Geleen, 2 maart 2009 Cradle to Cradle – Climate Change Induced Innovation – Sustainability 10 februari 2009 Ergens in het universum ontmoeten twee planeten elkaar. ‘Goh, je ziet er slecht uit vandaag”, zegt de een tegen de ander. “Wat mankeert je...?” De ander verzucht zichtbaar miserabel: “Ik heb homo sapiens”. Waarop de eerste reageert met: “Ach, maak je geen zorgen, dat gaat vanzelf over...” Zo is Michael Braungart. Met een grap, een glimlach en het ene steekhoudende argument na het andere – in een tempo waarvan je duizelt terwijl je op het puntje van je stoel zit – stelt hij de problemen van deze tijd onontkoombaar aan de kaak. Want we weten het allemaal. Ergens diep van binnen. Het gaat niet echt goed, als we zo doorgaan. En realiteitszin is misschien wel Braungarts’ meest productieve kwaliteit. Niet om de zaal een schuldgevoel aan te praten. Nee, om ons de lol van een geweldige uitdaging te laten zien. Want hij heeft ook antwoorden. Gefundeerd, vanuit de wetenschap. Hij heeft ook suggesties, tips en werkbare adviezen. Hij loopt ervan over. En daar moeten we wat mee. Daar moet de zaal wat mee. Want dit keer bestaat het gehoor uit meer dan 120 materials scientists. Uit voornamelijk DSM-ers – maar ook andere Chemelot Campus bewoners – die de capaciteiten, de middelen en de mogelijkheden hebben om hun kwaliteiten en hun energie aan te wenden voor een afvalloze wereld. Daadwerkelijk.
Het kan...! CRADLE TO CRADLE BIJ DSM Chemelot Campus Geleen, 10 februari 2009. De woorden van Braungart zijn niet aan dovemansoren gericht. Want natuurlijk wil je dit verhaal geloven. Producten die tot op de laatste molecuul hergebruikt worden. Eindeloos. Waarvan ieder onderdeel na het gebruik teruggegeven wordt aan de biosfeer of volledig gebruikt wordt in nieuwe toepassingen. Upcycling, in plaats van downcycling. Het kan, zegt Braungart. En hij noemt voorbeelden uit de recente praktijk waarbij ook DSM kennis en technologie heeft bijgedragen om producten met een 100% gesloten technologische kringloop te ontwikkelen. Het kan. We kunnen onze producten zo ontwerpen dat het kan (‘...remaking the way we make things’ is de ondertitel van het boek). Als we dat willen. We kunnen ook onze performance-materialen zo ontwikkelen..., zodat het kan. Sterker nog, producten kunnen zo ontworpen worden dat ze al tijdens het gebruik een positieve bijdrage leveren aan ons milieu. Autolakken die een luchtzuiverende werking hebben, bijvoorbeeld. Het kan. En hoewel menigeen in de zaal dan nog met twijfels achterblijft – per slot van rekening zijn zij het die de volledig biologische afbreekbare plastics zouden moeten realiseren zonder al die andere ‘high performance’ eigenschappen te verliezen – is de boodschap van Braungart helder. Het kan... en het kan ook niet anders. Niet ingrijpen is voor hem geen optie. Het is een keuze die hij al gemaakt heeft en hij nodigt anderen uit dat ook te doen. En Braungart is behoorlijk overtuigend.
Chemelot B.V. is een dochteronderneming van Royal DSM N.V. Kamer van Koophandel Limburg, nummer 14031843. Chemelot® is een geregistreerd handelsmerk van Royal DSM N.V.
