Grenzen stellen … en af en toe eens door de vingers kijken Lezing Opvoedingswinkel Genk-Zutendaal Dr. Lieve Swinnen Kinder- en Jeugdpsychiater 26 april 2016
Inhoud • • • •
Inleiding Braakliggend terrein? Fundamenten Gelijkvloers Leiding nemen Gedrag = leerproces Geef de grens aan Belonen en straffen
• Verdieping/dak • Nieuwe uitdagingen • Klaar!?
Wat is opvoeden? Ouders voeden hun kinderen op. Dat betekent dat de ouders hun kinderen leren hoe ze moeten leven, wat goed en fout is enzovoort. (van Daele Junior woordenboek)
Wat is opvoeden? • Beïnvloedingsproces • Ouders ↔ kind • Invloed van ruimere omgeving
• Veranderlijk • Èn ouder èn kind doorlopen een eigen ontwikkeling → tot 12 jaar: grote eensgezindheid over basisbeleid: structuur, affectie, sociale steun → tieners: variatie wordt veel groter
• Moeilijker dan vroeger?
De nieuwe gezinnen • Kleinere gezinnen • Veel twee-verdienders-gezinnen, of één-ouder-gezinnen, andere samenlevingsvormen • De ‘me, myself and I’ – generatie • Hoog aantal echtscheidingen • De wereld is mijn dorp • Internet, gsm,…
De achterbankgeneratie • Veel mogelijkheden, maar ook veel verwachtingen • Kinderen moeten zeer flexiebel zijn • Vrijetijdsbesteding enorm veranderd: computer, games,… • Veel minder beweging (zwaarlijvigheid!) • Verhoogd onveiligheidsgevoel : verkeer, cyberpesten, aanslagen,…
Pendelbewegingen Autoriteit, niet toegeven (1960) Ouders geven meer toe (1980) Kinderen meer verwend dan ooit? (2005) Ouders worden terug strenger? (2009) Nieuwe uitdagingen: mediawijs opvoeden, Mdecreet, overprikkeling,…
Wie is verantwoordelijk? Ouders zijn de eerste opvoedingsverantwoordelijken • Opvoeden is een engagement: dit vraagt tijd, betrokkenheid. • Ouders moeten keuzes maken: hoeveel werken, kinderopvang, vrije tijd • Verschil tussen ‘schuld hebben aan iets’ en ‘verantwoordelijk zijn voor iets’
Wie is verantwoordelijk? Ouders hoeven niet perfect te zijn • Hulp via opvoedingsondersteuning • Zorg delen : zeker bij kinderen die ‘anders’ zijn • Maatschappelijke keuzes • Belang van onderwijs
Braakliggend terrein?
Kindfactoren •
Aanleg – Jongens/meisjes – Temperament – Veerkracht – Moeilijk leerbaar – Angstig – Agressief – Ontwikkelingsstoornis – Chronische ziekte
Omgevingsfactoren • Leefsituatie – Gezin • Ouders hebben een grote invloed • Kwaliteit ouder/kind relatie zeer belangrijk
– School – Buurt – Samenleving • 1 op 7 Belgen leeft onder de armoedegrens! • Kinderen/jongeren hebben zéér weinig inspraak
Gebeurtenissen • Gebeurtenissen die ontwikkeling doorkruisen – Verlieservaringen, geweld/rampen – Beperken van ‘traumatische’ gebeurtenissen: pesten, (v)echtscheiding, verhuis, verandering van school. – Voorkomen van mishandeling en misbruik
Fundamenten
Een veilig nest • Opvoeden heeft alles te maken met graag zien, liefhebben, zorgen voor. • Hechting: een vroege/stabiele vertrouwensband is noodzakelijk om evenwichtig te ontwikkelen en later zèlf relaties aan te kunnen gaan. • Volwassene is stut en steun (‘Met scha en schande’ ontwikkel je niet goed). • Stabiliteit: niet te veel veranderingen. Teveel kinderen groeien op in bijzondere omstandigheden!
Opvoeding • Niet te onderschatten creatieve kracht! • Investeren in positieve opvoedingsvaardigheden: grenzen stellen, controle/opvolging, consequent reageren, veerkracht bevorderen, ABC van motivatie • It takes two to tango! • Af en toe eens door de vingers kijken…
Gelijkvloers
Leiding nemen • Goede band ≠ beste vrienden • Verantwoordelijkheid ligt bij de volwassene • Goede relatie tussen opvoeder en kind: elk heeft zijn rechten en plichten • Geef leiding: stel grenzen, corrigeer en beslis zo nodig • Mama is geen papa en omgekeerd • Omama en opapa
Gedrag = leerproces • Imitatie: nabootsen van gedrag • Positief gedrag dat je aanmoedigt neemt toe = allerbelangrijkste! • Negatief gedrag dat je negeert neemt af = moeilijkste! • Positieve bekrachtiging verbetert gezinsklimaat • positief/negatief: 3/1 (fifty/fifty is al heel aardig!)
Geef de grens aan! • Regels zorgen voor veiligheid en duidelijkheid • Zorg voor structuur : de 3 R’s; er gebeurt teveel en teveel door elkaar • Leer je kind luisteren • Leer luisteren naar je kind • Niet-luisteren
Hoe begin je eraan? • Geef het goede voorbeeld : leef het leven voor • Pak niet alles tegelijkertijd aan: overleg met je partner, onderhandel met je kind (autonomie !) • Met ‘nee’ geef je een grens aan, wees duidelijk en consequent • Controleer wat je vraagt
Belonen en straffen • Dit staat vast: Je bereikt veel meer met belonen/aanmoedigen dan met straffen. • Belonen ≠ verwennen • Goed gedrag is nièt vanzelfsprekend • Dus : steek je energie in het aanmoedigen van positief gedrag! • Sociale beloningen werken het best!
