Sport, Natuur en R.O.
Hengelsport I. Inzake milieuvergunningen Heel wat "natuurgebonden sporten" in Vlaanderen vallen onder de milieuregelgeving en zijn vergunningsplichtig. De procedures tot het bekomen van een milieuvergunning zijn vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (het zgn. VLAREM I). De milieuvoorwaarden waaraan de vergunningsplichtige inrichtingen dienen aan te voldoen zijn vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en latere wijzigingen, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (het zgn. VLAREM II). Het VLAREM I en VLAREM II zijn uitvoeringsbesluiten van het decreet betreffende de milieuvergunning van 28 juni 1985. Volgens de bepalingen van Vlarem I en Vlarem II wordt er voor de beoefening van de hengelsport geen milieuvergunning vereist. II. Andere wetgeving II.1. Inzake natuurvergunningsplicht Het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu gewijzigd op 19 juli 2002 (natuurdecreet) is voor alle sporten van kracht! Voor de toepassing van het natuurdecreet is het noodzakelijk de gewestplanbestemming te weten, na te gaan of het terrein gelegen is in VEN-gebied of Habitat- of Vogelrichtlijngebied. Naar gelang de ligging is de wetgeving strikter. De kaarten van gewetsplan, VEN en Habitaten Vogelrichtlijngebieden zijn te consulteren op de gemeente of de sites van www.gisvlaanderen.be Van zodra er enige twijfel is kan best contact opgenomen worden met de milieuambtenaar van de gemeente waarna hij/zij indien nodig contact kan opnemen met de afdeling Natuur. Het natuurdecreet legt naargelang de ligging volgende zaken op: - Natuurvergunningsplicht (art.13) De natuurvergunningsplicht is van toepassing indien steigers gebouwd worden en oeververstevigingen aangelegd worden naargelang de gewestplan bestemming. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met de broedvogels in het kader van het broedseizoen. -Standstill Art. 8. De Vlaamse regering neemt alle nodige maatregelen ter aanvulling van de bestaande regelgeving om over het gehele grondgebied van het Vlaamse Gewest de milieukwaliteit te vrijwaren die vereist is voor het behoud van de natuur en om het standstill-beginsel toe te passen zowel wat betreft de kwaliteit als de kwantiteit van de natuur -Zorgplicht Art. 14 van het natuurdecreet bepaalt dat iedereen die handelingen verricht of hiertoe de opdracht verleent, en die weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat de natuurelementen in de onmiddellijke omgeving daardoor kunnen worden vernietigd of ernstig geschaad, is verplicht om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijze van hem kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen. - Verbodsbepalingen in VEN-gebied (art. 25) Meststoffen, bestrijdingsmiddelen, wijzigen van vegetatie, wijzigen van reliëf, grondwaterverlaging, wijzigen van de structuur van een waterloop - Verboden onvermijdbare en onherstelbare schade in VEN (art.26 bis) -Habitat- en Vogelrichtlijngebieden (art. 36 ter§3) Nagaan of er negatieve effecten kunnen optreden ten overstaan van de habitats en de soorten van de habitats. Er zijn 2 besluiten opgemaakt om voorgaande zaken te regelen, ‘het Besluit van 23 juli 1998 van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu’ (vegetatiebesluit) en ‘het Besluit van 21 november 2003 van de Vlaamse regering houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedgericht natuurbeleid’ (maatregelenbesluit). Omzendbrief LNW/98/01 van 10 november 1998 verschenen in het Belgisch Staatsblad van 17 februari 1999 bevat de
