Handleiding Nero Wave Editor
Nero AG
Informatie over auteursrecht en handelsmerken
De volledige handleiding van Nero WaveEditor is auteursrechtelijk beschermd en is eigendom van Nero AG. Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding bevat materiaal waarop het internationaal geldende auteursrecht van toepassing is. Het is niet toegestaan om deze handleiding geheel of gedeeltelijk te kopiëren, over te dragen of op andere wijze te verveelvoudigen zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Nero AG.
Nero AG wijst elke aansprakelijkheid af die niet onder de garantiebepalingen valt. Nero AG aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekking tot de juistheid van de inhoud van de Nero WaveEditor-handleiding. De inhoud van de geleverde software en van de handleiding van Nero WaveEditor kan zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd.
Alle merknamen en handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaars. De hier genoemde handelsmerken worden slechts ter informatie vermeld.
Copyright © 2006, Nero AG, Karlsbad, Duitsland. REV 1.0, SW 3.5.6.0
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Algemene informatie
6
1.1
Informatie over de handleiding
6
1.2
Informatie over Nero WaveEditor
6
2
Technische informatie
7
2.1 2.1.1
Systeemvereisten Ondersteunde indelingen
7 7
3
Terminologie
8
4
Het programma starten
9
4.1
Nero WaveEditor starten via Nero StartSmart
9
4.2
Nero WaveEditor rechtstreeks starten
9
5
Gebruikersinterface
10
5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4
Hoofdvenster Menubalk Werkbalk Bestandsweergave Weergavevenster
10 10 11 12 12
6
Configuratie
13
6.1
Apparaatinstellingen
13
6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4
Opties voor bewerkingen Het tabblad Weergave Tabblad Directories Het tabblad Instellingen opslaan/uitvoer Het tabblad VST-plug-ins
13 13 14 14 15
6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3
Instellingen audio-indeling Het tabblad Decoders Het tabblad Encoders Het tabblad Converters
15 15 16 16
7
Audio
17
7.1
Audiobestanden afspelen
17
7.2
Audiobestanden opnemen
17
7.3 7.3.1 7.3.2
Audiobestanden bewerken Opties voor in- en uitfaden De sample-indeling converteren
18 20 21 Pagina 3
Inhoudsopgave
7.3.3 7.3.4
Pauzedetectie uitvoeren Een testsignaal in een audiobestand invoegen
22 23
8
Filters
25
8.1 8.1.1 8.1.2 8.1.3 8.1.4 8.1.5 8.1.6 8.1.7 8.1.8 8.1.9
Tools Sisklanken verwijderen Dynamische processor Equalizer Karaokefilter Noise gate Pitch-instelling Stereoprocessor Tijdcorrectie Transponeren
25 25 26 26 26 27 27 28 28 28
8.2 8.2.1 8.2.2 8.2.3 8.2.4 8.2.5 8.2.6 8.2.7 8.2.8 8.2.9 8.2.10 8.2.11 8.2.12 8.2.13 8.2.14 8.2.15 8.2.16 8.2.17 8.2.18 8.2.19 8.2.20
Effecten Chorus Convolution reverb Vertraging Vervorming Doppler Flanger Toonregeling Low fidelity Modulatie Multi-tap vertraging Phaser Pitchverbuiging Pseudo-omkeren Terug naar analoog Nagalm Staccato Verbreding van surroundgeluid Nagalm van surround Stemmodificatie Wah-wah
29 29 29 30 30 31 31 31 31 32 32 33 33 34 34 34 35 35 36 36 37
8.3 8.3.1 8.3.2 8.3.3 8.3.4 8.3.5 8.3.6 8.3.7 8.3.8 8.3.9
Verbetering Extrapolatie band Ruisbeperking camera Gelijkstroom offset-correctie Tikken verwijderen Clipping verwijderen Zoemvermindering Filterset Ruisonderdrukking Ruisanalyse
37 37 37 38 38 38 38 39 39 40
Pagina 4
Inhoudsopgave
8.4
Het geluid van een audiobestand wijzigen
40
9
Lijst met afbeeldingen
41
10
Index
42
11
Contactgegevens
45
Pagina 5
Algemene informatie
1
Algemene informatie
1.1
Informatie over de handleiding Deze handleiding is bestemd voor alle gebruikers die willen leren werken met Nero WaveEditor. De handleiding is ingedeeld naar handelingen en biedt voor elke handeling stapsgewijze instructies. In deze handleiding gelden de volgende conventies: Pictogram
Betekenis Duidt op waarschuwingen, voorwaarden of meldingen die strikt moeten worden opgevolgd. Duidt op aanvullende informatie of mededelingen.
1. Start …
1.2
Een cijfer aan het begin van een regel geeft aan dat er een handeling moet worden uitgevoerd. Voer deze handelingen in de aangegeven volgorde uit.
Æ
Duidt op een tussentijds resultaat.
Î
Duidt op een resultaat.
OK
Tekst of knoppen die in de gebruikersinterface voorkomen, worden vet weergegeven.
Hoofdstuk
Koppelingen naar andere hoofdstukken worden rood en onderstreept weergegeven.
[…]
Geeft sneltoetsen aan voor het invoeren van opdrachten.
Informatie over Nero WaveEditor Met Nero WaveEditor kunt u muziek opnemen, de audiobestanden vervolgens bewerken (bijvoorbeeld door een van de beschikbare filters of verbeteringseffecten toe te passen) en ze naar een schijf branden met Nero Burning ROM of Nero Exress. Met Nero WaveEditor bewerkt u de audiobestanden op een niet-destructieve manier in realtime. De bewerkingshistorie wordt opgeslagen terwijl u werkt, zodat u wijzigingen desgewenst ongedaan kunt maken. Voor het bewerken van de bestanden kunt u gebruik maken van een uitgebreid aanbod van effecten (bijvoorbeeld chorus, vertraging, flanger, nagalm), talloze tools (bijvoorbeeld stereoprocessor, equalizer, noise-gate) en geavanceerde algoritmes om het geluid te verbeteren (bijvoorbeeld extrapolatie, ruisonderdrukking, tikken verwijderen) waarvoor u zelf opties kunt instellen.
Pagina 6
Technische informatie
2
Technische informatie
2.1
Systeemvereisten Nero WaveEditor wordt geïnstalleerd wanneer u de volledige Nero-suite installeert en de systeemvereisten zijn identiek aan die van de Nero-suite. Raadpleeg de Nero Startersgids voor meer informatie over de systeemvereisten. Daarnaast zijn de volgende aanvullende systeemvereisten van toepassing:
Microsoft® DirectX® 9.0b of later. U kunt de nieuwste versie van DirectX® downloaden van de internetpagina http://www.microsoft.com/windows/directx. Minimaal 5 MB vrije ruimte op de harde schijf. 16-bits Windows®-compatibele geluidskaart en luidsprekers of koptelefoon.
Installatie van de nieuwste WHQL-gecertificeerde stuurprogramma's wordt aanbevolen. WHQL staat voor Windows Hardware Quality Labs en dit geeft aan dat het stuurprogramma door Microsoft® is gecertificeerd en compatibel is met Microsoft® Windows® en de bijbehorende hardware.
2.1.1 Ondersteunde indelingen Met Nero WaveEditor kunt u bestanden met de volgende indelingen openen en opslaan:
*.AC3 *.aif, .aiff *.mp3 *.wma *.mp4 *.ogg *.wav, .wave *.nwf
Pagina 7
Terminologie
3
Terminologie Geluid wordt via geluidsgolven door de lucht overgebracht. De onderstaande termen kunnen daarom van belang zijn bij het gebruik van Nero WaveEditor:
Frequentie is het aantal trillingen per tijdseenheid. De frequentie wordt uitgedrukt in Hertz. In het geval van geluidsgolven staat de amplitude voor het volume (de luidheid). De amplitude is het hoogste niveau van de trilling. De samplefrequentie geeft aan hoe vaak de geluidskaart de gesampelde waarde van een analoog signaal berekent. De samplefrequentie wordt uitgedrukt in samplewaarden per seconde (Hertz of Hz). Hoe hoger de samplefrequentie, hoe geavanceerder de berekening en hoe beter de geluidskwaliteit. De samplefrequentie is bepalend voor het frequentiebereik. Voor cd's wordt een samplefrequentie gebruikt van 44.100 Hz of 44.100 samplewaarden per seconde. Daarbij kunnen frequenties van maximaal 22.500 Hz worden opgenomen. De bitdiepte geeft de precisie aan waarmee een trilling kan worden vastgelegd. Bij een hogere bitdiepte wordt de precisie van het vastleggen vergroot, waardoor de geluidskwaliteit verbetert. Op cd's worden audiogegevens in 16 bits vastgelegd, wat inhoudt dat elke samplewaarde maximaal 65.536 waarden kan opnemen.
Pagina 8
Het programma starten
4
Het programma starten
4.1
Nero WaveEditor starten via Nero StartSmart Voer de volgende stappen uit als u Nero WaveEditor wilt starten via Nero StartSmart:
1. Klik op het pictogram Nero StartSmart. Æ Het venster van Nero StartSmart wordt weergegeven.
2. Klik op de knop met de pijl in de linkerrand van het venster. Æ Het venster met extra opties wordt weergegeven.
Fig. 1: Nero StartSmart
3. Selecteer Nero WaveEditor in de lijst Toepassingen. Æ Het venster van Nero WaveEditor wordt geopend.
Î U hebt Nero WaveEditor gestart via Nero StartSmart.
4.2
Nero WaveEditor rechtstreeks starten Voer de volgende stappen uit als u Nero WaveEditor rechtstreeks wilt starten:
1. Klik in het menu Start van Windows XP op Start > Alle programma's > Nero 7 (Premium) > Audio of Data > Nero WaveEditor. Klik in het traditionele menu Start op Start > Programma's > Nero 7 (Premium) > Afspelen > Nero WaveEditor.
Æ Het venster van Nero WaveEditor wordt geopend.
