Handleiding themadienst Hopeloos in de knel?!
2
Inleiding In de zomer van 2010 ging vier jongeren naar Moldavië om te kijken hoe mensen, en vooral kinderen daar leven. Moldavië is het armste land van Europa en er heerst veel uitzichtsloosheid en hopeloosheid. In die situaties zoeken christenen naar sprankjes van hoop op een nieuwe toekomst en helpen zij de inwoners van Moldavië stap voor stap hun leven weer in eigen hand te nemen. Zo laten deze organisaties de belofte die God heeft gedaan zien. De ervaringen die de jongeren hebben opgedaan en de verhalen die ze van mensen hebben gehoord, hebben zij in Nederland verwerkt in een themadienst met als titel “Hopeloos in de knel?!”. Bij de dienst hoort een voorbereidingsbijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst komt één van de jongeren die naar Moldavië zijn geweest naar je toe om samen met de jeugdgroep de dienst voor te bereiden. De voorbereidingsbijeenkomst is dus alleen met jongeren, maar het is de bedoeling dat de dienst zelf geschikt is voor de hele gemeente. In deze handleiding lees je alles over de voorbereidingsbijeenkomst en de themadienst. Er worden ook suggesties gedaan voor de kindernevendienst. De reis en de themadienst zijn tot stand gekomen door de samenwerking van Kerk in Actie, JOP (de jeugdorganisatie van de Protestantse Kerk) en Togetthere (de jongerenorganisatie van ICCO en Kerk in Actie).
3
Inhoudsopgave Inleiding Inhoudsopgave Voorbereidingsbijeenkomst Opbouw en planning van de dienst Praktische zaken bij de kerkdienst Elementen in de dienst Preekschets Matteüs 25: 14-30 Kindernevendienst
2 3 4 7 8 9 18 22
4
Voorbereidingsbijeenkomst Deze voorbereidingsbijeenkomst duurt een uur. Voor de voorbereidingsbijeenkomst komt een jongere speciaal naar jouw gemeente om jullie jeugdgroep te helpen met de voorbereiding. Zorg daarom dat je de bijeenkomst zo efficiënt mogelijk indeelt. Begin bijvoorbeeld een kwartiertje eerder, om ook wat tijd in te ruimen voor een begroeting en de nodige social talk. Het verdient sterk de voorkeur als bij deze bijeenkomst ook de voorganger aanwezig is die de dienst zal leiden. Zo kan hij of zij de verhalen van de jongere die naar Moldavië geweest is horen, en weet zij hoe de jeugdgroep betrokken zal zijn bij de dienst. Bovendien kan zij hun visie en opmerkingen gebruiken tijdens de dienst. Nodig o o o o o o o
Rode en groene plakbriefjes Flapover Schilderlijstjes (o.a. bij Action, Blokker en V&D) Kwasten en verf Pennen Papier Laptop met internetaansluiting + beamer + scherm
Begin Begin de bijeenkomst zoals de groep gewend is: met een gebed, het aansteken van een kaars, het lezen van een tekst of op een andere manier. Hou dit onderdeel zo kort mogelijk. Leg uit dat jullie aan de slag gaan met de kerkdienst voor een komende zondag. Die is al voor een groot deel klaar, maar sommige elementen moeten jullie nog invullen. Introduceer vervolgens de gast en laat iedereen zich kort voorstellen: o o o
naam leeftijd iets in de wereld waar je boos om kunt worden
Introductie thema Leg uit dat het thema van de dienst hoop is, en dat je dat nu eerst wat verder wilt verkennen. 1. Deel groene plakbriefjes (post-its) uit en laat de groepsleden daarop schrijven waar zij op hopen voor hun eigen toekomst. Dit mag anoniem. De briefjes plakken ze kriskras op de wand.
5
2. Deel roze plakbriefjes uit en laat de groepsleden daarop dingen schrijven waar zij allang niet meer op durven hopen/van durven dromen. Ook dit mag anoniem en ook deze briefjes worden kriskras op de wand geplakt. 3. Laat de groepsleden naar de briefjes kijken en er elk één uitkiezen die ze herkennen. Dat mag een briefje van henzelf zijn, maar ook een briefje van een ander. Probeer erachter te komen waarom ze zich in dat briefje herkennen. Introductie Moldavië De gast vertelt iets over zijn/haar reis naar Moldavië en over iets dat indruk heeft gemaakt, dit verhaal zal gaan over één van de mensen die de jongeren in Moldavië zijn tegengekomen. Geef de groep de gelegenheid om hier kort op te reageren of om vragen te stellen. Help eventueel door ook zelf wat vragen te stellen. Je kunt daarbij denken aan vragen als: o o o o
Wat voor werk doen de mensen? Gaan de kinderen naar school? Hoeveel verdienen mensen per dag? Hoe zien de huizen eruit?
