarten, Amsterdam, 2005
bron 2
vrij naar: Eurostat
bron 3
vrij naar: www.ruimtelijkplanbureau.nl
bron 4
vrij naar: Ritsema van Eck e.a.: Vele steden maken nog geen Randstad, Ruimtelijk Planbureau, Den Haag, 2006
bron 5
vrij naar: http://en.wikipedia.org/wiki/Landlocked_countries
bron 6
vrij naar: Marcel van Gils, Geografie, februari 2006
bron 7
vrij naar: Marcel van Gils, Geografie, februari 2006
bron 8
bron: De Grote Bosatlas, 53e druk, 2007 en vrij naar: www.vialimburg.nl
bron 9
vrij naar: www.natuurinformatie.nl
bron 10
vrij naar: Berendsen, H.J.A., De vorming van het land, 2004
bron 11
vrij naar: E.F.J. Mulder et al., De ondergrond van Nederland, 2003
bron 12
vrij naar: Philip, S. & G.J. van Oldenborgh, Alles verandert behalve El Niño, Het Weermagazine, nummer 4, 2006
bron 13
vrij naar: http://vulcan.wr.usgs.gov/Glossary/PlateTectonics/Maps/
bron 14
vrij naar: www.gns.cri.nz/what/earthact/
bron 15
vrij naar: www.gns.cri.nz/what/earthact/earthquakes/
bron 16
vrij naar: www.geo.arizona.edu/
bron 17
vrij naar: http://sci.waikato.ac.nz/evolution/images/nz_district.pdf
800025-1-013c 800025-1-013c*
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 178
Correctievoorschrift VWO
2008 tijdvak 2
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO.
800049-2-013c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 179
4 5
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn.
800049-2-013c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 180
4
5
6 7
8 9
Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
3 Vakspecifieke regel Voor dit examen kunnen maximaal 75 66 scorepunten worden behaald.
800049-2-013c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 181
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Politiek en ruimte Opgave 1 − De Westelijke Sahara, een bijna vergeten conflict 1
maximumscore 2 • het vrijwel ontbreken van grond- en brandstoffen • het geringe aantal inwoners
2
maximumscore 1 Frankrijk
3
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste politiekgeografische problemen zijn: − de positie van de Spaanse enclaves in Marokko − de illegale migratie vanuit Marokko naar Spanje
1 1
per juist probleem 4
5
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat: • de ontwikkeling van het regionale bewustzijn in de Westelijke Sahara wordt gehinderd door de geringe bevolkingsdichtheid / door het nomadische bestaan van veel Sahraoui’s • in de kampen in Algerije dat bewustzijn juist wordt gecultiveerd door het Polisario / versterkt wordt door de ellendige situatie waarin deze vluchtelingen daar leven maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • de Verenigde Naties hebben erop aangedrongen dat de oorspronkelijke bevolking van de Westelijke Sahara het recht heeft om (via een referendum) haar eigen politieke toekomst te kiezen • en zolang dat niet is gebeurd, hoort de EU / de internationale gemeenschap geen verdragen te sluiten met Marokko over economische activiteiten in dit gebied
800049-2-013c
4
1
1
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 182
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 2 − Vrijhandel voor ex-kolonies in het ACP-gebied? 6
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: − De EU-landen zijn veel rijker dan de ACP-landen. − De EU is een veel sterker handelsblok dan de ACP-landen. − De EU-landen zijn veel minder afhankelijk van één enkel exportproduct dan de ACP-landen. per juiste oorzaak
1
7
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juiste ruimtelijke voorwaarde is: De infrastructuur van die landen moet op elkaar aangesloten worden.
8
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juiste politieke voorwaarde is: Er moet een einde komen aan burgeroorlogen / geweld.
9
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • de bevolkingsgroei in de ACP-landen groot is (oorzaak) • waardoor de behoefte aan voedsel in deze landen flink zal toenemen (gevolg)
1
maximumscore 2 • Argument gebaseerd op een gebiedskenmerk: India heeft veel meer inwoners dan de gezamenlijke ACP-landen (en dus een grotere binnenlandse afzetmarkt) • Argument gebaseerd op een bevolkingskenmerk: het BNP per hoofd groeit in India sterker dan in de ACP-landen / deel van de bevolking van India is hoog geschoold
1
10
1
1
Opgave 3 − Het gemeenschappelijke landbouwbeleid 11
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste nadelige effecten zijn: − Vanuit de natuurdimensie: de meer ‘industriële’ bedrijfsvoering (die een gevolg was van het GLB) heeft schade toegebracht aan het landschap / schaalvergroting (als gevolg van het GLB) heeft gezorgd voor mestoverschotten. − Vanuit de politieke dimensie: het GLB heeft geleid tot handelsconflicten met de VS en / of de WTO of voorbeelden daarvan. Alleen per combinatie van juiste dimensie en juist nadelig effect
800049-2-013c
5
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 183
Vraag
12
13
14
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • de subsidies op producten hebben geleid tot grote overschotten (die door de Europese Unie werden opgekocht) • beheren / wegwerken van overschotten kost meer geld dan het subsidiëren van de landbouwbedrijven maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • landbouwbedrijven uit andere landen op de EU-markt gemakkelijker kunnen concurreren met de landbouwbedrijven uit de Europese Unie (oorzaak) • waardoor het marktaandeel van de Europese landbouwbedrijven kleiner kan worden (gevolg) maximumscore 2 Een voorbeeld van een passende redenering is • Nederlandse melkveehouders produceren tegen een lagere kostprijs dan hun collega’s in de EU / werken efficiënter • zodat na afschaffing van het melkquotum zij hun marktaandeel kunnen vergroten ten koste van die collega’s in andere landen met een hogere kostprijs / wat leidt tot grotere opbrengsten
1 1
1 1
1
1
Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 4 − Breda als ‘Poort van Brabant’ 15
maximumscore 1 Voorbeelden van een juist economisch bezwaar zijn: − Er zullen huurverhogingen worden doorgevoerd. − De onroerende zaakbelasting zal omhoog gaan. − Parkeren wordt duurder.
16
maximumscore 1 Voorbeelden van een juist ruimtelijk bezwaar zijn: − Er zal meer ruimte gereserveerd worden voor andere doeleinden dan wonen. − De vertrouwde woonomgeving krijgt een totaal ander uiterlijk. − Het wordt drukker (in de omgeving van de bewoners). − Minder parkeergelegenheid (‘voor de deur’).
800049-2-013c
6
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 184
Vraag
17
18
19
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • door toenemende internationalisering / door de aansluiting op de HSL (oorzaak) • de relatieve ligging van Breda ten opzichte van de grote steden in België en Nederland is verbeterd (gevolg) maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • een HSL bedoeld is voor personenvervoer • een EDC (zoals van Samsung) is een schakel in het goederenvervoer maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring is: • Door de Nieuwe Sleutelprojecten krijgen deze met de HSL verbonden steden (zoals Breda) een meer hoogwaardige woon-, werk- en leefomgeving met internationale allure / uitstraling (situatiebeschrijving) • Hoe meer internationale allure een stad heeft, hoe meer internationale bedrijven zich in deze stad zullen vestigen (wat van nationaal belang is) / hoe meer spin-off er voor Nederland zal ontstaan / hoe meer nationaal stuwende bedrijven zullen worden aangetrokken (algemene regel)
1 1
1 1
1
1
Opgave 5 − Nieuwe infrastructuur in Kenia en zijn buurlanden 20
21
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: • De spoorlijn loopt rechtstreeks van de kust naar belangrijke grondstoffenvindplaatsen • Er zijn nauwelijks dwarsverbindingen
1 1
maximumscore 2 Een voorbeeld van een verklaring vanuit de natuurlijke dimensie is: • Tussen Kenia en buurland Tanzania zijn er nauwelijks of geen natuurlijke hindernissen. Tussen de Democratische Republiek Kongo en buurland Tanzania ligt een groot meer / een hoog gebergte (situatiebeschrijving) • Hoe groter de natuurlijke hindernissen tussen landen zijn, des te minder goed de infrastructuur tussen die landen ontwikkeld is (algemene regel)
800049-2-013c
7
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 185
Vraag
22
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring vanuit de politieke dimensie is: • Kenia en Tanzania vielen in de koloniale tijd onder Brits bestuur, de Democratische Republiek Kongo onder dat van België (situatiebeschrijving) • Als gebieden door dezelfde koloniale mogendheid bestuurd worden, is de kans groter dat de infrastructuur / het spoornetwerk onderling verbonden is (algemene regel)
23
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist economisch argument vóór de stelling is: Het verbeteren van de infrastructuur van de Northern Corridor zal leiden tot een nog sterkere concentratie van economische activiteiten in dat gebied, wat ten koste kan gaan van economisch zwakkere gebieden / de periferie.
24
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist demografisch argument vóór de stelling is: Het hele gebied rond de Northern Corridor krijgt door deze verbeteringen een extra aanzuigende werking op migranten, waardoor vaak jonge mensen naar dit gebied zullen migreren vanuit de perifere gebieden / er selectieve migratie zal plaatsvinden vanuit de periferie.
25
maximumscore 1 De spoorlijn van Kenia naar Sudan moet worden aangelegd in een gebied met gewapende conflicten / recente geweldsuitbarstingen.
1
1
Opgave 6 − ‘Snelwegen op zee’ en binnenvaart in Europa 26
maximumscore 2 • Europa beschikt over een sterk gelede kust / een relatief lange kustlijn • Europa telt vele bevaarbare rivieren
27
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument is: Vervoer via zee- en binnenvaartschepen is duurzamer / minder milieuvervuilend dan het vervoer via andere vervoersmodaliteiten.
28
maximumscore 1 decompartimentering
800049-2-013c
8
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 186
Vraag
29
30
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • De haven van Rotterdam is een belangrijke schakel in het vervoer op mondiale schaal • Door voor vervoer binnen Europa meer gebruik te maken van zeeschepen tast je die positie van Rotterdam niet aan maximumscore 2 • Rotterdam en Amsterdam • kaartblad 82 (53e druk: 92)
1 1
1 1
Opmerking Alleen indien beide havensteden genoemd zijn 1 punt toekennen.
Actieve aarde Opgave 7 – Opheffing van gesteenten en ertsen in het Scandinavisch Hoogland 31
32
33
maximumscore 3 De juiste combinaties zijn: • 1−B • 2−A • 3−C
1 1 1
maximumscore 2 De juiste gebergten zijn: • in Europa: de Schotse Hooglanden • in Noord-Amerika: de Appalachen / gebergte aan de oostkust van Groenland maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat • de opheffing plaatsvindt door het afsmelten van een ijskap die Scandinavië heeft bedekt (situatiebeschrijving) • hoe minder ijsbedekking, hoe minder druk op de aardkorst, des te meer opheffing er plaatsvindt om het isostatisch evenwicht te herstellen (algemene regel)
800049-2-013c
9
1 1
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 187
Vraag
34
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat • als gesteente langdurig blootstaat aan erosie (oorzaak) • ertsaders (die worden gevormd in diep gelegen afkoelende magmahaarden) dichter aan het aardoppervlak komen te liggen (gevolg)
1
1
Opgave 8 − Vulkanisme in de oceanen (en de invloed ervan op het klimaat) 35
maximumscore 1 de aanwezigheid van een hotspot (of een omschrijving van dit begrip)
36
maximumscore 1 door de aanwezigheid van divergerende platen / een midoceanische rug (naast de eventuele aanwezigheid van een hotspot)
37
maximumscore 1 India
38
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat • vulkanisme op korte termijn zorgt voor afkoeling • bij vulkanisme veel asdeeltjes in de atmosfeer terechtkomen (situatiebeschrijving) • hoe meer as de atmosfeer bevat, hoe meer zonlicht wordt tegengehouden, (waardoor er minder zonne-energie het aardoppervlak bereikt) (algemene regel)
39
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat • vulkanisme op lange termijn zorgt voor opwarming • bij vulkanisme (broeikas)gassen in de atmosfeer terechtkomen (situatiebeschrijving) • hoe meer (broeikas)gassen er vrijkomen, hoe meer de atmosfeer de warmte van de aarde vasthoudt (algemene regel)
800049-2-013c
10
0 1
1
0 1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 188
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 9 − Het broeikaseffect en het temperatuurverloop in de toekomst 40
41
maximumscore 3 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • Zee-ijs reflecteert meer zonlicht dan zeewater • Minder zee-ijs betekent minder reflectie en dus meer opname van zonne-energie door de aarde • Doordat het oceaanwater warmer wordt, kan dit minder CO 2 bevatten / doordat het oceaanwater opwarmt, zal meer zee-ijs smelten of • Door de afname van de oppervlakte zee-ijs kan de matigende invloed van de zee verder noordwaarts doordringen • waardoor de poolstreek opwarmt • Doordat het oceaanwater warmer wordt, kan dit minder CO 2 bevatten / doordat het oceaanwater opwarmt, zal meer zee-ijs smelten
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat • als gevolg van het ontdooien van de permafrost er methaangas in de atmosfeer terechtkomt (oorzaak) • methaangas een broeikasgas is / de warmte die de aarde uitstraalt wordt vastgehouden / door oxydatie van het veen er zich CO2 vormt (gevolg)
1
42
maximumscore 1 De twee effecten treden niet gelijktijdig op.
43
maximumscore 2 Uit de argumentatie moet blijken dat • het moet gaan om een effectgerichte aanpak (of een omschrijving daarvan), omdat • (ondanks het terugdringen van broeikasgassen) er nog lange tijd sprake zal zijn van aanpassing van temperatuur, oceanen en ijskappen (zodat de gevolgen van het versterkte broeikaseffect nog een hele tijd blijven bestaan)
44
1 1
1 1 1
1
1
1
maximumscore 1 Voorbeelden van een juist type opslagplaats zijn: − lege aardgasvelden − lege / halflege olievelden
800049-2-013c
11
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 189
5 Inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 20 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen bron 1
vrij naar: Elsevier Atlas, geschiedenis, grenzen, conflicten, ideologieën, projecties en vooruitzichten in 168 kaarten, Amsterdam, 2005
bron 2
vrij naar: Elsevier Atlas, geschiedenis, grenzen, conflicten, ideologieën, projecties en vooruitzichten in 168 kaarten, Amsterdam, 2005
bron 3
vrij naar: NRC Handelsblad, 26 oktober 2006
bron 4
bron: www.vwo-campus.net
bron 5
bron: Trouw, 22 september 2006
bron 6
vrij naar: RO, december 2006 en www.vrom.nl
bron 7
vrij naar: www.evd.nl en Buitenlandse Markten 2006, nummer 158413
bron 8
vrij naar: De Grote Bosatlas
bron 9
vrij naar: Witboek, Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen, http://europa.eu.int
bron 10
vrij naar: http://earth.usc.edu
bron 11
bron: Simon & Schuster’s Guide to rocks and minerals, New York, 1977
bron 12
vrij naar: www.mantleplumes.org
bron 13
vrij naar: http://geologyindy.byu.edu
bron 14
vrij naar: http://maps.grida.no
bron 15
vrij naar: www.ipcc.com
800049-2-013c 800049-2-013c*
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 190
Correctievoorschrift VWO
2007 tijdvak 1
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO.
700025-1-013c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 191
4 5
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerst gegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerst gegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn.
700025-1-013c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 192
4
5
6 7
8 9
Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 73 scorepunten worden behaald.
700025-1-013c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 193
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Politiek en ruimte Opgave 1 − Kashmir, een omstreden gebied 1
maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste kaart zijn: − kaart 127A (51e druk: 115A) − kaart 193A (51e druk: 171A)
2
maximumscore 1 Een juist antwoord verwijst naar het bergachtige karakter van Kashmir.
3
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • verreweg het grootste deel van de bevolking (95%) van de Kashmirvallei moslim is in tegenstelling tot de rest van de bevolking van India (situatiebeschrijving) • hoe dominanter de religie van een groep binnen een bepaald gebied is, hoe meer de religieuze identiteit de territoriale identiteit ondersteunt (de moslims voelen zich geen Indiërs maar Kashmiri) (verklarend principe)
4
maximumscore 2 Voor alleen de keuze A of B − Voorbeelden van juiste argumenten bij de keuze voor scenario A: • Sociaalgeografisch argument: De meerderheid van de bevolking van Kashmir bestaat, evenals die in Pakistan, uit moslims. • Fysischgeografisch argument: In Kashmir ontspringen enkele rivieren die voor de watervoorziening van Pakistan van groot belang zijn / Kashmir ligt aan de bovenloop van rivieren die voor de watervoorziening van Pakistan erg belangrijk zijn. − Voorbeelden van juiste argumenten bij de keuze voor scenario B: • Sociaalgeografisch argument: Dit scenario sluit aan bij de wensen van de islamitische meerderheid van de bevolking van Kashmir. • Fysischgeografisch argument: Het gebied heeft voldoende natuurlijke hulpbronnen om zich economisch te kunnen ontwikkelen. per juist argument bij het gekozen scenario
700025-1-013c
4
1
1
0
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 194
Vraag
Antwoord
Scores
5
maximumscore 1 − Voorbeeld van een argument tegen scenario A: Door aansluiting bij Pakistan zouden hindoes en boeddhisten in Kashmir wel eens in grote moeilijkheden kunnen komen. − Voorbeeld van een argument tegen scenario B: Dit is geen realistische oplossing omdat zowel de regering van India als die van Pakistan dit niet kan verkopen aan de eigen bevolking.
6
maximumscore 1 separatisme
7
maximumscore 2 • Stap 1: Jammu en Kashmir indelen in vijf deelgebieden • Stap 2: elk deelgebied toedelen aan India of Pakistan op basis van de culturele kenmerken van de bevolking van dat deelgebied
1 1
Opgave 2 − De Stedendriehoek Apeldoorn - Deventer - Zutphen 8
9
maximumscore 2 • Uit het antwoord moet blijken dat volgens kaart 57A (51e druk: 51A) de Stedendriehoek een primair verzorgingsgebied vormt • en dat volgens de overzichtskaart / elke atlaskaart waar provinciegrenzen opstaan, dit primaire verzorgingsgebied zich uitstrekt over twee provincies
1
1
maximumscore 3 Voorbeelden van juiste problemen zijn: − Vanuit de economische dimensie: bij uitbreiding in westelijke richting moet kostbare infrastructuur / moeten bruggen worden aangelegd om de nieuwe wijken met de oude stad te verbinden. − Vanuit de natuurdimensie: uitbreiding in westelijke richting vormt een bedreiging voor het IJssellandschap. − Vanuit de politieke dimensie: uitbreiding in westelijke richting zal tot spanningen leiden met de gemeenten Voorst en Brummen / uitbreiding in westelijke richting zal de roep om provinciale grenscorrecties en/of gemeentelijke herindeling ten gunste van Deventer en Zutphen doen toenemen. per juiste combinatie van probleem en dimensie
700025-1-013c
5
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 195
Vraag
10
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • Bathmen zijn identiteit beter kan bewaren als het dorp zich aansluit bij andere dorpen met een plattelandskarakter • terwijl Bathmen bij samengaan met het veel grotere en stedelijke Deventer zijn identiteit sneller zal verliezen als deel van een veel groter geheel
1
1
Opgave 3 − Polen en de Europese Unie 11
maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat over het algemeen buitenlandse investeringen gedaan worden in regio’s die dichter bij de buitengrens van de Europese Unie van de 15 zijn gelegen.
12
maximumscore 2 Uit de economische verklaring moet blijken dat: • in deze regio Warschau / de hoofdstad / de grootste stad van het land ligt / het agglomeratievoordeel daar het grootst is / daar de grootste afzetmarkt ligt / daar veel goedkope arbeidskrachten beschikbaar zijn (situatiebeschrijving) • buitenlandse investeringen daar plaatsvinden waar het grootste rendement wordt verwacht (verklarend principe)
13
14
maximumscore 2 Uit de ruimtelijke verklaring moet blijken dat: • er goede verkeersverbindingen zijn van de EU van de 15 met Warschau (waardoor de afstand gering is) (situatiebeschrijving) • voor een rendabele bedrijfsvoering er interactie nodig is tussen de buitenlandse investeerders en de lokale bedrijven (verklarend principe) maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat: • Polen veel minder dichtbevolkt is dan Nederland • waardoor boeren in Polen meer uitbreidingsmogelijkheden hebben dan in Nederland / te maken hebben met lagere grondprijzen dan in Nederland / te maken hebben met minder regelgeving dan in Nederland
700025-1-013c
6
1 1
1 1
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 196
Vraag
Antwoord
Scores
Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 4 − Ontwikkelingen in het luchtvrachtvervoer 15
16
17
18
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring is: • Slechts een klein deel van alle goederen zijn hoogwaardige goederen / zijn goederen met een grote toegevoegde waarde (situatiebeschrijving) • Hoe hoogwaardiger een goed is, des te groter is de verplaatsbaarheid (transferability) omdat vervoer door de lucht kostbaar is (verklarend principe)
1
Indien ‘verplaatsbaarheid’ in het verklarend principe ontbreekt
0
maximumscore 2 • De tendens: de Aziatische luchtvaartmaatschappijen laten de hoogste groeicijfers zien / zijn de snelste stijgers in de top 10 • De oorzaak: er is sprake van een global shift / verschuiving van het economische zwaartepunt richting Azië
1
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • Korean Air als tweede in bron 11 staat, omdat bij het totale goederentransport ook het binnenlandse luchtvrachtverkeer hoort (situatiebeschrijving) • een klein land (als Zuid-Korea) veel minder binnenlands luchtvrachtverkeer heeft dan een groot land (als de VS) (verklarend principe)
1
1
1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste veranderingen zijn: − de opkomst van het just-in-time concept − het uitbesteden van delen van de productie aan bedrijven elders in de wereld per juiste verandering
19
1
1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat de niet complementaire, dus overlappende delen uit het gezamenlijke netwerk worden verwijderd. Indien in het antwoord ‘complementaire’ ontbreekt
700025-1-013c
7
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 197
Vraag
20
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • het voor luchtvaartondernemingen efficiënter is om hun intercontinentale luchtvrachtvervoersstromen van en naar China / Oost-Azië te bundelen in hubs • In China / Oost-Azië een groot aantal plaatsen met sterk groeiende economische activiteiten in opkomst zijn, die door middel van spokes met de hubs verbonden kunnen worden
1
1
Opgave 5 − De Zuiderzeelijn 21
22
maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste argumentatie zijn: • Ik kies voor Drachten, omdat in het gebied rond Drachten veel meer mensen wonen dan rond Emmeloord • er zullen dan meer mensen gebruik maken van / behoefte hebben aan de Zuiderzeelijn of • Ik kies voor Emmeloord, omdat deze plaats veel dichter bij de Randstad ligt • waardoor Emmeloord eerder kan profiteren van het uitstralingseffect van de Randstad (voor bijvoorbeeld wonen, werken en ondernemen) maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • veel forenzen uit Almere, die voorheen met de auto naar Amsterdam gingen, zullen kiezen voor de Zuiderzeelijn (oorzaak) • waardoor de files tussen Amsterdam en Almere zullen afnemen en het goederenvervoer over dat traject sneller kan verlopen (gevolg)
700025-1-013c
8
1 1
1 1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 198
Vraag
23
24
Antwoord
Scores
maximumscore 4 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: 1 De komst van de Zuiderzeelijn als HSL vermindert de leefbaarheid van het gebied rond Heerenveen. (Bijvoorbeeld: er wordt veel nieuwe bedrijvigheid aangetrokken, waardoor er in sommige wijken overlast kan ontstaan.) 2 De komst van de Zuiderzeelijn als HSL beperkt de keuzemogelijkheden voor inrichting van het gebied in de toekomst. (Bijvoorbeeld: de lijn zorgt voor compartimentering, waardoor er in de toekomst minder ruimte voor recreatie / natuurwaarden overblijft / wijken moeilijker bereikbaar zijn, wijken onderling moeilijker te verbinden zijn.) 3 De komst van de Zuiderzeelijn als HSL maakt het gebied rond Heerenveen meer geschikt voor bedrijfsvestiging. (Bijvoorbeeld: de lijn maakt de bedrijven beter en sneller bereikbaar voor hun klanten/werknemers uit de Randstad.) 4 De komst van de Zuiderzeelijn als HSL zal ervoor zorgen dat het gebied rond Heerenveen in de toekomst meer keuzemogelijkheden aan ondernemers biedt. (Bijvoorbeeld: er is genoeg ruimte voor de groei van het aantal bedrijven, onder andere uit de Randstad.) maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste argumentatie vóór de stelling is: • De hogesnelheidslijn loopt dwars door een aantal (bestaande en te ontwikkelen) natuurgebieden • waardoor het moeilijk kan worden om tot verdere ontwikkeling/versterking van dat natuurgebied te komen • atlaskaart 61D (51e druk: 55D): Ecologische Hoofdstructuur
1
1
1
1
1 1 1
Actieve aarde Opgave 6 − Paleoklimatologie en de invloed van zeestromen 25
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: − De natuurlijke variaties in het klimaat spelen vaak op een langere tijdschaal dan 100 tot 150 jaar. − De meetgegevens van de afgelopen 100 tot 150 jaar gaan slechts zo kort terug in de tijd dat er altijd sprake zal zijn van menselijke invloed. per juiste oorzaak
700025-1-013c
1
9
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 199
Vraag
26
27
28
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • de zeespiegel toen zo laag stond (oorzaak) • de warme zeestromen door het drooggevallen land grotendeels werden tegengehouden (gevolg) maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • de Noord-Atlantische Stroom onder andere aangedreven wordt door verschillen in het zoutgehalte (oorzaak) • en bij afname van het zoutgehalte de toevoer van warmte naar Noordwest-Europa minder wordt (gevolg) maximumscore 3 Uit de uitleg moet blijken dat: • in ijsboringen zich in het verleden ingevangen luchtbellen bevinden • de zuurstofisotopenverhouding 18O en 16O in de lucht van de luchtbellen kan worden bepaald met behulp van zuurstofisotopenonderzoek (de 18O/16O-methode) • de verhouding tussen de hoeveelheid ingevangen zuurstofisotopen 18 O en 16O is een indicatie voor de temperatuur van de atmosfeer tijdens de vorming van deze luchtbellen
1 1
1 1
1
1
1
Opgave 7 − Ontstaan en afbraak van gesteenten in het westen van Noord-Amerika 29
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • naarmate de afkoelingssnelheid van een stollingsgesteente lager is, de kristallen groter zijn (verklarend principe) • pegmatiet langzamer is afgekoeld / is gestold dan graniet (situatiebeschrijving)
30
maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste oorzaak zijn: − Deze gesteenten zijn daar door erosie verdwenen. − Deze gesteenten zijn daar nooit afgezet.
31
maximumscore 4 De juiste combinaties zijn: • fase 2 - c • fase 5 - b • fase 6 - d • fase 8 - a
700025-1-013c
1 1
1 1 1 1
10
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 200
Vraag
32
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring is: • Een groot deel van het westen van de Verenigde Staten bestaat uit hoogvlakte (situatiebeschrijving) • in gebieden met geringe hoogteverschillen vindt weinig erosie plaats (verklarend principe)
1 1
Opgave 8 − Platentektoniek bij de Anatolische en de Arabische plaat 33
34
35
36
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: − Het verschil in bewegingssnelheid tussen de platen bij de Dode Zeebreuk is kleiner dan dat van de platen bij de Noord-Anatolische breuk. − Langs de Dode Zeebreuk bewegen beide platen zich in vrijwel dezelfde richting. per juiste oorzaak
1
maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat vulkanisme plaatsvindt: • bij de Helleense boog • omdat daar sprake is van subductie (oorzaak) • waardoor een opstijgende magmastroom ontstaat (gevolg)
0 1 1
maximumscore 3 Uit de verklaring moet blijken dat: • bij de Rode Zee sprake is van divergentie / het uit elkaar bewegen van platen (situatiebeschrijving) • bij de Oost-Anatolische breuk sprake is van convergentie / het naar elkaar toe bewegen van platen (situatiebeschrijving) • wrijving en spanningsopbouw tussen platen aardbevingen veroorzaken (verklarend principe)
1 1 1
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument is: De legenda-eenheden op atlaskaart 174A (51e druk: 156A) van het Arabische schiereiland sluiten precies aan op de legenda-eenheden van het Afrikaanse continent.
700025-1-013c
11
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 201
5 Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 6 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen bron 1
http://scholieren.nrc.nl/weekkrant/2003/index.shtml
bron 2
www.nos.nl/nieuws/achtergronden, 5 september 2004
bron 3
internet
bron 4
www.lib.utexas.edu/maps/middle_east_and_asia/kashmir_rel_2003.jpg
bron 5
www.lib.utexas.edu/maps/middle_east_and_asia/kashmir_rel_2003.jpg
bron 6
www.regiostedendriehoek.nl; persbericht 1 september 2005
bron 7
www.regiostedendriehoek.nl; persbericht 1 september 2005
bron 8
De Grote Bosatlas, 52e druk, 2001
bron 9
Hanna Kosarczyn; Regional Development in Poland, an overview; Warschau, 2001
bron 10
Andrzej Cieslik; Location of foreign firms and national border effects: the case of Poland; in TESG, Vol. 96 (2005), nummer 3
bron 11
AirCargoWorld, september 2005/www.aircargoworld.com
bron 12
De Grote Bosatlas, 52e druk, 2001
bron 13
http://www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Klimaat/paleoklimatologie
bron 14
H.J. Barth, Erzählt uns Hollywood die Zukunft, in: Geographie, Klimawander, mei 2005
bron 15
Cito
bron 16
www.geo-aktuell.de
bron 17
Simon & Schuster’s Guide to Rocks and Minerals, New York, 1978
bron 18
Beukenkamp, P., Geografie, nr. 9/10, 2004
bron 19
www.whpierceexploration.com
700025-1-013c 700025-1-013c*
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 202
Correctievoorschrift VWO
2007 tijdvak 2
aardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO.