Î U hebt Nero WaveEditor gestart.
Pagina 9
Gebruikersinterface
5
Gebruikersinterface
5.1
Hoofdvenster Als u Nero WaveEditor start, wordt het hoofdvenster weergegeven. Het hoofdvenster bestaat uit de volgende onderdelen:
Menubalk en werkbalk Bestandsweergave Weergavevensters
Fig. 2: Het hoofdvenster van Nero WaveEditor
5.1.1 Menubalk De volgende menu's zijn beschikbaar in de menubalk:
Bestand
Het menu Bestand bevat opties als Openen, Opslaan en Sluiten die u al kent uit Windows®.
Bewerken
Het menu Bewerken bevat bewerkingsfuncties voor de bestanden in het selectievenster die u ook uit Windows® kent, zoals Knippen, Kopiëren en Verwijderen. Daarnaast kunt u audiobestanden op verschillende manieren aanpassen, bestanden en track-splitsingen invoegen en de automatische pauzedetectie activeren.
Pagina 10
Gebruikersinterface
Weergave
In het menu Weergave kunt u de menubalk en de werkbalk naar wens aanpassen en de weergave van een project vergroten of verkleinen. Daarnaast kunt u een andere weergave voor audiobestanden selecteren, vensters tonen of verbergen en informatie weergeven over het geopende audiobestand.
Audio
Het menu Audio biedt opties voor het opnemen, afspelen en stoppen van audiobestanden.
Volume
In het menu Volume kunt u het volume van het geopende audiobestand aanpassen.
Tools
Het menu Tools biedt diverse hulpmiddelen voor het bewerken van het geopende audiobestand (zie Tools).
Effecten
Het menu Effecten biedt diverse effecten die u op het geopende audiobestand kunt toepassen (zie Effecten).
Verbetering
Het menu Verbetering biedt diverse opties waarmee u het geluid van het geopende audiobestand kunt bewerken (zie Verbetering).
Vensters
Via het menu Vensters kunt u alle venster tegelijkertijd sluiten.
Instellingen
Het menu Instellingen biedt diverse opties waarmee u het programma kunt configureren (zie Configuratie).
Help
In het menu Help kunt u de Help-bestanden openen en informatie over Nero WaveEditor weergeven.
5.1.2 Werkbalk De volgende opties zijn beschikbaar in de werkbalk: Hiermee maakt u een nieuw audiobestand. Hiermee opent u een bestaand audiobestand. Hiermee slaat u het audiobestand op. Hiermee kunt u de geselecteerde sectie uit het audiobestand knippen en op het klembord opslaan. Hiermee kunt u de geselecteerde sectie uit het audiobestand kopiëren en op het klembord opslaan. Hiermee plakt u de inhoud van het klembord op de geselecteerde plek. Hiermee maakt u de laatste handeling ongedaan. Hiermee herstelt u de laatste handeling die u ongedaan hebt gemaakt. Hiermee selecteert u het gehele audiobestand. Hiermee zoomt u in op het audiobestand. Hiermee zoomt u uit op het audiobestand. Hiermee zoomt u in op het audiobestand om de geselecteerde selectie groot op het scherm weer te geven. Hiermee zoomt u uit zodat het gehele audiobestand weer wordt weergegeven.
Pagina 11
Gebruikersinterface
5.1.3 Bestandsweergave Het geopende bestand wordt als peak-bestand in het werkveld weergegeven. Standaard is de Wave-weergave ingesteld. U kunt de weergave desgewenst wijzigen in de Spectrogramweergave of de Wavelet-weergave.
5.1.4 Weergavevenster De volgende opties zijn beschikbaar in het menu Weergave:
Transport
Hiermee opent u het venster Transport waarin links het geluid ten opzichte van de ruimte wordt gevisualiseerd. In de rechterhelft van het venster kunt u het volume en het gebruik van de luidsprekers aanpassen.
Spectrumanalyzer
Hiermee opent u het venster Spectrumanalyzer, waarin de frequentie van het audiobestand tijdens het afspelen grafisch wordt weergegeven.
Bewerkingshistorie
Hiermee opent u het venster Bewerkingshistorie, waarin uw aanpassingen aan het audiobestand worden weergegeven. In dit venster kunt u uw bewerkingen desgewenst ongedaan maken en zelfs terugkeren naar de oorspronkelijke status van het bestand.
5.1.4.1 Een weergavevenster of werkbalk weergeven Voer de volgende stappen uit om een weergavevenster of werkbalk weer te geven:
1. Klik op Weergave en kies vervolgens de gewenste optie. Î De weergavevensters worden onderin het hoofdvenster weergegeven. U kunt de weergavevensters verplaatsen en de grootte van de vensters wijzigen. De werkbalken worden onder de menubalk weergegeven. U kunt de werkbalken met de muis verplaatsen.
Pagina 12
Configuratie
6
Configuratie U kunt Nero WaveEditor geheel naar eigen wens configureren. Daarvoor heeft u de volgende vensters tot uw beschikking.
6.1
Apparaatinstellingen (zie Apparaatinstellingen) Opties voor bewerkingen (zie Opties voor bewerkingen) Instellingen audio-indeling (zie Instellingen audio-indeling)
Apparaatinstellingen In het venster Apparaatinstellingen kunt u de instellingen voor de aangesloten apparatuur aanpassen. U opent dit venster via het menu Instellingen > Apparaatinstellingen. In het venster Apparaatinstellingen zijn de volgende opties beschikbaar:
6.2
Vervolgkeuzelijst Invoerapparaat
Hier wordt het apparaat voor audio-invoer weergegeven.
Vervolgkeuzelijst Uitvoerapparaat
Hier wordt het apparaat voor audio-uitvoer weergegeven.
Opties voor bewerkingen In het venster Opties voor bewerkingen kunt u de opties voor uw bewerkingen aanpassen. U opent dit venster via het menu Instellingen > Opties voor bewerkingen.
6.2.1 Het tabblad Weergave Op het tabblad Weergave kunt u de volgende instellingen opgeven: Selectievakje As aan de linkerkant van de audiovisualisatie weergeven
Links van het als peak-bestand weergegeven audiobestand wordt een as weergegeven.
Selectievakje De tijdsweergave boven de audiovisualisatie weergeven
Boven het als peak-bestand weergegeven audiobestand wordt een as weergegeven.
Selectievakje Afspeelpositie tijdens afspelen weergeven
De afspeelpositie in het audiobestand wordt aangegeven met een rode lijn.
Selectievakje Groen-op-zwarte kleurenset gebruiken
Het peak-bestand wordt groen weergegeven en de achtergrond zwart. Standaard wordt het peak-bestand blauw weergegeven en de achtergrond wit.
Pagina 13
Configuratie
6.2.2 Tabblad Directories Op het tabblad Directories kunt u de volgende instellingen opgeven: Invoerveld Tijdelijke directory
Hier kunt u de map opgeven waarin de tijdelijke bestanden moeten worden opgeslagen. De map moet zich op een schijf bevinden met veel vrije ruimte.
Invoerveld Directory peak-bestand
Hier kunt u de map opgeven waarin de peak-bestanden moeten worden opgeslagen. Peak-bestanden zijn cachebestanden die door Nero WaveEditor worden gebruikt om audiobestanden sneller te openen. De map moet zich op een schijf bevinden met veel vrije ruimte.
Selectievakje Peak-bestanden altijd opnieuw maken
Er wordt altijd een nieuw peak-bestand gemaakt wanneer u een audiobestand opent. Als u deze optie niet inschakelt, worden de peak-bestanden tijdelijk in een map opgeslagen en vanuit die map geopend.
Invoerveld Directory Mijn muziek
Hier kunt u de standaardmap opgeven waarin audiobestanden moeten worden opgeslagen.
Selectievakje Het dialoogvenster Openen altijd starten in de map Mijn muziek
Wanneer u het dialoogvenster Openen opent, wordt standaard de map weergegeven die in het veld Directory Mijn muziek is opgegeven.
6.2.3 Het tabblad Instellingen opslaan/uitvoer Op het tabblad Instellingen opslaan/uitvoer kunt u de volgende instellingen opgeven: Selectievakje Gebruik dithering bij converteren naar lagere bitdieptes
Fouten in het audiobestand die ontstaan bij de conversie naar een lagere bitdiepte worden gecamoufleerd met een voor mensen nauwelijks hoorbaar geluid. Als u geen dithering toepast, kunnen storingen optreden als u bestanden naar een lagere bitdiepte converteert. Hier geeft u het gewenste filter tegen ruisvorming op.
Vervolgkeuzelijst Filter tegen ruisvorming
IIR-filter (2e graad): Maakt gebruik van IIR-filters (Infinite Duration Impulse Response). Tweede graad houdt in dat het geluid wordt gedempt met 12 dB. IIRfilters leveren doorgaans een betere geluidskwaliteit dan FIR-filters. FIR-filter (3 taps): Maakt gebruik van FIR-filters (Finite Impulse Response). Deze optie is standaard geselecteerd.
Selectievakje Wave-uitvoervolume herstellen bij het sluiten van Nero WaveEditor
Het volume van het audiobestand wordt teruggezet wanneer u Nero WaveEditor sluit.
Vervolgkeuzelijst Bitdiepte tijdens terugspelen
Hier geeft u de bitdiepte op voor het afspelen van het audiobestand dat u hebt geladen.
Pagina 14
Configuratie
Hier kunt u opgeven hoe surroundgeluid moet worden afgespeeld. Meerkanaalsaudio: het surroundgeluid wordt over alle kanalen afgespeeld. Stereo met behulp van Nero HeadPhone (Virtual Surround): het surroundgeluid wordt in stereo weergegeven en er wordt een virtueel surroundeffect voor koptelefoons gegenereerd.
Vervolgkeuzelijst Surroundaudio afspelen als
Stereo met behulp van Nero VirtualSpeakers (Virtual Surround): het surroundgeluid wordt in stereo weergegeven en er wordt een virtueel surroundeffect voor luidsprekers gegenereerd.
