Handleiding voor het toezicht op het islamitisch Offerfeest 2015
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Reglementair kader 2.1. Het slachten
2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.1.4.
Het ritueel slachten van dieren Verdoving Machtiging van het Executief van de Moslims in België (EMB) De slachtaangifte
2.2. Transport van dieren 3. Maatregelen 4. Strafbepalingen 5. Contactgegevens
1
1.
Inleiding
Tijdens het Offerfeest, dat dit jaar waarschijnlijk plaatsvindt van 23 tot en met 25 september, wordt traditioneel een groot aantal schapen door moslims geslacht. In deze periode is er een hoger risico op illegale slachtingen en dient hier extra op toegezien te worden. Een ander aandachtspunt is het transport van vnl. schapen. Het toezicht op de slachtingen die in een erkend slachthuis gebeuren, wordt uitgevoerd door het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen). Voor het toezicht op de slachtingen die buiten een erkend slachthuis worden uitgevoerd, speelt de politie een belangrijke rol. De meest voorkomende overtredingen hierbij zijn :
dieren worden geslacht zonder voorafgaande verdoving; de slachter beschikt niet over een machtiging van de Executief van de Moslims in België (EMB); er werd geen slachtaangifte gedaan.
2. Reglementair kader De belangrijkste regelgeving in verband met het ritueel slachten van dieren is :
Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden; Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren; Koninklijk besluit van 11 februari 1988 betreffende sommige door een religieuze ritus voorgeschreven slachtingen; Koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registratie afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in slachtvlees en houdende reglementering van de keuring der hier te lande geslachte dieren; Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97
2.1. Het slachten
2.1.1.
Het ritueel slachten van dieren
Rituele slachtingen mogen enkel uitgevoerd worden in een slachthuis of op een tijdelijke slachtplaats erkend door Vlaams minister van Dierenwelzijn, Ben Weyts. Slachtingen in het kader van de religieuze ritus mogen nooit thuis plaatsvinden.
“De door een religieuze ritus voorgeschreven slachtingen van runderen, schapen en geiten mogen slechts in een openbaar slachthuis of in een particulier slachthuis of in inrichtingen 2
erkend door de Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort na overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, plaatsvinden1.” (KB van 11 februari 1988, art. 1) Een slachthuis moet voorafgaand erkend worden door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Voor meer informatie kan u terecht de provinciale controle-eenheid van het FAVV (www.favv.be/pce).
“Een operator mag de activiteiten zoals bedoeld in de bijlage II in de inrichting of vanuit de inrichting slechts uitoefenen mits voorafgaande erkenning door het Agentschap.” (KB van 16 januari 2006, art. 3, § 1)
2.1.2.
Verdoving
De uitbater van een tijdelijke slachtplaats moet het bewijs van erkenning kunnen voorleggen. Het slachten van schapen, geiten en runderen zonder voorafgaande verdoving is enkel toegestaan wanneer de slachting gebeurt in het kader van een religieuze ritus en op voorwaarde dat de slachting plaatsvindt in een erkend slachthuis. Bij slachtingen op een tijdelijk erkende slachtplaats moeten de dieren bijgevolg steeds verdoofd worden vooraleer de keelsnede wordt uitgevoerd.
