Handleiding Nero Vision
Nero AG
Informatie over copyright en handelsmerken
De handleiding van Nero Vision en de inhoud daarvan zijn auteursrechtelijk beschermd en eigendom van Nero AG. Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding bevat materiaal waarop internationaal auteursrecht van toepassing is. Deze handleiding mag niet geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd, overgedragen of gekopieerd zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Nero AG.
Nero AG verwerpt alle claims die buiten de garantie vallen. Nero AG aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de juistheid van de inhoud van de Nero Vision-handleiding. De inhoud van de geleverde software en van de Nero Vision-handleiding kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Alle handelsnamen en handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
De hier genoemde handelsmerken worden slechts ter informatie vermeld.
Copyright © 2007, Nero AG, Karlsbad, Duitsland. REV 7.0 – 4.9.0.18
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Algemene informatie
6
1.1
Informatie over de handleiding
6
1.2
Nero Vision
6
1.3
Versies van Nero Vision
7
2
Technische informatie
8
2.1
Systeemvereisten
8
2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4
Terminologie Video/hoofdstuk/film/project Schijf/schijfindeling Coderen/transcoderen/recoderen/decoderen Dvd's
9 9 9 9 10
2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6 2.3.7 2.3.8
Ondersteunde schijfindelingen Dvd-video Dvd-vr/dvd-vfr (videomodus)/dvd+vr Video-cd (vcd) Supervideo-cd (svcd) miniDVD HD-BURN Bewerkbare Blu-ray™-schijf AVCHD
10 10 10 11 11 11 11 12 12
2.4
Compatibiliteitsoverzicht voor schijfindelingen en schijven
12
2.5
Compatibiliteitsoverzicht voor dvd's en bewerkbare schijfindelingen
13
3
Het programma starten
14
3.1
Nero Vision via Nero StartSmart starten
14
3.2
Nero Vision rechtstreeks starten
14
4
Gebruikersinterface
15
4.1
Algemene informatie
15
4.2 4.2.1 4.2.2
Hoofdscherm Knoppen Venster met extra opties
17 18 18
5
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
22
5.1
Vastleggen
22
5.2
DV/HDV-camera's, digitale en analoge video's
22
Pagina 3
Inhoudsopgave
5.3
Een tv-kaart instellen
22
5.4
Video op de harde schijf vastleggen
26
6
Een schijfproject maken
31
7
Video's bewerken
35
7.1
Een film maken
35
7.2
Videotitels knippen
42
7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3
Hoofdstukken Hoofdstukken handmatig maken Hoofdstukken automatisch maken Hoofdstukken bewerken
43 43 44 45
7.4
De film exporteren
47
8
Diavoorstelling
49
8.1
Een diavoorstelling maken
49
9
Menu
56
9.1
Het menu bewerken
56
9.2
Het Smart3D-menu bewerken
62
10
Een voorbeeld bekijken
65
11
Een schijf branden
67
12
Projectbeheer
70
12.1
Een project opslaan
70
12.2
Een project openen
70
12.3
Een schijfimage openen
71
13
Bewerkbare dvd's
72
13.1
DVD-VR/DVD-VFR (videomodus)/DVD+VR
72
13.2
Een bewerkbare dvd met video's maken
72
13.3
Rechtstreeks vanaf een vastlegapparaat een bewerkbare dvd maken
73
14
Geavanceerde opties
74
14.1
Een herbeschrijfbare schijf wissen
74
14.2
Schijfinfo weergeven
74
14.3
Een dvd finaliseren
75
14.4
Hoesjes en labels maken
75
15
Configuratie
77
15.1
De configuratie openen
77
15.2 15.2.1
Configuratie Tabblad Algemeen
77 77 Pagina 4
Inhoudsopgave
15.2.2 15.2.3
Tabblad Mappen Tabblad Berichten
78 79
15.3
Video-opties weergeven
79
15.4 15.4.1 15.4.2 15.4.3
Video-opties Tabblad Algemeen Tabblad Schijfindeling Nero Digital™ Encoder configureren
79 80 80 82
16
Lijst met afbeeldingen
84
17
Woordenlijst
85
18
Index
90
19
Contact opnemen
93
Pagina 5
Algemene informatie
1
Algemene informatie
1.1
Informatie over de handleiding Deze handleiding is bestemd voor iedereen die wil leren werken met Nero Vision. In deze handleiding leest u hoe u stapsgewijs tot de gewenste resultaten kunt komen.
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt: Symbool
Betekenis Waarschuwingen of instructies die strikt moeten worden opgevolgd. Extra informatie of advies.
1. Begin… Æ
Een tussentijds resultaat.
Î
Een resultaat.
OK
Een tekst of knop uit de programma-interface van Nero Vision. Deze worden vetgedrukt weergegeven.
Hoofdstuk […]
1.2
Een cijfer aan het begin van een regel duidt op een handeling. Voer deze handelingen in de aangegeven volgorde uit.
Een verwijzing naar een ander hoofdstuk. Deze koppelingen worden rood en onderstreept weergegeven. Sneltoetsen voor het invoeren van opdrachten.
Nero Vision Nero Vision heeft een bijzonder gebruiksvriendelijke gebruikersinterface waarmee u op een eenvoudige manier films en diavoorstellingen kunt vastleggen, bewerken en branden. U kunt Nero Vision gebruiken om video's vanaf uw digitale videocamera of een ander extern videoapparaat op uw computer af te spelen en de video's als dvd-video, dvd-vr/-vfr (videomodus)/+vr, Video-cd (vcd), Supervideo-cd (svcd), miniDVD, BD-AV (bewerkbare Bluray™-schijf), AVCHD of HD-BURN te branden of in een map op de harde schijf op te slaan. Deze krachtige multimediasoftware heeft vele functies en biedt talrijke opties voor het vastleggen en verzamelen van uw herinneringen. Zelfs mensen die nieuw zijn in de wereld van video maken moeiteloos gebruik van Nero Vision. Met Nero Vision kunt u...
snel en gemakkelijk video's inkorten en van effecten voorzien, hoofdstukken aanmaken met behulp van automatische scènedetectie en/of handmatig hoofdstukmarkeringen aanbrengen, op basis van bestaande sjablonen menu's maken met animatieknoppen, uw eigen achtergrondfoto's en teksten toevoegen, uw project bekijken in het voorbeeldscherm met de handige virtuele afstandsbediening,
...en nog veel meer! Pagina 6
Algemene informatie
Met behulp van een FireWire®-kaart en de juiste hardware, kunt u video's van uw DVcamera naar de computer overbrengen. Als u een DirectShow®-compatibele videovastlegkaart hebt, kunt u met Nero Vision video's rechtstreeks van de videovastlegkaart opnemen. Als u helemaal geen videohardware hebt, kunt u videobestanden bewerken die op uw computer staan of die u van internet hebt gedownload.
1.3
Versies van Nero Vision Nero Vision is beschikbaar in verschillende versies die zich van elkaar onderscheiden door de beschikbare functies. Naast de volledige versie is Nero Vision beschikbaar in drie versies met een beperkt aantal functies. De volgende functies zijn niet beschikbaar in Nero Vision Essentials:
Het aantal Smart3D-menusjablonen is beperkt
De volgende functies zijn niet beschikbaar in Nero Vision Essentials SE:
Film maken... Blu-ray™-schijven maken / Bewerkbare Blu-ray™-schijven maken Film bewerken... Film exporteren naar bestand Film exporteren naar DV-camera Rechtstreeks op dvd-vr opnemen Rechtstreeks op Blu-ray™-schijven opnemen Bewerkbare dvd maken (DVD-VR/DVD-VFR (videomodus)/DVD+VR) Smart3D-menu's
Als u een schijf in de indeling dvd-video, svcd, miniDVD of HD-BURN wilt maken, moet de videobron in de video-indeling MPEG-2 worden gecodeerd. Vervolgens kunt u de schijf op compatibele dvd-spelers afspelen. Als de oorspronkelijke gegevens niet in een compatibele indeling beschikbaar zijn, moet u de plug-in DVD-Video gebruiken om de gegevens naar een compatibele indeling om te zetten. Deze plug-in is niet in de versies Nero Vision Essentials en Nero Vision Essentials SE opgenomen, maar is wel verkrijgbaar via www.nero.com.
Pagina 7
Technische informatie
2
Technische informatie
2.1
Systeemvereisten Naast de algemene systeemvereisten voor de Nero-suite gelden de volgende systeemvereisten voor Nero Vision:
Microsoft® DirectX® 9.0c of hoger.
Optioneel:
FireWire®-controller (IEEE 1394) voor het vastleggen van DV USB-vastlegapparaat (webcam) Analoge of digitale tv-kaart (analoog, DVB-T, DVB-S, DVB-C of ATSC) overeenkomstig de standaard voor het BDA-stuurprogramma DirectShow® compatibele video capture-kaart (optioneel) Recorder met Blu-ray™-functionaliteit en een Blu-ray™-schijf
Installatie van de nieuwste WHQL-gecertificeerde apparaatstuurprogramma's wordt aanbevolen. WHQL is de afkorting van Windows Hardware Quality Labs; een stuurprogramma dat door Microsoft® is gecertificeerd en dat compatibel is met Microsoft® Windows® en de bijbehorende hardware. Als u een schijf in de indeling dvd-video, svcd, miniDVD of HD-BURN wilt maken, moet de videobron in de video-indeling MPEG-2 worden gecodeerd. Vervolgens kunt u de schijf op compatibele dvd-spelers afspelen. Als de oorspronkelijke gegevens niet in de compatibele indeling beschikbaar zijn, hebt u de plug-in DVD-Video om de gegevens compatibel te maken. De plug-in DVD-Video is al opgenomen in de volledige versie van Nero Vision. Als u niet over een recorder beschikt die dvd's of cd's kan branden, kunt u de imagerecorder gebruiken om een schijfimage te branden en deze op de harde schijf op te slaan. Als u vervolgens een recorder op uw computer aansluit, kunt u de schijfimages op ieder gewenst moment met Nero Vision, Nero Burning ROM of Nero Express naar cd of dvd branden.
Pagina 8
Technische informatie
2.2
Terminologie
2.2.1 Video/hoofdstuk/film/project
Een Video is een videobestand dat op de harde schijf is opgeslagen, zoals een vakantievideo. Daarbij maakt het niet uit of u de video zelf hebt gemaakt of hebt geïmporteerd. Zodra u een videobestand in Nero Vision opent en gaat bewerken, wordt het een videotitel. Onder bewerken valt onder meer het maken van overgangen of het bewerken of toevoegen van audiosporen. Een Hoofdstuk is een gedeelte van een videotitel waarvan het begin door een hoofdstukmarkering wordt aangegeven. Hoe meer markeringen een videotitel heeft, hoe meer hoofdstukken de titel bevat. Elke videotitel bestaat minimaal uit één hoofdstuk. Het voordeel van hoofdstukken is dat u rechtstreeks naar een bepaald gedeelte van een videotitel kunt gaan, zonder dat u vooruit of terug hoeft te spoelen. Een Film is een voltooide compilatie van een of meer, meestal bewerkte, videotitels. Een film is bijvoorbeeld een verzameling clips die u hebt samengesteld uit video's van uw vorige vakantie. Een Project is het proces dat begint met het openen van een video en eindigt met het exporteren van de voltooide film. U kunt een project inclusief alle wijzigingen als een projectbestand opslaan en later opnieuw openen; een projectbestand heeft de extensie *.nvc (Nero Vision Compilation).
Samengevat: het doel van een project is een voltooide film die bestaat uit diverse videotitels, die elk zijn onderverdeeld in hoofdstukken.
2.2.2 Schijf/schijfindeling
Een Schijf is een medium waarop gegevens worden opgeslagen. Cd-r, dvd-r en dvd+r zijn voorbeelden van eenmalig beschrijfbare schijven die u met een recorder kunt branden en met een speler kunt afspelen. Schijven van hetzelfde type kunnen een verschillende opslagcapaciteit hebben, bijvoorbeeld een dvd-r met 4,38 GB of een dvd-r DL (Dual Layer, met twee gegevenslagen) met 7,95 GB. De Schijfindeling verwijst naar de wijze waarop de gegevens op een schijf zijn gerangschikt. De indeling dvd-vr wordt bijvoorbeeld alleen ondersteund door dvd-rw- en dvd-RAM-schijven en u kunt deze indeling dan ook alleen met deze schijven gebruiken. De indelingen Video-cd (vcd), Supervideo-cd (svcd), miniDVD en HD-BURN kunnen op cd-r- en cd-rw-schijven worden gebruikt. De schijfindeling bepaalt de technische mogelijkheden van een schijf, zoals het gebruik van ondertiteling of meerdere audiosporen.
2.2.3 Coderen/transcoderen/recoderen/decoderen
Bij Coderen wordt een video in een bepaalde indeling omgezet, bijvoorbeeld MPEG-2 of Nero Digital™ (MPEG-4). Voor edere video-indeling is een speciale encoder nodig. Transcoderen is het naar een andere video-indeling converteren van een bestaande video, bijvoorbeeld van Xvid naar MPEG-2. Hercoderen is het converteren van een bestaande video met specifieke eigenschappen (bijvoorbeeld een bitsnelheid van 2500 kBps) naar dezelfde indeling, maar met andere eigenschappen (bijvoorbeeld een bitsnelheid van 1990 kBps). Decoderen is het openen of afspelen van een video die in een bepaalde video-indeling is gecodeerd. Pagina 9
Technische informatie
2.2.4 Dvd's Beschrijfbare dvd-schijven worden als volgt onderverdeeld: Gegevensdrager Dvd
Digital Versatile Disc. Een optische gegevensdrager.
Specificatie -
Verwijst naar schijven die voldoen aan de specificatie van het DVD Forum.
+
Verwijst naar schijven die voldoen aan de specificatie van de DVD+RW Alliance.
Herschrijfbaarheid R RW RAM
Recordable. Verwijst naar niet-herbeschrijfbare schijven. ReWritable. Verwijst naar herbeschrijfbare schijven. Random Access Memory. Verwijst naar herbeschrijfbare schijven met speciale gegevensbeveiliging.
Gegevenslagen DL
Dual Layer (bij - schijven) en Double Layer (bij + schijven). Verwijst naar schijven met twee gegevenslagen aan elke zijde.
Een DVD-R DL is dus een niet-herbeschrijfbare schijf met twee gegevenslagen; deze schijf heeft een capaciteit van 7,95 GB.
2.3
Ondersteunde schijfindelingen Nero Vision ondersteunt diverse schijfindelingen. In dit hoofdstuk worden de voor- en nadelen van de verschillende indelingen besproken. Voor meer informatie over de beschikbare schijfindelingen voor de verschillende typen schijven raadpleegt u Compatibiliteitsoverzicht voor schijfindelingen en schijven .
2.3.1 Dvd-video Wanneer u videobestanden comprimeert met de videocodec MPEG-2, kunt u in DVD-Video tot 135 minuten beeld opslaan op een DVD-R/-RW/+R/+RW van 4,38 GB, met een veel hogere beeldkwaliteit dan VHS-video of Video-CD. U kunt uw thuisvideo's dus met een zeer hoge kwaliteit opslaan en de schijf is afspeelbaar op de meeste dvd-spelers. U kunt dit type dvd ook afspelen op computers met het juiste programma en dvd-rom-station. Een DVD-DL-schijf heeft een dubbele opslagcapaciteit en dus twee keer zo veel ruimte voor een DVD-Video.
2.3.2 Dvd-vr/dvd-vfr (videomodus)/dvd+vr DVD-VR, DVD-VFR (videomodus) en DVD+VR zijn speciale vormen van DVD-Video met drie mogelijkheden die DVD-Video niet heeft:
Video's rechtstreeks op een schijf opnemen in real-time (optie: Rechtstreeks opnemen op schijf). De gegevens op de schijf op een later tijdstip bewerken en wijzigen. Meer videotitels toevoegen, als er nog ruimte is op de schijf.
Pagina 10
Technische informatie
Een DVD-VR/DVD-VFR (videomodus)/DVD+VR is dus vergelijkbaar met een videoband, maar van veel betere kwaliteit. Er zijn ook verschillen tussen de afzonderlijke schijfindelingen:
Met dvd-vr kunt u rechtstreeks op een schijf opnemen. Er wordt geen grafisch menu gemaakt, maar wel een afspeellijst. Het audiospoor kan niet worden gewijzigd; u kunt het bestaande audiospoor niet bewerken of een ander audiospoor gebruiken. Dvd-vr is niet compatibel met dvd-video en kan alleen op speciale dvd-spelers worden afgespeeld. Met dvd-vfr (videomodus) kunt u net als met dvd-video menu's maken, maar geen hoofdstukmenu's of afspeellijsten. Nadat u een dvd-vfr hebt gefinaliseerd, is de schijf compatibel met dvd-video en kan deze met de meeste dvd-spelers worden afgespeeld. Nadat u een dvd+vfr hebt gefinaliseerd, is de schijf compatibel met dvd-video en kan deze met de meeste dvd-spelers worden afgespeeld. De opslagcapaciteit wordt verdubbeld als u naar een dvd+r DL-schijf brandt en dat geldt ook voor dvd+vr.
2.3.3 Video-cd (vcd) Voor VCD worden videobestanden gecomprimeerd met de videocodec MPEG-1, wat ongeveer dezelfde kwaliteit oplevert als VHS-video en maximaal 74 of 80 minuten full-motion video met stereogeluid op een cd van respectievelijk 650 of 700 MB. U kunt VCD's op de meeste dvd-spelers afspelen en op een computer met de juiste software en een station dat CD-R/CD-RW-schijven leest.
2.3.4 Supervideo-cd (svcd) Voor deze indeling wordt de videocodec MPEG-2 gebruikt om videobestanden op te slaan met een beeldkwaliteit die ongeveer overeenkomt met S-VHS. Er past circa 30 of 40 minuten full-motion video met stereogeluid op een cd van respectievelijk 650 of 700 MB. SVCD's kunnen worden afgespeeld op een toenemend aantal dvd-spelers en op een computer met de juiste software en een station dat CD-R/-RW-schijven leest.
2.3.5 miniDVD In principe is een miniDVD niets anders dan een cd-r of cd-rw waarop een dvd-structuur in de indeling UDF is geschreven. Een miniDVD heeft dezelfde kwaliteit als een dvd en dezelfde technische mogelijkheden, variërend van het maken van hoofdstukken en menu's tot ondersteuning voor ondertitels en meerdere audiosporen (zelfs in echt digitaal meerkanaalsgeluid). miniDVD's kunnen eenvoudig op een computer worden afgespeeld, maar wellicht niet op alle dvd-spelers.
2.3.6 HD-BURN Het maken van een HD-BURN-cd wordt slechts door bepaalde recorders ondersteund. In principe is een HD-BURN-cd niets anders dan een cd-r of cd-rw, waarvoor een speciale procedure is gebruikt om de opslagcapaciteit te verdubbelen en waarop een dvd-structuur in de indeling UDF is geschreven. Een HD-BURN-cd heeft dezelfde kwaliteit als een dvd-video en beschikt over dezelfde technische mogelijkheden; u kunt bijvoorbeeld hoofdstukken en menu's maken en het gebruik van ondertitels en meerdere audiosporen wordt ondersteund (inclusief echt digitaal meerkanaalsgeluid).