6.2.4 Het tabblad VST-plug-ins Op het tabblad VST-plug-ins kunt u de volgende instellingen opgeven:
6.3
Weergavegebied Geïnstalleerde VSTplug-ins
Hier worden de geïnstalleerde VST-plug-ins weergegeven.
Knop Verwijderen
Hiermee verwijdert u de geselecteerde VST-plug-in.
Knop Plug-in toevoegen
Hiermee opent u het dialoogvenster Openen. Vervolgens kunt u een VST-plug-in installeren.
Knop Map scannen...
Hiermee opent u het dialoogvenster Openen. Vervolgens kunt u in de opgegeven map naar nieuwe VST-plug-ins zoeken.
Instellingen audio-indeling Gebruik het venster Instellingen audio-indeling om de audio-instellingen aan te passen. U opent dit venster via Instellingen > Instellingen audio-indeling.
6.3.1 Het tabblad Decoders Op het tabblad Decoders kunt u de volgende instellingen opgeven: Knop Configureren
Hiermee opent u een dialoogvenster waarin u aanvullende instellingen kunt opgeven voor de geselecteerde decoder. Deze knop is niet beschikbaar voor alle decoders.
Knop Info
Hiermee opent u het dialoogvenster Info waarin informatie over de geselecteerde decoder wordt weergegeven. Deze knop is niet beschikbaar voor alle decoders.
Knop Omhoog
Hiermee verplaatst u de decoder omhoog in de lijst.
Knop Omlaag
Hiermee verplaatst u de decoder omlaag in de lijst.
Knop Informatiebron artiest/titel...
Hiermee opent u het dialoogvenster Informatie artiest/titel ophalen, waarin de bron wordt weergegeven vanwaaruit informatie over de artiest en de titel wordt opgehaald.
Pagina 15
Configuratie
6.3.2 Het tabblad Encoders Op het tabblad Encoders kunt u de volgende instellingen opgeven: Knop Configureren
Hiermee opent u een dialoogvenster waarin u aanvullende instellingen kunt opgeven voor de geselecteerde encoder. Deze knop is niet beschikbaar voor alle encoders.
Knop Info
Hiermee opent u het dialoogvenster Info, waarin informatie over de geselecteerde encoder wordt weergegeven. Deze knop is niet beschikbaar voor alle encoders.
Knop Informatiebron artiest/titel...
Hiermee opent u het dialoogvenster Informatie artiest/titel ophalen, waarin de bron wordt weergegeven vanwaaruit informatie over de artiest en de titel wordt opgehaald.
6.3.3 Het tabblad Converters Op het tabblad Converters kunt u de volgende instellingen opgeven: Knop Configureren
Hiermee opent u een dialoogvenster waarin u aanvullende instellingen kunt opgeven voor de geselecteerde converter. Deze knop is niet beschikbaar voor alle converters.
Knop Info
Hiermee opent u het dialoogvenster Info, waarin informatie over de geselecteerde converter wordt weergegeven. Deze knop is niet beschikbaar voor alle converters.
Knop Informatiebron artiest/titel...
Hiermee opent u het dialoogvenster Informatie artiest/titel ophalen, waarin de bron wordt weergegeven vanwaaruit informatie over de artiest en de titel wordt opgehaald.
Pagina 16
Audio
7
Audio
7.1
Audiobestanden afspelen Voer de volgende stappen uit om een audiobestand af te spelen:
1. Klik op Bestand > Openen. Æ Het venster Openen wordt weergegeven.
2. Selecteer het gewenste audiobestand en klik op de knop Openen. Æ De twee kanalen van het audiobestand worden als peak-bestand weergegeven.
3. Als u het gehele audiobestand wilt afspelen, klikt u op Audio > Alles afspelen. 4. Als u een sectie van het audiobestand hebt geselecteerd en de sectie wilt afspelen, kiest u Audio > Sectie afspelen.
5. Als u het bestand ononderbroken wilt afspelen, kiest u Audio > Herhaald afspelen. 6. Als u het afspelen wilt stoppen, klikt u op Audio > Stop. Î U hebt een audiobestand afgespeeld.
7.2
Audiobestanden opnemen U kunt Nero WaveEditor gebruiken om verschillende soorten afspeelapparaten op de computer aan te sluiten en audio van deze apparaten op te nemen.
Fig. 3: Het venster Opnamepaneel tijdens het opnemen van een audiobestand
In het venster Opnamepaneel kunt u de volgende instellingen opgeven: Hiermee gaat u naar het begin van de opname, zodat u de opname kunt overschrijven. Hiermee onderbreekt u de opname. Hiermee start u de opname van een audiobestand. Hiermee gaat u naar het eind van de opname, zodat u het opnemen vanaf dat punt kunt hervatten. Keuzerondje Over bestaande
Hiermee overschrijft u de bestaande opname of het bestaande audiobestand dat in Nero WaveEditor is Pagina 17
Audio
opname schrijven
geopend.
Keuzerondje Invoegen in opname
Hiermee voegt u de opname in op de plaats waar de markering staat.
Vervolgkeuzleijst Lijninvoer audio
Hier selecteert u de audio-invoer.
Selectievakje Digitale controle
Hiermee activeert u de regelaar Invoerniveau.
Regelaar Invoerniveau
Hier geeft u het volume van de opname op. Het niveau van de opname moet in het gele gebied van de spectrumanalyzer komen.
Voer de volgende stappen uit om een audiobestand op te nemen:
1. Klik op Audio > Opnemen. Æ Het venster Opnamepaneel wordt geopend.
2. Geef de gewenste instellingen op. 3. Klik op
om met de opname te starten.
4. Klik op
om de opname te onderbreken.
5. Klik op de knop OK als u de opname in het weergegeven audiobestand wilt invoegen. Î U hebt een audiobestand gemaakt.
7.3
Audiobestanden bewerken Voer de volgende stappen uit als u een audiobestand wilt bewerken:
1. Als u het geselecteerde deel van een audiobestand achterstevoren wilt afspelen, klikt u op Bewerken > Omkeren.
2. Als u een testsignaal in het audiobestand wilt invoegen, klikt u op Bewerken > Testsignaal invoegen (zie Een testsignaal in een audiobestand invoegen).
3. Als u de sample-indeling wilt converteren, klikt u op Bewerken > Converteren sampleindeling (zie De sample-indeling converteren).
4. Als u wilt dat stille passages in een track automatisch worden gedetecteerd, zodat deze tijdens het afspelen van het audiobestand kunnen worden overgeslagen, klikt u op Bewerken > Pauzedetectie (zie Pauzedetectie uitvoeren).
5. Als u een track-splitsing in het audiobestand wilt invoegen, zodat u rechtstreeks naar dit punt kunt gaan, klikt u op Bewerken > Track-splitsing invoegen.
6. Als u een track wilt opslaan die door het invoegen van een track-splitsing is ontstaan: 1. Klik op Bewerken > Tracks opslaan als bestanden. Æ
Het venster Tracks opslaan als aparte bestanden wordt geopend.
2. Selecteer de track die u wilt opslaan, geef de track een naam en geef de gewenste indeling op.
Pagina 18
Audio
3. Klik op de knop OK.
7. Als u het volume van de gemarkeerde sectie van het audiobestand wilt laten wegsterven, klikt u op Volume > Uitfaden > en selecteert u de gewenste methode (zie Opties voor in- en uitfaden).
Æ De wijziging in het volume wordt in de grafische weergave van het bestand weergegeven.
8. Als u het volume van de gemarkeerde sectie van het audiobestand geleidelijk wilt laten opkomen, klikt u op Volume > Infaden > en selecteert u de gewenste methode (zie Opties voor in- en uitfaden).
Æ De wijziging in het volume wordt in de grafische weergave van het bestand weergegeven.
9. Als u de frequenties van het gemarkeerde deel van het audiobestand naar een specifieke dB-waarde wilt normaliseren: Normaliseren in audiotechnologie is het proces waarbij analoge en/of digitale audiogegevens naar een uniform volumeniveau worden verhoogd. 1. Klik op Volume > Normaliseren. Æ
Het venster Normaliseren wordt geopend.
2. Verplaats de schuifregelaar Normaliseren naar naar de gewenste positie. De ingestelde dB-waarde wordt in het veld weergegeven. 3. Klik op de knop OK.
10. Als u het volume van de gemarkeerde sectie van het audiobestand wilt verhogen of verlagen: Als u het volume verhoogt, verhoogt u alle frequenties van het audiobestand met de opgegeven dB-waarde. Als u het volume verlaagt, verlaagt u alle frequenties met de opgegeven dB-waarde. 1. Klik op Volume > Volumewijziging. Æ
Het venster Volumewijziging wordt geopend.
2. Verplaats de schuifregelaar Volumenwijziging naar de gewenste positie. De bijbehorende dB-waarde wordt in het veld weergegeven. 3. Klik op de knop OK.
11. Als u de gemarkeerde sectie van het audiobestand wilt dempen, klikt u op Volume > Dempen.
Æ De wijziging in het volume wordt in de grafische weergave van het bestand weergegeven.
12. Als u de gemarkeerde sectie van het audiobestand met een tool wilt bewerken, kiest u een optie in het menu Tools (zie Tools).
13. Als u een effect aan de gemarkeerde sectie van het audiobestand wilt toevoegen, kiest u een optie in het menu Effecten (zie Effecten).
14. Als u verbeteringen aan de gemarkeerde sectie van het audiobestand wilt aanbrengen, kiest u een optie in het menu Verbetering (zie Verbetering).
Î U hebt het audiobestand bewerkt.
