Grootrond trajectstempels De Nederlandse spoorwegen Het Nederlandse spoorwegnet was in de beginjaren vrij eenvoudig van opzet maar werd later bijzonder gecompliceerd. In 1855 bestonden slechts vier trajecten in Nederland: -
-
Amsterdam-Haarlem-Leiden-Den Haag-Rotterdam. Dit traject werd geëxploiteerd door de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HSM of HIJSM, c.q. HYSM, opgericht in 1837). Aken-Maastricht. Dit traject was van de Aken-Maastrichtsche Spoorweg-Maatschappij (AM). Amsterdam-Utrecht-Arnhem en Amsterdam-Utrecht-Rotterdam. Dit traject werd beheerd door de Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij (NRS, voorheen de N.V. Dutch Rhenish Railway Company). Moerdijk-Zevenbergen-Roosendaal-Essen-Antwerpen en Roosendaal-Breda. Dit laatste traject werd geëxploiteerd door de Société anonyme des chemins de fer d'Anvers à Rotterdam (AR).
Naamstempel, verstrekt op 31 december 1892
Haltestempel ROTTERDAM in rood
De verschillende trajecten sloten niet op elkaar aan. In Amsterdam en Rotterdam werkten de NRS en de HSM geheel afzonderlijk van elkaar. In Rotterdam was het Maasstation van de NRS en station Delftsche Poort van de HSM. Station Willemspoort van de HSM in Amsterdam was tegenover de uitspanning d’Een Honderd Roe, aan de noordzijde van de Trekvaart gebouwd. De NRS had als station Weesper Poort. Bij de uitbreiding van het spoorwegnetwerk werden nog enkele spoorwegmaatschappijen opgericht: Utrecht-Zwolle-Kampen: de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij (NCS). Noorder- en Zuidernet: de Maatschappij tot Exploitatie van de Staatsspoorwegen (SS). Boxtel-Goch-Wesel: de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg Maatschappij (NBDS). In de periode van ongeveer 1830 tot 1860 waren de spoorwegen in handen van particuliere ondernemers die de aanleg en exploitatie deden. Van ongeveer 1860 tot 1890 werden de spoorwegen deels door particuliere maatschappijnen en deels door de staatsoverheid gerund, waarbij de infrastructuur door de staat werd verzorgd en de exploitatie door de particuliere maatschappijen. De staat liet vanaf 1890 spoorwegovereenkomsten tot stand brengen waaruit op 25 november 1916 de belangengemeenschap tussen de Staatsspoorwegen (S.S.) en de Hollandsche IJzeren SpoorwegMaatschappij (HSM) ontstond. Deze overeenkomst trad op 1 januari 1917 in werking. Uiteindelijk werd, door de Wet tot Reorganisatie van het Spoorwegbedrijf, de N.V. Nederlandsche Spoorwegen opgericht.
Haltestempel AMSTERDAM met punt
Het Nederlandse spoorwegnet was in 1890 vrijwel geheel gereed. Eerst was de spoorlijn AmsterdamHaarlem-Leiden-Den Haag-Rotterdam de belangrijkste in Nederland. Maar rond 1890 was de situatie drastisch gewijzigd. Het traject tussen Amsterdam en Maastricht, het middennet (Rotterdam-UtrechtArnhem) en de Noorder- en Zuiderlijnen waren toen het belangrijkste.
715
Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij (NCS) De Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij (NCS) werd in februari 1860 te Amsterdam opgericht. Op 20 augustus 1863 werd het traject Utrecht-Hattum geopend. Op 6 juni 1864 volgde het traject Hattum-Zwolle en op 10 mei 1865 het traject Zwolle-Kampen. Dit gehele traject was bedoeld om de belangrijkste spoorwegverbinding te worden tussen het westen en midden van Nederland. Daarnaast verbindingen met het oosten en het noordernet (Hannoverse lijnen). Deze verwachting kwam niet uit. De verbinding liep uiteindelijk niet via Zwolle-Hengelo-Bentheim en Zwolle-Hengelo-Salzbergen maar via Arnhem-Oberhausen. In 1885 werd de meerderheid van de aandelen van de NCS verworven door de Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij (NRS). Door de enorme financiële problemen werd de NCS uiteindelijk door de NRS overgenomen.
Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen De Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen werd op 26 september 1863 opgericht. Deze maatschappij huurde de door de overheid aangelegde spoorlijnen en droeg alleen de kosten van onderhoud en de aanschaf van het rollend materieel. In 1870 was het spoorwegnet uitgebreid naar Groningen, Leeuwarden en Zutphen in het noorden en oosten van Nederland en naar Den Bosch en Middelburg in het zuiden van Nederland. Het traject van de Staatsspoorwegen van Breda naar Tilburg werd op 5 oktober 1863 opengesteld. Even later gevolgd door het traject Roosendaal-Bergen op Zoom. In dat jaar werd ook de uitbreiding gerealiseerd met het traject Harlingen-Leeuwarden. De Staatsspoorwegen hadden grote invloed in het tot stand brengen van de verbindingen met België en Duitsland door de opening van de trajecten AlmeloSalzbergen (1865) en Eindhoven-Hasselt-Luik (1866). De staatslijn Arnhem-Zutphen-Hengelo werd ook in 1866 in gebruik genomen waardoor het traject nu een aaneengesloten geheel werd met dat van Amsterdam-Arnhem-Zutphen-Hengelo-Salzbergen-Rheine tot Berlijn toe. De verbinding tussen Amsterdam en Den Helder werd uitgevoerd door de HSM. In 1865 werd een concessie verleend voor de exploitatie van de Noordhollandsche Staatsspoorweg voor het traject Amsterdam-Den Helder. Tevens werd een concessie verleend voor de aanleg van het traject Haarlem-Uitgeest. Het net breidde zich snel uit: Arnhem-Zwolle (1865-1866), Zutphen-Hengelo-Enschede (1865-1866), Leeuwarden-Groningen (1866), Tilburg-Venlo (1865-1866), Venlo-Maastricht (1865, in Venlo verkreeg men aansluiting op het Duitse spoorwegnet) en Breda-Moerdijk (1866). In 1869 werd het traject Harmelen-Breukelen (NRS) geopend en in 1870 het traject Gouda-Den Haag en de verbindingsbaan S.S.