HANDLEIDING INFOBOARD SOFTWARE
Versie 2.14 / oktober 2006
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING ............................................................................................................. pag. 3
2.
SYSTEEM VEREISTEN ........................................................................................ pag. 3
3.
INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE .................................................................. pag. 4
4.
OPSTARTEN VAN DE SOFTWARE ..................................................................... pag. 5
5.
INSTELLEN VAN DE SOFTWARE ....................................................................... pag. 5
6.
INSTELLINGEN TESTEN ..................................................................................... pag. 6
7. 7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4 7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.3.4 7.3.5 7.3.6 7.3.7 7.3.8 7.4 7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4 7.4.5 7.4.6 7.4.7 7.5
PAGINA-PROGRAMMA’S AANMAKEN .............................................................. Kader ‘Overzicht’ ................................................................................................. Kader ‘Pagina’ ...................................................................................................... Regels knipperend weergeven .............................................................................. Pagina-nummer instellen ....................................................................................... Tijdsduur van de tekstpagina instellen .................................................................. Instellen van pagina-effect .................................................................................... Knoppen .............................................................................................................. Tekstpagina toevoegen aan het overzicht ........................................................... Aanmaken van een nieuwe pagina ...................................................................... Teksten van pagina centreren .............................................................................. Agenda-functie oproepen ..................................................................................... Tekstpagina’s verwijderen .................................................................................... Pagina-programma versturen naar het display ................................................. Help oproepen ..................................................................................................... Afsluiten van de software ..................................................................................... Functies in de menu-balk .................................................................................. Nieuw (leeg) pagina-programma aanmaken ........................................................ Opslaan van pagina-programma’s ....................................................................... Openen van pagina-programma’s ........................................................................ Afsluiten van de software ..................................................................................... Standaard instellingen van de software aanpassen ............................................ Help oproepen ..................................................................................................... Technische informatie over de software opvragen .............................................. Tekst van pagina’s wijzigen .............................................................................
pag. 7 pag. 7 pag. 7 pag. 7 pag. 7 pag. 7 pag. 8 pag. 8 pag. 8 pag. 8 pag. 8 pag. 8 pag. 8 pag. 8 pag. 8 pag. 9 pag. 9 pag. 9 pag. 9 pag. 9 pag. 9 pag. 9 pag. 9 pag. 9 pag. 10
8. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7
GEBRUIK VAN EFFECTEN ............................................................................... Omschrijving effect ‘JUMP’ .............................................................................. Omschrijving effect ‘CURTAIN MID’ ................................................................ Omschrijving effect ‘CURTAIN LEFT’ ............................................................. Omschrijving effect ‘CURTAIN RIGHT’ ........................................................... Omschrijving effect ‘SCROLL UP’ .................................................................. Omschrijving effect ‘SCROLL DOWN’ ............................................................ Omschrijving effect ‘SNOW’ ............................................................................
pag. 10 pag. 10 pag. 10 pag. 10 pag. 10 pag. 10 pag. 10 pag. 10
9. 9.1 9.2 9.3 9.4
GEBRUIK VAN AGENDA FUNCTIE .................................................................. Agenda-instelling per datum ........................................................................... Agenda-instelling per tijd ................................................................................. Agenda-instelling per dag ................................................................................ Gecombineerde agenda-instellingen ..............................................................
pag. 11 pag. 11 pag. 11 pag. 12 pag. 12
10.
TIJD EN DATUM WEERGEVEN OP DISPLAY ..................................................
pag. 12
11. 11.1 11.2
AANSLUITINGEN INFOBOARDS (HARDWARE) ............................................ Aansluitingen Indoor toepassing .................................................................... Aansluitingen Outdoor toepassing .................................................................
pag. 13 pag. 13 pag. 13
1. INLEIDING Onze meerregelige elektronische displays worden aangestuurd en geprogrammeerd door InfoBoard Software. Deze software is gebaseerd is op Microsoft Windows. Wij gaan er in deze handleiding van uit dat de gebruiker bekend is met Microsoft Windows en over een goede basiskennis van computers beschikt.