code van goede natuurpraktijk i.f.v. wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen. Art. 7 van het vegetatiebesluit stelt dat onverminderd de bepalingen van artikel 9 van het decreet het wijzigen van de volgende kleine landschapselementen en vegetaties verboden is: 1° holle wegen; 2° graften; 3° bronnen; 4° historis ch permanent grasland en poelen gelegen in groengebieden, parkgebieden, buffergebieden en bosgebieden; 5° vennen en heiden; 6° moerassen en waterrijke gebieden; 7° duinvegetat ies. Het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten samen met de code van goede natuurpraktijk kunnen geconsulteerd worden op www.emis.vito.be Sporten Voor alle sporten is al de bovenvermelde wetgeving van kracht afhankelijk van het gebied waarin de activiteit wordt uitgeoefend. Voor alle sportactiviteiten en ook voor het organiseren van bepaalde ééndagsactiviteiten kan de milieuambtenaar van de gemeente gecontacteerd worden, om na te gaan of advies van de afdeling Natuur wenselijk is. II.2. Inzake stedenbouwkundige vergunningen Bij de organisatie van sportactiviteiten dient U als organisator na te gaan of er geen stedenbouwkundige vergunningen noodzakelijk zijn. Als algemene regel geldt dat voor het bouwen, verbouwen, uitbreiden, wijzigen van de hoofdfunctie & afbreken van een constructie of gebouw een stedenbouwkundige vergunning nodig is. De wetgeving ruimtelijke ordening stelt echter dat u niet enkel om te bouwen een vergunning nodig hebt, maar ook om een grond te gebruiken voor het plaatsen van een of meer vaste inrichtingen, aanmerkelijke reliëfwijzigingen, het aanleggen of wijzigen van recreatieve terreinen, ed. U moet niet voor alles een stedenbouwkundige vergunning aanvragen. Er zijn een aantal specifieke zaken vrijgesteld van vergunning. U kan op de website ‘www.ruimtelijkeordening.be’ onder ‘wat is vergunningsplichtig’ leesbaar terugvinden voor welke zaken en onder welke voorwaarden dit geldt. Voor veel eenmalige activiteiten (wandeltochten, fietstochten, ….) zal een stedenbouwkundige vergunning niet nodig zijn. Dit kort overzicht is geen beknopte samenvatting van de stedenbouwkundige wetgeving maar geldt als een leidraad die de organisator aangeeft bij welke activiteiten het stedenbouwkundig luik nader dient te worden bekeken. Ook dient u rekening te houden met het feit dat de wetgeving kan wijzigen in de toekomst. In geval van twijfel: win informatie in bij de gemeentelijke stedenbouwkundige dienst (zie telefoonlijst in bijlage). De mensen daar zullen u graag helpen. III. Bijkomende nuttige informatie 1. Inzake natuurvergunningsplicht Het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten samen met de code van goede natuurpraktijk kunnen geconsulteerd worden op www.emis.vito.be De kaarten van gewestplan, VEN en Habitat- en Vogelrichtlijngebieden zijn te consulteren op de gemeente of de sites van www.gisvlaanderen.be 2. Inzake stedenbouwkundige vergunningen Onderstaande artikels kunnen via het internet op www.ruimtelijkeordening.be informatief geraadpleegd worden. - Decreet van 26 april 2000 (wetgeving met wijzigend karakter) - Besluit van 14 april 2000 (wetgeving met wijzigend karakter) - Omzendbrief van 8 juli 1997 (wetgeving met wijzigend karakter) - Omzendbrief van 2 maart 1999 (wetgeving met wijzigend karakter) - Besluit van 28 november 2003 (wetgeving met wijzigend karakter) Op de website van www.gisvlaanderen.be kan de bestemming van gronden volgens het gewestplan bekeken worden. 3. Inzake Monumenten en Landschappen De afdeling Monumenten en Landschappen levert in de eerste plaats adviezen in het kader van andere wetgevingen (o.a. stedenbouwkundige, milieu- en natuurvergunningen). Voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden of handelingen (bv. georganiseerde sportactiviteiten) waarvoor geen vergunning vereist is in het kader van andere wetgevingen, is wel de
toestemming van de afdeling Monumenten en Landschappen vereist. Wilt u werkzaamheden of handelingen uitvoeren in een beschermd landschap, monument, stads- of dorpsgezicht of beschermd archeologische monument of zone, kunt u het best eerst aan uw gemeentebestuur vragen welke vergunningen daarvoor nodig zijn. Zij geven u inzicht over het verdere procedureverloop. Indien er een vergunning vereist is voor de sportactiviteiten in een beschermd landschap, monument, stads- of dorpsgezicht, beschermd archeologisch monument of zone, dan volgt u de aanvraagprocedure voor die vergunning. Tijdens die procedure vragen de betrokken diensten zelf het advies van de afdeling Monumenten en Landschappen. U hoeft hiervoor dus niets zelf te ondernemen. Indien