HET EVANGELIE IN EEN POSTMODERNE CULTUUR Lees: Lukas 12:54 “Tegen de menigte zei Hij: Wanneer jullie een wolk zien opkomen in het Westen, zeggen jullie meteen dat er regen op komst is, en dat is ook zo. En wanneer jullie merken dat de wind uit het Zuiden komt, zeggen jullie dat er hitte op komst is, en dat is ook zo. Huichelaars! De aanblik van de aarde en de hemel kunnen jullie duiden, hoe kan het dan dat jullie deze tijd niet kunnen duiden”? Ondanks dat er veel is om je over te verheugen is er een geweldige worsteling aan de gang rondom het opnieuw doordenken van onze huidige strategie als evangelie-georienteerde Christenen die de Grote Opdracht willen uitvoeren. TERUGGANG Statistieken tonen een algemene teruggang van toegewijde christenen. In Europa gaat gemiddeld nog maar 5% van de bevolking naar een kerk. Maar ook een groot aantal christelijke tieners haakt in de eerste jaren van de middelbare school af. Volwassen christenen verlaten de kerken. In 10 jaar tijd verlieten in UK 1 miljoen de kerk. Invloed van christenen in samenleving is afgenomen. Dallas Willard zegt: “Ons systeem van kerk-zijn is perfect ontworpen om de resultaten te geven die we nu zien.” Dat was een tamelijk negatieve start van mijn verhaal, maar zo ben ik eigenlijk niet. Ik verkondig inmiddels ruim 40 jaar het evangelie, en herken steeds duidelijker een enigszins mystieke inslag in mezelf. Ik wil dromen dromen. Daarom stel ik jullie vanavond vijf dromen, strategien voor die ons mogelijk kunnen leiden naar een betere plaats. De eerste lijkt misschien nogal vreemd.
1. We zullen moeten toegeven dat we misschien in feite het goede Nieuws van Jezus niet goed begrepen hebben en het opnieuw moeten zullen ontdekken. Of: Dat we onze theologie moeten gaan herijken in een nieuw begrijpen van het Evangelie van Jezus. Elk van de drie vormen van Christendom (R.Katholiek, Orthodox, Protestant) verstaat het evangelie als in hoofdzaak informatie over hoe je na je sterven naar de hemel kan gaan. Maar stel nou eens dat dat niet zo is. Dan weet de meerderheid van de christenen niet goed wat het dan wel is. Zou het mischien kunnen zijn dat het evangelie te maken heeft met het Koninkrijk van God, en dat misschien het Koninkrijk van God niet hetzelfde is als naar de hemel gaan na je sterven, maar dat het het te maken heeft met Gods wil die gedaan wordt op aarde, in de geschiedenis, voor de dood, dus in het land van de levenden zo te zeggen? Kan het zijn dat de verlossingsboodschap van het Evangelie geen eindpunt of doel op zich is maar een soort voorspel, het grondwerk dat de weg bereidt voor het Evangelie van het Koninkrijk? Ook al lijkt deze stelling misschien op ketterij en haaks te staan op het denken van Westers Christendom, geef het svp toch wat tijd en bekijk of er misschien ook maar een greintje van waarheid in zit. Want het gaat om veel, zeker in de tijd waarin we leven. 1
Liberaal Christendom heeft al lang geleden de verzoeningsboodschap terzijde geschoven en is verzandt geraakt in een warrige theologie. Ervoor in de plaats kwam het sociale evangelie. Evangelische Christenen zien de breuklijn liggen bij rechtvaardiging door werken versus rechtvaardiging door het geloof. Wat onze cultuur nodig heeft is niets minder dan een radicaal nieuwe visie op wat leven kan zijn (persoonlijk leven, gezinsleven, gemeenschapsleven, sociaal leven, globaal leven in al haar dimensions, cultureel, politiek, economisch, sociaal, recreatief, etc.). Jezus toonde ons een visie wat leven echt kan zijn, en dat heeft tenminste een relatie tot “Koninkrijk van God”. Dit leven is een gave van God. Deze zienswijze op het Evangelie is a. RELATIONEEL (Koninkrijk is een relationeel woord. Relatie met de Koning, zijn mede-onderdanen, met het territorium, met de wetten van de koning en de standaards van recht en genade,etc.) b. MISSIONAIR (het betrekt ons in een missie, want het koninkrijk is ook een revolutie tegen de gevestigde orde die wordt gedomineerd door de “overheden en machten” c. MONASTIEK (het roept ons tot gezamelijke geestelijke oefening in gemeenschap, zoals gebed en verzoening – raciaal, religieus, economisch, etc.) Standaard visie op het evangelie: “Ik en mijn ziel” – van mij strekt de zorg zich soms uit naar de kerk en vandaar af en toe naar de wereld.