700049-2-013c
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 203
4 5
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn.
700049-2-013c
2
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 204
4
5
6 7
8 9
Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 68 scorepunten worden behaald.
700049-2-013c
3
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 205
4 Beoordelingsmodel Vraag
Antwoord
Scores
Politiek en ruimte Opgave 1 − Brazilië, een nieuwe agrarische supermacht 1
maximumscore 1 Juiste antwoorden verwijzen naar de enorme (voor landbouw bruikbare) oppervlakte van Brazilië.
2
maximumscore 1 de grotere vraag uit China (als gevolg van toegenomen welvaart en bevolkingsgroei)
3
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • Brazilië, in tegenstelling tot Mauritius, Fiji en Guyana, niet behoort tot de ACP-landen (situatiebeschrijving) • als landen elkaar een vookeursbehandeling geven, neemt de onderlinge handel toe (verklarend principe)
4
maximumscore 2 Uit de argumentatie moet blijken dat: • in het Verenigd Koninkrijk het percentage van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkt veel lager is dan in Griekenland • zodat in eerstgenoemd land de nadelige gevolgen van de invoer van landbouwproducten uit Brazilië minder hard zullen aankomen
700049-2-013c
4
1 1
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 206
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 2 − Gemeentelijke herindeling in Het Gooi en Vechtstreek 5
maximumscore 1 Eemnes ligt in een andere provincie dan Blaricum en Laren.
6
maximumscore 2 − Een voorbeeld van een politiekgeografisch argument vóór zo’n grote Gooistad is: • Zo’n grote stad is beter in staat bepaalde bestuurstaken uit te laten voeren door zijn eigen gespecialiseerde ambtenaren (die anders uitgevoerd zouden moeten worden door externe adviseurs / particuliere bedrijven) − Een voorbeeld van een politiekgeografisch argument tégen zo’n grote Gooistad is: • In zo’n grote stad wordt de afstand tot de bestuurders te groot / zal minder rekening worden gehouden met de lokale belangen van de opgeslokte gemeenten
7
8
1
1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • Hilversum vrij dicht bij de regionale centra Amsterdam en Utrecht ligt / bij de veel grotere steden Amsterdam en Utrecht ligt • potentiële klanten uit de omgeving van Hilversum binnen de reikwijdte van Amsterdam en Utrecht vallen
1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • Almere door een randmeer van het verzorgingsgebied van Hilversum wordt gescheiden • de aanwezigheid van een randmeer de mobiliteit beperkt
1 1
700049-2-013c
5
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 207
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 3 − Sri Lanka, een etnisch kruitvat 9
10
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • Maleisië evenals Sri Lanka een Britse kolonie is geweest • de Britten plantagearbeiders uit de ene kolonie naar de andere hebben gebracht
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste factoren zijn: − het verschil in godsdienst tussen de (overwegend Hindoeïstische) Tamils en de (overwegend Boeddhistische) Singalezen − taalverschillen per juiste factor
1
11
maximumscore 1 regionalisme
12
maximumscore 1 Juiste antwoorden verwijzen naar de geïsoleerde ligging van het door de India-Tamils bewoonde gebied.
13
maximumscore 3 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: − vanuit de economische dimensie: • er kunnen problemen ontstaan omdat de Jaffna-Tamils economisch veel meer ontwikkeld zijn dan de India-Tamils − vanuit de politieke dimensie: • er kunnen problemen ontstaan omdat de India-Tamils een veel kleinere groep vormen dan de Jaffna-Tamils − vanuit de culturele dimensie: • er kunnen problemen ontstaan omdat de Jaffna-Tamils een cultureel volledig ontwikkelde en zelfstandige samenleving vormen, dit in tegenstelling tot de India-Tamils
700049-2-013c
6
1
1
1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 208
Vraag
Antwoord
Scores
Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 4 − Goederenoverslag in drie Europese mainports 14
maximumscore 2 X: 22,3 of 22,4 Y: 10,6 of 10,7 Z: 67 drie juiste antwoorden twee juiste antwoorden één juist antwoord
15
16
17
2 1 0
maximumscore 3 • aardolieraffinage / petrochemische industrie Uit de verklaring moet blijken dat: • Rotterdam veel grotere aardolietankers kan ontvangen dan Hamburg (situatiebeschrijving) • aardolieraffinage het meest rendabel is bij grootschalige aanvoer van aardolie (verklarend principe) maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • Rotterdam een veel groter aandeel massagoederen heeft dan Antwerpen (situatiebeschrijving) • naarmate goederen meer bewerkt worden, de toegevoegde waarde groter is (verklarend principe)
1
1 1
1 1
maximumscore 1 hub and spoke model
700049-2-013c
7
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 209
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 5 − Infrastructurele projecten van de EU: de Öresund Link en de mogelijke aanleg van een tunnel onder de Straat van Gibraltar 18
maximumscore 1 De toetreding van Zweden (en Finland) tot de Europese Unie (in 1995).
19
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • het bij de nieuwe bedrijven vooral om hoogwaardige dienstverlening gaat (situatiebeschrijving) • hoogwaardige dienstverlening geen goederenstromen van betekenis genereert (verklarend principe)
20
maximumscore 3 − vanuit de politieke dimensie: • de Öresund Link verbindt twee lidstaten van de Europese Unie, de Gibraltartunnel doet dat niet − vanuit de sociaal-culturele dimensie: • de Öresund Link verbindt twee lidstaten met een nagenoeg identieke cultuur, de Gibraltartunnel doet dat niet − vanuit de economische dimensie: • de Öresund Link verbindt twee lidstaten met eenzelfde welvaartsniveau, de Gibraltartunnel doet dat niet
1 1
1
1
1
Opmerking Alleen de combinatie van juiste dimensie en juiste situatiebeschrijving levert 1 punt op. 21
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste economisch-geografische argumentatie is: • De verbinding zal vooral de economische activiteiten in het Noordwesten van Marokko doen toenemen • waardoor de ongelijkheid tussen het (economisch sterkere) Noordwesten en de andere regio’s nog groter wordt
700049-2-013c
8
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 210
Vraag
22
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Opmerking Voor een juiste deelvraag geldt dat deze moet bijdragen aan de beantwoording van de hoofdvraag. Een verklarende deelvraag vraagt naar: 1 Een beschrijving van een proces of ontwikkeling en naar de gevolgen of resultaten ervan. 2 De reden waarom dit proces of ontwikkeling tot die gevolgen leidt. Voorbeelden van een juiste verklarende deelvraag zijn: − Is de transportcapaciteit van een spoortunnel groter dan de transportcapaciteit in de huidige situatie: vrachtverkeer over de weg en het water? En waarom? − Gaat het transport via een spoortunnel sneller dan in de huidige situatie: transport over de weg en het water? En waarom? − Wegen de kosten van de aanleg van de spoortunnel voor Marokko op tegen de baten voor de Marokkaanse bouwbedrijven en de inkomsten door het verkeer? En waarom?
Opgave 6 − Transportnetwerken in Marokko en Nigeria 23
maximumscore 1 Nigeria heeft grote rivieren / de rivier de Niger (die het transport per binnenschip met buurlanden mogelijk maakt).
24
maximumscore 2 • Marokko en Algerije hadden hetzelfde koloniale moederland (Frankrijk), terwijl Nigeria als Engelse kolonie omringd was door Franse (en Duitse) koloniën • Dit blijkt uit kaart 149A (51e druk: 133A)
1 1
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste oorzaak is: • De kustgebieden van Nigeria bestaan voor een deel uit de sterk gelede delta van de Niger, waardoor het aanleggen van spoorlijnen en wegen heel moeilijk is • Het gaat om de natuurlijke dimensie
1 1
25
700049-2-013c
9
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 211
Vraag
Antwoord
Scores
Actieve aarde Opgave 7 − Aardolievoorraden in Nederland en de Noordzee 26
maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • in het Westland en in Zuidoost-Drenthe zich anticlinalen bevinden (situatiebeschrijving) • de aardolie als gevolg van de lage soortelijke massa naar hogere lagen migreert en zich verzamelt in de toppen van de anticlinalen (verklarend principe)
27
maximumscore 1 Aardolie komt voor in een slenk.
28
maximumscore 3 Uit de uitleg moet blijken dat: • dood plankton naar de zeebodem zakte • bedekt werd met sediment • waarna het dode plankton door toenemende druk en temperatuur (via natuurlijke destillatie) werd omgevormd tot aardolie
29
1
1
1 1 1
maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument vanuit de economische dimensie is: De oliecrisis van 1973 maakte de aardolieprijs zo hoog dat aardolie in de Noordzee economisch winbaar werd.
Opgave 8 − Natuurgeweld in Japan en omringend gebied 30
31
maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring is: • De Filipijnse plaat botst aan de noordwestzijde op de Euraziatische plaat en beweegt aan de noordoostzijde in dezelfde richting als de Pacifische plaat (situatiebeschrijving) • Platen die naar elkaar toe bewegen (onder andere bij subductie) veroorzaken een grotere spanning tussen de platen dan wanneer zij in dezelfde richting bewegen (verklarend principe)
1
1
maximumscore 1 Het juiste verband is: Naarmate de afstand tot de Japantrog toeneemt, ligt (als gevolg van subductie) het hypocentrum van een aardbeving dieper.
700049-2-013c
10
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 212
Vraag
32
33
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • pas als een oceanische plaat in het proces van subductie over een bepaalde horizontale afstand is verschoven ten opzichte van de diepzeetrog • de hitte zo groot wordt dat er een magmahaard en vulkanisme kan ontstaan
1 1
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste gegevens zijn: − bevolkingsomvang in het gebied − omvang van de aanwezige infrastructuur − waarde van het aanwezige onroerend goed per juist gegeven
34
1
maximumscore 1 hazard management
Opgave 9 − Klimaatverandering en gevolgen 35
maximumscore 1 De mate van onzekerheid van menselijke en/of natuurlijke factoren die het klimaat beïnvloeden.
36
maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: − Bij verbranding van fossiele brandstoffen komen aerosolen vrij (die kunnen zorgen voor een temperatuurdaling). − Door veranderd landgebruik, wordt de reflectie van zonnestraling groter (die kan zorgen voor een temperatuurdaling). per juist argument
37
1
maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • de factoren die in bron 21 zijn afgebeeld, invloed hebben op een tijdschaal van slechts 250 jaar • de variabelen in de relatie aarde-zon het klimaat op een veel langere tijdschaal beïnvloeden
700049-2-013c
11
1 1
lees verder ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 213
Vraag
38
Antwoord
Scores
maximumscore 3 Voorbeelden van juiste gevolgen zijn: − verschuiven van klimaatzones / vegetatiezones − zeespiegelstijging − het smelten van gletsjers in vrijwel alle berggebieden − het veranderen van de loop van zee- en /of luchtstromen per juist gevolg
1
5 Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 22 juni naar Cito.
6 Bronvermeldingen bron 1
NRC, 20 januari 2006
bron 2
http://www.iconebrasil.org.br
bron 3
De Grote Bosatlas, 52e druk
bron 4
de Gooi en Eemlander, 16 november 2005
bron 5
Cito
bron 6
Trouw, 21 januari 2006
bron 7
CIA, World Fact Book
bron 8
Le Monde diplomatique, Atlas der Globalisierung, Parijs, 2003
bron 9
Haven in cijfers, Port of Rotterdam, Havenautoriteiten Havenbedrijf Rotterdam, 2005
bron 10
Haven in cijfers, Port of Rotterdam, Havenautoriteiten Havenbedrijf Rotterdam, 2005
bron 11
Mainportnews, december 2005
bron 12
Port of Rotterdam, 30 januari 2005
bron 13
http://www.pandrol.com
bron 14
Geografie, april 2005
bron 15
Geografie, april 2005 en http://osb.oeresundsbron.dk
bron 16
Morocco Times, 24 januari 2005 en http://forums.marroko.nl
bron 17
Cito
bron 18
Berendsen, H.J.A., De vorming van het land, 2004 (naar: NAM, 2003)
bron 19
www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Olie/olielanden.html
bron 20
www.bbc.co.uk/schools/gcsebitesize/geography/platetectonics
bron 21
www.ipcc.ch
700049-2-013c 700049-2-013c*
12
lees verdereinde ►►►
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 214
aardrijkskunde
Correctievoorschrift VWO
20
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
06
Tijdvak 1
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr. 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.
600025-1-13c
1
Lees verder Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 215
3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 5 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 6 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 7 Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 8 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. N.B. Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. 3 Vakspecifieke regel Voor het examen aardrijkskunde VWO kunnen maximaal 76 scorepunten worden behaald.
600025-1-13c
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 216
4 Beoordelingsmodel Deelscores
Antwoorden
Migratie en mobiliteit Opgave 1 – Migratie: Turkije en de Europese Unie 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • In Europa wonen al veel Turken die ervoor zorgen dat de immigranten in een vertrouwde omgeving terechtkomen. • Door daling van de luchtvaarttarieven / door de goedkopere reizen kan men gemakkelijk naar Europa migreren. per juiste reden
2
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • Europa relatief sterk aan het vergrijzen is (situatiebeschrijving) • waardoor het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking te klein wordt (verklarend principe)
1
Maximumscore 2 Elementen van een juiste verklaring zijn: • Naarmate een land verder ontwikkeld is, neemt het aandeel van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkt af (verklarend principe) • Turkije is minder ontwikkeld dan Spanje (situatiebeschrijving)
1 1
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de krottenwijken in Istanbul en Marrakech zich vooral aan de rand van de stad bevinden.
5
6
1
Maximumscore 1 In Turkije ligt het urbanisatietempo ruim 3 tot ruim 9 maal (afhankelijk van de editie van de gebruikte basisstatistiek) zo hoog als in Spanje.
3
4
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen van Turkse migranten zijn: • Er is daar vaak (wel) voldoende ruimte. • Er is daar nauwelijks overheidscontrole. • Er zijn daar veel streekgenoten / er is sprake van kettingmigratie. per juiste reden
7
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen van de Turkse overheid zijn: • De overheid heeft geen geld om iedereen legaal te huisvesten. • Er wordt toch niets met de grond gedaan. • De overheid is niet in staat de illegale vestiging tegen te houden. per juiste reden
8
600025-1-13c
1
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste uitleg is: Griekenland had in die tijd nog niet zo’n ontwikkelde arbeidsmarkt, waardoor het land geen behoefte had aan buitenlandse werknemers.
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 217
Antwoorden
Deelscores
Opgave 2 − Nieuwe wegen in de Randstad als mogelijke oplossing voor de mobiliteitsproblemen? Een vergelijking tussen de nieuwe A5 en de nog aan te leggen A4 door Midden-Delfland Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat de aanleg van de A5 blijkbaar toch een hogere prioriteit had: de drukte rond Schiphol kon daardoor verminderen / het drukke knooppunt Badhoevedorp kon omzeild worden / de weg kon als een soort voorsorteerstrook op de Noord (A9)-Zuid (A4)-route dienen.
9
10
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten die de stelling ondersteunen, zijn: • Op kaart 61A (51e druk: 55A) staat dat dit gebied een bufferzone vormt tussen stadsgewesten. • Op kaart 61C (51e druk: 55C) staat dat dit gebied een blauwe koers volgt: behoud of herstel van waardevolle cultuur- en natuurlandschappen. • Op kaart 61D (51e druk: 55D) staat dat dit gebied voor een deel een bestaand of te ontwikkelen natuurgebied is. per juist argument
1
Maximumscore 3 11 ▬ Een beschrijvende vraag bestaat minimaal uit:
1
• kenmerken van en relaties tussen verschijnselen • een ruimtelijke context van verschijnselen ▬ Een
waarderende vraag bestaat minimaal uit:
1
• een situatiebeschrijving • een oordeel • een norm waarop dat oordeel is gebaseerd ▬ een
probleemoplossende vraag bestaat minimaal uit:
1
• een probleemanalyse • een na te streven doel • maatregelen / oplossingen die tot dat doel leiden
12
600025-1-13c
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste uitleg is: Vanuit de toekomstwaarde gezien zal dit gebied / Schiphol ook in de toekomst bereikbaar zijn / een duurzamere ruimtelijke structuur gekregen hebben.
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 218
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 13 • Een voorbeeld van een juist argument vanuit de natuurlijke dimensie is:
Het verbeteren van de bestaande infrastructuur leidt tot minder versnippering van het landschap dan de aanleg van een nieuwe weg. • Een voorbeeld van een juist argument vanuit de economische dimensie is:
Het verbeteren van de bestaande infrastructuur is goedkoper dan de aanleg van een nieuwe weg. • Een voorbeeld van een juist argument vanuit de politieke dimensie is:
Het verbeteren van de bestaande infrastructuur stuit vaak op minder verzet van actiegroepen dan de aanleg van een nieuwe weg. per juist argument
1
Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 3 – Spoorwegen in Mozambique 14
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste opzichten zijn: • Er zijn (weinig of) geen dwarsverbindingen / Er is één centrale lijn met enkele aftakkingen. • De spoorlijnen lopen alleen/vooral van de kust naar kerngebieden in het binnenland. per juist opzicht Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument vóór privatisering is: De regering van Mozambique heeft zelf niet genoeg geld om deze spoorlijn op te knappen.
15
Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument tégen privatisering is: De regering van Mozambique verliest hierdoor een flink deel van haar zeggenschap over voor het land belangrijke infrastructuur.
16
17
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste afweging zijn: • Ik ben het eens met het besluit om te privatiseren omdat het risico van het verlies van invloed op de spoorwegen niet opweegt tegen de zekerheid van het goed functioneren van de spoorwegen. De gebruikte norm is hier dat het economisch belang van goed functionerende spoorwegen zwaarder hoort te wegen dan sociaal-politieke argumenten tegen privatisering. De gebruikte norm: de economie gaat boven de politiek / het primaat van de economie. • Ik ben het niet eens met het besluit om te privatiseren omdat de zekerheid die je hebt
doordat de spoorwegen in handen zijn van de overheid belangrijker is dan een mogelijk verlies van rentabiliteit. De gebruikte norm is hier dat sociaal-politieke overwegingen om spoorwegen in handen van de staat te houden belangrijker gevonden worden dan economische argumenten om te privatiseren. De gebruikte norm: de politiek gaat boven de economie / het primaat van de politiek.
600025-1-13c
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 219
Antwoorden
18
19
Deelscores
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • veel (zes van de veertien) landen van deze organisatie binnenstaten zijn • die daardoor veel belang hebben bij een goede spoorwegverbinding met de kust van Mozambique
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste negatieve effecten zijn: • De trek van het platteland naar de stad (Nacala) zal toenemen. (regionale schaal) • De traditionele sector in de regio langs deze spoorlijn zal het moeilijk krijgen door de toegenomen concurrentie van de moderne sector. (regionale schaal) • De regionale ongelijkheid zal toenemen. (nationale schaal) per juist negatief effect
1
Maximumscore 2 20 • Een voorbeeld van een juist argument vanuit de economische dimensie is:
De haven van Maputo heeft de kortste verbinding met de mijnbouwgebieden / het economisch centrum van Zuid-Afrika. • Een voorbeeld van een juist argument vanuit de politieke dimensie is: Door hulp aan Mozambique te geven, kan Zuid-Afrika ook zijn (politieke) invloed in zijn buurland vergroten.
1
1
Opgave 4 – De havens van Rotterdam en Antwerpen vergeleken Maximumscore 4 21 ▬ politieke dimensie:
• Uit het antwoord moet blijken dat een goed functionerende haven van Antwerpen niet
langer een zuiver Belgisch (nationaal) belang vertegenwoordigt, • maar als gevolg van de Europese integratie steeds meer van Europees belang is ▬ economische
1 1
dimensie:
• Uit het antwoord moet blijken dat een goed functionerende haven van Antwerpen in het
belang van Rotterdam/Nederland is,
1
• omdat Antwerpen en Rotterdam ten dele complementaire functies hebben / twee polen met
goede onderlinge verbindingen beter kunnen functioneren dan elk van beide apart en als ze goed samenwerken heel sterk staan ten opzichte van andere Europese havens 22
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste nadelen zijn: • Antwerpen is enkel bereikbaar via de kronkelige Westerschelde. • Antwerpen is enkel bereikbaar via de ondiepe Westerschelde. • Antwerpen heeft dokhavens. per juist nadeel
1
Maximumscore 2 23 • transporteerbaarheid (transferability)
1
• Uit de motivering moet blijken dat Rotterdam en Amsterdam vanuit Zwitserland uitstekend
bereikbaar zijn via de Rijn
600025-1-13c
1
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 220
Antwoorden
Deelscores
Opgave 5 – De bereikbaarheid van Schiphol 24
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • in deze regio liggen verschillende punten uit de file top-10 • de nu al omvangrijke uitgaande pendel van de gemeente Almere zal nog verder groeien als gevolg van woningbouwplannen • het openhouden van de A1, de achterlandverbinding met Amsterdam per juiste reden
1
Maximumscore 2 25 • nee
0
Voorbeelden van een juiste argumentatie zijn: • De HSL-Zuid is niet voor het woon-werkverkeer bedoeld • en heeft daarom weinig halteplaatsen
1 1
• De HSL-Zuid is vooral bedoeld als voor- en natransport van vliegtuigpassagiers • deze veroorzaken geen files bij Schiphol
1 1
Maximumscore 2 26 ▬ Keuze voor een tunnel
0
Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Een tunnel maakt meervoudig ruimtegebruik mogelijk en verhoogt zo de gebruikswaarde van dit gebied • Een tunnel spaart het landschap en brengt geen (noemenswaardige) schade toe aan de belevingswaarde van dit gebied
1
▬ Keuze
0
1
voor uitbreiding van bestaande infrastructuur via de Gaasperdammerweg Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Uitbreiding van bestaande infrastructuur spaart een natuurgebied zodat de belevingswaarde van dit gebied geen schade oploopt • Uitbreiding van bestaande infrastructuur leidt tot een grotere verkeerscapaciteit en verhoogt daardoor de gebruikswaarde van dit gebied
1 1
Actieve aarde Opgave 6 − Platentektoniek nu en in de toekomst Maximumscore 2 27 • A: divergerende plaatgrens / spreidingszone / midoceanische rug
• B: subductiezone / convergerende plaatgrens
Maximumscore 1 San Fransisco ligt bij de San Andreasbreuk.
28
29
1 1
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste combinatie zijn: • kaart 180D (51e druk: 160D) en overzichtskaart 154-155 (51e druk: 138-139) • kaart 180D (51e druk: 160D) en overzichtskaart 156-157 (51e druk: 140-141) Opmerking • Alleen voor een juiste combinatie van beide kaarten een punt toekennen. • De kaarten 182 (51e druk: 162) en 155B en C (51e druk: 139B en C) mogen niet worden
goed gerekend.
600025-1-13c
7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 221
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 3 30 • De gemiddelde julitemperatuur zal zijn afgenomen
0
• Het deel van Californië ten westen van de San Andreasbreuk zal naar het noordwesten
verplaatst worden ▬ Voorbeelden
1
van een juiste verklaring voor de daling van de temperatuur zijn:
• Het deel van Californië ten westen van de San Andreasbreuk wordt naar een hogere breedte
verplaatst (situatiebeschrijving)
1
• waardoor de gemiddelde julitemperatuur daar gaat dalen / de zonnestralen zullen daar onder
een kleinere hoek invallen, waardoor deze een groter oppervlak moeten verwarmen (verklarend principe) of • Het deel van Californië ten westen van de San Andreasbreuk zal een eiland worden (situatiebeschrijving) • waardoor de matigende invloed van de zee op de temperatuur groter wordt (verklarend principe)
1
1 1
Maximumscore 2 31 • De gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid neerslag zal zijn toegenomen
0
Een voorbeeld van een juiste verklaring is: • Dit deel van Californië zal naar het noorden zijn verschoven (situatiebeschrijving) • en zal daardoor meer onder invloed zijn komen te liggen van aanlandige winden (verklarend principe)
1 1
Opgave 7 − Klimaat en klimaatveranderingen 32
Maximumscore 3 De argumentatie moet achtereenvolgens de volgende drie elementen bevatten: • In de 15e eeuw was er ook al sprake van een flinke temperatuurstijging • In de 15e eeuw werden nog niet op grote schaal broeikasgassen uitgestoten • Je mag dus niet concluderen dat de temperatuurstijging in de 20e eeuw door de mens is veroorzaakt
1 1 1
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: We moeten nu maatregelen nemen om de uitstoot te verminderen voor het geval de theorie van het versterkte broeikaseffect achteraf juist blijkt te zijn.
33
Opgave 8 − Aspecten van de plaattektoniek 34
Maximumscore 3 De beschrijving moet achtereenvolgens de volgende drie elementen bevatten: • In gebied A bevindt zich een zone waar twee platen van elkaar af bewegen • Vanuit de mantel bereikt het opstijgende magma via de slenk in de oceanische korst het aardoppervlak • Het gevolg is dat het oppervlak van de oceanische korsten groter wordt
35
600025-1-13c
1 1 1
Maximumscore 1 basalt
8
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 222
Antwoorden
36
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste resultaten van onderzoek zijn: • De oceanische korst is op dezelfde afstand aan weerszijden van de midoceanische rug even oud. • Het patroon van het paleomagnetisme van de oceanische korst is aan weerszijden van de midoceanische rug hetzelfde. • Er is (met diepzeeduikboten) actief vulkanisme waargenomen in midoceanische ruggen. per juist resultaat
1
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat langs de oostkust van Zuid-Amerika en westkust van Afrika geen platen botsen.
37
Maximumscore 3 38 • Brazilië
1
• Uit de uitleg moet blijken dat Brazilië tijdens het ontstaan van de aardolie vastzat aan het
gebied aangegeven met de letter P
1
• waardoor (mogelijk) ook daar gunstige omstandigheden voor de vorming van aardolie
voorkwamen
1
inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 31 mei naar Cito. Einde
600025-1-13c
9
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 223
aardrijkskunde
Correctievoorschrift VWO
20
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
06
Tijdvak 2
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr. 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.
600063-2-13c
1
Lees verder Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 224
3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 5 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 6 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 7 Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 8 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. N.B. Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. 3 Vakspecifieke regel Voor het examen aardrijkskunde VWO kunnen maximaal 76 scorepunten worden behaald.
600063-2-13c
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 225
4 Beoordelingsmodel Deelscores
Antwoorden
Migratie en mobiliteit Opgave 1 − Bevolkingsontwikkelingen in Marokko Maximumscore 1 52e druk: kaart 192D / 51e druk: kaart 170D
1
2
Maximumscore 2 Voorbeelden van ruimtelijke gevolgen zijn: • Er ontstaan bidonvilles aan de rand van de stad. • De (verkeers)infrastructuur komt onder druk te staan / raakt overbelast. per juist ruimtelijk gevolg
3
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juist algemeen demografisch gevolg zijn: • daling van het geboortecijfer / stijging van het sterftecijfer • ontstaan van een vertrekoverschot / een negatief migratiesaldo Voorbeelden van een juist specifiek demografisch gevolg zijn:
1
1
• vooral mannen trekken weg / het ontstaan van een vrouwenoverschot • vooral jongeren trekken weg / veroudering / vergrijzing / de demografische druk stijgt
Maximumscore 1 gezinsvormende migratie
4
5
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • Het toelatingsbeleid met betrekking tot de gezinsvormende migratie is veel strenger geworden (politieke dimensie). • De tolerantie ten opzichte van vreemdelingen is verminderd (culturele dimensie). • Er is minder kans op werk in Nederland (economische dimensie). per juiste reden
1
Opgave 2 − Vakantie van Nederlanders naar landen in Europa 6
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste aannemelijke geografische hypothese is: Naarmate een land/bestemming verder weg ligt van Nederland, zal de gemiddelde vakantieduur (in dagen) toenemen (mits van hetzelfde vervoermiddel gebruik is gemaakt). Opmerking In de hypothese moet zowel de verblijfsduur als de afstand tot de Europese bestemmingen voorkomen.
7
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste argumentatie is: Hoe verder een land van Nederland af ligt, des te langer wil je er verblijven gezien de kosten en de reistijd die je gemaakt hebt om er te komen. Opmerking Alleen een verwijzing naar de tabel moet fout worden gerekend.
