Uitgave december 2012
N I E U W S B R I E F
Geachte lezer,
Het H-woord is eruit!
Lenteakkoord, Herfstakkoord en uiteindelijk een regeerakkoord. Het is moeilijk om door de bomen het bos nog te blijven zien, maar de boodschap is wel duidelijk: er moet stevig worden bezuinigd en iedereen gaat het merken. Naast bezuinigingen zullen ook de inkomensverschillen kleiner worden. Dit zou in eerste instantie moeten worden bereikt door een inkomensafhankelijke zorgpremie, maar dit leidde tot grote consternatie. Solidariteit kent kennelijk ook zijn grenzen. Onder de maatschappelijke en politieke druk is het plan van de inkomensafhankelijke zorgpremie ingetrokken en wordt de inkomensnivellering nu via de inkomstenbelastingtarieven gerealiseerd. Al met al geen goede start van het nieuwe kabinet. Laten we hopen dat de komende wetsvoorstellen beter doordacht zijn en op een breder maatschappelijk draagvlak kunnen rekenen. In deze nieuwsbrief leest u meer over de maatregelen en plannen van het nieuwe kabinet.
Jarenlang was het onbespreekbaar, maar nu is het heilige huisje gevallen. De hypotheekrenteaftrek wordt beperkt.
Wij wensen u goede zaken, een fijne decembermaand en alvast een goede start in het nieuwe jaar. Uiteraard blijven wij u ook dan met raad en daad bijstaan.
Vanaf 2013 is voor nieuwe leningen de hypotheekrente alleen nog maar aftrekbaar indien minimaal volgens een annuïtair aflossingsschema wordt afgelost. Ook de lineair aflosbare lening komt in aanmerking voor renteaftrek. Jaarlijks zal worden gecontroleerd of er voldoende is afgelost. Is er te weinig afgelost, dan moet het verschil in het volgende jaar worden ingelopen. Lukt dat niet, bijvoorbeeld omdat de lasten niet betaald kunnen worden door teruglopende inkomsten, dan moet uiterlijk in het vierde jaar na het ontstaan van het tekort een nieuwe afspraak met de bank zijn gemaakt. Zo niet, dan vervalt de renteaftrek voor deze lening in zijn geheel. De populaire spaar-, leven- en beleggingshypotheken gaan tot het verleden behoren. Bij deze laatste hypotheekvormen wordt tussentijds niet afgelost, maar wordt gespaard op een spaar- of beleggingsrekening eigen woning (SEW en BEW) of in een kapitaalverzekering eigen woning (KEW). De hypotheekmaatregel heeft tot gevolg dat de eigenwoninglening duurder wordt. Doordat er ieder jaar wordt afgelost nemen de rentelasten af. Minder rente betekent minder belastingvoordeel en daarmee stijgen de netto kosten van de lening. Voor bestaande leningen en voor de lopende KEW, SEW en BEW verandert er niets. De spaarrekening en kapitaalverzekering eigen woning blijven vrijgesteld voor box 3 en over de uitkering hoeft onder voorwaarden geen belasting te worden betaald. Voor de huizenbezitter die duurder gaat wonen en een hogere hypotheek neemt, gelden de
nieuwe regels alleen voor de verhoging van de lening. Vooral starters lijken de dupe te worden van deze maatregelen. Kopen in 2012 lijkt de oplossing, maar dat is slechts weggelegd voor de gelukkigen die geen onverkoopbare woning achterlaten.
De tweede maatregel die wordt ingevoerd is een verlaging van de belastingteruggave over de rente. Vanaf 2014 gaat de belastingteruggave met 0,5% per jaar omlaag van 52% naar 42%. De lagere belastingteruggave is ook van toepassing op bestaande hypotheken. Hier staat tegenover dat voor mensen die na verkoop van de woning met een restschuld blijven zitten, de rente over deze schuld nog tien jaar aftrekbaar blijft. Dit geldt ook voor hen die geen nieuwe woning kopen, maar gaan huren. Deze maatregel is bedoeld om de doorstroming in de huizenmarkt te bevorderen. Mensen die verwachten met een restschuld te blijven zitten, besluiten vaak om niet te verhuizen. Dat is een van de redenen waarom de huizenmarkt vastzit. •
Kijk voor meer informatie op: www.casteleinbasmaci.nl
Eenvoudiger loonstrookje! Maar wat is het effect op uw loonkosten? Op dit moment staan er op het loonstrookje meerdere loonbegrippen zoals het loon voor de sociale verzekeringen, het loon voor de loonheffing en loon voor de zorgverzekeringswet. Voor de gemiddelde werknemer is de loonstrook hierdoor moeilijk te doorgronden. De introductie van een uniform loonbegrip moet hier verandering in brengen.
