Het ware zoeken Ds. J.S. van der Net – Mattheüs 6:33
Zingen: Lezen: Zingen: Zingen: Zingen: Zingen:
Psalm 27: 5 Mattheüs 6: 19-34 Psalm 81: 11, 12, 15, 18 Psalm 99: 2 Psalm 147: 6 Psalm 68: 10
Gemeente, de tekstwoorden voor de bediening van Gods Woord kunt u vinden in het evangelie van Mattheüs, hoofdstuk 6 vers 33, waar we het Woord van God aldus lezen: Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Deze schriftwoorden prediken ons: Het ware zoeken. En dan drie hoofdgedachten: 1. Het voorwerp van dit zoeken 2. De inhoud van dit zoeken 3. De zegen op dit zoeken Gemeente, onze tekstwoorden zijn ontleend aan de Bergrede. In dit gedeelte van de Bergrede vermaant de Heere Jezus de schare, en in deze mensen ook u en jullie, meisjes en jongens, om niet bezorgd te zijn. De Heere Jezus zegt dat heel wat keren. Leest u maar in vers 25: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam dan de kleding? Tot een paar keer toe zegt de Heere Jezus hier: ‘Wees niet bezorgd!’ Nu denk ik dat hier vast wel een man of een vrouw in de kerk zit, een meisje of jongen, die moet zeggen: ‘Dat geldt zeker voor mij?’ Want we hebben allemaal zo onze bezorgdheid. De één hierover en de ander daarover. Bezorgdheid; dat is een woord dat iedereen wel begrijpt en dat jullie ook snappen, meisjes en jongens. Want bezorgdheid drukt de bekommering van ons hart uit, waardoor we zo heen en weer geslingerd worden. En nu, op hetzelfde moment dat ik dat woord bezorgdheid uitspreek, steekt misschien dit monster zijn kop in uw hart op. Dan ziet u op de zorgen die u drukken, de teleurstellingen die zoveel duisternis geven, de droefheden die knagen aan de wortel van de blijdschap. Bezorgdheid! Een ook jullie, meisjes en jongens, hebben vast dingen waar je bezorgd over bent. Hoe komt dat nu toch, dat ieder mens zijn bezorgdheid heeft, de één hierover en de ander daarover? Dat komt omdat we het paradijs hebben verloren. In het paradijs groeiden www.prekenweb.nl
1/10
Ds. J.S. van der Net – Het ware zoeken
geen doornen en distels. In het paradijs was leven en levensgeluk hetzelfde. Maar door onze afval in Adam van God, is het leed in de wereld gekomen. Daarmee is ook de bezorgdheid in ons leven gekomen. Dus die bezorgdheid die we allemaal wel hebben, is een gevolg van onze zonde. Waar kunnen wij al niet bezorgd over zijn? Er zitten hier mensen in de kerk die bezorgd zijn over hun lichaam. Ze hebben allerlei klachten. Ze moeten misschien ook wel medicijnen gebruiken. Ze maken zich zorgen over hun gezondheid. Er zijn mensen die zich zorgen maken over hun kinderen. De kinderen ontplooien zich niet zoals ze dat graag zouden willen. Sommige van hun kinderen zie je onverschillig worden. Het kan ook zijn dat we bezorgd zijn over een oude vader of een oude moeder en dat we moeite hebben om die te begeleiden. We kunnen ook bezorgd zijn over hoe de dingen in ons land verlopen. We kunnen bezorgd zijn over de regering, zowel plaatselijk als provinciaal. We kunnen bezorgd zijn over de kerk, de kerk die verstrooid is als beenderen aan de mond van het graf. De kerk waar zo weinig kracht en zo weinig getuigenis van uit gaat. We kunnen bezorgd zijn over ons werk. Zullen we ons werk wel houden? Zal ons bedrijf, onze zaak, wel blijven floreren in deze tijd waarin veel dingen achteruit gaan? Jullie kennen ook bezorgdheid, meisjes en jongens. Misschien zijn jullie bezorgd over een toets op school die je maken moet. Misschien wel over andere dingen die je moeilijk vindt. Waar kunnen we allemaal niet bezorgd over zijn! En nu zegt de Heere Jezus in Mattheüs 6 telkens weer: ‘Wees niet bezorgd!’ We moeten wel goed luisteren wat de Heere Jezus precies zegt. De Heere Jezus zegt niet dat we niet mogen en moeten zorgen. Als de Heere Jezus hier zegt: ‘Wees niet bezorgd’, dan is dat geen woord voor luie mensen die, zoals het spreekwoord zegt, Gods water over Gods akkers laten lopen. Zo niet! Er is een groot verschil tussen zorgen en bezorgdheid. Zorgen, dat moeten we. Zorgen is onze roeping. Maar bezorgdheid is zonde. Zorgen wordt ons door de Heere opgelegd. We moeten daar ons best voor doen. Maar bezorgdheid komt uit onszelf voort. Zorgen is nauwgezet bezig zijn in de dingen die de Heere ons op de hand zet. Maar bezorgdheid is ons zorgen maken over de uitkomst van ons werken; de uitkomst die de Heere voor Zijn rekening heeft genomen. Zorgen moest Adam al in het paradijs. Toen heeft de Heere tegen Adam gezegd: ‘Deze hof heb Ik u gegeven, om te bebouwen en te bewaren.’ Zorgen moeten wij ook in ons werk. Zorgen moeten we ook op school. ‘Wie niet werkt, zal ook niet eten.’ We zullen moeten zorgen voor ons gezin. Wie zijn huisgenoten niet verzorgt is erger dan een ongelovige, zegt de Schrift. We moeten ook zorgen voor het heil van onze ziel. Werkt uws zelfs zaligheid met vrezen en beven (Fil.2:12) Hoort u het, gemeente? Zorgen moeten we. Dat is roeping. Maar alle bezorgdheid bij onze zorg, dat wordt door de Heere veroordeeld. Want als we bezorgd zijn is dat een miskenning van Gods voorzienigheid. Het staat beschreven in artikel 13 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, dat niets toeval is, dat het geen lot is, maar dat de Heere alle dingen bestuurt naar Zijn altijd wijze raad en dat uit Zijn hand alle dingen ons toekomen. Gezondheid, ziekte, rijkdom, armoede, voorspoed, tegenspoed. Het komt
www.prekenweb.nl
2/10
Ds. J.S. van der Net – Het ware zoeken
alles niet bij geval, maar van Zijn vaderlijke hand ons toe. Al die bezorgdheid is een miskenning van Gods voorzienigheid. We kunnen nog een stapje verder gaan. Voor Gods kinderen geldt ook dat die bezorgdheid een miskennen van de liefde van God is. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten (Hebr.13:5). Voor Gods kinderen geldt dat bezorgdheid ook een miskenning is van Zijn almacht. Want de Heere zegt: Zou iets voor de HEERE te wonderlijks zijn? (Gen.18:14) De Heere kan altijd helpen, ook als het bij ons mensen niet meer kan. Daarom is bezorgdheid ook een miskenning van Zijn almacht. Bezorgdheid is ook een miskenning van Zijn alwetendheid. Want de Heere Jezus zegt: Uw hemelse Vader weet dat u al deze dingen behoeft (Matth.6:32). En de Heere zegt: Eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden (Jes.65:24). Ik heb vroeger een kind van God gekend, die wel eens zei: ‘Als ik de Heere om tien uur om iets bid, dan heeft Hij mij vijf minuten voor tien al verhoord.’ Zo goed is de Heere! Hij weet alles wat we nodig hebben. Bezorgdheid is ook een miskenning van Zijn wijsheid, omdat de Heere in Zijn wijsheid ons leven leidt en het beste weet wat wij nodig hebben. Ook al zijn Zijn wegen hoger dan onze wegen. Gemeente, je zou het ook zo samen kunnen vatten: al die bezorgdheid van ons is ongeloof. Dat is de Heere verdenken in Zijn liefde. Dat is de Heere verdenken in Zijn trouw. Dat is de Heere verdenken in Zijn macht. Daarom zegt de Heere Jezus steeds weer: ‘Wees niet bezorgd!’ En dan zegt Hij ook dat we niet bezorgd mogen zijn over de vraag: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken of waarmee zullen we ons kleden? Dat is niet alleen een vraag voor arme mensen. Het is nog maar de vraag waar meer aandacht aan deze vraag wordt besteed: in arme landen of in gebieden waar meer dan nodig is? Voor duizenden mensen is het de vraag óf ze iets hebben om te eten of zich mee te kleden. Maar wij kunnen ons bekommeren om de vraag: ‘Wát zullen wij eten, wát zullen wij drinken en waarméé zullen wij ons kleden?’ Wij kunnen uit zoveel kiezen. Dat zijn vragen waarover we vandaag zo vaak bezorgd zijn. Wat cirkelt een groot gedeelte van ons leven om de dingen van het dagelijkse leven. En te midden van al die bezorgdheid over deze tijdelijke dingen, komt de Heere Jezus en Hij zegt: Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: wat zullen wij eten of wat zullen wij drinken of waarmee zullen wij ons kleden? Maar zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid! Hoort u, de Heere Jezus zegt: ‘Wees niet bezorgd over al deze dingen. Al deze dingen zoeken de heidenen, maar Uw hemelse Vader weet dat u al deze dingen behoeft. Zoek eerst het Koninkrijk van God!’ Dat is nu het ware zoeken. En dan in de eerste plaats: 1. Het voorwerp van dit zoeken Met andere woorden: wat moeten wij zoeken? De Heere Jezus zegt dat we allereerst het Koninkrijk van God moeten zoeken. Wat is dat nu eigenlijk, meisjes en jongens, het Koninkrijk van God? Dat Koninkrijk van God is op de aarde, maar dat Koninkrijk van God is ook in de hemel. In de Bijbel wordt het Koninkrijk van God vaak genoemd: het www.prekenweb.nl
3/10
Ds. J.S. van der Net – Het ware zoeken
Koninkrijk der hemelen. Heel vaak als de Heere Jezus gelijkenissen vertelt, zegt Hij dat het Koninkrijk van God gelijk is aan het Koninkrijk der hemelen. ‘Ja’, zegt nu een meisje of jongen, ‘maar de aarde hoort er toch ook bij?’ Inderdaad. Eerst was het Koninkrijk van God in de hemel en op de aarde. Maar toen is de zondeval gekomen. Toen heeft de aarde zich aan die koningsheerschappij van de Heere onttrokken. De duivel is de overste van deze wereld geworden. Toen is de vlag van de revolutie gehesen: ‘Kom, laat ons Zijn banden scheuren!’ Toen heeft dat Koninkrijk van God zich teruggetrokken van de aarde naar de hemel. Daarom heet het ook Koninkrijk der hemelen. In de uitdrukking ‘Koninkrijk der hemelen’ ligt een scherpe aanklacht tegen de aarde. Daarmee zegt God: ‘Aarde, je hoort niet meer bij Mijn Koninkrijk!’ Daarmee zegt God: ‘Aarde, je hebt je aan Mijn heerschappij onttrokken. Je hoort er niet meer bij!’ Zo werd het Koninkrijk van God het Koninkrijk der hemelen. Maar zo is het niet gebleven. Toen is de Heere Jezus op de aarde gekomen. En door het werk van de Heere Jezus, Die de satan overwon, heeft het Koninkrijk der hemelen weer vaste voet aan de grond gekregen op de aarde. Toen de Heere Jezus kwam, predikte Johannes de Doper: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen (Matth.3:2). Het Koninkrijk der hemelen komt weer terug naar de aarde! Dat is het Koninkrijk van God dat door het werk van de Heere Jezus op de aarde is gekomen. En nu zegt de Heere Jezus vandaag tegen u en tegen jullie, dat wij dit Koninkrijk moeten zoeken. Horen jullie dat, meisjes en jongens? Jullie moeten dat Koninkrijk van God zoeken! Dat wil zeggen: wij moeten in de