VOORWOORD Graag wil ik iedereen bedanken die mij de voorbije drie jaar gesteund heeft. In de eerste plaats mijn lieve echtgenoot, die steeds in mij geloofd heeft en die zich 200 procent ingezet heeft voor mij en ons gezin. Bedankt lieve schat! Daarnaast ook meneer Golvers, voor alle energie die hij de voorbije drie jaar in mij gestoken heeft, voor de goede raad, het luisterende oor, het begrip en de goede zorgen, voor het lezen en beantwoorden van al mijn mails, voor het verbeteren van al mijn werk,… Bedankt meneer! Natuurlijk ook mijn kindjes, voor hun aanmoediging, hun vreugde. Bedankt kapoenen! Jullie waren tegelijkertijd mijn sterkte en mijn zwakte. Zeker ook mijn ouders, voor alle hulp. Bedankt moeke en vake! Ik heb het jullie niet gemakkelijk gemaakt maar ik ben er nu dan toch geraakt… Ook mijn vrienden verdienen een woord van dank. Zij waren mijn supporters langs de zijlijn. Je weet wel, diegenen die er ook staan in de gietende regen en dan nog zeggen: Komaan, vooruit! Blijven gaan! Tine en Marit, zonder jullie hulp met nalezen en lay-outen had ik dit werk nooit klaar gekregen…. Bedankt! En tot slot wil ik graag ook alle leerkrachten en leerlingen uit het LSO bedanken die meegewerkt hebben aan mijn onderzoek. Bedankt lieve mensen allemaal, zonder jullie was het mij nooit gelukt!
1
INHOUDSOPGAVE DEEL 1: PERSOONLIJKE ANALYSE VAN DE HANDBOEKEN 1. Forum ............................................................................................... 8 1.1 Aandachtspunten i.v.m. taal/grammatica ................................................ 8 1.2
Aandachtspunten i.v.m. teksten/lectuur................................................. 11
1.3
Aandachtspunten i.v.m. cultuur ............................................................ 12
1.4
Aandachtspunten i.v.m. lay-out ............................................................ 13
1.5
Aanbreng van het Grieks ..................................................................... 15
1.6
Handleiding leerkracht en ICT-middelen ................................................ 15
1.7
Enkele persoonlijke bevindingen ........................................................... 16
1.8
Praktische info .................................................................................... 17
2.
Pegasus ............................................................................................. 19
2.1
Aandachtspunten i.v.m. taal/grammatica ............................................... 18
2.2
Aandachtspunten i.v.m. teksten/lectuur................................................. 22
2.3
Aandachtspunten i.v.m. cultuur ............................................................ 24
2.4
Aandachtspunten i.v.m. lay-out ............................................................ 26
2.5
Aanbreng van het Grieks ..................................................................... 28
2.6
Handleiding leerkrachten en ICT-middelen ............................................. 29
2.7
Enkele persoonlijke bevindingen ........................................................... 29
2.8
Praktische info .................................................................................... 30
3.
Pharos ............................................................................................... 32
3.1
Aandachtspunten i.v.m. taal/grammatica ............................................... 31
3.2
Aandachtspunten i.v.m. teksten/lectuur................................................. 37
3.3
Aandachtspunten i.v.m. cultuur ............................................................ 39
3.4
Aandachtspunten i.v.m. lay-out ............................................................ 40
3.5
Aanbreng van het Grieks ..................................................................... 42
3.6
Handleiding leerkrachten en ICT- middelen ............................................ 43
3.7
Enkele persoonlijke bevindingen ........................................................... 44
3.8
Praktische info .................................................................................... 45
4.
Vestibulum ......................................................................................... 47
4.1
Aandachtspunten i.v.m. taal/grammatica ............................................... 46
4.2
Aandachtspunten i.v.m. teksten/lectuur................................................. 50
4.3
Aandachtspunten i.v.m. cultuur ............................................................ 52
4.4
Aandachtspunten i.v.m. lay-out ............................................................ 53
4.5
Aanbreng van het Grieks ..................................................................... 54
4.6
Handleiding leerkrachten en ICT-middelen ............................................. 55
2
4.7
Enkele persoonlijke bevindingen ........................................................... 56
4.8
Praktische info .................................................................................... 56
5.
Samenvattend kader .......................................................................... 58
DEEL 2: RESULTATEN UIT DE LEERKRACHTEN-ENQUÊTE 1.
Inleiding ............................................................................................ 60
2.
Belangrijkste selectiecriteria ................................................................ 61
3.
Onderzoeksresultaten van de gemaakte keuze....................................... 66
4.
