Handleiding Word. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Word

Aan de Slag… Handleiding Word

Aan de slag … in beroep en bedrijf

Handleiding Word

© Branche Uitgevers

versie 2.0 / mei 2006

1


Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a database or retrieval system, or published, in any form or in any way, electronically, mechanically, by print, photo print, microfilm or any other means without prior written permission from the publisher. Ondanks alle zorg die aan dit boek is besteed kunnen auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in dit boek zou kunnen voorkomen. Colofon © Branche Uitgevers mei 2006 Ontwikkeling en eindredactie: TCB Tekst & Uitleg, Den Haag Met bijdragen van SLO, Enschedé © Branche Uitgevers


2


Inhoud 1

OPENEN VAN WORD .................................................................................................................... 4

2

BESTAND OPSLAAN ..................................................................................................................... 5

3

BESTAND OPENEN........................................................................................................................ 6 3.1 3.2 3.3

4

EEN NIEUW BESTAND OPENEN ..................................................................................................... 6 EEN BESTAAND BESTAND OPENEN ............................................................................................... 6 JE PAGINA INSTELLEN .................................................................................................................. 7

TEKST INVOEREN ...................................................................................................................... 11 4.1 4.2 4.3

5

DE KNOPPENBALK ..................................................................................................................... 11 TEKST KOPIËREN EN PLAKKEN ................................................................................................... 11 TEKST BEWERKEN ..................................................................................................................... 14

OPMAAK VAN DE TEKST.......................................................................................................... 15 5.1 5.2 5.3

LETTERTYPE .............................................................................................................................. 15 ALINEA ...................................................................................................................................... 17 TABS INSTELLEN ........................................................................................................................ 18

6

HELPFUNCTIE ............................................................................................................................. 20

7

KOPPEN MAKEN ......................................................................................................................... 23

8

TABELLEN .................................................................................................................................... 24 8.1 8.2

9

EEN TABEL MAKEN .................................................................................................................... 24 EEN TABEL OPMAKEN ................................................................................................................ 25

LIJSTEN EN OPSOMMINGEN................................................................................................... 30

10 10.1 10.2 10.3 11 11.1 11.2 11.3

JE TEKST AANPASSEN .......................................................................................................... 31 DE OVR-FUNCTIE ..................................................................................................................... 31 KNIPPEN, KOPIËREN EN PLAKKEN .............................................................................................. 31 TEKST VERPLAATSEN ................................................................................................................ 32 AFBEELDINGEN INVOEGEN................................................................................................ 33 ILLUSTRATIE INVOEGEN ............................................................................................................ 33 AFBEELDING UIT BESTAND INVOEGEN ....................................................................................... 36 OVERIGE INVOEGMOGELIJKHEDEN ............................................................................................ 36

12

KOPTEKST EN VOETTEKST MAKEN ................................................................................ 38

13

INHOUDSOPGAVE MAKEN .................................................................................................. 39

14

PRINTEN .................................................................................................................................... 40



3


1 Openen van Word Je kunt Word op verschillende manieren openen. 1. Klik op de icoon op je werkblad (desktop).

2. Gebruik het menu Start Start → Programma's → Microsoft Word

Word opent met een leeg document.



4


2 Bestand opslaan Je kunt een bestand opslaan via het menu: Bestand → Opslaan Het knopje met het floppy symbool doet hetzelfde.

Wanneer je het bestand nog niet eerder had opgeslagen, dan vraag Word je om het bestand een naam te geven.

naam invoeren

opslaan

Je kunt een bestand ook opslaan met Bestand → Opslaan als Je moet dan altijd een (nieuwe) naam ingeven.



5


3 Bestand openen Je kunt een nieuw bestand openen of een bestaand.

3.1 Een nieuw bestand openen Er zijn twee manieren. . 1. Klik op 2. Of klik op ‘openen’ in het menu.

In beide gevallen krijg je een leeg blad te zien. Dit is je ‘papier’.

3.2 Een bestaand bestand openen Een bestaand bestand open je ook met het menu: Bestand → Openen Zoek je bestand op in het venster. Dubbelklik op de bestandsnaam om het bestand te openen.