IK KERK
WERELD
2
Alternatief begrip van het evangelie plaatst de verhoudingen anders.
WERELD (Joh 3:16)
We beginnen met God’s zorg voor de KERK WERELD (Joh.3:16), waarin hij een IK gemeenschap creeert die KERK heet, en die bestaat uit PERSONEN die gestopt zijn (zich bekeert hebben) deel van het probleem te zijn, en die zich bij God hebben gevoegd als deel van de oplossing. Daarom trekken ze gelijktijdig zowel de missie als een gemeenschap binnen waarin men is aanvaard door genade, door het geloof in Jezus Elk begrip van het goede Nieuws, als het niet radicaal langs deze laatste lijnen is gedefinieerd, zal niet gezien en gehoord worden door de mens in onze postmoderne wereld. Daarbij is het ook een meer bijbels model, meer trouw aan het leven, onderwijs en voorbeeld van Jezus.
2. Her-definieer wat een discipel is. De oproep van het evangelie is niet “veiligheid, zekerheid en genieten”, later in de hemel, maar juist de uitdaging, het risico en de missie op aarde, daarbij inbegrepen lijden en zelfdiscipline. Ja, het is van begin tot het einde vanuit genade, en ja, het neemt de vrees voor de dood en lijden weg door een belofte van beloning na dit leven, maar het is geen oproep om vanuit genade in de reddingsboten te springen en de Titanic te laten zinken. Het is juist het erkennen dat onze wereld geen zinkende Titanic is maar juist Gods schepping die door het kwaad van de mens wordt bedreigd. De oproep is om door genade de destructieve wegen van de koninkrijken van deze wereld te verlaten (inclusief de “ik” koninkrijken) en Gods Koninkrijk te zoeken, wat betekent dat Gods wil wordt gedaan op aarde alsook in de hemel. Discipelen zijn geen haters van hun buren. Helaas worden christenen vaak wel zo gezien in onze samenleving. Discipelen trekken zich niet terug uit de wereld en zijn ook niet haar rechters. Zij hopen niet dat ze spoedig deze wereld kunnen ontsnappen zodat anderen achtergelaten worden om het oordeel tegemoet te gaan, maar zij zijn betrokken met deze wereld voor de zaak van Christus, gewillig om zich te laten gebruiken zoals Christus deed. Discipelschap op deze manier is één kant van de medaille. Het betekent geroepen te zijn om een nieuwe manier van leven te leren, een manier die God behaagt en Gods dromen vervult, 3
een manier van leven die gekenmerkt wordt door liefde tot God en de naaste, wie dat ook is, inclusief je vijanden. Het plaats iemand in de wereld als een dienaar, iemand die goede werken doet, een licht, zout, een vriend van zondaars, zoals onze Heer zelf was. De andere kant van de medaille is APOSTELSCHAP (niet in een kerkelijke betekenis maar in een missionaire betekenis): iemand die geroepen is om te leren zodat hij kan worden uitgezonden om te onderwijzen, net zoals een violist of artiest een student, leerling wordt van een meester, zodat deze na de kunst en het vak geleerd te hebben, uit kan gaan om zelf muziek of kunst te maken en om dan daarna opnieuw leerlingen aan te nemen, in de traditie van de meester Op deze manier wordt evangelisatie geen recruteren van vluchtelingen die aan de aarde proberen te ontsnappen vanuit geestelijk egoisme, maar juist het recruteren van revolutionairen die het goede en de genezing willen brengen vanuit de hemel naar de aarde. Als deze visie op discipelschap zou aanslaan zal evangelisatie een radicaal andere taak worden. Het zal een nieuwe benadering worden en we zullen veel moeten leren en afleren. Als dat niet aanslaat heb ik niet veel hoop voor evangelisatie in de postmoderne wereld. Er is geen minder kostbare strategie voorhanden.
