Het testen van receptieve woordenschatkennis. (Marlon Hommersom)
Bijlagen 1. taalportfolio 2. test versie 1a 3. test versie 1b 4. test versie 2a 5. test versie 2b 6. vertaaltaak 7. self assessment schema van het taalportfolio 8. testscores 9. persoonlijke gegevens studenten
38
Bijlage 1 - Taalportfolio Persoonlijke gegevens Naam:
.................................................
Opleiding: ............................................
Geboortedatum: ......................... Sekse: ........
Doorkruis in onderstaande tekst wat je niet kunt in het Frans.
Begrijpen
Spreken
Schrijven
Ik kan moeiteloos gesproken taal begrijpen, in welke vorm dan ook, hetzij in direct contact, hetzij via radio of tv, zelfs wanneer in een snel moedertaaltempo gesproken wordt als ik tenminste enige tijd heb om vertrouwd te raken met het accent.
Ik kan moeiteloos vrijwel alle vormen van de geschreven taal lezen, inclusief abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten, zoals handleidingen, specialistische artikelen en literaire werken.
Ik kan een duidelijke, goedlopende beschrijving of redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een doeltreffende logische structuur, zodat de toehoorder in staat is de belangrijke punten op te merken en te onthouden.
Ik kan zonder moeite deelnemen aan welk gesprek of discussie dan ook en ben zeer vertrouwd met idiomatische uitdrukkingen en spreektaal. Ik kan mezelf vloeiend uitdrukken en de fijnere betekenisnuances precies weergeven. Als ik een probleem tegenkom, kan ik mezelf hernemen en mijn betoog zo herstructureren dat andere mensen het nauwelijks merken.
Ik kan een duidelijke en vloeiend lopende tekst in een gepaste stijl schrijven. Ik kan complexe brieven, verslagen of artikelen schrijven waarin ik een zaak weergeef in een doeltreffende, logische structuur, zodat de lezer de belangrijke punten kan opmerken en onthouden. Ik kan samenvattingen van en kritieken op professionele of literaire werken schrijven.
Ik kan een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk gestructureerd is en wanneer relaties slechts impliciet zijn en niet expliciet worden aangegeven. Ik kan zonder al te veel inspanning tv-programma’s en films begrijpen.
Ik kan lange en complexe feitelijke en literaire teksten begrijpen, en het gebruik van verschillende stijlen waarderen. Ik kan gespecialiseerde artikelen en lange technische instructies begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op mijn terrein.
Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen geven over complexe onderwerpen en daarbij sub-thema's integreren, specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel afronden met een passende conclusie.
Ik kan mezelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder merkbaar naar uitdrukkingen te hoeven zoeken. Ik kan de taal flexibel en effectief gebruiken voor sociale en professionele doeleinden. Ik kan ideeën en meningen met precisie formuleren en mijn bijdrage vaardig aan die van andere sprekers relateren.
Ik kan me in duidelijke, goed gestructureerde tekst uitdrukken en daarbij redelijk uitgebreid standpunten uiteenzetten. Ik kan in een brief, een opstel of een verslag schrijven over complexe onderwerpen en daarbij de voor mij belangrijke punten benadrukken. Ik kan schrijven in een stijl die is aangepast aan de lezer die ik in gedachten heb.
Ik kan een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs complexe redeneringen volgen, wanneer het onderwerp redelijk vertrouwd is. Ik kan de meeste nieuws- en actualiteitenprogramma’s op de tv begrijpen. Ik kan het grootste deel van films in standaarddialect begrijpen.
Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een bepaalde houding of standpunt innemen. Ik kan eigentijds literair proza begrijpen.
Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen presenteren over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interessegebied. Ik kan een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voordelen en nadelen van diverse opties uiteenzetten.
Ik kan zodanig deelnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek, dat normale uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk is. Ik kan binnen een vertrouwde context actief deelnemen aan een discussie en hierin mijn standpunten uitleggen en ondersteunen.
