Hazelaar – Corylus avellana Waarde voor bijen De hazelaar kan al in januari tot maart bloeien, waardoor zeer vroeg in het voorjaar stuifmeel voor bijen en hommels beschikbaar is. De kwaliteit van het stuifmeel is niet hoog, maar omdat er tijdens deze periode weinig andere stuifmeelbronnen zijn, maken bijen er toch gebruik van. De hazelaar produceert geen nectar. Standplaats De hazelaar is qua standplaats niet erg kieskeurig: zolang de bodem niet te nat of te zuur is, kan deze heester zich goed ontwikkelen. Een humusrijke onderlaag heeft de voorkeur. Het is een inheemse heester die op veel plekken in Nederland goed kan gedijen. Herkenning Opvallend aan de hazelaar zijn de hangende mannelijke katjes, die vanaf de zomer aanwezig zijn. In de winter komen deze tot bloei. De vrouwelijke rode bloeiwijzen zitten aan dezelfde struik in clusters bij elkaar. De bladeren van de hazelaar zijn ruw en behaard, met een kartelige rand. Hazelnoten zijn rond september rijp. Van links naar rechts: mannelijke katjes, vrouwelijke bloeiwijzen, bladeren en noten van de hazelaar
Bloei bevorderen Door de struik jaarlijks te dunnen zal deze het beste tot bloei komen, omdat dan voldoende licht de struik kan bereiken. Vermeerderen Hazelaars zijn niet te vermeerderen door stekken. Ze kunnen wel vermeerderd worden door middel van afleggen. Hierbij worden soepele jonge takken in de grond gebogen en vastgemaakt, zodat ze kunnen wortelen. Hazelaars die laag bij de grond afgesnoeid worden, kunnen aangeaard worden, zodat de nieuwe jonge scheuten allemaal wortelen. Door turf of potgrond bij de grond te voegen zal de beworteling verbeteren.
Bronnen: divers
Katwilg – Salix viminalis Waarde voor bijen Door de vroege bloei in maart en april is de katwilg een geliefde waardplant voor bijen en hommels. Het gaat dan om de mannelijke planten, omdat deze geel stuifmeel produceren. Standplaats Katwilgen komen voor langs sloten en rivieren, want ze houden van een natte standplaats. Herkenning De katwilg vormt meestal een struik, maar kan ook een boom vormen, die tot 6 m hoog kan worden. Ze kunnen geknot worden en er dan uitzien als een typische knotwilg. Het is een tweehuizige plant, dit betekent dat er een mannelijke en een vrouwelijke variant is, te herkennen aan de katjes die in de okselknoppen staan. - Mannelijke katwilgen hebben tijdens de bloei 1,5-3 cm lange mannelijke katjes en produceren geel stuifmeel. - Vrouwelijke katjes zijn wat langer. Mannelijke en vrouwelijke katjes bevatten beiden een honingklier. De bladeren zijn in de jonge fase aan beide kanten grijs zijdeachtig behaard. Daarna wordt de bovenkant blad grotendeels kaal en dofgroen. De bladrand is vaak naar binnen gerold. Van links naar rechts: mannelijke katjes, vrouwelijke katjes en bladeren van de katwilg
Bloei bevorderen De katwilg is een snelgroeiende plant. Omdat de katjes voornamelijk op éénjarig hout groeien moet de wilg altijd na de bloei sterk worden terug gesnoeid. Vermeerderen De katwilg is gemakkelijk te vermeerderen door te stekken. Stekken kan het beste tijdens de winterrust (niet later dan maart). Gebruik het middendeel van een nieuwe scheut van 0,5 tot 2 cm dikte en 25 cm lang. Snijdt de stek aan de onderkant direct onder een knop en aan de bovenkant direct boven een knop af. Steek de stek voor 2/3 deel in de grond met minimaal 3 knoppen boven de grond.
Bronnen: divers
Forsythia /Chinees klokje - Forsythia sp. Waarde voor bijen Forsythia is een winterharde heester, die al in maart en april uitbundig bloeit met een overvloed aan gele bloemen. Na de bloei krijgt de heester zijn blad. Standplaats Forsythia houdt van een plek in de volle zon of eventueel in lichte schaduw. De heester houdt van voedselrijke, vochthoudende grond. Oorspronkelijk komt de plant uit China en Korea. Herkenning De heester bloeit uitbundig in maart en april met vele gele bloemen. Er bestaan echter ook witte cultivars. De heester wordt ook ‘bloeiend hout’ genoemd, omdat er tijdens de bloei nog geen blaadjes aan de struik te vinden zijn. Forsythia kan tot 3 meter hoog worden. Van links naar rechts: bloemen van de forsythia en een gehele struik in bloei
Bloei bevorderen Forsythia kun je het best jaarlijks snoeien. De bloemen worden gevormd op de nieuwe scheuten van het jaar ervoor. Snoeien doe je direct na de bloei. Vermeerderen Forsythia is gemakkelijk te vermeerderen door het nemen van een zomerstek van 10 cm lengte. Neem hiervoor een takje dat zonder te breken gebogen kan worden. Stop een kant van het takje in een mengsel van turfrijke grond met scherp zand en geef het goed water. Al gauw zullen er wortels gevormd worden. De heester kan het jaar erop al bloeien.
