Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht
IVLOS-Expertisecentrum ICT in het Onderwijs Creative Commons februari 2009
Contactadres Expertisecentrum ICT in het Onderwijs IVLOS, Universiteit Utrecht Postbus 80.127 3508 TC Utrecht 030-2533724
[email protected] http://www2.ivlos.uu.nl/ictexpertisecentrum
Inhoudsopgave 1. Inleiding ........................................................................................................ 5 2. Inzet van stemkastjes: didactische adviezen ................................................... 7 2.1 Hoorcollege ............................................................................................. 7 2.2 Toetsing.................................................................................................. 8 2.3 Feedback en onderwijsevaluatie ................................................................. 8 2.4 Opiniepeiling............................................................................................ 8 2.5 Debat en rollenspel .................................................................................. 9 3. Onderzoek naar stemkastjes ...........................................................................11 3.1 Evaluatie pilots in de UU ..........................................................................11 3.2 Internationaal onderzoek .........................................................................11 3.3 Conclusie ...............................................................................................12 4. Aandachtspunten bij de inzet van stemkastjes..................................................13 4.1 Studenten en stemkastjes ........................................................................13 4.2 Aandachtspunten en tips ..........................................................................14 4.3 Conclusie ...............................................................................................16 5. Werken met stemkastjes ................................................................................17 5.1 Hoe werken stemkastjes?.........................................................................17 5.2 Wat is er nodig om met stemkastjes te werken? .........................................18 5.3 Hebben stemkastjes de toekomst? ............................................................18 6. Literatuur en links ......................................................................................19
1.
Inleiding
Stemkastjes maken interactie met grote groepen studenten mogelijk, dat is één van de redenen waarom stemkastjes steeds vaker worden ingezet in het Nederlandse hoger onderwijs. Meer interactie leidt tot actiever leren, hierdoor neemt de kans op een hoger leerrendement toe. Een college aan een groep van driehonderd studenten levert voor studenten en docenten meer op, wanneer studenten op de juiste momenten worden betrokken, bijvoorbeeld door het geven van hun mening of door het beantwoorden van vragen op basis waarvan het verloop van het college wordt beïnvloed. Antwoorden gegeven via stemkastjes zijn betrouwbaarder, dan wanneer er handmatig wordt gestemd of hardop antwoord wordt gegeven. Er zijn stemsystemen op de markt in allerlei soorten en maten. De belangrijkste verschillen hebben te maken met responsmogelijkheden (meerkeuze of open vragen) en met de mogelijkheden om koppelingen te maken met externe databestanden. Een stemsysteem bestaat uit een aantal stemkastjes (variërend van formaat ‘creditcard’ tot formaat ‘afstandsbediening’), een ontvanger (variërend van een vierkant kastje van 10cm2 tot een USB-stick) voor gemiddeld 2000 stemkastjes, software en een licentie. De vragen waarop wordt gestemd, kunnen worden geprojecteerd via PowerPoint, Powerpoint en de stemsoftware werken samen. De inzet van stemkastjes sluit aan bij de onderwijsrichtlijnen van de Universiteit Utrecht (UU), namelijk ‘activerende werkvormen’ en ‘vraagsturing’. Eind 2008 heeft de UU 500 stemkastjes aangeschaft van het merk Interwrite PRS. De keuze voor dit type stemkastjes is gebaseerd op ervaringen in de UU (Faculteit Sociale Wetenschappen) en op een evaluatie van pilots (diverse faculteiten) door Paul en Van Bergeijk (2007). Deze handleiding bevat richtlijnen voor een zinvol gebruik van stemkastjes in het onderwijs. Ook wordt kort ingegaan op onderzoek naar de inzet van stemkastjes; aandachtspunten bij het gebruik ervan; en typische eigenschappen van de stemkastjes van Interwrite PRS. Deze ‘inhoudelijke’ handleiding is te vinden op de website http://www2.ivlos.uu.nl/ictexpertisecentrum --> digitale didactiek --> stemkastjes. Op de website vindt u ook de technische handleiding voor het gebruik van stemkastjes, formulieren voor het aanvragen van stemkastjes en ondersteuning bij het gebruik van stemkastjes (technisch en didactisch) en een overzicht van kosten.
Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009
5
6
Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009
2.
Inzet van stemkastjes: didactische adviezen
Stemkastjes kunnen op verschillende manieren worden ingezet. Iedere inzet vraagt om het formuleren van goede vragen en een follow-up die laat zien dat er wat gebeurt met de antwoorden van de studenten. Wat een ‘goede’ vraag is, hangt samen met de context en de functie van de vraag. Bijvoorbeeld als docenten willen checken of studenten het behandelde onderwerp/concept begrijpen, stellen zij een meerkeuze vraag waarin de antwoorden zijn geformuleerd op basis van misconcepties die studenten vaak over dat onderwerp hebben. Stemkastjes kunnen worden gekoppeld aan studenten (ID-nummers), maar kunnen ook anoniem worden gebruikt. Stemkastjes kunnen behalve in colleges (meest voorkomende gebruik), ook worden ingezet bij conferenties, lezingen, werkgroepbijeenkomsten. Hieronder volgt een overzicht van de diverse didactische mogelijkheden van stemkastjes bij hoorcolleges, toetsing, feedback en evaluatie opiniepeiling en debat en rollenspel.
2.1
Hoorcollege
Hoorcolleges worden meestal gehouden voor grote groepen studenten, stemkastjes kunnen vanuit meerdere motieven in een college worden ingezet: • Stemkastjes inzetten bij de start van een college om een beeld te krijgen van het instapniveau van studenten: ‘wat weten ze wel en wat niet’. Tijdens het college wordt daar rekening mee gehouden, door bijvoorbeeld extra aandacht te besteden aan specifieke onderdelen en andere onderdelen over te slaan. • Stemkastjes inzetten als check bij de start van een college: hebben studenten zich voorbereid op het college? Op basis hiervan wordt besloten hoe er verder wordt gegaan met het college, bijvoorbeeld het college inkorten, laten vervallen, verder gaan met een selecte groep. • Checken van begrip tijdens het college: hebben studenten de essentie van het betoog begrepen? Zo’n vraag kan worden gevolgd door een discussie. Bijvoorbeeld, de docent heeft een ingewikkeld concept uitgelegd en stelt een meerkeuze vraag om het begrip te controleren. De ervaren docent weet elke denkfouten studenten hierbij maken, deze zijn verwerkt in de antwoordalternatieven. Op basis van de stemming vraagt docent de studenten om elkaar in tweetallen van het goede antwoord te overtuigen. Daarna volgt opnieuw een stemronde. Als dan blijkt dat er nog redelijk veel verkeerde antwoorden worden gegeven, is de kans groot dat alle studenten zeer gemotiveerd zijn om het betoog nog een keer te horen. • Opstart van discussie: een discussie in een groep loopt het best wanneer er verschillende meningen zijn. De meningen van studenten (in een collegezaal of andere onderwijsruimte) kunnen via stemkastjes worden geïnventariseerd. Op basis van het overzicht kan worden gevraagd of voor- en tegenstanders hun mening willen toelichten. Dit kan een mooie aanzwengelaar zijn voor de discussie. Eventueel kunnen na afloop de meningen opnieuw worden geïnventariseerd: zijn er verschuivingen waarneembaar? Vervolgens kan worden geanalyseerd waardoor de verschuivingen zijn opgetreden. • Keuze voor specifiek onderdeel: docenten kunnen student zeggenschap geven over het verloop van een college. Studenten mogen dan bijvoorbeeld uit vier onderdelen kiezen. De docent bespreekt het onderdeel, of de twee onderdelen, waarop het vaakst is gestemd. • Maken van van afspraken over de organisatie: het maken van een afspraak over bijvoorbeeld een extra werkcollege of extra toets kan na afloop van een college
Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009
7
•
2.2
worden geregeld via stemkastjes. Hebben studenten behoefte aan een extra werkcollege? Zo ja, in welke week? Aandacht vasthouden: alle genoemde functies en voorbeelden van de inzet van stemkastjes bij hoorcolleges hebben als neveneffect dat ze de aandacht van studenten vasthouden. In de praktijk blijkt de eerste aandachtsdip op te treden na tien minuten. De inzet van stemkastjes kan gepland worden, rekening houdend met dit soort dips.