Pagina 19
Audio
7.3.1 Opties voor in- en uitfaden In het menu Volume > Uitfaden zijn de volgende opties beschikbaar:
Sinusoïdaal
Exponentieel
Lineair
Logaritmisch
In het menu Volume > Infaden zijn de volgende opties beschikbaar:
Sinusoïdaal
Exponentieel
Lineair
Logaritmisch
Pagina 20
Audio
7.3.2 De sample-indeling converteren Via het menu Bewerken kunt u de sample-indeling converteren.
Fig. 4: Het venster Instellingen geconverteerde sample-indeling
In het venster Instellingen geconverteerde sample-indeling kunt u de volgende instellingen opgeven: Vervolgkeuzelijst Samplefrequentie
Hier kunt u de gewenste samplefrequentie voor de selectie opgeven.
Vervolgkeuzelijst Bitdiepte
Hier kunt u de gewenste bitdiepte voor de selectie opgeven.
Keuzerondjes Kanalen
Hier kunt u verschillende uitvoeropties voor de selectie opgeven. U kunt een vijfkanaals of zevenkanaals audiobestand met surround sound maken door respectievelijk Surround 5.1 of 7.1 te selecteren.
Vervolgkeuzelijst Methode voor neerwaartse conversie
Hiermee converteert u een audiobestand met surround sound naar een normaal stereo audiobestand, naar een stereo audiobestand met kunstmatige surround sound voor koptelefoons of naar een stereo audiobestand met kunstmatige surround sound voor luidsprekers. Deze optie is alleen beschikbaar voor audiobestanden met surround sound.
Vervolgkeuzelijst Anti-aliasfilter
Deze lijst bevat verschillende typen anti-aliasfilters.
Pagina 21
Audio
Voer de volgende stappen uit als u de sample-indeling wilt converteren:
1. Klik op Bewerken > Converteren sample-indeling. Æ
Het venster Instellingen geconverteerde sample-indeling wordt geopend.
2. Geef in het venster Instellingen geconverteerde sample-indeling de gewenste instellingen op.
3. Klik op de knop OK. Î U hebt de sample-indeling geconverteerd.
7.3.3 Pauzedetectie uitvoeren Via het menu Bewerken kunt u automatische pauzedetectie uitvoeren voor het geselecteerde audiobestand.
Fig. 5: Het venster Pauzedetectie
In het venster Pauzedetectie kunt u de volgende instellingen opgeven: Veld Uit te voeren handeling
Hier kunt u verschillende handelingen selecteren. U kunt tracksplitsingen in de gedetecteerde pauzes invoegen, de gedetecteerde pauzes verwijderen of de gedetecteerde pauzes verwijderen en door track-splitsingen vervangen.
Veld Minimale lengte pauze
Hier kunt u de minimale lengte opgeven voor pauzes die automatisch gedetecteerd moeten worden in een audiobestand. Geef de lengte op in seconden.
Veld Minimale lengte nummer
Hier kunt u de minimale lengte opgeven voor nummers die herkend moeten worden als een volledig nummer. Geef de lengte op in seconden.
Regelaar Drempel
Hier kunt u het volumeniveau opgeven waaronder tracks van het audiobestand als pauzes worden gedetecteerd.
Pagina 22
Audio
Voer de volgende stappen uit om automatische pauzedetectie toe te passen:
1. Klik op Bewerken > Pauzedetectie. Æ
Het venster Pauzedetectie wordt geopend.
2. Geef in het venster Pauzedetectie de gewenste instellingen op. 3. Klik op de knop OK. Î U hebt automatische pauzedetectie uitgevoerd.
7.3.4 Een testsignaal in een audiobestand invoegen In het venster Testsignaalgenerator kunt u een testsignaal in het audiobestand invoegen.
Fig. 6: Het venster Testsignaalgenerator
In het venster Testsignaalgenerator kunt u de volgende instellingen opgeven: Invoerveld Duur
Hier geeft u de tijdsduur van het testsignaal op.
Keuzerondje Tonen
Hiermee geeft u aan dat het testsignaal als een toon moet worden weergegeven. Vervolgens stelt u de opties in voor de wavevorm, de startfrequenie en de eindfrequentie van het testsignaal.
Vervolgkeuzelijst Wavevorm
Hier geeft u de gewenste wavevorm op voor het testsignaal.
Invoerveld Startfrequentie
Hier geeft u de startfrequentie op voor het testsignaal.
Invoerveld Eindfrequentie
Hier geeft u de eindfrequentie op voor het testsignaal.
Keuzerondje Ruis
Hiermee geeft u aan dat het testsignaal als ruis moet worden weergegeven. Vervolgens geeft u het gewenste type ruis op.
Vervolgkeuzelijst Kleur
Hier selecteert u het gewenste type ruis. Wit is een harde ruis, Roze een gemiddelde ruis en Bruin een stille ruis.
Regelaar Amplitude
Hier geeft u de amplitude van het testsignaal op, voor zowel de toon als de ruis. Pagina 23
Audio
1. Klik op Bewerken > Testsignaal invoegen. Æ Het venster Testsignaalgenerator wordt geopend.
2. Geef de gewenste instellingen op voor het testsignaal. 3. Klik op de knop OK. 4. Versleep vervolgens de pijlen onderin de weergave van het audiobestand om het bereik van het testsignaal in te stellen.
5. Als u het testsignaal voor een deel van het audiobestand wilt uitsluiten, versleept u de blauw-groene pijl aan het begin van het testsignaal bovenin de weergave van het audiobestand naar rechts.
6. Als u een audiobestand na het testsignaal wilt invoegen, versleept u de blauw-groene pijl aan het eind van het testsignaal bovenin de weergave van het audiobestand naar rechts.
7. Klik op de knop OK. Î U hebt een testsignaal in het audiobestand ingevoegd.
Pagina 24
Filters
8
Filters U kunt het geluid van een audiobestand op verschillende manieren aanpassen. Hiervoor zijn de volgende menu's beschikbaar:
Tools Effecten Verbetering
De volgende opties zijn in alle vensters beschikbaar: Hiermee speelt u het audiobestand af inclusief de filters. Hiermee stopt u het afspelen. Actieve kanalen
Hier geeft u de gewenste actieve kanalen op. U kunt de kanalen afzonderlijk in- en uitschakelen.
Bypass
Als u deze optie activeert, schakelt u filters tijdelijk uit. Zo kunt u het oorspronkelijke en het bewerkte audiobestand eenvoudig vergelijken.
Offline bewerken
Hiermee wordt de wijziging in het audiobestand offline verwerkt. Daardoor kunt u het gewijzigde bestand zonder storingen afspelen met een tragere processor. U kunt kiezen uit vooraf gedefinieerde en door uzelf ingestelde profielen. Hiermee maakt u een nieuw profiel op basis van de huidige instellingen. Hiermee verwijdert u het geselecteerde profiel.
8.1
Tools
8.1.1 Sisklanken verwijderen U gebruikt de tool Sisklanken verwijderen om ongewenste sisklanken uit spraak- of zangopnamen te verwijderen.
Drempel
Hier geeft u een waarde op in dB waarboven de sisklank moet worden onderdrukt. Als u hier een zeer lage waarde opgeeft, worden zelfs zeer zachte sisklanken onderdrukt.
Demping
Hiermee geeft u aan in hoeverre de sisklanken moeten worden gedempt als ze niet volledig zijn weggefilterd.
Detectietijd
Hier geeft u aan hoe lang de sisklank moet zijn om gedetecteerd te worden.
Vrijgavetijd
Hier geeft u aan hoe lang de sisklank moet worden gefilterd.
Pagina 25
Filters
8.1.2 Dynamische processor Met de tool Dynamische processor kunt u de verhouding tussen het invoer- en uitvoervolume aanpassen. Zo kunt u bijvoorbeeld zachte geluiden benadrukken, waardoor u het audiobestand meer dynamiek geeft.
Kenmerken
Hier wordt de verhouding tussen het invoer- en uitvoervolume weergegeven. De Y-as vertegenwoordigt de uitvoer en de X-as de invoer.
Detectietijd
Hier geeft u de tijdsduur op waarna het effect volledig hoorbaar wordt.
Vrijgavetijd
Hier geeft u de tijdsduur op waarna het effect niet langer hoorbaar is.
Film
Als u deze optie inschakelt, worden alle surroundkanalen in het effect opgenomen. Deze optie is alleen beschikbaar voor audiobestanden met surround sound.
8.1.3 Equalizer Met de tool Equalizer kunt u bepaalde frequenties benadrukken door de versterking en de bandbreedte in te stellen. Frequentieresp ons
In deze grafiek wordt de frequentierespons weergegeven. De Yas vertegenwoordigt de versterking en de X-as de frequentie.
Centrale frequenties
Hier worden de waarden van de X-as weergegeven. In deze velden kunt u ook zelf een waarde (in Hz) opgeven.
Signaalverster king
Hiermee kunt u de waarden van de Y-as van de grafiek aanpassen.
Bandbreedtes
Hier kunt u aangeven of de bandbreedte van de middenfrequentie snel of langzaam moet worden verhoogd of verlaagd. U kunt een waarde opgeven tussen 0,1 en 3 octaven.
Low shelf
Hiermee verhoogt of verlaagt u de lage frequenties.
Cut-off
Hiermee kunt u instellen dat het effect pas na een bepaalde frequentie wordt toegepast.
Versterking
Hier geeft u het niveau van de toename of afname op.
High shelf
Hiermee verhoogt of verlaagt u de hoge frequenties.
Cut-off
Hiermee kunt u aangeven dat het effect pas na een bepaalde frequentie wordt toegepast.
Versterking
Hier geeft u het niveau van de toename of afname op.
8.1.4 Karaokefilter Met de tool Karaokefilter worden frequenties die op beide kanalen van een stereobestand identiek zijn, uit het audiobestand gefilterd. Bij oudere opnamen is dat doorgaans de stem. Als de stem echter niet gelijkmatig over beide kanalen is verdeeld, kunt u de instellingen aanpassen. Stem links/rechts
Hier kunt u opgeven uit welk kanaal en in welke mate de stem moet worden weggefilterd.