Doorpraten over het thema Praat door over het verhaal van de gast: o o o o
Wat vonden de groepsleden ervan? Was dit een verhaal over hoop of hopeloosheid? Waarom? Kunnen de groepsleden het zich voorstellen? Kennen de groepsleden iemand die in dezelfde situatie zit? Of weten ze misschien een land waar iets dergelijks speelt? (noteer dit op een flapover) Wat zou je hopen voor zo iemand of voor zo’n land? (noteer dit op een flapover)
Song for Moldova Vertel dat gebeden een belangrijke plaats innemen in een kerkdienst. In een gebed spreek je richting God uit wat je hoopt voor jezelf en anderen. Meestal is dat niet zoiets als ‘ik wil een nieuwe spelcomputer’, maar juist iets dat dieper gaat: een wens om geluk of om een vriend die ervoor zorgt dat je niet zo alleen bent. In een kerkdienst is het vaak zo dat de dominee woorden uitspreekt, maar het kan ook anders: met muziek (een goed voorbeeld daarvan zijn de psalmen in de Bijbel), of zelfs met schilderijen. Deel de tekst en de vertaling van het nummer Song for Moldova / Implica-te si tu uit. Laat het nummer horen en vraag de groepsleden mee te lezen. Laat het nummer daarna nog een keer horen, maar vertoon nu de videoclip erbij. (NB: liedtekst, mp3 en link naar de videoclip op YouTube zijn te vinden op www.kerkinactie.nl/themadienst)
6
Vraag de groepsleden wat zij van dit gebed vinden. Wat vinden ze er gebed-achtig aan, en wat niet? Zijn er dingen die ze mooi, goed of belangrijk vinden in het nummer? Wat vinden ze van de beelden erbij? Voegt het iets toe en wat dan?
Een eigen gebed Vertel dat jullie bijdrage aan de dienst zal zijn dat jullie gebeden gaan maken. Dat doen jullie op twee manieren: 1) 2)
Een deel van de groep gaat gebedswensen schrijven Een ander deel van de groep gaat gebeden schilderen
In elk gebed laat je iets zien of vertel je aan God iets van een hopeloze en uitzichtloze situatie, en daarna van de toekomst waar je in die situatie op hoopt. Dat mag een situatie in Moldavië zijn, maar bijvoorbeeld ook een situatie van de plakbriefjes of de flapover.
NB: Sommige jongeren hebben niets met schrijven en maken liever iets, of andersom. Daarom hebben we twee werkvormen opgenomen. Hoe die verhouding precies ligt, verschilt van groep tot groep. Eventueel kun je er ook voor kiezen om jongeren in tweetallen te laten werken.
7
Opbouw en planning van de dienst Element Groet (Alesia) Uitleg bij groet Muziek Psalm 23 (LvdK) of De HERE is mijn Herder (Opw 121) Introductie op de dienst & landen in Moldavië - introductie: wie zijn wij, waarom doen wij deze dienst - plaatsing Moldavië Muziek Als alles duister is (Taizé) Verhaal over Babushka + gedicht “De plantage” Gebed Kyrie Muziek Lees je bijbel bid elke dag Kinderen naar kindernevendienst
Bijbeltekst Matteüs 25: 14-30 Persoonlijk verhaal over Olga (preek deel 1) Muziek We are one in the spirit (Opwekking) of Gez.481 (LvdK) Dominee verbindt (preek deel 2) Verwerking (preek deel 3) Gedicht Collecte Kinderen komen terug uit kindernevendienst Dankgebed, voorbeden, Onze Vader Themalied “Implica-te Si Tu!” Zegen Uitloop met themalied of muzikale begeleiding
Minute n 0.5 2 5 5
5 3 3 5 Totale duur: 25-30 min 5 5 5 7.5 2-7 2 5-7 7 5 1
8
Praktische zaken bij de kerkdienst Betrokkenen o o o o
Jeugdgroep Voorganger Band/muziekgroep/organist Jongere uit de Moldavië-groep
Materiaal o Beamer (+ scherm of witte muur) o Geluidsinstallatie die geschikt is voor muziek o Laptop met daarop § PowerPoint 2003 of 2007 § Mediaplayer (Classic)
9
Elementen in de dienst Voor de meeste elementen die in deze dienst een rol spelen, bestaan voorbeeld-teksten. Ze kunnen gebruikt worden door leden van de voorbereidende jeugdgroep, de voorganger of de jongere die naar Moldavië is geweest. Afhankelijk van de grootte van de jeugdgroep, kunnen onder andere de gebeden herschreven worden (zie ook de voorbereidingsbijeenkomst). De verschillende elementen worden weergegeven in de volgorde waarin ze in de dienst voorkomen. De preekschets is in een apart hoofdstuk opgenomen. Groet (Alesia) en Uitleg bij groet Dit onderdeel wordt met de beamer vertoond. Daarna zal de jongere die naar Moldavië is geweest er enige uitleg bij geven. Muziek We zingen: Psalm 23 (LvdK) of De Here is mijn Herder (Opwekking 121) of vergelijkbaar Introductie op de dienst & landen in Moldavië In dit onderdeel