HANDBOEK ONDERWIJSKWALITEIT HOOFDSTUK INTERNATIONALISERING Versie 2015
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding .......................................................................................................................................... 3 1.1 DOELSTELLINGEN EN AANPAK ........................................................................................................... 4 1.2 INTERNATIONALISERING IN DE BACHELOR- EN MASTERFASE ................................................................... 5 1.3 Nationale afspraken buitenlandse studenten........................................................................... 6 1.4 Joint degrees en double degrees .............................................................................................. 7 2. Doelstellingen hoofdstuk ................................................................................................................ 8 3. Terminologie ................................................................................................................................... 9 4. Betrokkenen en taken ..................................................................................................................... 9 5. Kwaliteitseisen en aanbevelingen ................................................................................................. 11 5.1 Algemene kwaliteitseisen met betrekking tot internationalisering van het onderwijs.......... 11 5.2 Specifieke kwaliteitseisen voor de instroom van internationale degree-studenten in Engelstalige opleidingen ............................................................................................................... 12 6. Kwaliteitszorg met betrekking tot internationalisering ................................................................ 16 6.1 Interne kwaliteitszorg bij internationalisering ........................................................................ 16 6.1.1 Onderwijskwaliteitszorg bij uitgaande studenten......................................................... 16 6.1.2 Kwaliteitszorg internationaliseringproces ..................................................................... 16 6.2 Klachtenprocedures ................................................................................................................ 17
Versie 2015
2
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
1. INLEIDING Internationalisering binnen de VU kan gedefinieerd worden als: Internationalisering is het geheel aan instituuts‐brede pro‐actieve maatregelen om het complexe proces van het komen tot een daadwerkelijk internationale academische gemeenschap in hoger onderwijs te stimuleren en te faciliteren – een gemeenschap die studenten voorbereidt op hun functioneren in een geglobaliseerde werk‐ en leefomgeving 1 Deze definitie benadrukt de 'internationale gemeenschap' en veronderstelt dat activiteiten zoals mobiliteit of het werven van internationale studenten een middel zijn en niet een doel op zich. De student staat centraal binnen het internationaliseringproces. Het doel van internationalisering is, zoals hierboven in de definitie beschreven, om studenten die competenties, kennis en vaardigheden mee te geven die nodig zijn op de internationale arbeidsmarkt. Dit is in lijn met hetgeen in de Onderwijsvisie van de VU wordt gesteld (zie de Inleiding van het Handboek).De VU realiseert zich dat de economische en politieke verhoudingen tussen de continenten in hoog tempo veranderen. Studenten die in 2015 beginnen met hun opleiding, studeren af in een wereld waarin de economieën van China en India samen even groot zijn als die van de EU. Studenten maken in het onderwijs van de VU op verschillende manieren kennis met de landen die naar verwachting op economisch, politiek en wetenschappelijk terrein een steeds belangrijkere positie gaan innemen in de wereld. De VU biedt haar studenten een (digitale) international classroom. Door de participatie van internationale docenten, onderzoekers en studenten verhoogt de VU de onderwijskwaliteit. Tevens is er in het bachelorcurriculum een keuzeruimte ingebouwd waarin de student in ieder geval een semester in het buitenland kan volgen bij een door de VU geselecteerde gekwalificeerde partner. In het Instellingsplan (IP) 2015-2020 is de ambitie van de VU als volgt verwoord: “We zijn een internationale universiteit. Ons sterk geïnternationaliseerde karakter draagt bij aan de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek en onze maatschappelijke bijdrage. Een internationale omgeving, cultuur en exposure stimuleren onze studenten en medewerkers om over grenzen te kijken”. Deze ambitie is vertaald in doelstellingen voor Internationalisering van de VU en verder uitgewerkt in een aanpak.
1
Hanneke Teekens, directeur Communicatie, NUFFIC.