er geen vergunning vereist is voor de sportactiviteiten die u wilt organiseren in een beschermd landschap, monument, stads- of dorpsgezicht of beschermd archeologisch monument of zone, dan hebt u toch nog de toestemming van de afdeling Monumenten en Landschappen nodig. Het is immers niet uitgesloten dat de activiteiten strijdig zijn met de algemene of specifieke beschermingsvoorschriften van het beschermd landschap, monument, stads- of dorpsgezicht of beschermd archeologisch monument of zone. U richt dan per brief een aanvraag aan de afdeling met een beschrijving, een motivering en een situering van de werkzaamheden. De afdeling heeft na ontvangst van een volledige aanvraag 30 dagen tijd om die te onderzoeken en toestemming te verlenen of te weigeren. Website: www.monument.vlaanderen.be of www.landschap.vlaanderen.be 4. Specifieke wetgeving Openbare Visserij Onderstaande artikels staan gebundeld in de 'Officieuze coördinatie van de visserijreglementering' en kunnen via het internet op ANB en VVHV informatief geraadpleegd worden. -Wet op de riviervisserij van 1 juli 1954 -Bijzondere wet tot hervorming der Instellingen van 8 augustus 1980 -Kon. Besluit van 13 december 1954 waarbij de datum van inwerkingtreding van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij vastgesteld wordt -Kon. Besluit van 13 december 1954 waarbij de heffing op de prijs van de visverloven vastgesteld wordt -Kon. Besluit van 13 december 1954 betreffende de Provinciale Visserijcommissies en het Centraal comité van het Visserijfonds -Ministerieel Besluit van 13 december 1954 tot inrichting van de boekhouding van het Visserijfonds - Besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij
Hondensport I. Inzake milieuvergunningen VLAREM II Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne DEFINITIES DIEREN/OPSLAG MEST (Hoofdstukken 5.9. en 5.28.): - "honden": inheemse en uitheemse honden vanaf een leeftijd van 6 maanden Afdeling 5.9.6. Bijkomende voorwaarden met betrekking tot de ligging van stallen, andere dan varkens- en pluimveestallen Het is daarenboven verboden inrichtingen waarin meer dan 10 honden worden gehouden te exploiteren die geheel gelegen zijn in een woongebied, ander dan een woongebied met een landelijk karakter, of in een woonuitbreidingsgebied. Afdeling 5.9.12. Milieuvoorwaarden met betrekking tot inrichtingen waarin honden worden gehouden
Artikel 5.9.12.1. De voorwaarden van deze afdeling zijn van toepassing op de inrichtingen, vermeld in rubriek 9.9 van de indelingslijst.Vervangen bij art. 22 B.Vl.Reg. 24 april 2009, B.S. 15 juli 2009. Artikel 5.9.12.2. De inrichting is voorzien van een omheining die de dieren belet te ontsnappen. Aan de zijkanten die uitgeven op andermans woning en op de openbare weg, moet die omheining uit ondoorzichtige elementen met een minimale hoogte van twee meter bestaan. Er moet in een afsluitpoort voorzien worden zodat onbevoegden geen toegang hebben. De hokken moeten een afdoende geluidsisolatie hebben en rond de hokken en de speelweiden moet er een beplanting worden aangebracht zodat de dieren niet gestoord worden door de omgeving. Alle rustverstorende activiteiten zijn verboden tussen 22 en 7 uur. De honden worden tussen 22 en 7 uur binnengehouden, tenzij anders vermeld in de milieuvergunning. II. Andere wetgeving en Bijkomende informatie Zie Hengelen III. Specifieke wetgeving 14 AUGUSTUS 1986. - Wet betreffende de bescherming en het welzijn der dieren 27 DECEMBER 2012. - Wet houdende diverse bepalingen inzake
, CITES, dierengezondheid en bescherming van de gezondheid van de gebruikers FAQ
Hoe kan ik mijn hond wettelijk laten identificeren en registreren? Sinds 1 september 1998 moeten alle honden geïdentificeerd en geregistreerd worden. De gegevens van de hond en zijn eigenaar worden opgeslagen in een centrale databank. Dankzij deze databank vindt jaarlijks een groot aantal verloren gelopen honden hun baasje terug. Zo daalt het aantal honden dat door asielen geplaatst moet worden en vermindert de kans dat honden geëuthanaseerd moeten worden bij gebrek aan een geschikte opvang.