“1. Dieren worden uitsluitend gedood nadat zij zijn bedwelmd volgens de methoden en de desbetreffende specifieke toepassingsvoorschriften zoals beschreven in bijlage I. De toestand van bewusteloosheid en gevoelloosheid wordt aangehouden tot bij het dier de dood is ingetreden. De in bijlage I vermelde methoden die niet de onmiddellijke dood tot gevolg hebben (hierna „eenvoudige bedwelming” genoemd), worden zo spoedig mogelijk gevolgd door een methode die de dood garandeert, zoals verbloeden, pithing, elektrocutie of langdurige blootstelling aan zuurstoftekort. 4. Indien dieren worden geslacht volgens speciale methoden die vereist zijn voor religieuze riten, zijn de voorschriften van lid 1 niet van toepassing mits het slachten plaatsvindt in een slachthuis.” (verordening 1099/2009, art. 4) De toegelaten methodes voor het verdoven van schapen zijn (verordening 1099/2009, bijlage I, hoofdstuk I) :
penetrerend penschiettoestel niet-penetrerend penschiettoestel (enkel voor lammeren tot max. 10 kg) vuurwapen met vrij projectiel elektrische bedwelming
1
Ten gevolge van de 6e staatshervorming en de bevoegdheidsverdeling binnen de Vlaamse Regering, behoort het afleveren van de erkenning van tijdelijke slachtplaatsen niet langer tot de bevoegdheid van de minister bevoegd voor landbouw, maar tot deze van de Vlaamse minister bevoegd voor dierenwelzijn
3
De slachter moet het materiaal kunnen tonen dat hij gebruikt (heeft) om de dieren te bedwelmen en kunnen aantonen hoe hij te werk gaat /is gegaan. Bij verdoving met een penetrerend penschiettoestel moet een schietgat in de schedel aanwezig zijn. Indien de slachter dit niet kan aantonen, wordt ervan uitgegaan dat het om een slachting zonder verdoving gaat.
2.1.3.
Machtiging van het Executief van de Moslims in België (EMB)
Rituele slachtingen mogen enkel uitgevoerd worden door personen die hiertoe gemachtigd zijn door het EMB, ongeacht of hierbij voorafgaande verdoving wordt toegepast of niet. Deze machtiging moet op papier kunnen worden voorgelegd.
“Slachten voorgeschreven door een religieuze ritus mag slechts geschieden: 1° wat de Israëlitische ritus betreft: door offeraars die daartoe door het Centraal Israëlitisch Consistorie van België zijn gemachtigd; 2° wat de Islamitische ritus betreft: door offeraars die daartoe door het representatief orgaan van de Islamieten in België zijn gemachtigd.” (KB van 11 februari 1988, art. 2) “De machtiging moet blijken uit een gedateerd en ondertekend document dat moet worden vertoond telkens als daarom wordt verzocht door een persoon bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren. Dat document is geldig gedurende drie jaar en kan worden vernieuwd.” (KB van 11 februari 1988, art. 3)
2.1.4.
De slachtaangifte
Voor een slachting buiten een slachthuis dient vooraf een slachtaangifte te gebeuren op het gemeentehuis van de woonplaats van de betrokkene. Hierbij wordt een bewijs van slachtaangifte afgeleverd. De eigenaar van het schaap, die het dier laat slachten, moet dit document kunnen tonen.
“Wanneer het de slachting betreft van een dier waarvan het vlees bestemd is voor de uitsluitende behoeften van de eigenaar en zijn huisgezin, hierna particuliere slachting genoemd, moet de eigenaar van het dier zich voorafgaandelijk laten identificeren bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen dat een registratienummer aan de eigenaar toekent. § 2. Een particuliere slachting is buiten het slachthuis alleen toegestaan als de aangifte door de eigenaar van het dier persoonlijk en ten minste twee werkdagen vooraf werd gedaan bij de gemeenteontvanger of de daartoe speciaal door de gemeente aangestelde ambtenaar.” (KB van 9 maart 1953, art. 6, § 1)
2.2. Transport van dieren Het welzijn van de dieren moet tijdens het hele transport gegarandeerd zijn. De dieren moeten voldoende ruimte hebben om rechtop te kunnen staan en in een natuurlijke houding te kunnen liggen. Schapen mogen in geen geval worden vervoerd met samengebonden poten of in de kofferbak van een auto. 4
