Handleiding
HANDLEIDING
Document: Revisie:
Licon_Handleiding v5.1.doc 5.1
1 Revisie overzicht Rev.
Datum
Omschrijving
0.2.8
26-01-2009
Nieuwe layout
0.2.9 0.3.0
29-01-2009 06-03-2009
Verduidelijking door LB Gebruik knipperrelais verduidelijkt
0.3.1
27-01-2010
EOL verklaring e.d. toegevoegd
0.3.2
08-04-2010
Aansluit voorbeeld werking verbeterd
0.3.2
08-04-2010
Hoofdstuk toebehoren aangepast
0.3.2
08-03-2010
Schema toepassingsvoorbeeld toegevoegd
4.0
15-10-2010
Productbeschrijving, aansluitingen en toepassingsvoorbeeld gewijzigd.
4.1
18-10-2010
4.2
25-10-2010
Aanpassing hoofdstuk 6.1 en 6.3 naar aanleiding van feedback van onze klanten Ingangsstroom lampaansturing toegevoegd aan specificaties
5.0
07-12-2010
Hoofdstuk 10 Betrouwbaarheid en faalkans toegevoegd
5.1
15-05-2013
Toevoegen MTBF en T1 cijfers in hoofdstuk 10. Nieuwe afbeelding afmetingen.
Appendices Doc.
Handleiding Licon v5.1
Omschrijving
Datum
Rev.
Pagina 2 van 21
2 Inhoudsopgave
1
Revisie overzicht ...................................................................................................................................................................2
2
Inhoudsopgave .....................................................................................................................................................................3
3
Inleiding ................................................................................................................................................................................4
4
Veiligheidsinstructies .............................................................................................................................................................5
5
Garantie ................................................................................................................................................................................6
6
Productbeschrijving ...............................................................................................................................................................7 6.1
7
Toepassing ................................................................................................................................................................... 7
6.1.1
Algemeen............................................................................................................................................................ 7
6.1.2
Ohmse bewaking ................................................................................................................................................ 7
6.2
Gebruik voorschakelapparaten/knipperrelais ................................................................................................................ 7
6.3
Aansluiting .................................................................................................................................................................... 8
6.3.1
Ingangen ............................................................................................................................................................. 8
6.3.2
Uitgangen ........................................................................................................................................................... 8
6.3.3
Werkingsdiagram ................................................................................................................................................ 9
6.4
Specificatie ................................................................................................................................................................. 10
6.5
Afmetingen ................................................................................................................................................................. 12
Installatie............................................................................................................................................................................. 13 7.1
Montage ..................................................................................................................................................................... 13
7.2
Toebehoren ................................................................................................................................................................ 13
8
Toepassing ......................................................................................................................................................................... 14
9
Foutdiagnose ...................................................................................................................................................................... 16
10 Betrouwbaarheid en faalkans .............................................................................................................................................. 17 10.1
MTBF..................................................................................................................................................................... 17
10.2
Service lifetime ...................................................................................................................................................... 17
10.3
MTBFd................................................................................................................................................................... 17
10.3.1
Inventarisatie faalsituaties ................................................................................................................................. 17
10.3.2
Berekening MTBFd ........................................................................................................................................... 18
11 Aanvullende informatie ........................................................................................................................................................ 19 12 CE-markering ...................................................................................................................................................................... 20 13 End-Of-Life Verklaring ......................................................................................................................................................... 21
Handleiding Licon v5.1
Pagina 3 van 21
3
Inleiding
In deze handleiding wordt zowel de installatie als de werking van de LICON beschreven. Aan de hand van een toepassingsvoorbeeld wordt een en ander verduidelijkt. De Licon is ontworpen voor industrieel gebruik in een tegen weersinvloeden beschermde omgeving. Zorg ervoor dat u als gebruiker op de hoogte bent van de gebruiksgrenzen en beperkingen van de Licon. Bij het opstellen van deze handleiding is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Mist u informatie of zou u graag nadere toelichting in deze handleiding opgenomen zien, laat ons dat weten, bij voorkeur per e-mail op
[email protected]. Greenland Engineering B.V. is niet verantwoordelijk voor eventueel schadelijke gevolgen voor de gebruiker ten gevolge van fouten en/of tekortkomingen in deze handleiding. Tevens is Greenland Engineering niet verantwoordelijk voor defecten en gevolgschade ten gevolge van ondeskundige installatie en/of gebruik in toepassingen, anders dan waarvoor de LICON bedoeld is. Voor aanvullende informatie verwijzen wij naar onze website www.greenlandbv.nl.