vertelt de jongere die naar Moldavië is geweest meer over het doel van de dienst en het land Moldavië. Eventueel kan dit in een samenspraak met een voorganger of een lid van de jeugdgroep. Muziek We zingen: Als alles duister is (Taizé) Verhaal over Babushka + gedicht “De plantage” Tijdens de reis gaan we op een middag langs bij een tabaksplantage. Het werk op de plantage is voor veel mensen in het dorp de enige mogelijkheid om geld te verdienen. De mensen beginnen om 6 uur ’s ochtends en gaan door tot een uur of 6 ’s avonds. Ze verdienen nog geen €5, - voor een dag werk. De eerste momenten op de plantage zijn wat onwennig, we kijken wat rond en maken foto’s. Dan gaan we maar tussen de mensen zitten en helpen met het werk. Ze zijn bezig om de tabaksbladeren aan een touw te rijgen zodat ze de bladeren op kunnen hangen om te drogen. Robert en ik terecht bij Babushka. Haar echte naam weten we niet, maar dit Russische woord voor oma doet haar eer aan. Ze heeft grijs haar en haar gezicht ziet er verweerd en doorleefd uit. Haar handen zijn zwart door het werk. Na een kort
10
gesprekje realiseer ik mij dat ik tegenover een vrouw zit die een jaar jonger (56 jaar) is dan mijn eigen moeder! Terwijl ze er minimaal 10 jaar ouder uit ziet! Na een tijdje worden er ijsjes uitgedeeld en ook Babushka krijgt een ijsje. Dan vertelt ze dat ze zo dankbaar en blij is met dit ijsje. Ze heeft thuis geen brood meer en heeft sinds die ochtend niets meer kunnen eten. Ze zag het eigenlijk niet meer zitten om verder te gaan met het werk vanwege de honger. En nu komen wij aan met een ijsje… Het is zo’n klein gebaar om iets uit te delen, om iets te geven aan een ander. Voor jezelf kan het niets bijzonders lijken, neem nu dat ijsje. Maar door te delen wat je hebt kan je een ander de dag door helpen! Na aanleiding van wat we hebben gezien en gehoord op de plantage is het volgende gedicht geschreven: De plantage Vroeg op de dag, op weg naar het veld Net zoals gister, net zoals morgen Snijden, verzamelen, rijgen en hangen Net zoals gister, net zoals morgen Je kan er niet van leven, je gaat er niet van dood Net zoals gister, net zoals morgen Niets om naar te verlangen, niets om op terug te kijken Net zoals gister net zoals morgen Vroeg op de dag, op weg naar het veld
Elisabeth Heutink Kyrië gebed – mogelijkheid 1 Eeuwige God, Zo vaak zijn we ons niet bewust van de ontelbare zegeningen die U ons geeft. Zo vaak hebben wij niet door dat we zo ontzettend rijk en welvarend zijn, waar anderen niets hebben. Maak dat wij dat inzien en leer ons om U met een oprecht hart te danken voor alle overvloed die U geeft.
11
Wij bidden U voor het werk dat wereldwijd gedaan wordt om mensen in nood bij te staan. Wij staan in het bijzonder stil bij het project in Bulaiesti, waar kinderen met uitgestoken armen worden ontvangen en waar ze de verschrikkingen van hun thuis voor even mogen vergeten. Dankbaar zijn we voor mensen als Ania en Eduard die het project leiden, en die een voorbeeld voor velen zijn en met zoveel liefde Uw werk volbrengen. Wij danken U dat er telkens weer mensen zijn die betrokken blijven en niet hun ogen sluiten voor het leed in de wereld. Heer denk aan de kinderen die geen thuis hebben, of zonder de zorg van hun ouders door het leven moeten. Wij bidden U voor vrouwen die verhandeld, mishandeld en ernstig misbruikt worden. Wij kunnen ons daar geen voorstelling van maken, maar U heeft het allemaal gezien. Ook bidden wij U voor de bevolking van Moldavië, die vaak een hopeloos en uitzichtloos bestaan leiden en waar dezelfde problemen van generatie op generatie gaan. Here, geeft U ons de moed om om te zien naar mensen in nood, ver weg en dichtbij. U heeft ons allen talenten gegeven, help ons om deze niet te begraven, maar om ze op de juiste manier in te zetten. Help ons om uw instrumenten van hoop te zijn. Wij bidden U voor een ieder persoonlijk, vanuit zo veel situaties en met onze eigen achtergrond. U kent onze blijdschap en U kent ons verdriet. Wij leggen het voor U neer. Hemelse vader, dank U dat U naar ons hoort. Wij bidden en danken U dat alles in de naam van Uw zoon Jezus Christus. Amen
Kyrië gebed – mogelijkheid 2 Barmhartige en liefdevolle Vader, U die er was, U die er bent en altijd zal zijn. Niets ontgaat U, alles is zichtbaar voor U,
12