Vanaf 2013 gaat voor alle inhoudingen dezelfde grondslag gelden. Het loonstrookje gaat er dan als volgt uitzien: Bruto loon
+
Eigen bijdrage pensioen
-
Bijtelling privégebruik auto
+
Levensloop inhouding
-
Opname levensloop
+
Uniforme loongrondslag
=
Inhouding loonbelasting en premies volksverzekeringen
-
Bijdrage privégebruik auto
-
Werknemersbijdrage zorgverzekering
-
Netto loon
=
Ten opzichte van de huidige situatie zijn er een paar in het oog springende veranderingen. • Vanaf 2013 wordt ook over de bijtelling voor de auto premie werknemers verzekeringen betaald. • De inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) wordt een werkgeversafdracht. De inhouding bij de werknemer vervalt. Dit geldt niet voor de directeur grootaandeelhouder die geen recht heeft op een vergoeding Zvw. Hier moet de BV de Zvw-bijdrage inhouden op het loon. • De grondslag voor de WW-premie gaat omhoog. Het was de bedoeling dat het premiepercentage omlaag zou gaan maar dat is deels achterhaald in het regeerakkoord. Voor ondernemingen die veel werknemers met een laag salaris in dienst hebben nemen de lasten hierdoor toe.
• •
Levensloopinleg verlaagt vanaf 2013 de grondslag voor de werknemersverzekeringen. Daar staat tegenover dat bij de opname van levenslooptegoed premies werknemersverzekeringen worden afgedragen. Dit leidt tot een dubbele premieheffing over het voor 2013 opgebouwde levenslooptegoed. De verrekening van teveel betaalde premies bij werknemers die meer dan één werkgever hebben komt te vervallen.
Het loonstrookje wordt dus eenvoudiger en de administratieve lasten nemen af. Maar of de werkgever er beter van wordt, dat zal per onderneming bekeken moeten worden. •
Ingangsdatum AOW versneld naar 67 jaar In het Herfstakkoord voor de begroting van 2013 hebben VVD en PVDA een wijziging aangebracht in de ingangsdata van de AOW. De eerste drie jaren (2013, 2014, 2015) blijft de ingangsdatum van de AOW gelijk aan het Lenteakkoord. Daarna gaat de AOWleeftijd sneller omhoog, met als resultaat dat al in 2021 de pensioenleeftijd op 67 jaar staat i.p.v. in 2023.
Wanneer ontvangt u uw AOW? U bent geboren:
U krijgt AOW in:
Uw AOW-leeftijd is:
voor 1 januari 1948
2012
65
na 31 december 1947 en voor 1 december 1948
2013
65 + 1 maand
na 30 november 1948 en voor 1 november 1949
2014
65 + 2 maanden
na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950
2015
65 + 3 maanden
na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951
2016
65 + 6 maanden
na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952
2017
65 + 9 maanden
na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953
2018
66
na 31 december 1952 en voor 1 september 1953
2019
66 + 4 maanden
na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954
2020
66 + 8 maanden
na 30 april 1954 en voor 1 januari 1955
2021
67
Na 31 december 1954
2022
67 + ?????