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
1.1 DOELSTELLINGEN EN AANPAK In lijn met de ambities op het gebied van diversiteit groeit de VU naar een internationale cultuur, waarin studenten en medewerkers zich thuis voelen en de interactie opzoeken. De campus is een ontmoetingsplaats voor mensen met een verscheidenheid aan nationaliteiten en achtergronden. Het taalbeleid is gericht op inclusiviteit van alle VU-studenten en medewerkers op alle domeinen. Op termijn en in een gefaseerd proces ontwikkelt de VU zich naar een twee-talige campus met Nederlands en Engels als voertalen (‘languages of communication’), rekening houdend met de omgevingen waar deze gebruikt worden. Colleges worden – afhankelijk van de opleiding – in het Engels en/of Nederlands gegeven (‘languages of instruction’). Om voor alle studenten, docenten en wetenschappers over de hele wereld een aantrekkelijke universiteit te zijn, wil de VU haar internationale zichtbaarheid vergroten. het internationale profiel van opleidingen wordt aangescherpt en de aantrekkingskracht van de opleidingen wordt ten volle benut. Daardoor biedt de VU ook studenten uit de Amsterdamse regio een internationale leeromgeving en profiteert de internationale en Amsterdamse arbeidsmarkt van de onderzoeks- en onderwijsexpertise. Teneinde deze ambitie te kunnen verwezenlijken is een drietal doelstellingen geformuleerd: 1. Creëren van een internationale omgeving; 2. Versterken van ons internationaal profiel. 3. Vergroten van de internationale mobiliteit van onze studenten en medewerkers. De maatregelen die genomen worden om deze doelstellingen te realiseren zijn gericht op het creëren van: Internationale omgeving • We ontwikkelen een aantrekkelijke internationale campus waarop opleidingen in het Engels of in het Nederlands worden gegeven • We creëren een internationale leeromgeving (international classroom) • We ontwikkelen een uitdagend internationaal curriculum met Engelstalige minors en researchmasters, gericht op de vier profileringsthema’s • Studenten met diverse achtergronden en nationaliteiten worden met elkaar in contact gebracht door middel van gezamenlijke voorlichting, evenementen en programma’s Internationaal profiel • We spelen in op het internationale karakter, de cultuur en carrièremogelijkheden van Amsterdam
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
• We benoemen buitenlandse universiteiten, instituten en onderzoeksorganisaties als voorkeurpartners • We sluiten ons aan bij internationale strategische onderzoeksconsortia en bij het internationale HR- logo voor onderzoekers. • We investeren in langetermijnrelaties in Zuid-Afrika en Indonesië Mobiliteit • We stimuleren studenten om in het buitenland te studeren • We stimuleren buitenlandse sabbaticals voor wetenschappelijke medewerkers • We optimaliseren de informatievoorziening en services voor inkomende en uitgaande uitwisselings- en diplomastudenten • We werven internationale studenten, promovendi en medewerkers
1.2 INTERNATIONALISERING IN DE BACHELOR- EN MASTERFASE De bacheloropleiding bereidt studenten voor op een zich internationaliserende masterfase en op een arbeidsmarkt die internationale en multiculturele competenties vraagt. •
• •
Studenten moeten zich in de bachelorfase voorbereiden op de masterfase die internationaler georiënteerd is, en op een arbeidsmarkt die internationale competenties vraagt. Een internationale ervaring in de bachelorfase is daarom een minimumeis. Er is een even grote groep inkomende als uitgaande uitwisselingsstudenten; De VU-bachelorstudenten die niet naar het buitenland gaan, volgen in elk geval een Engelstalig vak in een internationale community en/of van buitenlandse docenten. Hiervoor moeten de Engelstalige studieonderdelen verder worden ontwikkeld en uitgebreid. Minoren en honourscursussen worden in de regel in het Engels gegeven. Het VU-UvA honours programme is volledig Engelstalig.
De internationale instroom van studenten in Engelstalige masteropleidingen stijgt. Daarmee wordt aan één van de vereisten van een een international classroom voldaan.. Daarnaast wil de VU door internationaal te werven meer excellente studenten aantrekken en daarmee het niveau in de “classroom” verhogen. Het VU-fellowship programme is daar specifiek op gericht. Teneinde internationale instroom te bevorderen en de VU aantrekkelijk te maken voor internationale
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
wetenschappelijke staf worden de meeste masteropleidingen in het Engels aangeboden. Bewezen Engelse taalvaardigheid is daarom een vereiste voor zowel studenten als uiteraard ook docenten.
De VU zorgt voor een gedifferentieerd aanbod van masteropleidingen gericht op verschillende groepen studenten in verschillende fases van hun professionele ontwikkeling. Het gaat daarbij om: • Internationale researchmasters, die gekoppeld zijn aan de onderzoekszwaartepunten van de VU. Deze opleidingen zijn selectief en richten zich op studenten die speciaal voor die masters voor de VU kiezen; • Academic masters die voorbereiden op functies waar wetenschappelijke kennis en inzichten worden toegepast in werksituaties. Een deel van deze academic masters is gericht op een selecte groep studenten en is vaak internationaal georiënteerd; • De VU-masters sluiten gericht aan op de eisen van de nationale en internationale arbeidsmarkt. Eindtermen van masteropleidingen worden met de toekomstige werkgevers afgestemd. In de (inter)nationale werving maakt de VU optimaal gebruik van haar aantrekkelijke geografische ligging in Amsterdam en aan de Zuidas. • De VU formuleert een beleid gericht op duurzame, longitudinale relaties in onderzoekssamenwerking en uitwisseling van PhD’s en masterstudenten met de focuslanden Indonesië, en Zuid-Afrika. • In de internationale studentenwerving wordt de aantrekkingskracht van de stad Amsterdam optimaal benut. In Amsterdam Economic Board verband wordt samengewerkt om studenten te werven, binden en behouden voor de internationaal georiënteerde regionale arbeidsmarkt. Denk hierbij aan gezamenlijke missies naar het buitenland, career services, huisvestingsafspraken, afspraken met bedrijven over afstudeerstages en werk et cetera. • De VUFP beurs wordt ingezet voor het werven van excellente buitenlandse studenten voor zowel researchmasters als academic masters. De eisen om in aanmerking te komen voor een beurs liggen hoger dan de reguliere toelatingseisen voor het masteronderwijs. • De VU heeft instellingsbreed eisen gesteld aan Engelse taalvaardigheid. Deze gaan uit boven die uit de Gedragscode (zie hieronder).