Pagina 11
Technische informatie
2.3.7 Bewerkbare Blu-ray™-schijf Het maken van een Blu-ray™-schijf wordt slechts door bepaalde recorders ondersteund. Blu-ray™-schijven worden met een blauwe laser geschreven. De kortste golflengte van deze laser (405 nm) zorgt ervoor dat de laserstraal met meer precisie kan worden aangepast. De gegevens kunnen beter worden ingepakt en nemen daardoor minder ruimte in op de schijf. Een bewerkbare Blu-ray™-schijf (BD-AV) is een speciale variant van de Blu-ray™-schijf waarmee u video's kunt opnemen die in de indeling DV of MPEG-2 zijn gecodeerd. Op ieder gewenst moment kunt u de gegevens op de schijf bewerken of wijzigen en gegevens aan de schijf toevoegen.
2.3.8 AVCHD AVCHD (Advanced Video codec High Definition) is een nieuwe indeling voor HD-opnamen op dvd, opslagkaart of harde schijf. Deze indeling met een hoge resolutie wordt voornamelijk door nieuwe typen camera's gebruikt. Het videomateriaal wordt met de codec MPEG-4 AVC/H.264 gecomprimeerd. Audiogegevens worden in Dolby® Digital (AC3) opgeslagen of in de indeling lineair PCM voor de standaardindelingen NTSC en PAL.
2.4
Compatibiliteitsoverzicht voor schijfindelingen en schijven Schijfindeling
Ondersteunde schijven DVD-R, DVD-R DL DVD-RW
DVD-Video
DVD-RAM DVD+R, DVD+R DL DVD+RW
DVD-VR
DVD-RW DVD-RAM DVD-R
Dvd-vfr (videomodus)
DVD-RW DVD-RAM
DVD+VR
DVD+R, DVD+R DL DVD+RW
Video-cd (vcd)
CD-R
Supervideo-cd (svcd)
CD-R
miniDVD HD-BURN
CD-RW CD-RW CD-R CD-RW CD-R CD-RW
Bewerkbare Blu-ray™- BD-R schijf BD-RE
Pagina 12
Technische informatie
Dvd-r, dvd-r DL DVD-RW AVCHD
DVD-RAM Dvd+r, dvd+r DL DVD+RW Opslagkaart, harde schijf
Als u een DVD-Video of een DVD-VR/DVD-VFR (videomodus)/DVD+VR-schijf wilt branden, moet er een ondersteunde dvd-recorder zijn aangesloten op uw computer. Als u een VCD/SVCD/miniDVD/HD-BURN-schijf wilt branden, moet er een ondersteunde cden/of dvd-recorder zijn aangesloten op uw systeem. Kijk op www.nero.com voor een recente lijst met ondersteunde recorders. Als u niet over een recorder beschikt die dvd's en/of vcd's/svcd's/miniDVD's/HD-BURN's kan branden, kunt u de image-recorder gebruiken om een schijfimage te branden en deze op de harde schijf op te slaan. Als u vervolgens een recorder op uw computer aansluit, kunt u de schijfimages op ieder gewenst moment met Nero Vision, Nero Burning ROM of Nero Express naar schijven branden.
2.5
Compatibiliteitsoverzicht voor dvd's en bewerkbare schijfindelingen Schijf
Ondersteunde schijfindelingen voor 'bewerkbare dvd's'
DVD-R
Dvd-vfr (videomodus)
DVD-RW
Dvd-vr, dvd-vfr (videomodus)
Dvd-RAM
Dvd-vr, dvd-vfr (videomodus)
DVD+R
DVD+VR
DVD+R DL
DVD+VR
DVD+RW
DVD+VR
Pagina 13
Het programma starten
3
Het programma starten
3.1
Nero Vision via Nero StartSmart starten Volg onderstaande stappen om Nero Vision via StartSmart te starten:
1. Klik op het pictogram Nero StartSmart. Æ Het scherm van Nero StartSmart wordt geopend.
2. Klik op de knop met de pijl in de linkerrand van het venster. Æ Er verschijnt een venster met extra opties.
Fig. 1: Nero StartSmart
3. Selecteer Nero Vision in de lijst Toepassingen. Æ Het venster Nero Vision verschijnt.
Î U hebt Nero Vision opgestart via Nero StartSmart.
3.2
Nero Vision rechtstreeks starten Volg onderstaande stappen om Nero Vision rechtstreeks te starten:
1. Wanneer u het menu Start van Windows XP gebruikt, klikt u op Start > Alle programma's > Nero 7 (Premium) > Foto en Video > Nero Vision. In het klassieke menu Start klikt u op Start > Programma's > Nero 7 (Premium) > Foto en video > Nero Vision.
Æ Het scherm Nero Vision verschijnt.
Î U hebt Nero Vision gestart.
Pagina 14
Gebruikersinterface
4
Gebruikersinterface
4.1
Algemene informatie In principe bestaat de gebruikersinterface uit het openingsscherm waarin u de gewenste taak kunt selecteren. Vervolgens voltooit u de geselecteerde taak door de benodigde stappen uit te voeren. Voor iedere stap wordt een apart venster geopend. Een project bestaat doorgaans uit vier stappen:
1. Een taak kiezen. Selecteer de gewenste taak door de cursor over de menuopdrachten te bewegen. Als u de cursor op een menuopdracht plaatst, verschijnt er een pop-upvenster waarin de taak kort wordt beschreven. Klik vervolgens met de linkermuisknop op de menuopdracht om de taak te starten.
Fig. 2: Het openingsscherm
Deze handleiding bevat voor elke taak een apart hoofdstuk, waarin alle vereiste stappen tot de voltooiing worden beschreven.
2. Een taak voltooien. Afhankelijk van de taak moet u een aantal stappen doorlopen om deze te kunnen voltooien. Voor elke afzonderlijke stap verschijnt een nieuw scherm. Elk scherm heeft een naam en is voorzien van een korte omschrijving, zodat u weet waar u bent en wat u moet doen. Om naar het volgende scherm te gaan of terug te keren naar het vorige scherm, klikt u op Volgende of Terug op de navigatiebalk.
Pagina 15
Gebruikersinterface
Fig. 3: Het scherm Inhoud
Sommige schermen bevatten een menu. Wanneer u de muisaanwijzer op een optie plaatst, verschijnt eronder een uitleg.
Fig. 4: Het scherm Inhoud – menu Wat wilt u doen?
De knoppen Annuleren en Vernieuwen zijn beschikbaar in schermen waarin u meerdere handelingen kunt uitvoeren. Hierdoor kunt u op een eenvoudige manier een handeling annuleren en terugkeren naar de vorige status. Zo kunt u de diverse functies van Nero Vision uitproberen en hoeft u niet het hele project te annuleren als u niet tevreden bent. In elk scherm kunt u gedetailleerde informatie opvragen over knoppen, pictogrammen en menu's. Plaats de muisaanwijzer enkele seconden op een onderdeel en er verschijnt een pop-upvenster met informatie over dat onderdeel. Pagina 16
Gebruikersinterface
3. Branden. Als u gaat branden betekent dat dat u het eind van een project hebt bereikt. Geef de brandparameters op en klik vervolgens op de knop Branden. Afhankelijk van het type project en de recorder die u gebruikt, kunt u kiezen uit een aantal verschillende opties.
Fig. 5: Het scherm Brandopties
4. Na het brandproces. Nadat het brandproces is voltooid, kunt u kiezen wat u vervolgens wilt doen: Nero ShowTime starten en uw project bekijken of covers en labels maken voor de schijf met Nero CoverDesigner. U kunt het project natuurlijk ook opslaan of een nieuw project starten.
4.2
Hoofdscherm Alleen de knoppen en de elementen die echt nodig zijn worden in de gebruikersinterface van Nero Vision weergegeven en bovendien verschilt dat per scherm. Daardoor is de gebruikersinterface zo gebruiksvriendelijk. Als u op de knop Meer klikt, wordt er een aanvullend, uitgebreid dialoogvenster geopend (zie Selectievakjes).
Pagina 17
Gebruikersinterface
4.2.1 Knoppen Nero Vision Help: de on line Help openen. Nieuw serienummer invoeren: hier kunt u een nieuw serienummer invoeren. Het scherm Welkom bij Nero verschijnt. Nero Vision op het Web: de internetsite van Nero Vision openen. Tips: het scherm Tips openen. U kunt Nero Vision zo configureren dat elke keer als u een scherm opent, nuttige tips worden weergegeven. Toetsdefinities: toetscombinaties en de daaraan toegekende functies weergeven. Het scherm Toetsdefinities verschijnt. Info: de versie en registratiedatum weergeven. Het scherm Info Nero Vision verschijnt. Meer
Het venster met extra opties weergeven. De film als een bestand exporteren.
Exporteren
Het scherm Film exporteren wordt weergegeven. In dit scherm kunt u de exportinstellingen opgeven en het project vervolgens exporteren (zie De film exporteren). Deze knop is alleen beschikbaar wanneer uw project minstens één video bevat. Hiermee slaat u het project op inclusief de aangebrachte wijzigingen. Het scherm Opslaan als wordt geopend.
Opslaan
Het bestand wordt opgeslagen met de extensie .nvc (NeroVision Compilation). Deze functie is handig wanneer u een project dat u nog niet hebt voltooid wilt opslaan en op een later tijdstip wilt voltooien (zie Een project opslaan). De laatste handeling ongedaan maken. Met Nero Vision kunt u veel handelingen ongedaan maken, zodat u zelfs na een groot aantal wijzigingen kunt terugkeren naar de gewenste situatie. De laatste handeling die u ongedaan hebt gemaakt herstellen. Met Nero Vision kunt u veel handelingen die u ongedaan hebt gemaakt weer herstellen, zodat u zelfs na een groot aantal wijzigingen weer naar de gewenste situatie kunt terugkeren. Terugkeren naar het vorige scherm.
Terug Volgende Branden
Mogelijk wordt u gevraagd het project op te slaan, omdat anders de gemaakte wijzigingen verloren gaan. Het volgende scherm weergeven. Het brandproces starten. Deze knop wordt alleen weergegeven in het scherm Branden.
4.2.2 Venster met extra opties Alleen de knoppen en de elementen die echt nodig zijn worden in de gebruikersinterface van Nero Vision weergegeven en bovendien verschilt dat per scherm. Daardoor is de gebruikersinterface zo gebruiksvriendelijk.
Pagina 18
Gebruikersinterface
Als u op de knop Meer klikt, wordt er een aanvullend, uitgebreid vensterdeel geopend. Wanneer u naar het volgende scherm gaat, wordt het venster met extra opties weer gesloten. In de zogenaamde 'blijvende modus', blijven de extra opties zichtbaar totdat u opnieuw op de knop Meer drukt. in het venster met extra opties geeft de huidige modus weer. Klik op dit Het pictogram pictogram als u een andere modus wilt kiezen. Het uitgebreide scherm in de normale modus. Het uitgebreide scherm in de blijvende modus. 4.2.2.1 Selectievakjes Nooit zwarte thumbnails gebruiken
In menu's worden geen zwarte thumbnails gebruikt. In plaats daarvan wordt de eerste niet-zwarte thumbnail gezocht en weergegeven. Deze functie kan de toepassing trager maken. Er wordt automatisch een menu aangemaakt.
Menu op schijf aanmaken
Hoofdstukken automatisch aanmaken
Via dit menu kunt u de afzonderlijke videotitels eenvoudig selecteren. Er worden automatisch hoofdstukken aangemaakt die u bij het afspelen van de film afzonderlijk kunt selecteren.
Elementen in het tabblad Tijdbalk worden als met een Klik tijdbalk-items aan elkaar magneet aan elkaar geklikt, zodat tekst, geluid en vast effecten tegelijk beginnen. Gebruik op tijdcode gebaseerde scènedetectie bij DV-bestanden
Afzonderlijke scènes in DV (Digital Video)-bestanden worden automatisch aan de tijdstempel herkend en vervolgens ingevoegd.
Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor de recorder in. Geluidsweergave vastlegapparaat inschakelen Deze instelling is niet van invloed op de weergave van vastgelegde videobestanden. Scènes detecteren tijdens het vastleggen (DV)
Wanneer u videobestanden vastlegt vanaf een DVvastlegapparaat wordt er automatisch naar scènewisselingen gezocht.
Microsoft(R) Video for Windows(R)-apparaten weergeven
Microsoft® Video for Windows®-apparaten worden in de lijst met recorders weergegeven.
4.2.2.2 Keuzemenu Volgende objecten verplaatsen: wanneer u een effect invoegt, schuift het volgende effect naar achter. Wanneer u effecten aan de tijdbalk toevoegt
Pas aan op de beschikbare ruimte: wanneer u een nieuwe effect invoegt, neemt het alleen de beschikbare ruimte tot het begin van het volgende effect in.
Pagina 19
Gebruikersinterface
Start afspelen met
Na afloop van het afspelen van een titel
Menu: na het plaatsen van de schijf in de speler wordt het menu weergegeven.
: na het plaatsen van de schijf in de speler wordt de geselecteerde videotitel afgespeeld. Volgende titel afspelen: nadat een videotitel is afgespeeld, wordt de volgende videotitel weergegeven. Springen naar hoofdmenu: nadat een videotitel is afgespeeld, verschijnt het menu. Titel herhalen: de videotitel wordt eindeloos herhaald.
4.2.2.3 Keuzerondjes
Berekeningsmodus lettertypehoogte
Automatisch: de lettertypehoogte van de knoptekst wordt automatisch berekend, zodat de volledige tekst kan worden weergegeven. Aangepast: automatische berekening lettertypehoogte wordt uitgeschakeld. U kunt de lettertypehoogte zelf instellen in het scherm Menu bewerken.
4.2.2.4 Knoppen Configureren
Hiermee opent u het configuratievenster van Nero Vision (zie Configuratie). Hiermee kunt u de standaardopties bewerken als u een video maakt. Het venster Standaard video-opties wordt geopend (zie Video-opties weergeven).
Standaard video-opties
Zolang u geen schijftype hebt geselecteerd, worden de video-opties voor alle ondersteunde indelingen weergegeven. Als u wel een schijftype hebt geselecteerd, worden alleen het tabblad Algemeen en het tabblad voor de huidige schijfindeling weergegeven. Het scherm Nero Digital™-codering configureren wordt voor de indeling Nero Digital™ weergegeven.
Schijf wissen
Schijfinfo
Hiermee wist u herbeschrijfbare schijven. Het scherm Herbeschrijfbare schijf wissen wordt weergegeven (zie Een herbeschrijfbare schijf wissen). U kunt deze functie alleen gebruiken als er een herbeschrijfbare schijf in de recorder is geplaatst. U kunt kiezen uit twee wismethodes. Hiermee wordt informatie over de geplaatste schijf weergegeven, zoals het schijftype, de beschikbare opslagcapaciteit en het aantal sessies en tracks. Het scherm Schijfinfo wordt weergegeven (zie Schijfinfo weergeven). Plaats de schijf waarover u informatie wilt opvragen en selecteer het juiste station.
Pagina 20
Gebruikersinterface
Schijf finaliseren
Covers en labels maken
Hiermee finaliseert u dvd-vr/-vfr (videomodus)/+vr/+r/+rw-schijven (zie ook Een dvd finaliseren). Het scherm Schijf finaliseren wordt weergegeven. Hiermee start u Nero CoverDesigner (zie Hoesjes en labels maken).
Nero CoverDesigner is een toepassing in de Nero 7 suite en het programma wordt automatisch geïnstalleerd als u Nero 7 installeert. Met Nero Cover Designer kunt u labels en boekjes maken en branden voor de cd's/dvd's die u hebt gebrand. Raadpleeg de handleiding van Nero CoverDesigner voor informatie over het maken van professionele hoesjes en labels.
Pagina 21
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
5
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
5.1
Vastleggen Vastleggen is een manier om video van een DV-videocamera of een ander vastlegapparaat voor video dat op de video capture-kaart is aangesloten naar de computer over te zetten. Het vastlegapparaat is het apparaat dat de videosignalen overzet die moeten worden vastgelegd, bijvoorbeeld een DV-videocamera, video capture-kaart of tv-kaart. Ga voor een lijst met compatibele apparaten naar onze internetpagina . http://www.nero.com/nero7/deu/all_capture_devices.php?ascd=nvision4 Als u een video van een extern vastlegapparaat alleen naar de computer wilt overzetten om later in een project te gebruiken, volgt u de stappen onder Een tv-kaart instellen. Als u een schijf wilt maken en tegelijkertijd een video voor dit project wilt vastleggen, selecteert u in het startscherm de relevante optie Dvd maken (of vcd, svcd, miniDVD, HDBURN) en selecteert u vervolgens de optie Video vastleggen in het scherm Inhoud. Op die manier kunt u terwijl u aan een project werkt de benodigde video's ophalen.
5.2
DV/HDV-camera's, digitale en analoge video's Er bestaan drie typen vastlegapparaten: digitale, analoge en DV/HDV-camera's. Voor deze typen gelden verschillende hardwarevereisten.
5.3
DV/HDV-camera's: Bij een DV- of HDV-camera wordt het videosignaal in digitaal formaat naar de computer verzonden. U hoeft alleen maar een kabel op de juiste aansluiting aan te sluiten als u video naar de computer wilt overzetten. Analoge video: Videosignalen van een analoge bron moeten naar een digitale indeling worden geconverteerd voordat de computer ze kan verwerken. Voorbeelden van analoge vastlegapparaten zijn: VHS-videorecorders, televisies en VHS-C-, 8-mm- en Hi-8videocamera's. In tegenstelling tot DV-vastlegapparaten, die zelf digitale videosignalen naar de computer sturen, hebt u voor analoge videosignalen een video capture-kaart nodig. Deze kaart converteert analoge signalen naar digitale signalen. Digitale video (ATSC, DVB-T/S/C): Videosignalen afkomstig van digitale vastlegapparaten worden in digitaal formaat naar de computer verzonden en in de indeling MPEG-2 opgeslagen. Een tv-kaart is een goed voorbeeld van een digitaal apparaat. Als u digitale video wilt overzetten, moet u hiervoor een speciaal apparaat op uw computer aansluiten.
Een tv-kaart instellen Als u een tv-kaart op uw computer hebt aangesloten en het scherm Video vastleggen voor de eerste keer opent, worden alle aangesloten apparaten in de lijst Vastlegapparaat weergegeven. Als u een vastlegapparaat voor digitale of analoge video wilt instellen, moet er een opnamekaart die aan de vereisten van de fabrikant voldoet in de computer zijn geïnstalleerd.
Pagina 22
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
Nero Vision biedt ondersteuning voor het gebruik van meerdere tv-kaarten, tv-kaarten met twee tuners en/of hybride tuner-kaarten. Kijk voor een lijst met ondersteunde tv-kaarten op onze internetpagina: http://www.nero.com/nero7/deu/capture_devices_nh.php. Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Er moet een tv-kaart in de computer zijn geplaatst en de kaart moet zijn ingeschakeld.
Ga als volgt te werk als u de tv-kaart met de wizard Tv wilt configureren:
1. Selecteer de optie Video vastleggen op harde schijf in het scherm Start. Æ Het scherm Video vastleggen wordt weergegeven.
