1
GROENE STADSWANDELING met Quiz Deze wandeling start bij het Centraal Station en leidt je doorheen de Brusselse Zavel- en Marollenwijk, langs Sint-Gillis, Vorst en Elsene tot bij de VUB-campus. De totale wandelafstand bedraagt ongeveer 13 km. Onderweg kom je langs een BLOSOcontrolepost, waar je een deelnameattest met instempel krijgt. Geregeld geven we aan hoever de wandeling is gevorderd en bieden we je tips voor de middagpauze. We gaan er van uit dat elke wandelaar onderweg de wegcode respecteert. Verlaat het Centraal Station langs de hoofduitgang. Op de plek waar je staat, lag vroeger de Putterijwijk. In het begin van de twintigste eeuw werd deze volksbuurt met zijn woningen, winkels en ateliers gesloopt voor de aanleg van de NoordZuidspoorverbinding en voor de bouw van het Centraal Station. De hotels aan de overzijde van de laan lijken door hun stijlkenmerken oud. Dat is slechts schijn. Ze werden pas in de jaren 1990 opgetrokken. Ze vormen het ‘sluitstuk’ van een 30-jaar durend speculatieproject. Begin de jaren 1960 was de immobiliëngroep ‘Consortium des Parking’ (CDP) met parkingkoning Charly De Pauw (met diezelfde afkortingen) erin geslaagd voor de symbolische huur van 1 frank per jaar 3 ha grond tussen Centraal Station en Grote Markt in te richten als openluchtparking. 25 jaar later zag zoon Charly De Pauw nog meer opbrengstperspectief door die parking ondergronds te bouwen en bovengronds een groot bouwproject te realiseren met woningen en hotels. Het stadsbestuur ging daarmee akkoord maar eiste enkel dat het bouwcomplex zou gecamoufleerd worden achter een pseudo oude architectuur. Schone schijn dus. Het voorbije jaar werd de Keizerslaan langs het station heraangelegd tot een 'ramblas', het modewoord voor een verkeersarme wandelboulevard. Deze wandelboulevard kan echter niet grondig doorgevoerd worden omwille van de aanwezigheid van een aantal inritten van ondergrondse parkeergarages. Bouwtoelatingen voor ondergrondse parkeergarages leggen dus gedurende jaren een hypotheek op een eventuele herinrichting van de bovengrondse ruimte. Quizvraag 1: Links en rechts van de ingang zie je gevelsculpturen die de volkswijken symboliseren die werden gesloopt voor de aanleg van de ‘Jonction’. Geef de achternaam van de beeldhouwer van de sculpturen. Vanop het trottoir voor de stationsingang zie je links in de verte een groenkleurig ruiterstandbeeld. Wandel tot bij dat beeld, uiteraard gebruikmakend van de zebrapaden. Op zonnige dagen is de Kunstberg een intens gebruikt stadspark. Wandelaars onder de gesnoeide platanen of tussen de aanplantingen, verpozers op zitbanken en skaters op de trappen. Zo groeit deze plek met de monumentale Koninklijke Albertina-bibliotheek en de ondergrondse Congressenpaleizen dan toch nog uit tot een charmante ontmoetingsplek tussen boven- en benedenstad. Ooit was het anders. Rond 1905 wilde koning Leopold II de luxueuze winkelstraten tussen Koningsplein en Grote Markt slopen en vervangen door een enorme museumsite, een soort Brussels Louvre. Afbraak volgde. Het enorme gat werd na zijn dood, n.a.v. de Brusselse wereldtentoonstelling in 1910, tijdelijk opgevuld door een prachtige trappentuin met watervalletjes. Uiteindelijk kreeg Leopold II toch zijn zin: in 1953 ruimde de charmante trappentuin de plaats voor het afgezwakte Louvreproject dat er vandaag staat. Tuinarchitect René Péchère tekende voor de parkaanleg.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
2 Rond 2000 coördineerde de Koning Boudewijnstichting het initiatief tot herstel en herinrichting van Péchères tuin. Sindsdien lukt het dus wel. Eind 2009 werd het vernieuwde Congressenpaleis onder de naam ‘Square, Brussels Congress Centre’ heropend. De hoofdingang bevindt zich aan de voet van de glazen kubus. Brussel was in 2009 met 402 bijeenkomsten de belangrijkste congresstad in Europa en de tweede belangrijkste op wereldvlak, na Singapore. Ter hoogte van het half-cirkelvormig plein en dus voor het ruiterstandbeeld is de Keizerslaan bijzonder breed. Het is in feite het dak van de 'Jonction', de treintunnel tussen Noord- en Zuidstation. Die tunnel is, net als het Centraal Station erlangs, in 1952 in gebruik genomen. Treinreizigers kunnen sindsdien zonder overstappen dwars door het land sporen. Echter, de oude Brusselse binnenstad werd door het tracé in tweeën gereten: sinds de Jonction is het functionele verschil tussen 'laagstad' (waar de handel geconcentreerd is) en de 'bovenstad' (waar de bestuurlijke machten en musea geconcentreerd zijn) ook ruimtelijk geaccentueerd. Kijk zoals paard en ruiter richting benedenstad en volg de Keizerslaan naar links 100m tot bij een brug. Links en rechts ervan zie je een bos van opvallende gele vlaggenmasten met blauw-witte vlaggen. Het Gerechtsplein wordt sinds 1962 gedomineerd door deze veel te brede brug, restant van een megalomaan autosnelwegproject door de binnenstad. Op deze plaats stond sinds 1589 een Jezuïetenklooster. Vanaf 1820 werd het gebruikt als gerechtsgebouw,. Na de bouw van het huidige Justitiepaleis werd het oude gesloopt. De vlaggenmasten zijn een project van de vermaarde Franse kunstenaar Daniel Buren. Het kunstwerk bestaat uit 89 gele masten van maximaal 12,2 meter hoog met blauwe vlaggen. Het ligt op een helling, maar vormt bovenaan een horizontaal vlak. Het werk heeft als bedoeling de door de brug gescheiden pleinhelften terug samen te brengen tot één plein met één identiteit. Daal de trappen af, steek het plein diagonaal over en neem de hellende Lebeaustraat naar omhoog tot het einde bij het volgende plein, de Grote Zavel. De Lebeaustraat werd aangelegd op de gronden van het gesloopte gerechtsgebouw. Van de herenhuizen en winkelpanden is het meest bekende de woning van advocaat Frison (1894, arch. Victor Horta) op het nr. 37. De Grote Zavel is in zijn huidige vorm nog maar honderd jaar oud. Vanaf de 15de eeuw evolueerde de Zavelwijk tot een woonplaats voor rijke handelaars. De huizen nr. 43 (aan de overzijde tussen het hoekhuis en L'Entrée des Artistes) en nr. 49 (rechts, tussen twee uitstalramen van bekende Belgische pralinemerken) dateren beide van de 16de eeuw. De derde pleinwand omvat een reeks 18de-eeuwse herenhuizen. In het midden van het plein staat de Minervafontein (1751). In de loop van de 19de eeuw takelde de wijk af. Het plein fungeerde o.a. als een paarden- en een groentemarkt. Rond 1870 was de buurt gekend voor zijn opvanghuizen voor aan-lager-walgeraakte vrouwen. Na de aanleg van de Regentschapsstraat (achter de kerk) werd een bouwblok voor de kerk gesloopt. Rond het plein kwamen heel wat nieuwe huizen in faux-vieuxstijl. Sinds 1958 profileert de Zavel zich als antiekbuurt. Restaurants met terrasjes geven de toon aan. Auto's vervangen de paarden en toeristen vergapen zich aan de dure gebakjes en chocolade van Wittamer en Marcolini. Men is van plan om de Zavel autovrij te maken. Maar dat stuit op hevig verzet van de plaatselijke handelaars die vrezen klanten (of gaat het eigenlijk om hun eigen parkeerplaats?) te verliezen. Volg de linkerkant van het plein richting kerk tot aan de brede Regentschapsstraat met tramsporen. Steek de straat over en wandel naar rechts tot aan het kleine parkje tegenover de kerk.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
3 De Kerk van O.-L.-Vrouw-van-de-Zavel uit 1435/1579 bevat o.a. een mooi laatgotisch koor, twee zijkapellen met de graven van de familie Tour en Taxis en glasramen. Ze stond volledig ingebouwd tussen huizen die als het ware haar huid vormden. Toen in 1872 de Regenschapsstraat werd doorgetrokken richting Justitiepaleis, werd de kerk 'gestroopt' en kreeg ze een neogotische buitendecoratie. Het parkje heet de Kleine Zavel en is een plantsoen uit 1890, aangelegd onder burgemeester Charles Buls. Het is omringd door 48 beelden van Brusselse ambachten. De meeste hebben echt bestaan, andere werden uitgevonden om aan het juiste aantal te geraken. Centraal staan de beelden van de graven Egmont en Hoorn, symbolen van de Geuzenstrijd tegen de Spaanse Inquisitie. In 1568 rolden hun koppen op de Grote Markt. 19de-eeuwse liberalen verwezen graag naar deze historie om hun eigen strijd tegen de katholieken te symboliseren. De graven worden om dezelfde reden omringd door andere historische figuren uit de 15de en 16de eeuw zoals Ortelius, Mercator, Dodoens, Willem van Oranje en Marnix van Sint-Aldegonde. Quizvraag 2: Wie van de historische figuren die Egmont & Hoorn omringen werd als eerste geboren? Wandel door het parkje. Kilometerpaal 1 van dit wandeltraject is bereikt. Links en rechts van Egmont en Hoorn leiden trappen je uit het park. Voor je zie je het Egmontpaleis dat werd opgetrokken vanaf 1560 en tot in deze eeuw werd verbouwd. De centrale, bepleisterde gevel is de oudste. Het was de woonplaats van de familie Egmont. Na de Eerste Wereldoorlog werd de toenmalige eigenaar (Arenberg), omwille van zijn Duitse nationaliteit, verplicht tot verkoop van het goed. Vandaag doet het gebouw langs de Wolstraat dienst als receptiegebouw van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Volg de Wolstraat naar rechts met het Egmontpaleis aan je linkerzijde tot bij een doorgang voorbij het huis op nr. 32. Aan deze zijde staan 24 woningen (1900-1906, arch. Guillaume Low). Het is een verkaveling van een stuk van het Egmontpark. De hele huizenrij stond in 1975 te verkrotten wegens plannen voor twee kantoortorens. Dankzij de strijd van actiegroepen besloot de gewestelijke overheid de huizen te renoveren. De overzijde van de Wolstraat telt verschillende statige herenhuizen uit de 18de eeuw: Hotel de Willebroeck (nr. 11), Hotel de Lannoy (nr. 13) en Hotel de Beaufort (nr. 17). Dit laatste werd in 1985 als seniorie ingericht en heeft een aantrekkelijke binnentuin. Halfweg de straat en aan de linkerkant maakte de stad in 1998 een voetgangersdoorgang naar het park. Wandel door de doorgang tot in het Egmontpark. In dit park vind je de ‘ BLOSO-controlepost’ voor de groene stadswandeling. Het Egmontpark was de achtertuin van het Egmontpaleis aan je linkerkant. Het huidige park dateert van 1902. De gevarieerde aanleg, met natuurlijk aandoende kronkelpaden die telkens weer nieuwe perspectieven ontwikkelen, is typisch voor de landschapsstijl rond de eeuwwisseling en verschilt sterk van de rationele aanleg in de 18de eeuw. Recht voor jou staat de oranjerie uit 1830 waar tijdens de winter sinaasappelboompjes en andere exotische plantensoorten werden ondergebracht. Er werd ook vuile kledij opgeborgen om die in de zomer te wassen en op de velden te bleken. Het wegkwijnende gebouw werd recent verbouwd tot parktaverne. Links van de oranjerie ligt een heuveltje met daaronder een ijskelder. Aan je rechterzijde staat een bronzen beeldje van Peter Pan (1924). Het is een kopie van een beeld in Kensington Garden en is eigenlijk een soort oorlogsmonument. Het werd aan de stad Brussel geschonken als blijk van de vriendschap tussen de Britse en de Belgische kinderen die gedurende de Eerste Wereldoorlog in Engeland verbleven.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