Ik kan een duidelijke, gedetailleerde tekst schrijven over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interesses. Ik kan een opstel of verslag schrijven, informatie doorgeven of redenen aanvoeren ter ondersteuning vóór of tégen een specifiek standpunt. Ik kan brieven schrijven waarin ik het persoonlijk belang van gebeurtenissen en ervaringen aangeef.
Ik kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enz. Ik kan de hoofdpunten van veel radio- of tv-programma’s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt.
Ik kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen.
Ik kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Ik kan in het kort redenen en verklaringen geven voor mijn meningen en plannen. Ik kan een verhaal vertellen, of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven.
Ik kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen).
Ik kan eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Ik kan persoonlijke brieven schrijven waarin ik mijn ervaringen en indrukken beschrijf.
Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen.
Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.
Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden.
Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.
39
Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken.
Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.
Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven.
Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen.
Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres noteren op een hotelinschrijvingsformulier.
40
Bijlage 2 - Test versie 1a Ja/nee-test Hieronder zie je een aantal Franse woorden staan. Geef achter de woorden aan of je het woord wel of niet kent. Omcirkel je antwoord. Let op, sommige woorden bestaan niet!
avoir âge ami amoir anfin annoncer argent asuge bâche batter besoin boire bortoir bouche but catère cesser chanter charder ciel confiance continuer coup dalin décidre dentiment départ dire deure doin dousser douter écouter étase
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
été être éviter fleur homme humérer janter jeu laisser lit litte main maintenir marcher mester mesure meuver moiture monde montagne montrer morder morter noige observer oeil paison pari parti peau perdre peur plaire poi
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
poucher poursuivre prendre rachir rampagne réfléchir résamé revoir risite savier séparer sépéner soleil songer suite table tanir temps toible travail tromper trouver troville valeur vassage vie ville visage vivre voeloir vou voyage
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
41
PVT-test Er staan telkens twee sterk op elkaar lijkende woorden naast elkaar. Een van de twee woorden is een bestaand Frans woord, het andere woord bestaat niet in het Frans. Kruis het niet bestaande woord door. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
désir taire éclotte soulution soirée engagir quart quantité banche promir partager patue sonner chapeau jurement aquilibre soirrer lune inclamer mesurer ressource naitance réflexion aporder sommail apoutir tendresse dorré rire coiper
débir taiser éclat solution boirée engager quartir quantaté banque promettre parterer statue vonner chapou jugement équilibre serrer lâne réclamer mejurer ressorce naissance réflaxion aborder sommeil aboutir pendresse durée rirer couper
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
interrompre dessin heurter tréser trabler laine allonger dommage exécutir bestin coutume vuir témoigner décision tapis doroir luttir nier genou délivrer tronter virtoi pait exposer composer denchance souveler haine hentir colline
interrampre bessin hoirter trésor troubler daine allanger dammage exécuter destin boutume fuir démoigner décison topis miroir lutter mier kenou mélivrer tenter vertu lait expasir compasir enfance soulever taine mentir molline
42
Bijlage 3 - Test versie 1b PVT-test
Er staan telkens twee sterk op elkaar lijkende woorden naast elkaar. Een van de twee woorden is altijd een bestaand Frans woord, het andere woord bestaat niet in het Frans. Kruis het niet bestaande woord door. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
désir taire éclotte soulution soirée engagir quart quantité banche promir partager patue sonner chapeau jurement aquilibre soirrer lune inclamer mesurer ressource naitance réflexion aporder sommail apoutir tendresse dorré rire coiper
débir taiser éclat solution boirée engager quartir quantaté banque promettre parterer statue vonner chapou jugement équilibre serrer lâne réclamer mejurer ressorce naissance réflaxion aborder sommeil aboutir pendresse durée rirer couper
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