eerste plaats zoeken om deel te krijgen aan dat Koninkrijk. Dat wil zeggen: je moet bezig zijn om een echte onderdaan te worden van dat Koninkrijk. Want dat Koninkrijk van God is het zo waard dat je het zoekt. Immers, als we deel mogen krijgen aan dit Koninkrijk van God, als we in waarheid een onderdaan mogen worden van dat Koninkrijk, dan zijn de voorrechten zo ontzaglijk groot. Want wie deel heeft aan dat Koninkrijk, die heeft ook deel aan de gerechtigheid van dit Koninkrijk. Dat is de borggerechtigheid van Jezus. Dat zijn Zijn verdiensten. Dan hebben we deel aan het offer van Jezus. Al die onderdanen van dat Koninkrijk worden als arme zondaren in zichzelf bekleed met de mantel van Jezus’ borggerechtigheid. En met die mantel bekleed, zal God nooit meer op ons schelden of toornen. Dan mogen we zingen: ‘Ach, hoe houd ik mij gereed? Halssieraad noch statiekleed! Alleen in Jezus’ mantel ingehuld, vind ik een deksel voor mijn schuld.’ Als we deel hebben aan dat Koninkrijk, dan hebben we ook deel aan de heiligheid van dat Koninkrijk; de heiligheid van de Heere Jezus, tot bedekking van onze verdorvenheid en zonden. Een onderdaan van dat Koninkrijk heeft ook deel aan de blijdschap van dat Koninkrijk. Want er staat in de Bijbel dat dat Koninkrijk blijdschap is. Blijdschap in God, in Christus. Blijdschap over Wie Hij in Zijn liefde en genade wil zijn voor een zondaar. Die blijdschap doet Gods Kerk soms zingen: ‘Heft Gode blijde psalmen aan!’ Onderdanen van dat Koninkrijk hebben ook deel aan de vrede van dat Koninkrijk; die vrede die alle verstand te boven gaat. En zij hebben de belofte van het eeuwige leven. Want de Koning van dat Koninkrijk zegt: Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid (Joh.10:28). Dan ga je er iets van begrijpen dat dat Koninkrijk van God het waard is om te zoeken. www.prekenweb.nl
4/10
Ds. J.S. van der Net – Het ware zoeken
De Heere Jezus zegt dat we dat allereerst moeten zoeken, dat Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid. Als de Heere Jezus hier spreekt over gerechtigheid, dan kan dat de gerechtigheid van dat Koninkrijk zijn, maar ook de gerechtigheid van God. Maar ten diepste maakt het geen verschil, want de gerechtigheid van dat Koninkrijk is de gerechtigheid van God. Dat is niet de gerechtigheid waarin God straf eist op de zonde, maar het is de gerechtigheid waarvoor God Zelf gezorgd heeft door het offer van Christus. Dat is de gerechtigheid van dat Koninkrijk: de borggerechtigheid van Jezus. Kijk, gemeente, dat moet het voorwerp van ons zoeken zijn. Ook van jullie, meisjes en jongens. Het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. En dan in de tweede plaats: de inhoud van dit zoeken. Maar laten we eerst samen zingen uit Psalm 99, het tweede vers: God, Die helpt in nood, Is in Sion groot; Aller volken macht Niets bij Hem geacht; Buigt u dan in ‘t stof, En verheft met lof ‘t Heilig Opperwezen; Wilt het eeuwig vrezen. 