Kijk voor meer informatie op: www.casteleinbasmaci.nl
Vanaf 1 januari 2022 is een verdere verhoging van de AOW-leeftijd afhankelijk van de toename van de levensverwachting. Voor werknemers die nu deelnemen aan een vut- of prepensioenregeling stoppen deze uitkeringen op 65 jaar. Zij hebben zich niet kunnen voorbereiden op de verhoging van de AOW-leeftijd en dus ontstaat er een inkomenshiaat. Voor hen komt er een overbruggingsregeling indien het totale inkomen inclusief de vut- of prepensioenregeling minder is dan 150% van het wettelijk minimumloon. Hierbij geldt wel een partner- en vermogenstoets. De in het Lenteakkoord voorgestelde voorschotregeling komt te vervallen. •
Afstempelen pensioen van de DGA Door de hogere levensverwachting en slechte beleggingsresultaten hebben veel BV’s niet voldoende vermogen om het toegezegde DGA-pensioen te kunnen uitkeren. Het zomaar verlagen van het pensioen is echter niet mogelijk. Dit kan leiden tot een belastingheffing van maximaal 72% over de waarde van het pensioen. Vanaf 2013 komt hier verandering in en wordt het zogenaamde ‘afstempelen’ van DGA-pensioen geïntroduceerd. Wat houdt deze regeling in?
Op de pensioendatum mag de BV het pensioen van de DGA verminderen als • het vermogen van de BV minder is dan 75% van de benodigde pensioen- voorziening en • de onderdekking het gevolg is van slechte beleggings- en ondernemings- resultaten. Voor al ingegane pensioenen kan tot en met 2015 eenmalig van deze regeling gebruik worden gemaakt.
Er moet altijd vooraf toestemming worden gevraagd aan de belastingdienst. De inspecteur zal bij de beoordeling kijken of het dekkingstekort van de BV niet is veroorzaakt door dividenduitkeringen of door leningen aan de DGA die niet invorderbaar zijn. Gaat de belastingdienst akkoord, dan wordt de pensioenuitkering verlaagd en dit leidt tot een lagere pensioenvoorziening. Over de verlaging van de voorziening is vennootschapsbelasting verschuldigd tenzij de BV deze vrijval kan wegstrepen tegen verliezen uit de voorgaande jaren.
Provisieverbod per 1 januari 2013 van kracht Vanaf 1 januari 2013 mag een financieel adviseur geen provisie meer ontvangen voor complexe financiële producten. Dit betekent dat de kosten van het financieel advies niet meer indirect via de premie of rente worden betaald, maar direct aan de adviseur. Wat betekent dit provisieverbod in de praktijk? Het provisieverbod geldt voor hypotheken, betalingsbeschermers, overlijdensrisicoverzekeringen, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, uitvaartverzekeringen, beleggingsverzekeringen, bankspaarproducten, deelnemingen in beleggingsinstellingen en levensverzekeringen. Voor schadeverzekeringen geldt geen provisieverbod.
Bij een onderdekking in de BV van 25% of meer bestaat vanaf 2013 de keuze om vanaf de pensioendatum het oorspronkelijke pensioen uit te keren tot de pot leeg is of een lager pensioen uit te keren. In alle gevallen zal de DGA eventuele schulden aan de BV moeten aflossen. Wij vertellen u graag meer over de mogelijkheid. •
De (door)werkbonus anno 2013 Om belastingplichtigen te stimuleren om door te werken na hun 62e jaar is in 2009 de doorwerkbonus ingevoerd. Vorig jaar is aangekondigd dat deze bonus vervangen zou worden door de werkbonus. Na even te zijn verdwenen in het Lenteakkoord is de doorwerkbonus in gewijzigde vorm (nu weer als werkbonus) teruggekeerd in het Herfstakkoord tussen VVD en PVDA.
Huidige regeling De doorwerkbonus geldt voor werknemers die na hun 62e doorwerken en loopt ook door na de 65-jarige leeftijd. De hoogte van de bonus loopt tot 65 jaar met de leeftijd en met het inkomen uit arbeid op. De hoogte van de doorwerkbonus wordt berekend door een leeftijdsafhankelijk percentage toe te passen op het arbeidsinkomen tussen € 9.295 en € 57.166. De bonus wordt als heffingskorting via de aanslag inkomstenbelasting toegekend. Regeling volgens Herfstakkoord De nieuwe werkbonus geldt voor werknemers van 61 tot 65 jaar met een inkomen tussen 90 en 175% van het wettelijk minimumloon (WML).