-HSM (NRS). Ook in het jaar 1870 werd de verbinding gerealiseerd tussen Utrecht en Den Bosch met grote bruggen over de rivieren en het laatste gedeelte Hedel-Den Bosch. In de regering werd druk overleg gevoerd over de noodzaak voor de aanleg van een spoorlijn Scheveningen-Leiden-Woerden, aangevraagd door de HSM. Dit traject kon echter niet worden gerealiseerd omdat dit strijdig was met de concessie, uit 1860, verleend aan de NSR. Er bestonden twee plannen: één ingediend door de NRS en één door de HSM. Het parlement diende een motie in en de HSM mocht gaan bouwen. Echter, in 1862 werd besloten, dat de NRS verder mocht gaan. En Voor de realisatie van het traject Leiden-Woerden werd een aparte spoorwegmaatschappij, op initiatief van de NRS, opgericht. Het kapitaal voor de aanleg werd echter niet verkregen. Hierdoor moest de NRS de kosten van aanleg vrijwel geheel zelf dragen. Op 15 oktober 1878 werd de verbinding in gebruik genomen. Wel werd concessie verleend voor de zogenoemde Oosterspoorweg, de belangrijke verbinding met Duitsland vanaf Amsterdam-Amersfoort (gereed in 1874) met de zijtak Hilversum-Utrecht (gereed 1874) en Amersfoort-Zutphen (gereed in 1876). In 1872 was het traject van Bergen op Zoom naar Vlissingen gereed gekomen. In 1873 werd het traject Boxtel-Gennep-Duitsland in gebruik genomen door de op 28 mei 1869 opgerichte NBDS. De spoorbrug over het Hollandsch Diep bij Moerdijk werd gebouwd tussen 1868 en 1872 en was 2.536 meter lang. Via deze brug kon de verbinding tussen Zwaluwe (het traject Zevenbergen-Zwaluwe was in 1876 geopend) en Rotterdam (Mallegat) worden doorgetrokken. Alleen het deel in Rotterdam tussen Mallegat en Delftsche Poort ontbrak. Dit traject werd op 1 mei 1877, na het gereedkomen van de Maasbrug en het viaduct over de gedempte Binnenrotte, in gebruik genomen. De trajecten tussen Roosendaal-Moerdijk en Roosendaal-Breda waren in handen van de Grand Central Belge. Verschillende malen had de staat geprobeerd de trajecten over te nemen. Dit lukte pas in 1880. Op 1 juli 1880 namen de S.S. de exploitatie over en op dezelfde dag werd de verbinding Zevenbergen-Moerdijk gestaakt omdat deze overbodig was geworden. De S.S. bezat namelijk de verbinding al tussen Zevenbergen-Zwaluwe. Bij wet van 1875 werden de volgende spoorlijnen door de Staat aanbesteed: Zwolle-Almelo; DordrechtElst (Gld) via Gorinchem en Tiel; Amersfoort-Nijmegen via Wageningen (Rhenen); Zaandam-Enkhuizen via Purmerend en Hoorn; Stavoren-Sneek-Leeuwarden; Nijmegen-Venlo; Schiedam-Hoek van Holland;
716
Breda-Den Bosch via Oosterhout en Waalwijk (gedeeltelijk gerealiseerd) en Groningen-Delfzijl. In 1876 werd de spoorlijn Amersfoort-Zutphen geopend. In 1872 was al concessie verleend aan de HSM voor de aanleg van een spoorlijn Zutphen-Winterswijk-Borken. Daartoe werd een spoorwegmaatschappij opgericht: Nederlandsch-Westfaalsche Spoorweg-Maatschappij. De exploitatie van de lijn was in handen van de HSM met een lijndienstovereenkomst met de Deutsche Reichs Bahn (D.R.B.) voor het gedeelte Winterswijk-grens. Het traject Arnhem-Nijmegen werd in 1879 geopend. Dit was een van de redenen, dat de verbinding tussen Amsterdam en Keulen via de linker Rijnoever kwam te vervallen. Deze laatste werd geëxploiteerd door de Rheinische Eisenbahn-Gesellschaft. De NRS had een overeenkomst met de Duitse maatschappij gesloten waarbij een verbinding werd gerealiseerd (in 1865 gereed) over Kleef naar Griethausen met een pontveer (!) over de Rijn tot aan de Nederlandse grens. De NRS bouwde de verbinding van Zevenaar naar de grens en zo bereikte de NRS via Emmerik-Kleef de stad Keulen. In 1887 verviel de verbinding via het pontveer. Via Nijmegen kwam een verbinding met Kleef tot stand. In 1895 werd de spoorlijn Zevenaar-Elten opgebroken. In 1890 werd op initiatief van de regering besloten een grote reorganisatie door te voeren rond de aanleg en exploitatie van spoorlijnen. De hoofdlijnen van het spoorwegnet waren met stukken en brokken ontstaan en aan elkaar gekoppeld. Belangrijke korte verbindingen ontbraken echter, zodat soms grote omwegen moesten worden gemaakt. In juli 1888 was de concessie tussen de staat en de NSR al ontbonden, zodat de staat in 1890 nieuwe contracten kon sluiten met de overgebleven HSM en de Staatsspoorwegen. De NRS werd opgeheven. De staat zou de aanleg van de spoorlijnen blijven verzorgen, terwijl de HSM en de S.S. de verdere exploitatie voor hun rekening zouden nemen. Het spoorwegnet werd opnieuw verdeeld onder de twee maatschappijen. Soms moesten beide maatschappijen een en dezelfde spoorlijn gebruiken. Hierdoor werd bijvoorbeeld de Betuwelijn vrijwel verlaten en de lijn Rotterdam-Utrecht-Arnhem veel meer gebruikt. De eigendomsrechten van het traject Tilburg-Nijmegen gingen op 1 januari 1892 over van de ZuidOoster Spoorwegmaatschappij naar de S.S. De exploitatie ging op 1 mei 1893 over naar de S.S. De eigendomsrechten van het traject Sittard-Herzogenrath gingen op 1 januari 1899 eveneens over van de Zuid-Ooster Spoorwegmaatschappij naar de S.S. Na 1890 werden nog de volgende trajecten aangelegd: Schiedam-Maasluis-Hoek van Holland (1891-1893); Sittard-Nederlands-Pruisische grens (1896); Heerhugowaard-Hoorn (1898); Rotterdam Delftsche Poort-Rotterdam Maas (1899) ook wel de verbindingsspoorweg om Rotterdam genoemd. In 1898 werden de lijnen Lanaeken-Simpelveld; Budel-Vlodrop; Tilburg-Baarle Nassau en MaastrichtLuik overgenomen van de Grand Central Belge en in exploitatie gegeven aan de Staatsspoorwegen. Het jaar 1903 was het jaar van de spoorwegstakingen in januari en april, het gevolg van de strijd om de macht tussen het spoorwegpersoneel aan de ene kant en de bestuurders van de spoorwegmaatschappijen aan de andere kant. In 1917 kwam de belangengemeenschap tussen HSM en de Staatsspoorwegen tot stand, waarbij de staat het gehele spoorwegbedrijf overnam en in 1920 officieel de Nederlandse Spoorwegen ontstonden. De roerige periode rond de exploitatie van de spoorwegen heeft zijn weerslag in het gebruik van de verschillende trajectstempels, de postkantoren met verantwoordelijkheid over de verschillende trajecten en O O de instelling van Spoorwegpostkantoren (N 1 tot en met N 4). Zo kan het voorkomen, dat hetzelfde trajectstempel werd afgedrukt onder en uitgereikt aan verschillende postkantoren en Spoorwegpostkantoren.