Vanaf de eerste dag omringt U ons met uw liefde en mogen wij uw kind zijn. Tegelijkertijd zien wij kwetsbare kinderen in gebroken gezinnen, die hun thuis verloren zijn door drank en geweld, Waar er zonen zijn die een uitzichtloze toekomst tegemoet zullen gaan en waar er dochters zijn die opgroeien om verhandeld te worden (door hun eigen dierbaren) Here, wij bidden U, ontferm U! Geef ons een stralend licht, zodat we de donkerte in de harten van mensen kunnen verdrijven. Leer ons oprecht betrokken te zijn, om zo de gelatenheid weg te nemen door hoop. Breng ons een vrijgevig hart, zodat we altijd armoede zullen bestrijden. Doe ons de gewelddadigheden tegen kinderen zien, zodat we ze onder Uw vleugels in bescherming kunnen brengen. Want wie geeft, zal ontvangen, wie zichzelf vergeet, die zal vinden, en wie met een ruim hart vergeeft, zal vergeven worden. Amen
Muziek We zingen een lied voor en met de kinderen: Lees je Bijbel bid elke dag. Dit lied wordt geprojecteerd met de beamer en zingen we in het Engels, Russisch en Nederlands. Na dit lied gaan de kinderen naar de kindernevendienst (zie het hoofdstuk ‘Kindernevendienst’). Bijbeltekst Matteüs 25: 14-30 Lees deze tekst bij voorkeur uit een eenvoudige vertaling. Persoonlijk verhaal over Olga (preek deel 1) Het verhaal van Olga door Marieke van Lingen In mijn notitie boekje staat bij Olga het volgende:
13
Alleenstaande moeder (man is jong overleden) zonder baan. Werkte in Moskou maar is terug gekomen om goed voor haar twee kinderen (8 en 5 jaar) te kunnen zorgen. Echte baan heeft ze niet, naast het verbouwen van haar eigen groenten en fruit klust ze ook flink wat bij bij de buren om een beetje rond te kunnen komen. Heeft geen vrienden. 28 Jaar. Hele lieve vrouw. Dit schetst in hele grove lijnen natuurlijk wel een beeld, maar ik zou het graag wat duidelijker toelichten. Olga woont in Bulaiesti, een klein geïsoleerd dorpje, alleen bereikbaar via zandweggetjes. We mochten bij haar op huisbezoek komen. Olga’s huis bestaat uit twee kamers: een keukentje en een slaap/woonkamer. In de slaap/woonkamer staat een bed waar Olga met haar twee kinderen in slaapt. Het was duidelijk dat ze haar huis schoon had gemaakt vlak voor ons bezoek. In haar tuin verbouwt Olga wat groenten en fruit. Ze vertelde ons dat ze ook graag dieren zou willen hebben, maar dat ze daar nu geen geld voor had. Naast het feit dat het vreselijk moet zijn om je man al vroeg te verliezen, houdt het voor Olga ook in dat ze het hele huishouden op eigen houtje moet regelen. In Moldavië zijn de lonen ontzettend laag (25% van de Moldavische bevolking werkt in het buitenland), vandaar dat Olga in Rusland heeft gewerkt. Haar kinderen woonden die tijd bij haar schoonouders. Het moet afschuwelijk voor haar zijn geweest om haar kinderen achter te moeten laten, zeker gezien de band met haar schoonouders niet zo goed was. Van haar schoonouders mochten de twee kinderen niet naar het YFC dagkamp, waar veel kinderen samen komen en liefde en aandacht krijgen van de begeleiding. Dit was een van de redenen dat Olga toch besloot terug te komen naar Bulaiesti. Ze wilde haar eigen kinderen graag met liefde op kunnen voeden en ze de kans geven om naar het dagkamp te gaan. Door deze bewuste keuze heeft Olga geen vaste baan meer. Naast haar eigen tuintje onderhoudt ze nu ook vaak de tuinen van andere dorpsbewoners om zo toch een klein beetje inkomen te hebben. Van ’s morgens vroeg tot rond het avondeten is Olga vaak druk aan het werk (en het is zwaar werk), daarna komt ze net als de meeste dorpsbewoners nog even naar buiten om het over koetjes en kalfjes te hebben. Vervolgens gaat iedereen richting bed omdat ze de volgende dag weer vroeg moeten beginnen.
Toen een van ons vroeg of Olga ook vrienden had antwoordde ze ‘nee’. Ze kletste ’s avonds wel wat met de buren, maar over haar problemen had ze het nooit, het gesprek bleef altijd oppervlakkig. Het raakte ons diep om te zien hoe een mooie, vriendelijke vrouw, 28 jaar nota bene, bijna niets meer heeft; ze woont in een geïsoleerd dorpje in een klein huisje, ze is haar man verloren, ze heeft geen vaste baan en ze heeft ook geen vrienden om haar hart bij te luchten. Het enige wat ze nog heeft zijn haar twee kinderen. Haar grootste droom is dan ook dat haar kinderen gezond en gelukkig mogen opgroeien en dat zij betere kansen zullen krijgen.
