Les 16 Grafieken in Word In deze les leert u hoe u gegevens weergeeft in de vorm van een grafiek. Ook past u het uiterlijk, de schaal en het type grafiek aan.
Een grafiek maken Eén plaatje zegt meer dan duizend woorden. Dat gaat zeker op voor reeksen getallen. Neem bijvoorbeeld het volgende overzicht van hypotheekrentes. Tabel 16.1 Rentepercentages hypotheken Aantal jaren vast Soort
1
2
5
10
12
15
20
30
Leven
4,8
4,9
5,1
5,5
5,6
5,8
6,0
6,2
Annuïteiten 4,9
5,1
5,3
5,7
5,8
6,0
6,2
6,5
Worden deze gegevens in de vorm van een grafiek gepresenteerd, dan ziet u sneller de verschillen dan in zo’n serie getallen.
252
Les 16
Afbeelding 16.1 Dit ziet er overzichtelijker uit. Voor de exacte cijfers blijft een tabel met de getallen natuurlijk nodig. Maar om even snel te kijken wat de verschillen zijn is een grafiek een handig hulpmiddel. In de volgende oefening gaat u deze grafiek maken.
1. Begin een nieuw leeg document. 2. Typ: Hypotheekoverzicht. 3. Druk tweemaal op Enter. 4. Klik op het tabblad Invoegen. 5. Klik in de groep Illustraties op Diagram. 6. Klik in het nieuwe venster Grafiek invoegen op de categorie Kolom. 7. Klik op het eerste type grafiek. 8. Klik op OK. Er wordt overgeschakeld naar Excel en er is een standaardtabel met gegevens klaargezet. Deze gegevens moeten nu vervangen worden door de rente percentages en de bijbehorende teksten.
1. Vul de gegevenstabel nu zoals aangegeven in afbeelding 16.4. 2. De blauwe lijn geeft de grens van de gegevenstabel aan.
Notities
Afbeelding 16.2 Kies een gegroepeerde kolom.
Afbeelding 16.3 Er is overgeschakeld naar Excel.
3. Sleep het blauwe vierkantje rechtsonder naar boven, zodat alleen cellen met gegevens zijn geselecteerd.
253
254
Les 16 4. Verwijder overbodige gegevens.
Afbeelding 16.4 De nieuwe gegevens.
Afbeelding 16.5 Selecteer alleen cellen met gegevens Aanwijzingen:
• Begin in de cel met de tekst Reeks 1 en plaats daar het cijfer 1 (van 1 jaar rentevaste periode).
• Gebruik Tab om een cel naar rechts te gaan en aan het einde van het blauwe gebied naar beneden te gaan.
• Gebruik de pijltoetsen om een rij omlaag te gaan.
• Gebruik Shift+Tab om een cel naar links te gaan (u kunt ook pijl links gebruiken).
Dit zijn de gegevens; nu moet de grafiek nog gemaakt worden. Het lijkt een beetje dubbel werk, omdat in Word al een grafiektype is geselecteerd, maar het moet toch gebeuren.
1. Klik in de gegevenstabel. 2. Klik op het tabblad Invoegen. 3. Klik in de groep Grafieken op Kolom. 4. Klik in de lijst op het eerste type bij 2D-kolom. 5. De grafiek verschijnt als een object naast de gegevens. 6. Klik in het Excel-venster op Sluiten.
Notities
Afbeelding 16.6 Dat is niet echt gemakkelijk vergelijken. De verdere bewerking vindt plaats in Word. Het is de bedoeling dat de rentepercentages voor de verschillende rentevaste perioden goed met elkaar vergeleken kunnen worden. De gegevens voor die perioden staan in de cellen B1 tot en met I1 en de soorten staan in A2 en A3. Deze twee moeten omgewisseld worden. Daarna voorzien we de grafiek nog van titels bij de assen en een algemene titel.
1. Klik in het lint in de groep Gegevens op de knop Rijen/kolommen omdraaien.
Afbeelding 16.7 Rijen en kolommen moeten omgewisseld worden.
2. Klik aan de rechterkant op het tabblad Indeling. 3. Klik in de groep Labels op de knop Astitels.
Afbeelding 16.8 Er moet een titel bij de as komen.
4. Klik op Titel van primaire horizontale as.
255
256
Les 16 5. Klik op Titel onder as. 6. Wijzig de tekst Astitel in: Rentevaste periode. 7. Klik in de groep Labels op de knop Astitels. 8. Klik op Titel van primaire verticale as. 9. Klik op Horizontale titel. 10. Wijzig de tekst Astitel in: %. 11. Klik op de knop Grafiektitel. 12. Klik op Boven grafiek. 13. Wijzig de tekst Grafiektitel in: Rentepercentages. Selecteren Na het toevoegen van een titel, bij de assen of aan de hele grafiek, is de tekst Astitel of Grafiektitel al geselecteerd. U kunt meteen de nieuwe titel typen.