600063-2-13c
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 226
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 8 • complementariteit (complementarity)
1 1
• Een toerist zoekt attractiepunten op die hij in eigen land niet heeft
9
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste ontwikkelingen in de transporteerbaarheid van toeristen die het massatoerisme mogelijk gemaakt hebben, zijn: • opkomst van het charterverkeer • uitbreiding/verbetering van de infrastructuur • toename van de automobiliteit • goedkopere vliegtickets • grotere vliegtuigen • toename van de welvaart per juiste ontwikkeling
1
Opgave 3 − Segregatie in de vier grote steden Maximumscore 2 10 • Autochtonen zijn verhuisd uit wijken buiten de stad naar wijken in de stad met relatief meer
autochtonen / minder allochtonen
1
• Autochtonen zijn binnen de stad verhuisd uit wijken met relatief minder autochtonen / meer
allochtonen naar wijken met relatief minder allochtonen / meer autochtonen 11
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Vanuit de economische dimensie: Voor veel allochtonen zijn de huizen in de toekomstige stadsuitbreidingen te duur, waardoor ze bij elkaar blijven wonen
1
1
• Vanuit de culturele dimensie:
Veel allochtonen blijven liever bij elkaar wonen (dan dat ze naar de nieuwe stadsuitbreidingen verhuizen), omdat ze hetzelfde cultuurpatroon hebben / dezelfde taal spreken
1
Opmerking Alleen de combinatie van dimensie en juist argument mag goed worden gerekend. 12
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring is: • Turken, Marokkanen en Surinamers zijn langer in Nederland • en daardoor meer geïntegreerd in de Nederlandse samenleving / staan dichter bij de Nederlandse cultuur / spreken de Nederlandse taal beter
600063-2-13c
4
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 227
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 13 ▬ Ik ben het ermee eens
• Voorbeelden van een juiste motivering zijn: • Een te grote concentratie van (economisch) ‘kansarmen’ kan tot verloedering van de wijk
0 2
leiden. • Een te grote concentratie van (economisch) ‘kansarmen’ kan tot daling van het
voorzieningenniveau leiden. ▬ Ik
ben het er mee oneens
• Voorbeelden van een juiste motivering zijn: • (Economisch) ‘kansarmen’ moeten toch ergens kunnen wonen. • Rotterdam wentelt op deze manier zijn probleem af op een andere gemeente / Rotterdam
0 2
handelt hiermee volgens het NIMBY-principe. Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 4 − Het project Mainportontwikkeling Rotterdam 14
Maximumscore 2 Uit de argumentatie moet blijken dat: • er in raffinaderijen / zware industrie zoveel geld is geïnvesteerd • dat verplaatsing te kostbaar is Indien alleen inertie is genoemd
15
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste gebiedskenmerken zijn: • Dat gebied is dichter bevolkt dan het zoekgebied aan de zuidkant van Rotterdam. • In dat gebied is meer glastuinbouw dan aan de zuidkant van Rotterdam. • In dat gebied liggen meer wegen en spoorlijnen dan in het zoekgebied aan de zuidkant van Rotterdam. per juist gebiedskenmerk
16
17
18
1 1
1
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat als gevolg van de global shift: • veel industriële werkgelegenheid in het Verre Oosten is ontstaan • en de daar gemaakte producten nu in grote hoeveelheden in containers naar Europa worden vervoerd Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat er concentratie van goederenstromen naar enkele Europese havens ontstaat doordat: • het achterland gemakkelijker bereikbaar wordt / het achterland per haven groter wordt • bij toename van het volume (per haven) de transportkosten per container afnemen
1 1
1 1
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste voordelen zijn: • Schepen hoeven geen sluis te passeren. • Schepen hoeven niet de moeilijk bevaarbare Westerschelde te gebruiken. • Er is een betere verbinding met het achterland via spoorlijn en autoweg. per juist voordeel
600063-2-13c
1
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 228
Antwoorden
Deelscores
Opgave 5 − Aardolietransport uit Rusland 19
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • Vanuit de economische dimensie: bij de export via Primorsk gaan er geen deviezen verloren als gevolg van het gebruik van de haveninstallaties in één van de Baltische havens / het is goed voor de werkgelegenheid in Rusland / Primorsk • Vanuit de politieke dimensie: bij export via Primorsk is Rusland niet langer afhankelijk van de Baltische staten
20
Maximumscore 1 De haven van Murmansk is in tegenstelling tot die van Primorsk het hele jaar ijsvrij.
21
Maximumscore 1 atlaskaart 67C (51e druk: 59C) / atlaskaart 182 (51e druk: 162)
22
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • de VS meer aardolie gebruiken dan ze zelf produceren / een negatieve energiebalans hebben, terwijl Rusland een positieve energiebalans heeft / minder aardolie gebruikt dan het zelf produceert, zodat er sprake is van complementariteit (complementarity) • de transporteerbaarheid (transferability) van aardolie uit Murmansk naar de Amerikaanse oostkust vanwege de relatief korte afstand / vanwege het gebruik van mammoettankers uitstekend is
1 1
1
1
Maximumscore 2 23 • afname van de overslag van aardolie
0
Uit de verklaring moet blijken dat bij de export van aardolie vanuit Murmansk naar bestemmingen buiten Europa: • grote (mammoet)tankers gebruikt zullen worden • waardoor het overladen van aardolie uit de kleinere schepen in Rotterdam niet langer nodig is
1 1
Opgave 6 − Nieuwe Sleutelprojecten 24
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste overeenkomsten zijn: • Beide streven naar concentratie van wonen, werken en voorzieningen op een kleine ruimte. • Beide hebben als doel de automobiliteit terug te dringen. per juiste overeenkomst
25
1
Maximumscore 4 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: • belevingswaarde • realisatie van een hoogwaardig woon-, werk- en leefgebied en/of: • gebruikswaarde • bevordert een efficiënt gebruik van het openbaar vervoer en/of: • toekomstwaarde • het draagt bij aan een duurzame ontwikkeling
600063-2-13c
6
1 1 1 1 1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 229
Antwoorden
26
Deelscores
Maximumscore 3 Voorbeelden van negatieve effecten voor de bewoners van het Stationskwartier zijn: • huurverhogingen • onbetaalbare nieuwbouw • sloop van bestaande woningen • verstoring van de sociale samenhang in de buurt per juist negatief effect
1
Actieve aarde Opgave 7 − Tektonische bewegingen in West-Europa Maximumscore 2 27 • de Afrikaanse Plaat
1 1
• de Euraziatische plaat
Maximumscore 2 28 • Vogezen: horst
1 1
• Rijndal: slenk
Maximumscore 2 29 • stollingsgesteente
1 1
• metamorf gesteente
Opgave 8 − Verschillende vormen van actief vulkanisme 30
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste eigenschap zijn: • In gebied B bevat het magma meer gassen dan in gebied C. • Het magma in gebied B is zuurder / meer visceus dan in gebied C. Maximumscore 2
31 • in gebied C
0
Uit de motivering moet blijken dat: • (dun vloeibare) lava aan het oppervlak komt in rustige (weinig explosieve) uitvloeiingen • door de ligging van dit gebied boven een hotspot
1 1
Maximumscore 2 32 • B: stratovulkaan
33
34
• C: schildvulkaan
1 1
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • het centrale gedeelte midden in een spreidingszone ligt • waardoor de aardkorst daar dunner is / de aardkorst daar meer breuken heeft
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: • Een groot deel van de landbouwgronden was door de uitbarstingen onbruikbaar geworden • waardoor mensen later van de honger omkwamen of: • Door gebrek aan schoon drinkwater • kwamen veel mensen later om als gevolg van epidemieën
600063-2-13c
7
1 1 1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 230
Antwoorden
Deelscores
Opgave 9 − Satellietbeelden en het weer Maximumscore 1 een lagedrukgebied / depressie
35
36
37
38
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • in een depressie de lucht stijgt en daardoor afkoelt • waardoor waterdamp condenseert (en wolken ontstaan) Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • In de zomer staat dit deel van Afrika onder invloed van subtropische maxima • waardoor een dalende luchtstroom ontstaat en de lucht warmer wordt waardoor deze meer waterdamp kan bevatten of: • In de zomer staat dit deel van Afrika onder invloed van subtropische maxima • waardoor aflandige (en dus droge) winden overheersen Maximumscore 3 Uit de verklaring moet blijken dat dit veroorzaakt wordt door: • aanlandige vochtige wind • die aan de loefzijde van de gebergten wordt gedwongen te stijgen • en daardoor afkoelt (en uitregent)
1 1
1 1 1 1
1 1 1
inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 23 juni naar Cito. Einde
600063-2-13c
8
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 231
aardrijkskunde
Correctievoorschrift VWO
20
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
05
Tijdvak 1
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr. 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.
500018-1-13c
1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 232
3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 5 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 6 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 7 Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 8 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. N.B. Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. 3 Vakspecifieke regel Voor het examen aardrijkskunde VWO kunnen maximaal 74 scorepunten worden behaald.
500018-1-13c
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 233
4 Beoordelingsmodel Antwoorden
Deelscores
Migratie en mobiliteit Opgave 1
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van ruimtelijke ontwikkelingen zijn: • aanbod van nieuwe infrastructuur • ruimtelijke spreiding en scheiding van functies/suburbanisatie • ruimtelijke schaalvergroting (toenemende omvang van voorzieningen en clustering daarvan) per juiste ontwikkeling
2
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: ▬ Individualisering leidt tot een groter aantal huishoudens • die elk een eigen mobiliteitsbehoefte hebben ▬ Individualisering
1 1
leidt tot meer gescheiden activiteitenpatronen
1 1
• waardoor meer verplaatsingen nodig zijn
Opmerking Als de verklaring niet aansluit op de beschrijving, wordt er voor die verklaring geen punt toegekend. Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument vóór is: Uit bron 2 blijkt dat tussen 1975 en 2000 het aantal verplaatsingen per auto is toegenomen terwijl het aantal verplaatsingen per openbaar vervoer en via lopen/fietsen juist is afgenomen.
3
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat in de tabel geen gegevens staan over de gemiddelde afstand van de verplaatsingen.
4
Opgave 2
5
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste verschillen zijn: • De VINEX-locaties zijn nieuwbouwlocaties die zoveel mogelijk aansluiten bij bestaand stedelijk gebied. Groeikernen liggen over het algemeen verder van de grote steden af. • Het groeikernenbeleid richt zich onder andere op bundeling van verkeersstromen. Het VINEX-beleid richt zich met name op het beperken van verkeersstromen. • Inwoners van een VINEX-locatie blijven, door de directe nabijheid van de stad, bewoners van de grote stad waar men werkt en voorzieningen heeft. Dit is bij een groeikern niet altijd het geval. per juist verschil
500018-1-13c
1
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 234
Antwoorden
6
Deelscores
Maximumscore 2 twee van de volgende doelen: • vergroting van het draagvlak voor stedelijke voorzieningen • het verminderen van de toenemende congestie/mobiliteit in de stad • zuinig omgaan met de stedelijke ruimte per juist doel
7
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste doelen zijn: • verstedelijking van open gebieden tegengaan • verbetering van de milieukwaliteit buiten de stad (als gevolg van concentratie van functies in de grote steden) per juist doel
1
Opgave 3
8
9
10
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste argumentatie vóór gedwongen spreiding is: • Gedwongen spreiding van kansarme allochtonen vermindert de ruimtelijke segregatie tussen allochtonen en autochtonen • zodat beide groepen elkaar beter kunnen leren kennen en er daardoor minder spanningen ontstaan / waardoor de integratie wordt bevorderd Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste argumentatie tégen gedwongen spreiding is: • Gedwongen spreiding van kansarme allochtonen betekent beperking van de vrijheid tot keuze van een woonlocatie van een bepaalde groep • en kan daarom als een vorm van discriminatie worden opgevat
1 1
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • De interne cohesie van allochtone groepen is te sterk. • De autochtone middenklassen willen geen overlast. per juist argument
1
Opgave 4
11
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: • Men vlucht vooral naar het zuiden • Men vlucht vooral naar de steden
500018-1-13c
1 1
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 235
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 12 • Voorbeelden van een juiste oorzaak vanuit de politieke dimensie zijn: ▬ In
de Westelijke Sahara zijn gewapende conflicten aan de gang / recente geweldsuitbarstingen geweest, waardoor het gebied onveilig is. ▬ De Westelijke Sahara is een bezet gebied. • Een voorbeeld van een juiste oorzaak vanuit de natuurdimensie is:
De gebieden in de Westelijke Sahara die grenzen aan Mauritanië maken deel uit van de woestijn of woestijnsteppe. • Een voorbeeld van een juiste oorzaak vanuit de economische dimensie is:
Er is een gebrek aan bestaansmiddelen in landelijke gebieden per juiste oorzaak per dimensie
13
1
Maximumscore 3 Uit de uitleg moet blijken dat: • Pakistan en Iran complementair zijn omdat het vergeleken met Afghanistan relatief veilige gebieden zijn • de transporteerbaarheid van vluchtelingen naar Pakistan en Iran groot is omdat het buurlanden van Afghanistan zijn en de afstand die men vanuit Afghanistan moet afleggen dus klein is / de reiskosten gering zijn / de reis weinig tijd kost • Pakistan en Iran kunnen dienen als tussenliggende mogelijkheid, als eerste etappe op weg naar een nog veiliger opvangland Indien de cursivering of het Engelse synoniem ervan in het antwoord ontbreekt
1
1 1 0
Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 5
14
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • verwacht wordt dat de mensen in dit deel van Europa meer per trein gaan reizen dan per vliegtuig • waardoor er minder luchtvervuiling zal zijn / minder verkeerscongestie zal zijn
1 1
Maximumscore 1 Den Haag
15
Maximumscore 3 16 • Onder een deel van het Groene Hart loopt de HSL door een tunnel
• bundeling van de HSL met snelwegen en/of spoorlijnen • aanleg van HSL langs grens van bebouwing
1 1 1
Opgave 6
17
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • De beschikbare kavels liggen te veel verspreid. • De beschikbare kavels liggen niet allemaal aan diep vaarwater. • Enkele kavels zijn over land slecht bereikbaar. per juist argument
500018-1-13c
1
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 236
Antwoorden
18
Deelscores
Maximumscore 5 Eisen waaraan beide cirkeldiagrammen moeten voldoen, zijn: • In beide diagrammen begint de grootste sector om 12.00 uur • In beide diagrammen worden de havens weergegeven in volgorde van afnemend aantal overgeslagen containers • In beide diagrammen zijn de havens met de wijzers van de klok mee verwerkt • In beide diagrammen zijn de procentuele gegevens in de sectoren vermeld of direct ernaast (al dan niet via een pijl/lijntje) met de desbetreffende sectoren verbonden • Het cirkeldiagram van 2002 heeft een duidelijk grotere diameter dan dat van 1990
1 1 1 1 1
Voorbeelden van juiste cirkeldiagrammen zijn: 1990
2002 13%
14%
29% 38%
12%
13%
16% 20%
Legenda: Rotterdam Hamburg
19
500018-1-13c
21%
Antwerpen
24%
overige havens
Bremen
Maximumscore 1 Uit de conclusie mo et blijken dat het aandeel van Rotterdam in de totale containeroverslag in de periode 1990-2002 is afgenomen.
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 237
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 3 20 • de keuze voor alleen wel of geen verstandige keuze
0
Voorbeelden van juiste argumenten vóór ‘Nederland Distributieland’ zijn: • Deze projecten bieden een milieuvriendelijker alternatief voor het transport door de lucht
en/of over de weg (natuurdimensie). • Het vormt een stimulans om te komen tot creatieve en spectaculaire oplossingen voor de
problemen rond onze infrastructuur (culturele dimensie). • Het zorgt voor extra werkgelegenheid (economische dimensie). • Het past goed in de steeds verder toenemende Europese integratie (politieke dimensie).
Voorbeelden van juiste argumenten tégen ‘Nederland Distributieland’ zijn: • Het zorgt voor compartimentering / geluidsoverlast / luchtvervuiling (natuurdimensie). • Het zorgt via grootschalige ingrepen in het landschap voor aantasting van het Nederlandse
culturele erfgoed (culturele dimensie). • Het levert ons land weinig toegevoegde waarde op / leidt tot onrendabele investeringen
(economische dimensie). • Het zorgt voor beperking van het recht op inspraak en verlies van mogelijkheden in
juridische bezwaarprocedures / het zorgt voor een grotere afhankelijkheid van politieke beslissingen in andere landen (politieke dimensie). per juist argument
1
Opgave 7 Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat Ethiopië als gevolg van de onafhankelijkheid van Eritrea zijn open verbinding met zee zou verliezen / een binnenstaat zou worden / een landlocked state zou worden.
21
Maximumscore 3 22 • Frankrijk
1
• Uit de verklaring met behulp van kaart 149A of 193A uit de 52e druk / kaart 133A of 171A
uit de 51e druk moet blijken dat Djibouti een Franse kolonie is geweest
23
2
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: • Uit kaart 149D (51e druk: 133D) blijkt dat Ethiopië geteisterd wordt door geweldsuitbarstingen / gewapende conflicten en hongersnood (waardoor de prioriteiten elders liggen). • Uit kaart 149D (51e druk: 133D) blijkt dat Ethiopië omringd wordt door landen waar hongersnood en geweld heersen. Maximumscore 3
24 • Voorbeelden van een juiste vestigingsplaatskeuze zijn: ▬ in de nabijheid van een (internationaal) vliegveld ▬ op een plaats waarvandaan een (internationaal) vliegveld
1
snel bereikbaar is
• Uit de uitleg moet blijken dat een gunstige ligging ten opzichte van een (internationaal)
vliegveld van groot belang is omdat tuinbouwproducten snel naar de afzetgebieden in Europa vervoerd moeten kunnen worden
500018-1-13c
7
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 238
Antwoorden
Deelscores
Actieve aarde Opgave 8
25
Maximumscore 1 stollingsgesteenten
26
Maximumscore 1 basalt Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat dit veroorzaakt wordt door verschillen in afkoelingssnelheid/afkoelingsomstandigheden.
27
Opgave 9 Maximumscore 2 28 • toegenomen
1
• Uit de uitleg moet blijken dat bron 12 laat zien dat in de genoemde periode langs de
westkust van het Zuid-Amerikaanse continent een gebergte is ontstaan (als gevolg van subductie van de oceanische plaat)
29
1
Maximumscore 2 twee van de volgende veranderingen: • het sluiten van de oceaan tussen Zuid-Amerika en Noord-Amerika • het sluiten van de oceaan tussen Afrika en Eurazië • het ontstaan van een opening tussen Antarctica en Zuid-Amerika • het ontstaan van een oceaan tussen Antarctica en Australië • het ontstaan van een oceaan tussen Noord-Amerika en Eurazië per juiste verandering
1
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat in de loop van het Tertiair rond Antarctica een ononderbroken zeestroom ontstond.
30
Opgave 10
31
32
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • binnen het lijnstuk p-q subductie van de Pacifische / oceanische plaat onder de andere plaat plaatsvindt • waardoor een diepe trog is ontstaan
1 1
Maximumscore 3 De drie fasen zijn: • De fase van subductie / de onderduikende plaat smelt (gedeeltelijk) • De fase van een opstijgend magmalichaam / er ontstaat een zone van opstijgend magma • De fase die leidt tot het ontstaan van een (vulkanisch) eiland
1 1 1
500018-1-13c
8
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 239
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 3 De doorsnede is in drie vakken, I, II en III, verdeeld. Voor elk vak kan 1 punt worden gescoord als de doorsnede binnen de aangegeven marge blijft.
33
Om vraag 33 makkelijk te corrigeren verdient het aanbeveling een transparant van deze pagina te maken en deze over de ingevulde bijlage van de kandidaat te leggen. I
hoogte 2 in km 1 0
A
II
III
zeeniveau
-1 -2 -3 -4
B
-5 -6 -7 -8 -9 -10 -11
0 Legenda: marge
1600 afstand in kilometers
Maximumscore 1 stratovulkaan
34
Opgave 11
35
Maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste redenering is: • Door het kappen van het tropisch regenwoud zal in het betreffende gebied minder water door de vegetatie worden opgenomen / vastgehouden / tegengehouden • waardoor de verdamping / evapotranspiratie in het gebied zal verminderen • en er dus ook minder waterdamp zal condenseren (waardoor daar minder neerslag zal vallen)
500018-1-13c
9
1 1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 240
Antwoorden
36
Deelscores
Maximumscore 3 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: ▬ Door het verdwijnen van de vegetatie zal er minder verdamping zijn • waardoor er minder wolkvorming optreedt • en er dus meer zonnestraling het aardoppervlak bereikt ▬ Door
afwezigheid van vegetatie bereikt een groter deel van de zonnestraling het aardoppervlak • waardoor de bodem meer wordt opgewarmd • en er meer warmte naar de ruimte wordt uitgestraald per elk in de redenering opgenomen antwoordelement
1
inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma Wolf of vul de scores in op de optisch leesbare formulieren. Zend de gegevens uiterlijk op 1 juni naar de Citogroep. Einde
500018-1-13c
10
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 241
aardrijkskunde
Correctievoorschrift VWO
20
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
05
Tijdvak 2
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr. 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.
500048-2-13c
1
Lees verder Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 242
3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 5 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 6 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 7 Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 8 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. N.B. Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. 3 Vakspecifieke regel Voor het examen aardrijkskunde VWO kunnen maximaal 71 scorepunten worden behaald.
500048-2-13c
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 243
4 Beoordelingsmodel Antwoorden
Deelscores
Migratie en mobiliteit Opgave 1 Maximumscore 2 1 • de randgemeenten van de drie grote steden
1 1
• de provincie Flevoland
2
Maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat: • in de jaren ’60 en ’70 zich hier veel jonge gezinnen vestigden • veel mensen die zich daar toen gevestigd hebben, inmiddels de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben (terwijl hun kinderen de gemeente/provincie verlaten hebben)
1 1
Maximumscore 2 3 • vertrek van jongeren (vanwege gebrek aan bestaansmiddelen)
1 1
• vestiging van (gepensioneerde) ouderen
Opgave 2
4
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste ontwikkelingen zijn: • De economie in de nieuwe EU-lidstaten blijft achter in ontwikkeling. • In de overige EU-landen worden maatregelen genomen die de migratie sterk beperken. per juiste ontwikkeling
5
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • Bepalend voor het al dan niet ontstaan van problemen op de Nederlandse arbeidsmarkt is of er arbeidsmigranten komen met beroepen waar vraag naar is. • Mogelijk worden aan de onderkant van de arbeidsmarkt Nederlandse arbeidskrachten verdrongen. Maximumscore 1 Deze gebieden hebben alle een perifere ligging.
6
7
1
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste bevolkingskenmerken van deze gebieden zijn: • hoge werkloosheid • laag BNP/hoofd van de bevolking • hoog percentage van de beroepsbevolking werkzaam in de landbouw • laag opleidingsniveau per juist bevolkingskenmerk
8
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • Migranten uit nieuwe EU-landen verschillen weinig in godsdienst/cultuur met Nederlanders. • Migranten uit nieuwe EU-landen zijn redelijk tot goed opgeleid. • Het gaat in veel gevallen om seizoensmigranten die hier niet zullen integreren. per juiste reden
500048-2-13c
1
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 244
Antwoorden
Deelscores
Opgave 3
9
Maximumscore 2 Juiste voorbeelden zijn: • de ligging ten opzichte van Schiphol • de ligging bij een (gepland) station van de HSL • de ligging ten opzichte van het centrum van Amsterdam / de ligging ten opzichte van een aantrekkelijk grootstedelijk milieu per juist voorbeeld
1
Maximumscore 3 10 • A-locatie
1
Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Er is sprake van een hoge bezoekersintensiteit. • Deze locatie is goed bereikbaar per openbaar vervoer. • Het aantal arbeidsplaatsen per hectare is hoog.
per juist argument Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument is: Bij het dokmodel kunnen er meer functies gestapeld worden / kunnen er meer verschillende functies naast elkaar worden gesitueerd.
11
12
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Bij het dokmodel is geluidsoverlast door auto- en treinverkeer op de Zuidas minimaal. • Bij het dokmodel vormt de Zuidas geen brede verkeersbarrière tussen twee stadswijken. per juist argument
1
Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 4 Maximumscore 2 13 • ja
0
Een voorbeeld van een juiste argumentatie vóór is: • Indien Duisburg wordt aangedaan dan wordt de ‘Landbridge’ rendabeler • omdat er niet alleen goederen vanuit Rotterdam maar ook vanuit Duisburg naar de Oostzeehavens v.v. kunnen worden vervoerd
14
1 1
• nee
0
Een voorbeeld van een juiste argumentatie tégen is: • Indien Duisburg wordt aangedaan, maakt de spoorshuttle een omweg / is er een extra laad-/lospunt • waardoor er tijdverlies optreedt
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • Hamburg en Bremerhaven hebben betere achterlandverbindingen dan Rostock. • Hamburg en Bremerhaven hebben betere havenfaciliteiten dan Rostock.
500048-2-13c
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 245
Antwoorden
15
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • Rotterdam is beter bereikbaar voor de zeer grote containerschepen van de jongste generatie. • Rotterdam is nu al de grootste haven van de wereld. Bij toenemend aantal containers per schip kunnen door verladers en transporteurs de grootste economische schaalvoordelen worden behaald. per juiste reden
1
Opgave 5 Maximumscore 2 16 ▬ Een voorbeeld van een juist bedrijfseconomisch argument is:
1
Concentratie op één luchthaven leidt tot vermindering van de kosten. ▬ Voorbeelden
van een juist vervoerskundig argument zijn:
1
• Concentratie op één luchthaven vermindert de overlap die er nu nog is bij de
intercontinentale netwerken. • Concentratie op één luchthaven leidt tot maximalisatie van het aantal doorverbindingen.
Maximumscore 2 17 • meest complementair: Afrika
1 1
• minst complementair: Azië
Maximumscore 3 18 • Uit de beschrijving moet blijken dat Air France veel meer verbindingen met Afrika
onderhoudt dan de KLM
1
Een voorbeeld van een juiste verklaring is: • Frankrijk bezat tot de zestiger jaren van de 20e eeuw veel koloniën in Afrika • waarmee het land politiek en economisch nog steeds nauw verbonden is
1 1
Maximumscore 1 de HSL-Oost
19
Opgave 6 Maximumscore 3 20 • Nigeria
1
Uit de argumentatie moet blijken dat: • stroomafwaarts gelegen landen groot belang hebben bij goed waterbeheer in stroomopwaarts gelegen landen • Nigeria (via de rivier de Benue) stroomafwaarts ligt ten opzichte van Kameroen
21
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • deze landen toen net onafhankelijk waren geworden • waardoor anders dan in het koloniale tijdperk, zo’n organisatie nodig was om conflicten over het gebruik van de Niger te voorkomen
500048-2-13c
5
1 1
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 246
Antwoorden
22
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste gebiedskenmerken zijn: • Niger heeft een veel lagere bevolkingsdichtheid dan Nigeria. • Niger beschikt over minder natuurlijke hulpbronnen dan Nigeria. • Niger heeft een meer geconcentreerde bevolking dan Nigeria. per juist gebiedskenmerk
1
Maximumscore 2 23 ▬ Uit het antwoord moet blijken dat Mali een intervening opportunity / tussenliggende
mogelijkheid kent: van de onderstaande: • de rivier de Senegal die ook door Mali stroomt en uitmondt in de Atlantische Oceaan • de spoorlijn van Bamako naar de Atlantische Oceaan (Dakar)
▬ Eén
1 1
Actieve aarde Opgave 7
24
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat dit patroon is ontstaan: • doordat aan weerszijden van de midoceanische rug • tegelijkertijd nieuwe oceanische korst wordt gevormd
25
Maximumscore 1 het verschil in plaatsnelheid in beide oceanen
26
Maximumscore 1 basalt
1 1
Maximumscore 2 27 • Hoe verder van de oceanische rug hoe langer het sedimentatieproces heeft geduurd
• Hoe verder van het continent hoe minder sediment beschikbaar is
28
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring is: • De afzettingen bestaan hier alleen uit basalt • Stollingsgesteenten als basalt kunnen door hun ontstaanswijze geen fossiele brandstoffen bevatten
1 1
1 1
Maximumscore 1 IJsland
29
Opgave 8 Maximumscore 1 schildvulkaan
30
31
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • de meest westelijke eilanden ouder zijn • waardoor zij gedurende langere tijd zijn geërodeerd
500048-2-13c
6
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 247
Antwoorden
32
33
Deelscores
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste berekening is: • De afstand tussen het midden van Hawaii en Midway is 11 centimeter op de kaart. De werkelijke afstand is 11 × 24.000.000 cm = 264.000.000 cm • De plaatsnelheid is de afgelegde afstand gedeeld door de tijd waarin de afstand is afgelegd. In dit geval dus 264.000.000 cm gedeeld door 27.200.000 jaar is afgerond 10 cm per jaar Maximumscore 3 Uit de verklaring moet blijken dat: • Hawaii onder invloed ligt van de noordoostpassaat • die regen brengt aan de loefzijde/noordoostzijde • terwijl het zuidwesten in de regenschaduw ligt
1 1
1 1 1
Opgave 9
34
35
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • zware aardbevingen in de regel aan de rand van platen voorkomen • Nederland niet in de buurt van een plaatrand ligt
1 1
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • sedimentpakket A in een slenk ligt / is gedaald en sedimentpakket B op een horst ligt / is opgeheven • waardoor er in gebied A meer opvulling met sediment is geweest dan in gebied B
1 1
Maximumscore 3 36 • veranderen van ruimtelijke schaal
1 1 1
• kaart 40A (51e druk: 36A) • kaart 70A (51e druk: 62A)
inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma Wolf of vul de scores in op de optisch leesbare formulieren. Zend de gegevens uiterlijk op 24 juni naar de Citogroep. Einde
500048-2-13c
7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 248
Erratumblad
aardrijkskunde Centraal examen vwo 2005 Tijdvak 2 Correctievoorschrift
Aan de secretarissen van het eindexamen van de scholen voor vwo Bij het centraal examen aardrijkskunde vwo Op pagina 5, bij vraag 17 is het juiste antwoord: Maximumscore 2 17 • meest complementair: Afrika
• minst complementair: Noord-Amerika
1 1
Opmerking Bij het tweede deelantwoord mag ‘Azië’ worden goedgerekend.