6


3.3 Je pagina instellen De pagina-instelling Met Pagina-instelling bepaal je hoe je papier eruit ziet, als je het gaat printen. Klik op Pagina-instelling onder de knop Bestand.

Je komt dan in het volgende scherm terecht. Je stelt hiermee in: • of het papier staand of liggend afgedrukt moet worden; • welke marges het blad krijgt (marges zijn de witruimtes links, rechts, onder en boven vanaf de kantlijn); • of de instellingen voor het hele document of bestand gelden of voor een bepaald deel; • het papierformaat: je stelt in op bijvoorbeeld A4 formaat of op het formaat van een envelop.



7

Aan de Slag… Handleiding Word De marges van de pagina kun je instellen in het menu: Bestand → Pagina-instelling… In het blok in de figuur hieronder zie je waar je de marges instelt. Voer je marges hier in door een getal in te voeren. Of klik op de kleine pijltjes rechts ervan. Klik op OK als je de marges ingevoerd hebt.

1. Marges instellen

2. OK klikken

Een afdrukvoorbeeld Heb je alles ingesteld? Kijk dan eens op Afdrukvoorbeeld. Je ziet dan hoe het straks uitziet bij het printen. . Klik hiervoor op Je ziet dan een voorbeeld van je pagina. Zie de voorbeelden op de volgende pagina’s.



8

Aan de Slag… Handleiding Word Voorbeeld 1: met normale marges op A4 staand.

Voorbeeld 2: met normale marges op A4 liggend.



9

Aan de Slag… Handleiding Word Voorbeeld 3: met heel brede marges en op A5 formaat.



10


4 Tekst invoeren In een document voer je tekst in. Meestal begin je gewoon te typen. Tijdens het typen gebruik je de knoppenbalk.

4.1 De knoppenbalk De knoppenbalk helpt je bij het invoeren van tekst, illustraties en dergelijke. Een van die knoppen is de knop voor de spelling- en grammaticacontrole:

.

Tekst kun je gewoon invoeren door te typen. Terwijl je typt, controleert Word de spelling. Klopt je spelling niet? Dan zet Word er een rood golflijntje onder. Zoals hier

Je kunt zelf het woord verbeteren. Word kan je ook helpen. Klik op het woord. Klik daarna op de rechtermuisknop. Je krijgt een menu met het goede woord.

Wanneer je nu het goede woord bijvoorbeeld aanklikt, dan voegt Word dat in. Soms staan er meer woorden. Zoals bij geode. Je kiest dan het goede woord.

4.2 Tekst kopiëren en plakken Je kunt zelf tekst intikken. Maar je kunt ook tekst kopiëren en plakken. Dat is handig. Bijvoorbeeld als je over hetzelfde onderwerp opnieuw gaat schrijven. Dat kan bij een brief die je maar een beetje wilt aanpassen.



11

Aan de Slag… Handleiding Word Dit werkt als volgt. • Maak eerst een nieuw bestand aan. Sla dit op onder de juiste naam. • Ga naar het bestand met de tekst die je wilt kopiëren. • Selecteer de tekst die je wilt gebruiken.

•

Kopieer de geselecteerde tekst. Dat kan op twee manieren. o Klik op het icoon in de menubalk.

o

Ga op de taakbalk via bewerken naar kopiëren.



12

Aan de Slag… Handleiding Word •

De tekst zit nu op het zogenoemde klembord. Daar wordt het bewaard, totdat je gaat plakken. Plakken kan ook op twee manieren. o Klik op het icoon plakken.

o

Ga op de taakbalk via bewerken naar plakken.

De tekst staat nu in het nieuwe bestand. Je kunt beginnen met bewerken.



13


4.3 Tekst bewerken Nadat je de tekst hebt geplakt, kun je de tekst bewerken. Dat werkt als volgt. • Ga naar wat je wilt aanpassen. Dat kan een woord, een zin of een hele alinea zijn. In alle gevallen is de werkwijze het zelfde. •

We nemen als voorbeeld een woord. Ga op het woord staan. Selecteer het woord. Doe dan een van de twee volgende acties: o tik meteen het juiste woord in; o druk op ‘delete’ op je toetsenbord en tik daarna het juiste woord in. Werk zo de hele tekst door.