Onderzoeksresultaten van de tevredenheidsenquête .............................. 66
4.1
Tevredenheid over Forum ................................................................... 66
4.2
Tevredenheid over Pegasus .................................................................. 68
4.3
Tevredenheid over Pharos .................................................................... 71
4.4
Tevredenheid over Vestibulum.............................................................. 74
DEEL 3: DE EERSTEJAARS ZELF AAN HET WOORD 1. Leerlingen over Forum ........................................................................ 77 1.1 Vaststellingen ..................................................................................... 78 1.2
Wat vinden leerlingen vooral goed aan het boek?.................................... 78
1.3
Wat zouden leerlingen vooral graag veranderen aan het boek? ................. 79
2.
Leerlingen over Pegasus ...................................................................... 80
2.1
Vaststellingen ..................................................................................... 80
2.2
Wat vinden leerlingen vooral goed aan het boek?.................................... 81
2.3
Wat zouden leerlingen vooral graag veranderen aan het boek? ................. 81
3.
Leerlingen over Pharos ........................................................................ 83
3.1
Vaststellingen ..................................................................................... 83
3.2
Wat vinden leerlingen vooral goed aan het boek?.................................... 84
3.3
Wat zouden leerlingen vooral graag veranderen aan het boek? ................. 84
4.
Leerlingen over Vestibulum .................................................................. 86
4.1
Vaststellingen ..................................................................................... 86
4.2
Wat vinden leerlingen vooral goed aan het boek?.................................... 86
4.3
Wat zouden leerlingen vooral graag veranderen aan het boek? ................. 87
Bibliografie ................................................................................................... 88 Bijlagen
3
INLEIDING Ik koos ervoor om als afstudeerproject een grondige analyse te maken van de vier nieuwe handboeken Latijn, zijnde Forum, Pharos, Vestibulum en Pegasus. Dit onderwerp leek mij om velerlei redenen interessant. Het gaf mij als beginnende leerkracht een beter idee over wat er in het vakgebied aangeboden wordt. Een unieke kans om mijn eigen vakinhoudelijke en didactische kennis te verruimen dus. Dankzij de vier handboeken heb ik immers een zeer gevarieerd gamma aan materiaal ontdekt dat ik kan gebruiken tijdens mijn eigen lespraktijk. Noem het gerust ‘een vat vol inspiratie’. Daarnaast gaf deze studie me de kans om vertrouwd te geraken met het nieuwe leerplan en me alvast in te werken in de valentiegrammatica. Zeer interessant om vast te stellen hoe het leerplan in de verschillende handboeken wordt uitgewerkt. Ieder handboek legt duidelijk zijn eigen nadrukken en kiest voor een eigen ‘vertaling’ van het leerplan. Natuurlijk hoopte ik zo ook de sterke en zwakke punten van ieder handboek te ontdekken. Dit is één van de redenen waarom mijn eindwerk niet alleen interessant is voor mij, maar voor iedere leerkracht Latijn. Ik hoop dat de resultaten van deze vrij uitgebreide bevraging ook voor de handboekmakers interessante elementen kan aandragen voor de optimalisering van hun product. Vorig schooljaar heb ik de presentaties van de verschillende handboeken bijgewoond. Ik stelde een enquête op rond handboekkeuze die ik eind oktober verstuurde naar zoveel mogelijk scholen. Al gauw kreeg ik allerlei reacties… In het derde trimester verstuurde ik opnieuw enquêtes, waarin ik polste naar de tevredenheid over de nieuwe handboeken. Dit keer richtte ik mijn enquêtes zowel tot leerkrachten als tot leerlingen. Ondertussen werkte ik zelf met de handboeken tijdens mijn stagelessen en kon ik allerlei materialen uitproberen. Verder woonde ik ook de presentaties van de handboeken voor het tweede jaar bij. Dit gaf mij de kans om gesprekken aan te gaan met auteurs, uitgevers en andere leerkrachten. Indien ik meer tijd had gehad, had ik graag nog een analyse gemaakt van de handboeken van het tweede jaar omdat ik dan een volledig overzicht over de eerste graad zou hebben, iets wat toch wel belangrijk is aangezien we werken met graadleerplannen… Als er iemand voor volgend jaar nog een interessant thema zoekt, kan ik het alvast warm aanbevelen! ;-) Daarnaast was het ongetwijfeld ook interessant geweest om netoverschrijdend te werken en een analyse te maken van de handboeken van het gemeenschapsonderwijs. Ik kreeg ook enkele reacties vanuit die hoek tijdens mijn onderzoek, maar helaas was het voor mij, wegens tijdsgebrek niet mogelijk om mijn onderzoek nog uit te breiden.