Handleiding Licon v5.1
Pagina 4 van 21
4
Veiligheidsinstructies De module is voorzien van hoogwaardige elektronische componenten. Bij het gebruik van de module dient daarom de nodige voorzichtigheid in acht te worden genomen. Maak de behuizing nooit open en voorkom dan vocht of agressieve stoffen in aanraking komen met de module. Scherm de behuizing af tegen directe instraling van zonlicht.
De bedrading van de 24V DC zijde (aansturing) en de 230V AC-zijde zijn zodanig gescheiden dat aansluitfouten worden vermeden. De installateur/gebruiker dient de spanning af te schakelen alvorens werkzaamheden aan de module worden verricht.
Doordat de aangesloten lampen continue gecontroleerd worden (ook in uit-stand) kan er ten allen tijde een gevaarlijke spanning op de uitgang staan. Dit betekent dan ook bij het vervangen van een defecte lamp, de desbetreffende Licon module eerst spanningsvrij gemaakt moet worden.
De Licon mag toegepast worden in circuits waar maximaal 230V AC 50Hz kan voorkomen. Dit is een gevaarlijke spanning. Installeren, in bedrijfstellen en demonteren dient te gebeuren door daartoe bevoegd en geschoold personeel.
Handleiding Licon v5.1
Pagina 5 van 21
5
Garantie
Op het product zit 1 jaar garantie na aflevering. De garantie wordt gegeven op fabricagefouten of het niet functioneren van de module onder normale gebruiksomstandigheden. Beschadigingen, defecten ten gevolge van het verkeerd aansluiten, defecten ontstaan ten gevolge van vocht, blikseminslag of overspanning vallen buiten de garantie. Gevolgschade ten gevolge van defecte of niet geheel functionerende modules vallen buiten de garantie. Door het openen van de behuizing zonder schriftelijke toestemming van Greenland komt de garantie te vervallen. In het geval van een defect of niet naar behoren functioneren product, verzoeken wij u hiervan per direct melding te maken bij Greenland. Bij voorkeur per e-mail naar
[email protected] onder vermelding van:
het serienummer; de aankoopdatum en het inkoopnummer; uw gegevens;
Handleiding Licon v5.1
Pagina 6 van 21
6
Productbeschrijving
6.1 Toepassing 6.1.1
Algemeen
De LICON is een lampbewakingsmodule voor het aansturen en bewaken van maximaal 3 lampen. Door interfacerelais is de module geschikt voor verschillende typen lampen. Gloeilampen: 230V AC 50Hz gloeilampen : 50W - 200W 42V AC 50Hz gloeilampen : 10W - 150W 24V AC 50Hz gloeilampen : 10W - 120W Led lampen: 42V AC 50Hz Led2 lampen, 15W De LICON is niet geschikt voor 230V AC 50Hz Led2-lampen met ingebouwde voorschakeltransformator.
Led lampen dienen te voldoen aan de Led2-eisen. Deze zijn te vinden op www.Led2.org.
6.1.2
Ohmse bewaking
Per lamp heeft de Licon ook een bewaking die de Ohmse belasting meet op het desbetreffende kanaal. Hiermee is het mogelijk om vroegtijdig een defecte lamp te detecteren, of een onderbreking in de bekabeling naar de lamp. Voor Led2 lampen kan deze functie niet worden toegepast, tenzij deze in defecte toestand de stroomkring onderbreekt.
6.2
Gebruik voorschakelapparaten/knipperrelais
De LICON is niet geschikt om gebruikt te worden met Led-lampen met ingebouwde knipperrelais of andere voorschakelapparaten. Eventueel kan wel een knipperrelais op de relais stuuringangen van de LICON geplaatst worden.