N.B. Deze gegevens onmiddellijk na afloop van de zitting aan de correctoren aardrijkskunde vwo ter hand stellen. De voorzitter van de CEVO drs. J. Bouwsma
500060-E-13c-VW.doc - 23/05/05
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com.
Pagina: 249
aardrijkskunde (oude stijl)
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
04
Tijdvak 1
inzenden scores Voor dit examen hoeft u geen afnamegegevens aan de Citogroep te verstrekken.
400014-1-16c
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 250
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Een beoordelingsmodel 1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;
400014-1-16c
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 251
3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 5 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 6 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het beoordelingsmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 7 Voor deze toets kunnen maximaal 75 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 8 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. 3 Vakspecifieke regels Voor het vak aardrijkskunde (oude stijl) VWO zijn geen vakspecifieke regels vastgesteld.
400014-1-16c
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 252
4 Beoordelingsmodel Antwoorden
Deelscores
Migratie en mobiliteit 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • grote instroom van studerende jongvolwassenen • grote instroom van werkzoekende jongvolwassenen • grote instroom van allochtonen per juiste oorzaak
2
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • Het is een aantrekkelijk woongebied. / Het gebied vervult een overloopfunctie voor de Randstad. • vestiging van bedrijven in dit gebied (werkgelegenheid) per juiste oorzaak
3
Maximumscore 1 het suburbanisatieproces
4
Maximumscore 1 verdichting en herinrichting in de stad zelf
5
Maximumscore 1 de overkant van de Waal
6
7
1
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste reden zijn: • Mensen blijven werken in het oudere deel van de stad met als gevolg een toename van het verkeer. • Er is maar één vaste verbinding tussen de oude stad en de nieuwe wijk. Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Men ontsluit de nieuwe wijken met spoorwegstations. • Naast woongebieden, worden er ook kantoorgebieden en centrumvoorzieningen gebouwd. per juist argument
8
1
Maximumscore 1 De bestaande stad en de nieuwe woonwijk worden in beide gevallen van elkaar gescheiden door ofwel een rivier (Nijmegen) ofwel een snelweg/kanaal (Utrecht). Het Nederlandse landschap - natuurlijke en menselijke factoren (toegepast op het rivierkleilandschap en het zandlandschap)
9
Maximumscore 2 C-A-B Opmerking Alleen voor deze volgorde 2 punten. Voor elke andere volgorde 0 punten.
10
400014-1-16c
Maximumscore 1 kribben
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 253
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 11 • bescherming tegen erosie van de rivierdijken
1
• tegengaan van verzanding (ten gevolge van de grotere stroomsnelheid door versmalling van
de rivierbedding)
1
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat in het oostelijk deel de stroomsnelheid groter is waardoor daar alleen grover materiaal bezinkt.
12
Maximumscore 1 donk/rivierduin
13
Maximumscore 2 14 • 1 = hangwaterzone
1 1
• 2 = capillairwaterzone
Maximumscore 3 15 • A = X
1 1 1
•B = Z •C = Y
Maximumscore 2 Uit de argumentatie moet blijken dat afzetting B het meest waterdoorlatend is omdat deze uit gemiddeld grover materiaal bestaat.
16
Opmerking Een antwoord dat gebaseerd is op A kan ook juist zijn. 17
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste afzettingen zijn: • (hoog)veen • beekafzettingen • stuifzand per juiste afzetting
1
Milieugeografie van Nederland (toegepast op Nederland en de internationale milieuproblemen en op de Nederlander en de milieugebruiksruimte) Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat vooral in droge gebieden marginale gronden te intensief gebruikt worden, zodat deze in woestijnen veranderen.
18
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist gevolg is: Akkerland in Zuidoost-Azië kan weer door de bevolking worden gebruikt voor de productie van eigen voedsel. / Herbebossing van akkerbouwgebieden is dan mogelijk.
19
20
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • Er wordt veel verdiend aan de export van landbouwproducten. • De boeren bieden veelal taai verzet tegen beperkende maatregelen. • Er is een groot aantal emissiepunten, wat controle bemoeilijkt. per juiste reden
400014-1-16c
1
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 254
Antwoorden
21
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste broeikasgassen zijn: • koolstofdioxide/CO 2 • methaan/CH 4 • distikstofmonoxide/N 2O • CFK’s per juist broeikasgas
22
23
24
1
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • de zichtbare straling van de zon grotendeels ongehinderd door deze gassen doorgelaten wordt en • de warmtestraling van de aarde door deze gassen wordt geabsorbeerd
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste oorzaak zijn: • De druk van zout kwelwater wordt groter. • De zouttong zal verder landinwaarts komen te liggen. Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste factoren zijn: • Deze gebieden zijn (te) dun bevolkt. • Deze gebieden kennen een geringe welvaart / geringe industriële productie / geringe mobiliteit / geringe economische ontwikkeling. per juiste factor
25
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: • Deze gebieden hebben een ontwikkelingsachterstand (economisch en technisch). • Er treedt in deze gebieden een sterke verstedelijking op. per juist kenmerk
1
Internationalisering: Nederland in Europa, Europa in de Wereld 26
27
28
29
30
400014-1-16c
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat (mede als gevolg van de dalende vangsten) vissers zijn uitgeweken naar andere delen van de Stille Oceaan en de Atlantische Oceaan. Maximumscore 1 het vaststellen van vangstquota (door de EU) voor de Noordzee Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat West-Europa uit verschillende kleine(re) landen bestaat en dat daardoor goederenstromen al gauw grenzen passeren. In de andere hoofdregio’s is dit niet of minder het geval. Maximumscore 1 Oost-Europa Maximumscore 1 Door de toenemende welvaart in Oost-Europa / de aansluiting bij de EU, zullen de handelsstromen groeien.
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 255
Antwoorden
31
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • Er is sprake van een geringe bevolkingsomvang / geringe afzetmarkt. • Door de grote afstand zijn de transportkosten te hoog. per juiste oorzaak
1
Maximumscore 6 32 • Regionale schaal
In het antwoord dienen twee van de volgende gevolgen te worden beschreven: de nabijheid van grote bevolkingsconcentraties zullen nieuwe tuinbouwgebieden ontstaan. ▬ Oude (uit de gratie geraakte) tuinbouwgebieden, zoals bijvoorbeeld de Betuwe, zal nieuw leven worden ingeblazen. ▬ Door de (weder)opbloei van regionale tuinbouwcentra zal de daarmee verbonden indirecte werkgelegenheid eveneens opbloeien. ▬ Aan de randen van grote bevolkingsconcentraties zal de concurrentie om de ruimte toenemen. ▬ In
per juist gevolg
1
• Nationale schaal
In het antwoord dienen twee van de volgende gevolgen te worden beschreven: zal een relocatie van de spreiding van tuinbouwgebieden plaatsvinden, waarbij de grote gespecialiseerde tuinbouwgebieden, zoals bijvoorbeeld het Westland en het gebied rond Venlo, flinke verliezen zullen leiden. ▬ Landelijk gespecialiseerde dienstverlening op het gebied van veilingen, productschappen en kennis-instituten dreigt versnipperd te raken. ▬ Het landelijke distributienet zal zich moeten aanpassen aan deze algehele relocatie. ▬ In gebieden waar de tuinbouw hetzij groeit hetzij inkrimpt, zal zich een wijziging in de beroepsbevolking voordoen. ▬ Er
per juist gevolg
1
• Internationale schaal
In het antwoord dienen twee van de volgende gevolgen te worden beschreven: met een internationale allure, bijvoorbeeld het Westland, het gebied rond Venlo of het gebied rond Aalsmeer, zullen een (flink) deel van hun werkgelegenheid verliezen. ▬ Dit verlies aan werkgelegenheid zal met een multipliereffect op andere sectoren doorwerken. ▬ (Veel van de) vergaarde kennis op het gebied van de tuinbouw zal overbodig worden en niet meer als ‘exportartikel’ kunnen worden aangewend. ▬ Er zal een wijziging optreden in de samenstelling van de Nederlandse handels- en betalingsbalans. ▬ Verkeersstromen over langere afstanden zullen plaatsmaken voor verkeersstromen over kortere afstanden met andere/kleinere vervoermiddelen, met andere woorden het internationale transport zal in volume afnemen. ▬ Tuinbouwgebieden
per juist gevolg
400014-1-16c
1
7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 256
Antwoorden
Deelscores
Marokko 33
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat: • in Casablanca de combinatie van gemiddelde jaartemperatuur en gemiddelde jaarlijkse neerslag • tot meer verdamping leidt dan in Meknès Indien alleen op het verschil in hoogteligging wordt gewezen
1 1 1
Maximumscore 2 34 • Spaans protectoraat - B
1 1
• Internationale zone - D
Maximumscore 2 de groeiende wanverhouding tussen de bevolking(sgroei) en de ontwikkeling van de bestaansmiddelen
35
36
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste omstandigheden zijn: • steile hellingen • hoge neerslag • voor bodemerosie gevoelige bodems • neerslag veelal in hevige buien • spaarzame begroeiing per juiste omstandigheid
37
38
39
1
Maximumscore 3 Uit de omschrijving moet blijken dat: • de stedelijke overheid een stuk grond bouwrijp maakt (kavelindeling, ontsluiting enz.) • en vervolgens ook zorgt voor de meest elementaire voorzieningen als drinkwater, elektriciteit en riolering • waarop bewoners dan zelf een woning kunnen bouwen
1 1 1
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juist gegeven zijn: • het geringe aantal bidonvilles • de afwezigheid van industriegebieden Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • anticonceptiemiddelen zijn hier beter te verkrijgen • betere opleiding / meer kennis omtrent anticonceptie • ‘modernere’ normen/waarden • gemiddelde huwelijksleeftijd ligt hoger • grotere woningnood (voor starters op de woningmarkt) per juiste oorzaak
40
1
Maximumscore 1 De economie van de medina wordt gekenmerkt door de informele sectoren, die van de Europese stad door de formele sector.
Einde
400014-1-16c
8
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 257
aardrijkskunde (nieuwe stijl)
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
04
Tijdvak 2
inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma Wolf of vul de scores in op de optisch leesbare formulieren. Zend de gegevens uiterlijk op 25 juni naar de Citogroep.
400035-2-15c
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 258
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Een beoordelingsmodel 1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;
400035-2-15c
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 259
3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 5 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 6 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het beoordelingsmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 7 Voor deze toets kunnen maximaal 71 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 8 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. 3 Vakspecifieke regels Voor het vak aardrijkskunde (nieuwe stijl) VWO zijn geen vakspecifieke regels vastgesteld.
400035-2-15c
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 260
4 Beoordelingsmodel Antwoorden
Deelscores
Politiek en ruimte Opgave 1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: • godsdienst, gebruikte kaart 190C of D (51e druk: 168C of D) • taal, gebruikte kaart 190B (51e druk: 168B) per combinatie van juiste kenmerk en juiste kaart
2
3
1
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: • een grotere autonomie, los van Moskou / meer gericht op het westen • het lidmaatschap van de EU (en dat is moeilijk verenigbaar met dat van het GOS) Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • Tatarstan maakt deel uit van de Russische Federatie. • De Russische regering is bezorgd over de positie van de Russen in een volledig onafhankelijk Tatarstan. per juiste reden Maximumscore 1 kaart 121C (51e druk: 109C)
4
5
1
Maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste argumentatie is: • Omdat het Russisch het cyrillisch alfabet gebruikt • en in de multinationale Russische Federatie Russisch de voertaal is • zou het toestaan van een niet-cyrillische schrijftaal de integratie van minderheden in de Federatie verzwakken
1 1 1
Opgave 2 Maximumscore 2 6 • Uit het antwoord moet blijken dat ook het Fins, Estisch en het Hongaars geen
Indogermaanse talen zijn, terwijl Finland, Estland en Hongarije wel lid zijn / mogen worden van de EU • gebruikte kaart: 76C (51e druk: 69A) 7
Maximumscore 2 Een juist antwoord verwijst naar de ligging van Cyprus voor de kust van West-Azië.
8
Maximumscore 2 Het nieuwe EU-land Letland heeft een lager BNP/hoofd dan Turkije.
1 1
Maximumscore 2 9 • Uit de uitleg moet blijken dat ook in Europa een niet onaanzienlijk deel van de bevolking
behoort tot het islamitische geloof
1 1
• gebruikte kaart: 76A (51e druk: 69B)
400035-2-15c
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 261
Antwoorden
10
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van politieke argumenten op grond waarvan de EU toetreding van Turkije voorlopig nog tegenhoudt, zijn: • Turkije moet eerst de kwestie Cyprus (helpen) oplossen. • Turkije moet de mensenrechten beter naleven. • Turkije moet eerst de positie van de Koerden verbeteren. • Turkije moet eerst de relatie met Griekenland verbeteren. • Turkije dient eerst de volkerenmoord op de Armeniërs (in het begin van de 20e eeuw) te erkennen. per juist argument
11
1
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juist argument zijn: • Turkije zou zich wel eens van Europa kunnen afwenden en toenadering tot de (islamitische) landen van het Midden-Oosten kunnen gaan zoeken. • radicalisering van Turken binnen Europa Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 3 Maximumscore 2 52e druk – Mijnbouw, industrie en toerisme / 150B (51e druk – Mijnbouw en industrie / 137B)
12
Maximumscore 1 de aanwezigheid van watervallen en stroomversnellingen / onbevaarbaarheid
13
Maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat in Angola de spoorlijnen uitsluitend van het binnenland naar de kust lopen zonder met elkaar verbonden te zijn.
14
Maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat in de Democratische Republiek Kongo de spoorwegen in combinatie met de rivieren een aaneengesloten/samenhangend netwerk met dwarsverbindingen vormen.
15
16
Maximumscore 4 Uit de verklaring moet blijken dat: • Angola over een lange kustlijn beschikt • waardoor steeds de kortste/goedkoopste route naar zee kon worden gekozen (waardoor integratie van het transportnet niet nodig was) • de Democratische Republiek Kongo slechts een zeer smalle kuststrook heeft waarin de enige natuurlijke route naar zee, de Kongo-rivier, uitmondt • en waarbij de onbevaarbare gedeelten van deze rivier aangevuld konden worden met spoorwegen
1 1 1 1
Opgave 4 Maximumscore 2 17 • Europese schaal: het aandeel van de primaire en secundaire hubs is gedaald ten gunste van
de kleine en zeer kleine luchthavens
1
• Mondiale schaal: het aandeel van de primaire hubs is gestegen ten koste van alle andere
typen luchthavens
400035-2-15c
1
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 262
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat in de Verenigde Staten sprake is van één nationaal luchtvaartbeleid, terwijl in Europa het luchtvaartbeleid per land kan verschillen / veel Europese landen een nationale luchtvaartmaatschappij hebben.
18
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat in Europa de stedelijke centra in het algemeen dichter bij elkaar liggen, waardoor er gemakkelijker alternatieven (trein) voor het vliegverkeer zijn dan in de VS.
19
Opmerking Het antwoord dat in de VS alternatieven voor het vliegverkeer veel minder goed ontwikkeld zijn, mag ook worden goed gerekend. 20
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Door een groter aantal passagiers kunnen er meer bestemmingen worden aangeboden. • Door een groter aantal passagiers kan een groter aantal frequenties naar andere gebieden aangeboden worden. • Door een groter aantal passagiers kunnen er meer voorzieningen voor reizigers in stand gehouden worden. per juist argument
1
Opgave 5 Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist argument is: Door de aanleg van de Westerscheldetunnel komt Vlissingen relatief dichterbij het Vlaamse- en Noord-Franse achterland te liggen.
21
22
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • De afstand van de Noordzee naar de haven van Vlissingen is veel korter dan die naar Antwerpen. • De vaargeul naar de haven van Vlissingen is dieper dan die naar de haven van Antwerpen. per juist argument
1
Maximumscore 4 23 • Met betrekking tot de milieudimensie:
1 1
zijn voorbeelden van een juist antwoord: ▬ extra vervuiling door vrachtverkeer ▬ meer geluidsoverlast door transport ▬ onveiligheid (treinen door de Brabantse steden) • Met betrekking tot de economische dimensie:
is een voorbeeld van een juist antwoord: Als gevolg van een andere routemogelijkheid loopt Noord-Brabant nu de economische spin off van het vrachtvervoer mis.
1 1
Maximumscore 2 24 • Vanuit verkeersgeografisch oogpunt is een tunnel de enige optie, omdat een brug te veel
hindernissen oplevert voor het scheepvaartverkeer van en naar Antwerpen
1
• Vanuit fysisch-geografisch oogpunt lag een brug meer voor de hand vanwege de diepe
vaargeul, waardoor de tunnel erg diep komt te liggen
400035-2-15c
6
1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 263
Antwoorden
Deelscores
Mens en milieu Opgave 6 Maximumscore 1 het verschil in hoogtecijfers
25
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat de veenlaag die nog aanwezig is in gebied B in gebied C is afgegraven.
26
27
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • gebied C eerder (18e eeuw) is ingepolderd dan gebied A (19e eeuw) • de bemalingstechniek in de 18e eeuw (windmolens) minder ver ontwikkeld was dan in de 19e eeuw (stoomgemalen)
1 1
Maximumscore 3 28 • veeteelt/grasland
1
Uit de verklaring moet blijken dat: • vanwege de gevoeligheid voor inklinking/bodemdaling de grondwaterstand hoog gehouden moet worden • waardoor veel akkerbouwproducten niet kunnen worden verbouwd / het draagvermogen voor landbouwmachines (te) gering is
1 1
Opgave 7 Maximumscore 2 29 • afwenteling in de ruimte
1 1
• afwenteling in de tijd
Maximumscore 2 30 • Dit blijkt uit het feit dat de milieuvoordelen die de westerse wereld behaalt (minder
verzuring) ten koste gaat van ernstige milieuverontreiniging in Norilsk (uitstoot van SO 2) (afwenteling in de ruimte) • Voorraden (zeldzame) non-ferrometalen worden door de huidige generatie (in grote hoeveelheden) gebruikt, waardoor er (mogelijk) voor toekomstige generaties tekorten zullen optreden (afwenteling in de tijd) 31
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat: • uit kaart 64G2 (51e druk: 56G2) blijkt dat het verkeer in 1990 voor maar liefst 55% verantwoordelijk was voor de uitstoot van stikstofoxiden (een belangrijke stof die bijdraagt aan het ontstaan van zure regen) • door grootschalige toepassing van de katalysator (specifiek gericht op het verkeer) bij de uitstoot van stikstofoxiden de grootste winst te behalen was
1
1
1 1
Opgave 8 32
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • de gebieden met een grote biodiversiteit voor de toekomst bewaard moeten worden (in verband met de functie als biologisch reservoir) en • deze gebieden momenteel dus geen rol in de productie kunnen spelen
400035-2-15c
7
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 264
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste beschrijving is: De westerse/rijke wereld legt een onevenredig groot beslag op de milieugebruiksruimte die op aarde beschikbaar is.
33
Maximumscore 2 De tegenstrijdigheid bestaat daaruit dat volgens de Kyotodoelstellingen de CO 2-uitstoot teruggedrongen moet worden, terwijl het mainportbeleid het energieverbruik (en dus de CO 2-uitstoot) bevordert.
34
Maximumscore 2 35 • De instrumenten 1 en 3 leiden tot vermindering van CO2-uitstoot
• terwijl instrument 2 slechts tot verschuiving van CO 2-uitstoot tussen landen leidt
36
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Het terugdringen van de mobiliteit gaat (misschien) ten koste van de economie. • Het terugdringen van de mobiliteit kan de vrijheid van de individuele burger aantasten. per juist argument
1
Einde
400035-2-15c
8
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 265
Aanvulling
aardrijkskunde (nieuwe stijl) Centraal examen vwo 2004 Tijdvak 2 Correctievoorschrift
Aan de secretarissen van het eindexamen van de scholen voor vwo Bij het centraal examen aardrijkskunde (nieuwe stijl) vwo Voor de vragen 18 en 19 moet altijd de maximale score (beiden 1 punt) worden toegekend, daar deze vragen door de kandidaat niet beantwoord hoefden te worden. Ik verzoek u dit bericht door te geven aan de correctoren aardrijkskunde (nieuwe stijl) vwo. De voorzitter van de CEVO drs. J. Bouwsma
400043-A-15-VW
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 266
Aardrijkskunde (nieuwe stijl)
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
03
Tijdvak 1
Inzenden scores Vul de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in op de optisch leesbare formulieren of verwerk de scores in het programma Wolf. Zend de gegevens uiterlijk op 28 mei naar de Citogroep.
300010 CV15
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 267
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
300010 CV15
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 268
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken / , gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 80 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door een kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden. 3 Antwoordmodel Antwoorden
Deelscores
Migratie en mobiliteit Opgave 1 1
Maximumscore 2 pijl A In de uitleg moeten de volgende twee elementen staan: • Migratiestroom A is pas ontstaan na het wegvallen van het IJzeren Gordijn (dus na 1989), waardoor emigratie uit Centraal/Oost-Europa naar West-Europa gemakkelijker werd • De migratiestroom uit de Noord-Afrikaanse landen was in de jaren zestig al groot, omdat er in die tijd een grote vraag naar arbeidskrachten in West-Europa was
2
1 1
Maximumscore 1 Frankrijk
3
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat dit een gevolg is van de koloniale banden van Frankrijk met de Noord-Afrikaanse landen.
4
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat dit symbool conflictgebieden aangeeft (die vluchtelingenstromen veroorzaken).
5
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat dit veroorzaakt is door de toename van de inkomsten uit de aardoliewinning.
300010 CV15
0
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 269
Antwoorden
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist argument is: Door de vergrijzing heeft Nederland arbeidsmigranten nodig (om het welvaartsniveau op peil te houden).
6
7
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Immigratie zorgt ervoor dat de bevolkingsdruk in Nederland verder zal toenemen. • Het toelaten van veel immigranten is niet nodig, omdat een belangrijk deel van de beroepsbevolking dat nu niet deelneemt aan het arbeidsproces alsnog kan worden ingeschakeld in het arbeidsproces. • Immigratie verhoogt de kosten van allerlei voorzieningen als huisvesting en scholing. • Immigratie kan leiden tot integratieproblemen in Nederland. per juist argument
1
Opgave 2 Maximumscore 1 A-locatie
8
Maximumscore 2 Uit de motivering moet blijken dat deze locatie vooral goed bereikbaar is per openbaar vervoer (en dat is kenmerkend voor een A-locatie).
9
Maximumscore 1 C-locatie
10
11
Maximumscore 2 - Voorbeelden van juiste argumenten voor de kenmerken van het locatietype zijn: • De locatie is vooral goed bereikbaar per auto (en niet per openbaar vervoer). • De bedrijven die hier gevestigd zijn, hebben een lage bezoekersintensiteit. - Een voorbeeld van een juist argument voor de kenmerken van het gebied is: Het is een industrie- en havengebied en dergelijke gebieden zijn met name op C-locaties gevestigd.
12
0 0
Maximumscore 1 In Vinex-locaties neemt het openbaar vervoer een groter deel van de totale groei van het aantal afgelegde kilometers voor zijn rekening dan in niet-Vinex-locaties. Dat is de bedoeling van het Vinex-beleid. Indien het argument niet ontleend is aan bron 4 Indien ‘groei’ ontbreekt
300010 CV15
1
Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument is: In Vinex-locaties is de groei van het autoverkeer groter dan de groei van het openbaar vervoer. Dat is in strijd met het Vinex-beleid. Indien het argument niet ontleend is aan bron 4 Indien ‘groei’ ontbreekt
13
1
0 0
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 270
Antwoorden
Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument vóór zo’n accijnsverhoging is: De auto zal (doordat de benzine duurder wordt) minder gebruikt worden.
14
15
Deelscores
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juist argument tegen zo’n accijnsverhoging zijn: • De mensen in de grensstreken gaan in de buurlanden tanken en dat leidt tot minder inkomsten voor pomphouders in deze gebieden en voor de Nederlandse overheid / dat leidt niet tot minder autogebruik. • De accijnsverhoging zal de lagere inkomensgroepen meer treffen dan de hogere inkomensgroepen. Mens en milieu Opgave 3
16
Maximumscore 4 Het verband luidt: • Gebieden met veel thermische centrales zijn in sterke mate organisch verontreinigd
1
Een voorbeeld van een juiste uitleg is: • Thermische centrales veroorzaken thermische verontreiniging • waardoor het zuurstofgehalte van het water daalt • en het zelfreinigend vermogen van het rivierwater afneemt
1 1 1
Maximumscore 3 17 • Elektriciteit opgewekt door waterkracht is het meest duurzaam
1
Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Er worden geen fossiele brandstoffen gebruikt. • Er zijn geen afvalstoffen. • Stromend water is onbeperkt voorradig. per juist argument
1
Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juiste reden is: Tegenwoordig wordt een groot deel van het rioolwater gezuiverd van organische verontreinigingen, voordat het op de rivieren wordt geloosd.
18
Opgave 4 Maximumscore 2 Uit het voorbeeld moet blijken dat door de aanleg van nevengeulen flora en fauna zich gemakkelijker kunnen verspreiden.
19
20
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • Bij hoge waterstanden krijgt de rivier een grotere doorstroomcapaciteit. • Bij hoge waterstanden wordt de bergingscapaciteit vergroot.
300010 CV15
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 271
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat de nevengeul, afhankelijk van de waterstand, zal zorgen voor wisselende overgangen tussen nat en droog.
21
Opgave 5 22
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste fysisch-geografische oorzaken zijn: • Het Drents Plateau ligt lager dan de Veluwe. • Er is keileem aanwezig op het Drents Plateau aan of net onder de oppervlakte. per juiste fysisch-geografische oorzaak
23
24
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kaarten zijn: • met betrekking tot verschil in hoogteligging: 51e druk: 29 / 30-31 / 32-33 52e druk: 33 / 34-35 / 36-37 • met betrekking tot aanwezigheid van keileem: 51e druk: 36/37 52e druk: 40/41
1
1
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • te intensief grondgebruik heeft geleid tot het verdwijnen van de vegetatie • waardoor de bodem is gaan verstuiven
1 1
Opgave 6 25
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste ontwikkelingen zijn: • toename van de welvaart • toename van de bevolking • afname van het landbouwareaal per juiste ontwikkeling
26
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat: • het uit het buitenland geïmporteerde veevoer een mestoverschot heeft veroorzaakt • waardoor in bepaalde gebieden in Nederland het grondwater is verontreinigd
1 1
Opgave 7 27
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • de uitstoot van SO 2 met behulp van technische oplossingen sterk verminderd kan worden • bij CO 2 de reductie technisch moeilijker te realiseren is / het energieverbruik blijft stijgen
28
300010 CV15
1 1
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat (extra) CO 2 de groei van de planten bevordert.
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 272
Antwoorden
Deelscores
Politiek en ruimte Opgave 8 Maximumscore 2 51e druk: 171A 52e druk: 193A
29
30
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • 51e druk: kaart 168D / 52e druk: kaart 190D godsdienstgegevens per land weergeeft en • 51e druk: kaart 168C / 52e druk: kaart 190C het vóórkomen van (een bepaalde) godsdienst per gebied weergeeft
1
Maximumscore 2 Papoea's behoren tot een ander ras dan de rest van de bevolking van Indonesië.
31
32
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • Op het analyseniveau van heel Indonesië lijken de gevoelens van identiteit groot te zijn. Dit is af te leiden uit de afwijkende samenstelling van de bevolking van West-Papoea ten opzichte van de rest van Indonesië • Op het analyseniveau van West-Papoea zijn de gevoelens van identiteit (nog) niet groot. Dit is af te leiden uit het grote aantal groepen/stammen waarin de Papoea’s onderverdeeld zijn
1 1
Maximumscore 3 33 • groep 1 - separatisme
1 1 1
• groep 2 - separatisme • groep 3 - regionalisme
Opgave 9 Maximumscore 2 34 • ja
0
• argumentatie: Het werkloosheidscijfer van ‘Delft en Westland’ / ‘Delft’ ligt structureel
onder het werkloosheidscijfer van Nederland als geheel. Daaruit volgt dat de vraag naar arbeidskrachten daar groter is dan in Nederland als geheel Maximumscore 1 opleidingsniveau
35
36
2
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste aanwijzingen zijn: • Een hoog percentage van de beroepsbevolking is werkzaam in de landbouw. • De koopkracht per inwoner is laag vergeleken met die in Nederland. • de zwakte van de economie van een kandidaat-EU-land per juiste aanwijzing
300010 CV15
1
7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 273
Antwoorden
Deelscores
Opgave 10 37
Maximumscore 2 In de redenering dienen de volgende elementen aanwezig te zijn: • Door de aanleg van de stuwdammen in Oost-Turkije wordt water van de Eufraat en de Tigris afgetapt • Dit water wordt onthouden aan de benedenstrooms gelegen landen Syrië en Irak (waardoor de politieke relaties met deze landen verstoord worden)
1
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste redenering is: Als gevolg van de toenemende welvaart onder de Koerden nemen de welvaartsverschillen tussen Koerden en Turken af.