4
Hopelijk hebben ook mijn collega-leerkrachten iets aan dit werk, al was het maar om te zien dat geen enkele keuze zaligmakend is… Ik wil vooraf toch nog even meegeven dat het niet mijn bedoeling is om te bepalen welk nu ‘het beste handboek’ is. Dit zou volgens mij volstrekt zinloos zijn. Geen twee klassen zijn dezelfde, geen twee leerkrachten zijn dezelfde. Wat goed is voor mij, is dat misschien niet voor iemand anders. En daarenboven, hoe gaat het spreekwoord ook al weer: ‘De gustibus et coloribus non est disputandum’
ELS LAMBRECHTS HEIST O/D BERG JUNI 2012
5
DEEL 1 PERSOONLIJKE ANALYSE VAN DE HANDBOEKEN (handboeken worden besproken in alfabetische volgorde)
6
1
FORUM
1
Een volledig nieuwe reeks van uitgeverij De Boeck Forum 1 is een leerwerkboek met gratis toegang tot de methodesite. Het leerwerkboek is een ‘all-in’ formule dus geen aparte woordenlijst of cultuurboekjes. Voor leerkrachten bestaat er een handleiding die ook toegang geeft tot het leerkrachtengedeelte op de methodesite. Er is ook een i-board beschikbaar.
1.1
Aandachtspunten i.v.m. taal/grammatica
1.1.1 Nederlands taalgebruik Het Nederlandse taalgebruik is aangepast aan het leeftijdsniveau. Men heeft bovendien aandacht voor woorden die door de leerlingen misschien nog niet gekend zijn (bv. archeoloog, toga, integriteit…). Deze ‘moeilijke’ woorden worden namelijk systematisch uitgelegd in de kaders ‘Taalsteun’ Voorbeeld p. 63
1.1.2 Opbouw van het handboek Het handboek gaat zéér systematisch te werk. Het handboek is opgebouwd uit 11 ‘stationes’ (10 Latijnse en één Griekse). Ieder statio is telkens volgens een zelfde structuur opgebouwd: Voorblad: statio + agenda Intro Cluster van teksten grammatica en cultuur met daarbij horende Ergo’s. Oefeningen Nota Bene Op het voorblad van iedere statio staat er een kaartje. Dit geeft de plaatsen aan die in het hoofdstuk besproken zullen worden. (~rode draad van Forum 1: de reis van Troje naar Rome) De agenda fungeert als inhoudstafel van iedere statio en kondigt dus de thema’s aan.
1
STEYAERT, V., VANDENDRIESSCHE, K., ea., Forum 1, De Boeck, Berchem 2011, 376 pagina’s.
7
Voorbeeld p.203
Daarna volgt er telkens een intro die dient als smaakmakertje/voorproevertje en vervolgens een cluster van teksten, grammatica en cultuur. Belangrijk is om hierbij te vermelden dat alles zoveel mogelijk inductief wordt aangebracht. Men vertrekt hierbij steeds vanuit de teksten (zowel Latijnse als Nederlandse!) Wat me opvalt is dat het kritisch denken reeds van in het prille begin gestimuleerd wordt. De leerlingen worden maximaal uitgedaagd. Anderzijds worden er tijdens de aanbreng vele tips gegeven. Het is dus niet zo dat leerlingen aan hun lot overgelaten worden. Hoewel ik me toch afvraag of sommige zaken niet te hoog gegrepen zijn voor eerstejaars… (bv. ‘Wat is een actualiserende vertaling – statio 2) Na elk nieuw grammaticale item staat er een ergo. Dit is een aanvinklijst die leerlingen kunnen gebruiken om te kijken of ze de nieuwe leerstof begrepen hebben hulpmiddel tot zelf-evaluatie. Voorbeeld p.146
In iedere ergo wordt er telkens verwezen naar de Nota Bene. Deze Nota Bene bevatten een gestructureerd overzicht van alle spraakkunst. Telkens na iedere statio vinden de leerlingen deze grammaticale samenvattingen. Dankzij het feit dat het leerwerkboek bestaat uit scheurblaadjes kunnen leerlingen deze grammaticale pagina’s geleidelijk aan bundelen tot een grammaticaboekje. Zo beschikken ze over een handig naslagwerk dat ze kunnen gebruiken bij het maken van oefeningen, het studeren van hun lessen,…
8
Voorbeeld inhoudstafel Nota Bene p.21
De eigenlijke oefeningen zijn gegroepeerd aan het einde van elke statio. Ze zijn steeds opgesplitst in basis en differentiatie-oefeningen. Daarnaast wordt er ook vaak verwezen naar de online-oefenmogelijkheden. De plaats van de oefeningen vind ik zelf nogal ongelukkig. Er worden wel telkens oefenzinnen aangeboden waarin de leerstof inductief aangebracht wordt. Daarnaast zijn er soms ook nog controleoefeningen voorzien, maar de eigenlijke oefeningen ter vastzetting van de stof volgen telkens pas achteraan. Dit maakt dat je als leerkracht telkens zal moeten ‘springen’ door het boek. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat alle oefeningen uitgesteld worden tot aan het einde van een hoofdstuk. ( dosering/geleidelijkheid?) Nog een puntje van ‘kritiek’ bij de oefeningen: Er is geen volledige overeenstemming tussen de aanbreng van het vocabularium en de oefeningen m.a.w. sommige woorden staan niet verklaard hoewel leerlingen ze op dat moment nog niet geleerd hebben. Verder bevat het boek ook nog een portfolio waarin de leerlingen zelf het Forum Romanum kunnen opbouwen en tegelijkertijd het gebruik van de aanwijzende voornaamwoorden kunnen inoefenen.