Naamstempel verstrekt op 28 juli 1888
Naamstempel verstrekt op 15 september 1896
O
Spoorwegpostkantoor N 1 werd in 1876 opgericht, was eerst te Utrecht gevestigd en vanaf 1891 te O Amsterdam. Spoorwegpostkantoor N 2 werd eveneens in 1876 opgericht en was gevestigd in RotterO dam. Op 1 juli 1877 werd Spoorwegpostkantoor N 3 opgericht te Zwolle en op 1 maart 1889 SpoorO wegpostkantoor N 4 te Arnhem.
717
De Geldersch-Overijsselsche Lokaal Spoorweg (GOLS) Op 23 oktober 1885 werd een kleinrond trajectstempel uitgereikt voor deze lokale spoorlijn met bijbehorende naamstempels voor de aan de spoorlijn gelegen stations. De benaming was GLD:-OV:LOC:SPWG:. Tot op heden zijn nog geen afdrukken gevonden van dit kleinrondstempel.
Op 9 augustus 1878 werd een wet van kracht, die de mogelijkheid opende voor de aanleg van spoorwegen van een lichtere constructie en een sterk vereenvoudigde beveiliging. Dat was de Lokaalspoorwet. Een lokaaltrein werd in de volksmond al gauw de Bello genoemd, vanwege de bel op de locomotief. De lokaaltreinen mochten eerst niet harder rijden dan 30 kilometer per uur; in 1900 verhoogd tot 50 kilometer per uur. Textielfabrikant Jan Willink wilde het textielgebied Twente en de Achterhoek met elkaar verbinden. In 1879, een jaar na de opening van de lijn Zutphen-Winterswijk (op 24 juli 1878), diende hij een concessieaanvraag in voor de ‘Lokaalspoorwegen van Winterswijk naar Hengelo en van Winterswijk naar Zevenaar’. Tevens werd een ‘Vereeniging tot Bevordering van den Aanleg van Lokaalspoorwegen in Gelderland en Overijssel’ opgericht. De Geldersch-Overijsselsche Lokaal Spoorweg (GOLS) werd op 18 juni 1881 opgericht. Aan geplande lijnen van Winterswijk naar Hengelo en naar Zevenaar waren inmiddels zijtakken toegevoegd: een lijn Doetinchem-Ruurlo-Neede en Boekelo-Enschede. Voor de lijn Winterswijk-Zevenaar was niet zozeer de textiel van belang maar de in de Liemers aanwezige ijzergieterijen en steenfabrieken. De GOLS opende de lijn Winterswijk-Neede-Hengelo GOLS en Ruurlo-Neede op 15 oktober 1884. Bij de opening waren station Winterswijk GOLS en het traject tot de kruising met de NederlandschWestfaalsche Spoorweg (NWS) nog niet gereed. De spoorlijn werd daarom tijdelijk aangetakt op de lijn Zutphen-Winterswijk, waarbij de lokaaltreinen naar Neede gebruik mochten maken van een spoortje langs het eerste perron van het station Winterswijk NWS. De zijlijn Boekelo-Enschede werd op 7 december 1885 in gebruik genomen. Op 15 juli 1885 werd de lijn Winterswijk-Zevenaar geopend. Bij de opening was het station Winterswijk GOLS klaar, dat nu ook werd aangedaan door de treinen van en naar Neede. Tegelijkertijd kwam ook het traject Doetinchem-Ruurlo in dienst. Het GOLS-net had daarmee een lengte van 131 kilometer bereikt. Toen vanaf 1885 het gehele GOLS-net compleet was, werd de treindienst als volgt opgezet: Een dienst Winterswijk-Neede, aansluitend op de treindienst van Ruurlo via Neede, beurtelings naar Hengelo en Enschede. Neede werd een knooppunt van lijnen. Een dienst Winterswijk-Zevenaar, met daaraan aansluitend een dienst Ruurlo-Doetinchem. In 1890 werd de dienst Ruurlo-Enschede Noord verlengd naar Oldenzaal.
Trajectstempels grootrond volgnummers en letters Voor het gemak zijn de trajectstempels onderverdeeld in de trein-, tram- en bootstempels. De stempels vertonen namelijk dezelfde kenmerken: twee plaatsnamen tussen de cirkels in de bovenhelft van het stempel, zijnde het traject, en een code in de vorm van letters of cijfers, het dienstnummer.
Hierna volgt een overzicht van de gebruikte letters en cijfers voor elk traject afzonderlijk, voor zover deze zijn aangetroffen in de afdrukken op poststukken en postzegels. Het hoogst bekende (Romeinse) getal is XIV, de hoogste letter is M (de dertiende letter van het alfabet), beide gebruikt op enkele drukke trajecten. Op 26 juni 1890 werden, aldus een aantekening in het stemO pelboek van het Museum voor Communicatie onder Spoorwegpostkantoor N 1, twintig treinkarakters XIII verstrekt. Op 1 mei 1900 twintig treinkarakters XIV.
718
BIS
A
De later ingelaste treinen kregen een tussennummer in de vorm van I , of I , AI, enzovoorts. Als verklaring voor de toevoegingen wordt ook gegeven, dat het stempelkarakters voor treinen betrof die slechts een deel van het gehele spoorwegtraject aflegden. Deze verklaring is gegeven door de heer J.M. van Putten in De Postzak 181 (uitgave van de Vereniging Po&Po). De oorspronkelijke nummering werd vastgehouden, maar de toevoeging moest het poststuk herkenbaar maken bij eventuele klachten over de postbezorging.