2. SYSTEEM VEREISTEN Om de software goed te laten functioneren gelden minimaal de volgende systeemvereisten: Processor: Media: Geheugen: Monitor: Besturingssoftware: Beschikbare Schrijfruimte: Overig:
Handleiding InfoBoard Software
80486 of hoger CD-ROM speler (voor installeren van de software) minimaal 64 MB VGA Microsoft Windows 95/98 of hoger 5 MB, buiten de benodigde ruimte voor een database en agenda PC dient te beschikken over een vrije seriële poort
pagina 3
3. INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE Bij uw display is een CD-ROM met de InfoBoard software meegeleverd. Ga als volgt te werk: 1. 2. 3.
Stop de CD-ROM in uw CD-ROM speler Voer van de CD-ROM het programma ‘setup.exe’ uit U krijgt nu dit scherm te zien: Vul in het veld achter ‘Locatie:’ de locatie in waar u de software wenst te installeren.
4. 5. 6. 7.
Voor de tekst ‘Plaats snelkoppeling in Start-menu’ kunt u het vinkje ‘aanzetten’. Als dit vinkje aan staat komt een icoon van de InfoBoard software in uw ‘Windows start-menu’ te staan. Voor de tekst ‘Plaats snelkoppeling op bureaublad’ kunt u het vinkje ‘aanzetten’. Als dit vinkje aanstaat komt een icoon van de InfoBoard software op uw ‘Windows bureaublad’ te staan. Druk op het knopje ‘Verder...’ U krijgt nu dit scherm te zien: Controleer uw instellingen. Indien de weergegeven instellingen correct zijn drukt u op het knopje ‘Start’ en lees verder bij punt 8. Als de instellingen niet correct zijn, drukt u op het knopje ‘Annuleer’ en gaat u terug naar punt 2.
8.
U krijgt nu dit scherm te zien: Uw software is nu geïnstalleerd. Druk op het knopje ‘OK’ om de installatiesoftware af te sluiten.
Handleiding InfoBoard Software
pagina 4
4. OPSTARTEN VAN DE SOFTWARE Nadat de software is geïnstalleerd (hoofdstuk 3) kan het programma worden opgestart. Dit kan op diverse manieren, afhankelijk van de opties die u heeft gekozen bij het installeren. 1
Opstarten via Start-menu Indien u bij het installeren het vinkje voor de tekst ‘Plaats snelkoppeling in start-menu’ heeft aangezet, bevindt zich in uw start-menu van Windows een icoon van de DataBoard software. Door op dit icoon te klikken start de software op.
2.
Opstarten via bureau-blad icoon Indien u bij het installeren het vinkje voor de tekst ‘Plaats snelkoppeling op bureaublad’ heeft aangezet, bevindt zich op uw bureaublad een icoon van de DataBoard software. Door dubbel op dit icoon te klikken start de software op.
3.
Opstarten via andere wijze Bij het installeren heeft u een locatie voor het programma opgegeven. Door (bijvoorbeeld via de ‘Windows-verkenner’) naar deze locatie te gaan en dubbel te klikken op het icoon ‘Infoboard.exe’ zal de software opstarten.
Indien u bij het installeren niet heeft gekozen een icoon in uw start-menu of op uw bureaublad te plaatsen en u dit toch wenst, kan dit achteraf nog aangemaakt worden. Hiervoor dient een ‘snelkoppeling’ aangemaakt te worden. Raadpleeg hiervoor uw Windows handleiding. Opnieuw installeren van de InfoBoard software kan ook.
5. INSTELLEN VAN DE SOFTWARE Na het opstarten van de software (hoofdstuk 4) dient u eenmalig uw instellingen aan te geven. Na het opstarten ziet u een scherm met de uitstraling van het hiernaast afgebeelde scherm. Uw uitvoering kan anders zijn waardoor het scherm er iets anders uit kan zien. Klik op ‘Instellingen’ in de menubalk.