Dit maximum is dus aanzienlijk lager dan de huidige € 57.166. De werkbonus is maximaal bij 100% van het WML tot 120% van het WML en loopt dan geleidelijk af tot 175% van het WML. Werknemers die doorwerken tot 65,5 jaar zouden zo gemiddeld anderhalf jaar eerder met pensioen kunnen, zonder er financieel op achteruit te gaan. •
Het provisieverbod geldt niet voor contracten die vóór 1 januari 2013 zijn afgesloten. Voor deze contracten mag de doorlopende provisie ook na 1 januari 2013 blijven bestaan. Dit betekent ook dat de verplichtingen van de adviseur die tegenover deze provisies staan (bijvoorbeeld nazorg) blijven bestaan. Voor aanbieders van financiële producten en financieel adviseurs is het verbod op provisie een behoorlijke uitdaging. De consument lijkt de lachende derde. Of dit inderdaad zo zal zijn, valt nog te bezien. Het is namelijk maar de vraag of hij (genoeg) wil betalen voor een financieel advies. Zo niet, dan kan goedkoop ‘doe-het-zelven’ uiteindelijk wel eens duurkoop blijken te zijn. •
Kijk voor meer informatie op: www.casteleinbasmaci.nl
Gevolgen regeerakkoord voor ontslagroute en ontslagvergoeding Het regeerakkoord heeft behoorlijke invloed op de ontslagroute die gevolgd kan gaan worden bij toekomstige ontslagprocedures en op de hoogte van toekomstige ontslagvergoedingen.
Een werkgever kan momenteel twee wegen bewandelen om een werknemer te ontslaan: ontslagvergunning aanvragen bij het UWV of ontbinding van de arbeidsovereenkomst aanvragen bij de kantonrechter. Voortaan (gepland is 1 juli 2014) zal de werkgever eerst een procedure moeten starten bij het UWV. Een gang naar de kantonrechter is alleen nog mogelijk als de werkgever een werknemer wil ontslaan in strijd met het opzegverbod of als hij een tijdelijk contract wil ontbinden terwijl de arbeidsovereenkomst
hiertoe niet de mogelijkheid biedt. Het UWV zal de ontslagadviesaanvraag binnen vier weken afhandelen (was zes weken). Bij CAO kan een andere (qua inhoud en afhandelingssnelheid vergelijkbare) procedure worden afgesproken, die dan in de plaats komt van de procedure bij het UWV.
over de ontslagvergoeding kan geen hoger beroep worden ingesteld.
Als de werknemer het niet eens is met het advies van het UWV, kan hij naar de kantonrechter stappen met het verzoek om een ontslagvergoeding toe te kennen. De kantonrechter toetst het ontslag dan aan dezelfde criteria als het UWV heeft gedaan bij de aanvraag van het advies. Het advies van het UWV is voor de rechter zwaarwegend. De rechter kan een ontslagvergoeding toekennen als het ontslag onterecht is of als het ontslag in hoofdzaak aan de werkgever te wijten is. De kantonrechtersformule is niet meer van toepassing. Een toegekende ontslagvergoeding bedraagt maximaal een half maandsalaris per dienstjaar en maximaal € 75.000.Tegen de beslissing van de rechter
Bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen zullen werkgevers een vergoeding (transitiebudget) moeten betalen die door de werknemer alleen gebruikt kan worden voor scholing en begeleiding naar ander werk. Die vergoeding hoeft niet te worden betaald als de werkgever in een zo slechte financiële situatie verkeert dat hij daardoor failliet zou gaan. Ook bij onvrijwillig ontslag en het niet verlengen van een tijdelijk contract van een jaar moet de werkgever een transitiebudget betalen als vergoeding voor scholing of outplacement. Dit transitiebudget bedraagt een kwart maandsalaris per dienstjaar en maximaal vier maandsalarissen. •
De rechter kan een ontslag alleen ongedaan maken in de situatie dat het UWV negatief heeft geadviseerd over het ontslag en de werknemer toch ontslagen is.