interrompre dessin heurter tréser trabler laine allonger dommage exécutir bestin coutume vuir témoigner décision tapis doroir luttir nier genou délivrer tronter virtoi pait exposer composer denchance souveler haine hentir colline
interrampre bessin hoirter trésor troubler daine allanger dammage exécuter destin boutume fuir démoigner décison topis miroir lutter mier kenou mélivrer tenter vertu lait expasir compasir enfance soulever taine mentir molline
43
Ja/nee-test Hieronder zie je een aantal Franse woorden staan. Geef achter de woorden aan of je het woord wel of niet kent. Omcirkel je antwoord. Let op, sommige woorden bestaan niet! avoir âge ami amoir anfin annoncer argent asuge bâche batter besoin boire bortoir bouche but catère cesser chanter charder ciel confiance continuer coup dalin décidre dentiment départ dire deure doin dousser douter écouter étase
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
été être éviter fleur homme humérer janter jeu laisser lit litte main maintenir marcher mester mesure meuver moiture monde montagne montrer morder morter noige observer oeil paison pari parti peau perdre peur plaire poi
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
poucher poursuivre prendre rachir rampagne réfléchir résamé revoir risite savier séparer sépéner soleil songer suite table tanir temps toible travail tromper trouver troville valeur vassage vie ville visage vivre voeloir vou voyage
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
44
Bijlage 4 - Test versie 2a PVT-test Er staan telkens twee sterk op elkaar lijkende woorden naast elkaar. Een van de twee woorden is een Frans bestaand woord, het andere woord bestaat niet in het Frans. Kruis het niet bestaande woord door. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
avoir lomme trouver temps vie monder fivre travail montrer opi besoin zain ville valeur perder table continuer soleil être leu cien sanger argent âge fleur cester répart visage abserver voyage
afoir homme trover bemps die monde vivre cravail mantrer ami presoin main velle voileur perdre tafle contindre saleil atre jeu ciel songer orgent ôge vleur cesser départ vasage observer vosage
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
peur doiter confrance marcher annoncer poursuvre plaiser maintenoir bude chanter buvre été bouche aviter montoigne réflécher séparer tromper peau revour dire crendre laisser coup croeil besure muite écouter parti mit
poir douter confiance morcher annoncoir poursuivre plaire maintenir but canter boire até boiche éviter montagne réfléchir sépoirer tramper deau revoir hire prendre paisser doub oeil mesure suite écoutir darti lit
45
Ja/nee-test Hieronder zie je een aantal Franse woorden staan. Geef achter de woorden aan of je het woord wel of niet kent. Omcirkel je antwoord. Let op, sommige woorden bestaan niet! aborder aboutir allonger aventer banque beçon bépris bouffler cammondir catoirie chamoix chapeau choleur clatte coiter colline composer couper coursance coutume dauter décision délivrer demuser désir dessin destin doir dolonie domanche dommage dommer durée éclat
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
emploition enfance engager équilibre exécuter exposer franter fuir genou haine heurter hours interrompre jugement laine lait lomer lune lutter mainte matelier méduire mêloir menoce mentir mesurer miroir naissance nier ostamer pache partager pertu pirer
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
ploirer pontin promettre quantité quart ravue réclamer réflexion remplar ressource rire rommage serrer soirée solution sommeil sommettre sonner soulever soumage statue taire tapis témoigner tendresse tenter traquerir trésor troubler vertu viandi victoirer
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
46
Bijlage 5 – Test versie 2b Ja/nee-test Hieronder zie je een aantal Franse woorden staan. Geef achter de woorden aan of je het woord wel of niet kent. Omcirkel je antwoord. Let op, sommige woorden bestaan niet! aborder aboutir allonger aventer banque beçon bépris bouffler cammondir catoirie chamoix chapeau choleur clatte coiter colline composer couper coursance coutume dauter décision délivrer demuser désir dessin destin doir dolonie domanche dommage dommer durée éclat
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
emploition enfance engager équilibre exécuter exposer franter fuir genou haine heurter hours interrompre jugement laine lait lomer lune lutter mainte matelier méduire mêloir menoce mentir mesurer miroir naissance nier ostamer pache partager pertu pirer
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
