EVC in de Jeugdzorg HaKa Nederland b.v. 24-11-2012
EVC in de jeugdzorg Wat is EVC? EVC staat voor Erkennen van Verworven Competenties. Het is een instrument waarmee werknemers hun kennis en ervaring - opgedaan in werk, scholing of daarbuiten - in kaart brengen en officieel laten erkennen in relatie tot een beroepsopleiding, beroep of functie. Een volwaardige EVC-procedure leidt tot landelijk erkende of branche-erkende certificaten of zelfs tot een volledig diploma. Binnen de jeugdzorg wordt er veel gedaan aan interne trainingen, intervisie en daarnaast leren medewerkers veel tijdens het werk zelf. Het is lastig om deze opgedane kennis en ervaring aan te tonen. Het EVC is een instrument waarmee de jeugdzorgwerker in staat wordt gesteld om deze kennis en ervaring aan te tonen. De resultaten van het EVC kunnen worden gebruikt om te verzilveren in een diploma of certificaat maar kan ook gebruikt worden als ontwikkelinstrument.
Ontwikkelingen binnen de jeugdzorg die aansluiten bij EVC Er zijn een aantal ontwikkelingen binnen de jeugdzorg die raakvlakken hebben met EVC: 1. 2. 3.
Actieplan professionalisering van de jeugdzorg Branche standaard Registratie van jeugdzorgmedewerkers
Hieronder wordt kort ingegaan op deze ontwikkelingen in relatie tot EVC Ad 1. Actieplan professionalisering van de jeugdzorg. In het kader van het actieplan is er een beroepsprofiel voor de jeugdzorgwerker ontwikkeld. Dit profiel is leidraad bij een aantal andere ontwikkelingen: -
Traineeship ( ontwikkelprogramma voor de startende jeugdzorgwerker) Branchestandaard Registratie Leven lang leren
Alle vier gebruiken het beroepsprofiel als uitgangspunt. Ad 2. Branche standaard Werkervaring zorgt ervoor dat een beroepsbeoefenaar steeds kundiger wordt en het handelen steeds beter aansluit bij de praktijk. De praktijk is namelijk altijd complexer dan wat in theorieën, stappenplannen of richtlijnen is te vatten en meer divers dan tijdens een opleiding geleerd kan worden. Voor de ontwikkeling van beroepsbeoefenaars in de praktijk en voor een goede inzetbaarheid is het belangrijk om werkervaring meetbaar te maken. Hiervoor is een standaard nodig. Werkgevers en werknemers krijgen door deze standaard te gebruiken zicht op wat van een beroepsbeoefenaar wordt verwacht. De standaard biedt de mogelijkheid om branchegerichte erkenningen in te voeren ( branche standaard) waarin de mate van vakvolwassenheid is omschreven Voor de toetsing van de vakvolwassenheid van medewerkers zijn branchestandaarden ontwikkeld. In de meeste gevallen vindt toetsing plaats middels een EVC. Deze standaarden geven aan in hoeverre een medewerker een gevorderde professional, bekwame of vakvolwassen professional is.
2
De resultaten van een toets aan de branchestandaarden zijn te gebruiken voor: -
-
Loopbaanmanagement. De resultaten vormen een goed beeld van de mate waarin medewerkers de competenties uit hun beroep of functie beheersen. Ze geven daarmee richting aan leeractiviteiten en aan aandachtspunten in HRM. Medewerkers die door willen groeien. Branchecertificering.
In onderstaand schema is te zien welke fases er te onderscheiden zijn binnen de ontwikkeling van een professional en voor welke niveaus er een EVC standaard is. Een medewerker kan zijn ervaringscertificaat waarin de resultaten van het EVC zijn opgenomen verzilveren voor een branche certificaat. Dit EVC moet dan wel zijn afgenomen door een erkende EVC aanbieder. competentie a startende professional
uitstroomprofiel HBO
niveau 1 competentie b niveau 1 competentie a
gevorderde professional
niveau 2 EVC, traineeship competentie b niveau 2
Beroepsprofiel Jeugdzorgwerker
competentie a niveau 3
bekwame professional
EVC
vakvolwassen professional
EVC
competentie b niveau 3
expert
Ad.3. Registratie Vanaf januari 2014 moeten jeugdzorgwerkers geregistreerd worden. Om geregistreerd te blijven is het van belang dat zij zich blijvend ontwikkelen. Met behulp van een EVC kan een medewerker zijn ontwikkelingen zichtbaar maken maar het geeft ook aan op welke onderdelen een medewerker zich nog verder kan ontwikkelen. In het kader van de registratie wordt momenteel onderzocht op welke manier de branche standaard een rol kan krijgen ( toelating tot register, registerpunten) Ad.4. Leven lang leren Vanuit het Actieplan professionalisering in de Jeugdzorg is aangegeven dat medewerkers zich blijvend zouden moeten ontwikkelen om op deze manier de kwaliteit van het werk op niveau te houden. Daarnaast verbinden medewerkers zich aan de beroepscode voor de jeugdzorgwerker als zij zich laten registreren. Ook in deze beroepscode is opgenomen dat een medewerker de eigen deskundigheid op peil dient te houden.
3
Uit diverse onderzoeken blijkt dat het leren op de werkplek betere resultaten oplevert dan trainingen. Trainingen zijn in een aantal gevallen wel nodig maar organisaties kunnen de transfer van het geleerde naar de praktijk beter borgen. Het voorbereiden op een EVC door het vullen van een portfolio kan hier een bijdrage aan leveren.