Muziek
14
We are one in the spirit (Youth for Christ-bundel 188) of gezang 481 (LvdK) of vergelijkbaar
De voorganger verbindt (preek deel 2) Gebruik hiervoor de theologische achtergrondinformatie in de preekschets. Verwerking In de preek ging het over hoop en hopeloosheid. We willen u (de gemeente) uitdagen om in kleine groepjes kort van gedachten te wisselen over de vraag waar wij in ons leven hoop vinden en waar we hopeloosheid ervaren. We willen u ook vragen om te bedenken hoe wij (als instrumenten van Gods liefdevolle handen) de hoop terug kunnen brengen in situaties waar die al lang vervlogen lijkt. Aan het einde horen we graag waar u op bent uitgekomen. Gedicht Hoop Hoop is een leeg woord, als we het alleen maar schrijven. Hoop is een mooi woord, om ergens vanaf te zijn. Hoop maar niet, dat iemand je helpt. Hoop maar niet, op een betere toekomst. Of hoop wel? Dat iemand je ziet? Dat iemand je vasthoudt? Dat iemand je lief heeft? Ik hoop zo dat hoop, geen leeg woord is. Want als hoop vervult, is het woord niet meer leeg. Henk Schravemade Collecte voor de projecten van Kerk in Actie in Moldavië Tijdens de collecte komen de kinderen terug uit de kindernevendienst.
15
Dankgebed, voorbeden, Stil gebed, Onze Vader Deze gebeden bestaan uit een traditioneel en een alternatief gedeelte. Ze worden voorbereid tijdens de voorbereidingsbijeenkomst met de jeugdgroep. Bij de uitvoering kun je ervoor kiezen om beelden en teksten elkaar te laten afwisselen, of om (bijvoorbeeld) eerst een aantal teksten voor te laten lezen en daarna een aantal beelden te laten zien (eventueel met een korte uitleg erbij). Het is verstandig om deze gebeden door de voorganger met elkaar te laten verbinden. Als de jeugdgroep er niet in slaagt om gebeden te schrijven, kunnen ook de volgende aandachtspunten gebruikt worden: Danken voor: - De liefde waarmee God ons als Vader wil omringen - De ontelbare zegeningen die we van God krijgen waar we ons vaak niet eens bewust van zijn door onze rijkdom en welvaart - Dat Hij mensen tot betrokkenheid leidt en mensen de kracht geeft om er voor elkaar te zijn. Danken en bidden voor: - Kerk in Actie, het werk dat zij doen - Project in Bulaiesti - Mensen als Ania en Eduard, die zichzelf als voorbeeld stellen voor de kinderen en volwassenen om hen heen - Het werk van La Strada Bidden voor: - Kinderen overal ter wereld die slachtoffer zijn door hun kwetsbaarheid - Kinderen die op moeten groeien zonder (de aanwezigheid van) ouders of hun zorg - De bevolking van Moldavië, dat zij de liefde van God (weer) zullen zien/horen/voelen - Dat problemen die van generatie op generatie worden doorgegeven doorbroken mogen worden - het openen van onze ogen voor de verantwoordelijkheid die we hebben
Themalied Song for Moldova / Implica-te Si Tu! © 2010 lyrics & music by Menno Wiegeraad verse 1 what can I say to each generation?
Couplet 1 Wat kan is zeggen tegen elke generatie?
16
the money is drunk children are hungry and beaten what can you do to break the circle lives go to waste when nobody cares verse 2 what can you do to bring hope to the hopeless how to compete with the easy way out can I make them believe Somebody loves them I wish they will know they're worth so much more pre chorus 1 this needs to be told, over and over again this needs to be heard, untill it's history chorus Implica-te si tu (Hey!) Implica-te si tu (Hey!) Come, Meet, Share, Encourage One another Implica-te si tu (Hey!) Implica-te si tu (Hey!) (Let's) find a way to get there These are my brothers, these are your sisters How does it make you feel? Implica-te si tu (Hey!) Implica-te si tu (Hey!) Implica-te si tu! (Hey! Hey! Hey! Hey!) verse 3 what can I give when I receive kindness from someone I know has nothing at all how to respond to children whoes laughter seems to be out of place in their torn apart world pre chorus 2 why don't we pray, over and over again join me and say, let's make it history
Het geld is dronken de kinderen hebben honger en worden geslagen. Wat kun je doen om de spiraal te doorbreken. Levens worden vergooid als niemand om ze geeft. Couplet 2 Wat kun je doen om hoop te brengen aan de hopelozen? Hoe ga je de strijd aan met de makkelijkste uitweg? Kan ik laten zien dat er Iemand van ze houdt? Ik droom dat ze zullen weten dat ze zoveel meer waard zijn. Voorrefrein 1 Dit moet verteld worden, steeds weer opnieuw Dit moet gehoord worden, tot het voorbij is. Refrein Kom, Ontmoet, Deel, Moedig elkaar aan Laten we een weg vinden om er te komen Dit zijn mijn broeders, dit zijn jouw zusters Wat voor gevoel geeft dat?
Couplet 3 Wat kan ik geven als ik vriendelijkheid ontvang van iemand die ik ken en die niets heeft? Hoe moet ik reageren als het lachen van de kinderen zo misplaatst lijkt in hun verscheurde wereld? Voorrefrein 2 Waarom bidden we niet, steeds weer opnieuw Doe mee en zeg: ‘laten we zorgen dat dit voorbij gaat’
\ Eventueel kan dit lied ook door een eigen band uitgevoerd worden. Let op: het is niet geschikt om op het orgel uit te voeren, en een (voor)zanger is onmisbaar.