14


5 Opmaak van de tekst De ingetikte tekst kun je opmaken. We bespreken: • lettertype; • alinea; • tabs.

5.1 Lettertype Op de knoppenbalk staan de volgende mogelijkheden.

•

Century Gothic is het huidige lettertype. Maar er zijn veel meer lettertypes. Probeer er maar eens een aantal uit.

•

10 geeft de grootte van de letter aan. Lettergroottes worden uitgedrukt in punten. De tekst die je nu leest is 10 punten hoog. Je kunt kiezen uit een lettergrootte van 8 tot 72. Dat geeft verschillende resultaten: o dit is met lettergrootte 8; o

dit is met lettergrootte 16;

o

dit is met lettergrootte 26.

Kies de juiste grootte uit de lijst. Je kunt het lettertype of de lettergrootte ook later wijzigen. Dan selecteer je eerst een tekst. En vervolgens klik je weer op het kleine pijltje.



15


•

Je kunt een tekst vet, cursief of onderstreept maken. Daarvoor selecteer je de tekst eerst. o Je selecteert een woord door dubbel op het woord te klikken. Of je sleept met je muis over het woord. Slepen betekent: houd je muisaanwijzer vóór een woord. Klik op de linker muisknop en houd de muisknop vast. Verschuif de muis tot je muisaanwijzer achter het woord staat. Laat de muisknop los. o Je selecteert meer woorden door met een ingedrukte linker muisknop over de tekst te schuiven. De tekst wordt dan zwart weergegeven met witte letters. Zoals deze tekst. o Je selecteert zinnen of alinea’s door voor de kantlijn voor de betreffende zijn met de linker muisknop te klikken. o Daarna klik je op één van deze knoppen.

B = Vet (Engels: Bold) I = Cursief (Engels: Italic) U = onderstreept (Engels: Underlined) Als je klaar bent, klik je nog een keer op de knop. Dan wordt de opmaak weer weggehaald. Je kunt de opmaak ook combineren. Dit is vet en cursief. Dit is vet en onderstreept. Dit is cursief en onderstreept. Dit is vet, cursief en onderstreept.



16


5.2 Alinea Onder de knop Opmaak zit de mogelijkheid Alinea.

Met deze knop kun je de alinea’s indelen. Klik op de knop Alinea. Dan kom je in het volgende menu terecht.

Hiermee bepaal je de inspringingen en de afstand van de regels. Voorbeelden: Deze tekst is geschreven met een regelafstand van anderhalf. Deze tekst is geschreven met een regelafstand Enkel en gecentreerd. De positie van de tekst kun je ook instellen met van de tekst.

. We noemen dit uitlijnen

1. Links uitlijnen 2. Centreren (uitlijnen in het midden) 3. Rechts uitlijnen 4. Uitvullen



17

Aan de Slag… Handleiding Word Deze tekst is links uitgelijnd.

Deze tekst is gecentreerd.

Bij uitvullen wordt de tekst zowel links als rechts strak tegen de zijkant uitgelijnd. De ruimte die over blijft wordt verdeeld over de spaties. Daarom ziet uitgevulde tekst er soms wat raar verdeeld uit. Deze tekst is uitgevuld.

Deze tekst is rechts uitgelijnd.

5.3 Tabs instellen Een tab gebruik je om de cursor een stuk te laten verspringen naar een vaste positie op de regel. Je gebruikt dit om teksten netjes onder elkaar te laten inspringen, zonder daarvoor spaties te hoeven gebruiken. Met de tabtoets spring je ineens naar de aangegeven tabstop. Zie hieronder 1 2

eerste tweede

tab

tab

Je kunt tabs op twee manieren instellen: met behulp van de liniaal op je scherm en via het menu Alinea. Met behulp van de liniaal op je scherm Je kijkt eerst of de liniaal zichtbaar is.