Pagina 26
Filters
Compensatie signaalversterk ing
Hiermee verhoogt u het volume van het audiobestand dat door het toepassen van de filter is verlaagd.
Vocale frequentieband
Hier geeft u de frequentieband van de stem op.
Onderfrequenti e
Hier geeft u de limiet op voor de onderfrequentie voor de stem. De standaardwaarde is 100 Hz.
Bovenfrequenti e
Hier geeft u de limiet op voor de bovenfrequentie voor de stem. De standaardwaarde is 7000 Hz.
8.1.5 Noise gate Met de tool Noise gate worden stille passages in het signaal onderdrukt. Hiermee kunt u bijvoorbeeld ruis voorkomen. De noise gate maakt deel uit van de categorie dynamische processors.
Drempel
Hier kunt u de dB-waarde opgeven waaronder het audiobestand moet worden gedempt. De noise gate wordt niet toegepast als de dB-waarde te laag is.
Detectietijd
Hier geeft u de gewenste tijd op (in milliseconden) voor het heropenen van de noise gate, met andere woorden voor het herstellen van het geluidsniveau nadat de drempel is overschreden.
Vrijgavetijd
Hier geeft u de gewenste tijd op (in milliseconden) voor het sluiten van de noise gate, met andere woorden voor het dempen van het geluid nadat het niveau onder de drempelwaarde is beland. Alleen beschikbaar voor audiobestanden in stereo.
Kanaalmodus
Als u het keuzerondje Gekoppeld hebt geselecteerd, wordt de noise gate voor beide kanalen geopend zodra een van de kanalen of beide kanalen de drempel overschrijden. Als u het keuzerondje Onafhankelijk hebt geselecteerd, wordt de noise gate voor beide kanalen afzonderlijk gesloten of geopend als de drempelwaarde wordt bereikt.
8.1.6 Pitch-instelling Met de tool Pitch-instelling wijzigt u de toonhoogte van bijvoorbeeld de stem voor een bepaalde tijd, zodat u valse tonen kunt corrigeren. Correctie
Hier kunt u valse tonen corrigeren.
Gecorrigeerd
Gebruik de groene pijl om het correctieniveau op te geven.
Referentie
Hier geeft u de referentietoon op voor de correctie.
Binding
Hier geeft u op hoe lang het geluid moet worden gecorrigeerd. Als u een lage waarde instelt, wordt het geluid slechts voor een korte tijd gecorrigeerd.
Schaal
Hier kunt u een keuze maken uit een aantal schalen. De meest gebruikte schaal in Europa is Equally Tempered Chrome.
Pagina 27
Filters
Vibrato
Hiermee voegt u wijzigingen aan het geluid toe, zowel in de hoge als de lage regionen. Hierdoor gaat de stem vibreren.
Frequentie
Geef de frequentie op voor de wijziging.
Diepte
Geef de intensiteit op voor de wijziging.
8.1.7 Stereoprocessor Met de Stereoprocessor kunt u het stereobeeld van het geluid aanpassen. Links uit
Hier geeft u het uitvoerniveau op voor de linkerluidspreker.
Links in
Hier geeft u het invoerniveau op voor de linkerluidspreker.
Rechts in
Hier geeft u het invoerniveau op voor de rechterluidspreker.
Rechts uit
Hier geeft u het uitvoerniveau op voor de rechterluidspreker.
Links in
Hier geeft u het invoerniveau op voor de linkerluidspreker.
Rechts in
Hier geeft u het invoerniveau op voor de rechterluidspreker.
Stereoinstellin gen
Hier kunt u aanvullende instellingen opgeven voor het stereobeeld.
Beginpunt fase
Deze instelling compenseert de verschillen in de uitvoer van het linker- en het rechterkanaal.
Stereoverbredi ng
Hiermee kunt u een mono-opname als een stereo-opname laten klinken. U kunt u deze optie ook gebruiken om het stereobeeld van een stereo-opname te verbreden.
8.1.8 Tijdcorrectie Met de tool Tijdcorrectie wijzigt u de afspeelsnelheid, maar niet de toonhoogte. Tijdschaalmodi ficatiefactor
Deze optie biedt twee mogelijkheden om de afspeelsnelheid te wijzigen.
Percentage
Hiermee wijzigt u de afspeelsnelheid procentsgewijs. U kunt de knop gebruiken om de waarde te wijzigen of u kunt een waarde in het veld typen.
Beats per minuut
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid wijzigen door het aantal beats per minuut te wijzigen (bpm).
Optimalisatie
Hier kunt u het gewenste type audiobestand selecteren, om de wijzigingen in de afspeelsnelheid te optimaliseren.
8.1.9 Transponeren Met de tool Transponeren kunt u de toonhoogte wijzigen. De lengte van het audiobestand kan daardoor veranderen. U kunt de lengte van het audiobestand echter aanpassen aan de verhoogde afspeelsnelheid, zodat de oorspronkelijke lengte behouden blijft. Interval
Hiermee wijzigt u de intervallen in het audiobestand.
Fijninstelling
Gebruik de fijninstelling als het behoud van de oorspronkelijke lengte storingen veroorzaakt.
Pagina 28
Filters
Oorspronkelijk e lengte handhaven
8.2
De oorspronkelijke lengte van het audiobestand blijft behouden.
Effecten
8.2.1 Chorus Met het effect Chorus wordt een echo-effect gecreëerd, waardoor de suggestie wordt gewekt dat er een koor op de achtergrond meezingt. Modulatie
Hiermee wijzigt u het signaal.
Diepte
Hiermee geeft u de wijziging in de toonhoogte aan.
Frequentie
Hiermee geeft u de frequentie aan van de wijziging in de toonhoogte (schommelingen).
Vertraging
Hiermee geeft u de vertraging aan waarmee het geluid wordt afgespeeld ten opzichte van het oorspronkelijke geluid.
Filters
Hier kunt u een low-passfilter activeren.
Low pass
Vermindert de frequenties boven het opgegeven aantal Hertz maar laat de lage frequenties onder de opgegeven waarde ongewijzigd.
Mix
Hier kunt u het oorspronkelijke signaal met het bewerkte signaal mixen.
Effect
Geef de intensiteit van het bewerkte signaal op.
Droog signaal
Geef de intensiteit van het oorspronkelijke signaal op.
Stereo chorus
Hiermee geeft u het bewerkte deel van het audiobestand een stereoachtig geluid.
8.2.2 Convolution reverb Met het effect Convolution reverb voegt u een nagalm uit een referentiebestand aan het geluid toe, zodat de nagalm van het audiobestand overeenkomt met de nagalm van het referentiebestand. Impulsreactie selecteren
Hiermee opent u het bronbestand voor de impulsreactie waaruit de nagalm voor het audiobestand wordt gegenereerd.
Winst (%)
Geeft het signaal weer van de impulsreactie.
Versterking (%)
Hier wordt de frequentielimiet voor de nagalm weergegeven. Op de Y-as wordt de versterking van de nagalm aangegeven en op de X-as de frequentie. Hiermee schakelt u tussen een lineaire en logaritmische schaal voor de weergave van de frequentie in de grafiek.
Voorvertraging
Hiermee geeft u de gewenste tijd op voordat het verwerkte signaal wordt afgespeeld, waardoor de intensiteit van de nagalm wordt bepaald.
Mix
Hier kunt u het oorspronkelijke signaal met het bewerkte signaal mixen.
Pagina 29
Filters
Droog signaal
Geef de intensiteit op van het oorspronkelijke signaal.
Effect
Geef de intensiteit op van het bewerkte signaal.
8.2.3 Vertraging Met het effect Vertraging wordt een echo gecreëerd door een kopie van het oorspronkelijke signaal vertraagd af te spelen. Vertraging
Hier kunt u opties instellen voor de kopie van het oorspronkelijke signaal.
Tijdvertraging
Hier geeft u de vertraging op voor het afspelen van de kopie van het signaal.
Feedback
Hier bepaalt u hoeveel kopieën van het oorspronkelijke signaal worden gemaakt.
Mix
Hier kunt u het oorspronkelijke signaal met het bewerkte signaal mixen.
Droog signaal
Geef de intensiteit op van het oorspronkelijke signaal.
Effect
Geef de intensiteit op van het bewerkte signaal.
8.2.4 Vervorming Het effect Vervorming wordt gebruikt voor het vervormen van gitaren. Zo kunt u bijvoorbeeld een akoestische gitaar als een elektrische gitaar laten klinken. Vervorming
Hiermee kunt u het oorspronkelijke signaal vervormen.
Methode
Maak een keuze uit de lijst met vervormingsopties, bijvoorbeeld een oude megafoon.
Intensiteit
Hiermee stelt u de intensiteit van de vervorming in.
Hardheid
Hiermee geeft u het volume van de vervorming op. U kunt deze instelling alleen aanpassen als u Tube, Fuzz3 of Variable clipping hebt geselecteerd bij Methode.
Voorfilteren
Filtert het oorspronkelijke signaal voordat het wordt vervormd.
Onder cut-off
Bepaal de onderste limiet van de frequentieband voor het oorspronkelijke signaal.
Boven cut-off
Bepaal de bovenste limiet van de frequentieband voor het oorspronkelijke signaal.
Nafilteren
Filtert het vervormde signaal.
Onder cut-off
Bepaal de onderste limiet van de frequentieband voor het bewerkte signaal.
Boven cut-off
Bepaal de bovenste limiet van de frequentieband voor het bewerkte signaal.
Mix
Hier kunt u het oorspronkelijke signaal met het bewerkte signaal mixen.
Droog signaal
Geef de intensiteit op van het oorspronkelijke signaal.
Effect
Geef de intensiteit op van het bewerkte signaal.
Pagina 30
Filters
8.2.5 Doppler Het effect Doppler simuleert een passerende ruisbron en genereert het daaruit resulterende galmeffect.
Grafiek
Geeft het begin en het eind van de beweging van de ruisbron weer. De luisteraar bevindt zich in het midden van de grafiek. U kunt het patroon van de beweging aanpassen door de rechte lijnen in de grafiek te verslepen.