3. Doe goede werken, inclusief verzoening met andere Christenen Wat zijn o.a. deze goede werken? Film “The Passion”. Oproep was toen om met een miljoen mensen naar de film te gaan. Gaat het daar om? En heeft het gewerkt? a. Laten we een miljoen Christenen recruteren om offers te brengen voor de mensen die lijden aan Aids in Africa en hen de liefde van Christus tonen. b. Laten we een miljoen Christenen recruteren om in het bijzonder vrienden te worden met hun moslimburen, maar ook mensen van andere rassen, religies en politieke partijen. Nodig ze bij je thuis uit voor eten, en aanvaard ook de uitnodiging om bij hen te komen eten. En toon zo de liefde van Christus. Dit is geen verkapte poging tot bekering maar een echt gemeende uiting van onze identiteit als discipelen van Jezus die hun identiteit begrijpen als kanalen van verzoening in deze wereld. Bekeringen ontstaan meer als we niet te hard duwen, maar ze inplaats authentieke liefde tonen. c. Laten we een miljoen Christenen recruteren om te protesteren tegen de het verspillende industriele-consumenten systeem dat onze planeet, menselijke samenleving en menselijke cultuur vernietigd, en in plaats daarvan een visie te proclameren van het Koninkrijk van God, en zo de liefde van Christus te tonen. Zie Micha campagne. Wat nodig is is niet het tonen van een film, hoe goed die ook mag zijn, maar een beweging van Christenen die de liefde van Christus tonen in de wereld en hun buren liefhebben. Met andere woorden, tenzij discipelen het Grote Gebod volgen, zal het vruchteloos zijn om betrokken te zijn in de Grote Opdracht. Maar zal iemand zeggen, dat is geen evangelisatie; dat is discipelschap of sociale actie of iets anders. Misschien moeten we dan wel het begrip evangelisatie her-definieren. Als het evangelie bedoeld is om niet slechts woorden in de lucht of op papier te zijn, of beelden en film, maar een boodschap die belichaamt wordt in goede werken door
4
gemeenschappen van mensen die bekend staan als “het licht”of “het zout van de aarde”, dan is er eigenlijk geen echte evangelisatie zonder deze dingen. En laten we vooral niet het aspect verzoening vergeten. Verzoening tussen discipelen onderling – kerkelijke verzoening, ja raciaal, economisch, en zelfs nationale verzoening. Als discipelen elkaar niet liefhebben, zoals Jezus dat bedoelde, heeft niemand veel reden om hun boodschap te geloven. De enige boodschappers die vertrouwd kunnen worden zijn zij die de boodschap voorleven. Er was een tijd in het Christendom dat niemand christen kon worden tenzij hij een andere christen kende. Er waren geen boeken, kerkgebouwen, TV-en radio programma’s, reclameborden, websites, tractaten, films of andere ‘evangelisatie-middelen’. De enige bewijzen voor het evangelie waren de goede levens en de goede werken van mensen die het evangelie be-leefden. De kerk deed het in die tijd beter dan in onze tijd. Kan het zijn dat we zoveel tijd en energie steken in allerlei boeken, films en andere middelen, omdat ons eigen voorbeeld rammelt. Ons gebrek aan voorbeeld in spreken, gedrag, liefde, geloof, en zuiverheid kan ook een verklaring zijn dat we zoveel nadruk leggen op argumenteren.
4. Verminder kerkbezoek. (Of: Stationeer Christenen in hun buurte, gemeenschappen en werelden om relaties te bouwen met iedereen waar het mee kan, in het bijzonder de laatsten, de verlorenen en de minsten) De radicale veranderingen in hoe we aankijken tegen wat het evangelie, de discipel en de Grote Opdracht werkelijk is zal leiden tot een nieuw missionair concept van kerk-zijn. Inplaats van de kerk af te meten aan haar bezoekers, meten we haar af naar de mate van ‘stationering’ (out-placements) van haar gelovigen. Inplaats van meer mensen naar de kerk te krijgen voor meer tijd, willen we proberen om mensen die de kerk bezoeken dat alleen te laten doen voor zover nodig is, en niet meer, zodat ze meer tijd kunnen doorbrengen in betekenisvolle interactie met hun buren, als een uitdrukking van hun leven in het Koninkrijk van God als discipelen. “Kerk” zal steeds minder een plek worden die men bezoekt, en steeds meer de betekenis krijgen van een gemeenschap waar men bij hoort, waar men een gezamelijke missie en gezamelijke geestelijke oefeningen mee deelt. Kerk zal een open gemeenschap zijn die vreemdelingen welkom heet zoals Jezus zondaars welkom heette. Dit is de hoofdweg voor evangelisatie. De armen, de anders-gekleurden, de sexueel anders-geaarden zullen verbaasd zijn, ze worden aanvaard zoals ze zijn. De kerk zal opnieuw vol nieuwe wijn zijn die niet past in de oude wijnzakken.