Belonen en Straffen • Straf zo weinig mogelijk! • Als je toch straft: – – – – – – –
Milde straf Wees duidelijk, waarschuw op voorhand Betekenis van straf Wees consequent Straf jezelf niet Straf volgt best zo snel mogelijk na de fout Na straf komt de vergeving!
EHBO bij problematisch gedrag (Prof. Dr. Adriaenssens) • Help sneller en betere alternatieven bedenken om problemen op te lossen. • Leren de juiste interpretatie geven aan wat gebeurt. • Probleemgedrag is vaak dekmantel van angst en onzekerheid. • Filosofeer: leer wijs nadenken over gedrag • Opvoedingsstijl bekijken en bijstellen
Verdieping/dak
Vijf grote veranderingen Puberteit: periode van de lichamelijke veranderingen • Eén : de groeispurt • Twee : kritiek op eigen lijf • Drie : de blik naar buiten • Vier : de val van ma en pa (vrienden zijn belangrijker!) • Vijf : verliefd tot en met
Rijping van de hersenen • Twaalf/dertien-jarigen : hersenen nog zeer dicht bij de ontwikkeling van achttot negenjarigen • Zestien/zeventien-jarigen : ontwikkeling erg dicht bij die van volwassene • Tussenzone : periode van grote constructiewerken in de hersenen met meer risico op instabiliteit
Tienerhersenen • Niet klaar voor complexe opdrachten.Eén voor één = betere strategie. • Amygdala: centrum in de hersenen dat ons alert maakt bij gevaarlijke, nieuwe en opwindende gebeurtenissen (soort alarmcentum) snelle, impulsieve reactie = overactief bij tieners. ‘Tieners leven vanuit hun buikgevoel’ • Fouten bij het inschatten van risico’s, temperen van impulsvititeit, interpreteren van sociale situaties
De kwetsbaarheid van de adolescentie • Zaken als aandacht, concentratie, impulsiviteit en geheugen : nièt alleen door opvoeding bepaald • Jongeren zijn door hun ‘onrijpe hersenen’ zeer kwetsbaar. Dit vertaalt zich in de kinderpsychiatrie : vatbaar voor depressies, zelfmoordgedachten, eetproblemen of delinquent gedrag
Nieuwe uitdagingen
Kwetsbaar of veerkrachtig
Veerkracht bevorderen -
Houd rekening met temperament van je kind Leer je kind omgaan met negatieve emoties Wees beschikbaar Bevorder sociaal gedrag Bevorder een goed genoeg zelfbeeld Gebruik humor en relativeer Geef je kind een huisdier
ABC van motivatie • Het ABC van de motivatie gaat uit van drie psychologische basisbehoeftes, zijnde A = autonomie, B = verbondenheid en C = competentie – Autonomie versus gecontroleerd oftewel willen versus moeten. Dit komt terug in je taalgebruik, manier van feedback geven/krijgen, de ruimte die iemand krijgt om zelf keuzes te maken – Verbondenheid creëer je door ervaringen te delen, te praten, open te staan voor de gevoelens van je kind/leerling – Succeservaringen zijn voor iedereen essentieel. De ander aanmoedigen, verantwoordelijkheid geven en stimuleren (je krijgt wat je verwacht) verhogen diens gevoel van competentie
Mediawijs opvoeden • Maak geen vloek van communicatiemiddelen. Dwangmatig gebruik van smartphone’s leidt tot concentratieverlies, armere sociale contacten en mogelijks gedragsstoornissen. • Voed media-wijs op: voordoen, samen ontdekken, coachen en uiteindelijk loslaten. Stel grenzen, houd toezicht en hanteer het principe first things first.
De weg kwijt • Spreek niet over gameverslaving (je zoon heeft meestal gelijk dat hij niet verslaafd is) maar kaart wel problematisch gamen aan. Overmatig gamen is vaak een signaal van onderliggende problemen. • De beste aanpak van middelenmisbruik en verslaving is het voorkomen ervan: leer jongeren ermee omgaan (en geef het goede voorbeeld).
Klaar!?
Kind met probleem • 2O ►3O % van de kinderen/jongeren met psychisch/psychiatrisch probleem (vgl : 1O% met chronische ziekte) • Meest voorkomende: – – – –
Gedragsstoornissen 2-16% ADHD : 5-7 % Angststoornissen 2-5% Depressie 3-5%
• Met 7 op 10 jongeren gaat het goed!
'Jeugdcriminaliteit daalt omdat jongeren minder buitenkomen' Dat schrijven Het Nieuwsblad, De Standaard en Het Belang van Limburg. Volgens experts zijn jongeren echter niet braver, maar luier geworden, of ze houden zich met andere dingen bezig. … De verklaring ligt volgens experts bij Facebook en smartphones. "Na analyse blijkt dat de daling deels te verklaren is doordat jongeren 's avonds veel minder buiten komen", zegt Ellen Van Dael, statistisch expert bij het college van procureurs-generaal. "Ze zitten vaak achter hun computer en brengen hun avonden door op Facebook, waardoor ze minder misdrijven plegen op straat."
Ouder/kind relatie • Het werk en de investeringen in de eerste achttien jaar zal de kwaliteit bepalen van wat nadien komt.