1.3 NATIONALE AFSPRAKEN BUITENLANDSE STUDENTEN De VU heeft de Gedragscode aangaande de internationale student in het hoger onderwijs ondertekend. De Gedragscode is een gezamenlijk initiatief van de ministeries van onderwijs en het ministerie van Justitie / de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND). Doel van de gedragscode is dat de ondertekenaars (hoger onderwijsinstellingen) zich in hun werving van internationale studenten houden aan enkele afspraken. Definitie van de internationale student is hier: "Internationale student: een student met een buitenlandse nationaliteit die – voor zover het een verblijfsvergunningplichtige student betreft op
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
basis van een daartoe afgegeven verblijfsvergunning – onderwijs gaat volgen, volgt of heeft gevolgd aan een in Nederland gevestigde onderwijsinstelling. Definitie van de internationale Uitwisselingsstudent: De internationale student die in het kader van een daartoe opgezet uitwisselingsprogramma gedurende een periode van minimaal 3 maanden tot maximaal 12 maanden onderwijs gaat volgen, volgt of heeft gevolgd aan een in Nederland gevestigde onderwijsinstelling en daarvoor niet aan die onderwijsinstelling als reguliere student wordt ingeschreven en gediplomeerd. De eisen tot genoemde gedragingen beschermen enerzijds de student, anderzijds haalt de instelling studenten naar Nederland volgens IND‐regelgeving. Dit om oneigenlijk gebruik van 'het verblijfsrecht in Nederland op basis van studie’ te beperken. Ondertekenaars van de code mogen namelijk studenten naar Nederland halen via een Machtiging tot Voorlopig Verblijf (verkorte procedure). Sinds de invoering van het Modern Migratiebeleid is de studievoortgangnorm voor verblijfsvergunningsplichtigen van kracht, waarbij studenten 50% van de totale studielast per jaar moeten halen. Hierop wordt gemonitord. De Gedragscode is gunstig voor de student omdat de VU zich hiermee verplicht aan, grofweg gezegd, duidelijke, Engelstalige communicatie en voorlichting over het geboden, geaccrediteerde onderwijs.
1.4 JOINT DEGREES EN DOUBLE DEGREES Naast individuele studenten die een deel van hun onderwijs in het buitenland volgen en buitenlandse studenten die een deel van, of hun hele opleiding, aan de VU volgen is er in toenemende mate sprake van opleidingen die een samenwerking aangaan met opleidingen in het buitenland om zo te komen tot de zogenaamde joint‐ of double degree opleidingen. Een double degree betreft een onderwijsprogramma dat door twee instellingen gegeven wordt en dat aan het eind twee graden oplevert, één voor de Nederlandse instelling en één voor de buitenlandse instelling. Sinds de wetswijziging ‘Versterking besturing’ in de Wet op het Hoger Onderwijs is het ook mogelijk om een opleiding te volgen die opleidt tot een joint degree. Een joint degree is een graad die een instelling verleent, samen met een of meer instellingen in binnen‐ of buitenland, nadat de student een studieprogramma heeft doorlopen waarvoor de samenwerkende instellingen samen verantwoordelijk zijn. Het Erasmus Mundus programma van de EU richt zich op partnerschappen binnen Europa om uitwisselingen van Europese hoger onderwijsinstellingen met landen binnen en buiten de Europese Unie te bevorderen. Het Erasmus Mundus programma bevordert het toekennen van gezamenlijke diploma’s. Het zorgt ook voor meer samenwerking tussen universiteiten en mobiliteit voor studenten, onderzoekers en academische staf. De mobiliteit kent twee kanten: de deelnemers doen kennis en ervaring op, maar brengen die ook in hun nieuwe omgeving. Het programma moet de aantrekkelijkheid en bekendheid van Europese universiteiten vergroten, waardoor internationale studenten ook voor Europa kiezen, eerder dan bijvoorbeeld voor
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
Amerika. Binnen het Erasmus Mundus programma worden Joint Master degree programma’s aangeboden. De programma’s bestaan uit een gezamenlijk curriculum dat gegeven wordt door samenwerkende instellingen uit tenminste drie Europese landen. Zowel studenten van binnen als buiten de EU kunnen zich aanmelden voor deze programma’s. De NVAO kent sinds juni 2010 een apart protocol voor accreditatie van joint degree programma’s. In mei 2015 hebben de ministers van Onderwijs in de European Higher Education Area (EHEA) in Jerevan (Armenië) een nieuwe Europese aanpak voor de kwaliteitsbeoordeling van joint programmes aanvaard. Het overeengekomen Europese kader European Approach for Quality Assurance of Joint Programmes maakt het mogelijk om op basis van één kwaliteitsbeoordeling accreditatie in alle landen van de EHEA te verkrijgen waar opleidingsaccreditatie verplicht is. Hiermee wordt voorkomen dat joint programmes in meer landen een beoordelingsprocedure (met verschillende panels, site visits, rapporten, et cetera) moeten ondergaan. Voorwaarde is dat de organisatie die de beoordeling uitvoert, is geregistreerd in het European Quality Assurance Register for Higher Education (EQAR) en voor de beoordeling het Europese kader gebruikt. De Europese aanpak geldt voor joint programmes waarvoor de volgende definitie is afgesproken: “Joint programmes are understood as an integrated curriculum coordinated and offered jointly by different higher education institutions from EHEA countries, and leading to double/multiple degrees or a joint degree.” Joint programmes kunnen dus tot verschillende wijzen van graadverlening leiden: twee diploma’s (double degrees), meer dan twee diploma’s (multiple degrees) of één gezamenlijk diploma (joint degree) zijn mogelijk. Bij joint degrees hanteert de NVAO een protocol dat is gebaseerd op de Nederlandse regelgeving inzake joint degrees. Er zijn protocollen voor nieuwe en bestaande opleidingen. De Nederlandse wetgeving maakt het mogelijk om een joint degree te verbinden aan zowel een opleiding als aan een programma (afstudeerrichting) binnen een opleiding. Binnen de VU kunnen faculteiten met vragen over double- en joint degree programma’s terecht bij SOZ (International Office en afdeling Onderwijs en Kwaliteitszorg).