ploirer pontin promettre quantité quart ravue réclamer réflexion remplar ressource rire rommage serrer soirée solution sommeil sommettre sonner soulever soumage statue taire tapis témoigner tendresse tenter traquerir trésor troubler vertu viandi victoirer
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
47
PVT-test Er staan telkens twee sterk op elkaar lijkende woorden naast elkaar. Een van de twee woorden is een Frans bestaand woord, het andere woord bestaat niet in het Frans. Kruis het niet bestaande woord door. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
avoir lomme trouver temps vie monder fivre travail montrer opi besoin zain ville valeur perder table continuer soleil être leu cien sanger argent âge fleur cester répart visage abserver voyage
afoir homme trover bemps die monde vivre cravail mantrer ami presoin main velle voileur perdre tafle contindre saleil atre jeu ciel songer orgent ôge vleur cesser départ vasage observer vosage
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
peur doiter confrance marcher annoncer poursuvre plaiser maintenoir bude chanter buvre été bouche aviter montoigne réflécher séparer tromper peau revour dire crendre laisser coup croeil besure muite écouter parti mit
poir douter confiance morcher annoncoir poursuivre plaire maintenir but canter boire até boiche éviter montagne réfléchir sépoirer tramper deau revoir hire prendre paisser doub oeil mesure suite écoutir darti lit
48
Bijlage 6 – vertaaltaak Graag na het maken van de tests invullen: Welke van de twee tests (de ja/nee-test of de pvt-test) denk je dat het beste je kennis van het Frans meet? ....................................................................................................... Vertalen Vertaal de volgende Franse woorden naar het Nederlands. vertaling: 1 homme 2 rire 3 couper 4 vie 5 sonner 6 solution 7 lune 8 montrer 9 ami 10 équilibre 11 promettre 12 valeur 13 perdre 14 table 15 désir 16 taire 17 être 18 naissance 19 réflexion 20 songer
49
21 dommage 22 fuir 23 fleur 24 quantité 25 miroir 26 visage 27 décision 28 trésor 29 douter 30 sommeil 31 marcher 32 maintenir 33 but 34 chanter 35 bouche 36 montagne 37 nier 38 genou 39 tromper 40 peau
50
Bijlage 7 - self assessment schema van het taalportfolio
Begrijpen
Spreken Productie
Schrijven
Interactie
Ik kan moeiteloos vrijwel alle vormen van de geschreven taal lezen, inclusief abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten, zoals handleidingen, specialistische artikelen en literaire werken.
Ik kan een duidelijke, goedlopende beschrijving of redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een doeltreffende logische structuur, zodat de toehoorder in staat is de belangrijke punten op te merken en te onthouden.
Ik kan zonder moeite deelnemen aan welk gesprek of discussie dan ook en ben zeer vertrouwd met idiomatische uitdrukkingen en spreektaal. Ik kan mezelf vloeiend uitdrukken en de fijnere betekenisnuances precies weergeven. Als ik een probleem tegenkom, kan ik mezelf hernemen en mijn betoog zo herstructureren dat andere mensen het nauwelijks merken.
Ik kan een duidelijke en vloeiend lopende tekst in een gepaste stijl schrijven. Ik kan complexe brieven, verslagen of artikelen schrijven waarin ik een zaak weergeef in een doeltreffende, logische structuur, zodat de lezer de belangrijke punten kan opmerken en onthouden. Ik kan samenvattingen van en kritieken op professionele of literaire werken schrijven.
Ik kan een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk gestructureerd is en wanneer relaties slechts impliciet zijn en niet expliciet worden aangegeven. Ik kan zonder al te veel inspanning tvprogramma’s en films begrijpen.
Ik kan lange en complexe feitelijke en literaire teksten begrijpen, en het gebruik van verschillende stijlen waarderen. Ik kan gespecialiseerde artikelen en lange technische instructies begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op mijn terrein.
Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen geven over complexe onderwerpen en daarbij sub-thema's integreren, specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel afronden met een passende conclusie.
Ik kan mezelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder merkbaar naar uitdrukkingen te hoeven zoeken. Ik kan de taal flexibel en effectief gebruiken voor sociale en professionele doeleinden. Ik kan ideeën en meningen met precisie formuleren en mijn bijdrage vaardig aan die van andere sprekers relateren.
Ik kan me in duidelijke, goed gestructureerde tekst uitdrukken en daarbij redelijk uitgebreid standpunten uiteenzetten. Ik kan in een brief, een opstel of een verslag schrijven over complexe onderwerpen en daarbij de voor mij belangrijke punten benadrukken. Ik kan schrijven in een stijl die is aangepast aan de lezer die ik in gedachten heb.