38
39
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • De welvaart in Oost-Turkije neemt toe waardoor er veel Turken (uit de rest van het land) worden aangetrokken. De Koerden vrezen een ‘Turkisering’ van Oost-Turkije. • Door een verhoging van het inkomen van de Koerdische gemeenschap kunnen ook meer middelen worden ingezet in het verzet tegen de Turkse overheid. Opgave 11
40
Maximumscore 2 De twee mogelijke klassenindelingen zijn:
Legenda: BNP 1998 € 0 - € 5.000
of
€ 0 - € 6.000
€ 5.000 - € 10.000
of
€ 6.000 - € 12.000
€ 10.000 - € 15.000
of € 12.000 - € 18.000
€ 15.000 - € 20.000
of € 18.000 - € 24.000
meer dan € 20.000
of meer dan € 24.000
De juiste klassenbreedte is dus € 5.000 of € 6.000. Opmerking Elke andere klassenindeling is fout.
300010 CV15
8
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 274
Antwoorden
41
Deelscores
Maximumscore 2 De juiste invulling is er een van oplopende intensiteit (van het eerste tot en met het vijfde legendablokje). Een voorbeeld van een juiste invulling is:
Legenda: BNP 1998
Indien er één klasse onjuist is ingevuld Indien meer dan één klasse onjuist is ingevuld 42
43
44
1 0
Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument vóór de stelling is: Het is redelijk om van een land met een laag BNP per hoofd van de bevolking minder te eisen dan van een land met een hoog BNP per hoofd van de bevolking. Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist argument tégen de stelling is: Het is onredelijk om landen niet gelijk te behandelen. Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste afweging zijn: Ik ben het eens met de stelling omdat landen die naar draagkracht EU-regels overnemen, alle een relatief even grote inspanning leveren. (De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.) of Ik ben het oneens met de stelling omdat het rechtvaardig is om aan alle kandidaat-EUlanden dezelfde eisen te stellen. (Gelijke monniken, gelijke kappen.) Opmerking De cursief gedrukte uitdrukkingen zijn in dit antwoordvoorbeeld als correctienorm gebruikt.
Einde
300010 CV15
9
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 275
Aardrijkskunde (oude stijl)
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
03
Tijdvak 1
300010 CV16
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 276
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
300010 CV16
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 277
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken / , gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 81 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door een kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden. 3 Antwoordmodel Antwoorden
Deelscores
Migratie en mobiliteit Opgave 1 1
Maximumscore 2 pijl A In de uitleg moeten de volgende twee elementen staan: • Migratiestroom A is pas ontstaan na het wegvallen van het IJzeren Gordijn (dus na 1989), waardoor emigratie uit Centraal/Oost-Europa naar West-Europa gemakkelijker werd • De migratiestroom uit de Noord-Afrikaanse landen was in de jaren zestig al groot, omdat er in die tijd een grote vraag naar arbeidskrachten in West-Europa was
2
1 1
Maximumscore 1 Frankrijk
3
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat dit een gevolg is van de koloniale banden van Frankrijk met de Noord-Afrikaanse landen.
4
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat dit symbool conflictgebieden aangeeft (die vluchtelingenstromen veroorzaken).
5
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat dit veroorzaakt is door de toename van de inkomsten uit de aardoliewinning.
300010 CV16
0
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 278
Antwoorden
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist argument is: Door de vergrijzing heeft Nederland arbeidsmigranten nodig (om het welvaartsniveau op peil te houden).
6
7
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Immigratie zorgt ervoor dat de bevolkingsdruk in Nederland verder zal toenemen. • Het toelaten van veel immigranten is niet nodig, omdat een belangrijk deel van de beroepsbevolking dat nu niet deelneemt aan het arbeidsproces alsnog kan worden ingeschakeld in het arbeidsproces. • Immigratie verhoogt de kosten van allerlei voorzieningen als huisvesting en scholing. • Immigratie kan leiden tot integratieproblemen in Nederland. per juist argument
1
Opgave 2 Maximumscore 1 A-locatie
8
Maximumscore 2 Uit de motivering moet blijken dat deze locatie vooral goed bereikbaar is per openbaar vervoer (en dat is kenmerkend voor een A-locatie).
9
Maximumscore 1 C-locatie
10
11
Maximumscore 2 - Voorbeelden van juiste argumenten voor de kenmerken van het locatietype zijn: • De locatie is vooral goed bereikbaar per auto (en niet per openbaar vervoer). • De bedrijven die hier gevestigd zijn, hebben een lage bezoekersintensiteit. - Een voorbeeld van een juist argument voor de kenmerken van het gebied is: Het is een industrie- en havengebied en dergelijke gebieden zijn met name op C-locaties gevestigd.
1
1
Het Nederlandse landschap – natuurlijke en menselijke factoren (toegepast op het rivierkleilandschap en het zandlandschap) Opgave 3 Maximumscore 2 Uit het voorbeeld moet blijken dat door de aanleg van nevengeulen flora en fauna zich gemakkelijker kunnen verspreiden.
12
13
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • Bij hoge waterstanden krijgt de rivier een grotere doorstroomcapaciteit. • Bij hoge waterstanden wordt de bergingscapaciteit vergroot.
14
300010 CV16
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat de nevengeul, afhankelijk van de waterstand, zal zorgen voor wisselende overgangen tussen nat en droog.
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 279
Antwoorden
15
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • er op de plaats van dijkdoorbraken stroomruggen aanwezig zijn • waardoor de dijk door kwelwater kon worden ondermijnd
1 1
Maximumscore 1 wiel/waai/kolk
16
17
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • Overslaggronden hebben een lage grondwaterstand / hogere ligging. • Overslaggronden bestaan uit zavelig/zandig materiaal. per juiste oorzaak
1
Opgave 4 18
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste fysisch-geografische oorzaken zijn: • Het Drents Plateau ligt lager dan de Veluwe. • Er is keileem aanwezig op het Drents Plateau aan of net onder de oppervlakte. per juiste fysisch-geografische oorzaak
19
1
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • te intensief grondgebruik heeft geleid tot het verdwijnen van de vegetatie • waardoor de bodem is gaan verstuiven
1 1
Maximumscore 1 het tegengaan van begroeiing
20
Milieugeografie van Nederland (toegepast op Nederland en de internationale milieuproblemen, en de Nederlander en de milieugebruiksruimte) Opgave 5 21
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste maatregelen zijn: • rechttrekken/verbreden/verdiepen van beken • draineren • aanleggen van afwateringssloten • bouwen van gemalen per juist voorbeeld
22
1
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • het water van elders meestal voedselrijker is dan het gebiedseigen water in West-Nederland • waardoor de zeldzame vegetatie wordt verdrongen door meer voorkomende soorten
1 1
Opmerking Aan het antwoord ‘verontreinigd water’ zonder verdere uitleg geen punten toekennen.
300010 CV16
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 280
Antwoorden
23
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • waterwinning • toename van het verharde oppervlak • regulering van waterafvoer per juiste oorzaak
1
Opgave 6 24
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste ontwikkelingen zijn: • toename van de welvaart • toename van de bevolking • afname van het landbouwareaal per juiste ontwikkeling
25
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat: • het uit het buitenland geïmporteerde veevoer een mestoverschot heeft veroorzaakt • waardoor in bepaalde gebieden in Nederland het grondwater is verontreinigd
1 1
Maximumscore 1 Latijns-Amerika
26
Maximumscore 1 Uit de verklaring moet blijken dat in Latijns-Amerika veel minder aan herbebossing wordt gedaan.
27
Opgave 7 28
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • de uitstoot van SO 2 met behulp van technische oplossingen sterk verminderd kan worden • bij CO 2 de reductie technisch moeilijker te realiseren is / het energieverbruik blijft stijgen
1 1
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat (extra) CO 2 de groei van de planten bevordert.
29
Internationalisering: Nederland in Europa, Europa in de wereld Opgave 8 30
Maximumscore 1 Voorbeelden van juiste overheidsbesluiten zijn: • het verhogen van de gasprijs in Nederland • strenge milieueisen die aan de glastuinbouw worden gesteld • wetgeving op het gebied van buitenlandse arbeidskrachten
31
300010 CV16
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat toetreding van landen met gunstiger klimatologische omstandigheden (Portugal, Griekenland en Spanje) goedkopere producten opleverde.
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 281
Antwoorden
Deelscores
32
Maximumscore 2 Uitbreiding van de EU vergroot de afzetmarkt en daar kan Nederland ook een graantje van meepikken.
33
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat de koopkracht van inwoners van de nieuwe EU-landen nog erg gering is.
34
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • het voorkómen van importbeperkingen in de exportlanden • vergroting van het marktaandeel in landen met een groeiende afzetmarkt per juiste reden
35
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • centrale ligging in West-Europa • uitgebreide infrastructuur • werknemers kunnen meer talen spreken • stabiel arbeidsklimaat per juiste oorzaak
1
Maximumscore 2 De grote kapitaalsinvesteringen in fabrieken en installaties / onroerend goed.
36
Marokko Opgave 9 37
Maximumscore 3 Uit de uitleg moet blijken dat: • door de grote natuurlijke bevolkingsgroei • er steeds meer marginale grond wordt gebruikt voor akkerbouw (om te voorzien in het bestaan en onderhoud van deze mensen) • waardoor de bodemerosie steeds groter wordt
1 1
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat de grote neerslag in combinatie met het bergachtige gebied / steile hellingen een snellere bodemerosie veroorzaakt.
38
per juist gegeven
1
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat de handelsreizigers die naar de centrale souk kwamen in de nabijgelegen fondouks overnachtten.
39
40
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat: • in 1998 het zwaartepunt aan de westkant van de medina lag • in 2000 er een meer ringvormig patroon is ontstaan rond de souk en het centrale plein (Jemaa el Fna) / het zwaartepunt iets naar het (zuid)oosten is verschoven
300010 CV16
7
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 282
Antwoorden
41
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: • gepensioneerden / gemiddeld wat hogere leeftijd • een meer dan gemiddeld inkomen • geboren Marokkanen met nieuwe nationaliteit per juist kenmerk
1
Maximumscore 1 fragmentarische modernisering
42
Maximumscore 2 43 • medina
1 1
• Ville Nouvelle
Maximumscore 3 44 • toerisme - onzekere economische/wereldpolitieke situatie
• fosfaatmijnbouw - afnemende vraag / eindige voorraad • overgemaakt door gastarbeiders - afnemende band met het land van herkomst
1 1 1
Einde
300010 CV16
8
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 283
Aardrijkskunde (nieuwe stijl)
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
03
Tijdvak 2
Inzenden scores Vul de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in op de optisch leesbare formulieren of verwerk de scores in het programma Wolf. Zend de gegevens uiterlijk op 20 juni naar de Citogroep.
300035 CV15
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 284
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
300035 CV15
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 285
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken / , gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 83 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door een kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden. 3 Antwoordmodel Antwoorden
Deelscores
Migratie en mobiliteit Opgave 1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: • De aanwezigheid van een groot asielzoekerscentrum in een bepaald economisch-geografisch gebied veroorzaakt een hoger percentage asielzoekers. • In een dun bevolkt economisch-geografisch gebied zal een klein aantal asielzoekers leiden tot een relatief hoog percentage asielzoekers. Maximumscore 2
2 • Flevoland
1 1
• Friesland
Maximumscore 3 De ruimtelijke verschillen worden dan groter Uit de uitleg moet blijken dat hoe kleiner de teleenheid is, hoe beter de onderlinge verschillen zichtbaar zullen zijn
3
4
1 2
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: • Die instroom is mede afhankelijk van het toelatingsbeleid in de andere Europese landen. • Die instroom is afhankelijk van de politieke en economische ontwikkelingen in de emigratielanden.
300035 CV15
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 286
Antwoorden
Deelscores
Opgave 2 5
6
Maximumscore 2 De titel moet op de binnenlandse migratie van China betrekking hebben. Voorbeelden van juiste titels zijn: • Chinese boeren kunnen zich gemakkelijker in de stad vestigen • Regels voor ruraal-urbane migratie in China versoepeld • Beperkt aantal steden komt in aanmerking voor vrije vestiging Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Er is veel voedsel nodig voor de steden. • Er is onvoldoende woonruimte in de stad voor de opvang van de migranten. • Er is onvoldoende werk in de steden voor nieuwe migranten. • Er zijn veel arbeiders nodig op het platteland. per juist argument
1
Maximumscore 2 7 • Uit de uitleg moet blijken dat door het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie veel
Chinese boeren concurrentie zullen krijgen uit het buitenland
1
• waardoor ze moeten stoppen met hun bedrijf (en wegtrekken naar de stad om daar werk te
zoeken) 8
9
1
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat door het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie: • de markt voor Chinese (industrie)producten wordt vergroot • waardoor er meer werkgelegenheid in de steden ontstaat
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kolomtitels zijn: • beroepsbevolking in de landbouw • beroepsbevolking in de diensten • landbouw in BBP per juiste titel
1
Opgave 3 10
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • toegenomen vrije tijd • gezinsverdunning of vormen daarvan • het groeikernenbeleid / het beleid van de gebundelde deconcentratie • tekortschieten van openbaar vervoer • toename van mobiliteit van vrouwen • toename van mobiliteit van oudere generaties • groei van de bevolking • introductie van ICT per juiste oorzaak
11
1
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juist argument zijn: • Het is erg duur om de daar gevestigde glastuinbouwbedrijven uit te kopen. • Het grote economische belang van de glastuinbouw in het Westland wordt door de overheid erkend.
300035 CV15
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 287
Antwoorden
12
13
Deelscores
Maximumscore 3 Voorbeelden van een juiste kaart en juiste argumentatie zijn: • 55C (61C): Hier staat het behoud of het herstel van de natuur voorop. • 55D (61D): Hier bevindt zich een natuurgebied, bestaand of te ontwikkelen. • 53D (59D): Utrechtse Heuvelrug is van belang voor het toerisme. • voor juiste kaart • voor juist argument
1 2
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring is: • Het spoorwegnet in Nederland is zeer dicht vergeleken met dat van de EU • waardoor relatief meer plaatsen met een groot reizigersaanbod met elkaar worden verbonden
1 1
Politiek en ruimte Opgave 4 Maximumscore 2 14 • ja
0
Een voorbeeld van een juist argument betreffende de financiële steun aan de landbouw is: • Hoge percentages van de beroepsbevolking zijn werkzaam in de landbouw. Een voorbeeld van een juist argument betreffende de bijdragen uit het Structuurfonds is: • Spanje en Ierland zijn netto-ontvangers van EU-gelden. per juist argument 15
16
17
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: • Door vermindering van de steun aan de landbouw in de EU krijgen de ACP- (ACS-)landen (die immers sterk van de export van landbouwproducten afhankelijk zijn) meer kansen op de EU-markt. • De binnenlandse landbouwproductie van de ACP-landen krijgt minder concurrentie van de EU-landen. Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • er per land verschillende subsidieregelingen zullen ontstaan • waardoor er oneerlijke concurrentieverhoudingen ontstaan
1 1
Maximumscore 4 Voorbeelden van juiste deelvragen en atlas- of statistische gegevens zijn: • Hoe groot is het aantal inwoners van de zes nieuwe EU-leden dat aan het afzetgebied van de EU wordt toegevoegd? Basisstatistiek: (ALGEMEEN: Oppervlakte/Inwoners:) Inwoners • Hoe hoog ligt het welvaartsniveau van de inwoners van de zes nieuwe EU-leden ten opzichte van de inwoners van Nederland? Basisstatistiek: (ECONOMIE: Inkomen:) Koopkracht t.o.v. Nederland • Is de afstand tot Nederland niet te groot in verband met de transportkosten? Kaart Europa 60-61 (68-69) • per juiste deelvraag • per juist gegeven
300035 CV15
1 1
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 288
Antwoorden
Deelscores
Opgave 5 Maximumscore 2 51e druk: 137A / 52e druk: 150A
18
19
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: • de bevolking van het zuidelijke deel van Tsjaad veel meer openstond voor verandering / de Fransen in het zuiden van Tsjaad meer ontwikkeling tot stand hebben gebracht • het zuidelijke deel van Tsjaad hierdoor veel meer deel kon krijgen aan de wereldeconomie (waardoor een grotere economische ontwikkeling tot stand kwam)
1 1
Maximumscore 2 20 • sociaal-geografisch: godsdienst/cultuur
1 1
• fysisch-geografisch: klimaat
Maximumscore 1 De noord-zuidtegenstelling kan groter worden.
21
Maximumscore 2 Tsjaad maakt zich afhankelijk van Kameroen doordat de pijpleiding voor de afvoer van de aardolie over het grondgebied van Kameroen loopt.
22
Opgave 6 Maximumscore 3 23 • Op kaart 133A (52e druk: 149A)
1
• is te zien dat Somaliland een Britse kolonie was, terwijl de rest van Somalia tot het
Italiaanse koloniale rijk behoorde
24
• waardoor de culturele verschillen tussen beide gebieden werden vergroot
1 1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat: • Somaliland niet officieel erkend wordt • de regering van Somaliland graag zichzelf op de wereldkaart zet
1 1
Maximumscore 1 separatisme
25
Maximumscore 2 Uit de argumentatie moet blijken dat op het analyseniveau van Afrika de vorming van een federatie ongunstig is, omdat dit aanleiding kan zijn tot separatisme in andere Afrikaanse staten.
26
Maximumscore 2 Uit de argumentatie moet blijken dat op het analyseniveau van de deelgebieden de vorming van een federatie gunstig is, omdat er meer orde en rust in de deelgebieden van Somalia is ontstaan.
27
Mens en milieu Opgave 7 Maximumscore 3 28 • A: kom
1 1 1
• B: oeverwal • C: uiterwaard
300035 CV15
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 289
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 29 • De kavels zijn eenvormiger geworden
1 1
• De kavels zijn grootschaliger geworden
Maximumscore 2 30 • Op de historische kaart zijn de boerderijen geconcentreerd op de oeverwallen
1 1
• Op een recente kaart liggen de boerderijen over het gehele afgebeelde gebied verspreid
Opgave 8 31
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat • de zeespiegel tijdens de laatste ijstijd hoger was • omdat er toen minder water in de vorm van ijs was opgeslagen op het land dan in de voorlaatste ijstijd
1 1
Opmerking Aan antwoorden die uitgaan van een hogere temperatuur tijdens de laatste ijstijd worden geen punten toegekend. 32
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • In Zuid-Limburg was er meer begroeiing die de löss kon vastleggen (omdat dat gebied verder van het ijsfront verwijderd lag). • In Zuid-Limburg verminderde het reliëf van de heuvels de kracht van de wind, zodat löss kon worden afgezet. per juiste oorzaak
1
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat de uiterste grens moeilijker is vast te stellen in WestNederland, omdat daar de afzettingen uit het Saalien door dikke holocene afzettingen zijn bedekt.
33
Opgave 9 Maximumscore 2 34 • het uitzetten van het zeewater
1 1
• het afsmelten van landijs
Maximumscore 2 35 • nee
0
• Uit de motivering moet blijken dat het om een zeespiegelstijging gaat ten opzichte van het
NAP, zodat de zeespiegelstijging ook veroorzaakt kan zijn door daling van het land
2
Opgave 10 Maximumscore 1 aantasting
36
Maximumscore 2 Zoutbodems en woestijnvorming komen beide voor in gebieden met weinig neerslag en veel verdamping (een droogte-index groter dan 1).
37
38
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: • irrigatie (zonder drainage) • (over)beweiding
300035 CV15
1 1 7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 290
Antwoorden
39
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Australië ligt dicht bij het zuidpoolgebied • het CFK-verbruik per inwoner is hoog per juist argument
40
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • De landen op het noordelijk halfrond met een groot CFK-verbruik tellen veel meer inwoners dan Australië. • CFK-gassen tasten de ozonlaag niet aan direct boven het emissiegebied maar verspreiden zich als gevolg van de luchtcirculatie per juist argument
1
Einde
300035 CV15
8
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 291
Aardrijkskunde (nieuwe stijl)
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
02
Tijdvak 1
Inzenden scores Uiterlijk op 29 mei de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe verstrekte optisch leesbare formulieren naar de Citogroep zenden.
200018 CV16
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 292
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
200018 CV16
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 293
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken / , gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 75 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door een kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden. 3 Antwoordmodel Antwoorden
Deelscores
Migratie en Mobiliteit 1
2
Maximumscore 4 A: Uit de gegevens van bron 3 blijkt dat van de Zuid-Amerikaanse landen Bolivia tot de landen hoort met verhoudingsgewijs weinig mensen woonachtig in de stad B: Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • In dit opzicht loopt Bolivia nog achter op de meeste andere Zuid-Amerikaanse landen, waar al eerder een concentratie van de bevolking in de steden plaatsvond. • Uit de gegevens van bron 3 blijkt dat tussen 1980 en 2000 de bevolking op het platteland van Bolivia nauwelijks toeneemt, maar dat de stedelijke bevolking explosief groeit. Maximumscore 4 A: Voorbeelden van juiste steden zijn: • Los Angeles • New York • Tokyo • Osaka
200018 CV16
2 2
2
per juiste stad
1
B: Uit de verklaring moet blijken dat in de landen waarin deze steden liggen de welvaartsverschillen tussen stad en platteland relatief klein zijn. De pushfactoren om van het platteland naar de stad te trekken, zullen daar minder sterk zijn
2
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 294
Deelscores
Antwoorden
3
Maximumscore 4 A: • Los Angeles • New York B: Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • In deze steden is verhoudingsgewijs veel werkgelegenheid. • Deze steden zijn welvarend. • Deze steden hebben een positief imago.
4
5
6
1 1 2
per juiste oorzaak
1
Maximumscore 2 A: C B: A
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: • Door de volgmigratie waren de migranten over een groot aantal leeftijdsgroepen verdeeld. • De migratiestroom is er al sinds de jaren zestig, zodat de vermindering die hierdoor ontstaan is over vele leeftijdsgroepen is verdeeld. Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: • Hoe groter de afstand tot Tilburg hoe hoger de reiskosten (en hoe groter de reistijd). • Gemeenten die verder van Tilburg afliggen, kunnen dichterbij andere grote steden liggen, waardoor de forensen eerder naar deze steden reizen dan naar de gemeente Tilburg. per juiste verklaring
7
8
1
Maximumscore 4 A: • de werkzame beroepsbevolking (× 1000) • het totaal aantal arbeidsplaatsen (× 1000) B: Het verschil tussen de werkzame beroepsbevolking en het totale aantal arbeidsplaatsen is in Berkel-Enschot veel groter dan in Hilvarenbeek, met als gevolg dat je uit Berkel-Enschot een groter aantal pendelaars mag verwachten dan uit Hilvarenbeek Maximumscore 4 A: Voorbeelden van juiste aanwijzingen zijn: • Noord-Brabant is minder dichtbevolkt. • In Noord-Brabant zijn veel minder files. • In Noord-Brabant liggen de dichtbevolkte gebieden verder van elkaar. • Noord-Brabant heeft veel plaatsen zonder NS-station
1 1
2
2
per juiste aanwijzing
1
B: Voorbeelden van een juiste uitleg zijn:
2
• Bij een lagere bevolkingsdichtheid is er minder draagvlak voor een uitgebreid openbaar-
vervoernet. • Als er minder files zijn dan is het openbaar vervoer als alternatief minder aantrekkelijk. • Als dichtbevolkte gebieden verder uit elkaar liggen dan zijn er minder goede mogelijkheden
om een groot openbaarvervoernetwerk op te zetten tussen deze gebieden onderling.
200018 CV16
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 295
Deelscores
Antwoorden
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat bij het verplaatsingsmotief onderwijs het openbaar vervoer veruit de belangrijkste wijze van verplaatsen is in het totaal van verplaatsingen (bijna 48%). Bij alle andere verplaatsingsmotieven is de auto de belangrijkste wijze van verplaatsen.
9
10
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste ontwikkelingen zijn: • de toenemende vergrijzing/veroudering • de afname van het aantal personen per huishouden • toename van het aantal echtscheidingen per juiste ontwikkeling
1
Politiek en Ruimte 11
Maximumscore 3 A: De landen in Zuidoost-Azië B: 173B (52e druk: 195E)
1 2
12
Maximumscore 2 afscherming van de markt in de ontwikkelde wereld het ontbreken van een goede (export)infrastructuur
1 1
Opmerking Verwijzing naar het soort producten (schoenen) is fout omdat deze (arbeidsintensieve) producten in principe goed door ontwikkelingslanden geproduceerd kunnen worden. Maximumscore 2 Het betreft hier vooral ACP-landen (geassocieerd met de EU) en die hebben gemakkelijker toegang tot de Europese markt.
13
14
15
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste redenering zijn: • De boeren in de arme landen gaan over op de productie van exportgewassen waardoor er te weinig voedsel voor de eigen bevolking wordt geproduceerd. • Doordat in de arme landen subsidies op voedsel worden afgeschaft zal dat duurder worden. • Ook in de arme landen wordt dan de prijs van voedsel sterk bepaald door ontwikkelingen op de wereldmarkt / multinationale ondernemingen en daardoor zou het voedsel daar voor veel mensen wel eens te duur kunnen worden. Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste voorwaarden zijn: • beëindiging van landbouwsubsidies • vrije toegang tot de markten in de rijke landen verschaffen • afschaffen van exportsubsidies per juiste voorwaarde
1
16
Maximumscore 2 Omschakeling van een planeconomie / communistische economie naar een vrijemarkteconomie / kapitalistische economie.
17
Maximumscore 2 kaart 70B (52e druk: 80B) kaart 70D (52e druk: 80D)
200018 CV16
1 1
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 296
Deelscores
Antwoorden
Maximumscore 2 Indonesië bestaat uit veel eilanden.
18
19
Maximumscore 3 A: Oost-Timor was vroeger een Portugese kolonie die door Indonesië geannexeerd is geweest B: Voorbeelden van een juist antwoord zijn: • het verschil in godsdienst • het verschil in taal • Oost-Timor is onafhankelijk van Indonesië.
1 2
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de Indonesische regering bang was dat, als aan Oost-Timor onafhankelijkheid zou worden verleend, ook in andere delen van Indonesië de roep om onafhankelijkheid / meer autonomie groter zou worden.
20
Mens en Milieu 21
22
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • hierdoor verontreinigd (voedselrijk) water in de vennen terechtkomt • waardoor de meer gevarieerde voedselarme vegetatie gaat verdwijnen
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste factoren zijn: • Er werd toen nog geen kunstmest gebruikt. • Er werden toen nog geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt. • Er was toen geen mestoverschot. per juiste factor
1
23
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de stuwwal bij Nijmegen en Groesbeek voor een luwte ten opzichte van de toen overheersende windrichting zorgde. Löss werd in de luwte afgezet.
24
Maximumscore 3 Uit het antwoord moet blijken dat de economische groei in ontwikkelingslanden meer geremd wordt door de grotere bevolkingsgroei daar.
25
Maximumscore 2 Om de MGR te vergroten zijn nieuwe ontdekkingen of technologische kennis nodig waarin ontwikkelingslanden in mindere mate delen, dus scenario B is het minst waarschijnlijk.
26
Maximumscore 2 In ontwikkelingslanden is de emissie per persoon minder dan in de rijke geïndustrialiseerde landen, waardoor daar meer mogelijkheden voor economische groei zijn.
200018 CV16
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 297
Deelscores
Antwoorden
Maximumscore 3 27 • een juist economisch argument vóór de stelling gegeven
1 1
• een juist economisch argument tegen de stelling gegeven • uit het antwoord moet blijken dat een afweging is gemaakt, waarbij de kandidaat aangeeft
van welke norm hij uitgaat. Deze norm hoeft niet van economische aard te zijn
1
Een voorbeeld van een volledig juist antwoord is: - Economisch argument vóór de stelling: Ik ben het eens met de stelling omdat de (rijke) landen die in het verleden aan het versterkte broeikaseffect hebben bijgedragen een voorsprong in economische ontwikkeling hebben genomen die ten koste van het milieu is gegaan. - Economisch argument tegen de stelling: Ik ben het oneens met de stelling omdat een kleinere emissieruimte voor de rijke landen kan leiden tot een economische teruggang in die landen (die ook kan terugslaan op de ontwikkelingslanden). - Afweging: Ik ben het eens met de stelling omdat ik het rechtvaardig vind dat het grootste deel van de wereldbevolking dat arm is een kans moet krijgen de kloof in ontwikkeling met de rijke landen te verkleinen. Ik ben het oneens met de stelling omdat ik vind dat het niet eerlijk is maatregelen te nemen die een terugwerkende kracht hebben voor de betrokken landen / het niet eerlijk is mensen te straffen voor wat hun voorouders hebben gedaan. Opmerking De cursief gedrukte begrippen zijn in dit antwoordvoorbeeld als correctienorm gebruikt. 28
29
30
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de kwaliteit van de waterbodem voldoet aan de wensen van de huidige en toekomstige generaties. Maximumscore 3 A: De wateren bevinden zich alle in de mondingsgebieden van de grote rivieren B: Uit de verklaring moet blijken dat vanwege het zeer geringe verhang / beperkte stroomsnelheid, de sedimentatie in deze wateren groot is Maximumscore 3 A: fluviale schaal B: Uit de verklaring moet blijken dat een stroomgebied zich vaak uitstrekt over verschillende landen die elk hun eigen belangen hebben
1 2
1 2
Einde
200018 CV16
7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 298
Aardrijkskunde (oude stijl)
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
02
Tijdvak 1
Inzenden scores Uiterlijk op 29 mei de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe verstrekte optisch leesbare formulieren naar de Citogroep zenden.