2. DOELSTELLINGEN HOOFDSTUK In dit hoofdstuk wordt aangegeven wie welke taken heeft bij internationalisering van het onderwijs aan de VU en welke afspraken hierover binnen de VU gemaakt zijn. Het is de bedoeling dat zowel diensten als faculteiten hier kennis van nemen en zo nodig activiteiten en doelstellingen vertalen in hun eigen activiteiten en beleid. Zaken aangaande internationale stages komen niet in dit hoofdstuk aan de orde, maar in het Hoofdstuk Stage en Thesis.
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
3. TERMINOLOGIE In dit hoofdstuk worden verschillende groepen studenten als volgt aangeduid: Internationale studenten: studenten met een buitenlandse nationaliteit die onderwijs volgen aan de VU. Deze kunnen onderverdeeld worden in twee typen internationale studenten, namelijk degree‐ studenten: internationale studenten die hun gehele opleiding aan de VU volgen, en inkomende exchange‐studenten: internationale studenten die een deel van hun opleiding aan de VU volgen. Daarnaast worden VU‐studenten die een deel van hun opleiding in het buitenland volgen ook aangeduid met de term uitgaande exchange‐studenten. Overige termen: Internationalization at home (iah): Deze term wordt gebruikt voor het opdoen van internationale ervaringen aan de VU doordat studenten onderwijs krijgen van buitenlandse docenten, onderwijs volgen samen met internationale studenten (international classroom), onderwijs volgen in een vreemde taal (meestal Engels), stages lopen bij internationaal georiënteerde bedrijven en instellingen in Nederland.
4. BETROKKENEN EN TAKEN Het instellingsplan is leidend voor de activiteiten van het International Office. De CvB voorzitter is dossiereigenaar internationalisering en volgt de voortgang van de doelstellingen. Daarnaast geldt de Onderwijsvisie van de VU als leidraad. Het International Office (IO) De VU heeft alle ondersteunende internationaliseringactiviteiten in één international office (IO) gebundeld. Het IO wordt aangestuurd door een directeur en is onderdeel van de Dienst Studenten Onderwijszaken (SOZ). De directeur rapporteert zowel aan de directeur van de Dienst als rechtstreeks aan het College van Bestuur. Het IO omvat 3 units: De Unit Mobility; hieronder vallen drie hoofdprocessen namelijk de instroom van degreestudenten, de inkomende en uitgaande exchange, en het aanbod aan international services. Deze drie hoofdprocessen worden kortweg aangeduid als Degree, Non-degree en Services. Gedurende het hele proces dat de student volgt (oriëntatie, aanmelding, inschrijving, aankomst, verblijf en vertrek) levert het IO services aan de student. Denk aan diplomawaardering, arrival days, visumen verblijfsvergunningsaanvraag, huisvesting, career services, buddy programma, scholarships, Nederlandse bankrekening et cetera. Het IO heeft voor elke faculteit een accountmanager die haar zaken behartigt. De student krijgt tijdens zijn/haar studie aan de VU career services aangeboden zoals CV check, hoe in Nederland te solliciteren en een career event waar
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
verschillende bedrijven hun aanbod tonen. Tijdens de studie kan de student deelnemen aan social events met andere internationale en Nederlandse studenten. De unit Policy & Business Development. Deze unit ondersteunt de implementatie van de ambities uit het Instellingsplan en de Onderwijsvisie en ziet toe op correcte implementatie van relevante wet- en regelgeving Daarnaast volgt ze internationale trends en opportunities en vertaalt deze naar VU-beleid. De unit beheert het VU Fellowship Programme (VUFP) en ondersteunt de commissie die verantwoordelijk is voor de beurstoewijzingen. De derde unit is het Centrum voor Internationale Samenwerking (CIS) dat projecten acquireert en uitvoert die bijdragen aan capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden en opkomende economieën. Het IO voert beleid op het beheer van VU‐brede en facultaire partnercontracten en bouwt relaties op met buitenlandse instellingen en organisaties, zoals ambassades en Netherlands Education Support Offices (NESO’s). Het IO informeert V U