Als het niet zo is, maak je de liniaal zichtbaar via het menu: Beeld → Liniaal In de liniaal zie je een schaal in cm. Het witte deel is de ruimte waarin je kunt tikken. Dus de ruimte tussen de marges. Je kunt tabs zelf instellen. Helemaal links in de liniaal zie je een tab staan. Die kun je in de liniaal zetten. Klik hiervoor in de liniaal op de plaats waar je de tab wilt hebben. Daarna kun je de tab slepen.



18


Je kunt meer dan een tab zetten. Daarvoor klik je meerdere malen in de liniaal.

Je kunt tabs ook weer verwijderen. Dan sleep je ze uit de liniaal, bijvoorbeeld naar het lichtgrijze deel of naar beneden.

Via menu Alinea Onderaan het menu voor Alinea staat een knop Tabs. Klik je daarop, dan zie je het volgende keuzemenu.

Ook hier kun je weer van alles instellen. Probeer maar eens op een tekst.



19


6 Helpfunctie Tijdens het werken in Word kun je tegen allerlei problemen aanlopen. Maar gelukkig heeft Word een Helpfunctie. Klik op Help op de menubalk en je krijgt allerlei hulpmogelijkheden.

De meest belangrijke is ‘Microsoft Office Word Help’. Als je hierop klikt, krijg je een scherm zoals dit (Word 2003; jouw scherm kan dus iets afwijken, maar het vraagvenster krijg je zeker).

Je wilt bijvoorbeeld een voettekst maken. Dan tik je die woorden in. Klik je daarna op de groene pijl, dan zie je de zoekresultaten.



20


Daaruit kies je dan de juiste omschrijving. In dit geval is dat ‘koptekst en voettekst invoegen’. Je zoekvraag wordt nog nauwkeuriger bepaald. Je kiest uit wat je precies wilt doen. In dit geval is dat ‘Dezelfde koptekst of voettekst maken voor elke pagina’. Klik je op die mogelijkheid, dan krijg je de werkwijze te zien.



21


Je kunt nu een voettekst gaan maken met de hulp van de Help. Zie ook hoofdstuk 12.



22


7 Koppen maken Er is een verschil tussen een ‘platte tekst’ en een opgemaakte tekst. In een platte tekst zie je niets aan opmaak. Geen vet of cursief, geen koppen of titels. Wil je wel een opgemaakte tekst, dan wil je ook vaak koppen. Als er koppen zijn bepaald, kun je ook een inhoudsopgave maken. Zie ook hoofdstuk 13. Om een kop te maken selecteer je eerst een regel. Klik ergens in de geselecteerde regel. In het kop-veld verschijnt de opmaak. Het kopveld vind je in de opmaakbalk. Voor een gewone tekst zie je daar ‘standaard’. Klik dan op het kleine pijltje naast het kop-veld. De lijst met mogelijke koppen wordt getoond. Kies hieruit de gewenste kop.

Let op! De lijst in jouw Word kan er anders uitzien dan in de figuur. Je kunt de mogelijke koppen namelijk instellen in een opmaakprofiel.



23


8 Tabellen Soms wil je veel gegevens goed geordend hebben. Een tabel is dan een goed hulpmiddel.

8.1 Een tabel maken op de menubalk. Je maakt een tabel met de knop Een tabel bestaat uit rijen en kolommen. Stel dat je een tabel wilt met vier kolommen. Die selecteer je als volgt. Je klikt op de knop ‘Tabel invoegen’. Dan zie je het volgende scherm. Je selecteert het aantal kolommen dat je wilt.

Laat je de muis los, dan verschijnt de tabel met vier cellen.

Wil je meer rijen? Ga dan op de laatste cel staan (meest rechtse) en druk op de Tabtoets. Er verschijnt automatisch een nieuwe rij.