200018 CV15
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 299
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
200018 CV15
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 300
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken / , gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 86 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door een kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden. 3 Antwoordmodel Antwoorden
Deelscores
Migratie en Mobiliteit 1
2
Maximumscore 4 A: Voorbeelden van juiste steden zijn: • Los Angeles • New York • Tokyo • Osaka
2
per juiste stad
1
B: Uit de verklaring moet blijken dat in de landen waarin deze steden liggen de welvaartsverschillen tussen stad en platteland relatief klein zijn. De pushfactoren om van het platteland naar de stad te trekken, zullen daar minder sterk zijn
2
Maximumscore 4 A: • Los Angeles • New York B: Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • In deze steden is verhoudingsgewijs veel werkgelegenheid. • Deze steden zijn welvarend. • Deze steden hebben een positief imago.
3
200018 CV15
1 1 2
per juiste oorzaak
1
Maximumscore 2 A: C B: A
1 1
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 301
Deelscores
Antwoorden
4
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • de koloniale band met Frankrijk en Spanje (protectoraatfase) • de nabije ligging van Spanje en Frankrijk per juist argument
5
6
7
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: • Door de volgmigratie waren de migranten over een groot aantal leeftijdsgroepen verdeeld. • De migratiestroom is er al sinds de jaren zestig, zodat de vermindering die hierdoor ontstaan is over vele leeftijdsgroepen is verdeeld. Maximumscore 4 A: • de werkzame beroepsbevolking (× 1000) • het totaal aantal arbeidsplaatsen (× 1000) B: Het verschil tussen de werkzame beroepsbevolking en het totale aantal arbeidsplaatsen is in Berkel-Enschot veel groter dan in Hilvarenbeek, met als gevolg dat je uit Berkel-Enschot een groter aantal pendelaars mag verwachten dan uit Hilvarenbeek Maximumscore 4 A: Voorbeelden van juiste aanwijzingen zijn: • Noord-Brabant is minder dichtbevolkt. • In Noord-Brabant zijn veel minder files. • In Noord-Brabant liggen de dichtbevolkte gebieden verder van elkaar. • Noord-Brabant heeft veel plaatsen zonder NS-station.
1 1
2
2
per juiste aanwijzing
1
B: Voorbeelden van een juiste uitleg zijn:
2
• Bij een lagere bevolkingsdichtheid is er minder draagvlak voor een uitgebreid openbaar-
vervoernet. • Als er minder files zijn dan is het openbaar vervoer als alternatief minder aantrekkelijk. • Als dichtbevolkte gebieden verder uit elkaar liggen dan zijn er minder goede mogelijkheden
om een groot openbaarvervoernetwerk op te zetten tussen deze gebieden onderling. Het Nederlandse landschap – natuurlijke en menselijke factoren (toegepast op het rivierkleilandschap en het zandlandschap) 8
Maximumscore 2 A: op de stroomruggen B: Voorbeelden van een juist argument zijn: • In het bodemprofiel is kalkrijke lichte klei en zavel aanwezig. • Naar onder toe wordt het moedermateriaal (iets) grofkorreliger. • Er is sprake van een beginnende bodemvorming.
9
10
200018 CV15
Maximumscore 2 A: bochtafsnijding B: Uit het antwoord moet blijken dat de bochtafsnijding ten behoeve van de scheepvaart is uitgevoerd
1 1
1 1
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat deze plassen door afgraving zijn ontstaan.
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 302
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 11 • hoofdfunctie: waterrecreatie
1
• Uit het antwoord moet blijken dat de IJssel (ook) gebruikt wordt door de beroepsvaart en
dat die gevaar oplevert voor de waterrecreatie 12
13
1
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat: • hierdoor verontreinigd (voedselrijk) water in de vennen terechtkomt • waardoor de meer gevarieerde voedselarme vegetatie gaat verdwijnen
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste factoren zijn: • Er werd toen nog geen kunstmest gebruikt. • Er werden toen nog geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt. • Er was toen geen mestoverschot. per juiste factor Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de stuwwal bij Nijmegen en Groesbeek voor een luwte ten opzichte van de toen overheersende windrichting zorgde. Löss werd in de luwte afgezet.
14
15
1
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: • In de hooggelegen delen lag het grondwaterniveau te laag om verstuiven van zand te voorkomen. • De hooggelegen delen vangen meer wind. Milieugeografie van Nederland (toegepast op Nederland en de internationale milieuproblemen, en de Nederlander en de milieugebruiksruimte) Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat veel gletsjers op lagere breedte/in warmere gebieden liggen, waardoor het ijs eerder zal smelten dan op Groenland.
16
17
18
Maximumscore 3 De verklaring dient de volgende elementen te bevatten: • De stijgende luchtvochtigheid leidt tot meer sneeuwval boven Antarctica • omdat de sneeuw op Antarctica niet smelt groeit de ijskap daar aan • daardoor zal de zeespiegel dalen Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste menselijke activiteiten zijn: • industrie • verkeer • veeteelt per juiste activiteit
19
1 1 1
1
Maximumscore 2 A: klimaatverandering B: Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • Bij het vergaan van dode bomen komt veel CO 2 vrij. • Minder bos kan minder CO2 opnemen.
200018 CV15
5
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 303
Deelscores
Antwoorden
20
Maximumscore 2 Voorbeelden van brongerichte maatregelen zijn: • ontwikkeling / gebruik van energiezuinige auto’s/machines/verwarmingsketels • stimuleren openbaar vervoer • vervangen van steenkool door aardolie en aardgas • ontwikkeling van duurzame energiebronnen • verkleining van veestapel Voorbeelden van effectgerichte maatregelen zijn: • bekalken van grond • aanbrengen van filters op schoorstenen • injecteren van mest / afdekken van mestopslag • gebruik van katalysators
1
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de kwaliteit van de waterbodem voldoet aan de wensen van de huidige en toekomstige generaties.
21
Maximumscore 3 A: De wateren bevinden zich alle in de mondingsgebieden van de grote rivieren B: Uit de verklaring moet blijken dat vanwege het zeer geringe verhang / beperkte stroomsnelheid, de sedimentatie in deze wateren groot is
22
1 2
Maximumscore 3 A: fluviale schaal B: Uit de verklaring moet blijken dat een stroomgebied zich vaak uitstrekt over verschillende landen die elk hun eigen belangen hebben
23
1 2
Internationalisering: Nederland in Europa, Europa in de wereld Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat het communistische China buitenlandse investeerders zag als kapitalisten/uitbuiters van het Chinese volk.
24
25
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • Door het grote aantal inwoners is China een enorme markt. • Men verwacht dat de welvaart er zal toenemen. • In China zijn er nog mogelijkheden voor het vinden en exploiteren van nieuwe olievelden. per juiste reden
26
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste voordelen zijn: • China behoudt hiermee invloed op de oliewinning/petrochemie. • China krijgt hiermee toegang tot kennis op het gebied van de oliewinning/petrochemie. • China deelt hierdoor mee in de winst. per juist voordeel
1
27
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat een relatief groot deel van de Nederlandse kustwateren onder het vangstverbod valt.
28
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat door het vangstverbod nu iedereen in de resterende open delen van de Noordzee gaat vissen, zodat dan daar overbevissing zal plaatsvinden.
200018 CV15
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 304
Deelscores
Antwoorden
29
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • De Nederlandse tuinbouw versterkt hiermee zijn positie in de mondiale bloembollenhandel. • De bloembollenhandel kan klanten gedurende een langere periode van de gewenste bloembollen voorzien / seizoensverlenging. • De bloembollenhandel kan de klanten een breed productenpakket aanbieden. Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat dit kan leiden tot overdracht van kennis aan het buitenland, waardoor de Nederlandse bloembollensector het risico loopt van toenemende buitenlandse concurrentie.
30
Marokko Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat Berbers door de Arabieren in het verleden naar de gebergten zijn verdreven.
31
32
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • de grote verdamping • het voorkomen van vele stortbuien • aanwezigheid van een droog seizoen • Als gevolg van de bodemerosie infiltreert maar een klein gedeelte van de neerslag in de bodem / grotere oppervlakteafvoer. • Rifgebergte bestaat voornamelijk uit poreuze kalksteen. per juiste oorzaak
33
34
200018 CV15
1
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat in de tekst sprake is van de rurale bevolkingsdichtheid, terwijl de kaart handelt over de totale bevolkingsdichtheid en deze wordt sterk beïnvloed door de aanwezigheid van steden. Maximumscore 3 A = serir B = erg C = hamada
1 1 1
7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 305
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 3 bovenaanzicht van een barchaan
35
• windrichting correct • glooiende/steile helling correct • hoefijzer met uitlopers met de windrichting mee
Maximumscore 2 A: gerst B: gerst is beter bestand tegen droogte dan tarwe
36
37
1 1 1
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste factoren zijn: • omvangrijke potentiële afzetmarkt in eigen land • geen behoefte aan een hooggeschoolde arbeidsmarkt • vergt geen grote kapitaalinjecties • moderne infrastructuur is niet noodzakelijk. per juiste factor
38
1
Maximumscore 3 A: het model van exportgeoriënteerde industrie B: Voorbeelden van juiste problemen zijn: • het ontbreken van kapitaal • het ontbreken van kennis • het ontbreken van technologie
1 2
per juist probleem
1
Einde
200018 CV15
8
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 306
Aardrijkskunde (nieuwe stijl)
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
02
Tijdvak 2
Inzenden scores Uiterlijk op 21 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe verstrekte optisch leesbare formulieren naar de Citogroep zenden.
200029 CV16
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 307
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
200029 CV16
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 308
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken / , gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 75 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door een kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden. 3 Antwoordmodel Antwoorden
Deelscores
Migratie en Mobiliteit
1
2
3
4
5
200029 CV16
Maximumscore 1 volgmigratie of voorbeelden daarvan Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: sociaal-economisch: het hogere opleidingsniveau van de arbeidsmigranten demografisch: het hogere percentage vrouwelijke arbeidsmigranten
1 1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat er dan genoeg geld gespaard kan worden om de kosten van migratie te betalen. Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat de kosten voor lange afstand migratie hoger zijn, waardoor de bereidheid om te migreren daar pas vanaf een hoger gemiddeld inkomen per hoofd ontstaat. Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat door de toename van het inkomen per hoofd de economische noodzaak om te migreren minder wordt.
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 309
Antwoorden
6
Deelscores
Maximumscore 4 A: Standpunt van L. van Wissen Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Een quoteringsregeling lost sneller de huidige knelpunten op de arbeidsmarkt op. • Een quoteringsregeling zorgt voor een helder toelatingsbeleid. • Een quoteringsregeling maakt het mogelijk om op tijd te zorgen voor de voorzieningen die nodig zijn voor de opvang van de immigranten. per juist argument
1
B: Standpunt van H. Roodenburg Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Er is in Nederland een relatief lage arbeidsparticipatie. • Arbeidsmigratie leidt op de langere termijn tot volgmigratie (overkomende gezinnen die een groot beroep doen op de overheidsvoorzieningen). • Arbeidsmigratie kan leiden tot sociale problemen, die onder andere te maken hebben met integratie. per juist argument
7
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van het juiste soort statistische informatie zijn: • Het aandeel van de migranten dat een beroep doet op een uitkering. • Het aandeel van de kinderen van migranten dat een beroep doet op onderwijsvoorzieningen. • De belastinginkomsten die afkomstig zijn van immigranten. per juiste soort informatie Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat er op een vrijgekomen plek in de stad wonen en werken op korte afstand van elkaar worden geconcentreerd.
8
9
1
Maximumscore 3 A: A-locatie B: Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Het is een knooppunt van openbaarvervoer (station, bus, sneltram). • Er is een groot aantal instellingen aanwezig die veel bezoekers trekken. per juist argument
10
1
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • lagere grondprijzen • betere bereikbaarheid per auto • meer parkeerplaatsen per bedrijf per juiste reden
11
200029 CV16
1
Maximumscore 3 De verondersteling gaat niet op voor de regio’s Apeldoorn en Arnhem: Het aandeel kantoorachtige arbeidsplaatsen is in het stadscentrum van beide steden tussen 1986 en 1996 gestegen ten opzichte van de regio De veronderstelling gaat wel op voor de regio Eindhoven: Hier is het aandeel kantoorachtige arbeidsplaatsen tussen 1986 en 1996 afgenomen ten opzichte van de regio
4
2 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 310
Deelscores
Antwoorden
Maximumscore 3 A: Arnhem B: De regio Arnhem heeft tussen 1986 en 1996 de sterkste relatieve stijging (van 10,5–12,2%) van het aandeel van kantoorachtige activiteiten gekregen in het stadscentrum
12
1
2
Politiek en Ruimte
13
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste factoren zijn • Nigeria kent grote etnische verschillen. • Nigeria kent grote religieuze verschillen. • Nigeria kent grote verschillen in taal. per juiste factor Maximumscore 4 Voorbeelden van juiste verklaringen zijn: A: Nigeria heeft (verreweg) de meeste inwoners van Afrika waardoor het (op continentale schaal gezien) een belangrijke (militaire) macht is B: Nigeria heeft belangrijke inkomsten uit aardolie waardoor het (in principe) een rijk land is
14
15
1
2 2
Maximumscore 4 Voorbeelden van juiste motieven zijn: • Een economisch motief: de inkomsten uit de aardoliewinning zijn dan uitsluitend voor de inwoners van Zuid-Nigeria. • Een politiek motief: inwoners van het zuiden van Nigeria vinden dat de noorderlingen te veel politieke invloed hebben.
16
per juist motief
2
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat Abuja niet in het woongebied van één van de grote etnische groepen ligt, waardoor deze stad als nationaal symbool kan functioneren
1 1
Opmerking Een antwoord dat verwijst naar de ligging van Abuja in een (eigen) federaal district mag worden goedgerekend.
200029 CV16
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 311
'HHO $QWZRRUGHQ VFRUHV 0D[LPXPVFRUH 9RRUEHHOGYDQHHQYROOHGLJMXLVWDQWZRRUG ±$UJXPHQWYyyU +HWZDVZHOHHQJRHGEHVOXLWRPGDW]RJUHQVRRUORJHQKHWXLWHHQYDOOHQYDQGHQHW RQDIKDQNHOLMNJHZRUGHQ VWDWHQLQ$IULNDYRRUNRPHQNRQGHQ ZRUGHQ ±$UJXPHQWWHJHQ +HWZDVQLHW]R¶QJRHGEHVOXLWRPGDWGDDUGRRUGHRXGHNRORQLDOHJUHQ]HQGLHJHHQ UHNHQLQJKLHOGHQPHWGHYHUVSUHLGLQJYDQHWQLVFKHJURHSHQRYHUKHW$IULNDDQVHFRQWLQHQWLQ VWDQGZHUGHQJHKRXGHQ ±$IZHJLQJ ,NEHQKHWZHOHHQVPHWGLWEHVOXLWYDQGH2UJDQLVDWLHYDQGH$IULNDDQVH(HQKHLGRPGDWRS GH]HPDQLHUYRRUNRPHQLVGDWHUYHHOVODFKWRIIHUV]RXGHQYDOOHQELMJUHQVRRUORJHQELM JHZHOGGRRUDIVFKHLGLQJVEHZHJLQJHQ ,NEHQKHWQLHWHHQVPHWGLWEHVOXLWRPGDWKHWJHHQUHNHQLQJKRXGWPHWKHW]HOIEHVFKLNNLQJVUHFKW YDQYRONHUHQ 2SPHUNLQJ 'HFXUVLHIJHGUXNWHEHJULSSHQ]LMQLQGLWDQWZRRUGYRRUEHHOGDOVFRUUHFWLHQRUPJHEUXLNW 0D[LPXPVFRUH GHLVODPLWLVFKHZHUHOG 0D[LPXPVFRUH =RZHOLQGH=XLG(XURSHVHOLGVWDWHQYDQGH(8DOVLQGHEXXUODQGHQURQGGH0LGGHOODQGVH =HHNRPWYHHO PHGLWHUUDQHODQGERXZYRRU=XLG(XURSD]DOFRQFXUUHQWLHRQGHUYLQGHQYDQ GHYDDNJRHGNRSHUH SURGXFWHQXLWGH]HEXXUODQGHQ 0D[LPXPVFRUH 9RRUEHHOGHQYDQMXLVWHUHGHQHQ]LMQ +HWEHYRUGHUWGHYUHGHHQYHLOLJKHLGLQGH]HUHJLR 'HLOOHJDOH PLJUDWLHYDQXLW1RRUG$IULNDHQKHW1DELMH2RVWHQNDQGDQEHWHUDDQJHSDNW ZRUGHQ 9HUKRJLQJYDQGHOHYHQVVWDQGDDUGLQ1RRUG$IULNDHQKHW1DELMH2RVWHQOHLGWWRWPLQGHU PLJUDWLHYDQXLWGH]HJHELHGHQQDDUGHODQGHQYDQGH(8 SHUMXLVWHUHGHQ 0D[LPXPVFRUH 9RRUEHHOGHQYDQMXLVWHUHGHQHQ]LMQ GHODJHUHORRQNRVWHQ GHVQHOJURHLHQGHDI]HWPDUNW PLQGHUVWUHQJHPLOLHXHLVHQ SHUMXLVWHUHGHQ 0D[LPXPVFRUH 9RRUEHHOGHQYDQHHQMXLVWHUHGHQ]LMQ GHSROLWLHNHRQ]HNHUKHLGLQGH]HUHJLR GHEXUHDXFUDWLHGHJURWHRYHUKHLGVEHPRHLHQLV
&9
/HHVYHUGHU
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 312
Antwoorden
Deelscores
Mens en Milieu
23
24
Maximumscore 3 A: de uiterwaarden B: Voorbeelden van een juist argument zijn: • De uiterwaarden worden extensief benut. • De meeste uiterwaardgebieden staan met elkaar in verbinding.
1 2
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juist argument zijn: • Er was geen sprake van een grote groei van de veestapel in een periode van zeven jaren voorafgaand aan de droogtejaren 1972–1974. • Voorafgaand aan de droogtejaren 1984–1985 was sprake van een herstel van de veestapel tot voor een groot deel boven het niveau van 1972 zonder een ineenstorting van de veestapel. • Voorafgaand aan de droogtejaren veranderde de oppervlakte weidegrond nauwelijks (met name nomaden nemen een groter gebied in gebruik als een voedseltekort dreigt).
25
26
27
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist argument is: De bevolkingsgroei (bron 15) draagt bij aan een intensivering en uitbreiding van het landbouwareaal. Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat door internationale afspraken de toevoer van rivierwater voor het zuiden van Niger moet worden veiliggesteld zodat droogteproblemen voorkomen worden. Maximumscore 5 Een voorbeeld van een juist antwoord is: A: Als gevolg van bijvoorbeeld het overmatig gebruik van grondwater daalt de grondwaterspiegel waardoor een deel van de vegetatie afsterft en de bovenlaag van de bodem niet meer wordt vastgehouden en gaat verstuiven B: Via een efficiënter irrigatiesysteem (bijvoorbeeld druppelirrigatie) kan de agrarische productie op peil blijven, C1: zonder dat de grondwaterspiegel blijvend verlaagd wordt C2: Door de verbeterde waterhuishouding zullen de inwoners minder geneigd zijn naar de steden te trekken C3: Nederlandse bedrijven kunnen voor de benodigde kennis en het materieel zorgen, waardoor ook een bijdrage aan onze economie wordt geleverd
1 1 1 1 1
Opmerking Voor een overschrijding van het aantal gebruikte woorden dienen geen punten in mindering te worden gebracht.
28
29
200029 CV16
Maximumscore 2 2: overbeweiding of andere voorbeelden van milieuvijandige activiteiten 4: verkleining van milieugebruiksruimte
1 1
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Vermindering van biodiversiteit kan leiden tot het verdwijnen van planten(soorten) die van belang zijn voor het maken van nieuwe geneesmiddelen.
7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 313
Antwoorden
30
31
Deelscores
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat dit te zien is aan het grote aantal grote bedrijfsgebouwen in een klein agrarisch gebied. Maximumscore 2 ’s Winters, in tegenstelling tot de zomer, stijgt de concentratie vanwege de verwarming van gebouwen ’s Winters, in tegenstelling tot de zomer, stijgt de concentratie doordat de vegetatie geen CO 2 opneemt
1
8
Lees verder
1
Einde
200029 CV16
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 314
Aardrijkskunde (oude stijl)
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
02
Tijdvak 2
200029 CV15
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 315
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. 2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten, die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
200029 CV15
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 316
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken / , gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 89 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door een kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden. 3 Antwoordmodel Antwoorden
Deelscores
Migratie en Mobiliteit
1
2
3
4
Maximumscore 1 volgmigratie of voorbeelden daarvan Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: sociaal-economisch: het hogere opleidingsniveau van de arbeidsmigranten demografisch: het hogere percentage vrouwelijke arbeidsmigranten Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat er dan genoeg geld gespaard kan worden om de kosten van migratie te betalen. Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat de kosten voor lange afstand migratie hoger zijn, waardoor de bereidheid om te migreren daar pas vanaf een hoger gemiddeld inkomen per hoofd ontstaat.
5
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat door de toename van het inkomen per hoofd de economische noodzaak om te migreren minder wordt.
6
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat op een vrijgekomen plek in de stad wonen en werken op korte afstand van elkaar worden geconcentreerd.
200029 CV15
1 1
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 317
Antwoorden
7
Deelscores
Maximumscore 3 A: A-locatie B: Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Het is een knooppunt van openbaar vervoer (station, bus, sneltram). • Er is een groot aantal instellingen aanwezig die veel bezoekers trekken. per juist argument
8
1
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • lagere grondprijzen • betere bereikbaarheid per auto • meer parkeerplaatsen per bedrijf per juiste reden
1
Maximumscore 3 De veronderstelling gaat niet op voor de regio’s Apeldoorn en Arnhem: Het aandeel kantoorachtige arbeidsplaatsen is in het stadscentrum van beide steden tussen 1986 en 1996 gestegen ten opzichte van de regio De veronderstelling gaat wel op voor de regio Eindhoven: Hier is het aandeel kantoorachtige arbeidsplaatsen tussen 1986 en 1996 afgenomen ten opzichte van de regio
9
2 1
Het Nederlandse landschap – natuurlijke en menselijke factoren (toegepast op het rivierkleilandschap en het zandlandschap) Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat in de Betuwe een groter deel van het oppervlak bestaat uit stroomruggen en dat die geschikt zijn voor zowel akkerbouw als fruitteelt.
10
11
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste landschapselementen zijn: • aanwezigheid van natuurgebieden/reservaatsgebieden • aanwezigheid van recreatievoorzieningen, bijvoorbeeld ruiterpaden • aanwezigheid van oorspronkelijke landschapselementen, bijvoorbeeld eendenkooien per juist landschapselement
12
1
Maximumscore 2 A: Voorbeelden van een juiste afspraak zijn: • Het handhaven van een hoge grondwaterstand. • Restrictief beleid ten aanzien van gebruik van kunstmest/bestrijdingsmiddelen. • Het gras pas maaien na het broedseizoen. B: Uit de uitleg moet blijken dat beheersovereenkomsten worden afgesloten uit oogpunt van natuur- en landschapsbehoud
1
1
Opmerking Antwoorden die verwijzen naar de financiële belangen van de boer mogen ook goed gerekend worden.
13
Maximumscore 3 A: de uiterwaarden B: Voorbeelden van een juist argument zijn: • De uiterwaarden worden extensief benut. • De meeste uiterwaardgebieden staan met elkaar in verbinding.
200029 CV15
4
1 2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 318
Antwoorden
14
Deelscores
Maximumscore 3 A: B B: Voorbeelden van juiste argumenten zijn: • Hier is sprake van veeteelt in dienst van de akkerbouw. • Hier is sprake van veeteelt en akkerbouw zonder kunstmest en veevoeder die van elders worden betrokken. • Hier is sprake van veeteelt en akkerbouw geïntegreerd op lokale schaal. per juist argument
1
1
Opmerking Ook antwoorden die via elimineren van andere tot stand zijn gekomen zijn goed. Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat dit te zien is aan het grote aantal grote bedrijfsgebouwen in een klein agrarisch gebied.
15
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat de landbouwbedrijven met een kleine oppervlakte alleen rendabel kunnen blijven door te intensiveren / de opbrengst per hectare te vergroten (dus bio-industrie).
16
Maximumscore 1 overbemesting
17
Milieugeografie van Nederland (toegepast op Nederland en de internationale milieuproblemen, en de Nederlander en de milieugebruiksruimte) Maximumscore 2 ’s Winters, in tegenstelling tot de zomer, stijgt de concentratie vanwege de verwarming van gebouwen ’s Winters, in tegenstelling tot de zomer, stijgt de concentratie doordat de vegetatie geen CO 2 opneemt
18
19
20
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: • Bij SO2 is vooral sprake van puntbronnen, waarbij preventieve maatregelen gemakkelijker zijn te realiseren. • De uitstoot van SO2 wordt voornamelijk veroorzaakt door enkele actoren (centrales en olieraffinaderijen), zodat preventieve maatregelen gemakkelijker zijn te realiseren. Maximumscore 4 A: ammoniak: regionale schaal zwaveldioxide: continentale schaal B: Uit de uitleg moet blijken dat: • de emissie van zwaveldioxide veelal plaatsvindt via hoge schoorstenen, waardoor de verzurende stoffen zich in de atmosfeer over grote afstanden kunnen verspreiden • de emissie van ammoniak vlak boven het aardoppervlak plaatsvindt, waardoor de bodem rond de emissiepunten het meest verzuurd wordt
200029 CV15
5
1 1
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 319
Deelscores
Antwoorden
21
22
Maximumscore 2 A: Voorbeelden van een juiste sociaal-geografische factor zijn: • aanwezigheid van alternatieve bestaansmiddelen • kennisniveau van de bevolking B: Voorbeelden van een juist fysisch-geografisch kenmerk zijn: • reliëfrijk • (semi)-ariditeit
1
1
Maximumscore 4 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: • toepassing van verdelgingsmiddelen (pesticiden, insecticiden, herbiciden, fungiciden) • ĺ bodemvergiftiging • toepassing van irrigatietechnieken • ĺ verzilting/verdroging • overmatig kunstmestgebruik • ĺ overbemesting per juist voorbeeld per juist milieuprobleem Maximumscore 4 A: Uit de uitleg moet blijken dat het inheemse vee niet meer werd geslacht, waardoor de veedichtheid toenam / overbeweiding plaatsvond, hetgeen leidde tot bodemerosie B: Uit de verklaring moet blijken dat de neerslag in de loop van de jaren tachtig is toegenomen, waardoor meer land bedekt werd met vegetatie. Hierdoor verminderde de bodemerosie
23
2
2
Maximumscore 3 A: opslag B: Uit de uitleg moet blijken dat de specifieke intensieve veeteelt- en akkerbouwgebieden relatief ver van elkaar liggen, waardoor de afzet van mest van de intensieve veehouderij naar de akkerbouw wordt bemoeilijkt (en opslag van mest dus noodzakelijk is)
24
25
1 1
1
2
Maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste structurele verandering zijn: • afname van het landbouwareaal / aantal boeren • toename van de biologische landbouw • de overgang naar een extensievere veeteelt • beperking van het kunstmestgebruik als gevolg van veranderde wetgeving Internationalisering: Nederland in Europa, Europa in de wereld
26
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat concentratie van de champignonteelt in bepaalde regio’s zorgt voor agglomeratievoordelen voor deze sector.
27
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat dit verband houdt met een mogelijke toetreding van deze landen tot de Europese Unie.
28
200029 CV15
Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken, dat door de grote afstand tot de Europese markt de hoge vervoerskosten (per vliegtuig) van verse champignons uit de Aziatische landen ongunstig is voor de concurrentiepositie van die landen.
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 320
Antwoorden
29
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • de aanwezigheid van belangrijke researchcentra op het gebied van snijbloemen • de gunstige verkeersgeografische ligging • het grote vakmanschap van de Nederlandse bloementelers • de aanwezigheid van de Aalsmeerse bloemenveiling per juiste oorzaak
30
31
1
Maximumscore 2 A: Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • In Nederland zijn de natuurlijke omstandigheden minder geschikt voor het kweken van bloemen, waardoor Ecuador goedkoper kan produceren. • Ecuador ligt dichter bij de Verenigde Staten, waardoor de transportkosten lager zijn. B: Uit de uitleg moet blijken dat in Kenia en Zimbabwe de natuurlijke omstandigheden even goed zijn als in Ecuador, waardoor een efficiëntere productie onder Nederlandse leiding ervoor zou kunnen zorgen dat Kenia en Zimbabwe grote concurrenten worden van Ecuador
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: • efficiencyverhoging • het spreiden van risico’s (door de productie van vele soorten auto’s) • toegang krijgen tot belangrijke markten • de hoge ontwikkelingskosten van nieuwe auto’s per juiste oorzaak
32
1
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: • de Azië-crisis / recessie in Japan • efficiëntere productie van de Europese auto-industrie • importbeperkende maatregelen voor auto’s uit Aziatische landen per juiste reden
1
Marokko Maximumscore 2 B = Marrakech C = Ouarzazate
33
34
35
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste uitleg zijn: • Door afname van de verbouw van gewassen / extensiever bodemgebruik / toename braak kan de bodem gemakkelijker overstoven worden. • Door verwaarlozing van de irrigatiesystemen droogt de bodem uit en is deze gevoeliger voor overstuiving. Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste belemmeringen zijn: • de versnippering van de grondeigendom • de toegang tot water per juiste belemmering
200029 CV15
1
7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 321
Antwoorden
Maximumscore 3 A = Europese wijk/stad B = medina C = bidonvilles
36
1 1 1
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat tijdens de koloniale periode de Franse overheid de belangrijkste economische activiteiten geconcentreerd heeft in Casablanca.
