Green-GO Communications Systeemhandleiding V2.0

Green-GO Communications Systeemhandleiding V2.0

Systeembeschrijving en overzicht Het Green-GO communicatie systeem is een ethernet netwerk gebaseerd digitaal intercom systeem. Gebruikers kunnen spreken met meerdere groepen en/of direct met andere gebruikers. Spreken met een groep kan vergeleken worden met een analoog party-line / ring. Direct spreken tussen gebruikers is een private communicatie. Er is GEEN centrale matrix of routing engine nodig voor het Green-GO systeem, en het kan uitgebreid en verkleind worden zoals gewenst door enkel devices toe te voegen of te verwijderen aan/van het netwerk. Een extra voordeel van geen centrale eenheid te hebben is dat dit één toestel geen oorzaak kan zijn van niet werken van het systeem. Audio distributie, b.v. program audio, kan eenvoudig toegevoegd worden aan het systeem en gestuurd worden aan een groep. De audio kan dan opgepikt worden door om het even welk device in het netwerk, wanneer gewenst. Een andere toepassing voor Green-GO is paging, en dit is eenvoudig in te stellen, ofwel via een groep of met directe user communicatie. Niet-audio communicatie Eigen aan de netwerk gebaseerde architectuur van het systeem, is dat meerdere manieren van communiceren kunnen gebruikt worden als extra bovenop de audio. Functies zoals calling/cueing/zenden van tekstboodschappen en remote controle van device instellingen, bijvoorbeeld microfoon mute en volume behoren hier ook toe. Systeem devices Het Green-GO communicatie systeem bevat de volgende devices: – Beltpack (2 kanalen) – Muurstation (2 kanalen headset of luidspreker) – Muurstation (Geen Audio – enkel visuele cueing ) – Meerkanaalsdesk (8, 16, 24 of 32 kanalen) – Meerkanaalsrack (12 kanalen) – 4-draads interface – 2-draads interface – DIN montage installatie interface Devices kunnen gevoed worden via PoE (Power over Ethernet) of externe 12Vdc voeding (met uitzondering van de beltpack, welke enkel PoE is). Een 5-poort ethernet switch met 4 PoE poorten via Ethercon is beschikbaar van Green-GO, maar het system werkt met elke professionele standaard PoE switch.

Green-GO intercom engine Elke device heeft een identieke intercom software engine. Deze engine heeft 32 kanalen, een program audio kanaal en een extra kanaal om directe user communicatie te ontvangen. Dus zelfs een 2-kanaals beltpack heeft 32 kanalen om mee te werken plus de program audio.

Wat is het verschil tussen een User, Group en Channel (kanaal)? User (gebruiker) Het systeem is gebaseerd op users, NIET op devices. Een user kan actief zijn in elke device, zelfs in meerdere devices. Wanneer een user geselecteerd wordt in een device, Green-GO Communication Systeemhandleiding v2.0

2

zal het systeem de kanaalconfiguratie, van de gevraagde gebruiker, uit de configuratie file halen. Configuratie files worden herhaald in alle devices, en bevatten alle informatie van alle gebruikers, daarom is deze data gedupliceerd om het even waar in het systeem. Doordat de volledige configuratie file zich in elke device bevindt, is er geen centrale eenheid nodig en kunnen devices van elkaar kopiëren. Elke gebruiker heft een uniek ID en een voor de mens leesbare naam.

Group (groep) Een groep kan vergeleken worden met een analoog party-line of ring systeem. Waarbij een analoog systeem 1 of 2 groepen heeft, heeft het Green-GO systeem 250 groepen. Wanneer een user spreekt met een groep, zal de audio gestuurd worden naar alle users in die groep. Een user maakt deel uit van een groep wanneer hij een kanaal heft ingesteld met die groep. Indien meerdere users met dezelfde groep spreken, dan zal de audio gecombineerd worden, zoals bij een analoog systeem.

Channel (kanaal) Elke Green-GO intercom engine heeft 32 kanalen. Een kanaal kan geprogrammeerd worden als een groep of directe User. Wanneer geprogrammeerd als een groep, zal de gebruiker deel uitmaken van de groep en kan hij luisteren naar de groep en er mee spreken. Wanneer geprogrammeerd als een directe user, wordt een private directe conversatie beschikbaar gesteld tussen users. Opties voor een kanaal zijn Assignment → Wijs een groep of gebruiker toe aan een het kanaal (of schakel het kanaal uit) Talk Mode → Stel de functie in van de talk/spreek toets Disabled: Enkel en alleen luisteren Momentary: Druk om te spreken Latch: Drukken zal het spreken in- of uitschakelen Latch / Momentary: Lang drukken fungeert als momentary, kort drukken zal fungeren als latch Call Receive Enable → Ontvang [Yes/No] van de toegewezen groep of user b.v. een LD wil de “Sound” groep als een kanaal hebben, maar wil niet gestoord worden met elke call op dat kanaal Call Send Enable → Mogelijkheid om calls te sturen [Yes/No] naar de toegewezen groep of user b.v. de hierboven vermelde LD mag geen toelating hebben om een call te sturen naar de “Sound” groep

Program Audio De program audio is een extra kanaal dat kan gebruikt worden als achtergrond sound. De program audio kan één van de 250 groepen zijn. De audio dient geïnjecteerd te worden in het system van om het even welke line-In toegewezen aan die groep. Program audio is zoals een channel, maar een user kan er niet naar toe praten en heeft de optie om gedimd of gemute te worden wanneer er activiteit is op één van de kanalen.