17
intro
E
Bm
A
A
E
Bm
G
A
Em
Bm
Am
Am
Em
Bm
Am
Am
Em
D
Cmaj9
Cmaj9
Cmaj7
B
Em
Em
Pre chorus
Cmaj7
Dsus2
Cmaj7 / E
B
chorus
E
G
A
A
E
G
A
A
E
D
Bm
A
E
G
A
A
C#m
G#m
F#m
B
C#m
G#m
F#m
G#
Bm
A
A
E
Bm
G
A
C#m
G#m
F#m
B
C#m
G#m
F#m
G#
C#m
G#m
F#m
B
C#m
G#m
F#m
G#
verse
interlude
Bridge
E
18
Preekschets Matteüs 25:14-30 Deze preekschets is zo geschreven dat predikanten er zelf mee aan de slag kunnen en er hun eigen preek mee kunnen schrijven. Sommige passages zullen ze misschien letterlijk overnemen, andere passages zijn meer geschikt als theologische achtergrondinformatie. Verhalen van de jongeren De verhalen van de jongeren die naar Moldavië geweest zijn, zweven tussen twee woorden: hoop en hopeloos. Hoop door de lachende gezichten die ze af en toe zagen, de toekomstdroom in de ogen van de kinderen, de trouw en het doorzettingsvermogen van de ontwikkelingswerkers in het dorp. Maar ook hopeloos door de grauwe straten, de lege blik in de ogen van mensen, het onvermogen om zelf verandering te brengen in hun leven. Als je goed luistert naar de verhalen van de jongeren is het werkelijk de vraag welk van de twee het wordt: hoop of hopeloos. In deze preek(schets) staan we stil bij deze vraag, en vragen we ons af wat daarvoor nodig is en waartoe God ons en de inwoners van Moldavië oproept. Hiertoe gaan we aan de slag met de gelijkenis van de talenten (Matteüs 25:14-30). Deze tekst is gekozen door de jongeren die naar Moldavië zijn geweest en kan ons helpen in onze zoektocht naar een antwoord op deze vragen. Thema’s in de tekst De mens en zijn slaven In de gelijkenis gaat een mens (ἀνθρωπος) ‘op reis’. Hoewel het woord ἀποδηµῶν in vers 14 in moderne vertalingen vaak zo wordt vertaald, klinkt erin door dat het een buitenlandse reis is. Het duurt dus wel even voordat hij terug is, en dat blijkt ook in vers 19, waar hij pas ‘na lange tijd’ weer terugkeert. Hij geeft zijn bezittingen (meervoud: ὑπαρχοντα) in bewaring bij zijn slaven. Wie de mens is, wordt niet helemaal duidelijk. Maar gezien de context (de gelijkenis staat in de rede over de laatste dingen, Matteüs 24-25) is de kans groot dat het hier om Jezus zelf gaat. Dat wordt des te aannemelijker als je bedenkt dat Jezus in het eerste deel van de rede benadrukt dat zijn wederkomst (net als in de gelijkenis de wederkomst van de mens) lang op zich kan laten wachten (vgl. o.a. Matteüs 24:8, 13, 42, 50). Vaak wordt aangenomen dat Jezus met de slaven in eerste instantie aan zijn discipelen denkt. Toch lijkt het mij waarschijnlijker dat het om de gehele mensheid gaat. In het betogende gedeelte van de rede verwijst hij namelijk
19
naar de geschiedenis van de zondvloed waar de gehele mensheid door het water wordt verzwolgen (Matteüs 24:37-39). Overigens klinkt de term ‘slaven’ negatiever dan het in werkelijkheid was. Het woord δουλος kan ook dienaar of horige betekenen. Slavernij kwam in de oudheid veel voor en had veel verschillende vormen. Hoewel slaven iemands bezit waren, hadden zij het vaak zo goed dat ze helemaal niet op vrijlating gesteld waren. In dat geval zouden ze namelijk alleen in de wereld komen te staan en voor zichzelf moeten zorgen, iets waarvoor zij simpelweg de middelen niet hadden. De bezittingen van de mens Wat ook niet duidelijk wordt is wat Jezus met precies met de bezittingen bedoelt. In het verhaal gaat het om een grote som geld. Een talent was van oorsprong het gewicht dat een mens kon dragen. Al snel ontwikkelde de betekenis zich tot de hoeveelheid goud- of zilverstukken die een man in een zak met zich mee kon nemen. Later stond 1 talent gelijk aan 6000 zilveren drachmen (ongeveer €2500 – voor die tijd een waar foruin). De slaven die met zo’n karrevracht aan munten opgezadeld werden, zullen dus wel even vreemd hebben opgekeken. In ons hedendaagse spraakgebruik interpreteren we een talent meestal als een begaafdheid. In dat geval zou de gelijkenis betekenen dat je de dingen die