Op het boottraject Rotterdam-Hellevoetsluis zijn geen nummers of letters gebruikt maar uitsluitend uuraanduidingen. De bootdienst Vlissingen-Queenborough was eigenlijk geen binnenlands traject. Toch zijn de afdrukken van deze stempels opgenomen bij het ‘grootrond’ type. AMSTERDAM E Kleinrondstempels Amsterdam E (onder in het segment de letter E) komen voor op met Nederlandse postzegels beplakte poststukken, afkomstig van uit Engeland binnengekomen veerboten en in Vlissingen aan land kwamen (traject Vlissingen-Amsterdam). De betreffende poststukken werden in de trein gestempeld en niet aan boord van de schepen. Deze stempels zijn gebruikt op de posttreinen (mailtreinen) Amsterdam-Vlissingen en omgekeerd, ter vernietiging van postzegels, maar ook administratief op enveloppen. Lange tijd heeft men verondersteld, dat het stempel ‘AMSTERDAM E’ een aankomststempel was en Amsterdam-Engeland betekende. Er zijn echter veel poststukken bekend die een afdruk van het stempel hebben doch nooit in Engeland zijn geweest. o Op 24 september 1892 werd op de bladzijde van het stempelboek van Spoorwegpostkantoor N 2 de aantekening geplaatst: 3 treinkarakters E. Het is niet duidelijk of deze karakters zijn gebruikt voor het kleinrondstempel zoals hierboven bedoeld. Er komen namelijk ook vermeldingen voor van de verstrekking van de letter F (zes stuks op 30 maart 1891 en 15 stuks op 29 september 1892) en de letter J (twee stuks op 7 maart 1893).
Ook een grootrondstempel met de letter E is bekend. Wellicht dat de afdruk van het grootrondstempel o AMSTERDAM onder Spoorwegpostkantoor N 2 (één stuks verstrekt met karakters) op 2 januari 1896 gelijk is aan AMSTERDAM E, omdat de vroegst bekende afdruk een datum aangeeft van februari 1896.
Afdruk onder Spoorwegpostkantoor No 2
Als laatste datum van gebruik van het kleinrondstempel met de letter E is bekend 15 september 1903. Het grootrondstempel met de letter E is bekend van februari 1896 tot oktober 1908.
719
De spoorwegtrajecten ALKMAAR-HOORN GRTR 0001 1899-05-15 cijfers: I II letters: A B bijz: -
Op 15 mei 1899 werden twee grootrondstempels toegezonden met karakters. Twee nieuwe grootrondstempels werden in september 1900 verstrekt. Bij de afdruk is geen dag van verzending genoteerd. Nogmaals twee grootrondstempels werden verstrekt op 14 juli 1902. Het is niet duidelijk tot wanneer de grootrondstempels zijn gebruikt. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. Voor het traject HOORN-ALKMAAR zijn in mei 1918 blokstempels verstrekt.
ALMELOO-APELDOORN GRTR 0002 1899-07-12 A
A
cijfers: I II II V VII VII letters: A B C D E F bijz:
A
Op 12 juli 1899 werden twee grootrondstempel toegezonden. Het is niet duidelijk tot wanneer de grootrondstempels zijn gebruikt. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. Voor het traject ALMELO-APELDOORN v.v. zijn in juli 1910 blokstempels verstrekt.
720
AMST:HARMELEN-ROTT: GRTR 0003 1896-05-13 cijfers: I II V letters: A J bijz: -
Een grootrondstempel werd verstrekt op 13 mei 1896, met een doos karakters. Drie grootrondstempels werden toegezonden op 1 oktober 1897. Het is niet duidelijk tot wanneer de grootrondstempels zijn gebruikt. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in juli 1910 in gebruik genomen.
AMSTERDAM E GRTR 0004 1897-07-21 cijfers: letters: E bijz: -
Een afdruk van het grootrondstempel AMSTERDAM komt voor op de bladzijde van het Spoorwegposto kantoor N 2 (één stuks verstrekt met karakters). Het grootrondstempel werd verstrekt op 2 januari 1896. Eerder, op 24 september 1892, waren treinkarakters E toegezonden op 24 september 1892 ten behoeve van de kleinrondstempels AMSTERDAM. Deze treinkarakters konden eveneens worden gebruikt in de grootrondstempels.
721
AMSTERDAM-ANTWERPEN GRTR 0005 1896-08-05 A
A
cijfers: I II III IV IV V VI VII VIII IX IX X XI XII XIII letters: A AI B C CI D E EI F FI G GI H J JI K KI L M bijz:
Zes grootrondstempels werden verstrekt op 5 augustus 1896. Op 5 augustus 1896 werden wederom zes stempels toegezonden. Twaalf grootrondstempels werden verzonden op 23 juni 1897.
Op 15 mei 1899 werden zes grootrondstempels verstrekt. Op 29 september 1899 werden van elk 20 stuks treinkarakters XII en XIII toegezonden, gevolgd door tien grootrondstempels op 17 november 1900. Weer tien exemplaren volgden op 24 september 1902.
Vijf grootrondstempels werden op 21 februari 1903 toegezonden Op 12 december 1903 werden vier grootrondstempels verstrekt met een aantal losse karakters.
722
Vier grootrondstempels werden toegezonden op 15 januari 1904. De laatste tien grootrondstempels werden op 15 mei 1907 verstrekt. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in november 1908. In augustus 1911 werden de eerste blokstempels voor dit traject in gebruik genomen.
AMSTERDAM-BREDA GRTR 0006 1896-07-04 A
cijfers: VI VIII X letters: F GI bijz: -
Twee grootrondstempels werden verstrekt op 4 juli 1896, gevolgd door een stempel op 1 oktober 1897. In september 1900 werden nog zes grootrondstempels toegezonden.
Drie grootrondstempels werden verstrekt op 28 november 1906 gevolgd door drie nieuwe grootrondstempels op 4 december 1906. In het stempelboek van De Munt is een afdruk opgenomen met de datum 21 januari 1896 en treuinkarakter C. Dit karakter komt echter niet voor in bekende afdrukken op postzegels. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 16 maart 1916 in gebruik genomen.
723
AMSTERDAM-EMMERIK GRTR 0007 1896-05-05 A
A
A
cijfers: I II III IV V VI VII VII VIII VIII IX X X XI XII XIII letters: A AI B C CI D E EI F FI G K L LI bijz:
De eerste tien grootrondstempels werden op 5 mei 1896 toegezonden, gevolgd door nog tien exemplaren op 2 januari 1898. In het stempelboek van De Munt komt een afdruk voor met de datum 10 februari 1896 en treinkarakter F. Op 29 september 1899 werden 20 losse treinkarakters XII en XIII verstrekt.
Tien grootrondstempels werden toegezonden op 16 oktober 1899, gevolgd door nog tien stempels op 17 november 1902. Op 8 december 1902 werden vier grootrondstempels verstrekt.