studenten over de mogelijkheden van een uitwisseling bij een van de VU partners. Het IO verstrekt informatie over de (partner)universiteiten, over hun Engelstalige aanbod, en over de procedures die ze moeten doorlopen om een uitwisseling te regelen. Het IO beheert VU en Europese beurzen die een student aan kan vragen voor een exchange en rapporteert aan de subsidieverstrekker. Het IO beheert de partnercontracten en evalueert jaarlijks de kwaliteit van het contract aan de hand van studentenquêtes en de gerealiseerde balans tussen inkomende en uitgaande studenten. Het IO en de Dienst Communicatie & Marketing (C&M) werven onder internationale studenten voor instroom in een Master‐ of Bacheloropleiding. MIVU rapporteert over aantallen internationale studenten en bewaakt mede de gehanteerde definities. Het Centrum voor Studie en Loopbaan van SOZ levert career services aan internationale studenten door CV’s en sollicitatiebrieven te checken. Het Taalcentrum biedt de mogelijkheid tot een Nederlandse taalcursus ‘Daily Dutch’ voor de internationale studenten. Faculteiten stimuleren uitwisseling van studenten, docenten en onderzoekers met buitenlandse instellingen door bijvoorbeeld partnercontracten te initiëren, mobiliteitsstromen te financieren, en gastdocenten en ‐onderzoekers uit te nodigen voor seminars of colleges. Faculteiten verzorgen een goede studieomgeving voor hun internationale studenten. In facultaire plannen beschrijft men de internationaliseringsambities. De Toelatingscommissie van een opleiding toetst of een gegadigde voldoet aan de toelatingseisen die gesteld zijn door het Faculteitsbestuur en komt tot een advies (evt. na consultatie van de centrale diplomawaardering van het IO) aan het College van Bestuur over de toelating van internationale bachelordegree‐studenten. De toelatingscommissie adviseert het faculteitsbestuur over toelating van internationale studenten tot Engelstalige masteropleidingen. In de praktijk
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
worden de taken van de toelatingscommissie in geval van een aantal faculteiten neergelegd bij de leden van de Examencommissie. Docenten, studieadviseurs en studieverenigingen hebben een belangrijke taak bij het stimuleren van studenten tot het opdoen van een internationale ervaring. De docent heeft een voorbeeldfunctie en kan door eigen internationale samenwerking de studenten stimuleren tot internationaliseren. Daarnaast kunnen zijn/haar internationale contacten als goede start dienen. Naast de voorlichtende rol over buitenlandervaringen, hebben docenten en ook studieadviseurs en studieverenigingen een adviserende rol bij het stimuleren van studenten tot het aanvragen van (prestigieuze) beurzen (zowel inkomend als uitgaand).
5. KWALITEITSEISEN EN AANBEVELINGEN 5.1 ALGEMENE
KWALITEITSEISEN MET BETREKKING TOT INTERNATIONALISERING VAN HET
ONDERWIJS 1. De VU communiceert tweetalig (Ned./Eng.): a. Informatievoorziening over diensten en services van de VU is tweetalig; b. Nieuwsberichten over de VU op de facultaire en VU site zijn tweetalig; 2. Personen binnen het IO die in direct contact staan met internationale studenten zijn makkelijk bereikbaar, verstrekken bij voorkomende vragen en problemen direct informatie en trachten problemen snel op te lossen. 3. De opleiding legt in de OER vast op welke manier elke bachelorstudent een internationale ervaring opdoet. In het model‐OER staat hierover: - In de bacheloropleiding wordt aandacht besteed aan het verwerven van interculturele competenties. - In het opleidingsspecifieke deel van de onderwijs- en examenregeling zijn de onderwijseenheden aangewezen waarmee voldaan wordt aan de eis, bedoeld in het eerste lid. Aan de eis kan tevens worden voldaan door bijvoorbeeld: a. een studieperiode of stage in het buitenland; b. een stage bij een internationale organisatie in Nederland; c. een onderwijseenheid gericht op de internationale dimensies van het vakgebied; d. een onderwijseenheid, gericht op een internationaal vakgebied. 4. De opleiding geeft tevoren aan welke onderdelen van de bacheloropleiding in het Engels verzorgd worden.