Voor schapen en geiten moet per dier ten minste volgende oppervlakte voorzien worden : Categorie Geschoren schapen en lammeren van > 26 kg Niet geschoren schapen Hoogdrachtige ooien Geiten
Hoogdrachtige geiten
Gewicht in kg <55 >55 <55 >55 <55 >55 <35 35 tot 55 >55 <55 >55
Oppervlakte in m² per dier 0,20 tot 0,30 >0,30 0,30 tot 0,40 >0,40 0,40 tot 0,50 >0,50 0,20 tot 0,30 0,30 tot 0,40 0,40 tot 0,75 0,40 tot 0,50 >0,50
Wanneer het gaat om een particulier die zijn eigen dier vervoert met het oog op een particuliere slachting (= voor eigen gebruik), is dit geregeld in volgende bepaling :
“§ 1. Ieder persoon die een dier houdt, verzorgt of te verzorgen heeft, moet de nodige maatregelen nemen om het dier een in overeenstemming met zijn aard, zijn fysiologische en ethologische behoeften, zijn gezondheidstoestand en zijn graad van ontwikkeling, aanpassing of domestikatie, aangepaste voeding, verzorging en huisvesting te verschaffen. § 2. Niemand mag de bewegingsvrijheid van het dier dat hij houdt, verzorgt of te verzorgen heeft, zodanig beperken dat het aan vermijdbare pijnen, lijden of letsels is blootgesteld.” (wet van 14 augustus 1986, art. 4) Als het om vervoer met een commercieel oogmerk gaat (bv. een handelaar, professioneel vervoerder, …), valt het transport onder de bepalingen van verordening 1/2005 :
“3. De vervoerders vervoeren de dieren in overeenstemming met de technische voorschriften in bijlage I.” (verordening 1/2005, art. 6, 3) 3. Maatregelen De lokale politie is bevoegd om op te treden in geval van overtredingen. Zij kan proces verbaal opstellen en maatregelen opleggen of nemen om een einde te maken aan de overtredingen Indien nodig kan zij levende dieren in beslag nemen. In dit geval wordt het beslag genoteerd in een proces verbaal. Indien de omstandigheden dit toelaten (voldoende ruimte, beschutting, water, voeder en strooisel), kunnen de dieren ter plaatse in beslag genomen worden tot aan het einde van het Offerfeest. Indien de dieren niet ter plaatse kunnen blijven, dient contact opgenomen te worden met de Inspectiedienst Dierenwelzijn (telefoonnummer tijdens de kantooruren : 09/276.20.60, buiten de kantooruren : 09/276.20.68).
Ҥ 1. Wanneer de in artikel 34 bedoelde overheidspersonen een inbreuk op deze wet, haar uitvoeringsbesluiten of Europese verordeningen of beschikkingen/besluiten vaststellen en deze inbreuk over levende dieren gaat, kunnen zij deze dieren administratief in beslag nemen 5
en indien nodig onderbrengen in een geschikte opvangplaats.” (wet van 14 augustus 1986, art. 42, § 1) Daarnaast kan de politie ook de karkassen van de dieren die voorwerp vormen van de overtreding in beslag nemen en vernietigen. In dit geval wordt dit uitdrukkelijk vermeld in het proces verbaal. Vernietigen van een karkas kan door het te overgieten met bleekwater.
“De in artikel 34 bedoelde overheidspersonen kunnen eveneens de kadavers, het vlees of de voorwerpen die het voorwerp vormen van de inbreuk of die gediend hebben om de inbreuk te plegen of die bestemd waren om de inbreuk te begaan, administratief in beslag nemen en eventueel vernietigen.” (wet van 14 augustus 1986, art. 42, § 4) Het slachtafval en het karkas moeten opgehaald worden door een erkende ophaalfirma (Rendac). Dit is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het schaap die nadien het attest van de ophaling moet bezorgen.
4. Strafbepalingen Naast de inbeslagname van levende dieren en/of karkassen kan de overtreder bestraft worden met toepassing van de strafmaat voorzien in de toepasselijke regelgeving. Afhankelijk van de overtreding kan dit gaan om een gevangenisstraf van 8 dagen tot 6 maand en/of een geldboete van 156 tot 12.000 EUR. Bij vaststelling van meerdere overtredingen worden de boetes opgeteld.