Zes grootrondstempels werden op 28 oktober 1904 verstrekt, gevolgd door drie grootrondstempels op 28 november 1906.
Zes grootrondstempels werden toegezonden op 4 december 1906 en de laatste zes grootrondstempels op 11 mei 1909. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in november 1908. In juli 1910 werden de eerste blokstempels in gebruik genomen.
724
AMSTERDAM-ENKHUIZEN GRTR 0008 1896-05-05 cijfers: I II III IV V VI letters: A B BI C D E F bijz: -
Zes grootrondstempels werden verstrekt op 5 mei 1896, gevolgd door vijftien stempels op 2 mei 1899. In het stempelboek van De Munt komt een afdruk voor met de datum 31 december 1896 en karakter V.
In september 1900 werden zes gerootrondstempels toegezonden, gevolgd door drie stempels op 17 november 1902. Op 12 mei 1903 werden 15 treinkarakters BI verstrekt.
Drie grootrondstempels werden verstrekt op 28 november 1906 en de laatste drie grootrondstempels op 4 december 1906. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. In februari 1912 werden de eerste blokstempels in gebruik genomen.
725
AMSTERDAM-HELDER GRTR 0009 1896-05-05 A
cijfers: I II II III IV V VI letters: A AI B C D E F bijz: -
Op 5 mei 1896 werden de eerste zes grootrondstempels toegezonden, gevolgd door vijftien grootrondstempels op 2 mei 1899. In het stempelboek van De Munt komt een afdruk voor met de datum 2 april 1896 en treinkarakter IV. Zes grootrondstempels werden verstrekt in september 1900.
Drie grootrondstempels werden verstrekt op 28 november 1906. De laatste drie stempels werden toegezonden op 4 december 1906. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in juli 1910 in gebruik genomen.
AMSTERDAM-NIJMEGEN GRTR 0010 1896-05-13 cijfers: I II III IV V letters: A AI B C bijz: -
Op 13 mei 1896 werden zes grootrondstempels toegezonden, gevolgd door veertien exemplaren op 2 mei 1899. In september 1900 werden nogmaals zes stempels verstrekt. Drie grootrondstempels werden verzonden op 17 november 1902.
726
Nogmaals drie grootrondstempels werden op 28 november 1906 toegezonden. De laatste drie grootrondstempels werden verstrekt op 4 december 1906. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in juli 1910 in gebruik genomen.
AMSTERDAM-RHEINE GRTR 0011 1908-09-28 cijfers: IV VI VII VIII letters: B bijz: -
Op 28 september 1908 werden twee grootrondstempels verstrekt. Twee dagen later, op 30 september 1908, volgden dertien grootrondstempels. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in september 1908. Het blokstempel voor dit traject werd in september 1910 in gebruik genomen.
AMSTERDAM-UITGEEST GRTR 0012 1896-07-04 cijfers: I II III IV V VI letters: A B C D E bijz: -
Op 4 juli 1896 werden zes grootrondstempels verstrekt, gevolgd door dertien nieuwe exemplaren op 8 april 1899. Nogmaals zes grootrondstempels werden in september 1900 toegezonden. In het stempelboek van De Munt is een afdruk opgenomen met de datum 12 juni 1896 en karakter F. Dit karakter komt echter niet voor bij de bekende afdrukken op postzegels en poststukken.
727
Drie grootrondstempels werden verzonden op 17 november 1902 en drie exemplaren op 28 november 1906. De laatste vier grootrondstempels werden op 4 december 1906 toegezonden.
Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels werden in juli 1910 in gebruik genomen.
AMSTERDAM-VLISSINGEN GRTR 0013 1901-05-02 A
cijfers: I I V VII letters: A B G J bijz:
Twee stempels werden op 2 mei 1901 toegezonden gevolgd door twee stempels op 1 mei 1909. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in september 1910 in gebruik genomen.
728
AMSTERDAM-ZUTPHEN GRTR 0014 1896-07-04 A
A
cijfers: I II II III IV IV V V letters: A AI B C D E F G H bijz:
A
VI VII VIII IX
Zes grootrondstempels werden op 4 juli 1896 toegezonden, gevolgd door zestien grootrondstempels op 8 april 1899. In september 1900 werden zes grootrondstempels verstrekt. In het stempelboek van De Munt komt een afdruk voor met de datum 13 maart 1896 en karakter G.
Op 17 november 1902 werden drie grootrondstempels verzonden, gevolgd door twee stempels op 28 november 1906.De laatste drie grootrondstempels werden verstrekt op 4 december 1906.
Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in september 1910 in gebruik genomen.
729
APELDOORN-ALMELO GRTR 0015 1906-07-12 cijfers: I II VII letters: B D E bijz:
A
Op 12 juli 1899 waren twee grootrondstempels verstrekt met de benaming ALMELOO-APELDOORN (zie aldaar). Een grootrondstempel met de benaming APELDOORN-ALMELO werd op 12 juli 1906 toegezonden. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. Blokstempels voor dit traject zijn in juli 1910 in gebruik genomen.
APELDOORN-RHEINE GRTR 0016 1908-04-29 cijfers: VIII letters: B bijz: -
Twee grootrondstempels werden op 29 april 1908 toegezonden. Typenraderstempels met deze benaming werden voor dit traject niet aangemaakt. Wel voor het traject AMSTERDAM-RHEINE, zowel typenraderstempels als blokstempels.
730
ARNHEM-BOXTEL GRTR 0017 1907-04-24 cijfers: letters: E L bijz: -
Tien grootrondstempels werden toegezonden op 24 april 1907. Bij de aantekening hiervan in het stempelboek is géén afdruk van het stempel aangebracht. Op 2 mei 1907 werden nog negen grootrondstempels verstrekt. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in oktober 1909. De eerste blokstempels voor dit traject zijn in februari 1913 in gebruik genomen.
ARNHEM-BREDA GRTR 0018 1896-11-14 A
B
cijfers: I II III IV V VI VI VI VII VIIBIS VIII IX X XI XII letters: A B C D E F FI G H J K L bijz: -
Op 14 november 1896 werd een grootrondstempel toegezonden. Vier grootrondstempels werden verstrekt op 9 september 1897 gevolgd door vijf exemplaren op 24 mei 1898.
Wederom vijf grootrondstempels werden verstrekt op 15 mei 1899 en drie exemplaren in mei 1900. Een nieuw grootrondstempel werd toegezonden op 14 juni 1901.