Configuratie Aangezien elke device de volledige systeemconfiguratie aan boord heeft, en niet enkel en alleen voor de geselecteerde eenheid, heeft deze ook kennis van de gebruikersinstellingen. Instellen van een nieuwe gebruiker op een device zal de Green-GO Communication Systeemhandleiding v2.0

3

instellingen lezen, zoals kanaaltoewijzing en beveiliging van de configuratie, zonder te berusten op een centrale eenheid. Alle eenheden moeten dezelfde configuratie hebben om met elkaar te kunnen communiceren. Indien een eenheid een andere configuratie heeft, dan kan deze de configuratie kopiëren (klonen) van om het even welke eenheid in het systeem. Eens gekloond, dient enkel en alleen de correcte gebruiker ingesteld te worden en het maakt deze deel uit van het systeem.

Cueing (gebruik van Cue-lights) Elke Multichannel desk kan informatie versturen zoals een attentie (ATT) waarschuwingssignaal dat dan dient bevestigd te worden door de gebruiker van het ontvangende device. Wanneer de cue bevestigd is, gaat de status naar HOLD, en de display gaat naar rood. De Multichannel desk kan dan een GO sturen voor die cue. Indien een attentiesignaal gestuurd is naar een groep, dan dient enkel en alleen één gebruiker te bevestigen om naar de 'hold' status te gaan. Devices kunnen ingesteld worden om automatisch een attentie te bevestigen of de cueing informatie volledig te negeren (dit kan gevonden worden in het optie menu).

Green-GO Communication Systeemhandleiding v2.0

4

Netwerk setup Eenvoudig netwerk Dit voorbeeld netwerk is het minimum voor een Green-GO systeem. Enkel en alleen twee beltpacks zijn nodig en een standaard Power over Ethernet (PoE) switch. De switch heeft de functie van verdeling van de ethernet signalen (pakketten) en in het geval van PoE, voorziet hij ook de power voor de aangesloten devices. De PoE-switch hierboven getoond is een door Green-GO ontwikkelde 5-port PoE switch. Dit is een 10/100 Mbit switch, poorten 1-4 leveren power voor de eenheden, met poort 5 als een normale 10/100Mbit poort. Speciale functies van deze switch zijn de Neutrik Ethercon plugs, een vaste voedingskabel en mogelijke software upgrades in de toekomst om feedback toe te laten aan de controle software. Noteer dat de switch niet de Green-GO versie moet zijn, om het even welke standaard PoE switch moet werken, maar biedt misschien niet al de functies van de Green-GO switch.

Groter netwerk

Dit Green-GO netwerk beschrijft een typisch groter systeem met meerdere switchen, beltpacks en andere Green-GO devices zoals het Multichannel desk station en een 4-wire interface. Het systeem kan uitgebreid worden tot virtueel elke grootte, en heft al de functies van een groot matrix intercom systeem terwijl u gebruik maakt van een standaard ethernet bekabeling infrastructuur. Audio bronnen voor gebruik als Program Audio kunnen ingevoegd worden in het systeem, op om het even welke plaats, door gebruik te maken Green-GO Communication Systeemhandleiding v2.0

5

van een 4-wire interface, Multichannel Desk of Rack of DIN Installatie eenheid (d.w.z. elke Green-GO eenheid met een Line-in aansluiting). Audio out (bijvoorbeeld aankondigingen of achtergrondmuziek, show relay enz.) kan ook om het even waar in het netwerk opgepikt worden, door een eenheid met een Line-out verbinding.

Gecombineerd netwerk

Het Green-GO intercom systeem berust bovenop een standaard ethernet netwerk protocol en kan gebruikt worden op bestaande systemen en hetzelfde netwerk delen. Dit schematisch diagram toont de Green-GO intercom in combinatie met een lighting control rig. Aangezien het Green-GO systeem enkel een klein deel nodig heeft van de beschikbare bandbreedte, heeft het geen invloed of wordt het host netwerk niet gedegradeerd.


6

Connecties en instellingen Deze sectie beschrijft alle mogelijke connecties bij Green-GO devices.

Ethernet connectie Het Green-GO systeem is gebaseerd op 10/100 Mbit ethernet. De gebruikte connector (in de meeste gevallen) is de Neutrik Ethercon. De Ethercon is a meer robuuste versie van de standaard RJ45 connector, maar normale RJ45 plugs passen erin. Sommige GreenGO devices hebben standaard RJ45 connectors, zoals de DIN Mount Installatie eenheid. Eenheden met twee of meer ethernet connecties hebben een ingebouwde ethernet switch.

Headset connector Headsets worden aangesloten via een 4-pin mannelijk XLR. Pin-out is de industrie standaard Pin 1: Mic massa Pin 2: Mic signaal Pin 3: Speaker – Pin 4: Speaker + De headset-mic input heeft een programmeerbare gain met auto functie. De gain kan ingesteld worden via de device software in het bereik van 30 tot 70 dB. De auto-gain functie kan geactiveerd worden in 3 snelheden of uitgeschakeld worden. De mic heeft eveneens een gate met een instelbare drempel. Een bias voltage kan geactiveerd worden wanneer electret microfoons gebruikt worden.