4 Volg het kronkelende pad links van Peter Pan tot bij een ruïneuze zuilenmuur. Deze 'exedra' is een typisch romantische constructie uit het begin van de 20ste eeuw. Rechts van het pad vind je een gotisch gebouwtje. Het is de heropgebouwde ‘Grote Pollepel’, een groot waterreservoir uit de 15de eeuw dat stond in de buurt van het Centraal Station en dat in 1957 plaats moest ruimen voor de Ravensteingalerij. Boven het park torent sinds 1967 het 95m hoge Hilton-hotel. Kies net achter de exedra het pad. Het leidt bergafwaarts tot bij de parkuitgang in de Grotehertstraat. Wandel dan naar rechts en onmiddellijk weer naar links tot de straathoek. Neem daar rechts het zebrapad en wandel tot bij de ingangspoort van het gebouw aan je rechterzijde. Het Justitiepaleis aan de overzijde van het plein werd in de tweede helft van de 19de eeuw opgetrokken. Het was toen het grootste gebouw ter wereld. Arch. Joseph Poelaert tekende de plannen. Het Justitiepaleis en het Poelaertplein werden aangelegd in de tuinen van het stadspaleis van de Merode-Westerloo (je staat momenteel voor het 'tuinhek' van het paleis in kwestie). Maar ook een deel van de Marollenwijk moest er aan geloven. De voorbije jaren kwam het gerechtsgebouw vooral in het nieuws door enkele spectaculaire ontsnappingen. Justitie heeft concrete pannen om het onaangepaste en moeilijk te beveiligen overmaatse gebouw te verlaten. Er is een studie besteld die moet zoeken naar een nieuwe bestemming voor het gebouw. zie:
Wandel naar de hoofdingang van het Justitiepaleis. Dat kan veilig via het eerste zebrapad dat je aan je linkerkant tegenkomt. Wandel de trappen van het Justitiepaleis op. Hier in het portaal krijg je een goed beeld van het overmaatse van het gebouw. Quizvraag 3: In welk jaar namen de bouwwerken van het Justitiepaleis een aanvang ? Wandel terug de trappen van de hoofdingang af en ga naar links tot bij de pleinbalustrade. De balustrade langs het plein biedt een panorama over de Brusselse benedenstad en de Zennevallei. Herken je, van rechts naar links, de Miniemenkerk, de stadhuistoren, de Kapellekerk met er bovenuit piepend een Atomiumbol en links ervan de lichtmasten van het Koning Boudewijnstadion? En verder nog de basiliek van Koekelberg en de Zuidertoren naast het Zuidstation? Een wandelbrug leidt naar een lift die sinds 2002 het hoogteverschil tussen het Poelaertplein en de Miniemenstraat overbrugt. Het gevaarte oogt niet bepaald esthetisch maar heeft wel veel succes. Neem de lift of volg het hellend vlak links van de loopbrug. Wandel tot bij het pleintje aan de voet van de lift. Sinds de plaatsing van de lift is het Brueghelplein uitgegroeid tot een van de aangenaamste terraspleinen van de stad. Het werd recent heraangelegd. Wandel naar beneden richting Hoogstraat. Kunstenaar Jozef Legrand ontwierp deze eigentijdse bankconstructie waarop voorbijgangers op alle mogelijke manieren kunnen plaatsnemen. Centraal staat een 13m hoge moeraseik. Het geheel kreeg de toepasselijke naam, de Palaverboom.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
5 De imposante gevel aan de overzijde van de straat is die van de Espace Jacqmotte. Op nr. 139 staat de directeurswoning van de vroegere koffiebranderij Jacqmotte. Vind je ook de voorstelling van het logo in de gevel? De gelijknamige familie begon hier in het begin van de 20ste eeuw met een winkeltje in koloniale waren. Later legden ze zich toe op koffie. Het geheel werd smaakvol opgeknapt door de architectengroep Jaspers-Eyers & Partners die ook zijn bureau heeft in dit multifunctionele complex. Het bochtige traject van de Hoogstraat verraadt dat dit een heel oude weg moet zijn: waarschijnlijk meer dan 1000 jaar oud. Ze vormt de ruggengraat van de Marollen. Als winkelstraat is ze veel minder bekend dan de Brusselse Nieuwstraat, maar toch is ze even lang. Heel wat winkels, cafés en feestzalen werden vanaf de jaren 1980 antiekzaken. Men spreekt daarom over de 'verzaveling' van de Marollen: de antiekmarkt op de Zavel die zich langzaam verspreidt over de Marollen. Neem de Hoogstraat naar links en dan de eerste straat rechts (Sint-Gisleinstraat) naar beneden. Kilometerpaal 2 van het wandeltraject is bereikt. Neem vervolgens de eerste straat naar links. Deze Blaesstraat leidt je naar het Vossenplein. Het Vossenplein is al sinds het einde van de 19de eeuw het economische hart van de Marollen. Elke dag van het jaar, vanaf 6 uur 's ochtends tot 14 uur 's middags, stallen verkopers hun tweedehandse spullen op het plein uit. In principe mag je hier met een leurderskaart alles verkopen wat niet nieuw is. De oude Kapucijnerkerk is vandaag nog altijd een Spaanse parochiekerk die Spaanse kerkgangers uit het hele gewest aantrekt. De kerk won nog meer aan populariteit toen prins Laurent hier na zijn huwelijk in de kathedraal een dankmis organiseerde. Naast de kerk bevindt zich “Het huizeke”. Het oude pijpsteelfabriekje dat hier was gehuisvestigd, werd in 1983 omgevormd tot een buurthuis. Nu kunnen er daklozen terecht voor een kop koffie en een luisterend oor. Tegenover de kerk domineert de voormalige brandweerkazerne het plein over zijn gehele lengte. In de jaren 1980 verhuisden de pompiers naar de Noordwijk en ging de kazerne dicht. Het werd in de jaren 1980 geheel gerenoveerd tot wooncomplex met 65 duplex-appartementen en 24 winkels. In de rechterbenedenhoek van het plein zie je een gebouw met op de zijgevel de vermelding 'Bains Baden'. Het vrij smalle gebouw bevat twee boven elkaar gelegen 25m-zwembaden. Sinds het begin van de jaren 1900 werd de overheid zich steeds meer bewust van de onhygiënische toestanden in veel arbeiderswijken. Om de haverklap werden ze geplaagd door epidemieën. De meeste woningen hadden er geen sanitaire voorzieningen. Her en der begon de overheid publieke baden op te richten waar de arbeiders zich konden wassen en baden. De eerste openbare badinrichting ging in 1854 in de Marollen open: de bains économiques. Het huidige zwembad dateert van 1955 en werd recent helemaal gerenoveerd. Quizvraag 4: De Brusselse rommelmarkt is verbroederd met de rommelmarkt van een Franse gemeente in de buurt van Parijs. Wat is de naam van deze gemeente? Ga verder de Blaesstraat in en neem de eerste straat links voorbij het plein (Pieremansstraat) tot bij de hoek met de eerste straat rechts (Menslievendheidstraat). Twee generaties sociale woningbouw staan hier zij aan zij. Links de evenwijdig gebouwde bakstenen blokken van de Cité Hellemans of 'Les Vieux Blocs' (1914); rechts de hoge betonnen 'Nouveaux Blocs' (1958). Beide bouwprojecten namen destijds de plaats in van afgeleefde beluiken (dat zijn groepsgewijs gebouwde arbeiderswoningen langs smalle binnenstraatjes). Maar daar stopt de vergelijking. In het geval van de Cité Hellemans is alles tot in de details uitgewerkt: het spel met de gekleurde bakstenen, de gietijzeren zuiltjes op de bovenste terrassen, het subtiele gebruik van blauwe hardsteen voor de vensterbanken …
NOODNUMMER 0478/77 02 58