731
Op 1 oktober 1901 volgde weer één grootrondstempel en nog één stempel op 12 februari 1902. De afdruk van het stempel van 12 februari is verminkt omdat een deel van de bladzijde in het stempelboek was omgevouwen. Zes grootrondstempels werden verstrekt op 14 maart 1902.
Een grootrondstempel werd verstrekt op 18 april 1903 alsmede een exemplaar op 18 mei 1904. Drie grootrondstempels werden op 18 januari 1907 toegezonden.
Twee grootrondstempels werden verstrekt op 15 april 1907 en het laatste grootrondstempel op 28 september 1908. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in november 1908. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 10 augustus 1910 in gebruik genomen.
ARNHEM-OLDENZAAL GRTR 0019 1895-05-31 A
B
cijfers: I II III IV V VI VII VIII VIII VIII IX X XI letters: A AI B BI C D DI E F G H J K L M bijz: -
Op 31 mei 1895 werden vier grootrondstempels toegezonden, gevolgd door vier stempels op 9 september 1897 en vijf stempels op 24 mei 1898.
732
Vier grootrondstempels werden verzonden op 15 mei 1899 gevolgd door vier stempels in juli 1900. Een stempel werd verstrekt op 10 oktober 1901.
Op 12 februari 1902 werd een grootrondstempel toegezonden, gevolgd door zes stempels op 12 maart 1902 en vier exemplaren op 8 april 1903.
Een stempel werd verstrekt op 18 mei 1904 en twee stuks op 18 januari 1907.
Het laatste grootrondstempel werd toegezonden op 19 juni 1908. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in september 1908. De eerste blokstempels voor dit traject werden in juli 1910 in gebruik genomen.
733
ARNHEM-ROOSENDAAL GRTR 0020 1907-04-24 cijfers: II IX XI XII letters: E G bijz: -
Op 24 april 1907 werden tien grootrondstempels toegezonden, gevolgd door acht stempels op 2 mei 1907. In het stempelboek is geen afdruk aangebracht van een van deze verstrekte stempels. Drie treinkarakters IX werden op 12 oktober 1907 verstrekt.
Elf grootrondstempels werden toegezonden op 28 september 1908. Het is niet duidelijk tot wanneer de grootrondstempels voor dit traject in gebruik zijn gebleven. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. Pas in november 1938 werden de eerste blokstempels voor dit traject in gebruik genomen.
ARNHEM-ROTTERDAM GRTR 0021 1897-09-09 cijfers: I II III IV V letters: A B C CI D E bijz: -
Op 9 september 1897 werden twee grootrondstempels verstrekt, gevolgd door twee grootrondstempels op 7 juni 1899. In augustus 1900 werden nog drie stempels toegezonden.
734
Een nieuw grootrondstempel werd verzonden op 12 oktober 1902, gevolgd door zes stempels op 14 maart 1902. Een grootrondstempel werd verstrekt op 18 april 1903.
Op 18 mei 1904 werd een grootrondstempel verstrekt. Het laatste grootrondstempel werd toegezonden op 18 juli 1907. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 10 augustus 1910 in gebruik genomen.
BOKSTEL-GOCH GRTR 0022 1896-09-14 cijfers: I II III letters: A B C bijz: -
Op 14 september 1896 werden zes grootrondstempels toegezonden. In het stempelboek van De Munt komt een afdruk voor met de datum 30 augustus 1896 en karakter II. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in februari 1910. De eerste blokstempels voor dit traject zijn in september 1910 in gebruik genomen.
735
BREDA-ARNHEM GRTR 0023 1895-05-31 cijfers: I II III IV VI VII VIII letters: A B D E FI H J bijz: -
Op 31 mei 1895 werden twee grootrondstempels toegezonden, gevolgd door een grootrondstempel op 19 juli 1906. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in november 1908. De eerste blokstempels voor dit traject zijn op 10 augustus 1910 in gebruik genomen.
BREDA-VLISSINGEN GRTR 0024 1896-09-14 A
cijfers: I II II III IV V VI VII VIII letters: A B BI C D E F G H bijz: -
Op 14 september 1896 werden zes grootrondstempels toegezonden, gevolgd door nog zes stempels op 12 februari 1902. In het stempelboek van De Munt komt een afdruk voor met de datum 30 november 1896 en treinkarakter V.
Een stempel werd verstrekt op 9 januari 1905. De afdruk in het stempelboek is slechts gedeeltelijk aangebracht. Op 6 januari 1906 werd het laatste grootrondstempel toegezonden. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in februari 1910. De eerste blokstempels voor dit traject zijn op 8 augustus 1916 in gebruik genomen.
736
COEVORDEN-STADSKANAAL GRTR 0025 1905-06-15 cijfers: I II III IV letters: A B C D bijz: -
De spoorverbinding tussen Coevorden en Stadskanaal, aangelegd door de Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij (NOLS), kwam op 15 juni 1905 in dienst. De verbinding werd geëxploiteerd door de Staatsspoorwegen en door Spoorwegpostkantoor N° 3. In het stempelboek is geen afdruk aangebracht van het grootrondstempel, noch een aantekening. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in januari 1911 in gebruik genomen.
DIEREN-ZWOLLE GRTR 0026 1900-08-00 cijfers: I II III IV V VI letters: A B BI C D E bijz: -
In augustus 1900 werden drie grootrondstempels toegezonden. De dag van verzending van de stempels is niet vermeld. Op 8 april 1903 werd een nieuw grootrondstempel verstrekt, gevolgd door een exemplaar op 12 oktober 1907. De afdrukken van 5 oktober 1911 op de postzegel van 1 cent zijn op verzoek aangebracht. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in december 1913 in gebruik genomen.
737
’sGRAVENHAGE-GOUDA GRTR 0027 1897-10-28 cijfers: I II III IV V VI VII VII letters: A B C D E F G H bijz:
A
VIII IX
Op 28 oktober 1897 werden vijf grootrondstempels toegezonden, gevolgd door twee exemplaren op 8 december 1902.
Drie grootrondstempels werden op 28 november 1906 verstrekt. De laatste drie grootrondstempels werden op 4 december 1906 toegezonden. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in juli 1910 in gebruik genomen.
GRONINGEN-DELFZIJL GRTR 0028 1897-02-22 cijfers: I II III IV letters: A B C D bijz: -
Drie grootrondstempels werden op 22 februari 1897 toegezonden, gevolgd door twee grootrondstempels op 30 september 1899. In het stempelboek van De Munt komt een afdruk voor met de datum 30 mei 1897 en treinkarakter III.
738
Op 27 februari 1901 werden vijf grootrondstempels verstrekt. De laatste drie grootrondstempels werden toegezonden op 23 april 1902. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. Blokstempels voor dit traject zijn eveneens niet aangemaakt.