Handleiding InfoBoard Software
pagina 5
U krijgt nu het hiernaast afgebeelde scherm te zien: Bovenaan ziet u in het kader ‘Communicatie’ de mogelijke COM-poorten te zien. Kies hier de COM-poort van uw PC waarop u het display heeft aangesloten. Indien u niet zeker weet op welke COM-poort het display is aangesloten kunt u één voor één de poorten proberen. Als het display niet werkt kiest u de volgende poort tot u de juiste poort heeft gevonden. In het kader ‘Display’ kunt u als eerst het ‘model’ instellen. Door op het pijltje te klikken ziet u de beschikbare modellen. Kies in de lijst het model dat u heeft aangeschaft. Na instelling van het model kunt u het ‘adres’ instellen. Dit adres staat standaard op 1. Het adres moet alleen veranderd worden wanneer u meerdere displays met deze software wilt gaan bedienen. Het tweede display kan bijvoorbeeld adres 2 hebben, het derde display adres 3, enzovoorts. Hierna kunt u achter ‘Tijd:’ de standaard tijdsduur van de pagina’s instellen. Wanneer u later tekstpagina’s gaat aanmaken en invoeren zal deze tijdsduur standaard worden ingevuld. Als u de bovenstaande stappen heeft uitgevoerd kunt u op het knopje ‘OK’ drukken om de instellingen toe te passen en te bewaren: na afsluiten van de software zullen deze gegevens ook bewaard blijven zodat u, wanneer u de volgende keer de software weer opstart, deze gegevens niet opnieuw hoeft in te stellen.
6. INSTELLINGEN TESTEN Om nu de instellingen te testen dient u een testpagina aan te maken. Dit gaat volgens de volgende stappen: 1. Klik met uw muis op de bovenste regel in het kader ‘pagina’ 2. Type een tekst (bijvoorbeeld ‘TEST TEST’ 3. Druk op het knopje ‘<-- Toevoegen’ 4. Druk op het knopje ‘Verzenden’ Na de verzending verschijnt een punt aan het begin van elke regel. Indien u alle instellingen goed heeft ingevoerd, uw ingetypte tekst op het display verschijnen. Als dit het geval is kunt u verder gaan met punt 7 van deze handleiding. Indien u uw tekst niet op het display ziet verschijnen, dient u terug te gaan naar punt 5 van deze handleiding en de instellingen te controleren en waar nodig aan te passen. Handleiding InfoBoard Software
pagina 6
7. PAGINA-PROGRAMMA’S AANMAKEN Een InfoBoard kan verschillende pagina’s achter elkaar weergeven. U dient voor de programmering dan ook per pagina tekst in te voeren. Een compleet programma van diverse pagina’s noemen wij in het vervolg van deze handleiding een ‘paginaprogramma’. Hieronder zal per onderdeel beschreven worden wat de functie is van de diverse onderdelen van de software.
7.1 Kader ‘Overzicht’ In dit kader worden de door u aangemaakte pagina’s weergegeven in de volgorde van weergave. Een door u aangemaakte pagina wordt als volgt weergegeven: P01 / xxxxxxxxxxx De letter P staat in deze codering voor het woord Pagina. De twee cijfers die hierop volgen geven het paginanummer weer. Het eerste pagina-nummer zal altijd 01 zijn. De volgende zal 02 zijn, enzovoorts. Op de plaats van de x-en staan de eerste karakters van de eerste regel van de betreffende pagina weergeven. 7.2 Kader ‘Pagina’ In dit kader kunt u per regel uw teksten typen. Naast elke tekstregel staat een vakje. Onder de tekstregels staan nog 4 items waarachter u iets kunt invullen. 7.2.1 Regels knipperend weergeven Naast elke regel staat een leeg vakje. Boven deze vakjes staat het woord ‘Knipper’. Door op het vakje te klikken verschijnt hier een ‘vinkje’. Als het vinkje aan staat zal deze regel na het versturen naar het display knipperend worden weergegeven. 7.2.2 Pagina-nummer instellen Achter ‘Nummer’ geeft u aan, voordat u een pagina toevoegt aan het kader ‘overzicht’, welk paginanummer de door u ingevoerde tekstregels krijgt. Standaard zal de eerste pagina nummer P01 krijgen. Na toevoegen zal de volgende pagina automatisch nummer P02 krijgen. Wanneer u het pagina-nummer van een nieuwe pagina handmatig veranderd in bijvoorbeeld 1, zal pagina P01 hiermee worden overschreven. 7.2.3 Tijdsduur van de tekstpagina instellen Door achter ‘Tijdsduur’ een getal in te voeren geeft u de tijdsduur van de pagina aan: dit is de tijd in seconden die de door u ingevoerde pagina op het display zal blijven staan. De standaard tijdsduur kunt u wijzigen via het menu ‘Instellingen’. Zie hiervoor punt 5 van deze handleiding.