6 De 7 blokken zijn gescheiden door 6 evenwijdige straten die verbonden zijn door ruime van hieruit niet zichtbare dwarshallen. Het bouwproject verving de vroegere smalle, donkere en onhygiënische gangen en stegen en vergemakkelijkte de controle op de toenmalige arbeidersbevolking. De cité werd recent gerenoveerd. Les Nouveaux Blocs werden in hun tijd beschouwd als het toonbeeld van modern, goedkoop en comfortabel wonen. Vandaag liggen ze er troosteloos bij. In de verweerde betonstructuur zijn heel wat bewapeningsijzers zichtbaar ten gevolge van een onoordeelkundige bouwtechniek. Renoveren is enorm duur en afbraak is voorlopig geen optie bij gebrek aan voldoende tijdelijke vervangwoningen. Ga verder in de Pieremansstraat tot bij de Hoogstraat. Het grote gebouw aan de overzijde van de Hoogstraat is het Sint-Pietersziekenhuis. Het ligt ongeveer op de plaats van leprozerie Sint-Pieters-ter-Zieken die in 1150 met bijbehorende kapel en kerkhofziekenhuis gesticht werd. Toen was dit nog een afgelegen oord, een heel eind verwijderd van de eerste stadsomwalling. Na de aanleg van de tweede omwalling (einde 14de eeuw), verhuisde de leprozerie naar Sint-Gillis. De oude gebouwen werden omgevormd tot klooster en ziekenhuis van Mariam Colentes (de naam Marollen is een verbastering hiervan). In de 18de eeuw werd het omgevormd tot Sint-Pietersziekenhuis. In 1921 sloten de stad Brussel, de ULB en de Rockefellerstichting een overeenkomst om de instelling uit te bouwen tot een toonaangevend ziekenhuis op het vlak van geneeskundige verzorging en wetenschappelijk onderzoek. Het ontwerp van de nieuwe gebouwen werd toevertrouwd aan Jean-Baptiste Dewin, toen dé specialist in ziekenhuisarchitectuur. De vrij sobere gevel is versierd met geometrische mozaïekdecors, kleine glasraampjes en allerlei wezens zoals uilen en ibissen. Het OCMWziekenhuis en de daarmee samenhangende instellingen zijn uitgegroeid tot belangrijke centra voor kanker- en aidsonderzoek. Volg de Hoogstraat naar rechts tot voor de Hallepoort die je na de bocht ziet opdagen. Kilometerpaal 3 van het wandeltraject is bereikt. De Hallepoort werd in 1383 opgetrokken en vormt het enige materiële overblijfsel van enige omvang van de tweede Brusselse omwalling. In de 18de eeuw begon de systematische afbraak van deze omwalling. Ze werd vervangen door een bomendreef. De Hallepoort bleef overeind omdat ze dienst deed als gevangenis. Na de Belgische onafhankelijkheid wilde de stad ook deze poort slopen maar Leopold I weigerde dat. Het conflict leidde tot de oprichting van de Commissie voor Monumenten en Landschappen in 1831. De Hallepoort werd een van de eerste beschermde Belgische monumenten. In 1868 werd de poort door architect Hendrik Beyaert omgebouwd tot een romantische versie van een middeleeuws kasteel. Zowel kasteeldak, kantelen, hoektorentjes, waterspuwers als traptoren met kegeldak werden toegevoegd. zie: De Kleine Ring, die het tracé van de vroegere omwalling volgt, onderging de voorbije 40 jaar belangrijke veranderingen. Naar aanleiding van de Expo '58 werd de mooie bomendreef vervangen door brede rijwegen. In 1984 werd ter hoogte van de Hallepoort een tunnel en een parkeergarage uitgegraven. Het wijkcomité van de Marollen eiste en verkreeg in 1999 de herinrichting van de vrijgekomen ruimte rond de Hallepoort tot buurtpark. Steek de ring over, wandel naar de poort en volg dan het stenen pad naar rechts tot je op een klein pleintje met een menhir komt. Toen het Hallepoortpark heringericht werd, schonk de autonome Spaanse regio Galicië deze menhir. Men koos deze plek voor een dubbele reden: de middeleeuwse pelgrims op weg naar Santiago de Compostela verlieten de stad via de Hallepoort (ook de metalen schelp op de grond verwijst naar deze bedevaartsroute), en voor de eerste Spaanse gastarbeiders in de jaren 1950 was het nabijgelegen Zuidstation de toegangspoort tot de stad. Nog altijd woont een groot deel van de Spaanse gemeenschap in Brussel in de buurt rond het Zuidstation.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
7 Quizvraag 5: In welk jaar werd de menhir geschonken? Volg het pad links van de menhir. Een afslag naar links leidt je onder een groene poort uit het park. Steek de straat over en neem de metro-ingang links. Eens beneden met de roltrap, ontwaard je je ticket en neem je rechts de eerste trap naar beneden. Daar volg je de gang naar links richting lijnen 3 'Churchill' en 4 'Stalle'. Een roltrap naar boven brengt je op het perron. Daar neem je de eerstvolgende tram (3 of 4). Rij door tot de derde halte 'Albert'. Stap uit in de ondergrondse halte 'Albert'. Volg het uitgangsteken (witte pijl tegen groene achtergrond). Neem een eerste roltrap en volg uitgang '2 Besme'. Een tweede roltrap brengt je bovengronds. Volg rechtdoor en bergaf. De Besmelaan wordt de Kemmelberglaan en iets voorbij de bocht steek je deze laan via het zebrapad over. Draai je om. De Kemmelberglaan gaat prat op een mooie verzameling landhuizen in neo- en eclectische stijlen. Maar het meest opvalllend is de Villa Beau-Site (nr. 5), de art-nouveauwoning die architect Arthur Nelissen voor zichzelf optrek (1905). De herhaling van het hoefijzermotief creëert een diepte-effect en werkt de smalle gevel (5m) open. De witte en groene tinten integreren het gebouw in zijn groene omgeving. Draai je terug om. Tijdens de regeerperiode van koning Leopold II werden plannen opgesteld voor de stedenbouwkundige ontwikkeling van Groot-Brussel. Een onderdeel daarvan was een verkavelingsproject voor Sint-Gillis en Vorst. Leopold II zorgde er echter voor dat er niet alleen gebouwd werd maar dat er ook grote parken werden aangelegd. Het park van Vorst is daar een mooi voorbeeld van. In het verlengde van het zebrapad ligt een sterk dalend pad. Volg dit pad. Opgelet, want het ligt er slecht bij. Neem de tweede zijdreef links en stop wat verder ter hoogte van een zandbak met doelpalen. Het doel van dit en andere parken was enerzijds Brussel te verfraaien en anderzijds de arbeidersklasse een recreatiegebied te geven waar ze 'zuivere lucht' kon inademen. Het weliswaar slecht onderhouden minivoetbalveld en het gebouwtje links ervan, waar ooit een ijsventer gevestigd was, zijn voorbeelden van deze recreatiemogelijkheden. Het park grenst met zijn laagste kant aan de armere arbeiderswijken van laag-Sint-Gillis en laagVorst en werd dus bewust hier aangelegd. Het trok echter ook de burgerij aan die op de hoger gelegen gronden villa's liet bouwen. Dat heb je kunnen vaststellen bij de ingang van het park. Draai je om en je ziet misschien nog net enkele van die burgerwoningen boven en tussen de bomen. Ze worden overschaduwd door een hoog appartementsgebouw dat je ook aan de Belgische kust zou kunnen verwachten. Hier niet met zicht op zee, maar op park, Brussel en Zennevallei. Neem de eerste dreef rechts en vervolgens het eerste pad links. Bij een driesprong neem je het centrale pad. Dat eindigt bij een rotonde. Aan je rechterzijde heb je een mooi uitzicht over het hele park. Het werd door de Franse landschapsarchitect Emile Laîné ontworpen in een Engelse landschapsstijl, de stijl die in de mode was op het einde van de 19de eeuw. In de verte, in de vallei van de Zenne, zie je opnieuw de Zuidertoren, die vlak naast het Zuidstation staat. Hij werd gebouwd in 1966-1967 en is met zijn 150m nog altijd de hoogste van België. Vaak wordt hij de "pensioentoren" genoemd, omdat de Rijksdienst voor Pensioenen er gehuisvest is.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
8 Links de Laînésquare, aangelegd in 1949 als verbinding tussen het Vorstpark en het Dudenpark. De opvallende boog (Mauro Staccioli) is van Cortenstaal gemaakt. Deze staalsoort heeft de eigenschap dat het roestproces na enkele jaren stabiliseert, zodat het uitzicht roestbruin wordt. Steek via het zebrapad rechts over en wandel links van het Athenée Royal André Thomas de Massenetlaan in. Kilometerpaal 4 van dit wandeltraject is bereikt. Rechts zie je een mooie verzameling rijwoningen in art-decostijl. In de jaren 1960/70 kregen zij vrijstaande woningen als overbuur. Even verder draait de Massenetlaan plots naar rechts. Steek net voor het kruispunt via het zebrapad de laan over en onmiddellijk ook de dwarsstraat. Volg deze Brusselsesteenweg naar links. Stap verder met het Dudenpark aan je linkerzijde tot voor de lange gevel van het stadion van Union Saint Gilloise. De voetbalclub Union Saint Gilloise werd gesticht in 1897 en heeft stamnummer 10. Het is dus een van de oudste clubs van het land. De Koninklijke Schenking stond een stuk van het Dudenpark af aan de club, dus op het grondgebied van buurgemeente Vorst. Sinds 1926 speelt Union in het Joseph Mariënstadion. De art-decogevel en delen van het interieur werden recent beschermd. Het stadion is grotendeels omringd door het park, wat een bijzondere en intieme sfeer creëert. De club behaalde verschillende landstitels maar verblijft al enkele jaren in Derde Nationale. Ze is een echte volksclub gebleven. Je hoort er nog echt Brussels praten naast alle andere talen die in onze hoofdstad worden gebruikt. Quizvraag 6: Geef de achternaam van de architect van het stadion? Wandel even terug en steek het eerste zebrapad over. Ga verder met de stadiongevel aan je rechterzijde tot bij het versierde ingangshek van het Dudenpark. Volg de rechte asfaltweg door het park. Deze draait verderop naar rechts. Neem bij een tweesprong links tot bij een trappenpartij. Draai nog even om alvorens aan de klim te beginnen. Rechts beneden zie je een open plek. Romantisch, te mooi om waar te zijn. Het park is immers een restant van een uitloper van het Zoniënwoud. In de 19de eeuw zijn er 'romantische' aanpassingen gebeurd zoals deze open plek. Bestijg de trappen tot boven. Kilometerpaal 5 van dit wandeltraject is bereikt. Bovenaan zie je de zijgevel van een wit classicistisch gebouw. Wandel naar de hoofdingang ervan, links van deze zijgevel. De Duitse kanthandelaar en mecenas Wilhelm Duden (1824-1894) kocht het domein in 1869 en liet er in 1873 dit kasteel bouwen. Hij liet het park en het kasteel na aan Leopold II. Zijn testament bepaalde dat het een openbaar park moest worden, zoals het aangrenzende Park van Vorst,. En dat het zijn naam moest dragen. Leopold II droeg het park op zijn beurt over aan de 'Koninklijke Schenking', een autonome openbare instelling. Van 1912 tot 1933 huisvestte het kasteel de School voor Tropische Geneeskunde op vraag van de minister van Koloniën. De activiteiten verhuisden naar de nieuwe, makkelijker te bereiken gebouwen van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen. Sinds 1939 is het NaRaFi (Nationaal Radio- & Filmtechnisch Instituut) hier gevestigd. In de jaren 1950 kwam er een afdeling elektronica bij. Vandaag hoort daar ook een foto- en filmopleiding bij. Tegenover de hoofdingang van het gebouw liggen de onvermijdelijke stallingen. Het onderhoud van het park is recent toevertrouwd aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM).