- Als een hond bij u geboren wordt en u de intentie hebt om de hond te houden, moet u hem laten identificeren en registreren vóór de leeftijd van 4 maanden; - als u de intentie hebt om een hond te verkopen of weg te schenken, moet u hem ongeacht de leeftijd laten identificeren en registreren; - als u een hond koopt of krijgt, moet hij op voorhand geïdentificeerd zijn en een paspoort hebben.
Uw hond moet geïdentificeerd worden d.m.v. ofwel een elektronische chip, uitgevoerd door een dierenarts (onderhuids in het midden van de linkerkant van de hals) ofwel d.m.v. een tatoeage, uitgevoerd door een dierenarts of tatoeëerder die lid is van een erkende vereniging (op de binnenkant van het oor, de bil of in de liesplooi). Vervolgens wordt uw hond geregistreerd door een dierenarts of een erkende vereniging. Op het ogenblik van de identificatie wordt door de identificeerder het voorlopig identificatieformulier ingevuld waarop het nummer van het paspoort wordt vermeld. Het roze origineel van het document en de gele kopie worden zo snel mogelijk (in elk geval binnen de 8 dagen na de identificatie) door de identificeerder aan de BVIRH (Belgische Vereniging voor de Identificatie en Registratie Van Honden) bezorgd. Het paspoort en de witte kopie worden onmiddellijk aan de verantwoordelijke van het dier gegeven. Het definitief identificatie- en registratiecertificaat (onder de vorm van zelfklevende etiketten) wordt op p. 2 en 3 van het paspoort gekleefd. De prijs voor het implanteren van de chip of het plaatsen van de tatoeage wordt bepaald door de persoon die de handeling uitvoert.
De vaste prijs voor de registratie van de gegevens bedraagt € 12,39 voor een hond die voor het eerst wordt geïdentificeerd. U betaalt dit bedrag slechts één keer voor heel de levensduur van de hond. De volledige wetgeving rond de identificatie en registratie van honden vindt u terug in de volgende besluiten: - koninklijk besluit van 28 mei 2004 betreffende de identificatie en registratie van honden - ministerieel besluit van 8 juni 2004 houdende aanwijzing van de vereniging belast met het beheer van het centrale register voor identificatie van honden - ministerieel besluit van 18 juni 1998 houdende erkenning van verenigingen die honden tatoeëren
Kweken van gezelschapsdieren: Honden en katten Onder honden- of kattenkwekerij wordt verstaan 'elke inrichting waar teven of kattinnen voor de kweek worden gehouden en waar honden of katten afkomstig uit de eigen kwekerij of uit andere kwekerijen die voldoen aan de bepalingen van de wet worden verhandeld'. Er worden verschillende categorieën van kwekers onderscheiden: De occasionele kwekers die op dit ogenblik niet erkend moeten zijn; De hobbykwekers, professionele kwekers en kwekers-handelaars die wel erkend moeten zijn. 1) Occasionele kweker Een occasionele kweker is hij die niet meer dan twee nesten per jaar kweekt. Op dit moment zijn er geen erkenningsvoorwaarden voor dit type van kwekerijen. Sommige bepalingen aangaande de verhandeling van dieren zijn echter wel op hen van toepassing. Deze bepalingen zijn terug te vinden in het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren. Occasionele kwekers