Microfoon input connector Bij multichannel desks/racks is er een microfoon input connector op het frontpaneel. Deze connector is een 3-pin vrouwelijke XLR, de input is gebalanceerd en heeft phantom power van 10V om LED ringen te activeren, welke bij sommige types microfoon geïntegreerd zijn. Pin 1: Massa Pin 2: Signaal + Pin 3: Signaal -

Line input De Line Input is een vrouwelijke 3-pin XLR en is gebalanceerd. Niet alle devices hebben een line input, en de functie van de input hangt af van het device. Pin 1: Massa Pin 2: Signaal + Pin 3: Signaal -

Line output Outputs zijn voorzien via 3-pin mannelijke XLR en zijn impedantie gebalanceerd. De functie van de line out, op devices die het hebben, kan verschillen. Pin 1: Massa Pin 2: Signaal + Pin 3: Signaal -


7

General Purpose Input Output (GPIO) GPIO connecties kunnen gebruikt worden voor externe controle en interfacing. De GPIO's zitten op SUB-D 9-pin vrouwelijke connectors of schroefaansluitingen. Sub-D 9-pin Pin 1: +5V Pin 2: Input 1 Pin 3: Input 2 Pin 4: Output 1 + Pin 5: Output 2 + Pin 6: Massa Pin 7: Massa Pin 8: Output 1 Pin 9: Output 2 GP Inputs De inputs werken met droge contacten naar massa. De input kan fungeren als normaal open of normaal gesloten (geïnverteerd). Functies: • Talk: Activeer de talk op een kanaal of gebruik als antwoord (spreken activeren op actieve kanalen) • Call: Doe een oproep op een geselecteerd kanaal. • Cue: Bevestig een attentie signaal GP Outputs De outputs worden voorzien via een opto-coupler (vlottende transistor). Deze poorten kunnen gebruikt worden om remote switchen te bedienen, kleine relays, enz. De output kan fungeren als normaal open of normaal gesloten (geïnverteerd). Functies • Active: geactiveerd wanneer er activiteit is op om het even welk of een specifiek kanaal. Kan gebruikt worden bijvoorbeeld om de zender van een radio te activeren. • Call: Toont oproepen ontvangen op om het even welk of een specifiek kanaal. • Cue: Meerdere Cue signalering opties zijn beschikbaar (bijvoorbeeld. Att, Hold, Go) Voorbeeld van aansturing van kleine 5V relays


8

Devices en werking Deze sectie beschrijft de functie en werking van elk device.

2-kanaals beltpack De beltback is ontworpen als een 2 kanaal eenheid, met 2 spreektoetsen, een multifunctionele roterende encoder voorzien van een drukfunctie en een LCD toets met RGB achtergrondverlichting. Aansluitingen op de beltpack zijn een 4-Pin headset connector en een Ethercon netwerk connector. Hij vereist Power over Ethernet om te kunnen werken.

Normale werking Spreken De 2 directe kanaaltoetsen worden gebruikt om het spreken te activeren. Deze toetsen werken met zowel een tijdelijke als schakel functie. Een korte druk zal schakelen, terwijl een lange druk tijdelijk zal werken. De drukfunctie van de roterende encoder wordt gebruikt voor het antwoorden. Indrukken van de encoder laat spreken toe op het actieve kanaal. Actieve kanalen zijn kanalen met audio of Call/Signaal ontvangen in de laatste 5 seconden (deze actieve tijd kan aangepast worden in het options menu), aangegeven door een rechthoek rond het kanaal. Privaat gesprek Een private conversatie kan ontvangen worden van een andere gebruiker (bijvoorbeeld de stage manager). Dit zal aangegeven worden in de display. Om te antwoorden drukt en houdt u de encoder ingedrukt. Volume De hoofdfunctie van de roterende encoder is het wijzigen van het master volume. Om het mix volume te wijzigen van een direct kanaal, houdt u de kanaaltoets ingedrukt en draait u aan de encoder. Drukken op de encoder zal het mix volume schakelen tussen mute en default waarde. Oproepen / Signaleren Drukken van de displaytoets zal een oproep alarm sturen op kanaal 1. Zenden van een oproep/signaal op kanaal 2 eist dat u kanaaltoets 2 ingedrukt houdt en op de displaytoets drukt. Uitsturen van een oproep gedurende meer dan 3 seconden zal de CALL wijzigen in een ALARM. Ontvangen oproepen worden weergegeven door een rood/blauwe knipperende display. Wanneer de CALL wijzigt in een ALARM, dan zal ook de zoemer in werking treden (indien geactiveerd).


9

Cueing Een meerkanaalsstation kan ATTENTIE/HOLD/GO signalen zenden en bevestigingen vragen. Wanneer een attentie ontvangen wordt, zal de display oranje/blauw knipperen en een beltoon zal hoorbaar zijn in de headset. Om de attentie aanvraag te bevestigen, drukt u op de displaytoets. De beltoon zal stoppen en de display zal op HOLD geplaatst worden (rode achtergrondverlichting). Wanneer de GO gestuurd wordt, zal een korte beltoon aangaan in de headset en de display zal groen worden, dit tot het meerkanaalsstation de GO status verwijderd.

Instellingen en opties Om het settings menu te openen houdt u de roterende encoder ingedrukt en druk dan op de displaytoets. De volgende opties zijn beschikbaar in het settings menu: • Exit: keer terug naar normale werking • Wijzig programma audio opties • Wijzig kanaaltoewijzingen • Wijzig microfoon (auto gain / gain / gate threshold / sidetone) • Opties zoals Display (Flip / Brightness) en Buzzer (On/Off) en actieve tijd • Set User: laadt user settings van de configuratie • Clone Configuration: copy systeem instellingen van een andere eenheid. • Info zoals serienummer en firmware versie) In het sub menu selecteert u een met de encoder en druk op de encoder om de mode te wijzigen in edit mode.