2. De inhoud van dit zoeken De Heere Jezus zegt tot u en tot jullie: dat Koninkrijk van God, dat zo heerlijk is, en die gerechtigheid van dat Koninkrijk, die moet u en jij zoeken! De Heere Jezus zegt heel dringend tot u allemaal: Zoekt! Wat bedoelt de Heere Jezus nu eigenlijk met dat ‘zoekt’? Met dat zoeken bedoelt de Heere Jezus niet dat we naar iets onbetekenends zoeken, zoals je misschien zoekt naar een euromunt of zoals je misschien zoekt naar iets wat je kwijt bent. Nee, zo niet! Dat zoeken van de Heere Jezus is een activiteit die heel ons leven beheerst. Dat zoeken waar de Heere Jezus hierover spreekt, is een actie die alles van ons leven annexeert. Zoekt!, zegt de Heere Jezus. Dat vraagt al onze moeite, heel onze inzet. Het gaat om een zoeken met heel onze persoonlijkheid, met al de krachten, met al de energie waarover wij te beschikken hebben. Er achteraan zitten! Weet je hoe dat is, meisjes en jongens? Moet je je eens voorstellen dat iemand werkeloos is. Hij wil ontzettend graag weer werken en een betrekking hebben. Als hij ‘s morgens wakker wordt, gaat hij zoeken naar die betrekking, net zo lang tot hij ‘s avonds slapen gaat. Weet je hoe dat zoeken is? Moet je je eens voorstellen dat je vreselijke honger hebt, dat je een hele poos niets gegeten hebt. Dan kom je thuis en dan ga je zoeken naar brood. Dan kijk je niet zomaar even in de kast of er misschien nog een boterham is. Nee, je haalt alles ondersteboven om ergens iets te eten tevoorschijn te halen. Weet je hoe dat zoeken is? Als je een kind hebt dat doodziek is, moet dat kind geholpen worden door een dokter. Dan zoek je naar de dokter met alles wat in je is. Dan ga je alles inzetten om dat ene te bereiken dat noodzakelijk is. www.prekenweb.nl
5/10
Ds. J.S. van der Net – Het ware zoeken
Gemeente, u voelt het wel. Dat zoeken waar de Heere Jezus over spreekt, dat moet de grondstroom, dat moet de gerichtheid, de eigenlijke gang van heel ons leven zijn. Zo bedoelt de Heere Jezus het. Zo moeten wij zoeken naar dat Koninkrijk van God. De Heere Jezus slaat niemand over. Hij zegt vandaag: ‘Zoek, ouderen! Zoek, meisjes en jongens!’ Hoe zit dat eigenlijk? Doet u dat, zo zoeken? Zeg het nu eens heel eerlijk, zoeken jullie ook zo dat Koninkrijk van God met alles wat in je is? Want u begrijpt wel: om zo te zoeken is het nodig dat je eerst de waarde van dat Koninkrijk gaat zien. Want van nature zijn we mensen die de waarde van dat Koninkrijk niet zien en die dat Koninkrijk ook niet met ons hart zoeken. Daarom is het zo nodig dat de Heere door Zijn Geest onze blinde ogen opent. En ik zou zeggen: wie u ook bent, oud of jong, vraag de Heere daarom! Want als de Heere onze ogen opent en je mag een ogenblik iets zien van de schatten van dat Koninkrijk en je mag ook iets zien van het schijnschoon van de wereld, dan kan het niet anders of je gaat dat Koninkrijk zoeken. Dat gaat dan heel je hart vervullen. Want als de Heere je ogen opent, dan zie je niet alleen de schatten van dat Koninkrijk van God en de schijnschoonheid van de wereld, maar dan zie je ook dat je zelf buiten dat Koninkrijk staat, door de zonde. Dat we inderdaad, zoals het doopformulier zegt, kinderen des toorns zijn, die in het Rijk van God niet kunnen komen. Als je dat ziet, dan ga je zoeken met alles wat in je is. Dan wordt dat zoeken geboren, zoals de Heere Jezus het hier bedoelt: Maar zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid! Nu zegt de Heere dat woord niet alleen tegen de mensen in het algemeen. Dat doet de Heere Jezus óók. Hij slaat niemand over. U niet, jou niet. Hij zegt: Zoekt! Maar de Heere Jezus zegt dit woord ook tegen Zijn discipelen. En die discipelen waren bekeerde mensen. Die hadden al deel aan dat Koninkrijk. En toch zegt de Heere Jezus tegen hen: Zoekt eerst het Koninkrijk van God! Wat betekent dat nu, dat Hij dat ook tegen Zijn discipelen zegt? Dat betekent dat ook Gods kinderen zoekende moeten blijven. Ook in