Je hebt nu een tabel met vier kolommen (verticaal) en twee rijen (horizontaal). De cellen van de tabel kun je nu vullen. Dat kan met tekst en/of afbeeldingen. Afbeeldingen



Inhoud Medewerker Logistiek

Website www.aandeslag.nu bedrijfssite De Dis

Opmerking Geen

24


8.2 Een tabel opmaken Je kunt een tabel opmaken. Je kunt bijvoorbeeld de randen dikker of dunner maken of zelfs onzichtbaar maken. Ook kun je uit de tabelgalerie een heel andere opmaak kiezen. Randen opmaken Klik op de knop Opmaak. Kies voor Randen en arcering.

Als je daarop klikt, zie je een menu met tabbladen.

Voor dit moment zijn de tabbladen Randen en Arcering interessant. Daarmee kun je de tabel opmaken. Er zijn veel mogelijkheden met randen. We kiezen voor Raster, stijl dubbele lijn, kleur hemelsblauw en een dikte van ½ punt. We passen dit toe op de hele tabel. © Branche Uitgevers


25

Aan de Slag… Handleiding Word De tabel ziet er dan zo uit. Afbeeldingen



Opmerking Geen

Het tabblad Arcering geeft weer andere mogelijkheden.

We kiezen hier voor kolom 1 ‘Geen opvulling, voor kolom 2 een kleur met een stijl van 15 % en voor kolom 3 en 4 voor een kleur met 100 % opvulling.

De tabel ziet er dan zo uit.

Afbeeldingen © Branche Uitgevers


Inhoud

Website

Opmerking 26

Aan de Slag… Handleiding Word Medewerker Logistiek

www.aandeslag.nu bedrijfssite De Dis

Geen

Opmaken met de tabelgalerie Onder de knop Tabel kies je de Tabelgalerie.

Klik je op Tabelgalerie, dan zie je de volgende keuzelijst.



27


We nemen de voorbeeldtabel weer. En we kiezen voor kleurrijke tabel 1. Dan ziet de tabel er zo uit. De galerie past voor jou de lijnen, het lettertype en de randen aan. Afbeeldingen



Opmerking Geen

Zoals je ziet, zijn de lijnen tussen de kolommen nu erg vaag. Als je deze tabel zou printen, dan zie je geen lijnen tussen de kolommen meer. Je kunt dit zelf ook doen met de knop kunt kiezen.



. Klik je op het pijltje, dan zie je waaruit je

28


Wil je een lijn aan de linkerkant van de cel onzichtbaar maken? Klik dan op het hokje met de lijn aan de linkerkant. En die lijn zal op je scherm vaag worden. En op je print onzichtbaar. Wil je dit voor de hele kolom, dan selecteer je eerst de betreffende kolom.



29


9 Lijsten en opsommingen In een tekst zie je vaak opsommingen en lijsten. Voor opsommingen worden vaak bolletjes, hokjes of sterretjes gebruikt. Lijsten nummer je meestal. Genummerde lijsten maak je met de knop:

Nummering Je kunt eerst een aantal regels intoetsen. Daarna selecteer je ze en druk je op de knop. regel1 regel2 Intikken

regel1 regel2 →

selecteren

1. regel1 2. regel2 →

knop drukken

→

resultaat

Je kunt ook eerst op de knop Nummering klikken. Er verschijnt dan een cijfer 1. Daarachter typ je je tekst. Voor een nieuw nummer toets je <Enter>. 1. Hier je tekst en dan Enter. Wil je meerdere regels onder hetzelfde nummer laten vallen? Dan gebruik je <Shft+Enter>. Daarmee ga je naar de volgende regel. Dit betekent: houd de <Shift> toets ingedrukt, terwijl je <Enter> toetst. 1. Hier de tekst en dan <Shft+Enter> de tweede regel onder nummer 1 2. Regel 2 De knop Opsommingtekens maakt een lijst met streepjes of rondjes.

Opsommingtekens Ook hier kun je eerst tekst intikken, selecteren en op de knop drukken. Of eerst op de knop drukken en dan tikken. • • •

regel1 regel2 <Shft + Enter> regel2 vervolg regel3



30


10 Je tekst aanpassen Op een bepaald moment ga je je tekst nakijken. En dan zie je fouten staan. Of je wilt stukken tekst toch op een andere plaats zetten. Dan ga je de tekst aanpassen. Je kunt onder andere: • met de OVR-functie tekst overschrijven; • tekst knippen en plakken; • tekst verplaatsen.