Handleiding InfoBoard Software
pagina 7
7.2.4 Instellen van pagina-effect Middels ‘Effect’ geeft u het effect aan waarmee de pagina tevoorschijn komt. Dit effect heeft betrekking op de pagina-wissel: Zowel het verdwijnen van de oude pagina als het tonen van de nieuwe pagina. Een uitgebreidere uitleg van de effecten komt aan bod in punt 8 van deze handleiding. 7.3 Knoppen Tussen de kaders ‘Overzicht’ en ‘Pagina’ bevinden zich knoppen. Hieronder staat aangegeven welke functies er gekozen kunnen worden. 7.3.1 Tekstpagina toevoegen aan het overzicht De knop ‘Toevoegen’ zal alleen actief zijn wanneer u tekst heeft ingevoerd in het kader ‘Pagina’. Als u tekst heeft ingevoerd kunt u deze middels deze knop plaatsen in het kader ‘Overzicht’. 7.3.2 Aanmaken van een nieuwe pagina De knop ‘Nieuwe pagina’ kan gebruikt worden voor het aanmaken van een nieuwe pagina. Als u tekst heeft ingevoerd en vervolgens, zonder eerst op de knop ‘Toevoegen’ direct op de knop ‘Nieuwe pagina’ klikt, zal de ingevoerde tekst automatisch worden toegevoegd aan het kader ‘Overzicht’ en zal een nieuwe pagina in het kader ‘Pagina’ ontstaan. 7.3.3 Teksten van pagina centreren Na het invoeren van tekst kunt u middels de knop ‘Centreren’ alle regels van een pagina centreren. 7.3.4 Agenda-functie oproepen Met de knop ‘Timer’ kunt u naar de agenda-functie van de software. Een uitgebreide omschrijving van de agenda-functie vindt u in punt 9 van deze handleiding. 7.3.5 Tekstpagina’s verwijderen De knop ‘Verwijderen’ is alleen actief wanneer u een pagina in het kader ‘Overzicht’ heeft geselecteerd. De geselecteerde pagina zal verdwijnen wanneer u op deze knop drukt. 7.3.6 Pagina-programma versturen naar het display Met de knop ‘Verzenden’ stuurt u het pagina-programma naar het display. De verzending zal geschieden op de door u ingestelde communicatie-wijze. Zie voor deze instelling van communicatie punt 5 van deze handleiding. 7.3.7 Help oproepen Door op de knop ‘Help’ te klikken krijgt u een handleiding van de software te zien. 7.3.8 Afsluiten van de software Door op de knop ‘Sluiten’ te klikken, sluit u de InfoBoard software af.
7.4 Functies in de menu-balk In de menu-balk bevinden zich 3 items: ‘Bestand’, ‘Instellingen’ en ‘Help’. Hieronder zal omschreven worden welke functies er via de menu-balk gekozen kunnen worden. Handleiding InfoBoard Software
pagina 8
7.4.1 Nieuw (leeg) pagina-programma aanmaken Door via het menu-item ‘Bestand’ op ‘Nieuw’ te klikken verdwijnt het bestaande pagina-programma van het scherm. Hiervoor in de plaats verschijnt een geheel nieuw en leeg pagina-programma. Als u het huidige pagina-programma nog niet heeft opgeslagen zal u eerst worden gevraagd of u dit wilt doen. 7.4.2 Opslaan van pagina-programma’s Onder het menu-item ‘Bestand’ vindt u de submenu-items ‘Opslaan’ en ‘Opslaan als’. Middels deze twee submenu-items kunt u uw teksten en pagina’s opslaan. Indien u een reeds opgeslagen pagina-programma bewerkt en kiest voor het submenu-item ‘Opslaan’ zal dit pagina-programma over de reeds bestaande bestandsnaam worden geschreven. Als u het submenu-item ‘Opslaan als’ kiest krijgt u de mogelijkheid een nieuwe bestandsnaam in te typen. 7.4.3 Openen van pagina-programma’s Onder het menu-item ‘Bestand’ vindt u het submenu-item ‘Openen’. Hiermee kunt u eerder opgeslagen pagina-programma’s openen. Door een pagina-programma te openen verdwijnt het huidige pagina-programma dat aanwezig is op het scherm. Daarom zal er, indien u inderdaad een nog niet opgeslagen pagina-programma bewerkt, gevraagd worden of u het huidige pagina-programma eerst wilt opslaan. 