Toetsing
Toetsing van grote groepen studenten is lastig, zeker wanneer dit digitaal moet gebeuren: het ontbreekt vaak aan grote computerzalen. Stemkastjes worden gebruikt in grote collegezalen en kunnen een bijdrage leveren aan het digitaal toetsen van grote groepen studenten, zeker wanneer het gaat om formatief (tussentijds) toetsen. Zo’n tussentijdse toets telt niet of gedeeltelijk mee voor het eindoordeel en kan zowel de student als de docent inzicht geven in de voortgang en ontwikkeling van de student. Op basis hiervan kunnen door de docent (voor de groep of voor individuele studenten) en door de student werkwijzen en/of planningen worden aangepast. Afhankelijk van de situatie kan worden gekozen voor anoniem toetsen of toetsen op basis van student ID. In het laatste geval koppelen docenten de antwoorden van studenten na het gebruik van de stemkastjes aan hun identiteit. Stemkastjes kunnen antwoorden ‘onthouden’, daardoor is het mogelijk om studenten thuis een aantal meerkeuze vragen te laten beantwoorden met hun ‘eigen’ stemkastjes en deze in een college te verzamelen. Docent en student zien dan in een overzicht de antwoorden op een vraag geprojecteerd. Dit kan input leveren voor de inhoud van het college. Formatief toetsen stelt over het algemeen geen hoge eisen aan zaken als het voorkomen van ‘afkijken’ , daarom is deze vorm zeer geschikt voor deze functie van toetsing. Aan summatieve toetsing lijken stemkastjes vooralsnog geen bijdrage te kunnen leveren. Studenten geven aan dat ze het bij dit soort toetsing lastig vinden dat ze geen overzicht hebben over de toets: de vragen worden na elkaar geprojecteerd, studenten kunnen niet voor- of achteruit kijken. Dit is weliswaar handig bij vragen die voortborduren op gegeven antwoorden, maar studenten vinden deze afgedwongen antwoordvolgorde vervelend.
2.3
Feedback en onderwijsevaluatie
Stemkastjes zijn zeer efficiënt bij het leveren van feedback. Deze feedback kan gericht zijn op medestudenten (bijvoorbeeld peerfeedback bij een presentatie van een medestudent), maar kan ook op verzoek van de docent plaatsvinden. Bijvoorbeeld over het tempo waarin het college wordt gehouden (te snel of te langzaam) of over de duidelijkheid van gegeven voorbeelden. Stemkastjes worden ook ingezet om een blok of onderwijsonderdeel te evalueren: bijvoorbeeld in het laatste college stelt de docent een aantal vragen over het blok. De studenten kiezen een antwoord en de docent kan ter plekke verduidelijking vragen en verbetervoorstellen voorleggen.
2.4
Opiniepeiling
De peiling van meningen en het beantwoorden van ‘gevoelige’ vragen zoals ‘heb je het college voorbereid?’, verloopt een stuk overzichtelijker via stemkastjes. Op basis van het responsoverzicht kan aan studenten worden gevraagd hun antwoord toe te lichten. Dit veronderstelt dat studenten bekend maken waarvoor ze hebben gestemd. Anonieme stemmingen zijn een voorwaarde het peilen van opinies over persoonlijke zaken, zoals bijvoorbeeld ‘geloof je in een leven na de dood’. Door de inzet van stemkastjes zullen veel meer studenten dan voorheen aangeven dat ze geloven in een leven na de dood.
8
Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009
Opiniepeilingen leiden er bovendien toe dat het groepsgevoel wordt versterkt: ‘wij die zijn voor langere stages versus zij die zijn voor langere onderwijsperiodes’.
2.5
Debat en rollenspel
Een debat kan worden verlevendigd door aanwezigen vooraf en achteraf te laten stemmen op de besproken stellingen. Hiermee kan vrij nauwkeurig worden gemeten welke debater het best in staat is ‘zijn’ mening overtuigend te presenteren.
Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009
9
10 Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009
3.
Onderzoek naar stemkastjes
Onderzoek naar stemkastjes is voornamelijk beschrijvend van aard. In de UU zijn in 2006 en 2007 pilots uitgevoerd met stemkastjes (proeftentamens, hoorcollege, symposium). Ook elders is onderzoek gedaan naar het effect van de inzet van stemkastjes. De resultaten van de UU-pilots en van overig onderzoek worden hieronder beschreven.