Diameter
Hier geeft u de diameter op voor de straal van de beweging.
Duur
Hier geeft u de tijdsduur van de beweging op.
8.2.6 Flanger Het effect Flanger is een gitaareffect dat het geluid vervormt door een kopie van het oorspronkelijke signaal met vertraging af te spelen. De kopie wordt door middel van modulatie gewijzigd, waardoor het geluid op karakteristieke wijze wordt vervormd. Modulatie
Hiermee wijzigt u het gekopieerde signaal.
Diepte
Hiermee geeft u de wijziging in de toonhoogte aan.
Frequentie
Hiermee geeft u de frequentie aan van de wijziging in de toonhoogte.
Mix
Hier kunt u het oorspronkelijke signaal met het bewerkte signaal mixen.
Droog signaal
Geef de intensiteit op van het oorspronkelijke signaal.
Effect
Geef de intensiteit op van het bewerkte signaal.
Stereo-flanger
Hiermee geeft u het bewerkte deel van het audiobestand een stereoachtig geluid.
8.2.7 Toonregeling Het effect Toonregeling verhoogt het volume van het audiobestand zonder de maximumwaarde van de amplitude (waarde 1) te verhogen, maar door de amplitude van bepaalde delen van het audiobestand te verhogen. Het bestand klinkt daardoor harder zonder dat waarde 1 van de amplitude wordt overschreden. Gewenste versterking
Hier geeft u de gewenste versterking op.
8.2.8 Low fidelity Het effect Low fidelity creëert storingen, zogenaamde metingsfouten, door de bitsnelheid te verlagen. Als de bitsnelheid drastisch wordt verlaagd, ontstaat ruis. Als de samplefrequentie wordt verlaagd, klinkt het audiobestand doffer en minder gedetailleerd. Bitdiepte/ samplefrequent ie
De schuifbalken geven de wijzigingen in de grafiek weer.
Pagina 31
Filters
Bitdiepte
Hier geeft u de bitdiepte op. Muziek-cd's hebben bijvoorbeeld een bitdiepte van 16.
Samplefrequent ie
Hier geeft u de samplefrequentie op. Muziek-cd's hebben bijvoorbeeld een samplefrequentie van 44.100 Hz.
8.2.9 Modulatie Met het effect Modulatie kunt u de amplitude en de frequentie afzonderlijk aanpassen. Amplitudemodu latie
Toont de amplitude van het audiosignaal.
Frequentie
Hier geeft u de frequentie op voor het signaal.
Amplitudeberei k
Hier geeft u het volume op voor het signaal.
Modulatiesigna al
Hier selecteert u de gewenste signaalvorm.
Randen mengen
Hiermee worden verschillende eind- en startwaarden toegepast. Deze optie is alleen beschikbaar voor signalen die u zelf hebt gemaakt.
Frequentiemod ulatie
Toont de frequentie van het audiosignaal.
Frequentie
Hier geeft u de frequentie op voor het signaal.
Diepte
Hier geeft u de diepte op van het signaal.
Modulatiesigna al
Hier selecteert u de gewenste signaalvorm.
Randen mengen
Hiermee worden verschillende eind- en startwaarden toegepast. Deze optie is alleen beschikbaar voor signalen die u zelf hebt gemaakt.
Mix
Hier kunt u het oorspronkelijke signaal met het gemoduleerde amplitudesignaal en het gemoduleerde frequentiesignaal mengen.
Droog signaal
Geef de intensiteit op van het oorspronkelijke signaal.
Amplitudegemoduleerd
Hier geeft u de intensiteit op van het signaal met de gemoduleerde amplitude.
Frequentiegemoduleerd
Hier geeft u de intensiteit op van het signaal met de gemoduleerde frequentie.
8.2.10 Multi-tap vertraging Met het effect Multi-tap vertraging worden meerdere exemplaren van het oorspronkelijke signaal gecreëerd en met vertraging afgespeeld. Hierdoor ontstaat een nagalmeffect. Active tap
Selecteer een van de vooraf gedefinieerde instellingen.
Grafiek
Hierin worden de verschillende exemplaren van het geluid en de intervallen weergegeven.
Vertraging
Hier geeft u de intervallen op waarmee de kopieën moeten worden afgespeeld.
Pagina 32
Filters
Signaalversterk ing
Hier geeft u het volume en de intensiteit van de kopieën op.
Links/rechts
Als u het effect op een stereobestand toepast, kunt u hier aangeven via welke luidspreker de kopieën moeten worden afgespeeld.
Feedback
Hier kunt u instellingen opgeven voor de kopieën van de kopie van het oorspronkelijke signaal.
Type
Selecteer een van de filters uit de lijst voor de kopie van het signaal.
Feedback (signaalversterk ing)
Geef het volume op voor de kopieën die worden afgespeeld na de tijd die u bij de optie Vertraging hebt opgegeven.
Mix
Hier kunt u het oorspronkelijke signaal met het bewerkte signaal mixen.
Droog signaal
Geef de intensiteit op van het oorspronkelijke signaal.
Effect
Geef de intensiteit van het bewerkte signaal op.
8.2.11 Phaser Het effect Phaser is een gitaareffect dat het geluid vervormt door een gefilterde kopie van het oorspronkelijke signaal met vertraging af te spelen.
Modulatie
Hier kunt u instellingen opgeven voor de modulatie van het gekopieerde signaal.
Modulatiefuncti e
Hier selecteert u de gewenste signaalvorm.
Frequentie
Hier geeft u de frequentie op voor het gekopieerde signaal.
Instellingen
Hier kunt u de instellingen voor de filter opgeven.
Onderlimiet
Hiermee geeft u de onderlimiet op voor de frequentieband.
Bovenlimiet
Hiermee geeft u de bovenlimiet op voor de frequentieband
Bandbreedte
Hier geeft u de bandbreedte van het signaal op.
Stereo-flanger
Hiermee geeft u het bewerkte deel van het audiobestand een stereoachtig geluid
Mix
Hier kunt u het oorspronkelijke signaal met het bewerkte signaal mixen.
Droog signaal
Geef de intensiteit op van het oorspronkelijke signaal.
Effect
Geef de intensiteit van het bewerkte signaal op.
8.2.12 Pitchverbuiging Het effect Pitchverbuiging wijzigt de toonhoogte over de lengte van het audiobestand door middel van een 'snelheidscurve'. U kunt de lengte van het audiobestand wijzigen of behouden.
Grafiek
Hier wordt de toonhoogte over de gehele lengte van het audiobestand weergegeven.
Pitchbereik
Hiermee stelt u de Y-as van de grafiek in. Als u een hoge waarde kiest, kunt u de toonhoogte drastischer wijzigen.
Pagina 33
Filters
Lengte houden
Als u deze optie inschakelt, wordt de lengte van het oorspronkelijke audiobestand behouden.
8.2.13 Pseudo-omkeren Het effect Pseudo-omkeren keert niet het gehele audiobestand om, maar splitst het in kleine deeltjes die in omgekeerde volgorde maar in de 'normale' afspeelrichting worden afgespeeld. Dat heeft tot gevolg dat de inhoud van het audiobestand nog steeds herkenbaar is, maar de afspeelvolgorde wordt omgekeerd. Duur van omkeren
Hier geeft u de lengte op van de delen die in omgekeerde volgorde moeten worden afgespeeld.
8.2.14 Terug naar analoog Het effect Terug naar analoog zorgt ervoor dat het audiobestand enigszins ouderwets klinkt. Ruis
Hiermee voegt u ruis toe aan het audiobestand.
Niveau
Hiermee geeft u de intensiteit van de ruis op.
Retroradio
Hiermee laat u het audiobestand enigszins vervormd klinken, alsof het via een oude radio wordt afgespeeld.
Niveau
Hiermee geeft u de intensiteit op van de vervorming.
Platenspeler
Hiermee wordt het effect van krassen en stof op een oude grammofoonplaat gesimuleerd.
Tikken
Hier geeft u het aantal krassen en de intensiteit van de krassen op.
Kraken
Hier geeft u de hoeveelheid gekraak en de intensiteit van het gekraak op.
Bron
Kies het gewenste type grammofoonplaat.
Zoem
Hiermee kunt u een laag gezoem toevoegen.
Niveau
Hiermee geeft u de intensiteit van het zoemeffect op.
Boventonen
Hier geeft u het aantal boventonen voor het zoemeffect op.
Overgang
Hiermee geeft u de snelheid van de overgang van hoog naar laag op. Met deze optie kunt u het zoemeffect als krassen laten klinken.
Frequentie
Hier geeft u de gewenste zoemfrequentie op.
8.2.15 Nagalm Met het effect Nagalm voegt u een nagalm aan het geluid toe. Nagalmtijd
Hier geeft u de duur van de nagalm op.
Kamergrootte
Hier geeft u de grootte op van de denkbeeldige ruimte waarin de galm moet worden gegenereerd.
Helderheid
Hier geeft u de helderheid van de nagalm op.
Pagina 34
Filters
Mix
Hier kunt u het oorspronkelijke signaal met het bewerkte signaal mixen.
Droog signaal
Geef de intensiteit op van het oorspronkelijke signaal.
Effect
Geef de intensiteit op van het bewerkte signaal.
8.2.16 Staccato Met het effect Staccato kunt u drie verschillende staccato-effecten op het geluid toepassen. Grafiek
Op de Y-as wordt de lengte van de stilte aangegeven en op de X-as de lengte van het signaal.
Duur van stilte
Hier kunt u de lengte van de stilten en de herhalingen opgeven.
Duur van signaal
Hier kunt u de lengte opgeven van de signalen die worden herhaald.
Modus
Er zijn drie modi beschikbaar voor het staccato-effect.
Dempen
Het audiobestand wordt in de modus Dempen afgespeeld. Het bestand wordt afgespeeld in overeenstemming met de instelling van Duur van signaal en gedempt in overeenstemming met de instelling voor Duur van stilte. De lengte van het bestand blijft ongewijzigd.