Ik kan een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs complexe redeneringen volgen, wanneer het onderwerp redelijk vertrouwd is. Ik kan de meeste nieuws- en actualiteitenprogramma’s op de tv begrijpen. Ik kan het grootste deel van films in standaarddialect begrijpen.
Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een bepaalde houding of standpunt innemen. Ik kan eigentijds literair proza begrijpen.
Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen presenteren over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interessegebied. Ik kan een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voordelen en nadelen van diverse opties uiteenzetten.
Ik kan zodanig deelnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek, dat normale uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk is. Ik kan binnen een vertrouwde context actief deelnemen aan een discussie en hierin mijn standpunten uitleggen en ondersteunen.
Ik kan een duidelijke, gedetailleerde tekst schrijven over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interesses. Ik kan een opstel of verslag schrijven, informatie doorgeven of redenen aanvoeren ter ondersteuning vóór of tégen een specifiek standpunt. Ik kan brieven schrijven waarin ik het persoonlijk belang van gebeurtenissen en ervaringen aangeef.
Ik kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enz. Ik kan de hoofdpunten van veel radio- of tvprogramma’s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt.
Ik kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen.
Ik kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Ik kan in het kort redenen en verklaringen geven voor mijn meningen en plannen. Ik kan een verhaal vertellen, of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven.
Ik kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen).
Ik kan eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Ik kan persoonlijke brieven schrijven waarin ik mijn ervaringen en indrukken beschrijf.
Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen.
Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.
Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden.
Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.
B2
C1
C2
Ik kan moeiteloos gesproken taal begrijpen, in welke vorm dan ook, hetzij in direct contact, hetzij via radio of tv, zelfs wanneer in een snel moedertaaltempo gesproken wordt als ik tenminste enige tijd heb om vertrouwd te raken met het accent.
B1
Lezen
A2
Luisteren
51
A1
Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken.
Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.
Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven.
Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen.
Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres noteren op een hotelinschrijvingsformulier.
52
Bijlage 8 – testscores stud.nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
taalportfolio niveau 1 3 3 1 2 2 3 2 1 3 1 3 3 1 1 1 2 2 2 3 3 1 2 3 2 3 2 2 1 3 2 3 3 3 3 2 2 1 1 1 2
hits 42 49 49 19 14 41 57 37 35 53 19 59 55 47 50 41 37 43 51 56 59 13 58 46 37 29 56 27 29 55 37 56 43 54 43 27 29 13 38 42 41
miss 18 11 11 41 46 19 3 23 25 7 41 1 5 13 10 19 23 17 9 4 1 47 2 14 23 31 4 33 31 5 22 4 17 6 17 33 31 47 22 18 19
fa 4 9 4 6 1 3 0 1 5 9 0 1 1 3 3 1 12 1 1 1 2 1 2 3 4 1 7 0 5 2 2 1 2 1 7 2 7 1 3 7 8
cr 36 31 36 34 38 37 40 39 35 31 40 39 39 37 37 39 28 39 39 39 38 39 38 37 36 39 33 40 35 38 38 39 38 39 33 38 33 39 37 33 32
ja/nee-test deltam 0,52 0,49 0,67 -0,28 0,1 0,55 0,94 0,57 0,31 0,59 0,28 0,96 0,89 0,67 0,73 0,64 -0,03 0,67 0,82 0,9 0,93 0,08 0,91 0,65 0,41 0,42 0,73 0,42 0,15 0,86 0,53 0,9 0,63 0,87 0,41 0,31 0,01 0,08 0,49 0,39 0,31
hcfb 38,01 35,58 43,51 13,22 27,51 39,72 57,18 44,45 30,22 40,19 38,69 57,54 54,32 44,02 46,27 46,62 19,12 47,68 51,96 54,99 56,45 26,62 55,08 43,29 34,2 39,75 46,6 43,73 25,24 52,2 40,51 54,99 43,95 53,7 32,94 33,15 20,68 26,62 37,6 32,06 29,42
isdt60 36,92 35,54 43,17 13,22 22,85 37,88 56,45 38,62 29,2 39,78 28,18 57,5 53,6 43,01 45,72 41,64 19,1 43,2 49,93 54,55 56,03 22,23 55,01 42,12 32,73 32,96 45,81 33,1 24,24 52,03 37,08 54,55 41,35 52,66 32,75 29,22 20,31 22,23 35,43 31,83 29,27
cfg 60 40 45,81 47,78 11,76 12,79 39,46 56,97 36,41 31,43 50,97 18,59 58,97 54,87 45,95 49,19 40,51 27,14 42,56 50,77 55,9 58,95 11,79 57,89 44,86 34,44 28,21 55,15 26,67 24,57 54,74 36,45 55,9 42,11 53,85 39,39 25,26 22,42 11,79 36,22 38,18 36,25
goed 47 58 47 51 50 59 60 58 51 54 51 60 57 47 51 45 54 51 55 51 59 37 57 59 57 58 47 58 43 56 56 55 59 51 58 55 56 50 39 49 55
pvt-test fout pvt2 13 34 2 56 13 34 9 42 7 40 1 58 0 60 2 56 9 42 6 48 9 42 0 60 3 54 12 34 9 42 15 30 6 48 9 42 5 50 7 42 1 58 23 14 3 54 0 58 3 54 2 56 13 34 2 56 17 26 4 52 4 52 5 50 0 58 9 42 2 56 5 50 4 52 10 40 21 18 11 38 5 50
53
verta goed 15 27 20 14 18 25 38 29 22 22 16 37 32 17 24 23 21 23 31 28 36 9 36 37 22 34 19 26 15 27 28 36 33 24 27 22 14 18 11 11 30
42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85
2 3 2 3 2 3 1 2 3 1 2 3 2 3 3 1 3 2 1 2 2 2 3 3 2 3 3 3 2 2 3 3 2 2 3 2 2 2 3 2 1 1 2 1
55 60 46 44 13 59 41 19 40 17 46 36 52 51 34 25 53 23 38 51 48 48 53 59 53 54 24 57 43 55 56 56 50 60 52 21 25 26 56 39 10 13 32 34
5 0 14 16 47 1 19 41 20 43 14 24 8 9 26 35 7 37 22 9 12 12 7 1 7 6 36 3 17 5 4 4 10 0 8 39 31 34 4 21 50 47 28 26
12 6 1 1 1 3 8 1 4 0 2 1 6 3 2 2 4 1 15 2 5 4 4 3 3 8 2 3 5 3 1 1 6 2 2 0 7 2 2 1 0 0 1 2