Afbeelding 16.9 Zo ziet de grafiek er netjes uit. Klikt u nu buiten de grafiek, dan ziet u een complete grafiek in het Worddocument. Om de grafiek te bewerken moet u op het grafiekvlak klikken. Dan verschijnt in de titelbalk de tekst Hulpmiddelen voor Grafieken en daaronder de tabbladen Ontwerpen, Indeling en Opmaak.
Notities
Een ander grafiektype kiezen Met de knop Ander grafiektype kunt u een andere weergave kiezen. U selecteert een van de vele grafiektypen en de grafiek wordt bijgewerkt.
Afbeelding 16.10 De hypotheekgrafiek met lijnen.
1. Klik op de knop Grafiektype. 2. Klik op de knop Lijn met gegevensmarkeringen (de vierde knop bij Lijn).
3. Klik op OK. De grafiek is omgezet in een lijngrafiek. Wat opvalt, is dat de lijnen nogal dicht bij elkaar liggen. Als u naar de getallen kijkt, dan klopt dat ook wel. Toch is ook daar iets aan te doen. U kunt de schaal van de as aanpassen.
De schaal van de as wijzigen In de grafiek van afbeelding 16.10 liggen de lijnen wel erg dicht bij elkaar. Op deze manier is het verschil niet zo duidelijk. U kunt de schaal van de verticale as (waardeas) aanpassen. Geen enkele hypotheek komt onder de 4%. Dus als u de grafiek nu bij 4% laat beginnen, kan de schaal wat nauwkeuriger worden. Eerst wordt gebruikgemaakt van de rechtermuisknop, daarna wordt beschreven hoe u dit doet door gebruik te maken van knoppen in het lint.
1. Rechtsklik op de verticale as. 2. Klik op As opmaken. 3. Het venster As opmaken verschijnt.
257
258
Les 16 4. Controleer of de categorie Opties voor as is geselecteerd. 5. Klik bij Minimum op Vast. 6. Wijzig de waarde in: 4,0. 7. Klik op Sluiten.
Afbeelding 16.11 De schaal van de verticale as is aangepast.
8. Druk op Ctrl+Z (Ongedaan maken). 9. Klik op het tabblad Indeling. 10. Klik in de groep Assen op de knop Assen. 11. Klik op Primaire verticale as. 12. Klik op Meer opties voor primaire verticale as. 13. Het venster As opmaken verschijnt. 14. Controleer of de categorie Opties voor as is geselecteerd. 15. Klik bij Minimum op Vast. 16. Wijzig de waarde in: 4,0. 17. Klik op Sluiten.
De stijl aanpassen Bij een bepaald type grafiek hoort ook weer een aantal stijlen. Op het tabblad Ontwerpen treft u een groep Grafiekstijlen aan. Daar is al een viertal stijlen
Notities te zien, maar als u op de knop Meer, rechtsonder, klikt, wordt een groter aantal stijlen weergegeven.
1. Klik op het tabblad Ontwerpen. 2. Klik in de groep Grafiekstijlen op de knop Meer. 3. Klik op een van de vele stijlen. 4. De grafiek is met de nieuwe stijl opgemaakt.
Afbeelding 16.12 Maak een keuze uit de vele stijlen. De achtergrond wijzigen De achtergrond van de grafiek is met de nieuwe stijl uitgevoerd in stemmig zwart, maar dat kan ook heel iets anders worden. In de oefening gebruikt u voor de achtergrond een marmerpatroon.
1. Rechtsklik in het midden van de grafiek. 2. Klik op Tekengebied opmaken. 3. Klik in het venster Tekengebied opmaken in de categorie Opvulling voor Opvulling met figuur of bitmappatroon.
4. Klik op de keuzepijl bij Bitmappatroon. 5. Selecteer het laatste patroon op de tweede rij. 6. Klik tweemaal op Sluiten. U kunt ook twee kleuren kiezen die in elkaar overlopen, of een logo. In dat geval selecteert u in het venster Tekengebied opmaken weer Opvulling met figuur of bitmappatroon. Klik daarna op de knop Bestand en blader naar de map met het juiste bestand.
259
260
Les 16
Grafiekgebied De hele achtergrond wordt het Grafiekgebied genoemd. Dat kan ook een andere kleur of opvulling krijgen. Het is dan meestal verstandig het tekengebied (met de eigenlijke grafiek) geen opvulling te geven.