Vitaliteitsregeling vervallen Het vitaliteitssparen wordt niet ingevoerd. Volgens deze spaarregeling zou maximaal € 20.000 gespaard kunnen worden op een geblokkeerde rekening. De regeling zou per 1 januari 2013 in de plaats komen van de spaarloon- en levensloopregeling, die met ingang van 1 januari 2012 al waren vervallen. Wat kunt u nog doen met uw huidige spaarsaldo’s?
De levensloopregeling blijft bestaan voor iedereen die eind 2011 € 3.000 of meer op de levenslooprekening had staan. Vanaf 1 januari 2013 is de opname van het tegoed bestedingsvrij. In 2013 bestaat eenmalig de mogelijkheid om het totale opgebouwde tegoed op te nemen waarbij een belastingkorting wordt gegeven van 20% over het tot 1 januari 2012 opgebouwde tegoed. Na gebruikmaking van deze mogelijkheid
is verdere inleg niet meer mogelijk. Wordt niet het totale tegoed opgenomen, dan kan het restant tot 1 januari 2022 bestedingsvrij worden opgenomen, maar de belastingkorting is na 2013 niet meer van toepassing. Nieuwe inleg blijft in dit geval mogelijk tot 1 januari 2022. Deelnemers die op 31 december 2011 minder dan € 3.000 hebben gespaard,
kunnen het tegoed in 2012 aanwenden voor opname van verlof of in 2013 in één keer opnemen waarbij ook een belastingkorting geldt van 20%. Het opgebouwde tegoed uit een spaarloonregeling mag in 2012 ineens belastingvrij worden opgenomen. Het tegoed mag ook blijven staan. In dat geval blijven de huidige regels van kracht en blijft de vrijstelling in box 3 voor het niet opgenomen bedrag tot uiterlijk 1 januari 2016 behouden. Op 31 december 2015, wanneer de laatst mogelijke inleg van 2011 vrijvalt, is de spaarloonregeling definitief verleden tijd. •
Bij het samenstellen van deze nieuwsbrief is uitgegaan van de per 22 november 2012 bekende (voorgestelde) wet- en regelgeving.
Adres: Postadres: Telefoon: Fax: E-mail: Website:
Huizermaatweg 600, 1276 LN Huizen Postbus 49, 1270 AA Huizen 035 - 525 40 03 035 - 526 61 73
[email protected] www.casteleinbasmaci.nl
Deze nieuwsvoorziening is met grote zorg samengesteld. Voor eventuele onvolkomenheden kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden. Druk- en zetfouten voorbehouden.
• Inkomstenbelasting • Arbeidsmarkt • Woningmarkt • Vennootschapsbelasting • Overdrachtsbelasting • Diversen
Fiscale maatregelen 2013 Inkomstenbelasting Verhoging mkb-winstvrijstelling De mkb-winstvrijstelling voor ondernemers wordt van 12% verhoogd naar 14%.
Tarieven en heffingskortingen De heffingskortingen en de inkomensgrenzen voor de tariefschijven worden niet aangepast aan de inflatie. Dit leidt tot een iets hogere heffing van inkomstenbelasting. (Vanaf 2014 worden de algemene heffingskorting en de arbeidskorting stapsgewijs in drie jaar verhoogd voor de lagere inkomens en verlaagd voor de hogere inkomens. De derde belastingschijf zal worden verlengd, zodat minder mensen het hoogste belastingtarief gaan betalen).
Aftrek ziektekosten Zorgkosten die niet langer door de basisverzekering worden vergoed, kunnen niet
meer worden afgetrokken. Voorlopig geldt dit voor krukken en rollators, voor de eigen bijdrage aan hoortoestellen en het verblijf in een medisch-specialistische zorginstelling en voor sommige ivf-behandelingen. De lijst kan in de toekomst worden uitgebreid.
Aftrek scholingsuitgaven beperkt De kosten van een opleiding die een werknemer of ondernemer voor eigen rekening neemt, blijven aftrekbaar. De aftrek wordt beperkt tot de cursus- en examengelden. Daarnaast zijn de leer- en hulpmiddelen die door het opleidingsinstituut verplicht worden gesteld aftrekbaar. Een computer wordt niet gezien als een noodzakelijk hulpmiddel omdat de wetgever meent dat vrijwel iedereen ook zonder de cursus al over een computer beschikt.