3.1
Evaluatie pilots in de UU
In 2006-2007 is in opdracht van de Directie ICT van de UU onderzocht hoe stemkastjes in het onderwijs kunnen worden ingezet en welk systeem daarvoor het meest geschikt is. Dit onderzoek is uitgevoerd door Paul en Van Bergeijk (Faculteit Geowetenschappen) en heeft in augustus 2007 geresulteerd in een ‘Evaluatierapport Pilot Stemkastjes’ (Paul & Van Bergeijk, 2007). Uit de evaluaties van de verschillende pilots kunnen de volgende conclusies worden getrokken: • Bij grote hoorcolleges kunnen stemkastjes worden gebruikt om de attentiefunctie te vergroten (inlassen van een interactief moment) en te checken of de informatie goed is overgekomen (controle op informatieoverdracht). Studenten kunnen anoniem melden dat ze iets nog niet snappen (drempelverlagend). • Stemkastjes kunnen worden ingezet bij een proeftentamen: studenten komen te weten ‘hoe ze er voor staan’. Studenten geven aan dat ze de stemkastjes niet willen gebruiken bij tentamens die meetellen voor een ‘harde’ beoordeling. • Stemkastjes voegen iets toe bij een opiniepeiling (het is anoniem en voelt realistisch aan) en bij debat en rollenspel (zorgt voor een moment van spanning en opwinding, onder andere vanwege het authentieke karakter). • Stemkastjes kunnen worden gekoppeld aan de evaluatie van het onderwijs. Voordelen hiervan zijn: a) de resultaten worden opgeslagen en kunnen vervolgens als rapport eenvoudig worden geprint en b) de resultaten zijn direct zichtbaar, hierdoor kan de docent bij opvallende antwoorden een toelichting vragen en een gesprek aangaan over mogelijke verbeteringen. Overall worden stemkastjes gezien als een verrijking voor het onderwijs. Wat betreft het meest geschikte systeem wordt voorgesteld over te stappen op het systeem van ‘Interwrite’ (zie hoofdstuk 5).
3.2
Internationaal onderzoek
Ook uit internationaal onderzoek blijkt dat stemkastjes kunnen worden gezien als een verrijking van het onderwijs: • Martyn (2007) onderzocht het effect van stemkastjes op leerresultaten. Om de condities zoveel mogelijk vergelijkbaar te houden, koos ze niet voor een opzet ‘geen stemkastjes’ versus ‘wel stemkastjes’ (passieve versus actieve leermethode) , maar vergeleek ze het leerresultaat van de inzet van ‘stemkastjes’ met het leerresultaat bij de inzet van ‘klassendiscussies’ (beide representeren actieve leermethoden). De resultaten waren statistisch niet significant, maar studenten die met de stemkastjes werkten, scoorden gemiddeld een hoger cijfer en waren meer betrokken bij het onderwerp dan de studenten die met de klas hadden gediscussieerd. • Morlin e.a. (2008) gebruikte stemkastjes bij een introductiecursus psychologie; de ene helft van de studenten kon extra punten verdienen door aan het begin van ieder college vijf vragen te beantwoorden. Deze vragen hadden een relatie met de teksten die ze voor het betreffende college moesten voorbereiden. Dit gebeurde met behulp van stemkastjes. In het college besteedde de docent aandacht aan de vragen die slecht waren beantwoord.
Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009 11
•
3.3
De andere helft van de studenten kon extra punten verdienen door mee te doen aan een willekeurig onderzoek óf door het bestuderen van extra literatuur. Beide groepen kregen onderwijs op een ‘interactieve manier’. Uit dit onderzoek bleek dat de ‘stemkastjes-groep’ net iets beter scoorde op het tentamen dan de andere groep. In de discussie wordt aangegeven dat vervolgonderzoek gericht moet zijn op het gebruik van vergelijkbare pedagogische technieken. Simpson en Oliver (2007) voerden een onderzoeksreview uit naar de inzet van stemkastjes komen tot de volgende conclusies: 1. Stemkastjes moeten gezien worden als een tool en niet als een onderwijsbenadering. De inzet van stemkastjes op zich leidt dus niet tot beter leren. Wanneer stemkastjes worden ingezet om de betrokkenheid van studenten bij het onderwijs te vergroten, blijken ze bij te dragen aan een hogere motivatie. Dit komt onder andere omdat de stemkastjes zorgen voor snelle feedback. 2. Het algemene idee is dat stemkastjes bij kunnen dragen aan betere colleges. De nadruk op betrokkenheid en interactie stimuleert docenten om hun aanpak in colleges anders aan te pakken, bijvoorbeeld door af te stappen van het idee dat colleges alle topics van een cursus moeten dekken.