je goed kunt niet moet verwaarlozen, maar verder moet ontwikkelen. Anderen verstaan het begrip meer in Paulinische zin als de verschillende gaven van de Geest. De context van de gelijkenis lijkt echter op iets anders te duiden. De mogelijke duiding van het woord talent vinden we terug in het slot van de rede van de laatste dingen (Matteüs 25:31-46). Daar lezen we hoe zij die zich barmhartig hebben betoont ‘aan een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters’ (Matteüs 25:40) het eeuwige leven te wachten staat (Matteüs 25:46). De gelijkenis roept dus op om zorg te dragen voor diegene die het minder heeft. Sommigen hebben daar veel mogelijkheden voor, anderen weinig. Daar is bij de verdeling rekening mee gehouden (Matteüs 25:15). De derde slaaf Zorg dragen voor de minste ontslaat die minste echter niet van eigen verantwoordelijkheid. Je zou kunnen denken dat de slaaf die maar één talent aan goud of zilver heeft gekregen zorg van de ander verdient. Dat is echter (veel) te kort door de bocht. Allereerst is ook één talent nog een waar fortuin waar je een flinke winst op kunt maken. Daarnaast is het ieders verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor dat wat hem is toebedeeld. De één heeft de zorg voor veel (vijf talenten), de ander voor iets minder (twee
20
talenten) en weer een ander nog minder (één talent). Dat hij het minste heeft gekregen ontslaat de derde slaaf niet van eigen verantwoordelijkheid. Hoop Voordat ik de voorgaande overwegingen doortrek naar de verhalen van de jongeren wil ik nog kort stilstaan bij het Griekse woord voor hoop: πιστις (Matteüs 25:21,23). Πιστις is verwant aan πιστευω dat in het Koinè Grieks als eerste betekenis ‘geloven’ heeft. Maar Kittel geeft in zijn woordenboek met nadruk ook een aantal andere betekenissen: gehoorzamen (aan de geboden), vertrouwen en hopen. In Nederland wordt δουλε ... πιστε vaak vertaald met ‘trouwe slaaf’, maar ook vertalingen als ‘gelovige slaaf’, ‘gehoorzame slaaf’ of ‘hoopvolle slaaf’ horen nadrukkelijk tot de mogelijkheden en vinden we in sommige buitenlandse vertalingen terug. Daarnaast laat Kittel zien dat πιστις twee kanten heeft. De slaaf kan trouw zijn aan zijn meester, maar hij kan ook betrouwbaar zijn. En op dezelfde manier kan de slaaf hoopvol zijn, maar ook iemand die de hoop van zijn meester waarmaakt. Beide mogelijkheden lijken goed te passen bij de context waarin we het verhaal nu lezen. Verbinding Ten slotte zal ik proberen de belevenissen van de jongeren in Moldavië te verbinden met de gelijkenis van de talenten. Het is niet moeilijk om onze eigen positie in de gelijkenis te ontdekken: wij zijn de slaven. En als je naar onze economische mogelijkheden kijkt, dan is het niet meer dan logisch dat ons veel talenten zijn toebedeeld. Wij kunnen dat aan. Behalve voor onze eigen ontwikkeling kunnen wij de ontwikkeling van anderen ondersteunen. Als wij dat niet zouden doen, en er zonder hoop in zouden berusten dat het op sommige plekken van de wereld nooit beter wordt, dan zouden wij nog minder zijn dan de luie, hopeloze slaaf. Maar dat neemt niet weg dat die anderen ook een verantwoordelijkheid hebben. Ook zij hebben talenten toebedeeld gekregen: kinderen, ouders, land en dieren om voor te zorgen en om mee te proberen verder te komen. Als je kijkt naar de situatie in Moldavië, dan is de gelijkenis van de talenten is misschien wel te rooskleurig. Misschien dat wij wel veel meer talenten toebedeeld hebben gekregen dan de vijf van de eerste slaaf. En misschien dat in Moldavië een talent wel veel minder waard is dan het ene van de derde slaaf. Dat zou betekenen dat onze verantwoordelijkheid voor die ander nog veel groter is. Maar onze verantwoordelijkheid kan niets uitrichten als mensen daar de hoop verliezen en hun ene talentje begraven in de grond. Zelfs al is het weinig: ook zij hebben de verantwoordelijkheid om aan de slag te gaan met hun talent.