In edit mode, wordt de encoder gebruikt om de waarde te wijzigen. Druk de encoder opnieuw in om de edit mode te verlaten en terug te keren naar de selectie mode. Program Audio Src → Selecteer één van de groepen als programma audio bron Vol → Stel normaal volume in voor programma audio Dim → Stel in hoeveel het volume level daalt van de programma audio bij andere activiteiten. Channel Assignments (Channel 1 and 2) Type → Stel het kanaal in op een Group (party line) of Direct User (privaat gesprek). ID → Selecteer de groep of gebruiker Microphone Set Default → Stelt alle waardes in op een werkende setting SideT → Stel de sidetone (hoeveelheid signaal van uw eigen microfoon in uw eigen headset) Auto → Stel de auto gain functie in op Off/Slow/Med/Fast, kan gebruikt worden om het Green-GO Communication Systeemhandleiding v2.0

10

maximum level van de microfoon te regelen MaxG / Gain → Maximum microfoon gain in Auto / Gain in vaste mode Thld → Drempel voor de noise gate. Stel dit in op een level dat indien u niet spreekt, de Microfoon uit is. Options Displ Normal / Flip → bij display flip, zal de display geïnverteerd worden, wordt gebruikt indien de beltpack omgekeerd gebruikt wordt Displ Bright / Dim → bij Dim, zal de back light gedimd worden Buzzer On / Off → stelt de oproeptoon functie in Tone → Stel het audio level in voor call en cue beltoon Cue-Mode → Normal (normaal)/ Auto Answer (automatisch antwoorden)/ Ignore (negeren) Set User Selecteer de gebruiker en laadt de settings voor deze gebruiker. Selecteer Cancel om dit menu te verlaten zonder een andere gebruiker te selecteren. Clone Configuration De bovenste lijn zal de naam tonen van de huidige configuratie. Cancel zal dit menu verlaten zonder iets te wijzigen. Vervolgens zullen tot en met 4 andere gevonden configuraties op het netwerk getoond worden en kunnen tevens geselecteerd worden. De laatste optie onderaan de lijst zal de standaard fabrieksinstellingen configuratie file laden.


11

Muurmontage control De Beltpack is ook beschikbaar in een muurmontage versie. Het verschil is dat de muurmontageversie eenheid een interne ethernet connectie heeft, GPIO aansluitingen intern via schroefaansluiting en een grotere LCD display met RGB achtergrondverlichting. Beschikbare versies zijn een muurpaneel zonder audio (deze versie verschilt in functies met de beltpack versie), een headset versie met een 4-pin headset connector en een speaker/microfoon versie. Muurpaneel met audio Zoals hierboven al vermeld, zal de muurpaneel eenheid met audio werken zoals een beltpack. De display is groter, maar kan ook ingedrukt worden. De encoder spreektoetsen bevinden zich ook op de eenheid en werken op dezelfde manier als op de beltpack. Het verschil is dat het muurpaneel ook interne GPIO aansluitingen heeft (2x in en 2x out). Om binnen te treden in het Setup menu houdt u de encoder ingedrukt en druk dan op de display. Onder het GP input/output menu kunt u de GPIO settings instellen. Selecteer een input of output poort, en druk op de encoder om te selecteren. Nu kan de poort ingesteld worden. Stel de functie/optie in en de mode (Normaal open of gesloten). Muurpaneel (geen audio) Het muurpaneel zonder audio, vergeleken met de versie met audio, heeft geen headset of speaker/mic, of encoder/spreektoetsen. De interne GPIO's via schroefaansluiting zijn wel aanwezig (2x In and 2x Out) en een display met een druk functie. In de normale werkinsgmode toont de display enkel de naam van de gebruiker. Om binnen te treden in het Setup-menu houdt u de linker hoek gedurende 5 seconden ingedrukt. Aangezien er geen encoder is op deze eenheid, worden de hoeken van de display gebruikt. Links boven is Select Rechts boven is Up Rechts onder is Down Toegang tot menu items op dezelfde manier als op het muurpaneel en beltpack.


12

Meerkanaalsdesk/Rack station (MCD8/16/24/32 of MCR12) Het meerkanaalsdesk/Rack station geeft een direct overzicht van meerdere kanalen. Versies beschikbaar zijn 8, 16, 24 of 32 kanalen desk versies en een 12 kanalen rack-mount versie. De 16 kanalen versie wordt hier afgebeeld.

Aansluitingen De MCD en MCR eenheden hebben een verscheidenheid aan aansluitingen. Er zijn 2 Ethernet poorten met een ingebouwde ethernet switch. Poort 2 kan gebruikt worden om de eenheid te voeden via Power over Ethernet, Port 1 blijft vrij en kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een laptop aan te sluiten. De meerkanaalsstations kunnen ook gevoed worden via een externe 12Vdc bron, indien PoE niet beschikbaar is op die locatie. Andere aansluitingen zijn Line-In, LineOut voor audio distributie, GPIO connector voor externe controle, een headset connector en een front paneel microfoon.

Bediening De gebruikersinterface bediening bestaat uit twee hoofgebieden: kanaal en bediening. Kanaalgebied De kanalen zijn verdeeld in groepen van 4 met elk 2 toetsen voorzien van RGB achtergrondverlichting per kanaal en een display. De display toont het audio mix level als een smalle bar boven de naam van de toegewezen groep of gebruiker. Kanaaltoets bovenste rij De bovenste rij toetsen worden steeds gebruikt voor het spreken te activeren. De toetsen hebben een toggle en een tijdelijke (drukken om te spreken) functie. Een korter druk zal het kanaal aan-/uitschakelen, terwijl lang indrukken een tijdelijke actie zal zijn. De achtergrondverlichting geeft de status aan. Groen: spreek functie geactiveerd op dat kanaal (microfoon is aan) Oranje: gesprek actief op dat kanaal (iemand is aan het spreken op dat kanaal) Rood knipperend: CALL ontvangen Kanaaltoets onderste rij De onderste rij van de kanalen heeft 3 functies afhankelijk van de werkingsmode. De werkingsmode kan ingesteld worden via de rechterzijde van de het controle gebied. Listen mode: schakel het beluisteren van het kanaal aan of uit (toets oranje Opgelicht), selecteer een kanaal om het mix volume te wijzigen of vanop afstand de microfoon uit te schakelen. Call mode: stuur een call naar een kanaal (groep of user). Houdt langer ingedrukt om en alarm (zoemer) te sturen. Cue mode: stuur attentie/wacht/go naar remote users.