Conclusie
Op basis van pilots en onderzoek kan worden gesteld dat de resultaten van de inzet van stemkastjes wijzen in de richting van meer betrokkenheid en beter leren. Voorwaarde hiervoor is dat de stemkastjes worden ingezet om zinvolle interactie, dat wil zeggen interactie die meerwaarde heeft voor studenten, te bevorderen.
12 Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009
4.
Aandachtspunten bij de inzet van stemkastjes
In de praktijk blijkt dat het gebruik van stemkastjes voor- en nadelen heeft. Deze hebben te maken met het type stemkastje, de ervaring van de docent en van de student met stemkastjes en de specifieke situatie waarin de stemkastjes worden ingezet. Hieronder zijn aandachtspunten en tips beschreven die kunnen worden gebruikt bij het ontwikkelen van onderwijs met stemkastjes. Ze worden voorafgegaan door reacties van studenten op de inzet van stemkastjes.
4.1
Studenten en stemkastjes
Hoe kijken studenten aan tegen de inzet van stemkastjes? Simpson, V. & Oliver, M. (2007) hebben op basis van hun onderzoeksreview ervaringen van studenten op een rijtje gezet. Ze worden weergegeven in onderstaande tabel.
Ervaringen van studenten: opbrengsten Het is grappig om stemkastjes te gebruiken en zorgt voor afwisseling Colleges worden interactiever en interessanter en de hele groep wordt betrokken Ik vind t leuk dat ik mijn mening kan geven en dat ik die van anderen zie Doordat het anoniem is antwoord ik eerlijker Het laat me zien hoe mijn mening zich verhoudt tot die van de rest van de groep Je kunt controleren of je het inderdaad goed begrijpt Laat zien waar de problemen zitten Docenten kunnen hun programma aanpassen aan wat studenten moeilijk vinden Geeft een indicatie van hoe goed de docent in staat is zijn inhoud over te brengen Ervaringen van studenten: problemen Het uitdelen van stemkastjes en de instructie kosten te veel tijd Stemkastjes kunnen de aandacht van de inhoud volledig afleiden Het is niet altijd duidelijk waarop moet worden gestemd In het college lijkt de inzet van het stemkastje belangrijker dan de inhoud De vragen lijken soms meer op te leveren voor de docent en nieuwe studenten dan voor ons (huidige studenten) Irritante studenten die maar op knopjes blijven drukken en de boel in de war schoppen Niet altijd zo anoniem als is aangekondigd Sommige studenten stemmen willekeurig en misleiden daarmee de docent Soms lijkt de docent vooral stemkastjes in te zetten om de ervaring en niet om de meerwaarde Tabel 1: Hoe kijken studenten aan tegen de inzet van stemkastjes (Simpson, V. & Oliver, M. 2007).
Het overzicht van Simpson & Oliver is vergelijkbaar met de ervaringen binnen (zie onder andere Paul & Van Bergeijk 2007 en Van Meer 2008) en buiten de UU (zie onder andere Beatty er all 2006 en Martyn 2007). Hieronder volgen ‘aandachtspunten en tips’ voor het effectief inzetten van stemkastjes.
Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009 13
4.2
Aandachtspunten en tips
Het effectief inzetten van stemkastjes vraagt van de docent extra tijdsinvestering, goede vragen en een goed lopende organisatie. In de tabel zijn de aandachtspunten en tips geordend rond deze drie aspecten. Aandachtspunt Tijdsinvestering De inzet van stemkastjes vraagt extra tijd van de docent: Extra tijd in de voorbereiding
Tip
Houdt daar rekening mee! Op de websites http://www2.ivlos.uu.nl/ictexpertisecentrum - digitale didactiek - stemkastjes en http://idc.fss.uu.nl av-apparatuur staan onder andere: - handreiking stemkastjes in onderwijs - gebruikshandleiding stemkastjes - informatie training gebruik stemkastjes - informatie over didactische ondersteuning.