Handleiding Licon v5.1
Pagina 7 van 21
6.3 Aansluiting
6.3.1
Ingangen
Contacten 1 en 2 3 en 4 5 en 6 7 en 8 21 en 22
6.3.2
Aansluiting Voeding LICON 24V DC Aansturing lamp 1 met 24V DC (14mA) Aansturing lamp 2 met 24V DC (14mA) Aansturing lamp 3 met 24V DC (14mA) Voeding voor de lampen (24V, 42V, of 230V AC 50Hz))
33 en 34 23 en 24
Functie Meldcontacten van controle lamp 1: NO - gesloten als de lamp brandt; NC - geopend als de lamp brandt. Meldcontacten van controle lamp 2: NO - gesloten als de lamp brandt; NC - geopend als de lamp brandt. Meldcontacten van controle lamp 3: NO - gesloten als de lamp brandt; NC - geopend als de lamp brandt. Meldcontact van ohmse bewaking lamp 1: NO - gesloten als de lamp niet defect is, Meldcontact van ohmse bewaking lamp 2: NO - gesloten als de lamp niet defect is, Meldcontact van ohmse bewaking lamp 3: NO - gesloten als de lamp niet defect is, Aansluiting voor lamp 1.
25 en 26
Aansluiting voor lamp 2.
27 en 28
Aansluiting voor lamp 3.
12 en 13 14 en 18 15 en 16 17 en 18 29 en 30 31 en 32
Gele led aan als lamp wordt aangestuurd. Gele led aan als lamp wordt aangestuurd. Gele led aan als lamp wordt aangestuurd. Rode led aan als voeding aanwezig is.
Uitgangen
Contacten 9 en 10 11 en 18
Indicatieled
Indicatieled Groene led aan als lamp 1 brandt.
Groene led aan als lamp 2 brandt.
Groene led aan als lamp 3 brandt.
Rode led aan als lamp 1 defect is. Rode led aan als lamp 2 defect is. Rode led aan als lamp 3 defect is. Groene led aan als lamp 1 brandt. Rode led aan als lamp 1 defect is. Groene led aan als lamp 2 brandt. Rode led aan als lamp 2 defect is. Groene led aan als lamp 3 brandt. Rode led aan als lamp 3 defect is.
* NO = Normaal geopend, NC = Normaal gesloten
Handleiding Licon v5.1
Pagina 8 van 21
6.3.3
Werkingsdiagram
In het onderstaande diagram is de werking voor één kanaal van de Licon getekend.
Lamp status
Correct
Defect
Voedingsspanning lampen (21, 22) Lamp aangestuurd (3, 4) (5, 6) en (7, 8) Terugmeldcontact (9, 10) (12, 13) en (15, 16) Beveiligingscontact (11, 14, 17 en 18) Foutcontact (29, 30) (31, 32) en (33, 34) Lamp (23, 24) (25, 26) en (27, 28)
Handleiding Licon v5.1
Pagina 9 van 21
6.4 Specificatie Voeding Voedingsspanning
24V DC ± 10%
Maximale stroomopname voeding
200 mA
Isolatiespanning tussen stuuringangen
4 kV
Ingangsrelais lampaansturing Inschakelspanning
>18V DC
Afvalspanning
<2,4V DC
Ingangsstoom bij 24V DC
14mA
Uitgang Uitgangsspanning
24V ~ 230V AC 50Hz
Lampvermogens aangesloten lampen: 230V AC 50Hz
50 ~ 200W
42V AC 50Hz
10 ~ 150W
24V AC 50Hz
10 ~ 120W
Max. toelaatbare uitgangsstroom
5A, 230V AC 50Hz
Terugmeldcontacten Uitvoering
Potentiaalvrij
Contactbelasting
Max. 1250VA resistief. Max. 250V AC
Aantal schakelingen
Zie onderstaande grafiek.