Woningmarkt Verhuurderheffing Verhuurders van woningen waarvan de huur niet hoger is dan de huurtoeslaggrens (2012: € 664,66) moeten in 2013 0,0014% over de waarde van die woningen betalen. Vanaf 2014 wordt het tarief verhoogd tot 0,231%. De heffing geldt alleen voor verhuurders van meer dan 10 woningen en wordt berekend over de totale WOZ-waarde van de verhuurde woningen, verminderd met 10 maal de gemiddelde WOZ-waarde van die woningen. De nieuwe heffing is bedoeld om de woningcorporaties en andere grote verhuurders te laten meebetalen aan de kosten van de huurtoeslag.
Arbeidsmarkt Loonheffingen: werkkostenregeling Werkgevers die voor kostenvergoedingen aan werknemers gebruik maken van de nieuwe werkkostenregeling kunnen per 1 januari 2013 1,5% (dat was 1,4%) van de loonsom belastingvrij uitkeren. Werkgevers die hebben gekozen voor de mogelijkheid om de oude regels voor kostenvergoedingen nog toe te passen, zullen met ingang van 1 januari 2014 verplicht op het nieuwe systeem over moeten gaan. Omdat de overgang forse gevolgen kan hebben, is het van belang om tijdig te overleggen wat er moet gebeuren om fiscaal nadeel te voorkomen.
Voor elke € 10.000 hoger fiscaal loon boven € 150.000 moet de werkgever een bedrag van € 1.600 aan belasting betalen. Voor de berekening van deze werkgeversheffing wordt aangesloten bij het loon van de werknemer over het jaar 2012 om de heffing in het jaar 2013 te kunnen effectueren. Vanwege de systematiek van een werkgeversheffing richt deze heffing zich op werkgevers en niet op werknemers en IB-ondernemers (niet zijnde werkgevers). De heffing vindt plaats op 31 maart 2013 en moet daarom afgedragen worden op de maart-aangifte loonheffingen die voor eind april 2013 betaald moet zijn.
Loonheffingen: crisisheffing
WW-uitkering
Voor hoge inkomens vindt in 2013 een extra heffing bij de werkgever plaats van 16% over in 2012 genoten lonen (inclusief bonussen) voor zover deze boven een bedrag van € 150.000 uitkomen.
De duur van een WW-uitkering wordt beperkt van 38 naar 24 maanden. De premie die werkgevers moeten betalen wordt verhoogd. In ruil daarvoor vervalt het plan om de WW-uitkering voor het eerste half jaar door de werkgever te laten betalen.
Hogere huur voor scheefwoners Woningcorporaties kunnen voor inkomens tot € 33.000 de huur verhogen met het inflatiepercentage plus 1,5%. Huurders die een huur betalen die ten opzichte van hun inkomen aan de lage kant is moeten rekenen op een verhoging met de inflatie plus 2,5% als zij meer dan € 33.000 maar minder dan € 43.000 verdienen. Voor huurders die meer verdienen dan € 43.000 loopt de verhoging op tot het inflatiepercentage plus 6,5%.
Vennootschapsbelasting Afschaffing beperking renteaftrek bij onderkapitalisatie (‘thincapregeling’)
Tijdelijk langere termijn bij doorverkoop
Deze regeling beperkt de rente-aftrek voor zover de schulden hoger zijn dan drie maal het eigen vermogen. De aftrekbeperking was bedoeld om constructies van grote ondernemingen tegen te gaan, maar werkte ook bij kleinere bedrijven. Dat was niet de bedoeling. De thincapregeling wordt daarom afgeschaft.
Bij doorverkoop van een onroerende zaak binnen zes maanden na de vorige verkrijging hoeft de tweede koper alleen overdrachtsbelasting te betalen over de meerwaarde. Deze termijn wordt tijdelijk verruimd tot 36 maanden na de eerste levering. De maatregel is met terugwerkende kracht tot 1 september 2012 ingevoerd. De verlenging geldt voor woningen en bedrijfspanden die op of na 1 september 2012, of uiterlijk op 31 december 2015 worden geleverd.