7.4.4 Afsluiten van de software Onder het menu-item ‘Bestand’ vindt u het submenu-item ‘Afsluiten’. Hiermee kunt u de InfoBoard software afsluiten. 7.4.5 Standaard instellingen van de software aanpassen Door in de menubalk op ‘Instellingen’ te klikken verschijnt het instellingen-scherm. Voor een uitleg van dit scherm wordt gegeven in hoofdstuk 5 van deze handleiding. 7.4.6 Help oproepen Onder het menu-item ‘Help’ vindt u het submenu-item ‘Over deze software’. Als u hier op klikt zal een handleiding van de software verschijnen. 7.4.7 Technische informatie over de software opvragen Onder het menu-item ‘Help’ vindt u het submenu-item ‘Informatie’. Als u hier op klikt verschijnt een klein scherm met de technische informatie over de software. Deze informatie geeft ook het versienummer van de software weer. 7.5 Tekst van pagina’s wijzigen De tekst van een pagina is gemakkelijk aan te passen. Wanneer u in het kader ‘Overzicht’ klikt op een eerder aangemaakte pagina komt de tekst van deze pagina in het kader ‘Pagina’ te staan. U kunt deze tekst nu wijzigen. Wanneer u na de wijzigingen op de knop ‘<-- Toevoegen’ drukt zal deze tekst in de pagina zijn doorgevoerd.
Handleiding InfoBoard Software
pagina 9
8. GEBRUIK VAN EFFECTEN Door het gebruik van effecten kunt u de manier waarop een pagina tevoorschijn komt instellen. In punt 7.2.4 van deze handleiding staat omschreven hoe een effect kan worden ingesteld. De pagina die op het display staat, zal verdwijnen met het effect waarop de volgende pagina is ingesteld. Hieronder staat per effect omschreven hoe de betreffende pagina op het display zal verschijnen en de voorgaande pagina zal verdwijnen. 8.1 Omschrijving effect ‘JUMP’ De ingevoerde pagina-tekst zal in één keer op het display verschijnen. 8.2 Omschrijving effect ‘CURTAIN MID’ Indien uw InfoBoard over meer dan 20 karakters per regel beschikt zal dit effect niet gebruikt kunnen worden. Bij deze functie zullen alle regels tekst van de vorige pagina eerst vanaf 2 zijden van buiten naar binnen verdwijnen. Vervolgens zullen alle regels tekst van de betreffende pagina van binnen naar buiten (2 zijden) verschijnen. 8.3 Omschrijving effect ‘CURTAIN LEFT’ Indien uw InfoBoard over meer dan 20 karakters per regel beschikt zal dit effect niet gebruikt kunnen worden. Bij deze functie zullen alle regels tekst van de vorige pagina eerst vanaf links naar rechts verdwijnen. Vervolgens zullen alle regels tekst van de betreffende pagina in 1 keer op het display verschijnen. 8.4 Omschrijving effect ‘CURTAIN RIGHT’ Indien uw InfoBoard over meer dan 20 karakters per regel beschikt zal dit effect niet gebruikt kunnen worden. Bij deze functie zullen alle regels tekst van de vorige pagina eerst vanaf rechts naar links verdwijnen. Vervolgens zal de tekst van de betreffende pagina in 1 keer op het display verschijnen. 8.5 Omschrijving effect ‘SCROLL UP’ Bij deze functie zullen alle regels tekst van de vorige pagina eerst naar boven verdwijnen. Vervolgens zullen alle regels tekst van de betreffende pagina van beneden naar boven verschijnen. 8.6 Omschrijving effect ‘SCROLL DOWN’ Bij deze functie zullen alle regels tekst van de vorige pagina eerst naar beneden verdwijnen. Vervolgens zullen alle regels tekst van de betreffende pagina van boven naar beneden verschijnen. 8.7 Omschrijving effect ‘SNOW’ Bij deze functie zullen alle regels tekst van de vorige pagina pixel voor pixel verdwijnen. Vervolgens zullen alle regels tekst van de betreffende pagina pixel voor pixel verschijnen.