2. Als er meerdere apparaten op uw computer zijn aangesloten, selecteert u het gewenste apparaat in de lijst Vastlegapparaat.
3. Klik op de knop
.
Æ Het scherm Eigenschappen video-apparaat verschijnt.
4. Klik op de tab Kanalen. 5. Klik op de knop Kanalen instellen. Æ Het eerste scherm van de wizard Tv, Analoge tv-kanalen zoeken, wordt weergegeven. Met deze wizard kunt u de instellingen stapsgewijs opgeven.
Fig. 6: De wizard Tv – Analoge tv-kanalen zoeken
6. Selecteer uw land in de vervolgkeuzelijst Land selecteren. Als u een DVB-S tv-kaart configureert, moet u in het veld Uw satellietconfiguratie selecteren de satelliet selecteren in plaats van het land. Als u een DVB-C tv-kaart configureert, moet u het bijbehorende frequentiebereik selecteren in plaats van het land.
Pagina 23
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
Kies Antenne of Kabel als de signaalbron in de vervolgkeuzelijst Brontype selecteren. De vervolgkeuzelijst Brontype selecteren is niet beschikbaar bij het configureren van digitale tv-kaarten (DVB-T, DVB-S, DVB-C).
7. Klik op de knop Zoeken starten om het zoeken te starten. Æ Het zoeken begint. In het gebied Status van zoekopdracht wordt de voortgang van de zoekopdracht en het aantal gevonden kanalen weergegeven.
8. Klik op de knop Volgende. Æ Het tweede scherm van de wizard Tv, Tv-kanalen bewerken, wordt weergegeven.
Fig. 7: De wizard Tv – Tv-kanalen bewerken
9. Klik op de knoppen Omhoog en Omlaag om de volgorde van de beschikbare kanalen te wijzigen.
10. Klik op de knop Verwijderen als u het gemarkeerde kanaal wilt verwijderen. 11. De tv-kanalen van een aantal tv-kaarten coördineren: Voor Nero Vision vormen tv-kanalen met dezelfde naam (zogenaamde "fysieke" kanalen) op verschillende tv-kaarten hetzelfde "logische" kanaal. Dat houdt in dat een logisch kanaal een of meer fysieke kanalen kan bevatten. De kanalen worden tijdens het zoeken naar kanalen automatisch met elkaar gecoördineerd. In Nero Vision worden alleen de logische kanalen weergegeven op basis van de configuratie van de wizard Tv. 1. Markeer het gewenste kanaal. 2. Klik op de knop Naam wijzigen.
Æ Het pop-upvenster Naam kanaal wijzigen wordt weergegeven. 3. Geef in het veld Naam kanaal wijzigen de gewenste naam op. 4. Klik op de knop OK.
Æ U hebt de naam van het kanaal gewijzigd.
12. Klik op de knop Volgende. Æ Het derde scherm van de wizard Tv, Tv-kanaalgroepen beheren, wordt weergegeven. Pagina 24
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
Fig. 8: De wizard Tv – Tv-kanaalgroepen beheren
13. Klik op het tabblad Tv-kanaalgroepen op de knop Toevoegen. Æ Het dialoogvenster Groep toevoegen wordt weergegeven.
14. Geef in het veld Groep toevoegen de gewenste naam op voor de groep. 15. Klik op de knop OK. Æ U hebt de groep gemaakt.
16. Klik op de tab Tv-kanalen in groepen.
Fig. 9: De wizard Tv – Tv-kanalen in groepen
17. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Groepen bewerken de groepen die u wilt bewerken. 18. Markeer in het gebied Beschikbare kanalen de kanalen die u aan deze groep wilt toewijzen.
19. Klik op de knop >>. Æ De gemarkeerde kanalen worden in het gebied Groepen/namen aanpassen weergegeven.
20. Klik op de knoppen Omhoog en Omlaag om de volgorde van de beschikbare kanalen binnen de groep te wijzigen.
21. Klik op de knop Voltooien. Æ De wizard Tv wordt gesloten en het venster Video vastleggen wordt weergegeven.
Î U hebt de tv-kaart geconfigureerd.
Pagina 25
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
5.4
Video op de harde schijf vastleggen Er moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
Er draaien geen processorintensieve toepassingen. Er draaien geen toepassingen in schermvullende modus. Het werkstation wordt op geen enkel moment tijdens het vastlegproces geblokkeerd. Er is voldoende vrij ruimte op de harde schijf.
Volg onderstaande stappen om een video op de harde schijf vast te leggen:
1. Gebruik de bijbehorende kabels om een digitaal of analoog vastlegapparaat op de computer aan te sluiten en zet het apparaat aan. Als u een vastlegapparaat voor digitale of analoge video wilt instellen, moet er een opnamekaart die aan de vereisten van de fabrikant voldoet in de computer zijn geïnstalleerd.
2. Selecteer in het openingsscherm de optie Video naar harde schijf vastleggen. Æ Het scherm Video vastleggen wordt weergegeven.
Fig. 10: Het scherm Video vastleggen
In het scherm Video vastleggen zijn de volgende knoppen beschikbaar: Afspelen starten. Afspelen beëindigen.
Pagina 26
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
Opnemen starten. Video terugspoelen. Video vooruitspoelen. Hiermee schakelt u naar de modus Volledig scherm. Door op Esc te drukken keert u terug naar de vensterweergave. De timer voor vastlegging instellen. Hier kunt u de starttijd, eindtijd en tijdsduur voor het vastleggen van een video opgeven. Naar volgend kanaal gaan. Naar vorig kanaal gaan. Geeft de afspeelpositie weer in uren:minuten:seconden.(volgende) of honderdsten van een seconde. Klik op de knop (terug) om naar een bepaalde positie te gaan.
3. Selecteer het gewenste vastlegapparaat in het menu Vastlegapparaat. Afhankelijk van het vastlegapparaat geldt de modus camera of videorecorder. In de modus camera worden er voortdurend videosignalen van het vastlegapparaat naar de computer verzonden en kunt u het actieve videosignaal bekijken in het voorbeeldvenster. Bij een DV-camera wordt het gehele beeld van de videocamera in het voorbeeldvenster weergegeven. Voor een tv-kaart geldt altijd de modus camera, omdat het inkomende videosignaal constant is en u het signaal niet kunt onderbreken, niet terug- of vooruit kunt spoelen of opnieuw starten. In de modus videorecorder bestaat de video al op band (of op een ander medium). Om deze video vast te leggen, moet u de band afspelen in het videoapparaat. U kunt de band ook terug- en vooruitspoelen om bepaalde passages af te spelen.. U kunt digitale videocamera's op beide modi ('camera' of 'viderecorder') instellen. Lees in de handleiding hoe u dit kunt doen. Analoge videocamera's staan altijd in de modus 'videorecorder'. Afhankelijk van de modus van het vastlegapparaat ('camera' of 'videorecorder') zijn bepaalde knoppen wel of niet beschikbaar.
Æ Als het vastlegapparaat in de modus camera staat, wordt het actieve videosignaal weergegeven in het voorbeeldvenster.
4. Als u een analoog vastlegapparaat gebruikt, start u het afspelen op het apparaat. Als u een digitaal vastlegapparaat gebruikt in de modus videorecorder, gebruikt u bovenstaande knoppen.
Æ De afgespeelde scène wordt weergegeven in het voorbeeldvenster.
5. Controleer de weergave van het vastlegapparaat in het voorbeeldvenster. 6. Als u de videoinstellingen wilt wijzigen: 1. Klik op de knop
.
Æ Het scherm Eigenschappen videoapparaat wordt geopend.
Pagina 27
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
Als u in de vervolgkeuzelijst Vastlegapparaat een digitaal apparaat hebt geselecteerd, is in het venster Eigenschappen videoapparaat alleen het tabblad Kanalen beschikbaar. 2. Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop
.
Fig. 11: Het scherm Eigenschappen video-apparaat
De volgende tabs zijn beschikbaar in het scherm Eigenschappen video-apparaat. Hier stelt u de framesnelheid, de kleurcompressie en de uitvoerindeling in op basis van de manier waarop de video naar de schijf moet worden gebrand. Indeling
Algemeen
Als u bij gebruik van een analoog vastlegapparaat op de knop Configureren klikt, wordt de apparaattest gestart. Hier kunt u de videobron selecteren (video, composite of S-video) Hier gebruikt u de schuifregelaars om waarden op te geven voor onder meer de helderheid, de scherpte en het contrast. Alle beschikbare kanalen van het geselecteerde apparaat worden weergegeven. Hier kunt u het gewenste opnamekanaal selecteren.
Kanalen
Als u op de knop Tv-kanaalgroepen beheren klikt, wordt het laatste scherm van de wizard Tv opnieuw weergegeven en kunt u groepen en toegewezen kanalen toevoegen, bewerken of verwijderen. De wizard Tv toont alle beschikbare kanalen en groepen van alle geïnstalleerde vastlegapparaten. Als u nu op de knop Kanaal instellen klikt, kunt u een tv-kaart opnieuw stapsgewijs configureren met de wizard Tv (zie Een tv-kaart instellen).
7. Als u een externe audiobron wilt selecteren voor vastleggen: 1. Klik op de knop
.
Æ Het scherm Eigenschappen audio-apparaat verschijnt.
Pagina 28
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
Fig. 12: Het scherm Eigenschappen audio-apparaat
2. Selecteer het audio-apparaat in het keuzemenu Audiobron. en selecteer de gewenste audio-invoer in het contextmenu dat 3. Klik op het pictogram daarop wordt weergegeven (bijvoorbeeld cd-speler, line-in, microfoon). 4. Klik op de knop .
8. Selecteer de gewenste vastlegsjabloon in de vervolgkeuzelijst Vastlegsjabloon. Als de gegevens rechtstreeks op een schijf worden vastgelegd, wordt vervolgkeuzelijst Vastlegsjabloon niet weergegeven.
9. Als u andere gedetailleerde instellingen voor de vastlegging wilt opgeven: 1. Klik op de knop Configureren.
Æ Het venster Video-opties wordt geopend (zie Video-opties). 2. Wijzig desgewenst de instellingen voor videomodus, kwaliteit transcoderen enz. 3. Klik op de knop OK.
10. Als u het videobestand wilt opslaan in een andere map dan Mijn documenten/NeroVision/CapturedVideo: 1. Klik op de knop Meer.
Æ Het venster met extra opties verschijnt. 2. Voer in het veld Vastleggen naar het pad en de bestandsnaam in. Voor het vastleggen van video is veel schijfruimte nodig. Zorg dat er voldoende vrije ruimte op uw harde schijf is om uw video's vast te leggen. Voor het vastleggen van video via een vastlegkaart is circa 3-30 MB harde-schijfruimte per seconde nodig, afhankelijk van de resolutie en de gegevensindeling van uw video. Voor het vastleggen van DV via een FireWire®-kaart (IEEE 1394) is maximaal 3,6 MB harde-schijfruimte per seconde nodig.
11. Klik op de knop
.
Æ Het vastleggen begint en het beeld dat Nero Vision vastlegt wordt weergegeven.
12. Als u het vastleggen wilt annuleren, klikt u op de knop
. Pagina 29
Video's vastleggen van videocamera's en andere externe vastlegapparatuur
Æ Het vastgelegde bestand verschijnt in de lijst Vastgelegd, een lijst met vastgelegde bestanden die nog niet aan een project zijn toegekend.
13. Als u de vastgelegde video wilt bekijken: 1. Selecteer de gewenste video in de lijst Vastgelegd. 2. Klik op de knop
.
Æ De vastgelegde video wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
14. Herhaal stap 11 en 12 als u meer video's vanaf dezelfde bron wilt vastleggen. 15. Klik op de knop Volgende. Æ Het scherm met het menu Wat wilt u doen? verschijnt.
Î U hebt een video op de harde schijf vastgelegd.
Pagina 30
Een schijfproject maken
6
Een schijfproject maken Volg onderstaande stappen om een schijfproject aan te maken:
1. Selecteer in het openingsscherm Dvd maken > Dvd-video of Cd maken en het bijbehorende schijftype (Video-cd / Supervideo-cd / miniDVD / HD-BURN / AVCHD).
Æ Het scherm Inhoud wordt weergegeven.
Fig. 13: Het scherm Inhoud – optie Videobestanden toevoegen
In het scherm Inhoud kunt u de volgende opties selecteren: Hiermee legt u video vast. Video vastleggen
Videobestanden toevoegen
Het scherm Video vastleggen wordt weergegeven (zie Een tv-kaart instellen). Videobestanden toevoegen aan het project. Het popupvenster Openen verschijnt.
Film maken
Hiermee maakt u een film. Het scherm Film wordt weergegeven (zie Een film maken).
Diavoorstelling maken
Hiermee maakt u een diavoorstelling. Het scherm Diavoorstelling wordt weergegeven (zie Een diavoorstelling maken).
Schijf importeren
Elementen importeren van een bestaande schijf.
AVCHD importeren
Hiermee importeert u de video's die in een AVCHDproject zijn opgeslagen (op dvd, opslagkaart of harde schijf).
Film bewerken
Hiermee kunt u de geselecteerde videotitel bewerken. Het scherm Film wordt weergegeven (zie Video's bewerken).
Pagina 31
Een schijfproject maken
Hoofdstukken aanmaken
Hiermee kunt u hoofdstukken in de geselecteerde videotitel maken. Het scherm Hoofdstukken aanmaken wordt weergegeven (zie Hoofdstukken handmatig maken).
De volgende knoppen zijn in het scherm Inhoud beschikbaar: Geselecteerde mediatitels een plaats naar boven verschuiven. Geselecteerde mediatitels een plaats naar beneden verschuiven. Geselecteerde mediatitels verwijderen. Meerdere videotitels samenvoegen tot één titel. De naam van de geselecteerde mediatitel wijzigen. Het popupvester Naam titel wijzigen verschijnt.
2. Een video voor een project vastleggen. 1. Selecteer Video vastleggen.
Æ Het scherm Video vastleggen wordt geopend. 2. Herhaal de stappen onder Een tv-kaart instellen.
3. Als u al een video hebt vastgelegd of een op de harde schijf opgeslagen video wilt toevoegen: 1. Selecteer de optie Videobestanden toevoegen.
Æ Het popupvenster Openen verschijnt.
Fig. 14: Het popupvenster Openen
Pagina 32
Een schijfproject maken
2. Selecteer de gewenste bestanden en klik op de knop Openen.
Æ De vereiste bestanden worden aan het project toegevoegd.
4. Als u video's vanaf een schijf wilt toevoegen: 1. Plaats de schijf in een station. 2. Selecteer de optie Schijf importeren. 3. Als u meer dan een station hebt geïnstalleerd, selecteert u het station waarin u de schijf hebt geplaatst in de vervolgkeuzelijst.
Æ Het popupvenster Titel importeren van schijf verschijnt. 4. Markeer de gewenste video's en klik op de knop OK.
Æ De videobestanden worden toegevoegd. Er wordt een thumbnail weergegeven van iedere geselecteerde videotitel. Naast de thumbnail wordt de lengte van de video aangegeven en het aantal hoofdstukken.
5. Als de schijf die u gebruikt niet een dvd is met 4,38 GB opslagcapaciteit, maar een DVD-1 of DVD-9 (7,95 GB), selecteert u het schijftype in het keuzemenu rechtsonder. Als de schijf die u gebruikt een cd is, selecteert u in het menu de capaciteit van de cd: 74 of 80 minuten.
Æ De capaciteitsbalk onder in het scherm, die de gebruikte ruimte weergeeft, wordt automatisch aangepast. De totale beschikbare ruimte is afhankelijk van het soort project.
6. Als u een mediatitel wilt verplaatsen: 1. Markeer de mediatitel. 2. Klik op de knop
of
.
Æ De mediatitel wordt naar de vereiste positie verplaatst.
7. Als u een mediatitel wilt hernoemen: 1. Markeer de mediatitel. . 2. Klik op de knop 3. Het popupvenster Naam titel wijzigen verschijnt. 4. Geef in het invoerveld de nieuwe titel op en klik op de knop OK.
Æ De naam van de mediatitel is gewijzigd.
8. Als u een mediatitel uit een project wilt verwijderen: 1. Markeer de mediatitel. .
2. Klik op de knop
Æ De mediatitel wordt uit het project verwijderd.
9. Volg onderstaande stappen als u meerdere videotitels tot één titel wilt samenvoegen: 1. Markeer de videotitel. 2. Klik op de knop
.
Æ Er verschijnt een bevestigingsvenster. 3. Klik op de knop Ja. Pagina 33
Een schijfproject maken
Æ De geselecteerde videotitels worden samengevoegd tot één nieuwe titel.
10. Als u de videotitels afzonderlijk wilt bewerken: 1. Markeer de gewenste videotitel. 2. Selecteer de optie Film bewerken.
Æ Het scherm Film wordt weergegeven (zie Video's bewerken).
11. Klik op de knop Volgende. Æ Het scherm Menu selecteren wordt weergegeven (zie Het menu bewerken).
Î U hebt een schijfproject gemaakt en kunt nu een menu voor het project gaan maken.
Pagina 34
Video's bewerken
7
Video's bewerken
7.1
Een film maken In Nero Vision Essentials SE kunt u geen video's bewerken of films maken.
Volg onderstaande stappen om een film te maken:
1. Selecteer de optie Film maken in het scherm Start. Æ Het scherm Film wordt weergegeven. Dit scherm bestaat uit een voorbeeldvenster, een mediavenster en een inhoudvenster.
Fig. 15: Het scherm Film
Æ Alle beschikbare mediabestanden worden in het mediavenster rechtsboven weergegeven. Het mediavenster bestaat uit de volgende tabbladen: Mediabestanden Video-effecten Teksteffecten Overgangen
Pagina 35
Video's bewerken
De volgende knoppen zijn beschikbaar in het mediavenster: Bladeren: naar mediabestanden zoeken en deze aan uw eigen mediabestanden toevoegen. Het popupvenster Openen verschijnt. Bladeren en toevoegen aan project: naar mediabestanden zoeken en deze aan uw eigen mediabestanden en aan de film toevoegen. Het popupvenster Openen verschijnt. Start het vastleggen van de video. Het scherm Video vastleggen wordt weergegeven (zie Een tv-kaart instellen). Importeren: mediabestanden importeren van een TWAINcompatibel apparaat zoals een scanner. Er verschijnt een dialoogvenster. Bron selecteren: een bron voor de TWAIN-import selecteren. Het popupvenster Bron selecteren verschijnt. Het geselecteerde onderdeel uit de groep verwijderen. Alle onderdelen uit de groep verwijderen. Er verschijnt een bevestigingsvenster. Automatische hoofdstukdetectie starten. Het scherm Hoofdstukdetectie verschijnt. Het geselecteerde mediabestand en het bijbehorende programma worden geopend. Deze knop is alleen beschikbaar als er een uitvoerbare actie aan het geselecteerde mediabestand is toegewezen. Als dat niet het geval is, is de knop niet beschikbaar. Geselecteerde elementen aan de film toevoegen.
2. Gebruik het keuzemenu in het mediavenster om een andere groep te selecteren. In het keuzemenu wordt standaard de groep Mijn mediabestanden weergegeven.
3. Als u een nieuwe groep wilt aanmaken: 1. Selecteer de optie in het keuzemenu in het mediavenster.
Æ Het popupvenster Onderdelengroep aanmaken verschijnt. 2. Geef de gewenste naam op in het invoerveld en klik op de knop OK.