5. Begin nieuwe “bijenkorven”van christenzijn; echter zonder de oude bijenkorven op te blazen of te verstoren (Oftewel: Creeer katholieke, missionaire, monastieke geloofsgemeenschappen, binnen de kontekst van het in diepte aanvaarden van de gehele kerk). Betrekkelijk weinig kerken zullen waarschijnlijk in staat zijn om van een ‘fort’ in iets anders te veranderen. Het systeem dat de “kerk als een fort”ondersteunt is erg sterk en goed gefundeerd. Zoveel mogelijk kerken als dat kunnen zouden bemoedigd moeten en geholpen
5
moeten worden om herboren te worden langs de lijnen van deze strategie, maar verwachtingen moeten gematigd zijn. Ondertussen zullen er nieuwe “bijenkorven”van dit soort christenzijn geboren en gevoed moeten worden. Als b.v. 20% van al onze bijbelschoolstudenten in deze richting zouden worden getraind als gemeente-stichters, zou er binnen enkele tientallen jaren een revolutie beginnen. Maar om deze revolutie succesvol te doen zijn zal het plaats moeten vinden in de kontekst van een diepe liefde voor de kerk in al haar vormen (‘deep ecclesiology’) . Zij zoekt de kerk in al haar vormen te eren, van de meest historische, hierarchieke, institutionele, liturgische, tot de laagste (klein, basisgroep, organic, ongeorganiseerd). Het ziet de kerk als een boom, met een dikke, zware, relatief onflexibele stam, geworteld in Jezus, die zich verder naar boven uitstrekt door middelgrote takken tot ontelbare kleine, flexibele bladeren die komen en gaan met elk seizoen. Het eert op gelijke wijze de stam en de bladeren en de takken, twijgen en alles wat hen verbindt, omdat ze niet kunnen overleven zonder elkaar. Deze nieuwe bijenkorven van christelijke vitaliteit kunnen zich uiten in alle sectoren, stijlen of modellen van de kerk. In zekere zin zijn ze katholiek – eer geven en ontvangen inplaats van protesteren en het afwijzen van elkaar, met op geen enkele wijze het gevoel dat er maar een “model” of een “juiste weg”is van kerk-zijn. Ze zullen gefocussed zijn op het geloof dat God de wereld liefheeft en zijn Zoon gezonden heeft om deze niet te veroordelen maar om te redden, en de kerk te zien als Gods medewerker in dat reddende werk. Op die manier zijn ze missionair Zij zullen weten dat om een transformerende gemeenschap te zijn, ze individuele transformatie moeten promoten door oefeningen zoals gebed, aanbidding, dienen, vergeving, alleen zijn en stilte, gemeenschap enz. Hierin zijn ze in zeker opzicht monastiek (een fascinerend woord dat als wortelbetekenis heeft “één” (Mono), maar per definitie “gemeenschap” betekent. Het suggereert personen die één bij één een gezamelijk leven practiseren, en hen daardoor tot een gemeenschap maken. Deze gemeenschappen kunnen namen hebben (Immanuel Bible, The Open Door, Northumbria Community www.northumbriacommunity.org , www.newmonasticism.org , Rutba House, etc.); maar ze kunnen ook zo ónsamenhangend’ zijn dat ze geen naam hebben (zoals b.v. de vier mensen die bij Piet thuiskomen, of de kring van vrienden die Mary regelmatig op dinsdagavond ommoet in een cafe in Glasgow). Ze moeten een soort bijenkorven worden zonder dat ze de bestaande bijenkorven die deze strategien niet aanvaarden en alles bij het oude willen laten, verstoren. Wespennesten van tegenstellingen moeten in deze periode niet worden opgerakeld, dat zal alleen maar contraproductief werken. Dit zijn mijn dromen. Ze zullen veel van ons vragen, deels vreselijk onpraktisch zijn, en menslijk gesproken onmogelijk, zelfs als het wijs lijkt. En, natuurlijk zullen er velen zijn die denken dat het niet zo is.
Floor Vogelaar 21-11-2006
6
(Gebruik gemaakt van o.a. “The strategy we Pursue” van Brian McLaren)
7