NOODNUMMER 0478/77 02 58
9 Sta met je rug naar het gebouw en neem het asfaltpad links. Neem dan de eerste aarden dreef links, net voor de uitgang van het park. Twee ruime bochten verder zie je aan je rechterzijde een bakstenen gebouw - de vroegere conciërgewoning van de Dudens. Verlaat het park. Aan de overzijde van de straat zie je tegen de helling een aarden pad. Volg dat pad en bij de splitsing kies je rechts. Eens boven bij de Jupiterlaan kijk je in de as van de Schermstraat naar een kerk op de heuveltop. Wandel door deze straat en dan rechts rond de kerk tot bij de hoofdingang. Rond 1900 werd Hoog-Vorst verkaveld rond een centraal plein waar zes straten samenkomen. Het plein kreeg de naam Hoogte 100 omdat het ongeveer evenveel meters boven de zeespiegel ligt. Door het uitbreken van de eerste wereldoorlog zou de bouw van de Sint-Augustinuskerk van de nieuwe parochie pas in 1933 aanvangen. Om de kosten te drukken maakten de nieuwe architecten (A. Watteyne en L. Guianotte) er een betonkerk in modernistische stijl van. De buitenafwerking werd pas in 1947 voltooid. Intussen waren de betonijzers aangetast door vochtinsijpelingen, waardoor ze uitzetten en het beton begon te barsten. Tientallen jaren van verwaarlozing volgden. Onder impuls van architectuurstudenten die een restauratiedossier samenstelden werd de kerk in 1988 beschermd. De buitenkant werd bedekt met de oorspronkelijk geplande, maar voorheen nooit gerealiseerde vochtwerende en gekleurde cementlaag. De gele kleur beklemtoont eveneens de ongewone, geometrische vormen en ze varieert afhankelijk van de lichtsterkte en -inval. Een subtiele manier van 'decoreren zonder te decoreren'. Intussen kan de buitengevel weer een nieuwe opfrisbeurt gebruiken. De straat die je zonet doorwandelde en de straten rond de kerk werden vooral tijdens het interbellum (de periode tussen de twee wereldoorlogen) volgebouwd. Art deco is hier alomtegenwoordig. Verlaat het plein iets verderop naar rechts via de Sint-Augustinuslaan (voorbij de Proxy Delhaize). Het neogotische gebouw op nr. 12 is de pastorij. De gevel is versierd met een sgraffitopaneel, een decoratietechniek die eerder zeldzaam is op kerkelijke gebouwen in ons land. Volg de laan verder en neem de eerste straat links. Iets verder, ter hoogte van de eerste linkerzijstraat, is er aan de overzijde van deze Alsembergsesteenweg de ingang van het Marconipark. Steek de steenweg over en wandel door het parkje tot je weer buiten staat aan het andere uiteinde van het park. Kilometerpaal 6 van dit wandeltraject is bereikt. Het park is niets meer dan een grote stadstuin die openbaar gemaakt is. Bij het einde van het pad door het park zie je aan de rechterkant tussen de bomen een watertoren (1904). De kuip ervan werd ontmanteld, beglaasd over de hele oppervlakte en verbouwd tot een duplexloft die bereikbaar is via een lift. Het Molière-Longchamps hospitaal tegenover de parkuitgang was oorspronkelijk het gemeentelijke hospitaal van Sint-Gillis dat wegens plaatsgebrek uitweek naar buurgemeente Vorst. Het was oorspronkelijk een paviljoenenhospitaal dat opgetrokken werd begin jaren 1900. Van die paviljoenen zie je er een recht voor jou en een aan je rechterkant. Uit schrik voor besmetting werden de patiënten in gespecialiseerde afdelingen ondergebracht die van elkaar gescheiden waren. Volg het trottoir naar links, steek via het eerste zebrapad de Marconistraat over en stop even op de hoek met de Dierenriemstraat. Behalve de watertoren van zonet zie je hier enkele restanten van een industriële enclave in deze residentiële buurt door de nabijheid van de Alsembergsesteenweg, het hospitaal en 2 gevangenissen. De brede gevel op nrs. 123-137 (1942, arch. Guianotte) huisvestte Magneto Belge, een destijds vermaarde fabrikant van motoren en ontstekingsmechanismen.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
10 Wat verder zie je oude arbeiderswoningen langs een smaller deel van de straat dat duidelijk ouder is dan de rest van de wijk. En aan het zicht onttrokken zijn er verschillende sociale woonblokken uit het begin van de jaren 1900. Wandel de Dierenriemstraat in en dan de eerste straat (Rodenbachstraat) naar rechts tot het einde bij de Constantin Meunierplaats. Ga naar het groene middenstuk van het plein. Pas op want er is geen zebrapad. Centraal staat een verkleinde versie van de dokwerker van Constantin Meunier (1890), betaald door de wijkbewoners. Het plein wordt hoofdzakelijk omringd door appartementsgebouwen in art-decostijl. Het meest opvallende is dat op nrs 1 & 2 (Jean-Florian Collin, 1929) met een trapeziumvormig grondplan en 9 verdiepingen gespreid over 9 traveeën (de 10de is er later bijgezet). De horizontale lijn van de vensters wordt lateraal doorgetrokken en geanimeerd met balkons en uitsprongen. Volg de straat rechts achter het beeldje, de Molièrelaan. Neem bij voorkeur het linkertrottoir. Stop ter hoogte van nr. 64. Het huis op nr. 64 (uit 1910) is een zeldzaam voorbeeld van neogotiek in deze buurt. Vooral katholieken bouwden in die tijd in deze stijl. Zij hadden een hekel aan een wulpse stijl als art nouveau. Daarom is de sierlijke art-nouveauboog onderaan de buitentrap wel opmerkelijk. Het grote herenhuis op nr. 123 aan de overzijde (1909, arch. Paul Hamesse) huisvest vandaag de Beth Aviv school. Zoals bij vele joodse instellingen beschermen stenen palen het gebouw tegen bomauto's. De Molièrelaan vormt de ruggengraat van de Berkendaalwijk, een groots stadsuitbreidingsproject (meer dan 150 ha) van Georges Brugmann in naam van de gezamenlijke grondeigenaars. Ze loopt door drie gemeenten (Vorst, Ukkel en Elsene). De werken sleepten meer dan 10 jaar aan en vanaf 1909 werden de eerste percelen langs de hoofdassen bebouwd. De Molièrelaan, die als een groen lint door de wijk slingert, was voorbestemd voor de meest prestigieuze woningen. Steek de laan over en wandel verder tot nr. 151. Het huis nr. 151 is de eigen woning van architect Jean-Baptiste Dewin. Zijn werk is sterk beïnvloed door de wiener sezessionstijl, een geometrische variant op onze art nouveau. Typisch voor Dewin zijn de geraffineerde mozaïekpanelen die uilen en gestileerde florale motieven voorstellen. Deze motieven vind je ook terug in de glasramen en in het ijzersmeedwerk. Het huis Philippot op nrs. 153-155 (arch. Jules Brunfaut) is gebaseerd op de Franse architectuur van de 17de eeuw. Centraal in de gevel staat een gebeeldhouwd reliëf van Jef Lambeaux. Het is een allegorische voorstelling van de muziek. Brunfaut was een bijzonder veelzijdige architect. Kijk naar de overzijde. Nr. 104 is zijn eigen woning in Italiaanse Quattrocento-stijl. Het huis op nr. 102 met de opvallende luifel is een mooi voorbeeld van neo-Vlaamse Renaissance (arch. Emile Janlet, 1907). Quizvraag 7: Op het huis op nrs. 153-155 staat het bouwjaar in Romeinse cijfers. Geef dit bouwjaar in ons courant cijferschrift. Wandel verder tot bij de hoek met de Brugmannlaan. Het grote herenhuis op de andere hoek aan de overzijde van de Brugmannlaan is van de Franse architect Paul Vizzavona (1908). Hij was een leerling van architect Horta. Typisch voor zijn werk is de mengeling van 'onze' art nouveau met de klassieke 'Franse' beaux-artsstijl. Wandel verder tot nr. 225.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
11 De kronkelige Molièrelaan is bijna 2 km lang. Maar visueel en gevoelsmatig is ze nergens langer dan de afstand tussen twee bochten. Ook de breedte - 20m exclusief de 5m diepe voortuinen - is eerder bescheiden in vergelijking met andere prestigelanen zoals de Louizalaan en de Tervurenlaan. Deze laan richtte zich eerder op een kapitaalkrachtig publiek dat vooral een luxewoning in een rustige, groene omgeving zocht, maar niet te ver van het stadscentrum. Dat de laan ook vandaag nog een prestigelaan is blijkt uit het groot aantal ambassades dat hier gevestigd is (bvb. Portugal op nr. 193, Slovenië op nr. 195 en Algerije op nr. 207). Van het cottagegeheel op nr. 225 is vanop straat slechts een glimp op te vangen. Het is gebouwd rond een achthoekig binnenplein omringd door een arcade en met centraal een fontein. Architect was Adrien Blomme (1912-20) in samenwerking met Raymond Unwin en Richard Barry Parker (Britse architecten van de eerste Engelse tuinstad Letchworth in Hertfordshire). Aan de overzijde trekt nr. 172 de aandacht. Mozaïekpanelen stellen de Egyptische zonnegod Horus en de maan voor, beide hier gebruikt als vrijmetselaarssymbolen. Het smeedwerk van het tuinhek stelt bijen voor. De stijl is die van de wiener sezession. Doet dit alles een belletje rinkelen? De architect is opnieuw Jean-Baptiste Dewin (1910). Wandel verder tot nr. 265. Kilometerpaal 7 van dit wandeltraject is bereikt. Een van de meest opmerkelijke gebouwen langs de laan staat hier aan de overzijde (nrs. 208210). Wat op het eerste zicht misschien een gewone bakstenen mastodont lijkt, is in feite een levendig, 'expressionistisch' geheel. Kijk naar het spel van de nu eens horizontale dan weer verticale donkerviolette bakstenen, naar de subtiele kleurcontrasten, naar het spel van inspringende en uitspringende lijsten en zeker ook naar de hoge veelhoekige hoektoren. Dit appartementsgebouw is het mooiste exponent in Brussel van de zgn. Amsterdamse School. Architect is de Nederlander Joe Ramaekers (1931).