Handleiding InfoBoard Software
pagina 10
9. GEBRUIK VAN AGENDA FUNCTIE Met behulp van de ingebouwde agenda functie kunt u per pagina opgeven wanneer deze moet worden weergegeven. Bij het programmeren van het display wordt de huidige tijd overgenomen uit uw PC. Het display onthoudt hierna zelf de tijd en datum. Zorg er dus altijd voor dat de klok van uw PC gelijk staat en dat de datum goed is ingesteld. In het hoofdscherm van uw InfoBoard software bevindt zich een knop ‘Timer’. Als u op deze knop drukt verschijnt het hiernaast afgebeelde scherm. Bovenaan staat achter het woord ‘Pagina:’ het paginanummer waarvoor u een agenda gaat instellen. Hieronder staan 3 kaders: per pagina kunt u maximaal 3 periodes instellen waarop de pagina wordt afgebeeld. Elke periode heeft een start- en een stopmoment. Deze momenten kunt u opgeven als datum, tijd of dag. Ook is combinatie van deze momenten in te geven. 9.1 Agenda-instelling per datum Zorg dat u voor de instelling van de agenda de betreffende tekstpagina in het kader ‘Overzicht’ van het hoofdscherm heeft geselecteerd. De agenda instelling geldt altijd per pagina. Voor het woord ‘Datum’ in het bovenste kader staat een leeg vakje. Als u op dit vakje klikt verschijnt er hier een vinkje. Pas als het vinkje voor het woord ‘Datum’ aan staat kan er een datum worden ingevoerd. De datum wordt ingevoerd als een dag en een maand. Er bestaat een start-moment (de datum waarop de betreffende pagina op het display verschijnt) en er bestaat een stop-moment (de datum waarop de betreffende pagina van het display verdwijnt). Als u bijvoorbeeld bij ‘Start’ als datum 12 06 invult en bij ‘Stop’ als datum 17 06 invult zal de betreffende pagina de periode van 12 juni tot en met 16 juni op het display verschijnen. U kunt ook kiezen voor een periode van bijvoorbeeld 24-12 tot 05-01 (24 december tot en met 4 januari). U kunt in het middelste en onderste kader eventueel nog twee perodes instellen. 9.2 Agenda-instelling per tijd Zorg dat u voor de instelling van de agenda de betreffende tekstpagina in het kader ‘Overzicht’ van het hoofdscherm heeft geselecteerd. De agenda instelling geldt altijd per pagina. Voor het woord ‘Tijd’ in het bovenste kader staat een leeg vakje. Als u op dit vakje klikt verschijnt er hier een vinkje. Pas als het vinkje voor het woord ‘Tijd’ aan staat kan er een tijd worden ingevoerd. De tijd wordt ingevoerd in uren en minuten. Handleiding InfoBoard Software
pagina 11
Er bestaat een start-moment (de tijd waarop de betreffende pagina op het display verschijnt) en er bestaat een stop-moment (de tijd waarop de betreffende pagina van het display verdwijnt). Als u bijvoorbeeld bij ‘Start’ als tijd 20 30 invult en bij ‘Stop’ als tijd 21:30 invult, zal de betreffende pagina gedurende de periode van half negen ‘s avonds (20:30 uur) tot half tien ‘s avonds (21:30 uur) op het display verschijnen. U kunt in het middelste en onderste kader eventueel nog twee periodes instellen. 9.3 Agenda-instelling per dag Zorg dat u voor de instelling van de agenda de betreffende tekstpagina in het kader ‘Overzicht’ van het hoofdscherm heeft geselecteerd. De agenda instelling geldt altijd per pagina. Voor het woord ‘Dag’ in het bovenste kader staat een leeg vakje. Als u op dit vakje klikt verschijnt er hier een vinkje. Pas als het vinkje voor het woord ‘Dag’ aan staat kan er een dag worden gekozen. De dag wordt ingevoerd door op het keuzemenu te klikken. Er bestaat een start-moment (de dag waarop de betreffende pagina op het display verschijnt) en er bestaat een stop-moment (de dag waarop de betreffende pagina van het display verdwijnt). Als u bijvoorbeeld bij ‘Start’ als dag dinsdag kiest en bij ‘Stop’ als dag donderdag kiest zal de betreffende pagina van dinsdag tot en met woensdag op het display verschijnen. U kunt in het middelste en onderste kader eventueel nog twee dagprogrammeringen instellen. 9.4 Gecombineerde agenda-instellingen Het is mogelijk bij een agenda-instelling rekening te houden met een datum én een tijd of rekening te houden met een dag én een tijd. U doet dit door het vinkje voor zowel de ‘Tijd’ als voor de ‘Dag’ aan te zetten. U kunt dan bij beide items een starten stopwaarde invoeren. Het is niet mogelijk ‘Dag’ en ‘Datum’ te combineren.