13

Bedieningspaneel Het controle gebied heeft een display met 3 soft-toetsen, 4 werkingsmode selectietoetsen (Listen/Call/Cue/Setup) en een encoder met druk functie. Encoder functie De hoofdfunctie van de encoder is regelen van het hoofdvolume. Druk de encoder in om de master uit te schakelen (Mute). Mute wordt weergegeven door de Listen toets rood te laten knipperen. Om het volume terug in te stellen draait u aan de encoder. Werkingsmodes Druk de mode toets om de gewenste werkingsmode te kiezen. Luister mode In Listen mode kunt u het mix volume van de kanalen, de speaker en ook het Speaker/Headset/Programma audio volume instellen. Soft-toets 1: Schakel het spreken uit op alle kanalen. Soft-toets 2: Schakel tijdelijk het spreken uit op alle actieve kanalen (Antwoorden) Soft-toets 3: Isolatie functie (led zal aangeven of deze aan of uit staat). Indien Isolate aan is, zal bij het drukken van een onderste kanaaltoets, alle andere kanalen in mute geplaatst worden. Dit helpt om niet afgeleid te worden door een ander gesprek. Om een kanaal-mix volume te wijzigen houdt u de onderste kanaaltoets ingedrukt en draait u aan de encoder. Soft-toets 1: Mute geselecteerde kanaal mix. Soft-toets 2: Stel kanaal-mix standaard in op aan. Soft-toets 3: Stuur een microfoon uit signaal naar alle gebruikers op het geselecteerde kanaal. Wijzigen van het speaker / headset / programma volume , druk de Listen toets in om het volumeregelingsmenu te openen. De Listen zal oranje knipperen. Houdt een soft-toets ingedrukt en draai aan de encoder om het geselecteerde volume te regelen. Oproep (Call) mode In call (oproep) mode kunt u een oproep alarm sturen naar groepen en gebruikers door middel van de onderste kanaalrij toetsen. Soft-toets 1: Schakel alle spreekkanalen uit Soft-toets 2: Schakel tijdelijk spreken aan voor alle actieve kanalen (antwoorden) Cue Mode In de Cue mode is het mogelijk om een attentie/hold en go commando te sturen naar remote gebruikers. Drukken van een onderste rij kanaaltoets zal het kanaal (groep of gebruiker) dwingen in de attentie mode. Attentie wordt aangegeven door een oranje knipperende kanaaltoets. De remote gebruiker zal deze attentie aanvraag zien op de Green-GO Communication Systeemhandleiding v2.0

14

display en een beltoon horen in de headset. Wanneer een remote user de attentie ontvangst bevestigt, zal het kanaal in hold gaan. Hold wordt aangegeven door een rode toets. Soft-toets 1: Stuur GO naar alle kanalen in ATTENTION en HOLD status. Om een GO te sturen naar één enkel kanaal drukt u de onderste rij kanaaltoets in van diegene die zich in attention of hold status bevindt. Soft-toets 2: Spreken geactiveerd op alle kanalen in attention en hold status Soft-toets 3: Houdt deze ingedrukt en selecteer de kanalen waarvoor u het cue-en wenst te stoppen. Druk soft-toets 1 om dit te stoppen voor alle kanalen. !!! Cue toets zal knipperen wanneer u niet in cue mode bent en wanneer 1 of meer kanalen zich in attention/wacht/go status bevinden.

Instellingen en opties Setup Mode In setup mode is het mogelijk om de functies van de eenheid te wijzigen: • Program Audio settings • Channel Assignment • Input: Microfoon input selectie en setup • Line In: Stel de functie in van de line input • Line Out: Stel de functie in van de line output • Options: Functies zoals zoemer on/off, backlight, screen saver • User: wijzig de geselecteerde gebruiker • Clone Config: wijzig de systeemconfiguratie • Info: toon serienummer en firmware versie.

Functionaliteit van het submenu Een nummer aan de rechterzijde van de display geeft aan dat er meerdere pagina’s zijn. Gebruik de encoder om van pagina te wisselen. Houdt de soft-toets ingedrukt en draai aan de encoder om de waarde te wijzigen boven de soft-toets. Program Audio: Channel → Selecteer één van de groepen als programma audio bron Volume → Stel het normale volume in voor programma audio Dim → Stel de hoeveelheid in dat het volume level van programma audio zal dalen bij andere activiteiten Channel Assignment: Channel → Select één van de 32 kanalen (of druk op de kanaaltoets) Mode → Stel User of Group in (ID toont het nummer van de geselecteerde gebruiker of groep) XXX → kanaal toegewezen aan groep of gebruiker Green-GO Communication Systeemhandleiding v2.0