28 34 39 39 39 37 32 39 36 40 38 39 34 37 38 38 36 39 25 38 35 36 36 37 37 32 38 37 35 37 39 39 34 38 38 40 33 38 38 39 40 40 39 38
0,55 0,84 0,73 0,69 0,08 0,91 0,31 0,22 0,48 0,24 0,69 0,55 0,67 0,75 0,46 0,27 0,76 0,3 -0,18 0,78 0,62 0,65 0,76 0,91 0,79 0,65 0,24 0,87 0,5 0,83 0,9 0,9 0,62 0,94 0,8 0,31 -0,06 0,29 0,88 0,6 0,1 0,16 0,47 0,46
39,59 54,44 49,26 48,21 26,62 55,53 29,42 32,5 36,48 37,16 45,87 43,89 43,02 47,06 38,12 31,61 47,03 35,66 15,5 49,2 40,84 42,69 47,03 55,53 48,7 42,69 30,8 52,62 36,67 50,51 54,99 54,99 41,02 57,18 49,9 40,09 18,65 32,39 53,06 45,54 30,19 33,57 41,59 38,12
38,11 50,94 45,64 44 22,23 54,6 29,27 26,34 35,22 26,98 43,86 37,88 43,01 46,65 34,33 27,78 47,01 28,96 15,5 48,27 40,64 42,25 47,01 54,6 48,55 42,25 27,06 52,52 36,07 50,5 54,55 54,55 41,01 56,45 49,19 29,38 18,35 28,5 53,01 40,11 22,71 24,58 35,03 34,33
52,86 59,29 45,64 43,59 11,79 58,92 36,25 17,95 37,78 16,57 45,26 35,38 50,59 50,27 32,63 23,16 52,22 22,05 24,8 50,53 46,29 46,67 52,22 58,92 52,43 52,5 22,11 56,76 40,57 54,59 55,9 55,9 48,24 59,37 51,58 20,61 19,74 24,21 55,79 38,46 9,49 12,53 31,28 32,63
57 58 57 59 53 57 44 53 50 50 48 56 48 54 59 44 52 57 54 51 54 46 59 60 48 59 53 58 58 50 56 52 42 58 55 57 55 53 60 60 51 52 56 57
54
2 2 3 1 7 3 16 7 10 10 11 4 11 6 1 16 8 3 6 8 6 13 1 0 12 1 5 2 2 10 4 8 18 2 5 3 5 7 0 0 9 8 4 3
54 56 54 58 46 54 28 46 40 40 36 52 36 48 58 28 44 54 48 42 48 32 58 60 36 58 46 56 56 40 52 44 24 56 50 54 50 46 60 60 42 44 52 54
30 34 20 36 19 35 21 17 19 22 21 29 24 29 31 6 24 27 20 15 23 24 36 40 21 29 21 35 31 26 34 18 27 36 26 24 19 22 33 34 14 21 24 23
86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102
3 2 2 2 1 1 2 2 1 1 1 3 2 1 2 2 2
54 29 53 48 12 38 38 29 8 43 37 53 53 37 49 53 30
6 31 7 12 48 22 22 31 52 17 23 7 7 22 11 7 30
2 8 0 14 4 9 1 4 1 3 16 3 4 9 10 8 1
38 32 40 26 36 31 39 36 39 37 24 37 36 30 30 32 39
0,84 -0,06 0,87 0,25 -0,39 0,17 0,58 0,22 -0,08 0,59 -0,29 0,79 0,76 0,15 0,45 0,63 0,44
51,4 18,65 55,29 27,63 10,45 24,98 45 27,88 19,73 41,14 13 48,7 47,03 24,24 34,18 41,44 40,37
51,07 18,44 52,72 27,43 10,82 24,85 39,36 26,3 18,01 39,55 13 48,55 47,01 24,13 34,1 41,17 33,65
53,68 21,25 52,93 41,54 6,67 31,61 37,44 25,56 6,67 41,62 21,67 52,43 52,22 30,92 45,33 51,25 29,23
60 55 51 48 43 53 43 56 47 45 46 57 50 40 49 47 54
55
0 5 9 8 17 7 17 4 13 15 14 3 10 20 11 13 6
60 50 42 36 26 46 26 52 34 30 32 54 40 20 38 34 48
39 21 28 15 6 22 11 21 11 18 19 31 23 16 21 17 23
Bijlage 9 – persoonlijke gegevens studenten
nr
sekse
leeftijd
1
m
24
opleiding
voorkeur test
toetsversie
Accountancy
1a
pvt
2
m
25
Fundamentele biomedische wetenschappen
2b
pvt
3
m
20
Natuurwetenschappen + innovatiemanagement
1a
pvt
4