37
Maximumscore 1 de aanwezigheid van twee Spaanse enclaves
38
39
Deelscores
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste voordelen zijn: • levert werkgelegenheid op • de toegevoegde waarde blijft in Marokko • toename van know how • verwerving van technologie per juist voordeel
40
1
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat beide steden behoorden tot de koningssteden / beschikken over grote cultuurhistorische attracties.
Einde
200029 CV15
8
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 322
Aardrijkskunde (nieuwe stijl)
■■■■
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
01
Tijdvak 1
Inzenden scores Uiterlijk op 6 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe verstrekte optisch leesbare formulieren naar de Citogroep zenden.
100015
CV23
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 323
■■■■
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
■■■■
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd worden, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
100015
CV23
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 324
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 79 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden.
■■■■
3 Antwoordmodel Antwoorden
■■■■
Deelscores
Migratie en Mobiliteit Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat het aantal grote steden in Indonesië groter is dan in de meeste andere ontwikkelingslanden.
1 ■
2 ■ • • • •
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: weinig of geen scholing nodig slecht betaald geen vast dienstverband dienstverlenend karakter per juist kenmerk
3 ■
4 ■
5 ■
100015
CV23
1
Maximumscore 2 Java heeft een zeer hoge bevolkingsdichtheid (vergeleken met de rest van Indonesië). Maximumscore 3 A: C B: Een voorbeeld van een juiste argumentatie is: Internationale migratie is vaak een vorm van getrapte migratie, die vanuit het eindstation (de grootste stad, Surabaya) het meest plaats zal vinden. Maximumscore 2 A: het beleid van gebundelde deconcentratie / groeikernenbeleid B: Door het overheidsbeleid is er een scheiding tussen werk- en woongebied ontstaan, (waarbij de auto gebruikt werd om de afstand te overbruggen)
3
1 2
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 325
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 Uit de argumentatie moet blijken dat in een Vinex-locatie geprobeerd wordt wonen en werken / voorzieningen zo veel mogelijk bij elkaar te plaatsen, zodat de afstanden niet met de auto overbrugd hoeven te worden.
6 ■
Opmerking Indien wordt verwezen naar de aanleg van goed openbaar vervoer naar de centrale stad mag dit goed gerekend worden.
7 ■ • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: Vaak is er in de eerste jaren nog nauwelijks (draagvlak voor) goed openbaar vervoer. Mensen hebben al een mobiliteitsgedrag opgebouwd en dat verandert niet zomaar. per juiste oorzaak
8 ■ • •
9 ■ •
•
10 ■ •
•
100015
CV23
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juist argument zijn: De Vinex-locaties liggen vooral in de stedelijke gebieden. De Vinex-locaties liggen vooral buiten het Groene Hart. Maximumscore 4 Argumenten voor rekeningrijden: Automobilisten zullen besluiten buiten de spitsuren van de weg gebruik te maken / werkgevers maken flexibeler werktijden mogelijk. Meer werkgevers zullen hun personeel laten telewerken, zodat er minder spitsverkeer is. Argumenten voor verhoging benzineprijzen én afschaffen wegenbelasting: De auto laten staan levert dan echt geld op / de kosten per gereden kilometer worden dan een stuk hoger. Maximumscore 4 A: Een voorbeeld van een juiste argumentatie is: Het is redelijk dat wie files veroorzaakt er ook voor moet betalen. B: Een voorbeeld van een juiste argumentatie is: Het is redelijk als de kosten per kilometer voor iedere inwoner/werknemer (in heel Nederland) gelijk zijn / de kosten per kilometer moeten niet afhankelijk zijn van de regio waarin je woont.
4
2
2
2 2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 326
Antwoorden
■■■■
Deelscores
Politiek en Ruimte
11 ■ •
• •
Maximumscore 3 A: Voorbeelden van relevante deelvragen zijn: Hoe hoog liggen, voor en na de samenvoeging, bepaalde gemeentelijke tarieven (onroerende zaakbelasting, kosten paspoort etc.)? Hoe ver moet een burger reizen om het gemeentehuis te bereiken? Wordt het subsidiebeleid van de gemeente ruimhartiger of juist strakker?
2
per juiste deelvraag
• •
• •
12 ■ • •
• •
1
Opmerking De beide deelvragen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: Ze moeten de oplossing van de hoofdvraag naderbij brengen. Ze moeten betrekking hebben op verschillende (deel)aspecten van de relatie gemeente-burger. B: Voorbeelden van een juiste belangengroep zijn: de (nationale) overheid het bedrijfsleven Maximumscore 4 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: aanwijzing: de drie gemeenten zijn vergelijkbaar qua natuur en recreatie bijbehorend ondersteunend gegeven: alle drie de gemeenten liggen in het laagveen / plassengebied en bieden dezelfde natuur en recreatiemogelijkheden aanwijzing: gevoelsmatig georiënteerd op de Gooi- en Vechtstreek bijbehorend ondersteunend gegeven: de meest nabije (grote) kern is Hilversum. Die ligt in het COROP-gebied Gooi- en Vechtstreek Maximumscore 3 A: nationale schaal B: Uit het antwoord moet blijken dat de nationale overheid er zonder eigenbelang over kan oordelen / er grondgebied van twee provincies bij betrokken is
13 ■
1 1 1 1
1 2
Maximumscore 2 grensligging / perifere ligging
14 ■
15 ■ •
•
•
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste aanwijzingen zijn: A: De nadruk valt op arbeidsintensieve industrie (agrarische industrie/textiel/ houtverwerking) – bron 12/15. De landbouw is grotendeels extensief van karakter – bron 11. B: Het toerisme levert weinig inkomen op – kaart 99C. per combinatie van juiste aanwijzing en juiste bron
16 ■
100015
1
CV23
Maximumscore 3 A: de provincies Zamora en Salamanca behoren, in de EU, tot de gebieden met een ontwikkelingsachterstand B: de provincies Zamora en Salamanca onderscheiden zich nauwelijks van de rest van het Iberisch Schiereiland (want vrijwel alle delen van Spanje en Portugal hebben economische problemen) C: de provincies Zamora en Salamanca hebben een ontwikkelingsachterstand ten opzichte van de rest van Castilla y León
5
2
1
1
1
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 327
Antwoorden
17 ■ • • •
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste factoren zijn: Deze (achterstands)gebieden kunnen aanspraak maken op Europese subsidies. De weg N620 / IP-5 maakt een snellere verbinding mogelijk met de rest van Europa. Door open grenzen is er een grotere kans op economische ontwikkeling. per juiste factor
18 ■ • • •
19 ■
20 ■ • • • •
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste gegevens zijn: de aanwezigheid van de hoofdstad Jakarta op Java het grote aandeel van de Indonesische bevolking dat op Java woont het grote aantal grote steden op Java per juist gegeven
1
Maximumscore 4 A: Indonesië heeft binnen de ASEAN de grootste bevolking en is dus een grote politieke macht binnen de ASEAN B: Binnen de APEC is de politieke macht kleiner, omdat de bevolkingsomvang onder die van China en de VS ligt
2
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste voorwaarden zijn: etnische homogeniteit politieke stabiliteit voldoende welvaart hoog (militair) technisch peil per juiste voorwaarde
■■■■
1
Mens en Milieu
21 ■ • • •
Maximumscore 3 Voorbeelden van een juiste hypothese zijn: Verondersteld wordt dat, naarmate de afstand tot de rivieroever toeneemt: het aandeel van klei in de sedimenten toeneemt en/of het aandeel van zand afneemt en/of de afgezette laag sediment in dikte afneemt. Maximumscore 2 A: onder glaciale omstandigheden / toendraklimaat B: Pleistoceen
22 ■
23 ■ • •
24 ■
100015
2
CV23
Maximumscore 4 A: Voorbeelden van een geschikte kaart zijn: 29 – Nederland reliëf 40B – Waterkeringen B: Uit de argumentatie moet blijken dat de Maas in Midden-Limburg niet bedijkt is. De meer stroomafwaarts gelegen gebieden zijn dat wel Maximumscore 2 A: mest leveren ten behoeve van de akkerbouw B: het instandhouden van het heidelandschap
6
1 1
2
2
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 328
Antwoorden
25 ■ • •
26 ■
•
•
27 ■ • •
• •
28 ■ • •
29 ■ • •
• •
30 ■
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste kenmerken zijn: de grote dikte van het watervoerend pakket / groot bergend vermogen / hoogteligging de goede doorlatendheid / het zandige karakter van het stuwwalmateriaal bevordert een goede filtering per juist kenmerk
1
Maximumscore 2 Door de import van veevoederingrediënten treedt in de ontwikkelingslanden bodemerosie op (afwenteling in de ruimte) Door vervuiling van het milieu (mestoverschotten) wordt de natuur van komende generaties aangetast (afwenteling in de tijd)
1
Maximumscore 2 Uit de argumentatie van ontwikkeling 1 moet blijken dat door de vermindering van de Europese vleesimport: de veeboeren in Nigeria makkelijker hun vlees kunnen afzetten waardoor hun kuddes kleiner worden (en de druk op de weidegronden minder wordt) of: Uit de argumentatie van ontwikkeling 2 moet blijken dat door de vermindering van de Europese vleesimport: de veeboeren in Nigeria makkelijker hun vlees kunnen afzetten waardoor zij meer inkomsten krijgen en hun kuddes kunnen vergroten (en de druk op de weidegronden groter wordt) Maximumscore 2 In het antwoord moeten de volgende twee elementen zijn opgenomen: Nederland is een klein land de (overheersende zuidwesten)wind Maximumscore 4 Voorbeelden van een juist demografisch kenmerk zijn: Het zijn dichtbevolkte gebieden. Het zijn gebieden met een snelle bevolkingsgroei Voorbeelden van een juist economisch kenmerk zijn: Het zijn gebieden met een aanzienlijke industriële ontwikkeling. Het zijn (ten dele) gebieden met een aanzienlijke economische groei.
1
1 1
1 1
1 1
2
2
Maximumscore 2 Uit de redenering moet blijken dat veel van deze gebieden tot de ontwikkelingslanden behoren waar het milieu (door geldgebrek) geen hoge prioriteit heeft.
Einde
100015
CV23
7
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 329
Aardrijkskunde (nieuwe stijl)
■■■■
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
01
Tijdvak 2
Inzenden scores Uiterlijk op 22 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe verstrekte optisch leesbare formulieren naar de Citogroep zenden.
100019
CV23
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 330
■■■■
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
■■■■
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd worden, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
100019
CV23
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 331
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 77 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden.
■■■■
3 Antwoordmodel Antwoorden
■■■■
Migratie en Mobiliteit
1 ■ • •
2 ■
•
•
3 ■
4 ■
100019
Deelscores
CV23
Maximumscore 3 A: (voormalig) Joegoslavië/Bosnië-Hercegovina/Kroatië B: de burgeroorlog Dit is, van de landen van bron 1, het meest dichtbij gelegen land Maximumscore 3 A: Uit het antwoord moet blijken, dat de asielmigranten veel minder geconcentreerd zijn in de grote steden / in het westen van Nederland B : Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: Geschikte opvangruimte als kazernes, kloosters e.d. bevinden zich relatief meer buiten de grotere stedelijke centra. Het overheidsbeleid is gericht op een gelijkmatiger spreiding van allochtonen over het land.
1 1 1
1 2
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat door de geringe bevolkingsdichtheid in de drie noordelijke provincies, vestiging van de huidige aantallen buitenlandse migranten voor de burgers een verhoudingsgewijs grote toename betekent. Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat dit plaatsen zijn waar de meeste migranten Nederland binnenkomen.
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 332
Antwoorden
5 ■ • •
6 ■
7 ■ • • •
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: Door de daling van de kosten van het (vlieg)vervoer wordt afstand minder belangrijk. Door verbetering van de (tele)communicatie komt steeds meer informatie over verre bestemmingen beschikbaar, zodat ook deze bestemmingen in het afwegingsproces worden betrokken. per juist argument
1
Maximumscore 2 A: Eemnes heeft maar een kleine beroepsbevolking B : Eemnes ligt vlakbij Hilversum/Het Gooi; daar zullen ook (veel) forensen naar toe gaan
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste aanwijzingen zijn: Deze gemeenten hebben de grootste bevolkingsgroei in procenten. Deze gemeenten hebben de hoogste inkomens. Deze gemeenten (op Eemnes na) hebben relatief gezien het grootste aantal forensen. per juiste aanwijzing Maximumscore 4 Een voorbeeld van een juiste hypothese is: Naarmate een gebied dunner bevolkt is zal de woon-werkafstand groter zijn.
8 ■
Maximumscore 4 Uit de argumentatie moet blijken dat in dunbevolkte provincies relatief weinig werk is / het werk geconcentreerd is op enkele plaatsen, dus zal de beroepsbevolking grotere woon-werkafstanden moeten afleggen.
9 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat het woon-werkverkeer zich niets aantrekt van provinciegrenzen.
10 ■
■■■■
Politiek en Ruimte Maximumscore 3 A: handel / tertiaire sector B : Hun spreidingspatroon komt grotendeels overeen met de spreiding van de havensteden
11 ■
12 ■ • • • •
13 ■
100019
1
CV23
1 2
Maximumscore 3 Drie van de volgende kaarten: cultuurgebieden – 168A officiële landstalen – 168B godsdiensten – 168C islam – 168D per juiste kaart
1
Maximumscore 3 A: het communisme B: Een voorbeeld van een juiste uitleg is: Deze Chinezen hadden zich toegelegd op de handel, een nogal kapitalistische bezigheid.
1 2
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 333
Antwoorden
14 ■ •
• •
• • • •
Deelscores
Maximumscore 3 Drie van de onderstaande: 49B – De ontwikkeling van de landbouw wordt slechts beperkt afgeremd door milieumaatregelen. 49C – toename glastuinbouw 49E – toename intensiviteit landbouw (maar deze ligt nog onder het Nederlandse gemiddelde) 49F – afname aantal bedrijven 49H – afname aantal varkens 49I – afname melkveestapel 55C – Er kan concentratie van tuinbouw en bio-industrie plaatsvinden. Voor elke juiste combinatie van kaart en af te lezen ontwikkeling
1
Opmerking 49A, D en G zijn fout omdat ze geen ontwikkeling aangeven.
15 ■
• •
16 ■ • •
17 ■ •
•
Maximumscore 4 A: Uit het antwoord moet blijken dat het om uitbreiding woonfunctie / overloop stedelijke activiteiten gaat B : Voorbeelden van juiste gegevens zijn: Het is nog een betrekkelijk leeg gebied Het gebied ligt dicht tegen Rotterdam aan
2 2
per juist gegeven
1
Maximumscore 2 In de uitleg moet genoemd worden dat: Het (riante) wonen (te) duur zal worden (voor starters op de woningmarkt) Er landbouwgrond zal verdwijnen / de landbouw aan belemmerende regels zal worden gebonden
1
Maximumscore 2 De uitleg van het compromis dient de volgende elementen te bevatten: De plannen van Calthorpe bieden een (hoogwaardig) woongebied waaraan binnen het stedelijk gebied Rotterdam grote behoefte is De Hoeksche Waard blijft voor de bewoners herkenbaar door de betrekkelijk kleinschalige eenheden van de inrichting Maximumscore 3 A: Er is een andere kaartprojectie gebruikt B : De weergave/projectie benadrukt sterk dat het Verenigd Koninkrijk het machtscentrum van de wereld is (waar alle rijksdelen omheen gegroepeerd zijn)
18 ■
19 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat het Verenigd Koninkrijk banden heeft met een groot aantal voormalige koloniën.
20 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat het Verenigd Koninkrijk nog steeds geen Schengenland is.
■■■■
1 1
1 2
Mens en Milieu
21 ■ • •
100019
1
CV23
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste oorzaak zijn: Het veelvuldig kruisen van verbindingszones met infrastructurele werken van allerlei aard. verzet van landeigenaren
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 334
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 De laatst ingepolderde gebieden zijn bij een hogere zeespiegel opgeslibd Het oudste land is het langst ingeklonken
22 ■
Maximumscore 3 A: E B : Uit de argumentatie moet blijken dat, naast de aanleg van sloten en wegen, ook de bovenlaag is afgegraven
23 ■
24 ■ • • •
Maximumscore 3 A: stroomrug B : Voorbeelden van juiste gegevens zijn: de aanwezigheid van boomgaarden de stroomrug ligt hoger (2,8 m NAP) dan de omgeving (1,6 à 2,1 m NAP) de naam Steegakkers per juist gegeven
1 2
1 2
1
25 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat ooibossen de afvoer kunnen hinderen, terwijl kribverlaging de afvoer juist kan verbeteren.
26 ■
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Langzaam maar zeker zal het bekken met slib gevuld worden.
27 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat veel binnendijks gebied door de aard van het ruimtegebruik niet als retentiegebied kan worden gebruikt. Maximumscore 3 Economisch: aanschaf van zuiniger apparaten door gestegen energiekosten Technologisch: ontwikkeling van zuiniger apparaten Demografisch: groei aantal eenpersoonshuishoudens
28 ■
1 1
1 1 1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de ozonlaag zich in een deel van de atmosfeer bevindt waar het versterkt broeikaseffect niet werkzaam is.
29 ■
30 ■
•
•
Maximumscore 4 Uit de stelling moet blijken dat door het Nederlandse tekort aan grondstoffen, in de tropen veevoedergewassen worden verbouwd, waardoor kleine boeren marginale gronden gaan bewerken (afwenteling in ruimte) daardoor wordt er roofbouw op de grond gepleegd, waardoor: Eén van onderstaande: toekomstige generaties in de tropische landen minder grond tot hun beschikking hebben (afwenteling in de tijd). of: toekomstige generaties in Nederland worden opgescheept met problemen als overbemesting en bodemvervuiling (afwenteling in de tijd).
2 2
Einde
100019
CV23
6
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 335
akv001dfcrv.qxd
Aardrijkskunde
■■■■
6-12-99
12:43
Pagina 1
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
00
Tijdvak 1
Inzenden scores Uiterlijk 2 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe verstrekte optisch leesbare formulieren naar het Cito zenden.
000007
CV13
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 336
akv001dfcrv.qxd
■■■■
6-12-99
12:43
Pagina 2
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
■■■■
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten, die geen gehele getallen zijn, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd worden, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
000007
CV13
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 337
akv001dfcrv.qxd
6-12-99
12:43
Pagina 3
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 90 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden.
■■■■
3 Antwoordmodel Antwoorden
■■■■
Deelscores
Bevolkingsgeografie
1 ■ • • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: Door gebrek aan riolering is er een grotere kans op besmettingsziekten. Door gebrek aan goed drinkwater is er een grotere kans op besmettingsziekten. Door slechte behuizing/hoge woningdichtheid is er een grotere kans op besmettingsziekten. per juiste oorzaak
2 ■ • •
3 ■ •
•
1
Maximumscore 3 A: doen toenemen B: uit het antwoord moet blijken dat: vooral jongvolwassenen naar de grote steden migreerden en daar een gezin stichtten
CV13
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste verklaringen zijn: Het aandeel van de bevolking in de gezinsvormende fase is in Noord-Holland groter dan in Drenthe. De bevolking van Noord-Holland kent een grotere toename van het aantal eenpersoonshuishoudens. per juiste verklaring
000007
1
1
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 338
akv001dfcrv.qxd
6-12-99
12:43
Pagina 4
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat Flevoland in grafiek 3 niet het hoogste scoort, omdat in die provincie de vestiging van alle leeftijdsgroepen hoog is.
4 ■
5 ■ • •
■■■■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat: gebied B een stedelijk gebied is waar het stedelijke cultuurpatroon een verlagende invloed heeft op de vruchtbaarheidscijfers
1 1
Het Nederlandse landschap – natuurlijke en menselijke factoren (toegepast op het duinlandschap en het Krijt/lösslandschap) Maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat in de genoemde gebieden de duinen daar niet breed genoeg voor zijn.
6 ■
7 ■ • • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: Het kappen van naaldbos. Het verdwijnen van landbouw in het gebied direct achter de duinen. Het breder worden van het duinmassief. per juiste oorzaak
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de hogere ligging wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van een strandwal / van oude duinen.
8 ■
Opmerking De omgeving van het gearceerde gebied is ingeklonken, mag worden goedgerekend.
9 ■ • • • •
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste redenen zijn: minder kans op overstromingen / hogere ligging de aanwezigheid van een bodem met een goed draagvermogen voor bewoning de mogelijkheid om land te ontginnen voor de akkerbouw de aanwezigheid van drinkwater in de ondergrond per juiste reden
1
Maximumscore 2 het zeekleilandschap
10 ■
11 ■ •
Maximumscore 2 boorprofiel 3 Een voorbeeld van een juiste aanwijzing is: ’Verlaten kleine kalkgroeve’ wijst op het voorkomen van kalksteen (krijt) in de ondergrond.
1 1
Opmerking ’Graften’ is fout, want die verwijzen niet naar een profiel.
12 ■ •
000007
CV13
Maximumscore 2 A: gebied D B: Een voorbeeld van een juiste argumentatie is: Op de foto zijn graften te zien; alleen in gebied D zijn graften getekend.
4
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 339
akv001dfcrv.qxd
6-12-99
12:43
Pagina 5
Antwoorden
13 ■ • • • •
Deelscores
Maximumscore 4 In de tekening moet in elk geval correct zijn aangegeven dat: punt E op 130 meter hoogte ligt en punt F op 120 meter hoogte ligt de hoogtelijnen van 110 en 120 meter correct in de doorsnede zijn verwerkt de Geul iets links van het midden van de doorsnede ligt de Geul tegen/op de 100 meter-hoogtelijn ligt
1 1 1 1
De juiste doorsnede 140 m
140 m
130 m
130 m
120 m
120 m
110 m
110 m
100 m
100 m Geul
90 m
90 m
80 m
E
14 ■
• •
80 m
Maximumscore 2 in perioden van wateroverlast overtollig water opvangen sedimenten opvangen
1 1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de oorzaak van de wateroverlast/bodemerosie niet wordt aangepakt.
15 ■
■■■■
Milieugeografie van Nederland (toegepast op ’Nederland en de internationale milieuproblemen’ en ’de Nederlander en de milieugebruiksruimte’)
16 ■ •
•
17 ■ • •
000007
F
CV13
Maximumscore 2 A: de waterbodem van het Ketelmeer B: Uit het antwoord moet blijken dat: de stroomsnelheid van het water in het Ketelmeer geringer is dan van de IJssel bij Deventer, zodat dit meer fungeert als sedimentatiebekken Maximumscore 2 De grondsoort in de gebieden A en B is goed waterdoorlatend heeft een gering adsorptievermogen
0
1 1
1 1
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 340
akv001dfcrv.qxd
6-12-99
12:43
Pagina 6
Antwoorden
18 ■ •
•
19 ■ • • •
20 ■ • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste oorzaak zijn: De overmaat aan meststoffen in de bodem spoelt pas na verloop van tijd naar het grondwater uit (naijleffect). Door grondwaterstromen kunnen nitraten van elders worden aangevoerd. Maximumscore 3 Uit het antwoord moet blijken dat: een mondiale temperatuurstijging leidt tot warmer oppervlaktewater warmer oppervlaktewater netto meer koolstofdioxide afstaat dan het opneemt waardoor meer koolstofdioxide in de atmosfeer terechtkomt en leidt tot een versterkt broeikaseffect Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat het versterkt broeikaseffect: de zeespiegel zal doen stijgen waardoor (in bepaalde delen van Nederland) het verhang kleiner wordt
1 1 1
1 1
Maximumscore 2 energie
21 ■
Maximumscore 4 nee A: lokale schaal in productielanden: bedreiging van zelfvoorzienende landbouw B: fluviale schaal in consumptielanden: vermesting/verzuring van grond- en oppervlaktewater
22 ■
Maximumscore 3 1: ecologisch winbaar of maatschappelijk/politiek winbaar 3: economisch winbaar 4: geologisch winbaar
23 ■
24 ■ •
•
25 ■ •
•
■■■■
0 2 2
1 1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juist argument zijn: Door de handel in emissierechten krijgt het milieu een voelbare prijs en ontstaat eerder de neiging tot bezuinigen. Door de handel in emissierechten is de maximale milieugebruiksruimte (alle rechten bij elkaar) vastgesteld en in principe mag die niet overschreden worden. Maximumscore 2 Voorbeelden van een juist argument zijn: Netto zal meer geëmitteerd worden, omdat de landen die een deel van hun emissierechten verkocht hebben waarschijnlijk nooit hun emissiequotum zouden hebben gehaald. De totale emissie zal toenemen, als de economische korte-termijnbaten groter zijn dan de aankoopkosten van emissierechten. Internationalisering: Nederland in Europa, Europa in de wereld Maximumscore 2 A: nationale schaal: de directe werkgelegenheid is gering B: mondiale schaal: de overbevissing/visserijconflicten
26 ■
27 ■ • •
000007
Deelscores
CV13
1 1
Maximumscore 2 Juiste voorbeelden zijn: Men kan de vangsten in andere landen aan wal brengen en daar verhandelen. Men kan over visquota/visrechten van andere landen beschikken.
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 341
akv001dfcrv.qxd
6-12-99
12:43
Pagina 7
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 1 de (toegang tot de) afzetmarkt
28 ■
29 ■ • • •
30 ■
31 ■ • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste vestigingsfactoren zijn: het lage loonniveau aanwezigheid van grondstoffen lage milieueisen per juiste vestigingsfactor
1
Maximumscore 4 A: nationale schaal: veelal aan de kust gelegen B: mondiale schaal: liggen vooral op lage breedte / in ontwikkelingslanden
2 2
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: het technologisch geavanceerde karakter van de auto-industrie prestigeoverwegingen per juiste reden
1
Maximumscore 3 A: het DSM-bedrijf in Zuid-Limburg B: Uit het antwoord moet blijken dat DSM aanvankelijk lokale steenkool verwerkte tot chemische producten
32 ■
■■■■
2
Marokko Maximumscore 2 A: moeilijker bereikbaar voor vochtige oceaanlucht vanwege de ligging aan de lijzijde van het gebergte B: het hele jaar onder invloed van het subtropisch maximum / overwegend aflandige winden
33 ■
1 1
Maximumscore 2 oogsten van landbouwproducten/transhumance of een omschrijving daarvan
34 ■
35 ■ • •
• • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste oorzaken zijn: afnemende betekenis van het landbouwbedrijfje afnemende binding met de dorpssamenleving / toenemende binding met de stedelijke samenleving afnemende behoefte aan bijverdiensten Werk in de stad levert meer inkomsten op. Door de grote werkloosheid in de dorpen keert men er niet snel naar terug. per juiste oorzaak
36 ■ • • •
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste voorwaarden zijn: Er moet een watervoerende laag aanwezig zijn. De watervoerende laag moet omsloten zijn door ondoorlatende lagen. Er moet een hoogteverschil zijn tussen infiltratiegebied en bron. per juiste voorwaarde
000007
1
CV13
1
7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 342
akv001dfcrv.qxd
6-12-99
12:43
Pagina 8
Antwoorden
37 ■ • •
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Casablanca is een industriestad / moderne stad. Casablanca mist een attractieve medina.
38 ■
Maximumscore 2 A: Hoge Atlas B: Anti Atlas
39 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat het symbool van de khettara als het ware een plattegrond/bovenaanzicht weergeeft.
40 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat (er verlaging van de grondwaterspiegel optreedt waardoor) de khettara’s droogvallen.
1 1
Einde
000007
CV13
8
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 343
Aardrijkskunde
■■■■
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
20
00
Tijdvak 2
Inzenden scores Uiterlijk 23 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe verstrekte optisch leesbare formulieren naar het Cito zenden.
000013
CV13
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 344
■■■■
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
■■■■
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten, die geen gehele getallen zijn, zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd worden, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
000013
CV13
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 345
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 90 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden.
■■■■
3 Antwoordmodel Antwoorden
■■■■
Deelscores
Bevolkingsgeografie Maximumscore 2 A: meer verstedelijkt gebied, meer individualistische leefwijze B: het katholieke zuiden met hoge cijfers vanuit een religieuze achtergrond
1 ■
1 1
Maximumscore 2 kleiner Uit het antwoord moet blijken dat de opvattingen van de Nederlanders op dit gebied meer gelijk zijn geworden
2 ■
0 2
Maximumscore 2 A: E – Noord-Overijssel B: Uit de argumentatie moet blijken dat traditionele opvattingen in dat gebied nog steeds een grote rol spelen
3 ■
4 ■ • •
1 1
Maximumscore 3 A: Beschrijving: vanaf begin jaren zestig neemt het percentage ouderen in de centrale gemeente toe en neemt het percentage ouderen in de gemeenten rondom af B: Oorzaak: suburbanisatie van jonge gezinnen
1 1 1
5 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat het compactestadbeleid ervoor heeft gezorgd dat jonge gezinnen meer in de centrale steden blijven wonen waardoor verjonging optreedt.