Bronnen: divers
Vuilboom / Sporkehout - Rhamnus frangula / Frangula alnus Waarde voor bijen De vuilboom bloeit bijna het gehele bijenseizoen en is daarom een waardevolle drachtplant. Terwijl de besjes van een vorige bloei er nog steeds aan hangen, bloeit de vuilboom telkens weer opnieuw. Standplaats De plant heeft de voorkeur voor een natte, zurige grond. Algemeen zegt men, dat het een plant voor zandgrond is, maar in de praktijk blijkt dat deze plant ook in de volle klei kan gedijen. Herkenning De soort groeit als struik of als kleine boom tot ongeveer 5 meter hoog. De schors is zwart en heeft bruine poriën. De bladeren zijn elliptisch en gaafrandig. De bloemen hebben vijf kelk- en vijf kroonbladeren en zitten in de oksels van de takken. De bloemen staan alleen of in bundeltjes. De bloeitijd loopt van april tot juli. De vuilboom draagt rode besachtige steenvruchten die later zwart worden. Takken van de vuilboom, waarin de bladvorm, de bloemen en de steenvruchten te zien zijn
Bloei bevorderen De vuilboom bloeit op jong hout. Het is daarom aan te bevelen om de vuilboom regelmatig terug te snoeien, want dat levert weer nieuwe scheuten op die in bloei komen. Vermeerderen De vuilboom kan ook door jezelf worden vermeerderd door zaaien. Het zaad moet je daarvoor wel eerst stratifiëren (= een aantal malen bevriezen en ontdooien) om kiemkrachtig te worden. Je kunt natuurlijk ook de jonge plantjes uitsteken en verplanten. Waar vuilboom staat zullen jaarlijks meerdere jonge plantjes uitkomen. Bij de tuincentra zijn deze "ordinaire" boompjes bijna nooit te koop. Je moet er voor naar boomkwekers onder de afdeling 'plantsoen'. N.B. De vuilboom is de winterwaardplant van de Vuilboomluis, een plaaginsect voor akkerbouwgewassen. Het is daarom niet raadzaam om deze aan te planten in akkerbouwgebieden.
Bronnen: divers
Linde – Tilia sp. Waarde voor bijen Lindebomen bloeien rijkelijk in juni en juli. De bomen worden door bijen en hommels bestoven en verspreiden een aantrekkelijke geur. In juli zijn er weinig andere bloeiende soorten, waardoor laatbloeiende lindebomen belangrijk zijn voor bijen en hommels. Onder alleenstaande bomen kunnen soms veel dode hommels liggen. Doordat de hommels meer energie verbruiken bij het rondvliegen dan dat er in de vorm van nectar verzameld kan worden, verhongeren de hommels. Het wordt daarom aangeraden meerdere lindebomen bij elkaar te planten.
Standplaats De linde zien we vaak als straatboom en als leiboom bij huizen en boerderijen. Oorspronkelijk groeiden zij in beekdalen, maar ze zijn nu overal in Nederland te vinden. Herkenning De linde is dicht bebladerd en sterk vertakt. Zij geeft daardoor veel schaduw. De kroon van een vrijstaande linde is groots. De boom heeft een groot herstellend vermogen en laat zich in allerlei vormen snoeien. Kenmerkend is het zogenaamde wortelbroed aan de onderzijde van de stam. Dat zijn takkenbossen die vanuit de wortel omhoog groeien. De bladeren zijn hartvormig met een spitse punt. De bloemen zijn witgeel en geuren verrukkelijk. Wortelbroed, bloemen en zaden van de linde
Vermeerderen De plant vermeerdert zich door zaden, stekken en door wortelopslag. Aan de steel van de bloeiwijze zit een langwerpig blaadje dat, als de rijpe vruchtjes naar beneden vallen, zorgt voor een tollende beweging, waardoor de zaden door de wind verder verspreid kunnen worden. De zaden van de zomerlinde zijn zeer kiemkrachtig, terwijl die van de Hollandse linde steriel zijn, d.w.z. dat zij zich niet via zaden voortplant, maar wel gestekt kan worden.
Bronnen: divers
Klimop – Hedera helix Waarde voor bijen De klimop bloeit in het najaar (augustus tot november) op afstaande zijtakken in de zon. Als de weersomstandigheden het toelaten, kunnen o.a. bijen en hommels hier een weldadige dracht vinden. Standplaats Klimop is een groenblijvende, houtige liaan. De plant groeit op vochtige, voedselrijke grond langs muren en tegen bomen waaraan de plant zich met korte luchtwortels vastklampt.