kunnen enkel advertenties plaatsen in de gespecialiseerde pers, op een gespecialiseerde website Pers of website worden als "gespecialiseerd" beschouwd indien een minimum aan redactionele inhoud in verband met het kweken, houden of verhandelen van dieren regelmatig wordt aangepast en de advertenties uitsluitend de verkoop betreffen van dieren of van voorwerpen die hiermee rechtstreeks verband houden.of in een dierenhandelszaak die als tussenpersoon optreedt. De honden moeten vóór hun verhandeling worden geïdentificeerd en geregistreerd. Het identificatienummer van elke hond die wordt verhandeld, wordt in de advertentie vermeld. Als een hond of kat sterft door een van de ziekten waarop de wettelijke garantie van toepassing is, heeft de koper recht op de terugbetaling van de aankoopprijs van het dier op voorwaarde dat een erkende dierenarts de eerste ziektesymptomen heeft vastgesteld binnen de wettelijk vastgelegde termijn en de doodsoorzaak bevestigt. 2) Hobbykweker Een hobbykweker is hij die op hetzelfde postadres verschillende vrouwelijke fokdieren houdt en die per jaar tussen drie en tien nesten honden of katten afkomstig uit zijn eigen kwekerij verhandelt. 3) Professionele kweker Een professionele kweker is hij die op hetzelfde postadres meer dan vijf vrouwelijke fokdieren houdt en per jaar meer dan tien nesten honden of katten afkomstig uit zijn eigen kwekerij verhandelt. 4) Kweker-handelaar Een kweker-handelaar is hij die op hetzelfde postadres meer dan vijf vrouwelijke fokdieren houdt en nesten verhandelt afkomstig uit andere kwekerijen dan de zijne. Om deze activiteit uit te oefenen moet de kweker minstens 10 nesten uit zijn eigen kwekerij verhandelen. Een kweker-handelaar kan ook honden of katten afkomstig uit het buitenland verhandelen. Deze dieren moeten dan wel afkomstig zijn:
!
ofwel uit een land dat een wetgeving heeft die gelijkwaardig is aan de Belgische;
!
ofwel uit een kwekerij die voldoet aan de Belgische dierenwelzijnsvoorschriften.
Aandacht Ingevolge de vaststelling van rabiës in Nederland zal Nederland geschrapt worden van de lijst van landen van waaruit het binnenbrengen van honden jonger dan 4 maand en niet gevaccineerd tegen rabiës toegestaan; Het ontwerp van wijziging van het MB werd heden opgesteld en volgt zijn administratieve weg. Het zal van kracht worden op het ogenblik van zijn publicatie in het Staatsblad. Griekenland en Slovakije zullen van de lijst van de landen vrij van hondsdolheid geschrapt worden. De ministerieel besluit van 6/06/2013 treedt in werking 16/06/2013. Vanaf deze datum zullen niet gevaccineerde pups niet meer uit deze twee landen toegestaan worden. Vanaf 8 juli 2013, het importeren van honden of pups vanuit Spanje die niet gevaccineerd zijn tegen rabiës is ook verbod. Alle honden uit die landen zullen vooraf gevaccineerd moeten worden om in België binnengebracht te mogen worden. http://www.health.belgium.be/eportal/AnimalsandPlants/travellingwithyourpets/Animauxdomestiques/in dex.htm?fodnlang=nl Hobbykwekers, professionele kwekers en kweker-handelaars moeten erkend zijn overeenkomstig de voorschriften van koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren.