Mechanische specificaties (bij gebruik van standaard meegeleverde stekkers) Max. draaddiameter
2,5mm2
Aandraaimoment klemmen
0,5-0,6 Nm
Afmetingen (bxhxd)
100x75x109mm
Materiaal behuizing
Lexan, vlamvertragend
Kleur behuizing
Standaard grijs
Afdichtingsgraad
IP20
Gewicht
350 gram
Omgevingscondities Tijdens gebruik: Minimale omgevingstemperatuur
0 °C
Maximale omgevingstemperatuur
45 °C
Maximale luchtvochtigheid
65 % (niet condenserend)
Opslag: Minimale omgevingstemperatuur
0 °C
Maximale omgevingstemperatuur
55 °C
Maximale luchtvochtigheid
85% (niet condenserend)
Levensduur uitgezet tegen de te schakelen stroom bij een omgevingstemperatuur (Tamb) van 20C. Handleiding Licon v5.1
Pagina 10 van 21
Handleiding Licon v5.1
Pagina 11 van 21
6.5 Afmetingen
Handleiding Licon v5.1
Pagina 12 van 21
7
Installatie
7.1 Montage De LICON is geschikt voor montage op een symmetrische DIN-rail (TS35).
7.2 Toebehoren Voor de aansluiting van de Licon wordt gebruik gemaakt van afneembare connectoren. De standaard bijgeleverde connectoren zijn te vinden in de onderstaande tabel. Als u een ander type connector wilt gebruiken verwijzen wij u door naar de website van de fabrikant voor specificaties.
Fabrikant: Phoenix Contact (www.phoenixcontact.nl)
Aantal 1 2 1 1
Omschrijving 2 polige steker (steekmaat (5mm) 6 polige stekker (steekmaat 5mm) 10 polige stekker (steekmaat 5mm) 8 polige stekker (steekmaat 7.5mm)
Handleiding Licon v5.1
Fabrikant Phoenix Contact Phoenix Contact Phoenix Contact Phoenix Contact
Type MSTBT 2,5/ 2-ST MSTBT 2,5/ 6-ST MSTBT 2,5/10-ST GMSTB 2,5/ 8-ST
Bestelnr. 1779835
Opmerking
1779877 1779916 1766945
Pagina 13 van 21
8
Toepassing
In volgende paragraaf is aansluitvoorbeeld gegeven van LICON voor de bewaking van de scheepvaartseinen bij een sluis.
Figuur 8.1 Voorbeeldsituatie In figuur 8.1 is een voorbeeldsituatie weergegeven waarin de LICON toegepast kan worden voor bijvoorbeeld de landverkeeren voorwaarschuwingsseinen en de scheepvaartseinen. De lampen worden hardwarematig of door een PLC aangestuurd en de status wordt teruggemeld om aan te geven of de desbetreffende lamp AAN of UIT is. Met de status van de terugmeldcontacten kan door de PLC bepaald worden welke signaallampen branden en of hierdoor de situatie veilig is om het proces verder te vervolgen. Om er zeker van te zijn of de terugmeldcontacten terecht zijn gesloten kan de status van het beveiligingscontact worden ingelezen. Als gloeilampen worden gebruikt kan er ook voor worden gekozen om de foutcontacten aan te sluiten. Deze kunnen een defecte lamp detecteren als deze nog niet wordt aangestuurd. Hierdoor kan vroegtijdig een defecte lamp gedetecteerd worden zodat een monteur kan worden gebeld om de lamp te vervangen voordat de brug daadwerkelijk bediend gaat worden. Op de volgende pagina is een aansluitvoorbeeld van een Licon in deze situatie te zien.
Handleiding Licon v5.1
Pagina 14 van 21
De lampen worden met 24VDC vanuit een PLC aangestuurd. De terugmeldcontacten worden op de ingang van de PLC aangesloten zodat in het programma in de PLC actie kan ondernemen als er één of meerdere lampen defect zijn. Bijvoorbeeld: Het voorwaarschuwingssein(VWS) wordt aangestuurd, vervolgens komt er op het terugmeld contact geen signaal binnen. Dit betekend dat er een onveilige situatie is ontstaan en dat het proces niet vervolgd kan worden.