Extra tijd tijdens de sessie
Plan in een sessie/college tijd in voor het stellen van (extra) vragen, bijvoorbeeld tussentijds door extra vragen in te voegen of door het opzetten van een flexibel college, waarbij studenten kunnen kiezen aan welk onderdeel ze het meest behoefte hebben.
Extra tijd na afloop van de sessie
Alle antwoorden in een sessie kunnen worden getransporteerd naar Excel. De resultaten kunnen worden gebruikt bij de voorbereiding van het volgende college of om na te gaan of er een opbouw zit in de collegereeks wat betreft resultaten van studenten.
De vragen Een ‘goede’ vraag wordt bepaald door de context. Wat zijn algemene richtlijnen?
Vraag-technisch: Een goede vraag omvat slechts één vraag; de context van de vraag is duidelijk; de vraag en antwoordalternatieven zijn helder en zo kort mogelijk geformuleerd; er zijn niet meer dan vijf antwoordalternatieven; de vraag kent geen ontkenning en geen spelfouten. Inhoudelijk: Een goede vraag gaat over de ‘essentie’ en heeft een duidelijke relatie met een belangrijk leerdoel; de vraag legt een relatie met iets dat eerder is geleerd; het overzicht van antwoorden heeft betekenis zowel voor docent als student; de antwoorden bieden aanknopingspunten voor het vervolg; het
14 Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009
goede antwoord ligt niet voor de hand; de vraag heeft een relatie met de ‘echte’ wereld. Aandachtspunt
Tip
Vraagtypen:
Ontwerpregels:
Aandacht opwekken en bewustzijn kweken
Beperk de vraag tot de essentie, vergelijk en contrasteer, hergebruik bekende situaties.
Discussie bevorderen
Kies voor analyse- en redeneervragen, meerdere acceptabele antwoorden, ‘boute’ uitspraken, bewuste ambiguïteit. Focus op interpretaties van representaties, vergelijken en contrasteren, vergroten van de context, presenteren van varianten en weglaten van benodigde informatie.
Nadenken bevorderen
Deze specifieke ontwerpregels kunnen tegengesteld zijn aan de ‘algemene richtlijnen’, bijvoorbeeld ‘bewuste ambiguïteit’. Maak gebruik van reeds bestaande vragen.
Het formuleren van een goede vraag kost veel tijd. Maak gebruik van goede vragen van anderen, bijvoorbeeld van vragen die studenten onderling bespreken voor of na het college of bij het koffieapparaat, vragen die studenten stellen/hebben gesteld, vragen uit tentamens of databases (type in google ‘conceptests’).
Keuze voor open of meerkeuze vraag?
Het intypen van een antwoord bij een open vraag kost veel meer tijd dan het kiezen van een antwoord-alternatief. Een open vraag wordt daarom alleen gesteld wanneer het antwoord heel kort kan zijn en het interessant is om de variatie in antwoorden te zien. Bijvoorbeeld: Benoem in één woord wat je vindt van deze presentatie.
Organisatie Opbouw sessie?
Hoeveel respons-tijd?
Bouw een sessie (college) op rondom een aantal wezenlijke vragen die met elkaar het onderwerp van de te bestuderen materie afdekken. Stel de vragen dus niet allemaal achter elkaar. Ga bij meerkeuze vragen uit van: ≤ 30 studenten 15-20 sec. per vraag 30-100 studenten 30 sec. per vraag ≥ 100 studenten 60 sec. per vraag
Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009 15
Ter plekke kan de tijdsmeter worden gestopt. Stel de responstijd bij op basis van ervaring. Aandachtspunt
Tip
Onderscheid tussen vraag-dia en powerpoint-dia.
Maak in de lay-out een duidelijk onderscheid tussen een vraag-dia en een gewone powerpoint-dia, bijvoorbeeld door de vraag of stelling als zodanig te benoemen (Vraag:..).
Is het de eerste keer dat studenten en/of docent stemkastjes gebruiken?