Fiscale eenheid: regels aangepast aan flex-bv Voor het vormen van een fiscale eenheid dient de moedermaatschappij tenminste 95% van de aandelen van de te voegen dochtermaatschappij in bezit te hebben. Sinds de invoering van de nieuwe regels voor bv’s per 1 oktober 2012 kunnen aandelen zonder stemrecht worden uitgegeven. Dat heeft geleid tot invoering van de eis dat de moedermaatschappij behalve 95% van het aandelenbezit ook 95% van
Overdrachtsbelasting
Uitbreiding begrip ‘woning’ de statutair vastgelegde stemrechten in de te voegen dochtermaatschappij moet hebben. Daarmee wordt voorkomen dat een dochtermaatschappij waar de moedermaatschappij geen zeggenschap over heeft in de fiscale eenheid wordt opgenomen.
Voor woningen is het tarief van de overdrachtsbelasting verlaagd naar 2%. Dit verlaagde tarief gaat ook gelden voor later aangeschafte aanhorigheden, zoals een garagebox of een schuur.
Diversen Premie zorgverzekering
Assurantiebelasting
Vervoer
In 2013 gaat het verplicht eigen risico omhoog naar € 350. Verder blijft alles bij het oude. Voor 2014 is de inkomensafhankelijke zorgpremie van de baan. Het inkomensafhankelijke eigen risico blijft wel gehandhaafd en varieert van € 180 voor de lage inkomens tot € 595 voor de hoge inkomens. Iedereen blijft een nominale zorgpremie (basisverzekering) betalen en ook de zorgtoeslag blijft gehandhaafd.
Per 1 januari 2013 wordt de assurantiebelasting verhoogd van 9,7% naar 21%. Met de opbrengst wordt het vervallen van de ‘forenzentaks’ gecompenseerd. Assurantiebelasting wordt geheven over de premies voor schadeverzekeringen, met uitzondering van onder meer verzekeringen tegen transportschade, ziektekosten, invaliditeit en arbeidsongeschiktheid. De verhoging gaat in voor polissen waarvan de vervaldatum op of na 1 januari 2013 ligt.
Er komt geen kilometerheffing en ook de forenzentaks wordt niet ingevoerd. Woon-werkverkeer blijft zakelijk, met als gevolg dat € 0,19 per kilometer woon-werkverkeer onbelast vergoed kan blijven. Ook voor de ter beschikking gestelde auto blijft woon-werkverkeer als zakelijk kwalificeren en het overgangsregime gaat niet door.
Vermogenstoets voor de zorgtoeslag Met ingang van 1 januari 2013 is het recht op zorgtoeslag niet alleen afhankelijk van het inkomen, maar ook van het vermogen. Om in 2013 aanmerking te komen voor zorgtoeslag mag het vermogen op 1 januari van het kalenderjaar niet hoger zijn dan het heffingvrije vermogen in box 3 plus € 80.000. Het heffingvrije vermogen in 2012 is voor een alleenstaande € 21.139, voor partners is dit € 42.278. Bent u 65 jaar of ouder, dan kan het zijn dat er een hoger heffingvrij vermogen geldt. Wat de hoogte van het heffingvrije vermogen gaat bedragen in 2013 wordt eind 2012 bekend gemaakt.
Bij het afsluiten van een nieuwe verzekering, of bij het opnieuw afsluiten van een verzekering waarvan de looptijd voor 1 januari 2013 is verstreken en niet stilzwijgend wordt verlengd, is het voordelig als de vervaldatum voor 1 januari 2013 ligt. Opzetjes die ten doel hebben om de verhoging van de assurantiebelasting tegen te gaan, zoals het opzeggen van een lopende verzekering, gevolgd door het afsluiten van een nieuwe met een vervaldatum van voor 1 januari 2013 zullen mogelijk achteraf worden bestreden.
Onderwijs De langstudeerboete wordt volgend jaar met terugwerkende kracht afgeschaft.
De huidige regels voor bijtelling voor privégebruik van de ter beschikking gestelde auto blijven van kracht (incl. de 500-km grens). Het huidige fiscale regime voor openbaar vervoer blijft ongewijzigd dus het overgangsregime voor OV-abonnementen gaat niet door.