Want Cradle to Cradle is een kans. Een kans voor economisch succes. En daar ligt de taak voor deze materials scientists. Gesteund ook door hun werkgever. Want DSM ziet, juist vanwege de barre economische omstandigheden, de noodzaak van innovatie. En Cradle to Cradle zou wel eens een van de ‘bronnen’ kunnen zijn voor nieuwe producten die de consument wel wil kopen. Vandaar dat DSM deze bijeenkomst organiseerde. Om de onderzoekers, wetenschappers en productontwikkelaars bewust te maken van Cradle to Cradle (C2C) en ze te motiveren mee te denken ... en mee te doen. Marktgedreven Want DSM zit al jaren op dit spoor. ‘People’ en ‘Planet’ zijn bij DSM al lang, en voortdurend, een serieuze overweging bij de jacht op de broodnodige ‘Profit’. “We kunnen niet succesvol zijn in een maatschappij die faalt”. Met dit citaat van Feike Sijbesma trapt Oscar Goddijn (Directeur van de “Business Incubator” bij het DSM Innovation Center en hoofd van het “Climate Change Induced Innovation” initiatief) de middag af. “We besteden veel aandacht, en maken grote stappen bij de ontwikkeling van bijvoorbeeld hernieuwbare grondstoffen, ontwikkelen mee aan biobrandstoffen, lopen voorop als het gaat om metaalvervangende composieten die transportmiddelen stukken lichter, zuiniger en milieuvriendelijker maken. We ontwikkelen lakken zonder schadelijke oplosmiddelen. Op heel veel fronten vechten we mee tegen de klimaatverandering. Dit zijn ook onze problemen en er bestaat geen simpele oplossing. We proberen verschillende strategieën uit en C2C past daar perfect bij. Het is een praktische filosofie die we graag bij onze mensen introduceren en waarvan we de ontwikkeling van producten en materialen graag verder stimuleren bij onze businessgroepen. Lees verder op de volgende pagina
CRADLE TO CRADLE : THE GOAL IS QUALITY
ECO-EFFECTIVENESS
DEFINE, INCREASE, SUPPORT, OPTIMIZE
ECO-EFFICIENCY
Ontwikkeling eco-efficiency versus eco-effectiviteit (copyright: 2009 EPEA GmbH, Michael Braungart). Michael Braungart: “We moeten ophouden met het maken van ‘minder slechte’ producten en alleen nog intelligente producten ontwerpen. Gemaakt van materialen die we steeds weer kunnen teruggeven aan de technische of biologische kringlopen.”
2/6
Niet alleen uit sociaal plichtsgevoel, en het is ook geen stunt om het imago van maatschappelijk verantwoord ondernemer op te poetsen. We geloven erin. En de markt vraagt er om. Onze klanten, zoals Philips, Apple en Desso vragen er om. Hun klanten vragen erom. En wij zien grote mogelijkheden. Op dit moment doen we veelbelovend onderzoek samen met EPEA – De ‘Environmental Protection and Encouragement Agency’ van Michael Braungart – om een groot deel van onze producten te scannen op hun Cradle to Cradle -potentie. Om niet alleen aan de reductie van onze ecologische ‘footprint’ te werken, maar vooral ook om actief bij te dragen aan eco-effectiviteit.” Effectiviteit ‘Actief’ en ‘Eco-effectiviteit’, dat zijn kernwoorden bij C2C. Want in het alternatief – ecoefficiency – schuilt een gevaar. Een groot gevaar. Het geeft de schijn van vooruitgang. Terwijl we niet meer doen dan ‘minder slecht’ produceren. Lichtere auto’s of vliegtuigen stoten minder CO2 uit. Dat is waar. Maar ze berokkenen het milieu nog steeds schade. En dat is waar Cradle to Cradle het verschil maakt. Met ‘de natuur’ als het grote voorbeeld. Een kersenboom produceert veel meer dan alleen de kers. Veel meer dan ze voor eigen voortbestaan nodig heeft. Toch denkt niemand aan inefficiëntie als de bodem bedekt is met een overvloed aan gevallen bloesembladeren. Het is voedsel voor insecten, planten, dieren en de aarde. In een sluitend eco-systeem. Afval is voedsel. Ontwikkeld in miljoenen jaren van succes en mislukking – R&D, in bedrijfstermen – en volledig gesloten. Dat wil niet zeggen dat alles biologisch geproduceerd of biologisch afbreekbaar moet zijn – sommige stoffen die je nodig hebt voor bijvoorbeeld computers en auto’s zijn giftig. En de Lees verder op de volgende pagina
Michael Braungart: “Klimaatverandering is geen energieprobleem maar een materiaalprobleem. Koolstof is te schaars om zomaar de atmosfeer in te blazen. We hebben het vooral nodig om de bovenste bodemlaag weer op te bouwen. Tweederde van alle koolstof op aarde zit in die toplaag. En daarvan gaat ieder jaar heel veel verloren zonder dat we het aanvullen. De Cradle-to-Cradle benadering is dan: doe er wat aan, niks nul-emissies, koolstofpositief moeten we zijn! DSM kan daaraan bijdragen met biokunststoffen maar ook met technieken voor bodemherstel, bijvoorbeeld om woestijngebied te hercultiveren.”