het leven van Gods kinderen is het noodzakelijk om te zoeken naar dat Koninkrijk en Zijn gerechtigheid. Ook Gods kinderen moeten zoekende blijven om die gerechtigheid van de Heere Jezus Christus met bewustheid van hun ziel te omhelzen en te mogen weten: Jezus is mijn gerechtigheid. Want, helaas, in het leven van veel van Gods kinderen blijft het vaak steken bij een uitzien. Bij velen van Gods kinderen blijft het vaak steken in een hongeren en dorsten, blijft het zo vaak steken bij een hartelijk begeren. De vastheid ontbreekt zo. Daarom moeten ook Gods kinderen zoeken om die gerechtigheid van Christus met bewustheid, door een geschonken geloof, te mogen omhelzen en te mogen zeggen: ‘De Heere Jezus is mijn gerechtigheid voor God.’ Gods kinderen moeten zoekende blijven. Dat moet de gerichtheid van hun leven zijn, dat Christus het alleen voor het zeggen heeft in hun leven, dat Jezus het alleen voor het zeggen heeft in hun gezin, dat de Heere Jezus het alleen voor het zeggen heeft in de kerk, op de school, overal. Zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid. Dat zoeken is een uitzien naar dat Koninkrijk, met een dorstende begeerte om er deel aan te krijgen. Om deel te krijgen www.prekenweb.nl
6/10
Ds. J.S. van der Net – Het ware zoeken
aan dat Koninkrijk, moeten we ook de middelen gebruiken. De Heere werkt door de middelen. Dus, meisjes en jongens, als je dat Koninkrijk zoekt, hoe moet je dat dan doen? Zeg het maar! Ja, inderdaad, veel bidden, veel in de Bijbel lezen, trouw naar de kerk en de catechisatie komen. De Heere gebruikt de middelen en die middelen moeten wij dan ook gebruiken, om deel te krijgen aan dat Koninkrijk. Wat is het gelukkig als er in het leven van Gods kinderen veel dat zoeken van het geloof mag zijn. Dat zoekende uitgaan tot de Heere Jezus, dat zoekende vinden van Jezus, dat omhelzen van Hem, om met de bruid te mogen zeggen: Ik vond Hem, Die mijn ziel liefheeft; ik hield Hem vast en liet Hem niet gaan, totdat ik Hem in mijner moeders huis gebracht had, en in de binnenste kamer van degene, die mij gebaard heeft (Hoogl.3:4). ‘Zoeken!’, zegt de Heere Jezus tot ons allemaal. Dat wil zeggen: aanhouden, volhouden, totdat je gevonden hebt. En dan zegt de Heere Jezus: ‘Je moet het éérst doen. Eérst!’ Hoe staat het bij jullie? Hoe staat het bij u? Laten we eerlijk zijn. Vaak komt als eerste ons brood. Vaak komt als eerste het zoeken van werk. Vaak komt als eerste onze financiële situatie. Vaak komt als eerste onze positieverbetering, onze carrière. Zo gaan we maar door. Daar komt geen eind aan. En dan helemaal aan het einde, ja, dan ook nog het Koninkrijk van God zoeken. ‘Nee’, zegt de Heere Jezus, ‘éérst het Koninkrijk van God zoeken!’ Horen jullie dat, meisjes en jongens? Eerst! Niet eerst de dingen die je allemaal leuk vindt. Niet eerst je positie verbeteren of aan je carrière werken. Niet eerst je huis of je mooie vakantie. Nee, éérst het Koninkrijk van God zoeken! Het is toch vaak net andersom bij ons. Als je jong bent denk je: ik ben nog jong. Ik wil dit nog beleven en dat nog doen. En als we ouder worden, dan trouwen we en dan komen de zorgen van het huwelijk en het krijgen van de kinderen, als we die krijgen. Later zullen we ons wel intensiever bezig houden met het Koninkrijk van God. Zo blijven we maar uitstellen. En het tijdelijke staat voorop. We maken ons drukker voor de tijd dan voor de eeuwigheid. Maar dan zegt de Heere Jezus vandaag tot u en tot jou persoonlijk: ‘Eérst het Koninkrijk van God zoeken!’ En dat niet enkele dagen en dan denken: laat maar weer een poosje zitten. Niet enkele jaren zoeken en dan zeggen: ‘Nou ja, voorlopig weer maar even kalmpjes aan.’ Nee, gemeente, zo niet! Dat Koninkrijk moet altijd en in alle omstandigheden voorop staan. Het moet altijd het voornaamste zijn. Eerst het Koninkrijk van God! Het moet het wezenlijke zijn van ons leven. Duizenden dingen kunnen onze ziel vervullen, maar de gerichtheid van al onze zintuigen en van al ons zoeken, moet altijd weer het Koninkrijk van God zijn. Want dan zegt de Heere: Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? (Jes.55:2) Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint, en lijdt schade zijner ziel? (Matth.16:26) En daarom: Zoekt eerst het Koninkrijk van God! En dan voegt de Heere Jezus daar ook een rijke belofte bij: En al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Maar laten we nog eerst zingen Psalm 147 vers 6: De HEER’ betoont Zijn welbehagen Aan hen die need’rig naar Hem vragen, www.prekenweb.nl
7/10
Ds. J.S. van der Net – Het ware zoeken
Hem vrezen, Zijne hulp verbeiden En door Zijn hand zich laten leiden, Die, hoe het ook moog’ tegenlopen, Gestadig op Zijn goedheid hopen. O Salem, roem de HEER’ der heren! Wil uwe God, o Sion, eren. Maar zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Het gaat in deze preek over het ware zoeken. We hebben nagedacht over het voorwerp van dit zoeken. In de tweede plaats stonden we stil bij de inhoud van dit zoeken. Nu nog onze derde hoofdgedachte: 3. De zegen op dit zoeken Al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Dat is de zegen op dit zoeken. Wat bedoelt de Heere Jezus met ‘al deze dingen’? Ons eten, ons drinken, dat we een dak boven ons hoofd hebben, dat we goed kunnen wonen, dat we ons kunnen kleden. Alles wat tot dit tijdelijke leven behoort. Ook dat we levensmoed hebben om verder te gaan. Als er problemen en zorgen zijn, kun je wel eens geen levensmoed hebben. Maar ook die levensmoed wil de Heere Jezus geven. Al deze dingen! De Heere Jezus zegt: Al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Als er ‘toegeworpen’ staat, betekent dat niet het toewerpen zoals een hond een hondenbrok krijgt toegeworpen. Letterlijk staat er in het Grieks: ‘En al deze dingen zullen erbij gevoegd worden.’ Zo staat het in de Griekse grondtekst: erbij gevoegd. De Heere Jezus bedoelt: als je nu echt dat Koninkrijk zoekt en als je daar deel aan mag krijgen, als je een onderdaan van dat Koninkrijk wordt, als je tot God bekeerd wordt, dan worden al die andere dingen erbij gevoegd. Want dan heeft de Heere Jezus Zijn volk niet alleen naar de ziel gekocht. Hij heeft ze ook naar het lichaam gekocht. Niet alleen voor de eeuwigheid zorgt de Heere Jezus, maar Hij zorgt ook voor de tijd. Gods kinderen hebben een kinderrecht op alle tijdelijke zegeningen. Dat heeft de Heere Jezus voor hen verworven: een kinderrecht op alle tijdelijke zegeningen. En het Woord van God zegt: ‘Ik heb nog nooit gezien de rechtvaardige verlaten, noch zijn zaad zoekende brood.’ Hij zal hen nimmer om doen komen. Dan mogen we ook al het tijdelijke ontvangen in de gunst van de Heere, want dan heeft de Heere Jezus alles voor ons verworven. Wat is dat rijk: al deze dingen zullen erbij gevoegd worden. Dan zegt Paulus: Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? (Rom.8:32) Paulus bedoelt: als God het meerdere heeft gegeven, zal Hij ook het mindere schenken. Dat zal God niet onthouden. Al deze dingen zullen erbij gevoegd worden. Al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Dat wil niet zeggen dat we alle dingen krijgen die we begeren. Wij begeren soms dingen die helemaal niet goed voor ons zouden zijn, als de Heere ze gaf. Dan weet de Heere het beter dan wij. Het wil ook niet zeggen dat de beproevingen ons bespaard blijven. www.prekenweb.nl
