Handleiding Nestkastcontroles Eikelmuis -
Nestkasten controleren is een spannende belevenis. Je weet immers nooit wat voor dieren je gaat aantreffen. Ook de bewoners zelf schrikken zich een hoedje als het dak van hun woning wordt opgelicht, wees dus heel voorzichtig! Meestal zullen ze zo vlug mogelijk proberen te ontsnappen, maar af en toe trekken ze zich terug in een hoekje en laten ze zich rustig bekijken.
-
In volle zomerperiode kijk je best eens uit of er geen wespen of hommels rond het kastje zwermen. De kans is klein, maar een beetje voorzichtigheid heeft nog nooit iemand kwaad gedaan
-
Het welzijn van de dieren moet uiteraard steeds voorrang krijgen. Haal dus geen dieren uit de nestkast, ook niet als ze in een diepe (winter)slaap zijn
-
Tijdens de halfjaarlijkse controles van de nestkasten kan men verschillende sporen aantreffen – 1. de dieren zelf – 3. uitwerpselen – 2. nesten – 4. etensresten
-
Het is dan ook heel belangrijk om al deze sporen te bekijken en correct in te vullen op het formulier
1. Herkenning van de dieren zelf Naast kool- en pimpelmezen nemen een 4-tal muizensoorten regelmatig hun intrek in de nestkastjes: - De eikelmuis is duidelijk herkenbaar aan zijn grootte, de grote ogen en oren en vooral het zwarte ‘Zorro’-masker en penseelstaart. - De bosmuis heeft eveneens grote ogen en oren, maar is kleiner en heeft een naakte lange staart. De bruinachtige rugzijde steekt af tegen de witte buik. - De huismuis lijkt qua lichaamsbouw wel op een bosmuis, maar is egaal grijs(-bruin), zonder witte buikzijde - De rosse woelmuis heeft duidelijk een ander postuur als de vorige soorten. De kop is stomp, de ogen zijn veel kleiner en de oren steken maar weinig buiten de rosse vacht. Het staartje is veel korter dan het lichaam.
2. De nesten Het nest verraadt meestal reeds wie de bouwheer is, vooraleer die zich laat zien. –
kool- en pimpelmees maken in het voorjaar een nestje dat vooral bestaat uit mos waar in de laatste fase een komvorm in wordt gemaakt, die dan bekleed wordt met zacht materiaal zoals veren, haren, wol, … Na het broedseizoen blijft een bevuild hoopje mos achter.
–
Bosmuizen maken een los nest van droge blaadjes en eventueel nog andere materialen zoals gras.
–
Eikelmuizen vullen de nestkast meestal met een dikke laag mos. Hier overdekken ze regelmatig ook bestaande nesten mee. De ingang van het nest zit meestal ergens opzij en is niet altijd zichtbaar. Voorjaars- en zomernesten worden flink bevuild met uitwerpselen (die je vaak ook aan de ingang van en op de nestkast kan terugvinden), terwijl winternesten properder blijven.
3. Uitwerpselen De uitwerpselen van mezen en andere vogels zijn gemakkelijk herkenbaar aan de kleur. Het ene uiteinde is donker, terwijl de andere zijde iets verdikt en wit is. Muizenkeutels zijn iets moeilijker aan een soort toe te wijzen, maar de strontjes van eikelmuis zijn duidelijk groter dan die van de andere muizensoorten. De keutels van bosmuis en rosse woelmuis zijn amper een halve cm (max. 7 mm) lang, terwijl die van de eikelmuis 7-15 mm (en meer) zijn. Verse uitwerpselen van eikelmuis zijn vaak opvallend “smeuïg”. 4. Etensresten Iedere diersoort heeft zo zijn eigen voedselvoorkeur en eetgewoontes. Aan de knaagsporen aan pitten en hazelnoten kunnen zoogdierenspecialisten vaak de dader herkennen. Dergelijke etensresten (noten, slakkenhuisjes, pitten) kunnen best ingezameld worden (om naar ons op te sturen) of in detail gefotografeerd ter controle.
Periode van de nestkastcontroles De meest geschikte periode (hoogste trefkans en de laagste verstoring) om controles te doen lijkt ons (januari-)februari en de eerste helft van oktober. In januari-februari zijn de meeste dieren in winterslaap en kan je ze voorzichtig in de nestkast bekijken. Als je later (in april-juni) gaat kijken, zou je sporen kunnen missen omdat een mees er een nest bovenop gebouwd heeft. In oktober zijn de jonge eikelmuizen al groot en is de verstoring minimaal bij het kortstondig openen van de nestkast zonder de dieren eruit te halen. Bovendien kan je de nestkasten in deze periodes ook volledig reinigen zonder het risico op verstoring of vernieling van vogelnesten. Zo krijgen nestparasieten niet de kans om zich in de loop der jaren explosief uit te breiden. Ook oude zoogdierennesten kan je dan verwijderen (als de bewoner niet meer thuis is tenminste). Zo kunnen verse sporen (uitwerpselen, nestmateriaal, voedselresten) bij een volgende controle makkelijker worden herkend.
Waar hang je best eikelmuisnestkasten op? Je kan overal eikelmuisnestkasten ophangen, maar de grootste kans op succes heb je natuurlijk in gebieden die geschikt zijn voor eikelmuis en die binnen het verspreidingsgebied van deze soort vallen. Geschikte tuinen zijn liefst groter dan 10 are (1000 m²), hebben minstens één hoogstamfruitboom, zijn gelegen in een rustige omgeving (oude dorpskernen, hoeves, …) én in de buurt van bossen, (kasteel)parken, boomgaarden, kleinschalig landbouwlandschap of iets gelijkaardigs.
Afbeeldingen van de soorten
Voorbeelden van de verschillende nesttypes
Voorbeelden van de verschillende uitwerpselen
eikelmuis vogel
Invulformulier nestkastcontroles eikelmuis De controles kan je best uitvoeren in (januari-)februari en tussen 1 en 15 oktober. Noteer nauwkeurig je waarnemingen en bezorg deze per post of per e-mail aan de eikelmuiscoördinator. Digitale foto’s van aanwezige dieren, nesten of andere sporen zijn ook altijd welkom. Als je etensresten vindt, mag je deze altijd opsturen of er een gedetailleerde foto van doormailen.
Naam: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Straat: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Postcode: ………………… Gemeente:…………………………………………………………………………………………………… Telefoon: ……………………………………………………… E-mail: …………………………………………………………………… Datum van de controle: …………………………………………… Nestkast 1
Nestkast 2
Aanwezige dieren ◊ geen ◊ eikelmuis ◊ bosmuis ◊ huismuis ◊ rosse woelmuis ◊ ……………………………………………………………………………
Aanwezige dieren ◊ geen ◊ eikelmuis ◊ bosmuis ◊ huismuis ◊ rosse woelmuis ◊ …………………………………………………………………………
Nest ◊ geen ◊ eikelmuis-type ◊ bosmuis-type ◊ vogel-type ◊ ……………………………………………………………………………
Nest ◊ geen ◊ eikelmuis-type ◊ bosmuis-type ◊ vogel-type ◊ …………………………………………………………………………
Uitwerpselen ◊ geen ◊ eikelmuis-type ◊ bosmuis-type ◊ vogel-type ◊ ……………………………………………………………………………
Uitwerpselen ◊ geen ◊ eikelmuis-type ◊ bosmuis-type ◊ vogel-type ◊ …………………………………………………………………………
Etensresten ◊ geen ◊ ……………………………………………………………………………
Etensresten ◊ geen ◊ ………………………………………………………………………… Hartelijk dank!