Uitrekken
Het audiobestand wordt in de modus Oprekken afgespeeld. Het bestand wordt afgespeeld in overeenstemming met de instelling van Duur van signaal en gedempt in overeenstemming met de instelling voor Duur van stilte. De lengte van het bestand wordt gewijzigd, omdat het afspelen na het dempen wordt hervat op de plek waar het afspelen de laatste keer is beëindigd.
Herhalen
Het audiobestand wordt in de modus Herhalen afgespeeld. Het bestand wordt afgespeeld in overeenstemming met de instelling voor Duur van signaal. Hetzelfde deel van het bestand wordt vervolgens afgespeeld in overeenstemming met de instelling voor Duur van stilte. Nadat dit gedeelte is afgespeeld, wordt het afspelen hervat op het punt waar het afspelen van het signaal is opgehouden, enzovoort.
8.2.17 Verbreding van surroundgeluid Het effect Verbreding van surroundgeluid is alleen beschikbaar als u een surroundaudiobestand (5.1 of 7.1) bewerkt. Hier kunt u aanvullende instellingen opgeven voor het surroundgeluid. Uitbreiding
Hier wordt de mate van uitbreiding weergegeven.
Voorkanalen
Als u deze optie inschakelt, worden de voorkanalen in de uitbreiding opgenomen.
Zijkanelen
Als u deze optie inschakelt, worden de zijkanalen in de uitbreiding opgenomen.
Surroundkanale n
Als u deze optie inschakelt, worden de surroundkanalen in de uitbreiding opgenomen.
Pagina 35
Filters
8.2.18 Nagalm van surround Met het effect Nagalm van surround kunt u nagalmeffecten aan het bestand toevoegen, waardoor het lijkt alsof het geluid onder verschillende ruimtelijke condities is opgenomen. Kamerdimensie s
Hier kunt u de afmetingen opgeven voor de ruimte waarin het audiobestand wordt geplaatst.
Grafiek
Hierin worden de wijzigingen in de afmetingen weergegeven.
Breedte
Hiermee wijzigt u de breedte van de ruimte.
Diepte
Hiermee wijzigt u de diepte van de ruimte.
Hoogte
Hiermee wijzigt u de hoogte van de ruimte.
Kamerparamete rs
Hier kunt u de eigenschappen opgeven voor de oppervlakten en de demping van de ruimte waarin het audiobestand wordt geplaatst.
Luchtdemping
Hier kunt u het niveau van de luchtdemping opgeven.
Oppervlaktemat eriaal
Hier kunt u de eigenschappen opgeven van de oppervlakten van de ruimte.
Output
Hier kunt u aanvullende instellingen opgeven voor de surroundgalm.
Vroege reflecties
Hiermee geeft u de afstand op tussen de luisteraar en de audiobron.
Late reflecties
Hiermee geeft u de nagalm op van de audiobron in de ruimte.
Droge versterking
Hier geeft u de intensiteit van het oorspronkelijke signaal op.
8.2.19 Stemmodificatie Met het effect Stemmodificatie kunt u de stem in een audiobestand manipuleren. Envelope
Hier kunt u instellingen opgeven voor de frequentie.
Grafiek
Hierin worden de invoer- en uitvoerfrequentie van het audiobestand weergegeven. Met de blokjes kunt u de lijn aanpassen. In de grafiek vertegenwoordigt de Y-as de uitvoerfrequetie en de X-as de invoerfrequentie.
Verschaling
Hiermee verplaatst u de onderdelen die tezamen de stem vormen.
Pitch
Hiermee past u de toonhoogte aan.
Interval
Hiermee wijzigt u de intervallen in het audiobestand.
Fijninstelling
Gebruik de fijninstelling als het behoud van de oorspronkelijke lengte van het audiobestand storingen veroorzaakt (door de instellingen bij de optie Interval).
Tijd
Hier kunt u de afspeeltijd van het audiobestand opgeven.
Uitrekken
Hier geeft u aan of de lengte van het oorspronkelijke audiobestand moet worden behouden of gewijzigd.
Modus
Maak een keuze uit de beschikbare modi.
Normaal
Het effect wordt op het ongewijzigde audiobestand toegepast.
Robotstem
Hiermee voegt u een robotachtig geluid aan het effect toe.
Fluisteren
Hiermee voegt u een fluisterachtig geluid aan het effect toe. Pagina 36
Filters
8.2.20 Wah-wah Met het effect Wah-wah vervormt u het gitaargeluid als met een wah-wah-pedaal.
8.3
Modulatie
Hiermee kunt u de modulatie instellen.
Modulatiefrequ entie
Hier geeft u de frequentie voor de modulatie op.
Modulatiefuncti e
Maak een keuze uit de beschikbare modulatiesignalen.
Mix
Hier kunt u het oorspronkelijke signaal met het bewerkte signaal mixen.
Droog signaal
Geef de intensiteit op van het oorspronkelijke signaal.
Effect
Geef de intensiteit op van het bewerkte signaal.
Filters
Hier kunt u een keuze maken uit een aantal filters.
Onderlimiet
Hier geeft u de onderlimiet voor de frequentie op.
Bovenlimiet
Hier geeft u de bovenlimiet voor de frequentie op.
Bandbreedte
Hier geeft u de bandbreedte voor de frequentie op.
Feedback
Hiermee bepaalt u het aantal gekopieerde signalen.
Verbetering
8.3.1 Extrapolatie band Met het verbeteringseffect Extrapolatie band kunt u bepaalde frequenties benadrukken of juist verwijderen. Spectraal remixer
Hiermee vermengt u de hoge, lage en oorspronkelijke frequenties.
Hoge frequentie
Hier geeft u de intensiteit op van de hoge frequentie.
Droog signaal
Hier geeft u de intensiteit van het oorspronkelijke signaal op.
Lage frequentie
Hier geeft u de intensiteit op van de lage frequentie.
Filters
Hiermee versterkt u de hoge of de lage frequenties.
Hoge frequentie
Hier geeft u de frequentie op waarboven de hoge frequenties worden versterkt.
Lage frequentie
Hier geeft u de frequentie op waaronder de lage frequenties worden versterkt.
8.3.2 Ruisbeperking camera Het verbeteringseffect Ruisbeperking camera vermindert gezoem en andere bijgeluiden die voornamelijk worden veroorzaakt door opnamen met een camera. Ruisbeperkings niveau
Hier wordt het signaal grafisch weergegeven.
Reductieniveau
Hier geeft u op in hoeverre de bijgeluiden moeten worden weggefilterd.
Pagina 37
Filters
8.3.3 Gelijkstroom offset-correctie Het effect Gelijkstroom offset-correctie verbetert opnamen van slecht afgestelde apparatuur (apparatuur die niet rond het nulpunt is gecentreerd).
8.3.4 Tikken verwijderen Met het verbeteringseffect Tikken verwijderen kunt u bijgeluiden zoals tikken en gekraak verwijderen. Tikken verwijderen
Hiermee verwijdert u storende bijgeluiden als tikken, die bijvoorbeeld afkomstig zijn van oude grammofoonplaten.
Detectiedrempe l
Hier geeft u aan hoe sterk de bijgeluiden moeten zijn voordat ze worden weggefilterd.
Maximumlengte
Hier geeft u de maximale tijdsduur op voor het wegfilteren van bijgeluiden.
Hoge kwaliteit
Hiermee verhoogt u de kwaliteit van het filterproces. Deze instelling is echter zeer processor-intensief.
Kraken verwijderen
Hiermee verwijdert u bijgeluiden als kraken, dat bijvoorbeeld wordt veroorzaakt door stof op de naald.
Detectiedrempe l
Hier geeft u aan hoe sterk de bijgeluiden moeten zijn voordat ze worden weggefilterd.
Reductieniveau
Hier geeft u het niveau aan van de bijgeluiden die moeten worden weggefilterd.
Automatisch herstel
Hiermee wordt de optimale waarde voor alle opties in dit venster automatisch ingesteld. Schakel de selectievakjes voor Tikken verwijderen en/of Kraken verwijderen in en selecteer vervolgens Automatisch herstel.
8.3.5 Clipping verwijderen Het verbeteringseffect Clipping verwijderen herstelt de pieken in de amplitude die voor het importeren te hoog waren en daardoor bij het importeren naar Nero WaveEditor zijn weggelaten. Detectiedrempe l
Hier geeft u het volume op waarboven de pieken in de amplitude moeten worden hersteld.
Versterkingsmo dificatie
Hiermee herstelt u de pieken in de amplitude. U moet deze waarde niet te hoog instellen omdat de pieken anders weer worden verwijderd wanneer u het bestand opslaat.
8.3.6 Zoemvermindering Het verbeteringseffect Zoemvermindering vermindert eventuele zoemgeluiden in het audiobestand. Zoembeperking
Een grafische weergave van de vier filters.
Automatische zoemdetectie
Hiermee wordt de optimale waarde voor alle filters automatisch ingesteld.
Pagina 38
Filters
Instellingen van filter voor zoemverminderi ng
Hier kunt u de verschillende filters voor de zoembeperking instellen.
Filters
Bestaat uit vier verschillende filters die u kunt instellen met de schuifregelaars. Als u Filter koppelen inschakelt, worden de vier filters aan elkaar gekoppeld. De wijzigingen die u aanbrengt worden dan op alle vier de filters toegepast.
Frequentie
Hier geeft u de frequentie op voor het wegfilteren van de zoem.
Signaalversterk ing
Hier geeft u op in welke mate de zoem moet worden weggefilterd.
Breedte
Hiermee bepaalt u of het bereik van de filter geleidelijk of abrupt moet worden verhoogd of verlaagd.
8.3.7 Filterset Met het verbeteringseffect Filterset kunt u uw eigen audiofilters instellen. Door gebruiker vastgestelde filterrespons
Hiermee activeert u de mogelijkheid om de grafiek met behulp van de blokjes aan te passen.