Figuur 8.2 Aansluitvoorbeeld
Gebruikte IO op PLC: PLC IO Q1 Q2 Q3 I1 I2 I3 I4 I5 I6
Aangesloten op Aansturing SVS rood Aansturing SVS groen Aansturing SVS rood Terugmeldcontact SVS rood (gesloten als de lamp brandt) Beveiligingscontact SVS rood (open als het terugmeldcontact is gesloten) Terugmeldcontact SVS groen (gesloten als de lamp brandt) Beveiligingscontact SVS groen (open als het terugmeldcontact is gesloten) Terugmeldcontact SVS rood (gesloten als de lamp brandt) Beveiligingscontact SVS rood (open als het terugmeldcontact is gesloten)
Handleiding Licon v5.1
Pagina 15 van 21
9
Foutdiagnose Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Er brandt geen enkele led
24V DC voedingsspanning niet aanwezig.
Sluit 24V DC voeding aan op klemmen 1 en 2.
Ingang is ingeschakeld maar terugmelding (contact) komt niet binnen.
Ingang niet aanwezig.
Controleer of gele led van desbetreffende ingang brandt. Zo niet, controleer dan de bedrading naar de ingang.
Ingang is ingeschakeld maar terugmeldcontact komt niet binnen.
Meldcontact niet goed aangesloten.
Gele led en groene led van terugmelding branden beide: controleer bedrading van terugmeldcontact.
Ingang is ingeschakeld maar terugmeldcontact komt niet binnen.
Controleer of aan te sturen lamp goed is aangesloten (rode led fout) brandt.
Gele led brandt, groene led van terugmelding echter niet.
Foutled brandt en foutcontact is afgevallen terwijl aangesloten (minder dan 3) lampen branden.
Niet aangesloten lampen worden als defecte lampen gezien.
Controleer of de lamp defect is of niet goed aangesloten.
Raadpleeg voor overige storingen:
Greenland Engineering B.V. Modem 33 7741 MA COEVORDEN : +31 - (0)524 – 522 983 : +31 - (0)524 – 522 978 :
[email protected]
Handleiding Licon v5.1
Pagina 16 van 21
10
Betrouwbaarheid en faalkans
10.1 MTBF MTBF (Mean Time Between Failures) is de gemiddelde tijd tussen twee defecten. Voor de Licon is deze waarde bepaald volgens de MIL-217 methodiek (MIL-HDBK-217-Notice2). De Licon wordt 24 uur per dag gebruikt en 10000 keer per jaar worden alle kanalen geschakeld.Als lamptype is er aangenomen dat er LED2 lampen worden toegepast. Er een omgevingstemperatuur van 25° Celsius aangehouden in een industriële omgeving. In bovenstaande situatie is de MTBF van de Licon 90967 uur ofwel 10,4 jaar.
10.2 Service lifetime Voor een goede bepaling van de kans op falen kan het noodzakelijk zijn om in de analyses op te geven wat de vervangingstijd is van het component. Deze waarde wordt ook wel T1 genoemd. Voor de Licon is dit 10 jaar.
10.3 MTBFd MTBFd (Mean Time Between Dangerous Failures) is de gemiddelde tijd tussen gevaarlijk falen. Voor de Licon is deze waarde bepaald per kanaal. 10.3.1
Inventarisatie faalsituaties
In onderstaande tabel zijn verschillende situaties opgesomd welke mogelijk kunnen leiden tot een gevaarlijke situatie Ingang Laag Laag
Lamp Uit Uit
Terugmelding Laag Hoog
Gevaarlijk? Nee Ja
Hoog
Aan
Laag
Nee
Hoog Laag
Aan Aan
Hoog Laag
Nee Nee
Laag
Aan
Hoog
Nee
Hoog
Uit
Laag
Nee
Hoog
Uit
Hoog
Ja
Uitleg Normale bedrijfssituatie. Onterechte detectie lamp aan. Hierdoor kan er onterecht een vergrendeling worden vrijgegeven. Onterecht wordt er geconcludeerd dat de lamp niet aan is. Hierop worden echter geen vergrendelingen vrijgegeven. Normale bedrijfssituatie. Onterecht wordt de lamp aangestuurd maar wordt er geen terugmelding gegeven. Er zullen dus geen vergrendelingen worden vrijgegeven. Onterecht wordt de lamp aangestuurd en ook teruggemeld. Omdat de lamp daadwerkelijk aan is, is het niet gevaarlijk dat de vergrendelingen worden vrijgegeven. De lamp gaat niet aan terwijl er wel wordt aangestuurd. Hierop worden echter geen vergrendelingen vrijgegeven. De lamp wordt aangestuurd maar is niet aan. Onterechte detectie lamp aan. Hierdoor kan er onterecht een vergrendeling worden vrijgegeven.