Æ De nieuwe groep wordt weergegeven in het keuzemenu en automatisch geopend.
4. Als u mediabestanden vanaf de harde schijf aan de film wilt toevoegen, klikt u op de knop > Bladeren.
Æ Het popupvenster Openen verschijnt.
5. Selecteer de gewenste mediabestanden en klik op de knop Openen. 6. Markeer de bestanden die u aan de film wilt toevoegen. Pagina 36
Video's bewerken
7. Klik op de knop
.
Æ De mediabestanden worden in het dialoogvenster Inhoud van het tabblad Storyboard geplaatst en worden met een thumbnail weergegeven. U kunt video- en afbeeldingsbestanden aan de film toevoegen. Storyboard en Tijdbalk
Afbeeldingen worden linksboven in de tabbladen met het pictogram
aangeduid.
Fig. 16: Het tabblad Storyboard
Storyboard ook het tabblad
Het inhoudvenster bevat naast het tabblad
Tijdbalk. Het tabblad Tijdbalk wordt automatisch weergegeven wanneer u een audiobestand, video of teksteffect toevoegt of op de bijbehorende tab klikt.
8. Klik in het inhoudvenster op het tabblad
Tijdbalk.
Fig. 17: Het tabblad Tijdbalk
Het tabblad
Tijdbalk bestaat uit de volgende schermen: Tekst Effecten
Video-track
Bevat de teksteffecten. Bevat de video-effecten. Bevat de videotitel.
Audio 1
Bevat de audiobestanden op de eerste track.
Audio 2
Bevat de audiobestanden op de tweede track.
Pagina 37
Video's bewerken
De volgende knoppen zijn beschikbaar op het tabblad Tijdbalk: Uitzoomen op het tabblad Tijdbalk, zodat de hele filmlengte wordt weergegeven. Inzoomen op het tabblad Tijdbalk. Uitzoomen op het tabblad Tijdbalk.
9. Een effect aan een mediabestand toevoegen : 1. Klik in het mediavenster op het tabblad
.
Fig. 18: Het tabblad Video-effecten
2. Selecteer het gewenste effect. 3. Sleep het effect naar de vereiste plek in het venster Effecten door de linkermuisknop ingedrukt te houden. 4. Sleep de linkerkant van de blauwe effectbalk naar de gewenste beginpositie. 5. Sleep de rechterkant van de blauwe effectbalk naar de gewenste eindpositie.
Mediabestanden met video-effecten worden in het tabblad pictogram aangeduid.
Storyboard met het
10. Een teksteffect aan een mediabestand toevoegen: 1. Klik in het mediavenster op het tabblad
.
Pagina 38
Video's bewerken
Fig. 19: Het tabblad Teksteffecten
2. Markeer het gewenste teksteffect. 3. Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep het teksteffect naar de gewenste positie op de balk Tekst.
Æ Het scherm Eigenschappen verschijnt.
Fig. 20: Het scherm Eigenschappen
4. Geef de weergavetijd op in het invoerveld
.
In het invoerveld wordt de tijd in de indeling uren:minuten:seconden:honderdsten van een seconde weergegeven. Als u een van deze onderdelen wilt wijzigen, klikt u in het of . gewenste onderdeel en klikt u vervolgens op de knop 5. Voer in het veld Tekst de gewenste tekst in. 6. Pas de overige instellingen naar wens aan.
Pagina 39
Video's bewerken
De overige instellingen zijn afhankelijk van het teksteffect dat u hebt geselecteerd. 7. Klik op de knop . 8. Sleep de linkerkant van de blauwe effectbalk naar de gewenste beginpositie. 9. Sleep de rechterkant van de blauwe effectbalk naar de gewenste eindpositie.
Mediabestanden met teksteffecten worden in het tabblad pictogram aangeduid.
Storyboard met het
11. Als u een audiospoor aan de film wilt toevoegen: . 1. Klik in het mediavenster op de tab 2. Markeer het gewenste audiobestand. 3. Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep het audiobestand naar de gewenste positie op de balk Audio 1 of Audio 2.
Er zijn twee tracks, dus u kunt audiobestanden ook naast elkaar gebruiken. U kunt bijvoorbeeld op track 2 commentaar afspelen, terwijl u op track 1 muziek afspeelt.
12. Als u overgangen tussen de mediabestanden wilt plaatsen :: Storyboard. 1. Klik in het inhoudvenster op het tabblad 2. Markeer het mediagebied waaraan u de overgang wilt toevoegen. 3. Klik in het mediavenster op het tabblad . 4. Selecteer in het keuzemenu de gewenste groep overgangen. 5. Markeer de gewenste overgang.
Pagina 40
Video's bewerken
Fig. 21: Het tabblad Overgangen
6. Klik op de knop
.
Mediabestanden zonder overgang worden met een grijs pictogram
aangeduid.
Mediabestanden met een overgang worden met een gekleurd pictogram
13. Klik op de knop
aangeduid.
.
14. Bekijk de film in het voorbeeldvenster. De volgende knoppen zijn beschikbaar in het voorbeeldvenster: Afspelen starten. Afspelen onderbreken. Afspelen beëindigen. Hiermee schakelt u naar de modus Volledig scherm. Door op Esc te drukken keert u terug naar de vensterweergave. Een snapshot nemen van de film op de huidige afspeelpositie. Een audiocommentaar opnemen voor de videotitel. Het popupvenster Instellingen voor audio-opname verschijnt. Hiermee wordt de videotitel op de geselecteerde positie gesplitst. Hierdoor ontstaan twee afzonderlijke videotitels die afzonderlijk kunnen worden toegevoegd. Het oorspronkelijke bestand wordt niet gewijzigd. Deze knop is alleen beschikbaar als er een uitvoerbare actie aan het geselecteerde mediabestand is toegewezen. Als dat niet het geval is, is de knop niet beschikbaar.
Pagina 41
Video's bewerken
Scènes uit de videotitel knippen (zie Videotitels knippen). Deze knop is alleen beschikbaar als er een uitvoerbare actie aan het geselecteerde mediabestand is toegewezen. Als dat niet het geval is, is de knop niet beschikbaar. De eigenschappen van de geselecteerde elementen bewerken. Het scherm Eigenschappen verschijnt. Geeft de afspeelpositie weer in uren:minuten:seconden.honderdsten van een seconde. Klik op de knop (terug) om naar een bepaalde positie te (volgende) of gaan.
15. Als u tevreden bent over de film, klikt u op de knop Volgende. Æ Het scherm met het menu Wat wilt u doen? verschijnt.
Î U hebt een film gemaakt.
7.2
Videotitels knippen Wanneer u in videotitels knipt, blijft het oorspronkelijek bestand intact en worden de clipgegevens in het project opgeslagen. Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Het scherm Inhoud wordt weergegeven.
Volg onderstaande stappen om in videotitels te knippen:
1. Markeer de videotitel. 2. Selecteer de optie Film bewerken. Æ Het scherm Film verschijnt.
3. Klik op de knop
.
Æ De eerste keer dat deze functie wordt opgeroepen, verschijnt een bevestigingsvenster.
4. Als u dit venster niet meer wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Laat deze boodschap niet meer zien in.
Æ De begin- en eindmarkeringen worden weergegeven in het voorbeeldvenster.
5. Verplaats de linkermarkering naar het begin van het gedeelte dat u wilt verwijderen.
Pagina 42
Video's bewerken
6. Verplaats de rechtermarkering naar het einde van het gedeelte dat u wilt verwijderen.
7. Klik op de knop
.
Æ Er verschijnt een bevestigingsvenster.
8. Klik op de knop Ja. Æ De videotitel is gesplitst. De eerste clip bevat het segment vóór het verwijderde gedeelte, de tweede clip bevat het segment na het verwijderde gedeelte.
Î U hebt in een videotitel geknipt.
7.3
Hoofdstukken Hoofdstukken zijn delen van een videotitel die u met de knoppen Terug en Volgende afzonderlijk kunt afspelen, zonder dat u vooruit of terug hoeft te spoelen. Oorspronkelijk bestaat elke videotitel slechts uit één hoofdstuk. U kunt handmatig of automatisch nieuwe hoofdstukken toevoegen. In het scherm Hoofdstukken aanmaken kunt u met de schuifbalk onder het voorbeeldvenster de videotitel van begin tot eind bekijken. Gebruik de schuifknop om naar een bepaalde positie in de videotitel gaan. Het beeld op die positie wordt in het voorbeeldvenster weergegeven. De afzonderlijke hoofdstukken worden van elkaar gescheiden door hoofdstukmarkeringen die het eind van een hoofdstuk en het begin van het volgende hoofdstuk aangeven. Het begin van elk hoofdstuk wordt op de schuifbalk onder het voorbeeldvenster aangeduid met de markering , behalve het begin van het eerste hoofdstuk dat tevens het begin is van de videotitel. Als u het selectievakje Hoofdstukken automatisch aanmaken bij de extra opties hebt ingeschakeld, worden tijdens het brandproces automatisch hoofdstukken aangemaakt. Klik op de knop Meer om het selectievakje weer te geven.
7.3.1 Hoofdstukken handmatig maken Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Het scherm Inhoud wordt weergegeven.
Volg onderstaande stappen om handmatig een hoofdstuk aan te maken:
1. Klik op de optie Hoofdstukken aanmaken in het scherm Inhoud. Æ Het scherm Hoofdstukken aanmaken wordt weergegeven.
Pagina 43
Video's bewerken
Fig. 22: Het scherm Hoofdstukken aanmaken
De volgende knoppen zijn beschikbaar in het scherm Hoofdstukken aanmaken: Afspelen starten. Afspelen beëindigen. Hiermee schakelt u naar de modus Volledig scherm. Door op Esc te drukken keert u terug naar de vensterweergave. Naam hoofdstuk wijzigen. Het venster Naam hoofdstuk wijzigen verschijnt. Geselecteerde hoofdstukmarkering verwijderen. Alle hoofdstukmarkeringen verwijderen. Automatisch hoofdstukken detecteren. Het popupvenster Hoofdstukdetectie verschijnt. Een nieuwe hoofdstukmarkering invoegen op de positie van de schuifknop. Geeft de afspeelpositie weer in uren:minuten:seconden.hondersten van een seconde. Klik op de knop (terug) om naar een bepaalde positie te (volgende) of gaan.
2. Verplaats de schuifknop naar de positie waar het nieuwe hoofdstuk moet beginnen. 3. Klik op de knop
.
Î U hebt handmatig een nieuw hoofdstuk aangemaakt.
7.3.2 Hoofdstukken automatisch maken Pagina 44
Video's bewerken
Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Het scherm Inhoud wordt weergegeven.
Volg onderstaande stappen om automatisch hoofdstukken aan te maken:
1. Klik op de optie Hoofdstukken aanmaken in het scherm Inhoud. Æ Het scherm Hoofdstukken aanmaken verschijnt.
2. Klik op de knop
.
Æ Het popupvenster Hoofdstukdetectie verschijnt. Automatische hoofdstukdetectie wordt uitgevoerd. Dit kan enige tijd duren.
Fig. 23: Het pop-upvenster Hoofdstukdetectie
3. Als u de minimumlengte van een hoofdstuk wilt inkorten, schuift u de schuifregelaar Minimale hoofdstuklengte naar links. Als u de minimumlengte van een hoofdstuk wilt verlengen, schuift u de schuifregelaar Minimale hoofdstuklengte naar rechts.
Æ In het popupvenster wordt weergegeven hoeveel hoofdstukken bij deze instellingen zijn gedetecteerd.
4. Als u bestaande hoofdstukken wilt behouden, schakelt u het selectievakje Voorgaande hoofdstukmarkeringen behouden in.
5. Klik op de knop Genereren. Î U hebt automatisch hoofdstukken aangemaakt.
7.3.3 Hoofdstukken bewerken Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Het scherm Inhoud wordt weergegeven.
Volg onderstaande stappen om een hoofdstuk te bewerken:
1. Klik op de optie Hoofdstukken aanmaken in het scherm Inhoud. Pagina 45
Video's bewerken
Æ Het scherm Hoofdstukken aanmaken verschijnt.
2. Gebruik de aanduidingen in de schuifbalk om de hoofdstukmarkeringen te verplaatsen. U kunt de positie van de afzonderlijke hoofdstukmarkeringen tussen het begin- en eindpunt van de videotitel verplaatsen, maar niet voorbij de volgende hoofdstukmarkering als er meer dan twee hoofdstukmarkeringen in de schuifbalk staan.
3. Markeer het hoofdstuk dat u wilt aanpassen. 4. Als u de titel van het hoofdstuk wilt wijzigen: 1. Klik op de knop
.
Æ Het venster Naam hoofdstuk wijzigen verschijnt. 2. Geef in het invoerveld de nieuwe hoofdstuknaam op en klik op de knop OK.
Æ De naam wordt gewijzigd. 3. Als u het hoofdstuk wilt verwijderen, klikt u op de knop
.
Æ Het hoofdstuk wordt verwijderd.
5. Als u alle hoofdstukken wilt verwijderen: 1. Klik op de knop
.
Æ Er verschijnt een bevestigingsvenster. 2. Klik op de knop OK.
Æ Alle hoofdstukmarkeringen worden verwijderd.
6. Klik op de knop Volgende. Æ Het scherm Inhoud verschijnt.
Î U hebt de hoofdstukken bewerkt.
Pagina 46
Video's bewerken
7.4
De film exporteren Nadat u de film hebt gemaakt, kunt u de film exporteren of naar een schijf branden. Volg onderstaande stappen om een film te exporteren:
1. Klik in het venster op de knop Exporteren of klik in het menu Wat wilt u nu doen? op de optie Film Exporteren.
Æ Het scherm Video exporteren wordt weergegeven.
Fig. 24: Het scherm Video exporteren
2. Selecteer de gewenste exportsjabloon in de vervolgkeuzelijst Exportsjabloon. Æ De keuzemenu's voor de uitvoerindeling en het profiel worden weergegeven. De geselecteerde sjabloon bepaalt het type uitvoerbestand en de reproductiekwaliteit. Verder kunt u de aspectverhouding, aanvullende kwaliteitsinstellingen en codeermodus aanpassen. Afhankelijk van de geselecteerde exportsjabloon worden de volgende opties aangepast: uitvoerindeling, videomodus (PAL/NTSC), beeldverhouding, kwaliteitsinstellingen, bitsnelheid, resolutie, coderingsmodus en/of audiokwaliteit.
3. Als u exportsjabloon DVD, SVCD, VCD of e-mail hebt geselecteerd en de exportinstellingen wilt aanpassen: 1. Klik op de knop Configureren.
Æ Het pop-upvenster Video-opties wordt geopend (zie Video-opties).
4. Als u de video in een andere map en/of onder een andere naam wilt opslaan dan die in het veld Uitvoerbestand wordt weergegeven: Pagina 47
Video's bewerken
1. Klik op de knop ....
Æ Er verschijnt een dialoogvenster. 2. Selecteer de gewenste map in het keuzemenu dat verschijnt. 3. Geef in het invoervak Bestandsnaam de gewenste bestandsnaam op en klik op de knop Opslaan.
5. Klik op de knop Exporteren. Æ Het exporteren begint. De voortgang van de export wordt in hetzelfde venster weergegeven. Zodra het exporteren is voltooid, verschijnt een popupvenster.
6. Klik op de knop OK. Æ Het scherm met het menu Wat wilt u doen? verschijnt.
Î U hebt een film geëxporteerd.
Pagina 48
Diavoorstelling
8
Diavoorstelling
8.1
Een diavoorstelling maken Houd er rekening mee dat bij het maken van een diavoorstelling de afbeeldingsbestanden (bijvoorbeeld *.jpg, *.bmp, *.gif) niet in de oorspronkelijke indeling worden opgeslagen. Als u de afbeeldingen ook in de oorspronkelijke indeling wilt opslaan, voert u de stappen aan het eind van deze sectie uit. Er moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
Voor diavoorstellingen op dvd-video, supervideo-cd, miniDVD, AVCHD en HD-BURN: de plug-in DVD-Video om MPEG-2 te coderen. Deze plug-in is al opgenomen in de volledige versie. Het scherm Inhoud wordt weergegeven.
Volg onderstaande stappen om een diavoorstelling te maken:
1. Selecteer de optie Diavoorstelling maken.... Æ Het scherm Diavoorstelling wordt weergegeven. Dit scherm bestaat uit een voorbeeldvenster, een mediavenster en een inhoudvenster.
Fig. 25: Het scherm Diavoorstelling
Æ Alle beschikbare mediabestanden worden in het mediavenster weergegeven.
2. Gebruik het keuzemenu in het mediavenster om een andere groep te selecteren.
Pagina 49
Diavoorstelling
In het keuzemenu wordt standaard de groep Mijn mediabestanden weergegeven.
3. Als u een nieuwe groep wilt aanmaken: 1. Selecteer de optie in het keuzemenu in het mediavenster.
Æ Het venster Onderdelengroep aanmaken verschijnt. 2. Geef de gewenste naam op in het invoerveld en klik op de knop OK.
Æ De nieuwe groep wordt weergegeven in het keuzemenu en automatisch geopend. De volgende knoppen zijn in het tabblad
beschikbaar:
Bladeren: naar mediabestanden zoeken en deze aan uw eigen mediabestanden toevoegen. Het popupvenster Openen verschijnt. Bladeren en toevoegen aan project: naar mediabestanden zoeken en deze aan uw eigen mediabestanden en aan de diavoorstelling toevoegen. Het popupvenster Openen verschijnt. Importeren: mediabestanden van een TWAIN-compatibel apparaat zoals een scanner importeren. Er wordt een venster geopend. Bron selecteren: een bron selecteren voor het TWAINimportproces. Het pop-upvenster Bron selecteren wordt geopend. Het geselecteerde onderdeel uit de groep verwijderen. Alle onderdelen uit de groep verwijderen. Er verschijnt een bevestigingsvenster. Het geselecteerde mediabestand en het bijbehorende programma worden geopend. Deze knop is alleen beschikbaar als er een uitvoerbare actie aan het geselecteerde mediabestand is toegewezen. Als dat niet het geval is, is de knop niet beschikbaar. Geselecteerde elementen aan de diavoorstelling toevoegen.
4. Als u mediabestanden (afbeeldingen of audiobestanden) vanaf de harde schijf aan de diavoorstelling wilt toevoegen, klikt u op de knop
> Bladeren.
Æ Het popupvenster Openen verschijnt.
5. Selecteer de gewenste mediabestanden en klik op de knop Openen. 6. Selecteer de bestanden die u aan de diavoorstelling wilt toevoegen. 7. Klik op de knop
.
Pagina 50
Diavoorstelling
U kunt maximaal 2.000 afbeeldingen aan een diavoorstelling toevoegen.