15

Input (microfoon instellingen): Input → Selecteer de input bron: Headset (XLR4) Mic (front paneel XLR3 vrouwelijk) Line In (achterwand XLR3 vrouwelijk) Auto Gain → Stel de auto gain functie in op Off/Slow/ Med/Fast, kan gebruikt worden voor het regelen van het maximum level van de microfoon Max G / Gain → Maximum microfoon gain in Auto, Gain in fixed Threshold → Drempel voor de noise gate. Kan ingesteld worden op een level, dat wanneer u niet spreekt, de microfoon uit is. SideTone → Stel de sidetone in (hoeveelheid signaal van uw eigen microfoon in uw headset terug komt). Line In: Destination → Groep waar naar toe het audio signaal dient gestuurd te worden. --- geeft aan dat het signaal niet verzonden is. Auto Gain → Stel de auto gain functie in op Off/Slow/Med/Fast, Kan gebruikt worden om het maximum level van de input te regelen Max G / Gain → Maximum gain in Auto / Gain in fixed Threshold → Drempel voor de noise gate. Stel dit level zo in dat indien dat er geen signaal aan de input is, er ook niets gestuurd wordt. Line Out: Mode → Stel de functie in van de output Main Out: Output main mix (zelfde signaal als headset/speaker) Channel: Output om het even welke groep van het netwerk Channel → Selecteer een groep om uit te sturen (voorbeeld Announcement) Volume → Stel het output volume in User: Selecteer de gebruiker en laadt de settings voor deze gebruiker. Selecteer Cancel om dit menu te verlaten zonder een user te selecteren. Clone Configuration: De bovenste lijn zal de naam tonen van de huidige configuratie. Cancel zal dit menu verlaten zonder iets te wijzigen. Tot en met 4 andere gevonden configuraties op het netwerk, zullen getoond worden en kunnen tevens geselecteerd worden. De laatste optie onderaan de lijst zal de standaard fabrieksinstellingen configuratie file laden.


16

Dual 4-Wire Interface

De 4-Wire interface kan gebruikt worden om Green-GO te integreren met een ander analoog systeem. Het is een dubbele eenheid, wat betekent dat het twee afzonderlijk programmeerbare delen heeft. Elk deel kan fungeren als een user (zoals een beltpack) of als een algemene line-in/out om gebruikt te worden als audio distributie zoals programma of aankondigingen.

Aansluitingen Zoals voorheen al aangegeven is dit een dubbele eenheid, met afzonderlijke delen waar naar toe verwezen wordt als poort 1 en poort 2. Elke poort heeft een gebalanceerde lineinput via een 3-pin vrouwelijke XLR en een impedantie gebalanceerde line-out via een 3pin mannelijke XLR. Een GPIO port is eveneens beschikbaar voor elke poort, en 2 ethernet poorten via Neutrik Ethercon zijn voorzien. De eenheid kan gevoed worden via PoE via Lan Port 2 of via de 12Vdc plug. De USB connector die voorzien is, is voor functies in de toekomst.

Bedieningspaneel Bedieningen op de interface eenheid omvatten een grafisch LCD scherm met achtergrondverlichting en een draai encoder met druk functies.

Werking De hoofddisplay toont de informatie van de 2 poorten. Door gebruik te maken van de encoder kunt u scrollen door de toegewezen kanalen. De laatste pagina toont de informatie betreffende de eenheid, waaronder de firmware versie. Drukken op de encoder geeft u toegang tot het settings menu.

Settings en opties De opties in het hoofdmenu zijn: • Exit: Keer terug naar normale werking • Port 1: Pas de instellingen aan voor poort 1 b.v. user toewijzing, audio settings, GPIO, enz. • Port 2: Pas de instellingen aan voor poort 2 • Clone Configuration: Kopieer de systeeminstellingen van een andere eenheid


17

Poort Settings Elke poort kan gebruikt worden in user mode of in none-user mode. Dit kan geselecteerd worden in het submenu Set User. User Mode In deze mode, is elke poort een user met talk, call en cueing controle. 32 kanalen + program audio kunnen ingesteld worden voor elke poort. De talk/call/cue bediening wordt gedaan via de GPIO's. Submenu’s zijn: • • • • •

Channels: Wijzig de kanaaltoewijzing voor elk van de 32 kanalen Program Audio: Stel de opties in voor de Program audio bronnen en levels Audio In/Out: Stel de analoge input/output opties in b.v. gain/gate en volume GP Input/Output: Stel de functies van de GPIO's in Set User: wijzig de toegewezen user voor de poort, of stel in op none-user mode. Channel Assignment Selecteer eerst het kanaal uit de lijst van 32, Pas dan alle parameters aan voor dit kanaal, zoals: Vol → Stel het output-mix volume in voor dit kanaal Type → Stel in op channel to a Group (party line) of Direct User (private talk) ID → Selecteer de group of user Program Audio Src → Selecteer één van de groepen als program audio bron Vol → Stel het normale volume in voor program audio Dim → Stel het aantal volume level in waarmee program audio verminderd wordt bij andere activiteiten. Audio In/Out Set Default → Stel alle waardes in op een gekende werkende instelling Output → Stel het output volume in Auto → Stel de auto gain functie in op Off/Slow/Med/Fast, kan gebruikt worden Om het maximum level van de microfoon te regelen MaxG / Gain → Maximum microfoon gain in Auto / Gain in fixed Thld → Drempelwaarde voor de noise gate. Stel dit in op een level dat, indien er geen signaal is aan de input, dat er dan ook niets gestuurd wordt op het netwerk. GP Input/Output Selecteer de GPIO poort welke u wenst te wijzigen en dit geeft toegang om de input of output in te stellen. De eerste lijn stelt de functie in van de poort, de volgende lijn stelt een parameter in voor deze functie. Bijvoorbeeld: Stel de functie in op Talk en dan kunt u de parameter instellen op een wel bepaald kanaal als een algemene antwoordtoets. Meer