v
21
Diergeneeskunde
2a
ja/nee
5
v
23
Diergeneeskunde
2b
ja/nee
6
v
30
ATW
2b
ja/nee
7
v
22
TCS
2a
ja/nee
8
v
20
Nederlands
2a
pvt
9
v
24
TCS
2b
pvt
10
v
20
Nederlandse taal- en cultuur
1a
pvt
11
v
24
Spaanse taal- en cultuur
2b
pvt
12
v
20
ATW
1a
pvt
13
v
19
TCS
1a
pvt
14
v
22
Nederlandse taal- en cultuur
1b
pvt
15
m
23
ATW
1a
ja/nee
16
m
24
ATW
1b
pvt
17
v
22
ATW
2b
ja/nee
18
m
23
ATW
1b
pvt
19
m
24
Spaans
1b
pvt
20
v
20
Culturele Antropologie
1a
ja/nee
21
v
43
Arabische taal + culturen Midden-Oosten
1a
pvt
22
v
23
TCS
2a
ja/nee
23
v
20
TCS
1a
pvt
24
v
26
Nederlands, specialisatie Taalkunde
2b
ja/nee
25
v
18
TCS
2b
ja/nee
26
v
20
TCS
2b
pvt
27
v
19
Duitse taal- en cultuur
1a
ja/nee
28
v
19
Duits
2a
pvt
29
v
21
Duitse taal- en cultuur
1b
ja/nee
30
m
19
Duitse taal en cultuur
1b
ja/nee
31
v
19
Duitse taal- en cultuur
2a
ja/nee
32
v
20
TCS
1b
pvt
33
v
22
TCS
2a
pvt
34
m
20
TCS
1b
pvt
35
v
19
Duits
2b
pvt
36
v
21
Biologie
2b
pvt
37
v
23
Natuurwetenschappen + innovatiemanagement
2a
pvt
38
m
23
Natuurwetenschappen + innovatiemanagement
2b
ja/nee
39
m
25
Geologie
1a
ja/nee
40
m
28
TFTV
1b
pvt
41
v
21
TCS
2b
X
42
v
22
TCS
2a
pvt
56
43
m
20
Taalwetenschap
1a
44
v
21
TCS
2a
pvt geen
45
v
20
Taalwetenschap
2a
X
46
m
24
Taal- en taalstructuur
2b
pvt
47
v
23
TCS/ Taalwetenschap
1a
beide
48
v
20
Taalwetenschap
1b
pvt
49
v
22
ATW
2a
pvt
50
v
21
Taalwetenschap
1b
pvt
51
v
20
WO
2a
ja/nee
52
v
21
TCS
1a
pvt
53
v
20
TCS
2b
pvt
54
v
22
Nederlands
1a
X
55
v
21
TCS
1b
ja/nee
56
v
23
Schoevers
2a
pvt
57
m
23
Finaniceel Management
1b
pvt
58
v
23
Biologie
1b
X
59
v
21
TCS
2b
pvt
60
v
24
TCS
2b
pvt
61
v
20
TCS
1a
pvt
62
m
20
TCS
1a
ja/nee
63
m
25
TCS
1b
ja/nee
64
v
22
TCS
2b
X
65
v
23
TCS
2a
pvt
66
v
21
TCS
1b
pvt
67
v
22
TCS
2b
pvt
68
v
22
TCS
2a
pvt
69
v
19
TCS
1b
pvt
70
v
21
TCS
2b
ja/nee
71
m
22
TCS
1a
pvt
72
v
21
TCS
1a
pvt
73
v
21
TCS
1b
pvt
74
v
20
TCS
1a
ja/nee
75
v
20
TCS
1b
ja/nee
76
v
20
TCS, filmwetenschappen
1b
ja/nee
77
v
20
TCS
2a
X
78
v
21
TCS, communicatie
2a
ja/nee
79
v
20
TCS
2a
pvt
80
v
23
TCS
2a
pvt
81
v
19
TCS
2a
pvt
82
v
23
TCS
2a
X
83
v
23
TCS
2b
X
84
v
21
TCS
2b
pvt
85
v
24
TCS
2b
ja/nee
86
v
21
TCS
2b
pvt
87
m
25
Lucht en ruimtevaart, TU Delft
2a
pvt
88
m
26
Biologie
1a
pvt
57
89
v
21
Onderwijskunde
1a
pvt
90
m
25
Management economie en recht
2a
pvt
91
m
21
Technische kunstmatige intelligentie
2b
ja/nee
92
v
19
Journalistiek
1a
ja/nee
93
v
26
SPD
2a
pvt
94
m
27
Natuurkunde
2a
ja/nee
95
m
24
Mediatechnologie
1b
ja/nee
96
m
23
Electrotechniek
2a
ja/nee
97
m
23
Diergeneeskunde
1b
pvt
98
v
22
Journalistiek
1a
pvt
99
m
21
Management economie en recht
1a
ja/nee
100
m
21
Sociale geografie
1a
pvt
101
m
22
Rechten
1a
ja/nee
102
m
22
Fysische geografie
2b
ja/nee
58