Æ De afbeeldingen worden in het inhoudvenster op het tabblad De volgende knoppen zijn beschikbaar op het tabblad
ingevoegd. :
Het gemarkeerde element uit de diavoorstelling verwijderen. Alle elementen uit de diavoorstelling verwijderen. Er verschijnt een bevestigingsvenster. Een audio-opmerking die aan een afzonderlijke afbeelding is toegewezen verwijderen. Het contextmenu bevat ook de optie Alle opmerkingen verwijderen waarmee u alle audio-opmerkingen uit de diavoorstelling kunt verwijderen. De audiobestanden in het (audiobestanden voor de tabblad achtergrondmuziek) worden hierdoor niet verwijderd. Het gemarkeerde beeld tot de gewenste grootte uitsnijden. Het popupvenster Afbeelding uitsnijden verschijnt. Effecten toewijzen aan de gemarkeerde afbeelding. Een contextmenu met de beschikbare effecten verschijnt. Deze effecten worden alleen voor de diavoorstelling gebruikt en niet in het originele bestand opgeslagen. De gemarkeerde beelden 90 graden naar links draaien. De gemarkeerde beelden 90 graden naar rechts draaien. Het gemarkeerde beeld inclusief alle effecten opslaan. Er verschijnt een bevestigingsvenster. Hiermee legt u een audiobestand vast dat aan een afbeelding kan worden toegewezen. Het pop-upvenster Instellingen voor audio-opname wordt geopend. Hiermee kunt u aan iedere afbeelding een andere audio-opmerking toevoegen. Als er een afbeelding in het inhoudvenster is gemarkeerd, wordt de audio-opmerking direct aan die afbeelding toegewezen; als dat niet het geval is wordt de audioopmerking aan het mediavenster toegevoegd. Weergavetijd voor afbeeldingen en overgangen instellen. Het popupvenster Standaardwaarden weergavetijd verschijnt. De eigenschappen van de gemarkeerde elementen doorvoeren, zoals de weergaveduur, kop- en voettekst, maar ook de afspeelduur voor opgeslagen audiobestanden (audioopmerkingen). Het venster Eigenschappen wordt weergegeven.
Æ Als u audiobestanden aan uw diavoorstelling hebt toegevoegd, worden deze ingevoegd op het tabblad
in het inhoudvenster.
Pagina 51
Diavoorstelling
De volgende knoppen zijn op het tabblad
beschikbaar:
Het gemarkeerde element uit de diavoorstelling verwijderen. Alle elementen uit de diavoorstelling verwijderen. Er verschijnt een bevestigingsvenster. Hiermee legt u het audiobestand vast voor de achtergrondmuziek bij de diavoorstelling. Het pop-upvenster Instellingen voor audio-opname wordt geopend. De eigenschappen van de gemarkeerde elementen bewerken, zoals weergavetijd en kop- en voettekst. Het scherm Eigenschappen verschijnt. Het contextmenu bevat ook de optie Alle Audio-elementen verwijderen waarmee u alle audiobestanden in het tabblad verwijdert. De audiobestanden op het tabblad (Audio-opmerkingen) verwijdert u daarmee niet.
8. Als u audiobestanden aan de diavoorstelling hebt toegevoegd (achtergrondmuziek) en als u de lengte van de diavoorstelling wilt afstemmen op de lengte van het audiobestand: 1. Klik op de knop Meer.
Æ Het venster met extra opties verschijnt. 2. Schakel het selectievakje Weergavetijd diavoorstelling aan die van audio aanpassen in.
Æ De totale lengte van de diavoorstelling wordt aan de lengte van het audiobestand aangepast. Als u het selectievakje Duur diavoorstelling aan audio aanpassen hebt ingeschakeld, kunt u de weergavetijd van de afbeeldingen niet aanpassen.
9. Als u afzonderlijke afbeeldingen aan de diavoorstelling wilt toevoegen (audio-opmerkingen): 1. Gebruik slepen en neerzetten om het gewenste audiobestand uit het mediagebied naar de gewenste afbeelding in het inhoudgebied te verplaatsen.
Æ In het inhoudgebied herkent u de afbeelding waaraan u het audiobestand hebt toegevoegd aan het pictogram weergegeven.
en bovendien wordt de titel van het audiobestand
10. Als u een geleidelijke overgang tussen twee afbeeldingen wilt invoegen: . 1. Klik op het tabblad 2. Als u aan alle afbeeldingen dezelfde overgang wilt toewijzen, markeert u de hele filmstrip (blauw) door middel van dubbelklikken. Als u verschillende overgangen wilt invoegen, markeert u de afbeelding waaraan u een bepaalde overgang wilt toewijzen. . 3. Klik in het mediavenster op het tabblad 4. Selecteer de gewenste groep overgangen in het keuzemenu. 5. Markeer de gewenste overgang. 6. Klik op de knop
.
Pagina 52
Diavoorstelling
11. Klik op de knop
.
Æ Het popupvenster Standaardwaarden weergavetijd verschijnt.
12. Geef in seconden de gewenste weergaveduur per afbeelding op in het veld Zichtbaarheidstijd afbeelding.
13. Schakel het selectievakje Toepassen op bestaande afbeeldingen in. 14. Als u overgangen hebt ingevoegd: 1. Geef de gewenste weergaveduur op in het veld Weergavetijd van overgangen. 2. Schakel het selectievakje Toepassen op bestaande overgangen in.
15. Klik op de knop OK. 16. Als u de instellingen voor een afzonderlijke afbeelding wilt instellen: 1. Markeer de afbeelding. 2. Klik op de knop
.
Æ Het scherm Eigenschappen wordt geopend en het gebied Eigenschappen afbeelding en de tabs Afbeeldingen en Opmerkingen worden weergegeven. Het tabblad Opmerkingen is alleen beschikbaar als u een audiobestand aan de geselecteerde afbeelding hebt toegewezen (audio-opmerking). 3. Geef in het gebied Eigenschappen van afbeelding de weergavetijd op in het invoerveld
.
In het invoerveld wordt de tijd in de indeling uren:minuten:seconden.honderdsten van een seconde weergegeven. Klik in het onderdeel dat u wilt wijzigen en klik vervolgens op of . de knop Als u een audiobestand aan de afbeelding hebt toegevoegd (audio-opmerking) en als u wilt dat de tijdsduur van de afbeelding wordt aangepast aan de lengte van de opmerking, schakelt u het selectievakje Weergaveduur aan opmerking aanpassen in. Het selectievakje is alleen beschikbaar als u een audiobestand aan de geselecteerde afbeelding hebt toegewezen (audio-opmerking). 4. Als u tekst wilt weergeven boven in de afbeelding, voert u in het veld Koptekst de gewenste tekst in. 5. Als u tekst wilt weergeven onder in de afbeelding, voert u in het veld Voettekst de gewenste tekst in. 6. Als u geen tekst hebt ingevoerd, kunt u de substappen 7 t/m 11 overslaan. 7. Selecteer het gewenste lettertype in het grote keuzemenu. 8. Selecteer in het kleine keuzemenu bovenin het scherm de gewenste stijl voor het lettertype en in het kleine keuzemenu onderin het scherm de gewenste grootte voor het lettertype. 9. Klik in het venster Kleur op de kleurencirkel om de kleur en kleurverzadiging voor de tekst in te stellen. 10. Verplaats de schuifknop om de kleurintensiteit aan te passen. 11. Als u een audiobestand aan de afbeelding hebt toegewezen, klikt u op de tab Opmerkingen. Pagina 53
Diavoorstelling
Als u geen audiobestand aan de afbeelding hebt toegewezen, kunt u de substappen 12 t/m 14 overslaan. 12. Geef in het invoerveld Opmerking begint met vertraging aan hoe lang de afbeelding moet worden weergegeven voordat het afspelen van het audiobestand wordt gestart. 13. Als u de optie Weergaveduur aan opmerking aanpassen in het dialoogvenster Eigenschappen van afbeelding hebt ingeschakeld, geeft u in het invoerveld Opmerking eindigt met vertraging aan hoe lang de afbeelding moet worden weergegeven nadat het audiobestand is geëindigd. In het invoerveld wordt de tijd in de indeling uren:minuten:seconden.honderdsten van een seconde weergegeven. Klik in het onderdeel dat u wilt wijzigen en klik vervolgens op of . de knop 14. Gebruik de schuifregelaar om het volume aan te passen. Als u de instellingen voor meerdere afbeeldingen tegelijkertijd wilt aanpassen, klikt u op het pictogram . Het scherm Eigenschappen blijft geopend en geeft steeds de instellingen voor de gemarkeerde afbeelding weer.
Æ De instellingen worden toegepast.
17. Klik op de knop
.
18. Bekijk de diavoorstelling in het voorbeeldvenster.
Fig. 26: Het scherm Diavoorstelling – voltooid
De volgende knoppen zijn beschikbaar in het voorbeeldvenster: Diavoorstelling starten. Diavoorstelling onderbreken.
Pagina 54
Diavoorstelling
Diavoorstelling beëindigen. Hiermee schakelt u naar de modus Volledig scherm. Door op Esc te drukken keert u terug naar de vensterweergave. Geeft de afspeelpositie weer in uren:minuten:seconden.honderdsten van een seconde. Klik op de knop (terug) om naar een bepaalde positie te (volgende) of gaan.
19. Als u tevreden bent met de diavoorstelling, klikt u op de knop Volgende. Æ Het scherm Inhoud wordt weergegeven zie Een schijfproject maken). Afhankelijk van het schijftype kunt u een aantal hoofdstukken voor de diavoorstelling maken. Voor dvd-vr-projecten worden geen hoofdstukken gemaakt.
Vcd/svcd – maximaal 98 hoofdstukken Dvd-video/MiniDVD, HD-BURN, dvd-vfr – maximaal 99 hoofdstukken Dvd-vr – maximaal 64 hoofdstukken BD AV – maximaal 200 hoofdstukken 20. Als u de afbeeldingen van uw diavoorstelling in een voor de computer leesbare indeling op de schijf wilt opslaan, selecteert u de gewenste optie in het keuzemenu Toevoegen. De volgende opties zijn beschikbaar: Niets Originele afbeeldingen
Alleen de afbeeldingen in de diavoorstelling worden opgeslagen. De afbeeldingen worden ook in de oorspronkelijke indeling opgeslagen.
Er wordt ook een HTML-versie van de diavoorstelling HTML-versie diavoorstelling op de schijf opgeslagen. Deze kan op elke computer met een browser worden afgespeeld. Pc-diavoorstelling
Er wordt ook een uitvoerbaar bestand op de schijf opgeslagen; dit bestand kan op een Windowscomputer worden geopend.
De originele afbeeldingen worden op de schijf in de map ORIGPICS opgeslagen. U kunt de HTML-versie van de diavoorstelling weergeven door het bestand INDEX.HTM op de schijf te openen. Het uitvoerbare bestand voor de pc-diavoorstelling heet slideshw.exe.
21. Klik op de knop Volgende. Æ Het scherm Menu selecteren wordt weergegeven (zie Het menu bewerken).
Î U hebt een diavoorstelling gemaakt en kunt nu een menu voor het project gaan maken.
Pagina 55
Menu
9
Menu In een menu kunt u maximaal twee niveaus gebruiken. Het hoofdmenu bevat alle videotitels in het project. Iedere videotitel krijgt een knop die uit een thumbnail met tekst bestaat. Als een videotitel uit meer dan een hoofdstuk bestaat, wordt er een submenu voor de video gemaakt. Als u wijzigingen aanbrengt, kunt u de menuhiërarchieën onafhankelijk van elkaar aanpassen. Hoofdmenu
Videotitel 2
Videotitel 1
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Voor de lay-out van de menu's kunt u bestaande sjablonen gebruiken. Menusjablonen zijn onderverdeeld in groepen.
9.1
Het menu bewerken Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Het scherm Menu selecteren wordt weergegeven.
Fig. 27: Het scherm Menu selecteren
Pagina 56
Menu
Volg onderstaande stappen om het menu te bewerken:
1. In het keuzemenu Te gebruiken menu kiest u of u een titel- en hoofdstukmenu, alleen een titelmenu of helemaal geen menu wilt gebruiken.
2. In het menu Een menu selecteren kiest u het menu dat u wilt bewerken. Als uw schijf videotitels met meerdere hoofdstukken bevat, herhaalt u de volgende stappen voor elk menu dat u wilt bewerken.
3. Selecteer de gewenste menusjabloongroep in het keuzemenu Menusjabloongroep. 4. Selecteer de gewenste menusjabloon. 5. Geef de gewenste koptekst op in het veld Koptekst. De volgende knoppen zijn in het scherm Menu selecteren beschikbaar: Naar de eerste pagina van het geselecteerde menu gaan. Naar de vorige pagina van het geselecteerde menu gaan. Naar de volgende pagina van het geselecteerde menu gaan. Naar de laatste pagina van het geselecteerde menu gaan. Als de knoppen niet allemaal op één menupagina passen, kunt u met de navigatieknoppen van het menu door de pagina's bladeren. Als u zelf een menusjabloon hebt gemaakt, zijn de volgende knoppen beschikbaar: De naam van de geselecteerde menusjabloongroep wijzigen. Het popupvenster Naam menusjabloongroep wijzigen verschijnt. De geselecteerde menusjabloongroep verwijderen. De naam van de geselecteerde menusjabloon wijzigen. Het popupvenster Naam menusjabloon wijzigen verschijnt. De geselecteerde menusjabloon verwijderen.
6. Klik op de knop Bewerken menu. Æ Het scherm Menu bewerken wordt weergegeven.
Pagina 57
Menu
Fig. 28: Het scherm Menu bewerken
Als u de sjabloongroep Smart3D hebt geselecteerd, zijn er andere opties beschikbaar in het menu Wat wilt u wijzigen? (zie Het Smart3D-menu bewerken). De volgende knoppen zijn in het scherm Menu bewerken beschikbaar: Naar de eerste pagina van het menu gaan. Naar de vorige pagina van het menu gaan. Naar de volgende pagina van het menu gaan. Naar de laatste pagina van het menu gaan. Het geselecteerde tekstelement verwijderen. Deze knop is alleen beschikbaar als een tekstelement is geselecteerd. De eigenschappen van de geselecteerde knop bewerken. Het popupvenster Eigenschappen knop verschijnt.
7. De optie Layout in het menu Wat wilt u wijzigen? selecteren. Æ Er verschijnt een groepsvenster.
8. Selecteer de gewenste layout voor de afbeeldingen en knoppen. In de voorbeeldlayouts worden miniatuurafbeeldingen aangegeven met blauwe vlakken en knopteksten met grijze vlakken.
9. Selecteer de optie Achtergrond. Æ Het groepsvenster Eigenschappen achtergrond verschijnt.
10. Als u een effen kleurvlak als achtergrond wilt instellen: Pagina 58
Menu
1. Klik op de knop . 2. Klik in het venster Kleur op de kleurencirkel om kleur en kleurverzadiging in te stellen. 3. Verplaats de schuifknop om de helderheid aan te passen.
11. Als u een afbeelding als achtergrond wilt instellen: . 1. Klik op de knop 2. Selecteer de gewenste afbeelding in het menu Aangepaste afbeelding.
12. Als u een video als achtergrond wilt instellen: . 1. Klik op de knop 2. Selecteer de gewenste video in het menu Videobestand. De weergavetijd voor video is standaard 10 seconden. Als het videobestand langer is, wordt de weergave na 10 seconden onderbroken en steeds vanaf het begin herhaald.
13. Selecteer in de lijst Audiobestand het audiobestand dat u op de achtergrond wilt afspelen. De afspeeltijd voor audio is 20 seconden. Als het bestand langer is, wordt het afspelen na 20 seconden onderbroken en steeds vanaf het begin herhaald. Voor kortere audiobestanden wordt een stilte toegevoegd. Als het gewenste afbeeldings-, video- of audiobestand niet in de vervolgkeuzelijst staat, klikt u op de knop
om het dialoogvenster Openen te openen.
Markeer het gewenste bestand en klik op de knop Openen.
14. Selecteer de optie Knoppen. Æ Het groepsvenster Instellingen knop verschijnt.
15. Als u een thumbnail met animatie aan een knop wilt toevoegen, schakelt u het selectievakje Bewegende knoppen in.
16. Selecteer voor elke knop het gewenste kader in de lijst Knop frame.. Als u geen kader rond uw knoppen wilt, selecteert u de optie Gebruik geen kader.
17. Geef in het venster Tekst en nummering aan of de knoptekst moet worden genummerd. 18. Als de knoptekst genummerd is, selecteert u het type cijfer in het menu Cijfertype. 19. In het keuzemenu Sjabloon selecteert u welke tekst naast het nummer en/of de tekst nog meer moet worden weergegeven.
20. Als de knoptekst genummerd is en u de nummering op elke menupagina bij 1 wilt laten beginnen, schakelt u het selectievakje Nummering voor elke menupagina terugzetten in.
21. Selecteer de optie Lettertype. Æ Er verschijnt een groepsvenster.
22. Selecteer het lettertype voor de knoptekst in het grote keuzemenu. 23. Selecteer de gewenste lettertypestijl in het bovenste kleine keuzemenu. 24. Als u het keuzerondje Aangpepast bij de extra optie Berekeningsmodus lettertypehoogte hebt ingeschakeld, selecteert u in het onderste keuzemenu de gewenste lettertypegrootte. Pagina 59
Menu
25. Klik in het venster Kleur op de kleurencirkel om kleur en kleurverzadiging in te stellen. 26. Verplaats de schuifknop om de helderheid aan te passen. 27. Selecteer de optie Kop- en voettekst. Æ Het groepsvenster Menuteksten verschijnt.
28. Voer de koptekst in het betreffende veld in. 29. Voer de voettekst in het betreffende veld in. 30. Selecteer de optie Schaduw. Æ Er verschijnt een groepsvenster.
31. Als u de knoptekst een schaduweffect wilt geven: 1. 2. 3. 4.
Schakel het selectievakje Schaduw weergeven in. Verplaats de bovenste schuifknop om de gewenste kleur te selecteren. Verplaats de onderste schuifknop om de kleurintensiteit te selecteren. Met de draaischijf Lichtbron kunt u de gewenste hoek van de virtuele lichtbron ten opzichte van het voorwerp instellen. 5. Stel met de schuifknop Transparantie de gewenste transparantie van de schaduw in. 6. Stel met de schuifknop Afstand de gewenste afstand tussen het voorwerp en de schaduw in.
32. Selecteer de optie Automatisatie. Æ Er verschijnt een groepsvenster.
33. Als u een video als achtergrond hebt geselecteerd of Animatie knoppen hebt ingeschakeld, kunt u in het veld Speelduur in het venster Animatie opgeven na hoeveel seconden de animatie opnieuw begint.
34. Als u een screensaver-actie wilt instellen die na een bepaalde periode van inactiviteit moet worden geactiveerd. 1. Selecteer in het keuzemenu Actie in het venster Automatisch afspelen het menuelement dat u wilt laten uitvoeren. 2. Voer in het veld Vertraging het aantal seconden in waarna u het menu-element wilt laten uitvoeren. Standaard wordt er geen actie uitgevoerd, maar verschijnt na het plaatsen van de schijf het menu totdat een titel wordt geselecteerd.
35. Selecteer de optie Interactiekleuren. Æ Er verschijnt een groepsvenster.
36. Klik op het tabblad Markeren. 37. Klik op de kleurencirkel om de kleur en kleurintensiteit van gemarkeerde knoppen in te stellen.
38. Verplaats de schuifknop om de kleurintensiteit aan te passen. 39. Stel met de schuifknop Transparantie de transparantie van de kleur in. 40. Klik op het tabblad Activatie. Pagina 60
Menu
41. Klik op de kleurencirkel om de kleur en kleurintensiteit van geactiveerde knoppen (vlak voor het afspelen) in te stellen.