GRONINGEN-ROODESCHOOL GRTR 0029 1899-09-30 cijfers: I II III IV letters: A B C D bijz: -
Twee grootrondstempels werden op 30 september 1899 toegezonden, gevolgd door vijf exemplaren op 27 februari 1901.
Op 23 april 1902 werden drie grootrondstempels verstrekt. De twee laatste grootrondstempels werden verzonden op 21 februari 1903. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in juli 1908. De eerste blokstempels voor dit traject werden in januari 1913 in gebruik genomen.
739
GRONINGEN-ZWOLLE GRTR 0030 1895-08-09 BIS
cijfers: I II III IV IV V VI VII VIII letters: A B C D DI E F G H bijz:
Drie grootrondstempels werden op 9 augustus 1895 verstrekt, gevolgd door vijf exemplaren op 30 september 1899. Zie tevens ZWOLLE-GRONINGEN. BIS Op 21 juli 1904 werden de treinkarakters IV en DI toegezonden. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 4 april 1917 in gebruik genomen.
HARLINGEN-NIEUWESCHANS GRTR 0031 1897-09-09 A
cijfers: I II II III IV V VI letters: A AI B C D DI E F bijz:
Op 9 september 1897 werden vijf grootrondstempels toegezonden, gevolgd door vijf exemplaren op 27 februari 1901. In het stempelboek van De Munt komt een afdruk voor zonder datum.
Vijf grootrondstempels werden verstrekt op 23 april 1902. De twee laatste grootrondstempels werden op 21 februari 1903 verzonden. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in september 1909. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 4 september 1912 in gebruik genomen.
740
HARLINGEN-STIENS GRTR 0032 1904-05-02 cijfers: I II letters: A bijz: -
Op 2 mei 1904 werden vier grootrondstempels verstrekt. Typenraderstempels voor dit traject zijn aangemaakt in september 1909. De eerste blokstempels voor dit traject werden in mei 1911 in gebruik genomen.
HENGELO-RUURLO GRTR 0033 1906-01-19 cijfers: I II III letters: A B bijz: -
Op 19 januari 1906 werden vier grootrondstempels toegezonden. Typenraderstempels voor dit traject zijn in oktober 1909 aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in maart 1912 in gebruik genomen.
741
HOORN-MEDEMBLIK GRTR 0034 1896-07-04 cijfers: I II III letters: A B C bijz: -
Twee grootrondstempels werden op 4 juli 1896 toegezonden, gevolgd door een grootrondstempel op 28 november 1906. In het stempelboek van De Munt komt een afdruk voor met de datum 10 november 1896 en treinkarakter I. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 24 mei 1918 in gebruik genomen.
LEEUWARDEN-DOKKUM GRTR 0035 1901-10-31 cijfers: I II III letters: A B C bijz: -
Vier grootrondstempels werden op 31 oktober 1901 verstrekt. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. Blokstempels voor dit traject zijn eveneens niet aangemaakt.
742
LEEUWARDEN-MEPPEL GRTR 0036 1897-02-22 cijfers: I II III IV V VI VII VIII letters: A B C D E F G H bijz: -
Drie grootrondstempels werden op 22 februari 1897 toegezonden, gevolgd door vijf exemplaren op 30 september 1899.
De laatste vijf grootrondstempels werden verstrekt op 22 maart 1901. Typenraderstempels voor dit traject zijn in november 1909 aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 1 januari 1912 in gebruik genomen.
LEEUWARDEN-STAVOREN GRTR 0037 1899-08-00 cijfers: I II III IV V VI letters: A B C D bijz: -
In augustus 1899 werden vijf grootrondstempels toegezonden. De dag van verzending van deze stempels is niet vermeld in het stempelboek. Zie tevens grootrondstempels STAVOREN-LEEUWARDEN Vijf nieuwe exemplaren werden verstrekt op 22 maart 1901. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in september 1912 in gebruik genomen.
743
MAASTRICHT-AKEN GRTR 0038 1897-09-09 cijfers: I II III IV V letters: AI B C D E F bijz: -
Een grootrondstempel werd op 9 september 1897 verstrekt. Op 15 mei 1899 volgden nog twee exemplaren. De lengten van de verbindingsstreepjes hebben onderling een afwijkend formaat.
In augustus 1900 werden drie stempels toegezonden, gevolgd door het laatste grootrondstempel op 28 september 1908. Ook hier kan men verschillende lengten van de verbindingsstreepjes onderscheiden. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in juli 1910 in gebruik genomen.
MAASTRICHT-VENLO GRTR 0039 1906-07-19 cijfers: I II III IV V VI VIII letters: B D E F G bijz: -
Ter vervanging van de eerder vanaf september 1897 toegezonden grootrondstempels met de benaming MAASTRICHT-VENLOO, werden nieuwe stempels verstrekt met de benaming MAASTRICHTVENLO. Het eerste grootrondstempel met de nieuwe benaming werd op 19 juli 1906 toegezonden. Een nieuw grootrondstempel werd verstrekt op 28 september 1908 en drie stuks op 10 oktober 1908. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 10 augustus 1910 in gebruik genomen.
744
MAASTRICHT-VENLOO GRTR 0040 1897-09-09 BIS
cijfers: I I II III IV V VI VII letters: B D E F G bijz: -
Op 9 september 1897 werd een grootrondstempel toegezonden, gevolgd door twee exemplaren in augustus 1900. De datum van verzending is niet vermeld in het stempelboek. In het stempelboek van De Munt komt een afdruk voor met de datum 2 juli 1897 en treinkarakter A. Afdrukken op postzegels of poststukken met dit karakter zijn (nog) niet gevonden. De grootrondstempels werden vanaf juli 1906 vervangen door grootrondstempels met de benaming MAASTRICHT-VENLO (zie aldaar).
MEPPEL-LEEUWARDEN GRTR 0041 1906-07-12 cijfers: II III IV V VI VII letters: A B D E F G bijz: -
Op 12 juli 1906 werd een grootrondstempel toegezonden. Zie tevens de grootrondstempels met de benaming LEEUWARDEN-MEPPEL. Typenraderstempels voor dit traject zijn in november 1909 aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 1 juni 1912 in gebruik genomen.