6 ■
Maximumscore 2 A: Nederland C: Noord-Brabant
000013
CV13
1 1
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 346
Antwoorden
■■■■
Deelscores
Het Nederlandse landschap – natuurlijke en menselijke factoren (toegepast op het duinlandschap en het Krijt/lösslandschap)
7 ■ • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste gradiënten zijn: de overgang van zoet (water) naar zout (water) de overgang van nat naar droog per juiste gradiënt
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat men in de toekomst deze duingebieden minder wil vastleggen door middel van beplanting (met helmgras en bos), waardoor het zand meer landinwaarts gaat verstuiven.
8 ■
Maximumscore 2 A: het zeekleilandschap B: vaaggrond
9 ■
10 ■
• •
11 ■ • •
1 1
Maximumscore 3 A: Uit het antwoord moet blijken dat de oorspronkelijke duinketens als gevolg van (mariene) erosie zijn verdwenen B: Voorbeelden van juiste manieren zijn: versterking van de duinvoet aanleg van een dijk rond de westpunt van het eiland
2 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste gegevens zijn: Het oostelijk deel is onbewoond. In het oostelijk deel overheerst de aangroei. per juist gegeven
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat grote aaneengesloten delen bouwland bodemerosie en wateroverlast in de hand werken.
12 ■
13 ■ • • •
14 ■
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste verschillen zijn: monocultuur / geen beweiding gebruik van laagstambomen bewerking/oogst kan gemechaniseerd plaatsvinden per juist verschil
1
Maximumscore 3 A: opheffing (ten gevolge van tektonische krachten)
1
Opmerking Plaattektoniek is fout. B: Uit het antwoord moet blijken dat de Maas zich steeds dieper insnijdt
15 ■ •
•
000013
CV13
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat het karakter van de rivier verandert: Tijdens glacialen is het sedimentatieproces sterker dan het erosieproces / heeft de rivier een vlechtend karakter Tijdens interglacialen is het erosieproces sterker dan het sedimentatieproces / heeft de rivier een meanderend karakter
4
2
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 347
Antwoorden
■■■■
Deelscores
Milieugeografie van Nederland (toegepast op ’Nederland en de internationale milieuproblemen’ en ’de Nederlander en de milieugebruiksruimte’)
16 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat in januari het grotere debiet van de Rijn meer metaalhoudend slib loswoelt / het transporterend vermogen het grootst is.
17 ■
Maximumscore 2 de combinatie van doorlatendheid van de zandgronden en de lagere grondwaterspiegel / de relatief hoge ligging Opmerking Alleen aan de combinatie van twee juiste factoren 2 punten toekennen.
18 ■ • •
19 ■ •
20 ■ • •
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat: natuurlijke beken een geringer verhang hebben waardoor de afwatering op de beken geleidelijker verloopt Maximumscore 3 A: gebied B B: Een voorbeeld van een juiste argumentatie is: Dit gebied ligt het laagst ten opzichte van NAP en wordt daarom het snelste geconfronteerd met zoute kwel als gevolg van zeespiegelstijging. Maximumscore 2 In de verklaring moeten de volgende factoren genoemd worden: aanvoer van stikstof via grote rivieren (Rijn, Maas, Schelde, Ems en Theems) de zeestroming langs de kust
1 2
1 1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat in Zuidoost-Azië boskap plaatsvindt ten behoeve van de productie van (grondstoffen voor) veevoer in onder andere Nederland.
21 ■
Maximumscore 4 nee A: fluviale schaal in productielanden: toenemende bodemerosie / degradatie van bodems B: lokale schaal in consumptielanden: stankoverlast
22 ■
0 2 2
Maximumscore 2 Uit de beschrijving van het dilemma moet blijken dat ontwikkelingslanden deviezen/belastingen verdienen met de verbouw van handelsgewassen, maar dat tegelijkertijd de grond daarvoor wordt onttrokken aan de voedsellandbouw, waardoor voedseltekorten kunnen ontstaan.
23 ■
24 ■ • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: Men zal zuiniger omgaan met aardolie(producten). Men kan nu ook voorheen onrendabele bronnen exploiteren. per juist argument
25 ■
000013
1 1
CV13
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de eigen totale voorraad energiedragers niet altijd de juiste samenstelling heeft om alle soorten energiebehoefte te bevredigen.
5
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 348
Antwoorden
■■■■
Deelscores
Internationalisering: Nederland in Europa, Europa in de wereld Maximumscore 2 nabijheid van de grote (afzet)markt van de VS
26 ■
Maximumscore 2 de westerse landen de nieuwe industrielanden (newly industrialized countries)
27 ■
28 ■ • •
29 ■
Maximumscore 3 A: de Amerikaanse autoconcerns B: Voorbeelden van juiste argumenten zijn: Slechts ongeveer de helft van de autoproductie vindt in eigen land plaats. De buitenlandse autoproductie vindt in een groter aantal landen plaats dan bij Japan en Europa het geval is.
1
per juist argument
1
Maximumscore 3 A: Op het moment dat onderdelen in het productieproces nodig zijn, worden ze pas aangevoerd (omdat de auto-industrie niet meer over voorraden beschikt) B: De toeleveringsbedrijven van auto-onderdelen vestigen zich op korte relatieve afstand van de auto-industrie
1 2
Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juiste reden is: Buitenlandse concurrenten kunnen deze bulkproducten goedkoper produceren.
30 ■
31 ■ • • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste redenen zijn: dure grond / ruimtegebrek congestieproblemen duur water / tekort aan water per juiste reden
32 ■ • • • •
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: een goede marktorganisatie / distributienetwerk een goed ontwikkelde ondernemersgeest grote vakkennis / moderne teelttechnieken milieuvriendelijke teelt per juist antwoord
■■■■
1
Marokko
33 ■ • • •
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste menselijke activiteiten zijn: onoordeelkundige bodembewerking of voorbeelden daarvan kappen/verbranden van vegetatie overbeweiding per juiste menselijke activiteit
000013
1 1
CV13
1
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 349
Antwoorden
34 ■ • • • •
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste mogelijkheden zijn: aanleg van stenen muurtjes volgens hoogtelijnen / in geulen aanleg van terrassen aanplant van boom- en struikcultures / herbebossen toepassen van ’stripcropping’ per juiste mogelijkheid
35 ■ • • • •
36 ■
– • – •
1
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste manieren zijn: onderverhuur / splitsen van de woningen het bebouwen van de binnenplaatsen van woningen het bouwen van een extra verdieping op de woningen permanente bewoning van de fondouks per juiste manier
1
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste economische factor is: gunstige ligging voor import en export aan de kust Een voorbeeld van een juiste politieke factor is: verplaatsing van het bestuurscentrum naar de kust
1
Maximumscore 3 A: regionale ongelijkheid
37 ■
1
1
Opmerking Het antwoord centrum-periferietegenstelling mag worden goedgerekend. B: migratie naar de economische kerngebieden van Marokko
2
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de overheid door het voeren van een gericht investeringsbeleid de industrievestiging buiten het economisch kerngebied tracht te stimuleren.
38 ■
39 ■ •
•
Maximumscore 2 Uit de verklaring moet blijken dat: in de gebieden X als gevolg van de stuwingsregens (aan de loefzijde van de Hoge Atlas) voldoende neerslag valt om boomgroei mogelijk te maken terwijl in de gebieden Y er nauwelijks neerslag valt omdat deze in de regenschaduw van de Hoge Atlas liggen Indien uitsluitend met ’voldoende/onvoldoende neerslag’ wordt geantwoord
40 ■
1 1 0
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat ’s zomers in de hoger gelegen gebieden meer vegetatie aanwezig is dan in lager gelegen gebieden (als gevolg van het vochtiger klimaat).
Einde
000013
CV13
7
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 350
Aardrijkskunde
■■■■
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
19
99
Tijdvak 1
Inzenden scores Uiterlijk 3 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe verstrekte optisch leesbare formulieren naar het Cito zenden.
900006
CV13
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 351
■■■■
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
■■■■
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd worden, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord;
900006
CV13
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 352
3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 100 scorepunten worden behaald. Het aantal scorepunten is de som van: a. 10 scorepunten vooraf; b. het aantal voor de beantwoording toegekende scorepunten; c. de extra scorepunten die zijn toegekend op grond van een beslissing van de CEVO. 6 Het cijfer van het centraal examen wordt verkregen door het aantal scorepunten te delen door het getal 10.
■■■■
3 Antwoordmodel Antwoorden
■■■■
Deelscores
Bevolkingsgeografie Maximumscore 3 65 jaar of ouder/ouderen Uit het antwoord moet blijken dat de demografische druk vergeleken met de overige gemeenten van gemiddelde grootte is terwijl de groene druk relatief laag is (hieruit volgt dat het % 65+ binnen de gemeente Den Haag hoog moet zijn)
1 ■
2 ■ •
1
2
Maximumscore 1 Een voorbeeld van een juist antwoord is: een dergelijke maatregel werkt ruimtelijke segregatie in de hand Indien een niet-ruimtelijk gevolg genoemd
3 ■ • •
4 ■ • •
5 ■ • • •
0
Maximumscore 2 De groene druk in de grote steden is lager Voorbeelden van een juist antwoord zijn: veel gezinnen met kinderen zijn uit de grote steden vertrokken de zuidvleugel van de Randstad heeft lange tijd relatief lage geboortecijfers gekend
900006
CV13
1
Maximumscore 3 Groningen in verband met vergrijzing een gering geboorteoverschot in verband met het ontbreken van voldoende werkgelegenheid een groot vertrekoverschot
1 1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: welgestelde woonmilieus jonge stedelijke woonmilieus ’bloeiend’ jong platteland Indien 1 antwoord juist
6 ■
1
1
Maximumscore 1 Zandgronden bieden over het algemeen een aantrekkelijke woonomgeving.
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 353
Antwoorden
■■■■
Deelscores
Het Nederlandse landschap – natuurlijke en menselijke factoren (toegepast op het veenlandschap en het zeekleilandschap) Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat in het veenweidegebied lange, smalle kavels overheersen (slagenlandschap), terwijl in de droogmakerij de rechthoekige (blok)verkaveling overheerst.
7 ■
8 ■ • •
9 ■ • • •
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat er als gevolg van drooglegging kwelwaterproblemen (in de drooggelegde Loosdrechtse Plassen) zouden ontstaan door: de hogere ligging van het Gooi de doorlatendheid van de pleistocene zandgronden
1 1
Alleen kwelwaterproblemen genoemd
0
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: grote afwisseling van land en water veel gradiënten kleinschalig karakter Indien 1 antwoord juist
1
10 ■
Maximumscore 2 verstoring van de rust oeverafslag
1 1
11 ■
Maximumscore 2 C-hoogste A-laagste
1 1
12 ■ • •
13 ■ • •
14 ■
15 ■
900006
CV13
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: op kreekruggen in verband met overstromingsgevaar de kreekruggen bieden een stevige ondergrond voor de bebouwing Maximumscore 2 De jonge polders liggen hoger zodat er bemaling nodig is Voorbeelden van een juist antwoord zijn: duur van de inklinking de jonge polders zijn hoger opgeslibd
1
1
Maximumscore 3 A: vaaggrond B: veengrond C: podzolgrond
1 1 1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat (aanvankelijk overal veen aan het oppervlak lag en dat) dit veen plaatselijk is verdwenen door ontginning/oeverafslag.
4
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 354
Antwoorden
■■■■
Deelscores
Milieugeografie van Nederland (toegepast op Nederland en de internationale milieuproblemen en de Nederlander en de milieugebruiksruimte)
16 ■ • •
•
17 ■
18 ■ • • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: hoog aandeel (Nederlands) aardgas in het energiegebruik Nederland heeft diverse wettelijke maatregelen genomen om de zwaveluitstoot te beperken Nederland heeft relatief minder industrie dan de genoemde landen Indien 1 antwoord juist
1
Maximumscore 2 milieuprobleem: klimaatverandering/versterkt broeikaseffect functie: het vastleggen van koolstofdioxide (CO2)
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: in Polen is (meer) ruimte het aanplanten van bos is goedkoper in Polen Polen heeft een grotere uitstoot van CO2 Indien 1 antwoord juist
19 ■ •
•
•
•
•
•
1
Maximumscore 4 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: een deel van de niet aangetaste gebieden is te koud om er agrarische activiteiten uit te oefenen een deel van de niet aangetaste gebieden is te bergachtig om er agrarische activiteiten uit te oefenen een deel van de niet aangetaste gebieden ligt in de tropen waar het oorspronkelijke regenwoud nog voor een goed evenwicht zorgt de niet aangetaste gebieden zijn over het algemeen dunbevolkte gebieden waardoor de vraag naar landbouwgrond klein is er bestaan ook andere vormen van bodemaantasting dan de hier genoemde zoals verzuring door deze projectiemethode treedt er op hogere breedte een vormvergroting op, lijken gebieden dus groter dan dat ze in werkelijkheid zijn Per goed argument
20 ■
21 ■
900006
CV13
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat door de grote (toenemende) bevolkingsdruk men steeds door gaat met het in gebruik nemen van marginale gronden/berggebieden. Maximumscore 4 Voorstanders: in China wordt veel energie opgewekt door middel van steenkool/bruinkool, waarbij onder meer veel koolstofdioxide vrijkomt en die emissie kan aanzienlijk verminderd worden door de opwekking van hydro-elektriciteit met behulp van stuwmeren Tegenstanders: door de ontbossing spoelt veel bodemmateriaal weg en dit materiaal wordt vervolgens in de stuwmeren gesedimenteerd
5
2 2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 355
Antwoorden
22 ■ • • • •
Deelscores
Maximumscore 3 De verdroging vindt vooral plaats in de kuststrook/de duinen Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: de industrie onttrekt water uit dit gebied de onttrekking van drinkwater uit dit gebied de landbouw onttrekt water uit dit gebied door bemaling in het gebied achter de duinen Indien 1 antwoord juist
1
Maximumscore 2 nee Uit het antwoord moet blijken dat men in Nederland streeft naar onderling met elkaar verbonden natuurreservaten in plaats van afzonderlijke natuurreservaten
23 ■
1
0 2
Opmerking Alleen nee met juiste uitleg levert de maximumscore op.
■■■■
Internationalisering Maximumscore 2 Luchthavens die vooral veel passagiers vervoeren met een intercontinentale bestemming (de grote luchthavens) Luchthavens die vooral veel passagiers vervoeren met een binnenlandse of Europese bestemming (de kleinere luchthavens)
24 ■
1
Maximumscore 2 De kleine(re) luchthavens zorgen voor de aan- en afvoer van intercontinentale passagiers van/naar de grote luchthavens.
25 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat een deel van de subassemblage van toeleveringsbedrijven opschuiven naar de lage lonengebieden in Oost- en/of Zuid-Europa, terwijl een groot deel van de eindassemblage in het Europese kerngebied blijft.
26 ■
Maximumscore 2 India Indonesië
27 ■
28 ■ • •
29 ■ • • •
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juiste verandering in de economie zijn: overschakeling van arbeidsintensieve naar kennisintensieve producties meer aandacht voor research en development Uit het antwoord moet blijken dat de ’welpen’ en ’slapende reuzen’ met hun goedkope productie de ’tijgers’ van de markt kunnen drukken
CV13
1
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: de arbeidslonen zijn (vrij) hoog en daardoor levert automatisering besparingen op het is niet altijd eenvoudig om aan voldoende personeel te komen het standaardiseren van de productie Indien 1 antwoord juist
900006
1
1
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 356
Antwoorden
30 ■ • •
•
Deelscores
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: waarborgen van de continuïteit van het bedrijf via het Amerikaanse moederbedrijf kunnen nieuwe exportmogelijkheden worden ontsloten veilig stellen van de werkgelegenheid Indien 1 antwoord juist
31 ■ • • • • •
1
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: veel oponthoud aan de nationale grenzen onvoldoende kwaliteit van het autowegennet onveiligheid langs de autowegen/de lading is onderweg minder goed te bewaken het is een erg grote afstand voor vrachtwagens over deze afstand is vervoer per spoor goedkoper Indien 2 antwoorden juist Indien 1 antwoord juist
■■■■ 32 ■
33 ■
34 ■
2 1
Marokko Maximumscore 2 verzilting Uit het antwoord moet blijken dat verzilting veroorzaakt is/kan worden door een teveel aan irrigatiewater en dat het overschot aan water verdampt en de daarin opgeloste zouten achterblijven aan het oppervlak Maximumscore 3 A: Rif B: Midden Atlas D: Hoge Atlas
1
1
1 1 1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat plaatsen als Tanger en Al Hoceima een vochtiger klimaat hebben/grotere invloed van de zee ondervinden/aan de kust liggen, waardoor de dagamplitudes kleiner zijn. Opmerking Een omgekeerde beantwoording voor de plaatsen Ifrane en Zagora mag worden goed gerekend.
35 ■
36 ■
37 ■
900006
CV13
Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de variabiliteit van de neerslag hiervoor verantwoordelijk is. Maximumscore 2 graan/tarwe Uit het antwoord moet blijken dat de bevolkingsgroei sneller gaat dan de groei van de productie van graan/tarwe in Marokko
1 1
Maximumscore 2 Marokko: hier zijn nogal wat mannen in de leeftijdsgroepen van 20 tot en met 69 jaar naar elders vertrokken in verband met gastarbeid.
7
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 357
Antwoorden
38 ■ • • •
Deelscores
Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn er zijn geen goede verbindingen met het achterland er worden weinig exportproducten in dit gebied voortgebracht er woont een weinig welvarende bevolking in dit gebied Indien 2 antwoorden juist Indien 1 antwoord juist
2 1
Maximumscore 2 afgenomen Uit het antwoord moet blijken dat de jongste drie cohorten (ongeveer) even groot zijn Verklaring voor de afname: uit het antwoord moet blijken dat steeds meer Marokkanen aan gezinsplanning doen
39 ■
0 1 1
Opmerking Een antwoord waarbij wordt ingegaan op migratie is fout. Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat het graan in het zuiden van Marokko eerder rijp is dan in het noorden.
40 ■
41 ■ • •
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Marokko wil de geldstroom (op termijn) op peil houden Marokko wil de Marokkaanse identiteit bij de emigranten in stand houden
Einde
900006
CV13
8
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 358
Erratumblad
■■■■
Aardrijkskunde Examen VWO 1999 Tijdvak 1 Correctievoorschrift
Aan de rectoren/directeuren van de scholen voor VWO
Ik deel u mee dat in het u toegezonden correctievoorschrift Aardrijkskunde VWO de volgende wijzigingen dienen te worden aangebracht:
Op pagina 4 bij vraag 13 moet het eerste deelantwoord luiden als volgt: De oudere polders kunnen niet meer op natuurlijke wijze hun water lozen (op de Dollard)
1
Op pagina 6 bij vraag 24 moet aan het antwoord de volgende opmerking worden toegevoegd: Opmerking Antwoorden die betrekking hebben op verschillen in het aantal bestemmingen zijn ook juist.
N.B. Deze gegevens onmiddellijk na afloop van de zitting aan de corrector(en) ter hand stellen.
De voorzitter van de CEVO drs. J.Bouwsma
900006
E CV13
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 359
Aardrijkskunde
■■■■
Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
19
99
Tijdvak 2
Inzenden scores Uiterlijk 24 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe verstrekte optisch leesbare formulieren naar het Cito zenden.
900011
CV13
Begin
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 360
■■■■
1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van 28 september 1994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
■■■■
2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd worden, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
900011
CV13
2
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 361
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. 4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 5 Voor deze toets kunnen maximaal 100 scorepunten worden behaald. Het aantal scorepunten is de som van: a. 10 scorepunten vooraf; b. het aantal voor de beantwoording toegekende scorepunten; c. de extra scorepunten die zijn toegekend op grond van een beslissing van de CEVO. 6 Het cijfer van het centraal examen wordt verkregen door het aantal scorepunten te delen door het getal 10.
■■■■
3 Antwoordmodel Antwoorden
■■■■
Bevolkingsgeografie
1 ■ •
2 ■ • • •
3 ■ • • •
4 ■
5 ■
900011
Deelscores
CV13
Maximumscore 2 Plattelandsgebieden van b.v. Groningen of Friesland Een voorbeeld van een juiste uitleg: mensen trekken weg met als gevolg dat veel voorzieningen hun drempelwaarde niet langer halen (en verdwijnen)
1 1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat individualisering in deze periode vooral inhoudt: minder sociale controle, afnemende invloed van traditie en religie waardoor meer geboorteregeling plaatsvindt en de bevolking daardoor minder snel groeit Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat individualisering in deze periode vooral inhoudt: een zelfstandige beroepscarrière voor de vrouw waardoor huwelijk/geboorte van kinderen wordt uitgesteld en de bevolking daardoor minder snel groeit Maximumscore 3 A = Suriname B = EU- landen C = Turkije
1 1 1
Maximumscore 2 EU- landen
3
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 362
Antwoorden
■■■■
Deelscores
Het Nederlandse landschap – natuurlijke en menselijke factoren (toegepast op het veenlandschap en het zeekleilandschap)
6 ■
Maximumscore 2 Weichselien afgezet door de wind
7 ■
Maximumscore 2 Door erosie (abrasie) veroorzaakt door de wind braken de golven de venige oevers steeds verder af.
8 ■
Maximumscore 2 Zandlandschap Zeekleilandschap
1 1
1 1
Maximumscore 2 grasland Uit het antwoord moet blijken dat laagveengebieden een geringe draagkracht hebben waardoor akkerbouw (vrijwel) onmogelijk is/laagveengebieden een hoge grondwaterspiegel hebben kassen Uit het antwoord moet blijken dat de nabijheid van de afzetmarkt bepalend is
9 ■
Indien alleen de vormen genoemd
10 ■ • • •
12 ■
1 0
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: verzoeting/het zoute zeewater werd geleidelijk door zoet water vervangen de dynamiek veroorzaakt door eb en vloed verdween stroming minder en waterpeil constanter Indien 1 antwoord juist
11 ■
1
1
Maximumscore 2 vaaggrond Uit het antwoord moet blijken dat voor de ontwikkeling van horizonten vele jaren nodig zijn Maximumscore 4 overwegend zand: – A overwegend klei: – C Uit het antwoord moet blijken dat op de bodems van de kreken het grofste materiaal sedimenteert, terwijl het fijnste materiaal op enige afstand van de kreek tot bezinking komt als gevolg van het verschil in stroomsnelheid
1 1
1 1
2
Opmerking B bij een van beide is fout.
13 ■
14 ■
900011
CV13
Maximumscore 2 De polder zal last hebben van kwelwater De Haarlemmermeer heeft een ondergrond van klei zodat er relatief weinig kwelwater in kan doordringen Maximumscore 2 Jonge mariene afzettingen/jonge zeeklei/afzetting van Duinkerke ontbreekt De duinenrij belette de afzetting ervan
4
1 1
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 363
Antwoorden
Deelscores
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat langs de Oude Rijn in een strook van oost naar west jongere mariene en fluviale afzettingen zijn afgezet en dat kan alleen langs een getijdenrivier.
15 ■
■■■■
Milieugeografie van Nederland (toegepast op Nederland en de internationale milieuproblemen en de Nederlander en de milieugebruiksruimte) Maximumscore 1 thermale expansie/uitzetting van het zeewater
16 ■
17 ■ •
Maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: door de hogere temperatuur is er meer verdamping, er kan meer waterdamp in de warmere lucht worden opgenomen, waardoor er meer sneeuw in de poolgebieden kan vallen en de ijskappen groter worden Maximumscore 2 kwel Dit kan erger worden doordat een hogere waterstand een grotere druk betekent
18 ■
19 ■
Maximumscore 2 Daar is de stroomsnelheid van de Rijn en de Maas nog te hoog.
20 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat controle bij puntemissies in de industrie makkelijker is.
21 ■ • •
22 ■ • • • • •
23 ■
24 ■
25 ■
900011
CV13
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat: het vee-overschot in de Sahellanden leidde tot overbegrazing overbegrazing leidde tot degradatie van de vegetatie (en dus tot verwoestijning) Maximumscore 3 ontbossing Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: bodemerosie in droge tijden watertekort in natte tijden overstromingen schaduwwerking is verdwenen meer verdamping
1 1
1 1
1 2
Indien 1 antwoord juist
1
Maximumscore 2 Nederland: overbemesting/vermesting Thailand: bodemuitputting/bodemerosie
1 1
Maximumscore 1 de ligging nabij Rotterdam (grootste afnemer) Maximumscore 2 het overbruggen van de fluctuerende afvoer van de Maas (als regenrivier) het overbruggen van een periode dat het Maaswater niet bruikbaar is (door calamiteit)
5
1 1
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 364
Antwoorden
■■■■
Deelscores
Internationalisering Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat het aantal door de KLM te vervoeren intercontinentale luchtreizigers wordt vergroot.
26 ■
27 ■
28 ■
29 ■ • • • •
Maximumscore 3 Europa Noord-Amerika Hier is voldoende koopkrachtige vraag/economische opleving
1 1 1
Maximumscore 2 het betreft (duurdere) modellen waarvoor de VS een belangrijk afzetgebied is de loonkosten liggen in de VS veel lager
1 1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: milieuvoorschriften van de overheid uitbreiding is bijna niet meer mogelijk verdere intensivering is bijna niet meer mogelijk verhevigde internationale concurrentie Indien 1 antwoord juist
30 ■ • • •
1
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: de afstand tussen producent en distributiecentrum wordt kleiner de afstand tussen distributiecentrum en consument wordt kleiner het transport heeft minder last van congestieverschijnselen Indien 1 antwoord juist
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat in Afrika er een onvoldoende koopkrachtige vraag is.
31 ■
Maximumscore 2 overeenkomst: beide zijn het groeimarkten verschil: Polen en Tsjechië behoren niet tot de EU, Portugal en Spanje wél
32 ■
33 ■ • • • •
34 ■ •
•
• •
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: dit is een dichtbevolkt gebied in dit gebied is de afzetmarkt voldoende groot in dit gebied heeft Ahold een bestaande keten opgekocht bekendheid in bepaalde regio Maximumscore 3 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: België zal daardoor een grotere concurrent worden van Nederland wat betreft de distributiefunctie in Midden-Limburg zal de modernisering van de spoorlijn extra ruimte kosten/overlast veroorzaken Antwerpen zal daardoor een grotere concurrent worden van Rotterdam Nederland doet ook al extra investeringen in de infrastructuur, zoals de Betuwelijn Per juist argument
900011
CV13
1 1
1
6
Lees verder
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 365
Antwoorden
■■■■
Deelscores
Marokko
35 ■ • • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: de bodem bestaat deels uit zand waardoor het water snel wegzakt de regen valt vaak in stortbuien waardoor het water snel weg is door de hoge temperatuur is het water snel verdampt Indien 1 antwoord juist
1
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de omvang van de groepen in de vruchtbare leeftijd groot is, waardoor het geboortecijfer nog lang hoog zal zijn (terwijl het sterftecijfer laag is).
36 ■
37 ■ • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: het beperken van de immigratie uit Marokko naar de EU de mensenrechtensituatie in Marokko Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat Nederlandse tuinders concurrentie ondervinden van Marokkaanse producten.
38 ■
39 ■ • • • •
Maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: vis citrus olijven wijn Indien 1 antwoord juist
1
40 ■
Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat Salé, als dubbelstad van Rabat (in het politieke centrum van Marokko), meer dan andere steden, een zeer groot vestigingsoverschot heeft.
41 ■
Maximumscore 2 op wereldschaal: de tegenstelling tussen rijke landen en landen als Marokko op nationale schaal: de tegenstelling tussen de elite en de arme bevolking
42 ■ •
•
•
1 1
Maximumscore 4 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: toeristen uit Europese landen geven gemiddeld genomen meer geld uit dan toeristen uit Arabische landen toeristen uit Europese landen verblijven over het algemeen in hotels en toeristen uit Arabische landen verblijven vaker bij familie toeristen uit Europese landen komen meer voor het strand en de zee dan toeristen uit Arabische landen en Agadir is vooral gericht op het zontoerisme Indien 1 argument juist
2
Einde
900011
CV13
7
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 366
■■■■ Erratumblad
Aardrijkskunde Examen VWO 1999 Tijdvak 2 Correctievoorschrift
Aan de rectoren/directeuren van de scholen voor VWO
Ik deel u mee dat in het u toegezonden correctievoorschrift Aardrijkskunde VWO de volgende wijzigingen dienen te worden aangebracht:
Op pagina 3 moet zowel bij vraag 2 als bij vraag 3 het volgende worden toegevoegd: Indien 1 of 2 antwoordelementen genoemd
1
Op pagina 5 bij vraag 20 moet het voorschrift luiden als volgt: Uit het antwoord moet blijken dat het bij landbouw en verkeer om veel meer bronnen en meer diffuse bronnen gaat dan bij de industrie.
• •
Op pagina 7 bij vraag 41 moet het voorschrift luiden als volgt: op wereldschaal: Marokko heeft grote schulden bij andere (rijke) landen op nationale schaal: de elite profiteert van de economische ontwikkelingen en de rest van de bevolking niet
1 1
N.B. Deze gegevens onmiddellijk na afloop van de zitting aan de corrector(en) ter hand stellen.
De voorzitter van de CEVO drs. J.Bouwsma
900011
E CV13
Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.examencursus.com. Pagina: 367