Wandel verder tot bij een groot plein, het Guido van Arrezzoplein. Wandel naar het centrale stuk van het plein (pas op, hier is geen zebrapad !!). De Molièrelaan wordt onderbroken door 2 ruitvormige pleinen (het Meunierplein heb je al gezien). Luister aandachtig naar het overheersende geluid. Ja, de bomen op het plein zijn 'vergeven' van monniksparkieten die afkomstig zijn uit Latijns-Amerika. Deze soort werd voor het eerst bij ons opgemerkt in 1974. Vermoedelijk ontsnapten enkele vogels uit een kooi. De vogels zijn ‘sociaal’ want ze bouwen elk jaar een nieuw nest bij het oude en dat creëert een band met de bewoners. Hun aantal wordt geschat op 125 à 200 koppels. Op enkele oude elektriciteitspalen zijn hier gigantische nesten gebouwd. Verwar deze soort niet met groene halsbandparkieten. Deze werden eind jaren 1980 losgelaten toen het oude Meli-pretpark op de Heizel werd ontmanteld. De 'dag'-populatie in Brussel wordt geschat op 800 koppels, maar ‘s avonds loopt dit op tot 10.000 exemplaren. Dus, eigenlijk het omgekeerde van de Vlaamse pendelaar. Ze slapen in uitgeholde bomen. De schade die zij aan het milieu toebrengen is groot. Vooral boombewoners zoals vleermuizen en zwaluwen komen onder druk te staan. We verlaten de Molièrelaan. Neem de Lejeunestraat links van deze laatste (er is nu wel een zebrapad). Stop voor het huis op nr. 69. Het zgn Glazen Huis (nr. 69) is de persoonlijke modernistische woning van architect PaulAmaury Michel. Het werd opgetrokken in 1935-36 en is duidelijk beïnvloed door de ideeën van Le Corbusier. Het terrasdak, de pijlers, de brede schuiframen, de niet dragende gevel, het gebruik van industriële materialen als glas, metaal en gewapend beton: het zijn evenveel kenmerken van het werk van de Zwitserse meester. Het huis werd na tientallen jaren van verval in 1998 beschermd en de daarop volgende jaren mooi gerestaureerd.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
12 Dat het modernisme ook de architectuur van na de tweede wereldoorlog beïnvloed heeft, zie je aan het appartementsgebouw nr. 67 (Franz Mertens), rechts van het glazen huis. Vaak met een frivolere toets: kijk naar de asymmetrische, dynamische luifel en het traliewerk met de kleurrijke abstracte decoratieve elementen. Men spreekt in dit verband vaak van de Expostijl, verwijzend naar de paviljoenen van Expo 58 en de optimistische sfeer die er toen heerste. Wandel verder tot het Charles Grauxplein. De centrale marmeren fontein is van Isidore De Rudder (1914) en stelt een moeder met drie kinderen voor. Kijk links naar de inkompartij van het appartementsgebouw op nr. 1 Colynsstraat: een mooi voorbeeld van art deco van arch. Jean-Florian Collin (1935) met wie je al op het Meunierplein kennis hebt gemaakt. Collin zal later Etrimo stichten en heel wat minder elegante appartementsgebouwen neerpoten. Steek links het zebrapad over en ga verder rechts tot bij de Waterloosesteenweg. Volg de steenweg naar links. Tussen nr. 531 en 529 is er een doorgang. Wandel deze Waterloogalerij helemaal door tot de andere uitgang. Je wandelt door een rustig binnengebied op enkele stappen van de drukke Waterloosesteenweg: een 'Engels' woonerf van eenvoudige woningen met 2 verdiepingen en een tuintje (1912, arch. Léon David). Na de uitgang ga je eerst naar rechts om dan onmiddellijk de Lepoutrelaan naar links op te wandelen tot het einde. Via het trottoir of via de groene middenberm (opgelet voor hondenpoep!). De Lepoutrelaan is met zijn centrale, met bomen beplante middenberm en monumentale perspectief, typisch voor de urbanisatie van de Brusselse voorsteden eind 19de/begin 20ste eeuw. Jammer genoeg is het perspectief verloren gegaan door het te weelderige bladerdak. De laan was ook vrij snel volgebouwd, wat de grote eenheid van stijl (Beaux Arts) verklaart. Het zijn vooral herenhuizen met op de hoeken luxueuze appartementsgebouwen (enkele van de oudste van Brussel). De Lepoutrelaan eindigt bij het Brugmannplein, waar de kerk, de oorspronkelijke perspectiefafsluiter, staat. Kilometerpaal 8 van dit wandeltraject is bereikt. Een nieuwe wijk heeft een kerk nodig. In 1907 gaf kardinaal Mercier zijn toestemming voor de oprichting van de nieuwe parochie, ondanks protest van de omringende parochies en de gemeente Elsene. De bouw van de parochiekerk liet echter op zich wachten wegens geldgebrek. Frédéric Brugmann (neef van Georges) sprong bij. In 1932 werd de 1ste steen gelegd en op 24 september 1934 werd de kerk ingewijd. Ht ontwerp van Camille Damman is neoromaans in combinatie met geometrische vormen, volumes en decoraties in art-decostijl. Quizvraag 8: Wat is de naam van de parochie? Wandel via het linkerzebrapad naar de kerk. Ga op de straathoek staan. Op de tegenoverliggende hoek zie je het Memoriaal Antoine Depage (1926, Godefroid Devreese & J.B. Dewin). Rechts ervan staat trouwens het gebouw van de gewezen privékliniek van dokter Depage (1905, arch. J.B. Dewin). Kijk naar de typische mozaïekpanelen onder de kroonlijst. Voor Dewin was het zijn eerste opdracht voor de medische wereld. Dat viel zo goed mee dat hij heel zijn loopbaan overstelpt werd met opdrachten voor hospitalen, dokterskabinetten medische instituten enz.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
13 Antoine Depage (Bosvoorde 1862 - Den Haan 1925) zelf was een internationaal vermaard chirurg. Oprichter van de Société Internationale de Chirurgie. Stichter van 1ste Belgische verpleegstersschool geleid door Edith Cavell. Voorzitter van het Rode Kruis België en oprichter van het Rode Kruis Kongo. Tijdens WO I: oprichter van veldhospitalen in Turkije, Bulgarije en Servië, organisator van de medische diensten van het leger. Hij werd ook persoonlijk getroffen: het schip dat zijn echtgenote terugbracht na fondseninzameling in de USA werd getorpedeerd, en Edith Cavell gefusilleerd. Steek het zebrapad rechts van de kerkingang over, wandel rechtdoor de Darwinstraat af tot het einde, in de richting van een andere kerk. Gebruik het eerstvolgende zebrapad om de Darwinstraat onderweg over te steken. Stop even voor het einde van de straat ter hoogte van nrs. 15-17. Dat is het huis met het opvallend grote sgraffitopaneel. Architect-aannemer Ernest Blérot bouwde deze woning met schildersatelier in 1905 voor een zekere Louise De Hem. De Brugmannlaan, 2,8 km lang en 22 meter breed, is alweer een project van Georges Brugmann (1871-73). Als concessiehouder nam hij alle aanlegkosten ten laste en deze liepen nogal op, want het gebied was heel zanderig en heuvelachtig. Maar tegelijk verhoogde deze werken de waarde van de gronden langs de laan waarvan hij grotendeels de eigenaar was. De neogotische kerk van de paters Barnabieten aan de overzijde van de laan is ontworpen door Léopold Pepermans (1905), restaurateur van de ruines van Villers-la-Ville. Volg de Brugmannlaan naar rechts tot bij het huis op nr. 56. De ambassade van Cuba (nr. 80) is gevestigd in het vroegere huis en atelier van beeldhouwer Fernand Dubois. Het is een mooi geheel in art-nouveaustijl van niemand minder dan Victor Horta (1901). Kijk naar de brievenbus en de deurbel. Na nr. 56 neem je de doorgang naar het Park Abt Froidure. Wandel naar de uitgang aan het andere uiteinde van het park. Het Park Abbé Froidure werd begin jaren 1990 aangelegd naar een ontwerp van tuinarchitect J. De Gryse (D+A International). Het staat in het teken van rust en bezinning. Het heeft een zeer hedendaags en geometrisch plan. Een dunne waterlijn loopt door het hele park. Het is ook opgevat als een kleurentuin met groene hagen, helblauwe metalen hekken en blauwe steen. Volg na de parkuitgang onmiddellijk de Merjaystraat naar links. Na de kruising met de Waterloosesteenweg verandert die in de Notarisstraat. Neem de eerste straat links. Volg deze Amerikaansestraat tot bij nrs. 23-25. Als pas afgestudeerd architect liep Victor Horta stage bij architect Balat op het ogenblik dat die de Koninklijke serres van Laken bouwde. Daar maakte hij kennis met de mogelijkheden van ijzer en glas. Dit vertaalde hij naar de burgerwoning. Hij creëerde hiermee licht, lucht en ruimte, brak radicaal met de burgerarchitectuur uit die tijd en werd meteen de architect van de progressiefliberale elite. Op het einde van de 19de eeuw bouwde hij hier zijn eigen woning (links) en atelier (rechts). Het museum werd recent uitgebreid met het huis links (nr. 27). Daar zullen in de toekomst een aantal functies (onthaal, tentoonstellingen, bibliotheek …) worden ondergebracht om de Hortapanden, die uiteraard niet voorzien zijn op grote bezoekersaantallen, te sparen. zie: <www.hortamuseum.be> Quizvraag 9: De architect van het vermelde huis op nr. 27 is afkomstig van een bekende architectenfamilie. Geef deze familienaam?