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
5. Als een opleiding in zijn voorlichtingsmateriaal aangeeft dat de voertaal Engels is, dient de opleiding ook in het Engels verzorgd te worden, ongeacht de aan‐ of afwezigheid van internationale studenten. 6. Docenten en ondersteunend personeel betrokken bij Engelstalige onderwijsonderdelen beheersen het Engels goed (docenten die Engelstalig onderwijs geven moeten in het Engels actieve en passieve vaardigheden bezitten op niveau C1, OBP‐medewerkers die met studenten in aanraking komen dienen competentieniveau B2 te hebben, Nota Taalbeleid Taalcentrum‐VU d.d. 05‐07‐2008). 7. De opleiding heeft een duidelijke procedure voor het verkrijgen van goedkeuring voor in het buitenland te volgen studieonderdelen door studenten. Deze procedure staat in de studiegids. 8. De student dient een aanvraag voor in het buitenland te volgen studieonderdelen tijdig voor te leggen aan de examencommissie van de opleiding, volgens de in de studiegids beschreven procedure. 9. De examencommissie dient bij aanvraag voor goedkeuring van in het buitenland te volgen studieonderdelen tijdig aan te geven welke te volgen studieonderdelen meetellen voor het curriculum en voor welk aantal ECTS. 10. Voor het ontwikkelen van joint- en double degrees is de faculteit gehouden aan geldende kwaliteitseisen.
5.2 SPECIFIEKE KWALITEITSEISEN VOOR DE STUDENTEN IN ENGELSTALIGE OPLEIDINGEN
INSTROOM VAN INTERNATIONALE DEGREE-
1. Engelstalige opleidingen stellen tijdig betrouwbare en eenvoudig toegankelijke informatie aan de internationale degree‐student ter beschikking over het aangeboden onderwijs, tenminste met betrekking tot: a. De status van de opleiding in termen van accreditatie; b. de criteria waaraan de kwaliteit van het onderwijs dient te voldoen, alsmede de interne procedures om deze kwaliteit te waarborgen; c. een beschrijving van de opleiding en het te behalen getuigschrift alsmede de onderwijs‐ en examenregeling (of een daarmee vergelijkbare regeling) dan wel een samenvatting daarvan; d. de toelatingseisen voor de opleiding, inclusief procedures voor toelating en inschrijving en de daarmee verbonden kosten; e. de taal waarin het onderwijs gegeven wordt; f. aanvullende vergoedingen die de onderwijsinstelling mogelijk van de student vraagt in
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
het kader van het bovenstaande dan wel in paragraaf 3 (Agenten), 4 (Toelating en inschrijving tot de opleiding) en 5 (aanbod voor en begeleiding van studenten) genoemde diensten van de Gedragscode; g. de normering en de handhaving van de studievoortgangsnorm zoals gesteld in de Gedragscode, paragraaf 5. 2. Engelstalige opleidingen hebben een duidelijke, uniforme toelatingsprocedure voor internationale degree‐studenten en passen deze eenduidig toe. Selectiviteit mag alleen gebaseerd worden op duidelijk geformuleerde toelatingseisen. 3. Premasterprogramma's voor Engelstalige masteropleidingen zouden bij voorkeur in het Engels verzorgd moeten worden. Het premasterprogramma voor internationale degree‐ studenten is echter vaak maatwerk, waardoor het uit praktisch oogpunt niet altijd haalbaar is om het volledige premasterprogramma in het Engels aan te bieden. 4. Het toelatingsproces beslaat 30 dagen. Daaronder vallen aanmelding, selectie en toelating van internationale degree‐studenten. 5. De facultaire accountmanagers internationalisering en faculteiten maken afspraken over de verantwoordelijkheden die de verschillende actoren in het proces hebben naar de internationale degree‐student maar ook naar elkaar. 6. Faculteiten/opleidingen dienen de volgende algemene eisen te hanteren op het gebied van verworven kennis en inzichten tijdens de vooropleiding van een aankomende internationale degree‐student: a. De student bezit bij toelating leervaardigheden die hem/haar in staat stellen de desbetreffende vervolgstudie aan te gaan. b. De student beschikt bij toelating over kennis op het niveau van internationale wetenschappelijke handboeken en wetenschappelijke publicaties van de theorieën, methoden & technieken en grondslagen behorende bij het vakgebied. c. De student dient bij toelating in staat te zijn zelfstandig specifieke onderzoeks‐ en analysemethoden te hanteren. d. Bij de internationale instroom in de masteropleidingen gelden eisen voor de beheersing van het Engels, en er moet door middel van een test worden nagegaan of de student hieraan voldoet (zie eisen in Gedragscode, paragraaf 4.2). In afwijking van het gestelde in artikel 4.2 kan een onderwijsinstelling een internationale student die zijn vooropleiding heeft genoten in het Engels, vrijstellen van de verplichting een taaltest af te leggen. De landelijke commissie kan de onderwijsinstelling verzoeken een verklaring van Nuffic te overleggen, waarin wordt bevestigd dat de vooropleiding in de Engelse taal is genoten.