42. Verplaats de schuifknop om de kleurintensiteit aan te passen. 43. Stel met de schuifknop Transparantie de transparantie van de kleur in. 44. Als u de miniatuurafbeelding of tekst van een afzonderlijke knop wilt wijzigen: 45. Selecteer de knop. 46. Klik op de knop
.
Æ Het popupvenster Eigenschappen knop verschijnt.
Fig. 29: Het popupvenster Eigenschappen knop
47. Als u een miniatuurafbeelding uit de videotitel of diavoorstelling wilt gebruiken: . 1. Klik op de knop 2. Verplaats de schuifknop in het venster Hoofdstuk of Titel naar de gewenste miniatuurafbeelding.
48. Als u een andere afbeelding wilt gebruiken: . 1. Klik op de knop 2. Klik in het venster Aangepaste afbeelding op de gewenste afbeelding in de lijst. 3. Als de gewenste afbeelding niet in de keuzelijst voorkomt, klikt u op de knop
.
Æ Het popupvenster Openen verschijnt. 4. Markeer het gewenste bestand en klik op de knop Openen.
49. Geef in het invoerveld Tekst de tekst op voor de knop en klik op de knop OK. 50. Herhaal stap 48 tot en met 53 voor elke knop die uw wilt aanpassen. 51. As u het tevreden bent met het menu, klikt u op Volgende. Æ Het scherm Menu selecteren verschijnt.
52. Als u het aangepaste menu als menusjabloon wilt opslaan: Pagina 61
Menu
1. Klik op de knop Als sjabloon opslaan.
Æ Het venster Menusjabloon opslaan verschijnt. 2. Voer in het veld Sjabloonnaam een naam in. 3. Selecteer de optie in het keuzemenu Toevoegen aan groep. 4. Geef in het invoerveld Naam nieuwe groep de naam op voor de nieuwe menusjabloongroep en klik op de knop OK.
Æ Het aangepaste menu is nu als een menusjabloon opgeslagen.
53. Als u de vervolgactie na het afspelen van de videotitel wilt wijzigen: 1. Klik op de knop Meer.
Æ Het venster met extra opties verschijnt. 2. Selecteer de gewenste optie in het keuzemenu Na afloop van het afspelen van een titel.
54. Klik op de knop Volgende. Æ Het voorbeeldvenster wordt weergegeven (zie Een voorbeeld bekijken).
Î U hebt het menu bewerkt.
9.2
Het Smart3D-menu bewerken Met de menusjabloongroep Smart3D van Nero Vision kunt u op een eenvoudige manier startanimaties en 3D-menu's voor uw video's maken. Er moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
Er is een videokaart met 3D-versnelling aangesloten op de computer. Een Smart3D-menu is geselecteerd als menusjabloon. Het scherm Menu bewerken wordt weergegeven.
Ga als volgt te werk als u Smart3D-menu's wilt bewerken: Als zich tijdens het bewerken van Smart3D-menu's problemen voordoen, controleer dan of u de recentste versie van het videokaartstuurprogramma hebt geïnstalleerd.
1. Herhaal de stappen 1 t/m 6 onder Het menu bewerken; een Smart3D-menu als menusjabloon selecteren.
Æ Het scherm Menu bewerken wordt weergegeven.
2. Selecteer de optie Achtergrond. Æ Het groepsvenster Eigenschappen achtergrond verschijnt. Standaard bevat ieder Smart3D-menu een audiobestand dat speciaal voor die sjabloon is gecomponeerd. De optie Geen audio wordt in de keuzelijst Audiobestand weergegeven.
3. Als u het vooraf gemaakte audiobestand door een ander audiobestand wilt vervangen, selecteert u het gewenste bestand in de keuzelijst Audiobestand.
Pagina 62
Menu
om
Als het gewenste audiobestand niet in de vervolgkeuzelijst staat, klikt u op de knop het dialoogvenster Openen te openen. Markeer het gewenste bestand en klik op de knop Openen.
De afspeeltijd voor audio is 20 seconden. Als het bestand langer is, wordt het afspelen na 20 seconden onderbroken en steeds vanaf het begin herhaald. Voor kortere audiobestanden wordt een stilte toegevoegd.
4. Selecteer de optie Knoppen. Æ Het groepsvenster Instellingen knop verschijnt.
5. Als u een miniatuur op een knop wilt laten bewegen, schakelt u het selectievakje Animatie knoppen in.
6. Geef in het venster Tekst en nummering aan of de knoptekst moet worden genummerd. 7. Als de knoptekst genummerd is, selecteert u het type cijfer in het menu Cijfertype. 8. In het keuzemenu Sjabloon selecteert u welke tekst naast het nummer en/of de tekst nog meer moet worden weergegeven.
9. Selecteer de optie Kop- en voettekst. Æ Het groepsvenster Menuteksten verschijnt.
10. Voer de koptekst in het betreffende veld in. 11. Voer de voettekst in het betreffende veld in. 12. Selecteer de optie Interactiekleuren. Æ Er verschijnt een groepsvenster.
13. Klik op het tabblad Markeren. 14. Klik op de kleurencirkel om de kleur en kleurintensiteit van gemarkeerde knoppen in te stellen.
15. Verplaats de schuifknop om de kleurintensiteit aan te passen. 16. Stel met de schuifknop Transparantie de transparantie van de kleur in. 17. Klik op het tabblad Activatie. 18. Klik op de kleurencirkel om de kleur en kleurintensiteit van geactiveerde knoppen (vlak voor het afspelen) in te stellen.
19. Verplaats de schuifknop om de kleurintensiteit aan te passen 20. Stel met de schuifknop Transparantie de transparantie van de kleur in. 21. Selecteer de optie Menuovergangen. Æ Het groepsvenster Animatie menuovergangen toestaan verschijnt.
22. Schakel de selectievakjes naar wens in of uit.
Pagina 63
Menu
De volgende selectievakjes zijn beschikbaar: Wanneer het menu voor het Een animatie afspelen wanneer de dvd wordt gestart, eerst wordt geopend (menuvoordat het menu voor het eerst wordt geopend. intro) Bij overschakelen van titelmenu naar hoofdstukmenu Bij overschakelen van hoofdstukmenu naar titelmenu Bij bladeren door de menupagina's
Er wordt een animatie afgespeeld bij het overschakelen van het hoofdmenu naar het hoofdstukmenu van een video. Deze overgang verschijnt alleen als u voor de video hoofdstukmarkeringen hebt ingesteld. Een animatie afspelen bij het overschakelen van het hoofdstukmenu naar het hoofdmenu. Een animatie afspelen bij het bladeren naar een andere pagina in het menu.
Bij overschakelen van menu Een animatie afspelen als overgang tussen een menu en het begin van de video zelf. naar titel Een animatie afspelen als overgang wanneer het Bij terugkeer naar het menu menu opnieuw wordt geopend na het afspelen van een na afspelen van een titel titel.
23. Klik op de knop Volgende. Æ Het voorbeeldvenster wordt weergegeven (zie Een voorbeeld bekijken).
Î U hebt een Smart3D-menu aangepast.
Pagina 64
Een voorbeeld bekijken
10
Een voorbeeld bekijken In het voorbeeldvenster kunt u een schijf afspelen voordat u de schijf daadwerkelijk gaat branden. Met de cursor of de afstandsbediening kunt u testen hoe een schijf wordt weergegeven als deze op een compatibele speler wordt afgespeeld. In het menu kunt u alle knoppen op de normale manier gebruiken zodat u uw werk goed kunt beoordelen.
Fig. 30: Het voorbeeldvenster
Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Het scherm Voorproef wordt weergegeven.
Volg onderstaande stappen om een voorbeeld van een project te bekijken:
1. Klik op de knoppen van de virtuele afstandsbediening om de gewenste acties uit te voeren. De volgende knoppen zijn in het voorbeeldvenster beschikbaar: Markering naar boven verplaatsen.
Markering naar rechts verplaatsen.
Markering naar beneden verplaatsen.
Markering naar links verplaatsen.
Markering bevestigen en gemarkeerd element starten.
Pagina 65
Een voorbeeld bekijken
Titelmenu weergeven. Laatst gebruikte menu weergeven. Geselecteerde mediatitel afspelen. Afspelen beëindigen. Naar vorige hoofdstuk terugkeren. Naar volgende hoofdstuk gaan.
Æ Als het mernu geanimeerde elementen bevat, wordt de knop Voorproef menuanimatie weergegeven. 1. Klik op de knop Voorproef menuanimatie.
Æ Het scherm Voorproef menuanimatie verschijnt. Terwijl de menuanimatie wordt gegenereerd, wordt de status weergegeven in de voortgangsbalk. 2. Klik op de knop Sluiten.
2. Als u tevreden bent met de voorproef, klikt u op de knop Volgende. Æ Het scherm Brandopties wordt weergegeven (zie Een schijf branden).
Î U hebt een voorproef bekeken.
Pagina 66
Een schijf branden
11
Een schijf branden De opties in het menu Stel de parameters voor branden in variëren afhankelijk van het soort project waaraan u hebt gewerkt en de op het systeem aangesloten recorder. In een projectbestand (*.nvc) worden de projectgegevens opgeslagen (informatie over bestandspaden en de lay-out) nadat u aan het project bent begonnen. Dat betekent dat u uw werk op ieder gewenst moment kunt onderbreken en op een later moment verder kunt gaan. U kunt de inhoud van een projectbestand alleen met Nero Vision bekijken. Een opgeslagen compilatie is aanzienlijk minder groot dan een schijfimage. Een schijfimage (imagebestand) is een exacte kopie van de projectgegevens die u wilt branden. U kunt een voltooide schijfimage op ieder gewenst moment zo vaak u wilt branden, maar voor een schijfimage is net zo veel ruimte nodig op de harde schijf als voor de compilatie die u wilt branden. Sommige projecten kunt u niet alleen branden maar ook vastleggen in mappen op de harde schijf, op voorwaarde dat daarvoor voldoende ruimte is. U kunt de bestanden in de mappen vervolgens openen met Nero ShowTime en ze afspelen zoals u een normale schijf afspeelt. Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Het scherm Brandopties wordt weergegeven.
Fig. 31: Het scherm Brandopties
Ga als volgt te werk als u een project wilt branden of als schijfimage of in een map op de harde schijf wilt vastleggen:
1. Als u het project naar een schijf wilt branden: 1. Plaats een beschrijfbare schijf in de gewenste recorder. 2. Selecteer de optie Branden naar... en de gewenste recorder.
Pagina 67
Een schijf branden
2. Als u het project als schijfimage wilt branden, selecteert u de optie Branden naar > Image Recorder.
3. Als u het project naar een map op de harde schijf wilt schrijven: 1. Selecteer de optie Naar map harde schijf schrijven.
Æ Er verschijnt een dialoogvenster. 2. Klik in de mappenstructuur op de map waarin de bestanden zijn opgeslagen en klik op de knop OK.
4. Selecteer de optie Volumenaam. Æ Er verschijnt een invoervenster.
5. Voer de gewenste naam voor de schijf in. Tekens die niet zijn toegestaan in de schijfnaam worden automatisch geconverteerd naar underscores (_).
6. Als u naar een schijf brandt: 1. Selecteer de optie Instellingen opname.
Æ Het venster Instellingen voor opname verschijnt. 2. Selecteer in het keuzemenu Snelheid de gewenste snelheid die de recorder voor het branden van de schijf moet gebruiken. 3. Als u een snelheidstest wilt uitvoeren, schakelt u het selectievakje Maximale snelheid vaststellen in.
Î Voordat het brandproces begint, controleert het programma of de recorder de sessie wel met de geselecteerde snelheid kan branden. Het programma controleert ook of alle geselecteerde bestanden beschikbaar zijn. 4. Als u de schijf bij een positieve uitslag wilt branden, schakelt u het selectievakje Schrijven in. Aan de hand van het boektype kunnen dvd-spelers het type en het compatibiliteitsniveau van de geplaatste dvd vaststellen. Bij sommige dvd-recorders kan Nero de boektypeinstelling wijzigen als een dvd wordt gebrand. Het keuzemenu wordt alleen weergegeven voor ondersteunde recorders. 5. Als u het boektype van een dvd wilt wijzigen, selecteert u de gewenste optie in het keuzemenu Boektype. De volgende opties zijn in het keuzemenu beschikbaar: Automatisch DVD-ROM Fysieke schijftype Huidige recorder-instelling
Automatisch het meest geschikte boektype voor deze schijf instellen. Het boektype instellen op DVD-ROM. Het boektype dat op de dvd is vastgelegd onveranderd laten. De boektype-instelling van de recorder toepassen.
Pagina 68
Een schijf branden
6. Als u het project direct naar de schijf wilt branden, zonder de schijfstructuur tijdelijk op de harde schijf op te slaan, schakelt u het selectievakje Burn-at-once in.
7. Als u een schijf of een schijfimage wilt branden, klikt u op de knop Branden. Als u naar een map op de harde schijf wilt schrijven, klikt u op de knop Schrijven.
Æ Als u de optie Branden naar... > Image Recorder hebt geselecteerd, verschijnt een dialoogvenster. 1. Selecteer in het keuzemenu de gewenste map. 2. Geef in het invoervak Bestandsnaam de gewenste bestandsnaam op en klik op de knop Opslaan.
Æ Het scherm Branden verschijnt. Uw projectbestanden worden geconverteerd naar de juiste indeling en vervolgens naar een schijf gebrand of als schijfimage of map naar de harde schijf geschreven, afhankelijk van uw keuze.
8. Als u de prioriteit van het vastlegproces wilt wijzigen, selecteert u de gewenste optie in het keuzemenu Prioriteit. Met de prioriteit bepaalt u de hoeveelheid computervermogen die aan het proces wordt toegewezen. Normaal gesproken wijzigt u deze instelling niet.
9. Als u wilt dat de computer na het succesvol branden van een schijf wordt uitgeschakeld, schakelt u het selectievakje Computer afsluiten na voltooiing in.
Æ Zodra het brandproces is voltooid, verschijnt een bevestigingsvenster.
10. Als u geen logbestand voor het brandproces wilt opslaan, klikt u op de knop Nee. Als u wel een logbestand wilt opslaan: 1. Klik op de knop Ja.
Æ Er verschijnt een dialoogvenster. 2. Selecteer in het keuzemenu de gewenste map. 3. Geef in het invoervak Bestandsnaam de gewenste bestandsnaam op en klik op de knop Opslaan.
Æ Het scherm met het menu Wat wilt u doen? verschijnt. U kunt het project opnieuw branden, het project opslaan, een nieuw project starten, covers en labels maken of Nero ShowTime starten.
Î U hebt een schijf gebrand of een schijfimage of naar een map op de harde schijf geschreven.
Pagina 69
Projectbeheer
12
Projectbeheer
12.1 Een project opslaan Als u met een project bent begonnen en een lay-out hebt gemaakt, wilt u wellicht het werk onderbreken en op een later tijdstip verder gaan. Nadat u aan een project bent begonnen, worden de projectgegevens (informatie over bestandspaden en de lay-out) in een projectbestand (*.nvc) opgeslagen. Dat betekent dat u uw werk op ieder gewenst moment kunt onderbreken en op een later moment verder kunt gaan. U kunt de inhoud van een projectbestand alleen met Nero Vision bekijken. Een schijfimage (imagebestand) is een exacte kopie van de projectgegevens die u wilt branden. U kunt een voltooide schijfimage op ieder gewenst moment zo vaak u wilt branden, maar bedenk wel dat voor een schijfimage net zo veel ruimte nodig op de harde schijf is als voor de compilatie die u wilt branden. Sommige projecten kunt u niet alleen branden maar ook vastleggen in mappen op de harde schijf, op voorwaarde dat daarvoor voldoende ruimte is. U kunt de bestanden in de mappen vervolgens openen met Nero ShowTime en ze afspelen zoals u een normale schijf afspeelt. Ga als volgt te werk als u een project wilt opslaan:
1. Klik op de knop Opslaan. Æ Het venster Opslaan als verschijnt.
2. Geef in het invoervak Bestandsnaam de gewenste bestandsnaam op en klik op de knop Opslaan.
Î U hebt het project opgeslagen en u kunt het project op een later tijdstip openen om er verder aan te werken of om het naar een schijf te branden.
12.2 Een project openen Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Het scherm Start wordt weergegeven.
Ga als volgt te werk als u een project wilt openen:
1. Selecteer in het scherm Start de optie Opgeslagen project of schijfimage openen. Æ Het popupvenster Openen verschijnt.
2. Selecteer in het keuzemenu Bestandstype de optie Nero Vision Projects (*.nvc). 3. Markeer het projectbestand van het gewenste videoproject en klik op de knop Openen. Æ Het scherm Inhoud wordt weergegeven zie Een schijfproject maken).
Î U hebt een bestaand project geopend en kunt nu verder werken aan het project of het project branden.
Pagina 70
Projectbeheer
12.3 Een schijfimage openen Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
Het scherm Start wordt weergegeven.
Volg onderstaande stappen om een schijfimage te openen:
1. Selecteer in het scherm Start de optie Opgeslagen project of schijfimage openen. Æ Het popupvenster Openen verschijnt.
2. Selecteer in het keuzemenu Bestandstype de optie Nero Image Files (*.nrg). 3. Markeer de schijfimage en klik op de knop Openen. Æ Het scherm Brandopties wordt weergegeven (zie Een schijf branden).
Î U hebt een schijfimage geopend en kan deze nu naar een schijf branden.
Pagina 71
Bewerkbare dvd's
13
Bewerkbare dvd's
13.1 DVD-VR/DVD-VFR (videomodus)/DVD+VR Nero Vision Essentials SE biedt geen ondersteuning voor bewerkbare schijven als DVDVR/DVD-VFR (videomodus)/DVD+VR. Als uw computer is uitgerust met een DVD-RW/DVD+RW-recorder en u gebruikt een DVDRW- of DVD+RW-schijf, dan kunt u met Nero Vision de volgende bewerkbare dvd's maken: DVD-VR, DVD-VFR (videomodus) en DVD+VR. Het voordeel van schijven met deze indeling boven DVD-Video is dat de inhoud later aangepast kan worden. Zo kunt u bijvoorbeeld films bewerken, nieuwe scènes toevoegen, ongewenste scènes verwijderen of de schijf overschrijven. De schijfindelingen dvd-vfr (videomodus) en dvd+vr zijn nadat ze zijn gefinaliseerd compatibel met dvd-video en schijven met deze indelingen kunnen op bijna alle losse dvdspelers worden afgespeeld. Hoewel de indeling dvd-vr, die beschikbaar is voor dvd-rw- en dvd-RAM-schijven, alleen kan worden afgespeeld op specifieke vr-compatibele recorders, is het voordeel van deze indeling dat deze speciaal is ontwikkeld om direct naar een schijf vast te leggen. Een overzicht van de indelingen die door de verschillende schijftypen worden ondersteund vindt u in Compatibiliteitsoverzicht voor schijfindelingen en schijven .
13.2 Een bewerkbare dvd met video's maken Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
De recorder ondersteunt het branden van bewerkbare schijven.