NOODNUMMER 0478/77 02 58
14 Wandel even terug en sla de eerstvolgende straat links (Afrikaansestraat) in. Bij het kruispunt met de Waterleidingstraat sta je aan de achterzijde van de Heilige Drievuldigheidskerk. Jouw aandacht wordt ongetwijfeld getrokken door het huis met het hoefijzerraam (Afrikaansestraat nr. 92). Het is een mooi voorbeeld van de assimilatie van de art-nouveaustijl in de heersende, traditionele, eclectische stijl. Let zeker ook op de geometrische vormen van de decoratie en de gesculpteerde vensterdorpels. De handtekening van architect Benjamin de Lestré prijkt prominent op de gevel. Wandel links rond de kerk naar de hoofdingang. De Heilige Drievuldigheidskerk werd aan het einde van de 19de eeuw opgetrokken als monumentale perspectiefafsluiter van de Baljuwstraat. Toch heeft ze een echte barokgevel uit de 17de eeuw. Die werd gerecupereerd van het Sint-Augustinusklooster in de Brusselse binnenstad, steen per steen afgebroken en hier weer opgetrokken. De plaats van de vroegere kerk kennen we nu als het De Brouckèreplein. Tegenover het kerkportaal begint de Baljuwstraat. Kilometerpaal 9 van dit wandeltraject is bereikt. Je bent ondertussen al behoorlijk opgeschoten in deze stadswandeling. Misschien tijd voor een koffietje of middagpauze. Vanaf hier bieden we je enkele tips. Daarbij wordt telkens verondersteld dat je na de onderbreking terugkeert naar deze plek. MIDDAGPAUZE-TIP 1 Rond de kerk en in de Baljuwstraat, in de eerste straat rechts en rond het daarop volgende Kasteleinplein vind je heel wat restaurantjes, snackbars en tavernes. Kom na je middagpauze terug naar het kerkportaal van de H. Drievuldigheidskerk. De Baljuwstraat is de handelsader van de Tenboswijk. De wijk zelf werd aangelegd in het laatste kwart van de 19de eeuw, in het zog van de aanleg van de prestigieuze Louizalaan. Door de nabijheid van het rijke cliënteel ontwikkelde de wijk zich van in het begin tot een bloeiende woonen werkwijk. Zo vestigden de beroemde beeldhouwer Constantin Meunier en schilder Theo Van Rysselberghe zich hier, maar ook de architecten Octave Van Rysselberghe (de broer van Theo), Victor Horta en Paul Hankar. Het elitaire karakter blijkt vandaag in deze winkelstraat uit de opvallende afwezigheid van ketenwinkels. Wandel rechtover het kerkportaal de Baljuwstraat in en sla de tweede straat links (Faiderstraat) in tot bij nr. 86. Groen vind je hier soms op de meest onverwachte plekken. Via de koetspoort van het huis op nr. 86 kom je terecht in het park Faider. Het werd in de jaren 1980 door de gemeente ingericht binnen een huizenblok en voorzien van enkele speeltuigen. Hiervoor werden vier tuinen herverkaveld. Keer terug naar de Faiderstraat en wandel verder tot bij de eerstvolgende straathoek aan de rechterkant van de straat. Het huis nr. 83 heeft een opvallende art-nouveaugevel (1900). Hierbij vallen het meest op: de eigenaardige vorm van de erker, de balustrade in de vorm van een langwerpige viskorf en het kleurrijke sgraffito. Maar kijk ook naar de elegante uitvoering van de deur en de sierlijke voetschraper.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
15 Quizvraag 10: Wat is de achternaam van de architect van het huis op nr. 83? Wandel verder tot het einde van de Faiderstraat. Steek de Defacqzstraat over en wandel naar rechts tot de hoek met de Veydtstraat. Het gebouw met de bijzonder brede gevel (12m) en de grote sgraffiti is het huis Ciamberlani (arch. Paul Hankar, 1897). Kunstschilder Albert Ciamberlani kreeg het cadeau van zijn moeder, weduwe van Vincent Ciamberlani uit een rijke, aristocratische, Italiaanse familie. Geld was dus geen probleem. De vorm van de twee 'moorse' vensters wordt weerspiegeld in de balustrade van het balkon. De sgraffiti zijn een ontwerp van Albert Ciamberlani zelf. De 7 medaillons onder de kroonlijst stellen de werken van Hercules voor. De paradijselijke scènes rond de vensters beelden naakte lichamen van alle leeftijden uit. De sgraffiti waren na vele jaren van verwaarlozing bijna definitief verloren, tot zij verleden jaar door de nieuwe eigenaars werden gerestaureerd. Het meer bescheiden huis op nr. 50 rechts van Ciamberlani is ook van arch. Paul Hankar (1898). De opdrachtgever, kunstschilder René Janssens, beschikte duidelijk over een minder groot budget dan zijn buur. Geen dure materialen maar rode en witte baksteen en zandsteen. Geen dure decoratie maar een mozaïek van rode en witte geëmailleerde baksteen. De witte tint van de baksteen verschilt op de bovenste verdiepingen als het gevolg van een latere verbouwing. zie: Volg de Defacqzstraat tot de volgende straathoek met de Livornostraat. Steek de Defacqzstraat over en volg rechtdoor de Livornostraat. Deze loopt na de Kasteleinstraat over in de Washingtonstraat. Stop ter hoogte van nr. 85. Dit huis op nr. 85 is ook ontworpen door arch. Victor Horta (1905) en werd in 1928 verbouwd door arch. Adrien Blomme. Kijk naar de deurhendel! De Washingtonstraat mondt iets verder uit in het ronde Leemansplein. De meeste binnengebieden van de bouwblokken in deze wijk zijn ingenomen door ateliers. Het groene centrale plantsoen van dit plein vormt een zeldzaam rustpunt in de wijk. Drie belangrijke assen komen hier samen. De hoeken worden ingenomen door een mooie verzameling appartementsgebouwen uit verschillende periodes. Het appartementsgebouw op nr. 6 in artdecostijl is van de net vermelde Adrien Blomme (1928). Loop links rond het Leemansplein. Sla de tweede straat links (Amerikaansestraat) in en stop ter hoogte van de eerstvolgende straat rechts (Lariksenstraat). Het hoekhuis (Amerikaansestraat 205) is de eerste eigen woning met kantoor van - alweer - de veelzijdige architect Adrien Blomme, deze keer in eclectische stijl (1908). Let op de hondse voetschraper. Wandel de Lariksenstraat in tot voor de ingang links van een openbaar park. Dit bijna 2 hectare grote Tenboschpark was oorspronkelijk de stadstuin van de familie SemetSolvay. Zij had er een echte plantentuin van gemaakt. In 1953 werd het bijbehorende kasteel afgebroken. Het Brussels Gewest kocht de tuin in 1982 en legde deze opnieuw aan met respect voor de oorspronkelijke beplanting, waaronder een sequoia. zie: Wandel het park in en volg de paden bergop. Ze voeren je langsheen afwisseldende perspectieven automatisch naar een van de hoger gelegen uitgangen aan de Vleurgatsesteenweg. Het Tenboschpark is opgedeeld in verschillende 'kamers' die de intimiteit vergroten. Sommige
NOODNUMMER 0478/77 02 58
16 delen zijn ook voorbehouden voor kinderen van een bepaalde leeftijdscategorie. Wandel de Vleurgatsesteenweg links af tot bij de brede Louizalaan (met tramsporen). De Louizalaan is een typisch 19de-eeuwse lange, rechte, vlakke as op de heuvelkam tussen de Zenne- en de Maalbeekvallei en halverwege scharnierend bij een rotonde. De laan leidde naar het Terkamerenbos dat gelijktijdig als park aangelegd werd. De omgeving groeide uit tot het meest luxueuze woongebied van Brussel. De Louizalaan behoort trouwens niet bij de gemeente Elsene, maar bij de Stad Brussel. De strook van nauwelijks 250m breed werd in de 19de eeuw door de stad afgekocht van de gemeente. Brussel hoopte hiermee de huisvesting van de rijke bewoners binnen haar stadsgrenzen te houden. In de aanloop van de wereldtentoonstelling Expo 58 veranderde de laan grondig. De zesvoudige bomendreef werd gekapt. In de plaats kwamen een reeks tunnels en op- en afritten richting Kleine Ring, als verbinding naar Koekelberg en het Heizelplateau. In het kielzog werden er kantoorgebouwen opgetrokken. Kantoortorens zijn gelukkig beperkt gebleven tot drie, waarvan je er een ziet staan aan de overzijde van de laan. Vandaag zijn vele 19de-eeuwse herenhuizen afgebroken. Soms gaan nieuwe kantoren schuil achter gerecupereerde gevels. Sinds begin jaren 1990 onderneemt de Brusselse Gewestregering pogingen om de Louizalaan te herwaarderen. Meer dan 100 gebouwen en gevels zijn geïnventariseerd, zodat afbraak niet meer mogelijk zou mogen zijn. Heraanleg van de laan en de kruispunten, bredere trottoirs en nieuwe kunstwerken moeten de aantrekkingskracht van de handelszaken verhogen, maar het blijft bij oppervlakkige ingrepen. Zolang er geen fundamentele keuze wordt gemaakt om de auto terug te dringen, zijn dergelijke cosmetische initiatieven druppels op een hete plaat: de Louizalaan blijft een autoriool. Steek de Louizalaan over en neem de Vilain XIIII-straat links van de kantoortoren Blue Tower. In de straatnaam is de schrijfwijze XIIII toch wel eigenaardig. Die meneer Vilain was militair raadgever van Louis XIV, 17de-eeuwse koning van Frankrijk, die we kennen als de 'Zonnekoning'. Die koning vond dat zijn raadgever niet dezelfde afkorting mocht hanteren, en verplichte hem dat anders te schrijven. Wandel de Vilain XIIII-straat af en sla bij het eerste kruispunt de Meerstraat links in. Stop bij het huis nr. 6. Kilometerpaal 10 van dit wandeltraject is bereikt. Nog een mooie art-nouveauwoning, ditmaal van architect Delune. Eigenlijk is het niets anders