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
In geval van een uitwisselingsprogramma voor een Engelstalige opleiding worden in de overeenkomst tussen de zendende en ontvangende onderwijsinstelling afspraken gemaakt ter zake van de beheersing van het minimale taalniveau Engels van de internationale student. De onderwijsinstelling geeft op verzoek van de landelijke commissie inzage in de overeenkomst met de zendende onderwijsinstelling. In de model‐OER voor bacheloropleidingen staat hierover: 1. Aan de eis inzake beheersing van de instructietaal Engels , is voldaan na het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens of een equivalent daarvan: - IELTS: 6.0 - TOEFL paper based test: 550 - TOEFL computer based test: 213 - TOEFL internet based test: 79-80 - Cambridge Advanced English: A, B of C. 2. Vrijstelling van het een in het eerste lid genoemd examen Engels wordt verleend aan degene die niet langer dan twee jaar voor aanvang van de opleiding: - een in het eerste lid bedoelde test met een voldoende voor alle onderscheiden onderdelen heeft afgerond, of - heeft voldaan aan de eisen van de VU-test Engelse Taalvaardigheid, TOEFL ITP, minimaal met de scores zoals bepaald in het eerste lid, of - een vooropleiding secundair of tertiair onderwijs heeft genoten in een Engelstalig land dat als zodanig is vermeld op de website van de VU, of; - die over een diploma ‘international baccalaureate’ (Engelstalig) beschikt.] In de model‐OER voor masteropleidingen staat hierover: 1. De student die toelating wenst tot een masteropleiding die geheel of gedeeltelijk in de Engelse taal wordt verzorgd, toont voor aanvang van de opleiding aan te beschikken over voldoende Engelse taalvaardigheid bedoeld in artikel 2.4, tweede lid onder e, door te voldoen aan tenminste de onderstaande normen van een van een van de volgende examens 2: • Academic test IELTS: 6.5 • TOEFL paper-based test: 580 • TOEFL computer-based test: 237 • TOEFL Internet-based test: 92-93 • Cambridge Certificate in Advanced English (CAE): A, B&C • Cambridge Certificate of Proficiency in English (CPE): A&B
2
Zie VUnet voor de Richtlijn Masteropleidingen.
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
2. Aan de in het eerste lid bedoelde toets worden geacht te hebben voldaan: - zij die niet langer dan twee jaar voor aanvang van de opleiding een in het eerste lid bedoelde test met een voldoende voor alle onderscheiden onderdelen hebben afgerond; - zij die hebben voldaan aan de eisen van de VU-test Engelse Taalvaardigheid, TOEFL ITP, minimaal met de scores zoals bepaald in het eerste lid; - zij aan wie een bachelorgraad is verleend in een Engelstalig land dat als zodanig is vermeld op de website van de VU. 3. Indien voor afronding met goed gevolg noodzakelijk, kan in het opleidingsspecifieke deel voor de toelating tot de opleiding ofwel voor de deelname aan een bepaalde onderwijseenheid een hogere norm dan vastgesteld in het eerste lid worden bepaald door het faculteitsbestuur. 4. International Office garandeert huisvesting aan internationale degree‐studenten bij aanvraag voor een bepaalde datum. 5. Studieprogramma coördinatoren, studieadviseurs en docenten werken samen aan een optimale begeleiding voor wat betreft studiegerelateerde kwesties. Dit om studievertraging met name in de eerste 3 maanden te voorkomen. Voor de internationale bachelor degreestudenten geldt ook de BSA. 6. Voor non-EU-ers in een Engelstalige degree-opleiding geldt tevens de studievoortangsnorm (Gedragscode).Studieadviseurs controleren of deze studenten voldoen aan de 50%‐norm (in een studiejaar moet tenminste 50 % van de proportionele nominale studielast zijn behaald door de student). Zie voor verdere toelichting de Gedragscode (paragraaf 5). 7. Internationale studenten met studie‐ en/of persoonlijke problemen worden in eerste instantie opgevangen door studiebegeleiders/programmacoördinatoren bij de faculteit, waarna de student afhankelijk van de aard van het probleem doorverwezen kan worden naar de studieadviseurs op de faculteit, de betrokken accountmanager bij het IO of de studentdecanen of ‐ psychologen bij de Dienst Student- en Onderwijszaken. 8. Dienst Communicatie & Marketing administreert Selligent (relatiebeheersysteem).
(internationale)
alumni
in
Concrete handreikingen Ad 2. Selectie kan indirect plaatsvinden door middel van wervingsbeleid gericht op specifieke doelgroepen. Ad 5. Hierbij wordt gedacht aan onder andere studievoortgangscontrole op basis waarvan opfriscursussen aangeboden worden, zoals ICT‐cursussen, kennismakingscursus met de
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
Nederlandse taal (Daily Dutch) en VU onderwijsmethode (cultuurverschillen), enzovoort.