Afbeelding 16.13 Verschillende bitmappatronen.
Afbeelding 16.14 De grafiek in de nieuwe stijl.
Notities
De kleuren aanpassen Elk onderdeel van de grafiek kan worden gewijzigd door er met de rechtermuisknop op te klikken. Is dat werken met de rechtermuisknop niet uw stijl, klik dan op het tabblad Opmaak. Helemaal links staat de groep Huidige selectie en in die groep kunt u met de keuzepijl bij de eerste knop een onderdeel van de grafiek selecteren. Bevalt de kleur van een van de lijnen u niet? Selecteer een andere kleur.
1. Rechtsklik op een van de lijnen. 2. Klik op Gegevensreeks opmaken. 3. Selecteer in het venster Gegevensreeks opmaken op de categorie Lijnkleur.
4. Klik dan aan de rechterkant voor Ononderbroken streep. 5. Selecteer bij Kleur een andere kleur. 6. Klik op Sluiten.
Afbeelding 16.15 De gegevensreeks opmaken.
261
262
Les 16
De legenda aanpassen De legenda (de toelichting op de grafiek waarin u kunt zien welke lijn wat voorstelt) kan wel eens te groot zijn. De vorm van de legenda kunt u snel wijzigen. Zodra u op het vlak klikt, verschijnen de hoekpunten waarmee u de grootte kunt wijzigen. In het venster Legenda opmaken vindt u de Opties voor legenda, Opvulling, Randkleur, Randstijlen en Schaduw. Ook de Legenda kan voorzien worden van een achtergrondkleur of patroon. Het lettertype en de grootte kunt u aanpassen door de legenda te selecteren en dan op het tabblad Start te klikken. Maak vervolgens gebruik van de opmaakmogelijkheden in de groep Lettertype. De plaats waar de legenda in de grafiek wordt afgebeeld, kunt u wijzigen op het tabblad Indeling. In de groep Labels staat een knop Legenda. Klikt u op de keuzepijl, dan kunt u kiezen uit een aantal mogelijkheden. Nadat u de legenda een plaats hebt gegeven, kunt u door te slepen de exacte plaats bepalen.
Afbeelding 16.16 Waar wilt u de legenda hebben?
Snelle indeling Hebt u niet zo veel tijd of zin om zelf de onderdelen van de grafiek op een bepaalde plek te zetten, maak dan gebruik van de knop Snelle indeling op het tabblad Ontwerpen. Zo is er de indeling waarbij onder de horizontale as een tabelletje met de exacte waarden wordt geplaatst. Dat is handig voor mensen die én het overzichtelijke van een grafiek én de exacte waarden willen weten.
Notities 1. Zorg ervoor dat de grafiek is geselecteerd. 2. Klik op het tabblad Ontwerpen. 3. Klik in de groep Grafiekindeling op de knop Snelle indeling. 4. Klik op de indeling met de gegevenstabel onder de grafiek.
Afbeelding 16.17 De grafiek krijgt een indeling met een gegevenstabel
5. Bekijk het resultaat.
Afbeelding 16.18 De nieuwe indeling met gegevenstabel.
263
264
Les 16
Een cirkeldiagram maken De laatste grafiek die in deze les aan de orde komt, is een cirkeldiagram. Dit is een bijzonder soort grafiek, omdat maar van één gegevensreeks tegelijkertijd de grafiek kan worden gemaakt. Als voorbeeld wordt de informatie gebruikt die op een pak melk te vinden is. Zie de volgende tabel. Voedingswaarde per 100 ml Eiwit
3,5 g
Koolhydraten
5,0 g
Vet
1,5 g
Voedingsvezel
0g
Natrium
0,05 g
Calcium
0,12 g
1. Klik onder de eerste grafiek of gebruik een nieuw leeg document. 2. Klik op het tabblad Invoegen. 3. Klik op Diagram. 4. Klik in het venster Grafiek invoegen op de categorie Cirkel. 5. Klik op het eerste type cirkeldiagram. 6. Klik op OK. 7. Neem de tabel over (gebruik Tab om naar de volgende cel te gaan) .
Afbeelding 16.19 Neem de tabel over.
8. Sluit het Excel-venster. 9. Bekijk het resultaat in Word. 10. Sluit het document; u kunt de wijzigingen opslaan onder een zelf bedachte naam.
Notities U kunt zelf de grootte van de grafiek aanpassen, zodat alles netjes afgebeeld wordt, en eventueel andere wijzigingen aanbrengen.
Afbeelding 16.20 Het cirkeldiagram. In deze les hebt u de gegevens uit tabellen gebruikt om grafieken te maken.
265