Herkenning De bloemen staan in bolvormige schermen die in trosjes staan. De bladeren aan de bloeiende takken zijn eirond, terwijl die van niet bloeiende takken handvormig zijn met een hartvormige voet. Na de bestuiving ontstaat er per bloemetje een blauw-zwarte bes die pas na de winter rijp is. Van links naar rechts: bloeitakken, klimtakken en bessen van de klimop.
Bloei bevorderen Het duurt meerdere jaren voordat klimop tot bloei komt. De bladeren op de bloeiende afstaande zijtakken hebben een eigen vorm die afwijkt van die van de klimmende takken. Als je van zo'n afstaande bloeiende zijtak een stek maakt dan ontstaat er een struik met alleen die bladvorm. Deze struik zal geen wegklimmende of wegkruipende uitlopers meer krijgen, en is dus een elk najaar bloeiende struik met een vaste plaats zoals andere struiken. Vermeerderen Klimop is gemakkelijk te vermeerderen middels stekken of middels afleggen. Als je goed bij de basis van de plant zoekt zal je zien dat de plant zelf al over de grond gekropen is en op verschillende plaatsen wortels heeft aangemaakt. Deze scheuten met wortels kan je dan direct van de moederplant afknippen en elders aanplanten.
Bronnen: divers
Meidoorn – Crataegus sp. Waarde voor bijen De meidoorn is niet bijzonder waardevol voor bijen en hommels, omdat deze in mei bloeit wanneer er ook veel andere drachtplanten te vinden zijn. Echter, het is een boom/heester die van oudsher op het platteland gebruikt wordt in hagen vanwege de doorns (als veekering). Standplaats De meidoorn is een inheemse plant en groeit op vrijwel alle gronden, zowel op tamelijk droge als vrij natte plaatsen goed groeien. De plant houdt van een zonnige standplaats en/of halfschaduw. Herkenning De plant vertakt bij de grond en heeft dus een lage kroon. Vaak zijn er kruisende takken. De takken hebben scherpe, 1-2,5 cm lange doorns. De bladeren hebben drie tot zeven lobben en grofgetande randen. Het blad is glanzend donkergroen van boven en donkerroze van onder. De bloemen zijn wit, roze of rood van kleur bestaande uit 5 kroonblaadjes. Na de ontwikkelen deze zich tot circa 1 cm grote, eivormige vruchten. Rijpend verkleuren ze van groen tot donkerrood. Van links naar rechts: tak met bladeren en doorns, bloemen en vruchten van de meidoorn.
Bloei bevorderen Een meidoorn bloeit op overjarig hout. Struiken kunnen tussen herfst en voorjaar eens in de twee of drie jaar worden teruggezet tot vlak boven de basis, maar laat dus enkele scheuten in de top staan. Volgroeide bomen hebben nauwelijks snoei nodig. Vermeerderen De meidoorn kan uit zaad vermeerderd worden. Wel duurt het vrij lang voor de zaden kiemen, soms tot ruim twee jaar.
Bronnen: divers
Esdoorn - Latijnse naam Waarde voor bijen Esdoorns behoren tot de betere voorjaarsdrachtplanten. De esdoorn is een geslacht van zo'n 120 soorten bomen en struiken. Het merendeel van de esdoornsoorten zijn geweldige bijenplanten met meestal niet zo opvallende geelgroene bloemtrossen die zowel nectar als geel/geelachtig stuifmeel leveren. De bloeiperiode verschilt per esdoornsoort, maar is vanaf maart tot en met mei. Standplaats Esdoorns groeien het beste op zonnige plaatsen of in de halfschaduw. Herkenning De vrucht van al die esdoorns is voorzien van een grote vleugel. Er zitten daarbij twee vruchten aan één steeltje. Deze “helikoptertjes” zorgen voor een goede verspreiding door de wind. Esdoorns staan verder bekend om hun mooie blad qua vorm en kleur. Het esdoornblad met de drie punten staat in de Canadese vlag. Van links naar rechts: helikoptertjes en bladeren van de esdoorn
Bloei bevorderen Door jaarlijks te snoeien kun je bloei bevorderen. Echter, de inheemse esdoorns gaan gemakkelijk bloeden na het snoeien. Dit bloeden vindt plaats als het groeiseizoen in het voorjaar weer aanbreekt. Je kunt het beste in de zomer snoeien, want dan heeft de boom het vermogen om zijn "wond" binnen 24 uur te helen. Vermeerderen Gewone esdoorn wordt vegetatief vermeerderd door afleggers. Hierbij wordt een stengel of tak naar de grond gebogen en wordt op een deel ervan grond gelegd. Ook kunnen de meeste soorten gestekt worden.
Bronnen: divers