10.1 De OVR-functie Op je toetsenbord zit een toets waarop ‘Insert’ staat. Klik je daarop, dan wordt de functie OVR op je scherm geactiveerd. Daarvoor was dit vaag.

ervoor

erna

Als je nu op een bestaande tekstregel gaat staan en je gaat tikken, dan worden de letters overschreven. Kijk naar het voorbeeld. Op je toetsenbord zit een knops waarop ‘Insert’ staat. Het woord ‘knop’ staat in cursief over het ‘oude’ woord ‘toets’ heen. Je moet dus goed opletten hiermee. Het woord ‘knop’ is korter dan het woord ‘toets’. Zonder goed te kijken – of zonder spellingtest – krijg je snel spellingfouten.

10.2 Knippen, kopiëren en plakken Je kunt tekst op verschillende manieren op een andere plaats krijgen. De meest gebruikte is met knippen en plakken. Of met kopiëren en plakken. Dat kan met de toetsen voor knippen, voor kopiëren en voor plakken. Je kunt ook het schaartje en plakpot gebruiken van de menubalk. Je moet eerst tekst selecteren die je wilt knippen. Dan licht het schaartje op.

Je klikt op het schaartje voor knippen. Of op het knopje met de twee pagina’s (de middelste in de rij) voor het kopiëren. Dan ga je naar de nieuwe plaats in de tekst waar je de tekst wilt hebben. Vervolgens klik je op de plakpot (derde in de rij). Je tekst verschijnt nu weer.



31


10.3 Tekst verplaatsen Je selecteert tekst en sleept deze naar de nieuwe plaats. In plaats van knippen kun je ook tekst verplaatsen met de muis. Op het moment van slepen zie je onder de muis een gestippeld vierkantje verschijnen. Ben je op de nieuwe plaats, dan laat je de muis los. De tekst komt dan daar te staan. Tijdens het verslepen

Op de nieuwe plaats

Dit is gemakkelijk, als de nieuwe plaats dicht bij de oude ligt.



32


11 Afbeeldingen invoegen Een tekst wordt vaak leuker en/of duidelijker met afbeeldingen. Dat zie je ook aan deze handleiding. Door afbeeldingen in te voegen zie je direct wat er wordt bedoeld. Je kunt verschillende soorten afbeeldingen invoegen. Je ziet de keuzemogelijkheden onder de knop Invoegen – Afbeeldingen.

We bespreken ze kort.

11.1 Illustratie invoegen De illustraties zijn door de makers van Word meegeleverd. Als je klikt op Afbeelding – Illustraties, kom je bij een keuzemenu.



33


Je tikt een zoekwoord in en dan op de knop Starten. Er verschijnen verschillende illustraties. Je zoekt er een uit die je leuk vindt of vindt passen bij je tekst. Je gaat op het plaatje staan, waarna het op je scherm verschijnt.



34

Aan de Slag… Handleiding Word De illustratie is nu waarschijnlijk groter of kleiner dan je zou willen. Dan verander je de afmetingen. Klik de figuur aan. Er verschijnen dan blokjes op de hoeken en zijden. Sleep deze ‘handvatten’ om de vorm aan te passen.

Slepen betekent: Houd je muisaanwijzer boven een handvat. Er verschijnt een pijtje. Klik links en houd de muisknop vast. Verschuif de muis. Laat de muisknop los. Je ziet dat de afbeelding tussen de tekst staat. Dat is standaard. Dit heet ‘in lijn met tekst’. Je kunt de afbeelding ook links of rechts naast de tekst plaatsen of er midden in. Selecteer de afbeelding door er op te klikken. Je komt in een menu ‘Afbeelding opmaken’. Je gaat naar het tabblad ‘Indeling’. Je ziet nu dit scherm. Kies ‘Om kader’ en ‘Links’. De afbeelding komt nu links van de tekst te staan. En zoals je ziet, kan de tekst nu naast de afbeelding doorlopen.