8/10
Ds. J.S. van der Net – Het ware zoeken
Beproevingen hebben Gods kinderen nodig, om daardoor gelouterd te worden. Ook de kastijdingen kunnen we niet missen. Maar als je nu allereerst het Koninkrijk van God mag zoeken, dan is de grootste tegenspoed nog voorspoed. Dan zegt Gods Woord dat alle dingen moeten meewerken ten goede. Gemeente, meisjes en jongens, ouderen, we hebben het gehoord. Een woord van Jezus tot u en tot jou. Hij heeft niemand in deze dienst overgeslagen. Hij heeft Zijn handen uitgestrekt tot u en jou. Zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid! En dan hoop ik dat we dit woord ter harte mogen nemen. Wij doen zo vaak of die paar stappen door dit leven het één en al zijn. Wat zal het vreselijk zijn als we ons druk gemaakt hebben over allerlei tijdelijke dingen en straks buiten het Koninkrijk te moeten staan. Als dan de deur voor eeuwig gesloten wordt, wat zal dat verschrikkelijk zijn! Voor eeuwig buiten dat Koninkrijk. Eeuwig te moeten klagen. Gemeente, wat ik u bidden mag: neem het ter harte! Ik hoop dat als we straks de kerk uitgaan, we niet weer over zullen gaan tot de orde van de dag. We zouden het in ons hart moeten ingraveren, ook in het hart van jullie, meisjes en jongens, dit Woord van Jezus: Zoekt eerst het Koninkrijk van God! En dan zorgt Hij voor de rest. Al het andere zal u toegeworpen worden. Buig je knieën maar en smeek maar: ‘Heere, maak mij zoekende, open mijn ogen!’ En weet je het nog: de middelen gebruiken, de Bijbel opendoen, in de kerk en op catechisatie goed luisteren. Zoeken hoor! Zoek, terwijl het nog te vinden is, voor het te laat is. Weet u wat voor Gods kind zo een troost is? Dan is voor Gods kind de troost dat ons zoeken niet de grond is, maar Zijn zoeken. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft (1 Joh.4:19). Dan gaat Zijn werk voorop. Dan is Hij altijd weer de Eerste. Hij wordt altijd weer begerig naar het werk van Zijn handen. Hij maakt altijd weer opnieuw Zijn kinderen zoekende. En wat zal het dan zijn om eenmaal eeuwig te mogen vinden, om eeuwig in dat Koninkrijk te mogen delen, eeuwig de Koning te mogen aanschouwen. Om Hem dan te danken, ook voor alle wegen die misschien wel moeilijk waren. Dan zullen de kinderen des Koninkrijks eeuwig bij de Koning mogen zijn. Voor de laatste keer, jong en oud: Zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Amen.
Slotzang: Psalm 68:10 Geloofd zij God met diepst ontzag! Hij overlaadt ons, dag aan dag, Met Zijne gunstbewijzen. Die God is onze zaligheid; www.prekenweb.nl
9/10
Ds. J.S. van der Net – Het ware zoeken
Wie zou die hoogste Majesteit Dan niet met eerbied prijzen? Die God is ons een God van heil; Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil, Ons ‘t eeuwig, zalig leven; Hij kan, en wil, en zal in nood, Zelfs bij het naad’ren van de dood, Volkomen uitkomst geven.
Deze preek is eerder gepubliceerd in de prekenserie ‘Een zaaier ging uit…’ (deel 28)
www.prekenweb.nl
10/10