Het inzetten van EVC binnen organisaties Door bovenstaande ontwikkelingen wordt het voor organisaties in de jeugdzorg steeds interessanter om medewerkers voor te bereiden op een EVC. Het heeft de volgende voordelen: -
Het leren op de werkplek wordt gewaardeerd. Medewerkers krijgen meer zicht op datgene wat ze leren tijdens het werken. Het geeft richting aan te ontwikkelen competenties. Het geeft organisaties en medewerkers om de diverse niveaus van werken zichtbaar te maken. Het geeft mogelijkheden voor loopbaanplanning. Het in kaart brengen van competenties kan de mobiliteit op de arbeidsmarkt vergroten. Het geeft de organisatie de mogelijkheid meer te sturen op het ontwikkelen van medewerkers.
Bij het werken met een portfolio en het invoeren van EVC zijn er echter een aantal valkuilen. Uit een onderzoek1 binnen jeugdzorg uit 2008 blijkt het volgende: “Van de 107 kandidaten die zich hebben aangemeld voor een EVC procedure hebben uiteindelijk slechts 59 kandidaten de EVC-procedure afgerond. Dat is net 50%. Overige kandidaten zijn na de intake of gedurende de EVC-procedure afgehaakt vanwege persoonlijke redenen, maar vooral ook vanwege (het ontbreken van) de begeleiding, de tijdsinvestering in relatie tot onduidelijke beoordelingscriteria en de ontmoedigende informatie uit de intakegesprekken. Dit speelt vooral binnen het HBO.” Naar aanleiding van dit onderzoek is de branchestandaard ontwikkeld en zijn de beoordelingscriteria duidelijker vastgelegd. Ondanks deze aanpassingen is uit een pilot rondom EVC in de jeugdzorg in 2011/12 gebleken dat het nog steeds moeilijk is om een portfolio zo te vullen dat het voldoet aan de criteria van een EVC. Ook hier bleek de begeleiding en onduidelijke verwachtingen een knelpunt. Het is dus voor organisaties van groot belang om de begeleiding rondom het vullen van een portfolio goed te organiseren. HaKa Nederland b.v. heeft een instrument ontwikkeld( HaKaContent) waarmee organisaties de medewerkers kunnen voorbereiden op het af te nemen EVC. HaKaContent biedt organisaties de volgende mogelijkheden: -
Heldere structuur over wat er geleerd moet worden. Relatie van de competenties met de trainingen en ander ontwikkel aanbod binnen de eigen organisatie. Overzicht wat een medewerker kan/moet inleveren aan bewijsdocumenten in het portfolio. Heldere criteria waaraan de documenten in het portfolio moeten voldoen. Het verloop van de ontwikkeling kan als input dienen voor ontwikkelgesprekken. Het logo van de eigen organisatie wordt gebruikt. Goede aansluiting op EVC procedures.
Om het proces goed te laten verlopen is het zinvol om intern begeleiders ( leermeester, mentor) op te leiden. Zij kunnen binnen het systeem feedback geven op de ingeleverde bewijsdocumenten en kunnen de medewerker ondersteunen bij het maken van een ontwikkelplan.
1
Evaluatie rapport W&MD en Jeugdzorg 2008. ( te vinden op website www.FCB.nl)
4
Uitleg HaKaContent Via een aantal screenprints zal er meer duidelijk worden over HaKa-content.
Dit is een voorbeeld van de organisatie OCK het Spalier. Op dit scherm is te zien welke opleidingen zij aanbieden.
Op dit scherm ziet de medewerker wat hij moet doen zoals welke opdrachten moet ik inleveren. Daarnaast kan hij/zij vanuit dit scherm naar verschillende onderdelen doorklikken.
Deelnemer: ‘mijn leertraject’
Op dit scherm ziet de medewerker wat het leertraject is dat hij/zij moet doorlopen. Op het moment dat dit gekoppeld is aan een EVC zullen alle onderdelen van het EVC hierin zijn opgenomen.
5
Deelnemer: een opdracht
Hier ziet de medewerker welke bewijsdocumenten er ingeleverd moeten worden. Tevens wordt er per organisatie aangegeven wat de activiteiten binnen de organisatie zijn die ondersteunend zijn. Bv trainingen, werkbegeleiding etc.
Deelnemer: opdrachtenvoortgang
Deelnemer: ‘mijn portfolio’
Op deze pagina kan de deelnemer zijn voortgang per onderdeel zien. Dit kan gebruikt worden in de begeleiding met de leermeester/mentor maar kan ook gebruikt worden tijdens ontwikkelgesprekken
Hier is de voortgang van het vullen van het portfolio te zien. Op het moment dat het portfolio vol is kan er voor gekozen worden om het portfolio in te leveren bij een EVC aanbieder.
6
Begeleider: ‘mijn deelnemers’
De begeleider ( leermeester/mentor) heeft de mogelijkheid om feedback op de ingeleverde documenten te geven en aan te geven ze geschikt zijn om mee te nemen als definitief stuk voor het EVC. Op deze manier wordt voorkomen dat deelnemers aan een EVC traject beginnen en vervolgens er achter komen dat de documenten iet voldoen.
Mochten er vragen zijn dan kunt u contact opnemen met Karin Kleine Tel: 06-31956723 Mail:
[email protected]
7