Haal ik best een rashond of een bastaard in huis? Als u beslist hebt om een hond in huis te halen, moet u ook een keuze maken welke hond u uiteindelijk wil hebben. U zal dus moeten kiezen voor een bepaald ras of een bastaard. Met een rashond weet u natuurlijk meteen waaraan u zich zal mogen verwachten maar daar hangt dan weer een prijskaartje aan vast. Rashond: Er bestaan meer dan 400 verschillende hondenrassen. Elk ras heeft zijn eigen combinatie van eigenschappen. De rassen die door de FCI (Fédération Cynologique International) worden erkend zijn ingedeeld in 10 rasgroepen. Deze worden onderscheiden naar uiterlijk, kenmerken en verwantschap. Het is een goed begin om deze rasgroepen te vergelijken en te zien welke u het meest aanspreken en het best bij uw situatie passen (een groter ras zal meer ruimte en geld nodig hebben, sommige rassen vragen meer aandacht dan andere, …) Rashonden kunnen echter gevoelig zijn voor specifieke gezondheidsproblemen. Zo zijn er rassen met meer aanleg dan gemiddeld voor heupproblemen, knieproblemen, oogproblemen en dergelijke. Door een goede fokker worden de ouderdieren op deze ziektes getest voor er mee gefokt wordt. Ga dit na als u een hond van een bepaald ras koopt en realiseer u dat dit geen garantie geeft dat uw hond de aandoening niet zal krijgen. Houd er dus rekening mee dat bepaalde rassen voor bepaalde situaties niet geschikt zullen zijn. Een hond van een ras dat gevoelig is voor heup-‐of knieproblemen kunt u bijvoorbeeld beter niet op een bovenverdieping houden, tenzij het dier klein genoeg is om de trap op en af te tillen. Behalve erfelijke aandoeningen die door bepaalde genen worden veroorzaakt, zijn er ook gezondheidsproblemen die te maken hebben met de raskenmerken waarop de honden gefokt zijn. Kortneuzige honden hebben bijvoorbeeld eerder problemen met de ademhaling, langharige honden met hangende oren kunnen eerder last krijgen van oorontsteking, honden met veel huidplooien kunnen last krijgen van ontstekingen of
huidirritatie. Dit soort kenmerken stellen dus hun eigen eisen aan de verzorging en daar zal u dus tijd voor vrij moeten maken als u een dergelijk ras kiest. Kruising: Een kruising is een hond waarvan de ouders wel tot een ras te herleiden zijn zodat u toch een indicatie kan krijgen van wat voor eigenschappen u kan verwachten. Bastaard: Een bastaard daarentegen is een mengelmoes waar vanalles in kan zitten. Een bastaard is veel beter gewapend tegen de rasspecifieke lichamelijke of psychische problemen waarmee rashonden vaak te kampen hebben en bovendien goedkoper in aanschaf. Maar het blijft een verrassing om te zien tot welke hond hij zal uitgroeien. Wie een heel precies beeld van een hond voor ogen heeft kan dan wel eens bedrogen uitkomen, maar wie open staat voor een hond met een uniek karakter zal een specialevriend terug vinden in zijn bastaard. Welke hond past het best bij mij? Het is van primair belang een hond te kiezen die het best bij u en uw gezinssituatie past. De meeste mensen hebben een favoriet hondenras omdat ze al ervaring hebben met dit ras of omdat ze het gewoon mooi vinden. Dat laatste aspect mag zeker niet bepalend zijn bij de keuze van een hond. Beslis eerst voor uzelf wat u verwacht van de hond. Ook de opvoeding van de hond is zeer belangrijk. Door de grote variatie aan hondenrassen bestaan er geen algemene regels voor de opvoeding van een hond en is niet iedere hond even gemakkelijk om de basiscommando’s aan te leren. Vaak ontstaan gedragsproblemen bij honden door een foute opvoeding omdat men zich niet voldoende geïnformeerd heeft over het gekozen ras of omdat het betreffende ras totaal niet bij uw leefsituatie past. Volgende vragen kunnen u al een eind op weg helpen bij de keuze van de juiste hond. - Hebt u ervaring met het opvoeden van een hond? - Wat is uw woonsituatie? - Moet de hond kunnen omgaan met kinderen (jonger dan 14 jaar)? - Hoe groot mag de hond zijn? - De belangrijkste karaktereigenschap bij uw hond moet zijn (actief-‐vrolijk-‐speels, rustig-‐ aanhankelijk-‐trouw, pittig-‐waaks-‐intelligent) - Beharing (lang, kort, ruw) - Wat is de belangrijkste functie van de hond? (gezelschapshond, waakhond, jachthond, werkhond) - Hoeveel keer kunt u tijd maken om de hond te verzorgen? Onder verzorging wordt verstaan het borstelen van de vacht, reinigen van de oren, knippen van de nagels, … (1-‐2x/week, 3-‐4x/week, elke dag) - Hoeveel tijd kunt u in de beweging van de hond steken? (veel, elke dag een fikse wandeling, matig, 3-‐5x/week een wandelingetje, weinig tot geen, minder dan 2x/week) - Bent u bereid trainingen te volgen met deze hond vb hondenschool, puppyklassen, …?