dan een uitbreiding van het huis in de achterliggende straat. De uitbreiding kreeg een eigen ingang. Achter het prachtige glas-in-loodraam zit een trap die leidt naar een bovenliggend atelier. Daal de Meerstraat verder af tot bij de vijvers langs de Generaal de Gaullelaan. De Vijvers van Elsene werden oorspronkelijk in de middeleeuwen aangelegd als visvijvers. Dat gebeurde door de moerassen langs de Maalbeek droog te leggen, de beek uit te graven en de stroom tegen te houden met dammen (er bestaat hier dan ook een Damstraat). Zo ontstond omstreeks 1200 een vissersdorpje aan de grote vijver en op het kruispunt met de wegen naar Brussel en de omliggende dorpen zoals Etterbeek en Boondaal. Blikvanger aan de overkant van de vijver is het voormalige NIR, ook wel Flageygebouw genoemd, van architect Joseph Diongre, waarvan de eerste steen in 1935 werd gelegd. Na het vertrek van de nationale omroep naar de Reyerslaan, stond dit meesterwerk van de pakketbootstijl (een mengeling van art deco en modernisme) jarenlang leeg, tot het van de ondergang gered werd door een privé-initiatief waarin de Vlaamse overheid een belangrijke inbreng had. De befaamde studio's werken er weer op volle toeren en de Vlaamse gemeenschap van Brussel heeft er haar mediakoepel in ondergebracht (TV Brussel, FM Brussel en Brussel Deze Week). Volg de de Gaullelaan naar links tot bij het Eugène Flageyplein.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
17 MIDDAGPAUZE-TIP 2 Je vindt rond het Flageyplein heel wat restaurantjes, snackbars en tavernes. Keer na je pauze terug naar deze kruispunthoek. Op de hoek staat een monument ter ere van Charles De Coster. Dit werk van beeldhouwer Charles Samuël stelt Tijl en Nele voor, de hoofdpersonages uit het belangrijkste werk van Elsenaar De Coster. Het Flageyplein werd aangelegd op de gedempte 'grote vijver'. Rond het Flageyplein staan enkele imposante appartementsgebouwen, het resultaat van een grote stedenbouwkundige ingreep uit de jaren 1920 en 1930. Naar aanleiding van talrijke overstromingen en epidemieën werd de Maalbeek vanaf 1855 rechtgetrokken en overwelfd. Toch bleven de problemen duren. Daarom werd onder het plein een 10 meter diep waterreservoir uitgegraven. Tijdens zware regenval loopt deze vol en na de regenbui pompen machines het water opnieuw in de riool. Een langgerekte, minder diepe collector langs de vijvers zou goedkoper geweest zijn. Misschien speelde de aanleg van een parkeergarage samen met het reservoir wel een rol bij de huidige keuze. Het plein zelf werd ook heraangelegd. De fonteintjes vallen zeer in de smaak bij de kinderen, de langwerpige zitbanken bij zowat iedereen. Op zaterdag en zondag is er een markt op het plein. We volgen nu de vroegere loop van de Maalbeek. Wandel naar het begin van de Zwaanstraat, tussen de twee grote appartementsgebouwen aan de overzijde van het plein. Op het plein aan de ingang van de Zwaanstraat staat een beeld ter ere van de Portugese dichter Fernando Pessoa (1888-1935). De plaats van dit beeld heeft te maken met de grote Portugese aanwezigheid in de omliggende straten. De overwelfde Maalbeek loopt onder de Zwanenstraat. De naam van de Maalbeek verwijst naar de watermolens die langs de beek werden aangelegd, zeg maar de energiecentrales van hun tijd. Nadat ze in de 17de eeuw vrijgesteld werden van accijnzen, vestigden verschillende brouwerijen zich langs de vijvers. Een andere belangrijke economische activiteit was de ijswinning in de winter. In goed geïsoleerde ijskelders kon het ijs wel twee jaar worden bewaard. Loop de Zwaanstraat in. Deze loopt door in de Graystraat, die legendarisch is omwille van haar vele overstromingen, tot je voorbij een brede bocht voor een brug komt te staan. Kilometerpaal 11 van dit wandeltraject is bereikt. Over de brug loopt de Kroonlaan, het verlengstuk van de Troonstraat aangelegd tussen 1862 en 1895. Zij verbindt de Kleine Ring en het Koninklijk Paleis met de “Militaire boulevard” die we straks nog tegenkomen. De lange aanlegperiode heeft te maken met aanzienlijke nivelleringswerken, niet in het minst de overbrugging van de Maalbeekvallei. Rijd je over de laan dan doet niets vermoeden dat deze over een 120m lange viaduct loopt. De Graystraat ligt 20m dieper. Over een volgende brug loopt de spoorlijn die Brussel verbindt met Namen-Luxemburg. Neem na de bruggen de tweede zijstraat - de Zwemkunststraat - rechts tot het einde. In het begin van de Zwemkunststraat herkent u het Zwembad van Elsene, het oudste zwembad van Brussel (1904) dat bijna volledig in zijn oorspronkelijke staat bewaard is gebleven. De meeste straten in deze buurt liggen er wat haveloos bij. Hier zijn daarentegen inspanningen geleverd. Er zijn wegversmallingen aangebracht om de snelheid te milderen '(wegens de aanwezigheid van kinderen in de buurt van het zwembad?). Er zijn ook aanplantingen gebeurd en enkele particulieren hebben het initiatief genomen om klimplanten aan te brengen. Neem de Visvijverstraat naar rechts tot het einde.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
18 In een rustige zijstraat aan de rechterkant (Ambachtsliedenstraat) met bomen in het midden staan enkele van de oudste sociale eengezinswoningen van Brussel (1907-10). Op het einde van de straat loopt een brug over dezelfde spoorlijn als daarnet. In het kader van het Gewestelijk Expresnet komen er 4 sporen bij tot Ottignies-Louvain-La-Neuve, Dagelijks pendelen ongeveer 350.000 mensen naar Brussel. De helft komt met de wagen. Alle studies wijzen erop dat het stadsverkeer binnen luttele jaren zal dichtslibben als er niet dringend werk wordt gemaakt van efficiënte alternatieven. Reeds in 1990 was er sprake van een Gewestelijk Expresnet (GEN): een optimaal gebruik van de bestaande spoorweginfrastructuur in en rond Brussel. Stads- en streekvervoer moeten beter op elkaar worden afgestemd zodat het openbaar vervoer aantrekkelijker wordt. De uitvoering van de plannen komt nu stilaan in een stroomversnelling. zie: Steek het zebrapad op de brug over. Ga dan naar links en neem vervolgens de eerste straat rechts (Nieuwlaan) tot bij de ovale Leopoldstadsquare. Wandel naar het midden van de square. Het plein werd aangelegd op het einde van de jaren 1920. Het fungeerde als nieuw verbindingsteken tussen Etterbeek en Elsene via de spoorwegbrug die je rechts ziet. In het midden bevindt zich een fontein met een bronzen zeemeermin die een vis op het hoofd draagt (Dolf Ledel). De kleine zeemeermin is de replica van het beeldje dat in 1940 met de pakketboot Baudouinville vergaan is in de baai van de Gironde. Rond het plein staan enkele bijzonder fraaie appartementsblokken in een mengstijl van art deco en modernisme (vooral nrs. 15-16-17 van architect-eigenaar Charles Pétiau). Verlaat de square via de straat achter het beeldje (P. Segersstraat). Op het einde neem je rechts de De Gerlachestraat richting kerk. Aangekomen bij de kerk begeef je je naar links tot op het voorpleintje voor de kerk. Het kerkplein vormt een merkwaardig geheel. Rond de kerk staan afwisselend panden in art nouveau, eclectische en neo-gotische stijl. Het voorplein werd in 2005 heraangelegd. De Sint-Antonius-van-Paduakerk (arch. Edmond Serneels, 1905-1934) heeft geen transept (= dwarsbeuk), maar is voorzien van een grote klokkentoren aan de rechterkant van de hoofdgevel. De gevels zijn bekleed met blauwe breuksteen van Namèche. Rechts van de kerk bevindt zich een buste die architect Serneels voorstelt. Als je met je rug naar de kerk staat, volg je de straat met de tramsporen naar rechts. Deze Eudore Pirmezstraat eindigt op een straathoek van een druk kruispunt. Kilometerpaal 12 van dit wandeltraject is bereikt. De naam van het kruispunt en de hele wijk 'De Jacht / La Chasse' wijst op het feit dat dit gebied vóór de verstedelijking door het hertogelijk hof van Brussel gebruikt werd als jachtterrein. Steek via het zebrapad recht voor jou de Oudergemlaan over. Ga aan de overzijde naar rechts en neem dan de eerste straat links (Veldstraat). Aan de rechterzijde van de straat en voorbij het Postgebouw is er achter een oranje hek een doorgang. Wandel door deze doorgang tot je op een binnenplein staat. De Jardins de Fontenay-sous-Bois werden in 1955 aangelegd. Etterbeek verzusterde in 1972 met de Franse stad Fontenay-sous-Bois, in de Val-de-Marne, bij Parijs. Deze stedenband vond zijn oorsprong tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de Duitse kampen hadden Franse en Etterbeekse soldaten vriendschap gesloten. Het stenen pad leidt je naar de andere uitgang en weer op straat. Neem deze Generaal Fivéstraat naar links en sla verderop de tweede straat rechts (Camille Coquilhatstraat) in.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