Grafiek
In de grafiek kunt u de curve handmatig aanpassen. Hiermee schakelt u tussen een lineaire en logaritmische schaal voor de weergave van de frequentie in de grafiek.
Bandpassfilter
Hiermee voegt u een bandpassfilter toe waardoor een bepaald frequentiebereik kan worden overschreden.
Bovenlimiet
Hiermee geeft u de limiet op voor de bovenfrequentie van de bandpassfilter.
Onderlimiet
Hiermee geeft u de limiet op voor de onderfrequentie van de bandpassfilter.
Scherpfilters
Hiermee kunt u maximaal drie filters en bandpass-stops invoegen om te voorkomen dat een bepaald frequentiebereik wordt overschreden.
Centreren
Hier geeft u de frequentie voor het bijbehorende filter op.
8.3.8 Ruisonderdrukking Het verbeteringseffect Ruisonderdrukking onderdrukt storende ruis in een audiobestand. Spectraal verminderingsp rofiel
De grafische weergave van het signaal. Hiermee schakelt u tussen een lineaire en een logaritmische schaal voor de weergave van de frequentie in de grafiek.
Laagste waarde
Hier geeft u de minimumwaarde op waarbij ruis onderdrukt moet worden.
Reductieniveau
Hier geeft u het niveau op voor de ruisonderdrukking zelf.
Modus
Er zijn drie modi beschikbaar.
Pagina 39
Filters
Automatische ruisanalyse
Het audiobestand wordt automatisch op eventueel aanwezige ruis geanalyseerd.
Vastzetten
Hiermee zet u de ruiscurve in de grafiek Spectraal verminderingsprofiel vast. Deze waarde kunt u vervolgens als referentiesignaal gebruiken.
Bewerkbare ruiscurve
Hiermee plaatst u blokjes in de ruiscurve van de grafiek Spectraal verminderingsprofiel waarmee u de curve kunt bewerken.
Ruisprofiel
Deze optie wordt automatisch geactiveerd nadat ruisanalyse is uitgevoerd en nadat u voor de eerste maal ruisonderdrukking hebt toegepast. U kunt de ruiscurve die door de ruisanalyse is gemaakt ook bewerken.
Ruisuitvoer
Speelt alleen het ruissignaal af.
8.3.9 Ruisanalyse Het verbeteringseffect Ruisanalyse gebruikt een gemarkeerd gebied in het audiobestand als ruisreferentie. Dit referentiegeluid wordt vervolgens gebruikt om de ruis in het audiobestand te onderdrukken.
8.4
Het geluid van een audiobestand wijzigen Voer de volgende stappen uit als u een audiobestand wilt bewerken met opties in het menu Tools, Effecten of Verbetering:
1. Markeer het gebied van het audiobestand dat u wilt bewerken. Æ Het gemarkeerde gebied wordt in een andere kleur weergegeven.
2. Klik op een van de volgende menu's:
Tools > gewenste optie Effecten > gewenste optie Verbetering > gewenste optie
Æ Het bijbehorende venster wordt weergegeven.
3. Geef de gewenste instellingen op. 4. Klik op de knop OK. Î U hebt het gemarkeerde gedeelte van het audiobestand bewerkt.
Pagina 40
Lijst met afbeeldingen
9
Lijst met afbeeldingen
Fig. 1: Nero StartSmart.......................................................................................................................................9 Fig. 2: Het hoofdvenster van Nero WaveEditor................................................................................................10 Fig. 3: Het venster Opnamepaneel tijdens het opnemen van een audiobestand ...........................................17 Fig. 4: Het venster Instellingen geconverteerde sample-indeling...............................................................21 Fig. 5: Het venster Pauzedetectie ...................................................................................................................22 Fig. 6: Het venster Testsignaalgenerator.......................................................................................................23
Pagina 41
Index
10
Index dithering ......................................................................14
A
doelgroep......................................................................6
afspeelsnelheid
Doppler .......................................................................31
wijzigen................................................................................28
afspeelvolgorde .......................................................... 34
Dynamische processor ...............................................26 Dynamische processors..............................................27
amplitude ...................................................................... 8 Amplitudepieken ......................................................... 38
E
amplitudesignaal......................................................... 32
echo-effect ..................................................................29
anti-aliasfilter .............................................................. 21
effect ...........................................................................37
apparaatinstellingen ................................................... 13
effect Vervorming........................................................30
audiobestand
Effecten.......................................................................25
dempen ...............................................................................19
Equalizer.....................................................................26
Fade-in ................................................................................19
Equally Tempered Chrome .........................................27
Fade-out ..............................................................................19
Extrapolatie band........................................................37
audiobestanden bewerken.............................................................................18
F
opnemen .............................................................................17
filters .....................................................................25, 38
audiobestanden afspelen ........................................... 17
Filter-toolbox ...............................................................39 FIR-filter ......................................................................14
B Bandpassfilter............................................................. 39 bandpassstops ........................................................... 39
Flanger........................................................................31 Frequency.....................................................................8 frequentiebereik ............................................................8
bijgeluiden verwijderen ............................................... 38 bitdiepte ........................................................................ 8
G
BpM ............................................................................ 28
Galmeffect ..................................................................34 gefilterde kopie ...........................................................33
C chorus......................................................................... 29 Clipping verwijderen ................................................... 38
Gelijkstroom offset-correctie .......................................38 geluidskaart ..................................................................7 gitaareffect ............................................................31, 33
configuratie ........................................................... 11, 13 Contact opnemen ....................................................... 45
H
conventies .................................................................... 6
hardheid........................................................................8
converter .................................................................... 16
Hertz .............................................................................8
Convolution Reverb .................................................... 29
Hoge frequenties ........................................................37
D
I
demping
IIR-filter .......................................................................14
eigenschappen ....................................................................36
impulsreactie selecteren .............................................29
Digitale controle.......................................................... 18
indelingen .....................................................................7
DirectX® ....................................................................... 7
installatie.......................................................................7
Pagina 42
Index
instellingen audio-indeling
Phaser ........................................................................33
oproepen .......................................................................13, 15
Pitchverbuiging ...........................................................33
invoer.......................................................................... 26
programma starten .......................................................9 Pseudo-omkeren ........................................................34
K Karaoke-filter .............................................................. 26
R
koor ............................................................................ 29
referentietoon..............................................................27
kraken................................................................... 34, 38
Reverb Effect ..............................................................36
krassen ....................................................................... 34
ruis bruin.................................................................................... 23
L
roze..................................................................................... 23
limiet onderfrequentie ................................................. 27
wit 23
Low Fidelity................................................................. 31
Ruisanalyse ................................................................40
Low Pass .................................................................... 29
Ruisbeperking camera ................................................37 ruisonderdrukking .......................................................40
M meerkanaalsaudio ...................................................... 15 megafoon ................................................................... 30
Ruisonderdrukking ......................................................39 ruissignaal...................................................................40 ruisvorming .................................................................14
menubalk .................................................................... 10 metingsfouten ............................................................. 31
S
modulatie .................................................................... 31
sample-indeling
Modulatie .................................................................... 32
converteren................................................................... 18, 21
Multi-tap vertraging..................................................... 32
samplesnelheid.............................................................8 samplewaarde ..............................................................8
N
schaal
nagalm........................................................................ 34
liniair ............................................................................. 29, 39
Nagalm ....................................................................... 34
logaritmisch................................................................... 29, 39
Nagalm van surround ................................................. 36
signaalvorm ................................................................32
nagalmeffect ............................................................... 32
sisklank .......................................................................25
Nero HeadPhone........................................................ 15
sisklanken ...................................................................25
Nero VirtualSpeakers ................................................. 15
snelheidscurve............................................................33
Niederfrequenz ........................................................... 37
Spectraal verminderingsprofiel ...................................40
Noise Gate.................................................................. 27
Spectrogram-weergave...............................................12
normaliseren............................................................... 19
Staccato......................................................................35 Stem links/rechts ........................................................26
O Off line bewerken........................................................ 25 Opnamepaneel ........................................................... 18
Stemmodificatie ..........................................................36 stemonderdeel ............................................................36 stereo..........................................................................28 Stereo-processor ........................................................28
P pauzedetectie automatisch .........................................................................22
surround......................................................................15 surround sound
Pagina 43
Index
koptelefoon..........................................................................21
uitvoerapparaat...........................................................13
systeemvereisten.......................................................... 7
V T
Verbetering .................................................................25
tabblad
Verbreding van surroundgeluid...................................35
Converters...........................................................................16
Vertraging ...................................................................30
Decoder...............................................................................15
Vervorming .................................................................30
Encoders .............................................................................16
Vibrato ........................................................................28
Terug naar analoog .................................................... 34 testsignaal ruis 23 toon .....................................................................................23
Testsignaalgenerator.................................................. 23
Virtual Surround..........................................................15 vloer ............................................................................36 Vocale frequentieband ................................................27 volume ..........................................................................8 VST-plugins ................................................................15
Threshold ................................................................... 27 Tijdcorrectie ................................................................ 28
W
tikken .......................................................................... 38
Wah-Wah....................................................................37
Tikken verwijderen...................................................... 38
Wavelet-weergave ......................................................12
Tools........................................................................... 25
weergavevenster ........................................................12
track-splitsing.............................................................. 18
werkbalk......................................................................11
Transponeren ............................................................. 28 Tube ........................................................................... 30
Z zoemen .......................................................................34
U
Zoemvermindering ......................................................38
uitvoer......................................................................... 26
Pagina 44
Contactgegevens
11
Contactgegevens Nero WaveEditor is een product van Nero AG.
Nero AG Im Stöckmädle 18 76307 Karlsbad Duitsland Internet:
www.nero.com
Help:
http://support.nero.com
E-mail:
[email protected]
Fax:
+49 724 892 8499
Copyright © 2007 Nero AG. Alle rechten voorbehouden.
Pagina 45