Begin de sessie met een testvraag en maak de bedoeling van de testvraag duidelijk. Voorbeeld van een testvraag: hoe ben je naar het college gekomen lopen, fiets, openbaar vervoer, auto, combinatie.
Alles op orde?
Zorg dat je alles hebt uitgetest in de ruimte waarin de sessie plaats vindt (inclusief test met stemkastjes)
Er ontstaat altijd rumoer wanneer de resultaten worden gepresenteerd.
Op de presentatie van antwoorden moet snel gereageerd worden door de aandacht te richten op bepaalde uitkomsten.
Soms raken er stemkastjes kwijt, niet omdat ze moedwillig worden achtergehouden maar omdat ze per ongeluk worden meegenomen.
Aan het eind van een sessie nog een laatste vraag stellen en daarna de kastjes innemen.
4.3
Conclusie
De aandachtspunten en tips verhogen de kans op een zinvolle inzet van stemkastjes, maar ze vormen hiervoor geen garantie. Het ontwikkelen van interactief/interactiever onderwijs met behulp van stemkastjes kan het best worden opgevat als een proces, waarin veel leermomenten zitten. Collega-docenten kunnen hierin een rol spelen.
16 Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009
5.
Werken met stemkastjes
De UU werkt met stemkastjes van het type Interwrite PRS. Hieronder wordt uitgelegd hoe deze stemkastjes werken en wat er voor nodig is.
5.1
Hoe werken stemkastjes?
De stemkastjes in de UU zijn van het type ‘Interwrite-PRS’ en hebben een aantal handige functionaliteiten. Deze worden uitgebreid toegelicht in de gebruikshandleiding en hieronder kort samengevat: • Vragen kunnen mondeling worden gesteld of in de response software zelf. • Vragen kunnen in PowerPoint worden getypt en gekoppeld aan de response software. • Nieuwe vragen kunnen worden toegevoegd aan een bestaande PowerPoint presentatie • Mogelijkheid voor diverse vraagtypen: meerkeuze vragen (alfanumeriek en numeriek), waar/niet waar (T - F), invoer kort antwoord (open vraag), meerdere antwoorden zijn goed, volgorde van antwoorden, invoer met decimale punt, breuken en positieve en negatieve getallen. • Er kan worden ingesteld hoeveel stempogingen er per vraag mogelijk zijn (handig voor als student per ongeluk of te snel een verkeerde toets invoert). • Vragen kunnen worden gekruist (bijvoorbeeld vraag x (geslacht man of vrouw?) wordt gekruist met vraag y (favoriet vervoersmiddel fiets, openbaar vervoer of auto?). • Stemkastjes kunnen antwoorden ‘onthouden’, dat betekent dat studenten zowel ter plekke als ter voorbereiding vragen kunnen beantwoorden. • Ter plekke kan een vraag worden veranderd of toegevoegd en kan de stemtijd worden opgehoogd of verlaagd. • De stemkastjes kunnen anoniem en gekoppeld aan student ID worden ingezet. • Kant en klare vragen van websites en uitgevers kunnen worden geïmporteerd, bijvoorbeeld vragen gemaakt in Hot Potatoes
Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009 17
•
• •
5.2
http://hotpot.klascement.net/kt.htm of vragen gemaakt in examview die worden geleverd bij studie boeken http://www.fscreations.com/titletrack. Er zijn diverse mogelijkheden voor rapportage: absentielijst, resultaten per individuele leerlingen/student, cijferlijst (bij koppeling aan student ID) en overall resultaten van een sessie of per semester. Resultaten kunnen worden geëxporteerd naar Excel (via CSV), Blackboard en WebCT. Er zijn ook kleinere stemkastjes van Interwrite beschikbaar (cricket). Een belangrijk verschil met de PRS-stemkastjes is de beperking in vraagtypen: meerkeuzevragen en waar / niet waar. De UU beschikt niet over deze stemkastjes.
Wat is er nodig om met stemkastjes te werken?