745
NIEUWESCHANS-HARLINGEN GRTR 0042 1905-11-25 cijfers: I III IV VI letters: A AI B C D DI E bijz:
Als vervolg op de grootrondstempels met de benaming HARLINGEN-NIEUWESCHANS (zie aldaar) verstrekt vanaf september 1897, werden nieuwe grootrondstempels vervaardigd met de benaming in omgekeerde richting. Het eerste grootrondstempel werd verzonden op 25 november 1905. Op 7 maart 1906 volgde een nieuw exemplaar en het laatste stempel op 12 juli 1906. Typenraderstempels voor dit traject zijn in september 1909 aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in september 1912 in gebruik genomen.
NIJMEGEN-VENLOO GRTR 0043 1896-11-14 cijfers: I II III IV letters: A B C D bijz: -
Op 14 november 1896 werd een grootrondstempel verstrekt, gevolgd door twee exemplaren op 7 juni 1899. In het stempelboek van De Munt is een afdruk opgenomen met de datum 10 november 1896 en treinkarakter I.
Het laatste grootrondstempel werd op 14 juni 1901 toegezonden. Zie tevens NIJMEGEN-VENLO en NIJMEGEN-VENLOO. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 8 april 1916 in gebruik genomen.
746
ROODESCHOOL-GRONINGEN GRTR 0044 1906-07-12 cijfers: II III letters: bijz: -
Als vervolg op de grootrondstempels met de benaming GRONINGEN-ROODESCHOOL (zie aldaar) verstrekt vanaf september 1899, werd een nieuw grootrondstempel vervaardigd met de benaming in omgekeerde richting. Het grootrondstempel werd verzonden op 12 juli 1906. Typenraderstempels voor dit traject zijn in juli 1908 aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in januari 1913 in gebruik genomen.
ROTT:HARMELEN-AMST. GRTR 0045 1906-00-00 cijfers: V letters: bijz: -
Een grootrondstempel met de benaming AMST:HARMELEN-ROTT: was verstrekt in mei 1896 (zie aldaar). Een nieuw grootrondstempel werd vervaardigd met de benaming in omgekeerde richting. Het grootrondstempel werd verzonden in 1906 of 1907. Een afdruk van het grootrondstempel komt niet voor in het stempelboek en evenmin een aantekening dat een stempel met deze benaming is aangemaakt of verzonden. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in juli 1910 in gebruik genomen.
747
ROTTERDAM-HOEK VAN HOLLAND GRTR 0046 1897-09-09 cijfers: I II III IV V VI letters: A B C D E F bijz: -
Vijf grootrondstempels werden op 9 september 1897 verstrekt. In het stempelboek van De Munt is een afdruk aangebracht met de datum 20 mei 1897 en karakter V. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in augustus 1911 in gebruik genomen.
ROTTERDAM-VENLO GRTR 0047A 1903-03-06 A
A
cijfers: I II III IV IV V V VI VII VIII letters: A AI B C D DI E F G H bijz: -
Op 6 maart 1903 werden vijf grootrondstempels toegezonden. De spaties tussen de letters zijn iets groter waardoor de letter R en O in het stempel beginnen en eindigen op gelijke hoogte met het begin en einde van de binnenrand. Nieuwe grootrondstempels waarbij kleinere spaties tussen de letters werden aangebracht, werden verstrekt vanaf januari 1904 (zie aldaar).
748
ROTTERDAM-VENLO GTRT 0047B 1904-01-02 A
A
cijfers: I II III IV IV V V VI VII VIII letters: A AI B C D DI E F G H bijz: -
Vanaf 2 januari 1904 werden grootrondstempels verstrekt waarbij de spaties tussen de letters kleiner zijn dan bij de stempels toegezonden op 6 maart 1903 (zie aldaar). De vier stempels werden verzonden op 2 januari 1904. Drie nieuwe stempels werden verstrekt op 15 januari 1904.
Op 24 april 1906 werden vijf grootrondstempels toegezonden. De laatste tien grootrondstempels werden verstrekt op 12 mei 1907. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden op 28 januari 1919 in gebruik genomen.
ROTTERDAM-VENLOO GRTR 0048 1896-05-08 A
cijfers: I II III IV IV V VI VII VIII letters: A B C D DI E F G bijz:
Zes grootrondstempels werden verstrekt op 8 mei 1896, gevolgd door zes stempels op 15 mei 1899. In het stempelboek van De Munt is een afdruk opgenomen met de datum 31 juni 1896 (onmogelijke datum) en treinkarakter E.
749
Tien grootrondstempels werden op 17 november 1900 toegezonden. Vanaf maart 1903 werden nieuwe grootrondstempels verstrekt met de gewijzigde benaming ROTTERDAM-VENLO (zie aldaar).
ROTTERDAM-VLISSINGEN GRTR 0049 1896-08-05 cijfers: IV V VII letters: B E J bijz: -
Op 5 augustus 1896 werden drie grootrondstempels toegezonden, gevolgd door één stempel op 20 november 1905. In het stempelboek van De Munt is een afdruk opgenomen met de datum 20 oktober 1896 en treinkarakter II. Dit karakter is tot nu toe niet aangetroffen op postzegels of poststukken. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in 19?? in gebruik genomen.
SITTARD-HERZOGENRATH GRTR 0050 1896-04-25 cijfers: I II III IV letters: A B C D bijz: -
Op 25 april 1896 werden twee grootrondstempels verstrekt. In het stempelboek van De Munt is een afdruk opgenomen met de datum 21 oktober 1896 en treinkarakter V. Dit karakter is tot nu toe niet aangetroffen op postzegels of poststukken. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in januari 1911 in gebruik genomen.
750
STADSKANAAL-ASSEN GRTR 0051 1905-06-15 cijfers: I II III IV V letters: A B C D E bijz: -
Een afdruk van het grootrondstempel STADSKANAAL-ASSEN komt niet (meer) voor in het stempelboek. Aantekeningen betreffende de verzending van de stempels ontbreekt eveneens. Het is dan ook niet bekend hoeveel stempels zijn verzonden en op welke datum. Waarschijnlijk zijn de stempels verstrekt op 15 juni 1905, de openingsdatum van het spoorwegtraject Stadskanaal-Assen v.v. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in januari 1911 in gebruik genomen.
STAVOREN-LEEUWARDEN GRTR 0052 1906-04-12 cijfers: I II III IV V VI letters: A AI B C CI D E bijz: -
Als vervolg op de eerder vanaf augustus 1899 verstrekte stempels met de benaming LEEUWARDENSTAVOREN (zie aldaar), werd op 12 april 1906 een grootrondstempel toegezonden met de benaming in omgekeerde richting. Op 12 juli 1909 werd het laatste grootrondstempel met deze benaming toegezonden. Typenraderstempels voor dit traject zijn niet aangemaakt. De eerste blokstempels voor dit traject werden in september 1912 in gebruik genomen.
751