10. TIJD EN DATUM WEERGEVEN OP DISPLAY Het is mogelijk de actuele tijd en datum op het display weer te geven. Het display wordt gelijkgezet tijdens het programmeren. Hiervoor wordt de tijd en datum van uw computer overgenomen. Het is dus belangrijk dat de klok van uw computer gelijk staat en dat de ingestelde datum correct is! Voor de weergave van de datum en / of tijd wordt in de tekstregel het teken ‘ ~ ‘ (tilde) gebruikt. De letter(s) die u achter dit teken typt bepaalt welke waarde er wordt weergegeven. Het display beschikt over de volgende weergaves voor de datum: 1. Datum in 2 cijfers: invoeren als ~d 2. Maand in 2 cijfers: invoeren als ~M 3. Jaartal in 4 cijfers: invoeren als ~yyy 4. Jaartal in 2 cijfers: invoeren als ~y
Handleiding InfoBoard Software
(kleine letter) (hoofdletter) (kleine letters) (kleine letter)
pagina 12
Het display beschikt over de volgende weergaves voor de tijd: 1. uren in 2 cijfers: invoeren als ~h 2. minuten in 2 cijfers: invoeren als ~m 3. secondes in 2 cijfers: invoeren als ~s
(kleine letter) (kleine letter) (kleine letter)
Alle bovengenoemde waarden kunnen slechts 1 maal per pagina worden weergegeven! Als u bijvoorbeeld op een tekstregel als tekst intypt: HET IS NU ~h:~m UUR Geeft dit na verzending naar het display als resultaat: HET IS NU 15:58 UUR
11. AANSLUITINGEN DATABOARDS (HARDWARE) De DataBoards worden voor indoor en outdoor toepassingen geleverd. 11.1 Aansluitingen indoor toepassing Voor indoor toepassing wordt altijd een 9 polige D connector (female) in de behuizing gebruikt. Hiervan is de pin-aansluiting op het display als volgt: PIN 2 RxD (Van display naar PC) PIN 3 TxD (Van PC naar display) PIN 5 GND Een geschikte kabel van PC naar display zal ‘1 op 1’ bedraad moeten worden: pin 1 dient met pin 1 verbonden te worden, pin 2 met pin 2 enzovoorts. Wij raden u aan een kabel van 10 meter of minder te gebruiken voor communicatie tussen de seriële poort van een PC en een DataBoard. 11.2 Aansluitingen outdoor toepassing Voor indoor toepassing wordt altijd een 7 polige Binder connector (female) in de behuizing gebruikt. Hiervan is de pin-aansluiting op het display als volgt: PIN 1 GND PIN 2 TxD (Van PC naar display) PIN 3 RxD (Van display naar PC) Een geschikte kabel van PC naar display zal als volgt bedraad moeten worden: Infoboard PC Binder ------------------------------------------ D9 connector PIN 1 -------------------------------------------- PIN 5 PIN 2 -------------------------------------------- PIN 3 PIN 3 -------------------------------------------- PIN 2 Wij raden u aan een kabel van 10 meter of minder te gebruiken voor communicatie tussen de seriële poort van een PC en een InfoBoard.
Handleiding InfoBoard Software
pagina 13