De docent die van plan is stemkastjes in te zetten, heeft als eerste nodig een set goede vragen (stellingen). Deze kunnen zelf ontwikkeld zijn of afkomstig zijn uit een kant en klare database. In het laatste geval kunnen de vragen rechtstreeks worden geprojecteerd (respons software loopt mee), in het eerste geval is het handig om dit via Powerpoint te doen. Er kan niet worden gestemd zonder software, ontvanger en stemkastjes. De software wordt op alle computers in de UU geïnstalleerd. Ontvangers en stemkastjes kunnen worden gereserveerd bij het IDC, daar is ook een installatie cd beschikbaar. Een ontvanger kan 2000 stemkastjes aan. Het IDC geeft gebruikersworkshops om met stemkastjes te leren werken. Informatie hierover is te vinden op de website van het IDC http://idc.fss.uu.nl av apparatuur. Op deze site staat ook informatie over: • reservering van stemkastjes • aanmelden voor workshops • gebruikshandleiding • handreiking onderwijs • aanvraag didactische ondersteuning bij het IVLOS • contact informatie • kosten
5.3
Hebben stemkastjes de toekomst?
Op de meeste instellingen wordt nog ‘gewoon’ gewerkt met stemkastjes, maar de technologie van stemkastjes ontwikkelt zich richting het punt waarop geen afzonderlijk stemkastje meer nodig is. Het stemmen kan dan gebeuren via de mobiele telefoon van de student. De Vrije Universiteit doet daar op dit moment (2008/2009) experimenten mee via ‘sms2vote’. Bij sms2vote wordt net als bij de Interwrite-stemkastjes, software geïnstalleerd op een computer en kunnen vragen worden aangemaakt in Powerpoint. Voordeel hiervan is dat het voor studenten/gebruikers veel gemakkelijker is om tekst in te voeren, er is geen extra tool (stemkastje) nodig en studenten hebben het stemkastje altijd bij de hand. Nadeel is dat de student voor ieder smsbericht moet betalen (0,15 cent), dat de antwoorden niet geëxporteerd kunnen worden naar Excel, en dat het aantal vraagtypes beperkt is (vragen kunnen bijvoorbeeld niet worden gekruist). Voorlopig kiest de UU voor een oplossing waaraan voor de student geen kosten zijn verbonden. Ontwikkelingen zoals met sms2vote worden nauwkeurig in de gaten gehouden.
18 Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009
6.
Literatuur en links
Beatty, I.D., Gerace W.J., Leonard W.J., and Dufresne R.J. (2006). Designing effective questions for classroom response system teaching. American Journal of Physics, 74(1): 31-39. Educause (2007). 7 things you should know about clickers. http://net.educause.edu/ir/library/pdf/ELI7002.pdf Meer, A. van (2008). Evaluatie gebruik stemkastjes bij Bestuurs & Organisatiekunde. Interne rapportage Universiteit Utrecht. Morling, B., McAuliffe, M., Cohen, L. and DiLorenzo, T.M. (2008). Efficacy of Personal Response Systems (“Clickers”) in Large, Introductory Psychology Classes. Teaching of Psychology,35 (1): 45-50. Paul, L., & Bergeijk, E. van (2007). Evaluatierapport Pilot Stemkastjes. Utrecht: Faculteit Geowetenschappen. Simpson, V. & Oliver, M (2002). Using electronic voting systems in lectures. UCL Internal report. Simpson, V. and Oliver, M. (2007). Electronic voting systems for lectures then and now: A comparison of research and practice. Australian Journal of Educational Technology, 23(2): 187-208. http://www.ascilite.org.au/ajet/ajet23/simpson.html Stemkastjes in de Vrije Universiteit, zie website in surfgroepen.nl: https://www.surfgroepen.nl/sites/stemkastjes/default.aspx Stowell, Jeffrey R. and Nelson, Jason M. (2007). Benefits of Electronic Audience Response Systems on Student Participation, Learning, and Emotion. Teaching of Psychology, 34 (4): 253-258. SURF, LUMC, AMC (2007). 1.2 Vergelijking stemkastjes (bestaande systemen). Wieman, C., e.a. (2007). Clicker Resource Guide. An Instructors Guide to the Effective Use of Personal Response Systems (Clickers) in Teaching. http://www.cwsei.ubc.ca/resources/files/Clicker_guide_CWSEI_CU-SEI_04-08.pdf
Handreiking Stemkastjes in de Universiteit Utrecht, februari 2009 19