18

van deze functies worden beschreven op pagina 8 in de GPIO sectie van deze handleiding. De laatste lijn stelt de polariteit in van de input poort, ofwel Normally Open of Normally Closed. TIP: Wanneer de port is ingesteld op user mode, is een GP input control nodig om de het spreken te activeren op een kanaal. Om de spreekfunctie steeds actief te zetten op een kanaal, programmeert u een GP input als Talk enable op dat kanaal (b.v.. channel 1), maar als Normally Closed. Wanneer er nu geen switch aangesloten is aan de input, zal deze steeds actief zijn. Wees er zeker van dat de threshold in de audio settings correct ingesteld is, dus wanneer er geen audio aan de input is, zal niets uitgestuurd worden op het netwerk. Non-User mode Deze mode wordt gebruikt voor audio input en output met algemene doeleinden. De Line-In kan geprogrammeerd worden om audio te zenden in een groep op het netwerk. De Line-Out kan geprogrammeerd worden om audio te ontvangen van een groep op het netwerk. Line-In Dest → Stel de groep in waar naar toe audio aan de input moet gaan. Auto → Stel de auto gain functie in op Off/Slow/Med/Fast, kan gebruikt worden om het maximum level van de microfoon te regelen MaxG / Gain → Maximum gain in Auto / Gain in fixed Thld → Drempel voor de noise gate. Stel dit in op een level dat, indien er geen signaal is aan de input, dat er dan ook niets gestuurd wordt op het netwerk Line-Out Source → Stel de groep in waar naar geluisterd moet worden. Output → Stel het output volume in Clone Configuration De bovenste lijn zal de naam tonen van de huidige configuratie. Cancel zal dit menu verlaten zonder iets te wijzigen. Vervolgens zullen tot en met 4 andere gevonden configuraties op het netwerk getoond worden en kunnen tevens geselecteerd worden. De laatste optie onderaan de lijst zal de standaard fabrieksinstellingen configuratie file laden.


19

2-Wire Interface (Party-Line) De 2-Wire interface kan gebruikt worden om Green-GO te integreren met een ander analoog party-line systeem. Het is een dubbele eenheid, wat betekent dat het twee afzonderlijk programmeerbare delen heeft. Elk deel kan fungeren als een user (zoals een beltpack) of als een algemene line-in/out om gebruikt te worden als audio distributie zoals programma of aankondigingen.

Aansluitingen De eenheid heeft 1 poort met een mannelijke en vrouwelijke XLR-3 om te verbinden met een analoge party-line. Ondersteunde 3r partij systemen zijn Clearcom/RTS/Telex/ASL. Een externe power supply/afsluiter voor de lijn is nodig, de interface werkt zoals een beltpack. De Line input is gebalanceerd en voorzien van een vrouwelijke 3-pin XLR. De Line output is een mannelijke 3-pin XLR en is impedantie gebalanceerd. 2 Ethernet poorten via Neutrik Ethercon zijn voorzien. De eenheid kan gevoed worden via PoE via Lan Port 2 of via de 12Vdc plug. De USB connector die voorzien is, is voor functies in de toekomst.

Bedieningspaneel Bedieningen op de interface eenheid omvatten een grafisch LCD scherm met achtergrondverlichting en een draai encoder met druk functies.

Werking De hoofddisplay toont de informatie van de 2 poorten. Door gebruik te maken van de encoder kunt u scrollen door de toegewezen kanalen. De laatste pagina toont de informatie betreffende de eenheid, waaronder de firmware versie. Drukken op de encoder geeft u toegang tot het settings menu.

Settings en opties De opties in het hoofdmenu zijn: • Exit: Keer terug naar normale werking • Set User: wijzig de toegewezen user van de poort, of plaats ze in niet-user mode. • Channels: kies het toegewezen kanaal voor elk van de 32 kanalen • Programm audio: Stel de opties en levels in voor de Program Audio bron • 2-Wire Port: Stel de analoge instellingen in voor de party-line b.v. user toewijzing, audio settings, GPIO, enz. • Line In: instellingen van de Line Input • Line Out: instellingen van de Line Output Channel Assignment Selecteer eerst het kanaal uit de lijst van 32, Pas dan alle parameters aan voor dit kanaal, zoals: Vol → Stel het output-mix volume in voor dit kanaal Type → Stel in op channel to a Group (party line) Green-GO Communication Systeemhandleiding v2.0

20

of Direct User (private talk) ID → Selecteer de group of user Program Audio Src → Selecteer één van de groepen als program audio bron Vol → Stel het normale volume in voor program audio Dim → Stel het aantal volume level in waarmee program audio verminderd wordt bij andere activiteiten. 2-Wire Port Mode → Selecteer het Line Level voor de partyline. Dit is afhankelijk van het merk. Na selectie, zal de eenheid een auto-null sequence uitvoeren om de de levels af te stellen. Run Auto-Null → Herstart manueel aan Auto Null sequence. Call Signal → Stel het typ van calling in, ofwel DC (Clearcom/ASL) ofwel AC (RTS en ook Clearcom) of beide. Thld → Drempelwaarde voor de input gate. Indien er veel brom op de lijn is, kan het zijn dat deze hoger dient ingesteld te worden. Output → Na de Auto-Null is het nog steeds mogelijk om het output volume te wijzigen. Input Gain → Idem zoals bij de output is het nog steeds mogelijk om de input gain te wijzigen na de auto-null sequence. !!! NOTA: indien u de auto-null sequence start, zorg er dan voor dat het volledige systeem verbonden is en dat alle mic’s uit staan.