De enige gevaarlijke fout die er kan optreden is wanneer er een terugmelding wordt gegeven terwijl de lamp uit is. Het wel of niet aangestuurd zijn van de lamp is hierbij dus niet van belang. In de tekening hieronder staat aangegeven waar deze gevaarlijke situatie veroorzaakt kan worden. Het betreft dus het meetcircuit, de elektronica en het veiligheidsrelais.
Handleiding Licon v5.1
Pagina 17 van 21
10.3.2
Berekening MTBFd
Bij heb berekenen van de MTBFd is er van uit gegaan dat alleen bovenstaande fout voor een gevaarlijke situatie zorgt. Met deze wetenschap is een berekening gemaakt over de gebruikte elektrische componenten en fabricage technieken. Hiervoor is gebruik gemaakt van gegevens van de fabrikanten van deze componenten en de MIL-217 methodiek (MIL-HDBK-217-Notice2). De berekening is gemaakt voor 1 kanaal. Hiervan zijn de terugmeldcontacten aangesloten op een PLC. De Licon wordt 24 uur per dag gebruikt en 8 keer per uur geschakeld. Er een omgevingstemperatuur van 25° Celsius aangehouden in een industriële omgeving. Hierbij hoort het onderstaand toepassingsschema.
De MTBFd van 1 kanaal van de Licon is bepaald op 420.017 uur.
Handleiding Licon v5.1
Pagina 18 van 21
11
Aanvullende informatie
Neem contact op met Greenland Engineering B.V. voor toepassingen, anders dan gespecificeerd in deze handleiding.
Op de website www.greenlandbv.nl is aanvullende informatie opgenomen voor de constructeur.
Contact: Greenland Engineering B.V. Modem 33 7741 MA COEVORDEN : +31 - (0)524 – 522 983 : +31 - (0)524 – 522 978 :
[email protected]
Licon is een merknaam van Greenland Engineering B.V. De Licon is intellectueel eigendom van Greenland Engineering B.V. en mag niet gekopieerd of op enige wijze gereproduceerd worden. Niets uit deze handleiding mag gekopieerd worden of aan derden ter beschikking gesteld worden zonder schriftelijke toestemming van Greenland Engineering B.V. Foto’s of gelijksoortige publicaties van de Licon mogen enkel met toestemming van Greenland Engineering B.V gepubliceerd worden of op andere wijze openbaar worden gemaakt.
Handleiding Licon v5.1
Pagina 19 van 21
12
CE-markering
Conformiteitsverklaring Hierbij verklaart ondertekende, wettig vertegenwoordiger van Greenland Engineering B.V. dat de lampbewakingsmodule
LICON voldoet aan de •
Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG (Low Voltage Directive) en de; • EMC richtlijn 2004/108/EG
De LICON voldoet aan de CE-markering indien de module wordt aangesloten en toegepast zoals beschreven in de handleiding.
Greenland Engineering B.V. Modem 33 7741 MA COEVORDEN T: +31-(0)524-522 983 F: +31-(0)524-522 978
Dhr. F.J. van Lunen
E:
Directeur
W:
[email protected] www.greenlandbv.nl
Handleiding Licon v5.1
Pagina 20 van 21
13 End-Of-Life Verklaring Greenland Engineering garandeert de levering van de Licon zoals deze in deze handleiding is beschreven tot 5 jaar na de bij deze revisie behorende datum (zie par. 1, pagina 2). Het versienummer kan verhoogd worden door verbeteringen welke aan het product worden doorgevoerd. Greenland Engineering zal op haar website publiceren wanneer de Licon uit de handel wordt genomen of niet meer in deze uitvoering geleverd kan worden. De nalevering van dit product wordt in dat geval gegarandeerd voor een periode van 5 jaar na publicatie. Als alternatief kan een ander product worden aangeboden met dezelfde functionaliteit als de Licon en met duidelijke instructies waaruit blijkt deze als vervangend product kan worden toegepast.
Handleiding Licon v5.1
Pagina 21 van 21