Volg onderstaande stappen om een bewerkbare dvd met video's te maken:
1. Selecteer in het scherm Start de optie DVD maken... > Bewerkbare DVD. Æ Het scherm Inhoud wordt weergegeven.
2. Herhaal de stappen onder Een schijfproject maken. Omdat de specificaties voor dvd-vr, dvd-vfr (videomodus) en dvd+vr verschillen, kan ook het bewerken van titels en films voor deze indelingen op bepaalde punten verschillen. In principe is het proces echter identiek aan het proces dat is beschreven onder Een schijfproject maken.
Î U hebt een bewerkbare dvd met video gemaakt.
Pagina 72
Bewerkbare dvd's
13.3 Rechtstreeks vanaf een vastlegapparaat een bewerkbare dvd maken Als u een bewerkbare dvd maakt vanaf een vastlegapparaat, worden de gegevens (zoals cameraopnamen) rechtstreeks naar de schijf overgezet, dus zonder buffering. Er moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
Er is een vastlegapparaat geïnstalleerd en aangesloten op de computer. Er zijn geen procesgerichte toepassingen actief. Er draaien geen toepassingen in schermvullende modus. Het werkstation wordt op geen enkel moment tijdens het vastlegproces geblokkeerd.
Volg onderstaande stappen om rechtstreeks een bewerkbare dvd te maken via een vastlegapparaat:
1. Plaats een herbeschrijfbare schijf in de dvd-recorder. 2. Gebruik de bijbehorende kabels om een digitaal of analoog vastlegapparaat op de computer aan te sluiten en zet het apparaat aan. Als u een vastlegapparaat voor digitale of analoge video wilt installeren, moet er een opnamekaart die aan de vereisten van de fabrikant voldoet in de computer zijn geïnstalleerd.
3. Start Nero Vision (zie Het programma starten). 4. Selecteer in het scherm Start de optie Direct op schijf opnemen. Als er meerdere recorders zijn geïnstalleerd op uw computer, selecteert u in het keuzemenu het apparaat waarin de herbeschrijfbare schijf is geplaatst.
Æ Het scherm Video vastleggen wordt weergegeven.
5. Herhaal de stappen onder Een tv-kaart instellen. Î U hebt rechtstreeks een bewerkbare dvd gemaakt via een vastlegapparaat.
Pagina 73
Geavanceerde opties
14
Geavanceerde opties
14.1 Een herbeschrijfbare schijf wissen Volg onderstaande stappen om een herbeschrijfbare schijf te wissen:
1. Selecteer Schijf-tools > Schijf wissen in het openingsscherm. Æ Het popupvenster Herschrijfbare schijf wissen verschijnt.
Fig. 32: Het popupvenster Herbeschrijfbare schijf wissen
2. Selecteer in het bovenste keuzemenu de recorder waarin de schijf is geplaatst. 3. Als u de schijf snel wilt wissen, selecteert u in het onderste keuzemenu de optie Snel wissen herschrijfbare schijf. Als u alle gegevens op de schijf fysiek wilt wissen, selecteert u in het onderste keuzemenu de optie Herschrijfbare schijf volledig wissen. Bij het snelle wisproces worden de gegevens op de schijf niet fysiek gewist, maar slechts ontoegankelijk gemaakt. De gegevens kunnen ook worden teruggezet. Het kan enige tijd duren voordat een herbeschrijfbare schijf volledig is gewist.
4. Kik op de knop Wissen. Î U hebt een herbeschrijfbare schijf gewist.
14.2 Schijfinfo weergeven Ga als volgt te werk als u informatie over de geplaatste schijf wilt weergeven:
1. Select Schijf-tools > Schijfinfo in het openingsscherm. Æ Het popupvenster Schijfinfo verschijnt.
Pagina 74
Geavanceerde opties
Fig. 33: Het popupvenster Schijfinfo
2. Selecteer in het keuzemenu de recorder waarin de schijf is geplaatst. Î U hebt informatie over de geplaatste schijf weergegeven.
14.3 Een dvd finaliseren Ga als volgt te werk als u een dvd-vr/-vfr (videomodus)/+vr/+r of dvd+rw-schijf met video's wilt finaliseren:
1. Select Schijf-tools > Schijf finaliseren in het openingsscherm. Æ Het scherm Schijf finaliseren wordt weergegeven.
2. Plaats de schijf die u wilt finaliseren in het station en selecteer het station in het menu Recorder selecteren.
Klik op de knop Bijwerken om informatie over de geplaatste schijf weer te geven.
3. Gebruik het menu Menu's voor deze schijf maken om aan te geven of u een menu voor de schijf wilt maken, het bestaande menu wilt behouden of geen menu wilt maken.
4. Klik op de knop Start. Î U hebt een dvd gefinaliseerd.
14.4 Hoesjes en labels maken Volg onderstaande stappen om covers en labels te maken:
1. Klik op de knop Meer. Æ Het venster met extra opties verschijnt.
Pagina 75
Geavanceerde opties
2. Klik op de knop Covers en labels maken. Î Nero CoverDesigner wordt geopend.
Nero CoverDesigner is een toepassing in de Nero 7 suite en het programma wordt automatisch geïnstalleerd als u Nero 7 installeert. Met Nero CoverDesigner kunt u labels en boekjes maken en branden voor de cd's/dvd's die u hebt gebrand. Raadpleeg de handleiding van Nero CoverDesigner voor meer informatie over het maken van professionele hoesjes en labels.
Pagina 76
Configuratie
15
Configuratie
15.1 De configuratie openen Volg onderstaande stappen om de configuratie te openen:
1. Klik op de knop Meer. Æ Het venster met extra opties verschijnt.
2. Klik op de knop Configureren. Æ Het scherm Instellingen toepassing verschijnt.
Î U hebt de configuratie geopend en kunt nu wijzigingen aanbrengen.
Fig. 34: Het scherm Instellingen toepassing
15.2 Configuratie Het scherm Instellingen toepassen bevat de tabs Algemeen, Mappen en Berichten. U kunt Nero Vision geheel naar wens aanpassen.
15.2.1 Tabblad Algemeen Dialoogvenster Format van opgeslagen mediabestanden Keuzemenu Afbeeldingen
Hier geeft u de grafische indeling op waarin Nero Vision snapshots van video's en mediabestanden opslaat die afkomstig zijn van externe apparaten. De optie .png (Portable Network Graphics) is standaard geselecteerd.
Pagina 77
Configuratie
Dialoogvenster Opties Uitgebreid: wanneer u de muisaanwijzer op een besturingselement plaatst, wordt de functie ervan weergegeven met een uitgebreide uitleg. Deze optie is standaard geselecteerd. Keuzemenu Knopinfo weergeven
Kort: wanneer u de muisaanwijzer op een besturingselement plaatst, wordt de functie ervan weergegeven. Geen: er wordt geen informatie weergegeven wanneer de muisaanwijzer op een besturingselement wordt geplaatst.
Selectievakje Nooit zwarte thumbnails voor onderdelen tonen
In het inhoudvenster worden geen zwarte thumbnails weergegeven. In plaats daarvan wordt de eerste nietzwarte thumbnail gezocht en weergegeven. Deze functie kan de toepassing trager maken. Het selectievakje is standaard ingeschakeld. Alle ondersteunde recorderindelingen worden voor de image-recorder ingeschakeld.
Selectievakje Schakel alle ondersteunde recorder-formats in voor de image-recorder
Voor sommige schijfindelingen is een specifieke recorder nodig. Met deze instelling kan de imagerecorder alle soorten schijven maken en niet alleen de schijven die door de geïnstalleerde recorder worden ondersteund. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld.
15.2.2 Tabblad Mappen Dialoogvenster Directories
Invoerveld Tijdelijke bestanden
Invoerveld Opgeslagen afbeeldingsbestanden
Invoerveld Geïmporteerde videobestanden Knop ...
Hier kunt u de map opgeven waarin de tijdelijke bestanden moeten worden opgeslagen. De map moet zich op een schijf bevinden die veel vrije ruimte heeft. Standaard wordt de map Temp van de aangemelde gebruiker geselecteerd. Hier kunt u de map opgeven waarin geïmporteerde afbeeldingsbestanden en snapshots van video's moeten worden opgeslagen. Standaard wordt de map Mijn afbeeldingen van de aangemelde gebruiker geselecteerd. Hier kunt u de map opgeven waarin geïmporteerde videobestanden moeten worden opgeslagen. Standaard is dat de submap NeroVision onder Mijn documenten van de aangemelde gebruiker. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u de gewenste map kunt selecteren.
Pagina 78
Configuratie
15.2.3 Tabblad Berichten Bepaal of voor de geselecteerde actie wel of niet een bericht moet worden weergegeven. Wanneer u rechts klikt op een optie, verschijnt een contextmenu met de volgende keuzemogelijkheden: Keuzelijst
Doorgaan: de actie uitvoeren zonder een bericht weer te geven. Vragen: vragen of de actie wel of niet moety worden uitgevoerd. Nee: de actie annuleren zonder te vragen.
Knop Berichten uitschakelen Knop Standaardwaarden
Alle berichten instellen op Doorgaan. Berichten over alternatieve opties worden wel weergegeven. De instellingen voor alle berichten op de standaardwaarden terugzetten.
15.3 Video-opties weergeven Volg onderstaande stappen om de video-opties weer te geven:
1. Klik op de knop Meer. Æ Het venster met extra opties verschijnt.
2. Als het scherm Start wordt weergegeven, klikt u op de knop Standaard video-opties. Als een ander scherm wordt weergegeven, klikt u op de knop Video-opties.
Æ Het scherm Standaard video-opties verschijnt.
Î U hebt de video-opties geopend en kunt nu wijzigingen aanbrengen.
15.4 Video-opties Nadat u een schijfindeling hebt geselecteerd, worden alleen de tabs Algemeen en de tab van de geselecteerde schijfindeling weergegeven. Hier kunt u de video-opties naar wens instellen. Als u geen schijfindeling hebt geselecteerd, worden de tabs voor alle ondersteunde indelingen weergegeven. Voor de indeling Nero Digital™ wordt het scherm Nero Digital™-codering configureren weergegeven.
Pagina 79
Configuratie
15.4.1 Tabblad Algemeen Dialoogvenster Videomodus Hier kunt u de videomodus ofwel het systeem voor kleuroverdracht instellen. Dit zorgt ervoor dat video's op de bestaande afspeelapparaten kunnen worden weergegeven.
Hoofdmenu
PAL: videomodus PAL (Phase Alternating Line); wordt in Europa gebruikt, maar ook in Australië, ZuidAmerika en veel landen in Afrika en Azië. NTSC: videomodus NTSC (National Television System Committee); wordt in grote delen van Amerika en enkele Oost-Aziatische landen gebruikt. Als u niet zeker weet welke videomodus in uw land wordt gebruikt, selecteert u uw land in de keuzelijst. Nero Vision stelt automatisch de juiste videomodus in.
Dialoogvenster Nero SmartEncoding Deactiveren: SmartEncoding deactiveren. Video- en audiomateriaal dat al compatibel is met de doelindeling wordt toch gehercodeerd.
Hoofdmenu
Automatisch: automatisch bepalen of video- en audiomateriaal wordt gehercodeerd. Nero Vision controleert onder andere hoeveel ruimte beschikbaar is voor het project en bepaalt dan welke compatibele segmenten worden gehercodeerd. Deze optie is standaard geselecteerd. Activeren: SmartEncoding activeren. Video- en audiomateriaal dat compatibel is met de doelindeling wordt niet gehercodeerd. Dit bespaart veel tijd bij grote projecten, zodat het proces veel sneller verloopt.
15.4.2 Tabblad Schijfindeling Dialoogvenster Aspectverhouding Keuzerondje 4:3
Aspectverhouding van 4 tot 3.
Keuzerondje 16:9
Aspectverhouding van 16 tot 9.
Keuzerondje Automatisch
De beeldverhouding wordt voor elke titel automatisch ingesteld op basis van het oorspronkelijke materiaal. Dit keuzerondje is standaard ingeschakeld.
Pagina 80
Configuratie
Dialoogvenster Kwaliteit transcoderen Automatisch (aanpassen aan schijf): de best mogelijke codeerkwaliteit ten opzichte van de beschikbare opslagcapaciteit wordt gebruikt. Instellingen voor bitsnelheid en resolutie zijn niet beschikbaar. Deze optie is standaard geselecteerd. Keuzemenu Instellingen kwaliteit
Hoge kwaliteit, Standaard afspelen, Standaard afspelen plus, Long play, Extended play, Super long play: het respectieve kwaliteitsprofiel met bijbehorende bitsnelheid en resolutie wordt ingesteld. Aangepast: de gebruiker kan zelf de instellingen aanpassen. Handmatige instelling van bitsnelheid en resolutie is alleen beschikbaar voor deze optie. Let op: deze instelling is alleen voor ervaren gebruikers. Progressief: weergave volgens de progressieve scanmethode, waarbij de volledige afbeelding voor beeldopbouw wordt gebruikt.
Keuzemenu Sample-indeling
Geïnterlinieerd (bovenste veld eerst): interliniëring wordt toegepast waarbij het beeld uit twee afzonderlijke velden wordt opgebouwd en het bovenste veld wordt het eerst verzonden. Gedeïnterlinieerd (onderste veld eerst): deïnterliniëring wordt toegepast waarbij het beeld uit twee afzonderlijke velden wordt opgebouwd en het onderste veld wordt het eerst verzonden. Automatisch: het bestand wordt gecodeerd in de sample-indeling van het originele bestand. Deze optie is standaard geselecteerd.
Invoerveld Bitsnelheid
De bitsnelheid instellen. De bitsnelheid is van invloed op de kwaliteit van de video. Het veld wordt alleen geactiveerd als de optie Aangepast is geselecteerd in het keuzemenu Instellingen kwaliteit.
Keuzemenu Resolutie
De resolutie selecteren uit een lijst met resoluties die beschikbaar zijn voor het betreffende schijftype. Dit keuzemenu wordt alleen geactiveerd als de optie Aangepast is geselecteerd in het keuzemenu Instellingen kwaliteit. Snel coderen (1-pass): de video wordt zeer snel gecodeerd. Het coderen gaat sneller, maar de kwaliteit is minder goed.
Keuzemenu Codeermodus
Hoge kwaliteit (2-pass VBR): de video wordt met wisselende gegevenssnelheden gecodeerd. Het coderen duurt langer, maar de kwaliteit is beter. VBR staat voor 'Variable Bit Rate', wat inhoudt dat afzonderlijke delen van een video met verschillende, toepasselijke gegevenssnelheden worden gecodeerd: scènes met veel beweging worden gecodeerd met een hogere bitsnelheid dan scènes met minder beweging.
Pagina 81
Configuratie
Dialoogvenster Indelingen Weergaveveld Video-format
Hier wordt de gebruikte video-indeling weergegeven. De audio-indeling instellen. Het keuzemenu is niet beschikbaar voor Super Video CD. Automatisch: de beste audio-indeling wordt automatisch ingesteld.
Keuzemenu Audio-format
Dolby Digital (AC-3) 5.1: audiogegevens worden gecodeerd volgens Dolby Digital met 6-kanaals surround sound. (5.1 betekent: 5 kanalen met volledig frequentiebereik en 1 baskanaal.) Dolby Digital (AC-3) 2.0: audiogegevens worden gecodeerd volgens Dolby Digital Stereo. Stereo: audio wordt gecodeerd volgens MPEG-1 (layer 2). Deze optie is alleen beschikbaar voor videomodus PAL. LPCM: audio wordt gecodeerd volgens LPCM. Deze optie is alleen beschikbaar voor videomodus NTSC.
15.4.3 Nero Digital™ Encoder configureren Hier geeft u de profielcategorie op. Vervolgkeuzelijst Profielcategorie
Nadat u een categorie en een profiel hebt geselecteerd, worden alleen de bijbehorende opties in de keuzemenu's weergegeven. Hier geeft u het profiel op.
Vervolgkeuzelijst Profiel
Vervolgkeuzelijst Hoogte-breedteverhouding
Nadat u een categorie en een profiel hebt geselecteerd, worden alleen de bijbehorende opties in de keuzemenu's weergegeven. Hier geeft u de beeldverhouding op.
Vervolgkeuzelijst Hier geeft u het maximum aantal beelden per Vernieuwingssnelheid beeld seconden op. Hier geeft u de grootte op van het doelbestand. Vervolgkeuzelijst Doelgrootte
Het menu Resolutie
Als de parameter Aangepaste installatie is geselecteerd, kunt u de gewenste waarde in het tekstveld daaronder opgeven. Selecteer de gewenste resolutie uit de lijst met beschikbare resoluties in Nero Digital™. Hier geeft u de audio-indeling op. Stereo: audio wordt gecodeerd in MPEG-1 (laag 2).
Het gebied Nero Digital-audio 5.1-kanaals surround: de audiogegevens worden in de indeling Dolby Digital in 6-kanaals surround-geluid gecodeerd. (5.1 houdt in: vijf kanalen met het volledige frequentiebereik en één kanaal voor de lage tonen.)
Pagina 82
Configuratie
Snel coderen (1-pass): de video wordt zeer snel gecodeerd. Het coderen gebeurt snel, maar de kwaliteit lijdt daaronder.
Het menu Codeermethode.
Hoge kwaliteit (2-pass VBR): de video wordt in twee fasen met een variabel gegevensbereik gecodeerd. Het coderen duurt langer, maar de kwaliteit is beter. VBR is de afkorting van Variable Bit Rate (variabele bitsnelheid) en dat houdt in dat verschillende delen van een video afzonderlijk worden gecodeerd met de meest geschikte bitsnelheid voor ieder afzonderlijk deel van de video: scènes met veel beweging worden met een hogere bitsnelheid gecodeerd dan scènes met minder beweging.
Pagina 83
Lijst met afbeeldingen
16
Lijst met afbeeldingen
Fig. 1: Nero StartSmart.....................................................................................................................................14 Fig. 2: Het openingsscherm ...........................................................................................................................15 Fig. 3: Het scherm Inhoud ...............................................................................................................................16 Fig. 4: Het scherm Inhoud – menu Wat wilt u doen? ....................................................................................16 Fig. 5: Het scherm Brandopties ......................................................................................................................17 Fig. 6: De wizard Tv – Analoge tv-kanalen zoeken .......................................................................................23 Fig. 7: De wizard Tv – Tv-kanalen bewerken.................................................................................................24 Fig. 8: De wizard Tv – Tv-kanaalgroepen beheren .......................................................................................25 Fig. 9: De wizard Tv – Tv-kanalen in groepen..................................................................................................25 Fig. 10: Het scherm Video vastleggen ...........................................................................................................26 Fig. 11: Het scherm Eigenschappen video-apparaat....................................................................................28 Fig. 12: Het scherm Eigenschappen audio-apparaat ...................................................................................29 Fig. 13: Het scherm Inhoud – optie Videobestanden toevoegen .................................................................31 Fig. 14: Het popupvenster Openen..................................................................................................................32 Fig. 15: Het scherm Film..................................................................................................................................35 Fig. 16: Het tabblad Storyboard......................................................................................................................37 Fig. 17: Het tabblad Tijdbalk ...........................................................................................................................37 Fig. 18: Het tabblad Video-effecten ................................................................................................................38 Fig. 19: Het tabblad Teksteffecten..................................................................................................................39 Fig. 20: Het scherm Eigenschappen ..............................................................................................................39 Fig. 21: Het tabblad Overgangen ....................................................................................................................41 Fig. 22: Het scherm Hoofdstukken aanmaken ..............................................................................................44 Fig. 23: Het pop-upvenster Hoofdstukdetectie ..............................................................................................45 Fig. 24: Het scherm Video exporteren............................................................................................................47 Fig. 25: Het scherm Diavoorstelling ...............................................................................................................49 Fig. 26: Het scherm Diavoorstelling – voltooid...............................................................................................54 Fig. 27: Het scherm Menu selecteren.............................................................................................................56 Fig. 28: Het scherm Menu bewerken ..............................................................................................................58 Fig. 29: Het popupvenster Eigenschappen knop...........................................................................................61 Fig. 30: Het voorbeeldvenster........................................................................................................................65 Fig. 31: Het scherm Brandopties ....................................................................................................................67 Fig. 32: Het popupvenster Herbeschrijfbare schijf wissen...........................................................................74 Fig. 33: Het popupvenster Schijfinfo...............................................................................................................75 Fig. 34: Het scherm Instellingen toepassing .................................................................................................77
Pagina 84
Woordenlijst
17
Woordenlijst Vastlegkaart Dit is een kaart die in de computer wordt geplaatst en die met een kabel op het DV- of analoge vastlegapparaat wordt aangesloten. Via de kaart wordt video vanaf het apparaat op de harde schijf vastgelegd.