Line-In Dest → Stel de groep in waar naar toe audio aan de input moet gaan. Auto → Stel de auto gain functie in op Off/Slow/Med/Fast, kan gebruikt worden om het maximum level van de microfoon te regelen MaxG / Gain → Maximum gain in Auto / Gain in fixed Thld → Drempel voor de noise gate. Stel dit in op een level dat, indien er geen signaal is aan de input, dat er dan ook niets gestuurd wordt op het netwerk Line-Out Source → Stel de groep in waar naar geluisterd moet worden. Output → Stel het output volume in Clone Configuration De bovenste lijn zal de naam tonen van de huidige configuratie. Cancel zal dit menu verlaten zonder iets te wijzigen. Vervolgens zullen tot en met 4 andere gevonden configuraties op het netwerk getoond worden en kunnen tevens geselecteerd worden. De laatste optie onderaan de lijst zal de standaard fabrieksinstellingen configuratie file laden.


21

Configuratie Software

De control software wordt gebruik voor het wijzigen van de systeem configuratie. Het laat definiëring toe van alle groups/users en user kanalen en algemene settings. Het toont tevens alle aangesloten devices op het netwerk.


22

Update Software

Het Firmware Update programma maakt deel uit van het control software pakket. Dit programma wordt gebruikt om de firmware up te graden op de devices. De vier toetsen in de menu bar zijn: • Scan: Zoek naar devices op het netwerk • Update: Zendt nieuwe firmware naar de geselecteerde devices. (er zal u gevraagd worden welke firmware file u wilt zenden). • Set IP: Met deze optie is het mogelijk om het IP adres te wijzigen naar een dynamisch (standaard) of een statisch adres. Wijzigen van het IP adres is normaal NIET nodig, maar het is beschikbaar. • Exit: verlaat het programma. De laatste firmware versies zitten in het software pakket, of kunnen aangevraagd worden via email aan: support @ greengocom.com


23

Praktische overwegingen Power over Ethernet en cross-over kabels Alle eenheden werken via Power over Ethernet (PoE afgekort). Sommige eenheden kunnen ook werken met een externe voeding (meerkanaalsstations en interface eenheden). PoE gebruikt een waarnemingsmethode om na te gaan of een aangesloten device voeding nodig heeft en hoeveel. Er zal enkel voeding gegeven worden wanneer nodig. PoE komt voor in 2 types: ofwel power op de datalijnen of op de reserve lijnen, green-GO producten ondersteunen beide. Er is geen nood om u zorgen te maken betreffende cross-over kabels aangezien alle devices MDIX (automatisch detectie) ondersteunen.

Bandbreedte en vertraging Het audio systeem draait standaard op een 16kHz sample frequentie met een 16-bit dynamische range. De nodige bandbreedte is afhankelijk van het aantal actieve audiobronnen. Een actieve bron is bijvoorbeeld een gebruiker met spreken geactiveerd en ook op dat moment spreekt (gate functionaliteit). Elke actieve audiobron gebruikt ongeveer 340kbit/s, minder dan 0.4% bandbreedte op een 100Mbit netwerk. De audio vertraging ligt vast op 12 milliseconden, vergelijkbaar met op 4m. afstand staan van een persoon die spreekt (geen lip-sync probleem).

Quality of Service (QoS) / Class of Service / IEEE 802.1p Green-GO communication systemen zijn ontworpen om te werken op een gedeeld netwerk. Aangezien de vertraging van Green-GO zeer laag is (12 milliseconden), is er slecht een klein vereiste van de gebruikte netwerk switchen. De switchen dienen Quality of Service (QoS) of IEEE 801.2p te ondersteunen. Bijna elke professionele switch ondersteunt dit, maar controleer de specificaties.

VLAN en 1GB backbones Green-GO kan werken met of zonder een VLAN. Bij het opzetten van een netwerk op grote schaal met een 1GB backbone dat gebruik maakt van veel multicast/broadcast (meer dan 100Mbit), dan is het een goed idee om een VLAN te creëren voor Green-GO aangezien het gebaseerd is op een 100Mbit Layer2 multicast technologie.

Opstarttijd en netwerk indicatie De opstarttijd van de devices is onder de 3 seconden. Maar u dient voorzichtig te zijn met sommige switchen. Sommige switchen nemen tot 30 seconden in beslag om de netwerkverbinding op gang te brengen (kan veroorzaakt worden door de boomstructuur functionaliteit van de switchen). Elk Green-GO device zal aangeven of de netwerkverbinding OK is en of er andere Green-GO devices "zichtbaar" zijn met dezelfde configuratie. De beltpacks zullen een blauwe backlight hebben indien er een probleem is of indien er geen andere devices zijn, de meerkanaals devices zullen de setup toets rood laten knipperen.

IP adressering Het IP adres is NIET nodig voor normale werking van het systeem. De behandeling van IP adressen is enkel nodig indien de Green-GO devices dienen te communiceren met een Green-GO Communication Systeemhandleiding v2.0

24

computer (enkel voor het laden van nieuwe configuraties / monitoring en firmware update). Standaard bekomen de eenheden een dynamisch IP adres via DHCP of LLC, een vast ip adres kan ingesteld worden in het setup menu.

Kabels en connectoren Gebruik van Ethercon kabeldelen op beltpacks is aanbevolen, omdat de connector aan de beltpack kan beschadigd worden indien de netwerkkabels verwijderd wordt.


25

Green-GO Communications Systeemhandleiding V2.0

Recommend Documents