19 Daarna de eerste links (Luitenant Lippensstraat) die naar rechts draait, voorbij het sportstadion loopt, dan weer een bocht naar rechts neemt en de Luitenant Beckerstraat wordt. Deze tuinwijk telt 92 sociale woningen van vier verschillende types gelegen langs drie kronkelende straten. Ze werd aangelegd in 1920-22 (arch. Edmond Serneels en Hubert Marq), in een periode van hoge woningnood en slechte huisvesting voor de arbeiders. Het zijn eenvoudige woningen, elk met een eigen tuintje. Quizvraag 11: Naar wie is het stadion genoemd? Op het einde van de Lt. Beckerstraat sla je de Coqhuillatstraat links in. Wandel rechtdoor de René Piretlaan en een nieuwe woonwijk in. Voor deze laan rechts afslaat, wandel je links door een hek naar een binnenplein, het Rolinplein. Op de stenen blokken midden op het plein staan de namen van verschillende personen met de naam Rolin vermeldt. De stenen zijn restanten van de voormalige Rolinkazerne die op de plek van de nieuwe wijk stond. Wandel rechts door de uitgang tot bij een drukke laan: de Louis Schmidtlaan. Kilometerpaal 13 van dit wandeltraject is bereikt. De Louis Schmidtlaan maakt deel uit van de Militaire lanen. Deze ringlanen, uitgetekend rond 1865 door Victor Besme, lopen van het Koninklijk domein in Laken tot bij het Terkamerenbos. Vanaf 1880, dus onder de regering van koning Leopold II, werden er langs deze lanen kazernes en militaire oefenterreinen aangelegd. Eigenlijk dienden de militaire lanen om, ingeval van volksopstootjes, onmiddelijk militair te kunnen ingrijpen. Na de dood van Leopold II verloren de lanen hun militaire functie en werden het de Grote Ringlanen van Brussel. Deze militaire concentratie laat zich vandaag nog steeds aflezen in de namen van lanen, straten en plein. Einde de jaren 1960 verhuisden de militairen. Enkele kazernes kwamen leeg te staan. Zo werden bvb. op de terreinen van de Karabinierskazerne langs de Reyerslaan in Schaarbeek in de jaren 1970 de nieuwe gebouwen van de openbare omroep opgetrokken. De nieuwe woonwijk die je daarnet doorwandelde, staat op de terreinen van de voormalige Rolinkazerne, waarvan de militairen verhuisden naar Peutie. Dergelijke woonwijk werd ook gerealiseerd op de terreinen van het Militair Hospitaal, nadat dit ziekenhuis verhuisde naar Neder-over-Heembeek. Het Voertuigenarsenaal (dat zijn de gebouwen met vierkante, gekanteelde hoektorens aan de overkant van de laan) werd een bedrijvencentrum met o.a. het handtassenbedrijf Delvaux. Volg deze Generaal Jacqueslaan naar rechts op en steek bij de verkeerslichten de Waversesteenweg over. Steek bij de eerstvolgende verkeerslichten de Gen. Jacqueslaan zelf over en volg aan de overzijde de groene wandeldreef evenwijdig aan deze laan. Aan de overzijde van deze laan liggen de Rijkswachtkazernes. Aan deze zijde van de laan lag het Militair Oefenterrein. Het werd gebruikt werd voor manoeuvre-oefeningen en om te leren paardrijden. In de jaren 1960 werd het Oefenplein buiten gebruik gesteld. Een tijdje overwoog de Belgische overheid om de ruimte te gebruiken als nieuwe locatie voor de EEG (huidige Europese Unie), maar die kwam in 1963 terecht bij het Schumanplein. In diezelfde jaren 1960 veroorzaakte de studentenbeweging niet alleen in Leuven een opdeling in een Nederlandstalige en een Franstalige universiteit. In 1969 kwam het ook in Brussel tot een splitsing en werd er uitgekeken naar nieuwe terreinen. Uiteindelijk werd het Oefenplein gebruikt voor de campus van de pas opgerichte Vrije Universiteit van Brussel en voor de uitbreiding van de ULB. Vandaar ook de naam ‘Campus Oefenplein’. Sinds enkele jaren is er ook een uitbreiding van de Europese School aan toegevoegd.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
20 Volg de groene wandeldreef. Je wandelt voorbij de tramhalte ‘Tweede Lanciers’ op de middenberm van de laan. Aan de overzijde van de laan en voorbij het eerstvolgende kruispunt met de mooie bomendreef verschijnt een volgende Rijkswachtkazerne. Even voorbij het hoofdgebouw van die kazerne bereik je aan je linkerzijde de oprit richting VUB-Campus Oefenplein. Wandel deze op. Aan je linkerzijde zie je het rectoraatsgebouw van de VUB. De bijnaam ‘De Sigaar’ verwijst naar zijn eigenaardige vorm. Het werd ontworpen door de Antwerpse architect Renaat Braem en is sinds 1976 in gebruik. Antwerpenaren kennen Braem als architect van de woonwijk Het Kiel of ontwerpen van het Beeldhouwkunstpaviljoen in Middelheim. Leuvenaars kennen zijn woonwijk Sint-Maartensdal; mensen uit Boom zijn vertrouwd met zijn Kruiskenslei-gebouw. zie: Volg de oprit alsof je als automibilist naar de hoofdingang van De Sigaar rijdt. Ter hoogte van het einde van De Sigaar leidt rechts een wandelpad richting een reeks grote campusgebouwen. Volg dit pad tussen het gebouw ‘B’ (rechts) en het voetbalterrein (links). Voor het VUB-restaurant hou je links en wandel je tussen de enorme gebouwen ‘F’ en ‘G’ (rechts) en de de studentenhuisvesting (links). Voorbij de enorme gebouwen wenkt rechts de BLOSO-stand en meteen het einde van deze wandeling. Quizvraag 12: Eentje om je opmerkzaamheid te testen. Tijdens de wandeling ben je verschillende huurfietsstallingen tegengekomen. Wat is de naam van het fietshuursysteem? Omcirkel het juiste antwoord: Brussels Velo
Villo
Brussels Bikes
Biking
We hopen dat je het een boeiende verkenning van Brussel vond, en wensen je nog een prettige namiddag. __________________________________________________________________________ SCHIFTINGSVRAAG De wandel-, loop- en fietstochten die Brukselbinnenstebuiten in 2010 voor deze Sportdag maakte, werden samengesteld door een redactieploeg met 10 Brukselmedewerkers. Geef de som van de afstanden tussen hun woonplaatsen en de Brusselse Grote Markt. Antwoord:
Som van de afstanden: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vergeet niet je antwoordformulier af te geven ter hoogte van de fietsverhuur. __________________________________________________________________________
Dit circuit werd in opdracht van Bloso uitgewerkt door Brukselbinnenstebuiten. Bruksel wil je de stad tonen, te voet, per bus, met de fiets of met openbaar vervoer, en dit verder dan de toeristische neus lang is. Bruksel helpt je je gedachten over Brussel te openen. Meer informatie over Bruksel: <www.brukselbinnenstebuiten.be> of tel. 02.218.38.78 __________________________________________________________________________
NOODNUMMER 0478/77 02 58
21 SPORTDAG VLAAMSE AMBTENAREN 2010
Groene stadswandeling - Quizvragen Naam + voornaam: ………………………………………………………… Administratie: ………………………………………………………………. Straat + nummer: ………………………………………………………….. Postcode + gemeente: ……………………………………………………. (invullen in drukletters, aub!)
Quizvraag 1: Links en rechts van de ingang zie je gevelsculpturen die de volkswijken symboliseren die werden gesloopt voor de aanleg van de ‘Jonction’. Geef de achternaam van de beeldhouwer van de sculpturen. Antwoord:
Achternaam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Quizvraag 2: Wie van de historische figuren die Egmont & Hoorn omringen werd als eerste geboren? Antwoord:
Achternaam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Quizvraag 3: In welk jaar namen de bouwwerken van het Justitiepaleis een aanvang ? Antwoord:
Aanvangsjaar: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Quizvraag 4: De Brusselse rommelmarkt is verbroederd met de rommelmarkt van een Franse gemeente in de buurt van Parijs. Wat is de naam van deze gemeente? Antwoord:
Gemeente: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Quizvraag 5: In welk jaar werd de menhir geschonken? Antwoord:
Jaar: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Quizvraag 6: Geef de achternaam van de architect van het stadion? Antwoord:
Achternaam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Quizvraag 7: Op het huis op nrs. 153-155 staat het bouwjaar in Romeinse cijfers. Geef dit bouwjaar in ons courant cijferschrift. Antwoord:
Bouwjaar: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Quizvraag 8: Wat is de naam van de parochie? Antwoord:
Parochienaam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Quizvraag 9: De architect van het huis nr. 27 behoort tot een bekende architectenfamilie. Geef de familienaam? Antwoord:
Familienaam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Quizvraag 10: Wat is de achternaam van de architect van het huis op nr. 83? Antwoord:
Achternaam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
NOODNUMMER 0478/77 02 58
22 Quizvraag 11: Naar wie is het stadion genoemd? Antwoord:
Achternaam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Quizvraag 12: Tijdens de wandeling ben je verschillende huurfietsstallingen tegengekomen. Wat is de naam van het fietshuursysteem? Omcirkel het juiste antwoord: Antwoordkeuze:
Brussels Velo
Villo
Brussels Bikes
Biking
____________________
Schiftingsvraag: De wandel-, loop- en fietstochten die Brukselbinnenstebuiten in 2010 voor deze Sportdag maakte, werden samengesteld door een redactieploeg met 10 Brukselmedewerkers. Geef de som van de afstanden tussen hun woonplaatsen en de Brusselse Grote Markt. Antwoord:
Som van de afstanden: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Deponeer uw antwoordformulier in de urne ter hoogte van de fietsverhuur (vóór gebouw T).
NOODNUMMER 0478/77 02 58