5. Contactgegevens Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Inspectiedienst Dierenwelzijn Koning Maria Hendrikaplein 70 bus 77 9000 Gent 09/276.20.60
[email protected] Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Dierenwelzijn Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel 02/553.15.08
[email protected] Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Gegevens van de provinciale controle-eenheid : www.favv.be/pce
6
Bijlage
Overtreder
Mogelijke overtreding
Wetgeving
Maatregel
SLACHTEN Illegale thuisslachting (= rituele slachting bij de eigenaar van het dier, familie, …)
Illegale rituele slachting (= rituele slachting op een
Eigenaar van het dier
Geen slachtaangifte
Slachter
Uitvoeren van een rituele slachting buiten een erkend slachthuis of een erkende tijdelijke slachtplaats Uitvoeren van een slachting buiten een slachthuis zonder voorafgaande verdoving
Uitbater
Art. 6 van het KB van 9/3/1953 Art. 1 van het KB van 11/2/1988 Art. 4 van verordening 1099/2009
Een dier verdoven door middel van een niet toegestane methode
Art. 4 van verordening 1099/2009
Uitvoeren van een rituele slachting zonder over een machtiging van het Executief van de Moslims in België te beschikken Uitvoeren van een rituele slachting zonder een machtiging van het Executief van de Moslims in België te kunnen voorleggen Uitbaten van een slachthuis zonder erkenning (in geval van onverdoofd slachten van dieren)
Art. 2 van het KB van 11/2/1988
Pv Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren Pv
Art. 3 van het KB van 11/2/1988
Pv
Art. 3, § 1, van het KB van 16/1/2006
Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren
1
georganiseerde, niet erkende tijdelijke slachtplaats) Slachter
Eigenaar van het dier Overtreding op een erkende tijdelijke slachtplaats
Uitbater
Uitbaten van een tijdelijke slachtplaats zonder te beschikken over een erkenning (in geval van verdoofd slachten van dieren) Uitvoeren van een rituele slachting buiten een erkend slachthuis of een erkende tijdelijke slachtplaats Uitvoeren van een slachting buiten een slachthuis zonder voorafgaande verdoving
Art. 1 van het KB van 11/2/1988
Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren
Art. 1 van het KB van 11/2/1988
Een dier verdoven door middel van een niet toegestane methode
Art. 4 van verordening 1099/2009
Uitvoeren van een rituele slachting zonder over een machtiging van het Executief van de Moslims in België te beschikken Uitvoeren van een rituele slachting zonder een machtiging van het Executief van de Moslims in België te kunnen voorleggen Geen slachtaangifte
Art. 2 van het KB van 11/2/1988
Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren Pv
Uitbaten van een slachthuis zonder erkenning (in geval van onverdoofd slachten van dieren)
Art. 4 van verordening 1099/2009
Art. 3 van het KB van 11/2/1988
Pv
Art. 6 van het KB van 9/3/1953 Art. 3, § 1, van het KB van 16/1/2006
Pv Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren 2
Slachter
Uitvoeren van een slachting buiten een slachthuis zonder voorafgaande verdoving
Art. 4 van verordening 1099/2009
Een dier verdoven door middel van een niet toegestane methode
Art. 4 van verordening 1099/2009
Uitvoeren van een rituele slachting zonder over een machtiging van het Executief van de Moslims in België te beschikken Uitvoeren van een rituele slachting zonder een machtiging van het Executief van de Moslims in België te kunnen voorleggen Geen slachtaangifte
Art. 2 van het KB van 11/2/1988
Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren Pv Inbeslagname en vernietiging karkas Inbeslagname levende dieren Pv
Art. 3 van het KB van 11/2/1988
Pv
Art. 6 van het KB van 9/3/1953
Pv
Particulier vervoerder
Schaap vervoerd in de Art. 4 van de wet van kofferbak van een auto of met 14/8/1986 samengebonden poten Onvoldoende ruimte
Pv
Professioneel vervoerder
Onvoldoende ruimte
Pv
Eigenaar van het dier TRANSPORT Vervoer van levende dieren niet in overeenstemmin g met de regelgeving
Art. 6, 3, van verordening 1/2005
3