35


11.2 Afbeelding uit bestand invoegen Je kunt ook eigen afbeeldingen invoegen. Daarvoor kies je Invoegen – Afbeelding – Uit bestand. Je komt dan in het volgende scherm.

Je gaat naar de map waar jouw illustratie staat. Je kiest de juiste afbeelding en klikt op invoegen. De gevraagde afbeelding komt in de tekst te staan. Je kunt die verder opmaken zoals bij een illustratie.

11.3 Overige invoegmogelijkheden Er zijn nog vijf andere mogelijkheden om een afbeelding in te voegen:

• •

Nieuwe tekening Klik je hierop, dan komt er een scherm waarin je een nieuwe tekening kunt maken. Autovormen Klik je hierop, dan verschijnt er een scherm met mogelijkheden voor vormen zoals een deze zon.



36

Aan de Slag… Handleiding Word • •

•

Wordart Met Wordart kun je tekst maken in allerlei vormen en maten. Organigram Klik je hierop, dan verschijnt er onderstaand schema. Je kunt hiermee een organigram tekenen. Dat is een schema waarin de organisatie van een bedrijf of instelling is vastgelegd. Je leert een organigram maken in Visio 2003.

Grafiek Met deze optie kun je een grafiek uit Excel in je tekst opnemen. Hoe je een grafiek maakt, leer je in Excel.

90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

Oost West Noord

1e kwrt 2e kwrt 3e kwrt 4e kwrt



37


12 Koptekst en voettekst maken Vaak lezen anderen jouw tekst ook. En soms werken ze er ook in. Ze brengen bijvoorbeeld wijzigingen aan. Dan hebben een koptekst en een voettekst voordelen. Voordelen zijn: • Je kunt op elke pagina zien, wat de titel van het bestand is. Dit zie je meestal in de koptekst staan. • Je kunt zien wie de tekst heeft geschreven en op welke datum. Iedereen die er iets aan verandert, kan het versienummer aanpassen. Of de datum. • Je ziet op welke pagina je bent. Tenminste als je een paginanummer invoegt. Je maakt kop en voetteksten met het menu: Beeld → Koptekst en voettekst Word laat nu de ruimte voor de koptekst zien. De tekst van de pagina zelf wordt grijs. Toets hier je koptekst in. De werkbalk koptekst en voettekst verschijnt.

We gebruiken hiervan maar enkele knoppen: • •

De knop ‘Koptekst of Voettekst’. Hier mee schakel je over tussen koptekst en voettekst. De knop ‘Paginanummer invoegen’. Als je hier op drukt, voegt Word een automatisch paginanummer in. Dit gebruik je in de voettekst.

Klik op de knop Sluiten om weer terug te gaan naar de normale weergave.



38


13 Inhoudsopgave maken Word kan automatisch een inhoudsopgave van het document maken. Een inhoudsopgave is een lijst met de koppen die in het document voor komen. Daarbij wordt getoond op welk paginanummer de kop zich in het document bevindt. Een inhoudsopgave maak je via het menu: Invoegen → Index en inhoudsopgave Je ziet dan het volgende scherm:

Onder de rubriek ‘Inhoudsopgave’ zie je een voorbeeld van de indeling van de inhoudsopgave. Klik op . De inhoudsopgave wordt nu door Word ingevoegd op de plaats waar je met de aanwijzer staat. Het resultaat ziet er bijvoorbeeld als volgt uit:



39


14 Printen Je tekst is af en kunt hem gaan versturen. Of je wilt de tekst nog eens goed doorlezen en wilt dat vanaf papier doen. Dan kun je het bestand printen. Je kunt printen met het menu: Bestand → Afdrukken Of je klikt op

.

Acties die je soms moet doen, zijn: • de juiste printer instellen; • het afdrukbereik aangeven: welke pagina’s wil je printen; • het aantal exemplaren aangeven; • welke printeigenschappen je wilt: concept, normaal of het beste; • of je wel of niet wilt sorteren. Is alles goed ingesteld? Klik dan op OK om te printen.



40

Handleiding Word. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Word

Recommend Documents