Vastleggen Via dit proces kunt u video vanaf een DV-camera of een DV- of analoog vastlegapparaat naar de computer overbrengen.
AVI Een acroniem voor 'Audio Video Interleave'. Een standaard container-bestandsindeling van Microsoft®.
Bitsnelheid De hoeveelheid gegevens, uitgedrukt in bits, die in een bepaalde tijd wordt verwerkt.
Buffer-underrun Buffer-underruns treden op wanneer de gegevensstroom naar de interne buffer van de recorder wordt onderbroken. De oorzaak ligt bij de software of de hardware zelf. Tijdens het opnemen worden voortdurend gegevens naar de buffer van de recorder gestuurd, om de stroom gegevens tijdens het opnemen constant te houden. Wanneer die constante stroom door iets wordt onderbroken, kan dat leiden tot een buffer-underrun en is de schijf niet langer bruikbaar.
CD-R Compact Disc-Recordable. Beschrijfbare cd.
CD-RW Compact Disc-ReWritable. Een schijf die meer dan één keer beschreven kan worden.
Codec Compressor/decompressor. Een codec is een methode waarmee gegevens digitaal worden gecodeerd voor opname of opslaan op schijf en vervolgens worden gedecodeerd voor afspelen.
Container-bestandsindeling Een container-bestandsindeling is een bestandsindeling waarin andere bestandsindelingen worden opgeslagen met gegevensstromen voor zowel video als audio. Een MP4-container, i.e. een bestand met de extensie .mp4, kan bijvoorbeeld bestaan uit videostromen in de video-indeling MPEG-4 AVC en audiostromen in de audio-indeling MEPG-4 HE-AAC die alle gecodeerd zijn met Nero Digital™. Deze en andere container-bestandsindelingen kunnen ook nog andere gegevens bevatten, zoals ondertitels, menu's of extra soundtracks.
Disc-at-once Methode waarbij de laser in de recorder in één sessie, onafgebroken brandt, zonder dat deze tussen de tracks uit- en weer ingeschakeld wordt. Deze methode is vooral geschikt voor het opnemen van audio-cd's die u thuis of in de auto wilt afspelen. Pagina 85
Woordenlijst
Schijfimage Een afzonderlijk bestand op de harde schijf dat een kopie bevat van een complete schijf. Maak een schijfimage wanneer tijdens het brandproces problemen optreden of als er geen recorder is aangesloten op de computer. Voor een schijfimage hebt u voldoende vrije ruimte op de harde schijf nodig.
DV Een acroniem voor 'Digital Video'. Deze overkoepelende term staat voor indelingen voor het kopiëren en opslaan van video- en audiogegevens die bedoeld zijn voor DV-producten als videocamera's. De term verwijst ook naar een video die is opgenomen met een digitale camera, vaak via FireWire®.
Dvd Acroniem voor 'Digital Versatile Disc'. De dvd is een optische schijf en de opvolger van de cd. Een dvd is, net als een cd, een ronde plastic schijf met een diameter van 12 cm, maar kan meer gegevens bevatten. Een dvd kan aan elke zijde in twee lagen worden beschreven. De standaardversie DVD-5 heeft 4,38 GB bruikbare schijfruimte; op dubbelzijdige dvd's met twee lagen kan tot 18 GB worden opgeslagen. Voor zowel de schijf als de schijfindeling wordt vaak de term dvd gebruikt. De schijf is het fysieke volume, bijvoorbeeld een DVD+RW, een herbeschrijfbare dvd. Een dvd kan multimedia-inhoud bevatten met een specifieke indeling, zoals DVD+VR, die ook bepaalt welke functies beschikbaar zijn, zoals ondertiteling. De gebruikte videocodec is MPEG-2.
DVD-R De dvd is oorspronkelijk ontworpen voor films en spellen. Tegenwoordig kunt u zelf gegevens en thuisvideo's naar een DVD-R branden, die op alle dvd-rom-stations kan worden afgespeeld. Het voordeel is dat deze schijf veel meer gegevens kan bevatten dan een CD-R/-RW. U kunt een DVD-R één keer beschrijven en de schijf is compatibel met de meeste dvd-rom-stations en dvd-spelers.
Dvd-rw Een acroniem voor 'DVD ReWriteable'. Deze schijf, die is ontwikkeld door het DVD Forum, is herbeschrijfbaar en heeft dezelfde eigenschappen als een DVD-R. Een DVD-RW kan echter maar door een beperkt aantal dvd-rom- en dvd-spelers worden gelezen. Zie de handleiding voor een compatibiteitsoverzicht.
Dvd+rw Een acroniem voor 'DVD ReWriteable'. Deze herbeschrijfbare schijf is ontwikkeld door de DVD+RW Alliance. De DVD+RW is volledig compatibel met bestaande DVD-Video-spelers en dvd-rom-stations voor het opnemen van zowel real-time video als willekeurige gegevens met diverse computerprogramma's en softwaretoepassingen voor spel en ontspanning.
Afsluiten Tijdens het finaliseren worden extra gegevens naar een schijf geschreven die daarmee wordt voltooid; een afgesloten schijf kan niet verder worden beschreven. Een uitzondering hierop zijn afgesloten herbeschrijfbare schijven die kunnen worden gewist. Sommige schijftypen, zoals DVD-VFR en DVD+VR, kunnen pas na afsluiting op normale dvd-spelers worden afgespeeld.
Pagina 86
Woordenlijst
Firmware De firmware in een recorder werkt als het besturingssysteem van het station en bevat instructies die bepalen hoe het op opdrachten van de computer reageert. De firmware van moderne recorders kan gewoonlijk worden bijgewerkt, waardoor deze bijvoorbeeld meer soorten schijven ondersteunen.
Frame Een enkel beeld in een serie beelden die de indruk van beweging wekken als ze snel genoeg worden afgespeeld.
Frames per seconde Het aantal beelden per seconde in een videotitel.
Inhoudsopgave De inhoudsopgave (TOC) wordt opgeslagen in de lead-in. Hier wordt de inhoud van elke sessie vastgelegd.
Geïnterlineerde video Bij deze scanmethode wordt een video in twee delen weergegeven: het eerste deel bevat een lijn in elke tweede rij en geeft deze weer (eerste veld). Het tweede deel vult de overige rijen in, tot de beeldopbouw is voltooid (tweede veld). Deze methode is sneller dan progressieve (of niet-geïnterlinieerde) scanning, waarbij alle rijen gelijktijdig worden weergegeven.
JPEG Een acroniem voor 'Joint Photographic Experts Group'. Dit is een internationale werkgroep die de JPEG-standaard voor de compressie van afbeeldingen heeft ontwikkeld.
Hoofdstukmarkeringen Deze markeringen worden in de videotitel geplaatst om een scènewisseling of positie aan te geven. Een videotitel kan worden onderverdeeld in meerdere hoofdstukken, die van elkaar worden gescheiden door hoofdstukmarkeringen.
Lead-in Het begin van elke sessie wordt de lead-in genoemd. Dit is de plek waar de inhoudsopgave van een schijf en andere informatie over de cd worden opgeslagen.
Lead-out Het einde van een sessie. Dit gedeelte bevindt zich aan het einde van de schijf. Als de schijf nog niet is gefinaliseerd, wordt de verwijzing naar de volgende sessie hier opgeslagen.
MiniDV Het type cassette dat in DV-camera's wordt gebruikt. De beeldkwaliteit van miniDV's is uitstekend.
MPEG Acroniem voor 'Moving Picture Experts Group', een werkgroep die standaards voor audioen videocodecs ontwikkelt.
Pagina 87
Woordenlijst
MPEG-1 Deze bestandsindeling behoort tot de MPEG-compressiestandaards.
MPEG-2 Er is zeer weinig verschil tussen MPEG-1 en MPEG-2, behalve dat MPEG-2 beter geschikt is voor televisies met geïnterlinieerd scannen en daarvoor als uitzendstandaard geldt. MPEG-2 wordt gebruikt als video-indeling voor dvd's.
MPEG-4 MPEG-4 is de recentste MPEG-standaard voor video en audio, die in 1999 is geïntroduceerd. MPEG-4 combineert veel functies van MPEG-1, MPEG-2 en andere standaards. Nero Digital™ video en Nero Digital™ audio zijn gebaseerd op deze industriestandaard.
Nero Digital™ Nero Digital™ is een reeks MPEG-4-compatibele video- en audiocodecs. De codecs zijn volledig compatibel met de MPEG-4-standaard en zijn door Nero verder ontwikkeld om een aanzienlijke hogere kwaliteit te bereiken en extra functies, zoals ondertiteling, beschikbaar te maken.
NTSC Een acroniem voor 'National Television System Committee' en de standaard voor video en televisie in grote delen van Amerika en enkele Oost-Aziatische landen. In andere delen van de wereld worden andere standaards gebruikt. NTSC heeft een hogere framesnelheid dan PAL, maar minder horizontale lijnen.
PAL PAL staat voor 'Phase Alternating Line' en is de standaard voor video en televisie in grote delen van Europa, maar ook in Zuid-Amerika en Australië. PAL heeft meer horizontale lijnen dan NTSC, maar een lagere framesnelheid.
Sessie Schijven als cd's en dvd's worden onderverdeeld in tracks en sessies. Een sessie is een opzichzelfstaand gegevensgebied dat tijdens één proces wordt gebrand en bestaat uit een lead-in, een of meer tracks en een lead-out. Een sessie is in principe te vergelijken met een partitie op de harde schijf. Een multisessieschijf kan meerdere sessies bevatten.
Simulatie Simulatie van het brandproces om te testen of het schrijven constant verloopt. Het proces is hetzelfde als dat voor schrijven naar een schijf, met als enige verschil dat de laser is uitgeschakeld.
SVCD Super Video CD (SVCD) lijkt erg op Video-CD, maar gebruikt MPEG-2 om audiogegevens op te slaan. SVCD's kunnen met de juiste software worden afgespeeld op dvd-spelers of computers met een dvd-rom- of cd-rom-station.
Pagina 88
Woordenlijst
Track Gegevenseenheid die opeenvolgende sectoren op een schijf samenvoegt. Op een audio-cd komt een track overeen met een muzieknummer. Meerdere tracks met lead-in en lead-out vormen samen een sessie.
Track-at-once Methode waarbij de laser in de recorder tussen elke track uit- en weer ingeschakeld wordt.
UDF Een acroniem voor Universal Disk Format. Dit bestandssysteem wordt gebruikt voor dvd's, Blu-ray™-schijven en HD-dvd's.
VBR Een acroniem voor 'Variable Bit Rate'. Bij dit proces worden audio- of videogegevens niet, zoals gewoonlijk, met een constante bitsnelheid (CBR) gekopieerd, maar worden afzonderlijke gedeeltes gecodeerd met verschillende, aangepaste bitsnelheden. Scènes met veel beweging worden opgeslagen met een hogere bitsnelheid dan stilstaande beelden; de opslagcapaciteit die overblijft bij scènes met weinig beweging wordt gebruikt voor scènes met veel beweging. De algehele beeldkwaliteit wordt hierdoor beter.
VCD Een acroniem voor 'Video Compact Disc', een systeem waarmee films en audio/video opgeslagen worden in MPEG-1. Een VCD kan in de meeste cd-rom-/dvd-spelers en dvdrom-stations worden afgespeeld.
VHS De oude indeling voor cassette/tape waarmee vroeger video werd gekeken.
Pagina 89
Index
18
Index
A
E
audiospoor
exporteren.............................................................18, 47
toevoegen............................................................................40
F B bewerkbare dvd
film ................................................................................9 audiospoor toevoegen ........................................................ 40
maken..................................................................................72
exporteren..................................................................... 18, 47
rechtstreeks vanaf vastlegapparaat maken ........................73
maken ........................................................................... 31, 35
bewerkbare dvd's ....................................................... 72
overgangen invoegen ......................................................... 40
bewerkbare schijfindelingen ....................................... 13
functieoverzicht.............................................................7
branden .................................................... 17, 66, 67, 71
G C
gebruikersinterface .....................................................15
coderen ........................................................................ 9 compatibiliteitsoverzicht............................ 10, 12, 13, 72
H
configuratie ................................................................. 77
HD-BURN ...................................................................11
openen ................................................................................77
herbeschrijfbare schijf
contact opnemen ........................................................ 93
wissen........................................................................... 20, 74
Conventies.................................................................... 6
hercoderen....................................................................9 hoesjes en labels
D
maken ........................................................................... 21, 75
decoderen .................................................................... 9
hoofdscherm ...............................................................17
diavoorstelling
hoofdstuk ......................................................................9
achtergrondmuziek..............................................................52
naam wijzigen ..................................................................... 46
audio-opmerkingen toevoegen............................................52
verwijderen ......................................................................... 46
een overgang invoegen.......................................................52
hoofdstukken ..............................................................43
maken............................................................................31, 49
automatisch maken............................................................. 44
Diavoorstelling hoofdstukken .......................................................................55
bewerken ............................................................................ 45 handmatig maken ......................................................... 32, 43
DirectX.......................................................................... 8 Doelgroep ..................................................................... 6
K
dvd+vr................................................................... 10, 72
knopinfo ................................................................16, 78
dvd-vfr .................................................................. 10, 72
knoppen
dvd-video .................................................................... 10
algemeen ............................................................................ 18
DVD-Video Plug-in ....................................................... 8
hoofdscherm ....................................................................... 18
dvd-vr ................................................................... 10, 72
scherm Diavoorstelling ....................................................... 51 scherm Film ........................................................................ 36 scherm Menu bewerken ..................................................... 58 scherm Video vastleggen ................................................... 26 Pagina 90
Index
voorbeeldvenster.................................................................65
Film ..................................................................................... 35 Hoofdstukken aanmaken .................................................... 43
M
Inhoud........................................................................... 16, 31
menu
Menu bewerken ............................................................ 57, 62
bewerken...........................................................34, 55, 56, 62
Menu selecteren ........................................................... 56, 57
menuhiërarchieën....................................................... 56
openingsscherm ................................................................. 15 Video exporteren ................................................................ 47
menusjablonen ........................................................... 56
Video vastleggen ................................................................ 23
menusjabloon ............................................................. 57
voorbeeldvenster ................................................................ 65
menusjabloongroep .............................................. 56, 57 Smart3D ........................................................................58, 62
schijf ...........................................................9, 10, 12, 72 branden................................................................... 66, 67, 71
miniDVD ..................................................................... 11
naar map op harde schijf schrijven ..................................... 68 schijfinfo weergeven ..................................................... 20, 74
N
Schijf Nero CoverDesigner............................................. 21, 76 Nero Digital™ Encoder configureren .......................... 82 Nero Scout.................................................................. 28
finaliseren ........................................................................... 21
schijf wissen................................................................20 schijfimage............................................................67, 70
Nero Vision
branden............................................................................... 68
Essentials ..............................................................................7
openen................................................................................ 71
Essentials SE ........................................................................7
schijfindeling .................................................................9
informatie...............................................................................6 rechtstreeks starten.............................................................14 versies ...................................................................................7 via Nero StartSmart starten.................................................14
compatibiliteitsoverzicht.......................................... 10, 12, 72
schijfindelingen ...........................................................10 Schijfinfo .....................................................................20 Smart3D-menu bewerken ...................................................................... 58, 62
O
stappen .......................................................................15 overgang invoegen..............................................................................52
overgangen invoegen..............................................................................40
supervideo-cd .............................................................11 svcd ............................................Siehe Super Video CD Symbolen......................................................................6 systeemvereisten ..........................................................8 capture-kaarten................................................................... 23
P
DirectX .................................................................................. 8
plug-in DVD-Video........................................................ 7
geluidskaart .......................................................................... 8
programma starten ............................................... 14, 73
vastlegapparaten ................................................................ 22
project........................................................................... 9 openen ................................................................................70 opslaan..........................................................................18, 70
T tabblad Algemeen...................................................................... 77, 80
S
Berichten............................................................................. 79
scherm
Mappen............................................................................... 78
Brandopties .........................................................................17
Schijfindeling....................................................................... 80
Diavoorstelling.....................................................................49
Storyboard .......................................................................... 37
Pagina 91
Index
Tijdbalk ................................................................................37
digitaal ................................................................................ 22
taken........................................................................... 15
op harde schijf vastleggen .................................................. 26
teksteffect toevoegen............................................................................38
video capture-kaart .....................................................22 video effect
terminilogie ................................................................... 9
Adding................................................................................. 38
transcoderen................................................................. 9
video vastleggen...................................................22, 26
tv-kaart ....................................................................... 27
videocamera ...............................................................27
tv-kaarten
video-cd ......................................................................11
Brontype selecteren ............................................................24
video-opties
kanalen instellen..................................................................23
weergeven .................................................................... 20, 79
Tv-kanaalgroepen beheren .................................................24
video's bewerken ............................................31, 34, 35
tv-kanalen bewerken ...........................................................24
videotitel een teksteffect toevoegen .................................................. 38
V
een video-effect toevoegen ................................................ 38
vastlegapparaat .......................................................... 22
videotitels
vastleggen .................................................................. 22
knippen ............................................................................... 42
vcd........................................................ Siehe Video-CD
overgangen invoegen ......................................................... 40
venster met extra opties ............................................. 18 vereisten ....................................................................... 8
voorbeeld bekijken................................................................... 62, 64, 65
versies .......................................................................... 7 video............................................................................. 9 analoog................................................................................22
W WHQL-gecertificeerd apparaatstuurprogramma ...........8
Pagina 92
Contact opnemen
19
Contact opnemen Nero Vision is een product van Nero AG.
Nero AG Im Stöckmädle 13-15 76307 Karlsbad Duitsland Internet:
www.nero.com
Help:
http://support.nero.com
E-mail:
[email protected]
Fax:
+49 7248 928 499
Copyright © 2007 Nero AG. Alle rechten voorbehouden. Pagina 93