6. KWALITEITSZORG MET BETREKKING TOT INTERNATIONALISERING 6.1 INTERNE KWALITEITSZORG BIJ INTERNATIONALISERING
Hierbij moet men onderscheid maken tussen twee invalshoeken. In de eerste plaats dient men de interne kwaliteitszorg aangaande het onderwijs zelf te beschouwen, in geval van studenten die een deel van hun onderwijs in het buitenland volgen. In de tweede plaats kan men toezien op de mate waarin het vastgestelde internationaliseringsbeleid goed ten uitvoer wordt gebracht en daarbij door middel van een kwaliteitszorgcyclus trachten de kwaliteit te monitoren en te verbeteren indien nodig. 6.1.1 Onderwijskwaliteitszorg bij uitgaande studenten Het onderwijs dat VU‐studenten in het buitenland volgen wordt uiteraard geacht aan een bepaalde minimum kwaliteit te voldoen. In het algemeen wordt dit gegarandeerd doordat de uitwisseling plaatsvindt met gerenommeerde instellingen waarmee langdurig contact wordt onderhouden bijvoorbeeld in het kader van het Erasmus programma. Daarnaast accordeert een examencommissie (of ander bevoegd orgaan) het uitwisselingsprogramma per individuele student voorafgaand aan het buitenlandverblijf. Hiermee kan tevoren bepaald worden of het gekozen programma voldoet aan de kwaliteitseisen. In geval van het volgen van een stage of het werken aan de thesis bij een buitenlandse instelling kan men de kwaliteit garanderen door aan een aantal regels te voldoen: • • •
Studenten dienen zowel een buitenlandse begeleider als een begeleider bij de VU te hebben. De buitenlandse begeleider dient minimaal een functie als Universitair Docent te hebben. De VU‐begeleider onderhoudt contact met de student en fungeert als mede‐ beoordelaar van het eindproduct van stage of thesis.
6.1.2 Kwaliteitszorg internationaliseringproces Het faculteitsbestuur is verantwoordelijk voor het internationaliseringsbeleid en voor de internationalisering van de opleidingen binnen de faculteit. Ten behoeve van de kwaliteitszorg worden systematisch gegevens bijgehouden . Gegevens over internationale degreestudenten worden door SOZ beheerd in het studenten informatie system SAP/SLM. Gegevens over docenten in SAP-HRM. Voorbeelden van meetbare kwaliteitscriteria van internationalisering zijn: •
Instroom, doorstoom en studierendement van buitenlandse studenten tot Nederlandse
Handboek Onderwijskwaliteit
• • • •
• • •
Hoofdstuk Internationalisering
studenten in de opleiding; Vergelijking van studieprestaties van buitenlandse studenten in vergelijking met Nederlandse studenten in de opleiding; Het voldoen aan eisen die gesteld worden aan de beheersing van het Engels door docenten en ondersteunend personeel; Tevredenheid van studenten over de beheersing van het Engels onder docenten (op basis van studentevaluaties van de afdeling Onderwijs en Kwaliteitszorg (OKZ) van SOZ); Tevredenheid van studenten over de mogelijkheden die zij krijgen om een internationale ervaring op te doen (op basis van de uitkomsten van de bachelorvragenlijst en de nationale studenten enquête); Tevredenheid van internationale uitwisselingsstudenten over hun studieperiode aan de VU; Tevredenheid van internationale (Master‐)studenten aan de VU (door middel van jaarlijkse enquête IO : International Student Barometer - ISB); Redenen van afhakers en no‐show studenten (worden onderzocht door afhakers en no‐show te bevragen over tevredenheid over instroomproces e.d. middels een decliners enquête).
Het faculteitsbestuur toetst of de meetbare aspecten van internationalisering voldoen aan het door haar gestelde beleid en door haar vastgestelde streefcijfers aangaande internationalisering. Deze aspecten worden door het faculteitsbestuur jaarlijks besproken, waarop indien mogelijk verbeteringen worden ingezet wanneer de streefcijfers niet gehaald worden. Met het College van Bestuur worden hierover in de bestuurlijke overleggen afspraken gemaakt. International Office toetst voor de VU als geheel of de meetbare aspecten van internationalisering voldoen aan het door haar gestelde beleid en door haar vastgestelde streefcijfers aangaande internationalisering. Daarnaast worden de door hen aangeboden diensten die niet in bovenstaande aspecten naar voren komen regelmatig geëvalueerd onder diverse gebruikersgroepen. Dit zijn in ieder geval de VU‐studenten, met inbegrip van de internationale studenten. Zo zou men doelen en streefcijfers m.b.t. aantallen studenten die geholpen worden, en tevredenheid van gebruikers van de dienst kunnen formuleren. Dergelijke prestatie‐ indicatoren zijn onderwerp van gesprek in de bestuurlijke overleggen tussen IO en College van Bestuur, waar ook afspraken ter verbetering worden gemaakt.
6.2 KLACHTENPROCEDURES
In essentie is het de bedoeling dat de kwaliteitszorg zo is ingericht dat studenten een luisterend oor vinden bij klachten en dat er met die klachten ook daadwerkelijk wat wordt gedaan. Voor zowel de internationale studenten op de VU als de VU studenten die naar
Handboek Onderwijskwaliteit
Hoofdstuk Internationalisering
het buitenland gaan of op een andere manier een internationale ervaring opdoen, is er een klachtenprocedure. De VU heeft één adres, waar studenten met alle klachten, bezwaar‐ en beroepschriften terecht kunnen, het ‘Geschillenloket’. De Ombudsman van de VU biedt een toegankelijke en veilige plek om eerst eens de klacht te bespreken, voordat er stappen worden gezet. Studentenombudsman Vrije Universiteit: mevrouw drs. E.J. Poesiat (SOZ).