21
In Moldavië hebben de jongeren hopeloosheid gezien. Steden en dorpen waar mensen nauwelijks met elkaar spraken. De lege blik in de ogen, de sleur van het dagelijks werk, de berusting dat zij nooit meer een lichtpuntje zouden zien. Maar tussen al die hopeloosheid gloren ook sprankjes van hoop: vooral bij de kinderen en jongeren die er nog wat van willen maken en van ontwikkelingswerkers leren om hun leven in eigen hand te nemen en het talent dat hun is toebedeeld niet te begraven, maar er werkelijk mee aan de slag te gaan. En soms ook bij de ouderen, zoals bij Babushka (oma). Jong als ze was, was haar gelaat toch al doortrokken van de groeven die bij een oude vrouw horen. Haar handen waren vereelt en haar leven beperkt tot de tabaksplantage waar ze werkte. Dat zelfs diep binnenin haar de hoop nog levend was, bleek toen ze opfleurde toen de jongeren haar een ijsje aanboden. Aan het einde van de werkdag haalde ze haar liedbundeltje en begon ze de liederen te zingen die haar leven weer licht gaven. Dat was de rijkdom, de hoop die zijzelf had en waar zij van kon uitdelen. Als het om het gebruiken van je talenten gaat, dan kun je denken aan het uitdelen van geld, maar misschien nog wel meer aan het uitdelen van hoop aan de hopelozen. Alfard Menninga Theoloog/medewerker JOP
22
Kindernevendienst In de themadienst gaat het over hoop en hopeloosheid. Vaak denken we dat hopeloosheid te maken heeft met het wel of niet rijk-zijn. Maar hoop gaat eigenlijk over het hebben van een toekomstdroom. Dat heeft Jezus ons laten zien. Door bijvoorbeeld de blinde Bartimeüs te genezen, kreeg deze letterlijk weer zicht op de toekomst en keerde de hoop in zijn leven terug. Nodig
o Voor jonge kinderen: § Powerpoint met foto’s (op beeldscherm of beamer) § Papier of rollen behang waarop geplakt, geschilderd of gekleurd kan worden § Verf + kwasten of stiften of knutselpapier o Voor oudere kinderen en tieners: § Powerpoint met foto’s (op beeldscherm of beamer) § Voldoende kopieën van het gedicht § Pennen en papier § Evt. schildermateriaal Jonge kinderen (tot ongeveer 10 jaar) o Bekijk samen met de kinderen de foto’s (ongeveer 6 minuten) o Praat door over wat je gezien hebt: § Wat vonden de kinderen van de foto’s § Werden zij er blij van of niet? Waarom? § Waren de kinderen op de foto’s blij of niet? Hoe kon je dat zien? § Waren de kinderen op de foto’s rijk of arm? Hoe kon je dat zien? § Is het belangrijk dat je rijk of arm bent? o Geld is fijn, maar vreugde en blijdschap zijn belangrijker. Die krijg je pas echt als je kunt dromen over later. Verwoord dit in je eigen woorden en geef er zo mogelijk een eigen voorbeeld bij. Praat daarna verder § Waar dromen de kinderen van? § Waar zouden de kinderen op de foto’s van dromen? o Teken/schilder/plak je dromen: voor jezelf en voor de kinderen in Moldavië. § Er is met de kinderen in Moldavië gestoepkrijt, het zou leuk zijn als er enkele creaties van de kinderen naar Moldavië worden gestuurd. Neem hiervoor contact op Kerk in Actie. § Lees hierbij eventueel het gedicht ‘Kleurrijk’ voor (p.24)
23
Oudere kinderen (vanaf ongeveer 10 jaar) en tieners o Begin met oudere kinderen en tieners ook met het vertonen van de foto’s (ongeveer 6 minuten) o Deel het gedicht ‘Kleurrijk’ (p.24) uit en lees het voor – laat de kinderen meelezen. o Praat door over het gedicht: § Werden ze blij van het gedicht, of juist verdrietig, of nog iets anders? § Laat de kinderen die gedeeltes onderstrepen waar ze dat gevoel van kregen. § Lees het tweede couplet nog een keer voor. Waar zouden de kinderen waar het gedicht over gaat van dromen? En klopt dat met de toekomst die ze echt hebben? § Vertel heel kort het verhaal over Bartimeüs, of lees een korte versie daarvan voor uit een (kinder)bijbel (Marcus 10:46-52, Matteüs 20:29-34 of Lucas 18:35-43). Vertel dat Bartimeüs misschien wel dromen had, maar dat hij zeker wist dat hij ze nooit zou bereiken omdat hij blind was. Doordat Jezus hem weer liet zien, zorgde hij ervoor dat Bartimeüs ze wel weer kon bereiken. § Hoe zouden wij de kinderen in het gedicht kunnen helpen om hun droom te bereiken? Waar dromen de kinderen zelf eigenlijk van? Zouden zij die dromen kunnen bereiken? Wat is daarvoor nodig? o Vraag de kinderen een gedicht te schrijven over toekomstdromen – van henzelf en van de kinderen in Moldavië. § Kinderen die dit moeilijk vinden mogen hun dromen ook schilderen. Alfard Menninga Theoloog/medewerker JOP
24
Kleurrijk Blauwe, gele, rode lijnen, vloeien uit mijn hand Tientallen kinderen kijken toe, hoe de verf op jouw gezicht belandt Wat zijn je dromen? zou je gelukkig zijn? Wat ga je doen in de toekomst? nu ben je nog zo klein Blauwe, gele, rode lijnen, kleuren jouw gezicht Verwonderd zie ik hoe vol vertrouwen, jouw hoofd in mijn handen ligt Welke verhalen liggen achter jouw gesloten ogen? wat heb je meegemaakt? Met jouw pure glimlach, heb je geen idee, hoezeer je mij hebt geraakt Blauwe, gele, rode lijnen, zodat je wordt erkent En ook de rest van de wereld weet, hoe kleurrijk jij bent Marieke van Lingen
25
26