3/6
Oscar Goddijn: “We kunnen niet succesvol zijn in een maatschappij die faalt. Cradle to Cradle is een praktische filosofie die we graag introduceren bij onze scientists. Niet alleen uit sociaal plichtsgevoel, en het is ook geen stunt om het imago van maatschappelijk verantwoord ondernemer op te poetsen. We geloven erin.” toxische en/of waardevolle materialen die nodig zijn voor computers kun je zo ontwerpen dat ze in het product blijven tijdens productie, gebruik en recycling, zodat het bouwstenen worden die de technosfeer voeden. We moeten ophouden met het maken van ‘minder slechte’ producten en alleen nog producten ontwerpen die intelligent zijn. Gemaakt van materialen die we steeds weer kunnen teruggeven aan de technische of biologische kringlopen. Wellicht Lees verder op de volgende pagina
Zij zijn het die de volledig biologische afbreekbare plastics zouden moeten ontwikkelen, zonder al die andere ‘high performance’ eigenschappen te verliezen. 4/6
kunnen we er voor zorgen dat innovatieve substanties met ‘emissies’ naar de biosfeer een gunstig effect hebben op die biosfeer (hoe kunnen de emissies van auto’s gezond worden, bijvoorbeeld?). En met een knipoog (“Let’s enjoy littering...”) daagt Michael Braungart de materials scientists uit. “Laten we ‘plastics’ ontwikkelen die we gewoon kunnen laten rondslingeren. Die oplossen in de oceaan. Waarin we zaden hebben verwerkt die de natuurlijke omgeving waarin het product belandt, verrijken en de diversiteit op deze planeet bevorderen. In plaats van uitputten.” Ziet u het voor zich... en is het nou echt zo’n vreemde of irreële gedachte? Vooruitgang Maar zo ver zijn we nog niet. Rein Borggreve, DSM’s Directeur Performance Materials R&D, legt uit dat de strategie gericht is – ver vooruitlopend op wet- en regelgeving – op de reductie van schadelijke stoffen in materialen, op de ontwikkeling van betere systemen voor recycling en op eco-efficiency. Bijvoorbeeld met de ontwikkeling van polymeren die metaal in auto’s vervangen. Een gewichtsafname van 100 kg betekent een daling van het brandstofverbruik met 0,5 tot 0,7 liter per 100 gereden kilometers en een reductie van de CO2 emissie van 10 Lees verder op de volgende pagina
De plastic tas mag weer, biopolymeren die bloemenzaad bevatten. Is dat nou echt zo’n waanzinnige gedachte? 5/6
tot 14 g/km. Waarmee de CO2 emissie van auto’s al aardig in de buurt komt van de overheidsdoelstellingen. Maar dat is eco-efficiency. En Cradle to Cradle draait om eco-effectiviteit. Efficiency is een prachtig middel om systemen te optimaliseren – maar dan moet zo’n systeem eerst effectief zijn, en dan pas geoptimaliseerd worden, anders krijg je perfect geoptimaliseerde maar verkeerde (destructieve) systemen. Rein Borggreve verwijst naar de ontwikkeling van biopolymeren. Waarvoor onderzoek in volle gang is. ‘Plastics’ die niet meer uit olie maar bijvoorbeeld uit landbouwafval geproduceerd worden. Ontwikkelingen waar DSM, gegeven de combinatie van haar core-business in materials én in life sciences, een belangrijke rol speelt. En als dat soort ‘plastics’ de markt bereiken, is de gedachte van die zaadjes misschien ook niet meer zo moeilijk te bevatten. Rein Borggreve meldt dat er over een paar jaar 100% bio-nylon geïntroduceerd zal worden. Dat zijn stappen... Musketiers We moeten daar niet op vooruitlopen. Cradle to Cradle kost tijd. Michael Braungart: “Maar je kunt morgen al beginnen – door jezelf doelen te stellen (bijvoorbeeld “over 20 jaar produceert en verkoopt DSM alleen nog maar bouwstenen voor ofwel de biosfeer, ofwel de technosfeer”), vervolgens te bepalen wat je hebt en waar je staat en dan tussenliggende doelen te stellen.” En zo maakt hij weer een stap. Want deze bijeenkomst draaide om bewustwording. Bij de technologen die er wat van kunnen maken. Michael Braungart realiseert zich dat hij hier hout moet snijden. Hier ligt een kans om massa te creëren voor zijn ideeën. En die gebruikt hij. Weer met een grap. Over het jongetje dat een paar jaar geleden uit schaamte nog loog over het werk van zijn vader (in de chemische industrie). Met Bhopal, de Exxon Valdez en Chernobyl in zijn achterhoofd koos hij liever voor “Stripper in een homobar”... Die tijden zijn voorbij. Chemie is eerzaam. Nu zijn het musketiers, ridders en avonturiers die er hun brood verdienen. Pioniers die opereren op de grenzen tussen People, Planet en Profit en die er echt iets toe kunnen doen. Die echt een verschil kunnen maken. En dat mag Michael Braungart ze op het hart drukken. Van DSM.
Chemelot P.O. Box 600 6160 MJ Geleen The Netherlands © Chemelot, 2009.
6/6