1.1.3 Conformiteit met leerplan/valentiegrammatica Het handboek volgt de terminologie valentiegrammatica systematisch aan.
van
het
leerplan
en
brengt
de
Eén klein detail: Hoewel het adjectief gebruikt als substantief weggevallen is uit het leerplan eerste graad merk ik dat dit in dit handboek toch behouden gebleven is.
9
1.1.4 Oefeningen Wat me opvalt is dat er in het handboek vrij weinig oefeningen staan. Natuurlijk is er ook nog het online aanbod dat voor extra ondersteuning kan zorgen. Bovendien zou een mogelijke reden hiervoor kunnen zijn dat dankzij de inductieve lesmethode de leerlingen veel minder nood hebben aan driloefeningen? Daarnaast is dit ook conform het leerplan, dat vraagt om oefeningen zoveel mogelijk context gebonden aan te bieden en losse vormen alleen te gebruiken in de eerste fase driloefeningen (zie leerplan p.46 –wenken)
1.1.5 Inhoudelijk verband tussen oefeningen en leesteksten Men werkt zeer vaak met de inhoud van de teksten om grammatica aan te brengen. Er is dus zoveel mogelijk de link gelegd tussen de teksten van de oefeningen en de leesteksten (vb. zie bijlage 1)
1.1.6 Aanbreng van het vocabularium en opbouw van de woordenlijst De woordenlijst bevindt zich helemaal achteraan in het boek. De bedoeling is weer dat leerlingen deze uitscheuren en vooraan in hun map bewaren. De woordenlijst bevat 583 Latijnse woorden en de woorden zijn telkens geordend per statio. Via de website heb je echter ook toegang tot een systematische en alfabetische woordenlijst. In het handboek wordt zeer veel aandacht besteed aan het aanleren van het vocabularium. Leerlingen krijgen verschillende studietips. Ze worden bovendien uitgedaagd om op zoek te gaan naar de studiemethode die hen het beste past (vb. zie bijlage 2). In verschillende stationes is er een luikje ‘Vocabularium’. Er is aandacht voor samenstellingen met voorvoegsels. De woordenlijst is opgedeeld in vier kolommen: grondwoord, paspoort, betekenis en taalverwantschap. In dit handboek is er veel aandacht voor taalverwantschap. Voor de meerderheid van de woorden wordt er ook reeds een link met de andere talen gegeven. Mogelijk zullen de leerlingen niet alle aangeboden verwantschappen kennen (bv. timide, sedentair, a premonition) maar dit stoort eigenlijk niet. Deze verwantschappen zijn eigenlijk te beschouwen als ‘extra’ die worden aangeboden om de leerlingen te helpen. Bovendien bieden ze op die manier ook de mogelijkheid tot taalverrijking. Opvallend in de woordenlijst is dat van in het begin de genitief gegeven wordt bij substantieven, hoewel de genitief zelf pas in statio 5 aan bod komt.
10
1.2
Aandachtspunten i.v.m. teksten/lectuur
1.2.1 Inhoud aangepast aan leeftijd, niveau en interesse? In dit boek worden uitsluitend (vereenvoudigde) authentieke teksten gebruikt. Iets wat meteen ook een opvallend verschil is met de andere drie handboeken. ! Opmerkelijk is dat dit wel in overeenstemming is met de handboeken uit het gemeenschapsonderwijs netoverschrijdend ! De auteurs geven voor deze keuze verschillende redenen aan: Creëren van een ‘taalbad’ Authentiek Latijn (≠ geen zelfgeschreven teksten in vernederlandst Latijn…) Conformiteit met het leerplan (bemerking: het leerplan schrijft NIET voor dat er in de eerste graad met authentieke teksten moet worden gewerkt. De eerste doelstelling van het onderricht klassieke talen is echter wel de lectuur van authentieke teksten. Anderzijds is het wel zo dat het nieuwe leerplan cultuur situeert in het luik ‘cultuurreflectie’ bij de lectuur waardoor het belang van literaire teksten toeneemt 2) Het werken met authentieke teksten vanaf de start, brengt natuurlijk wel met zich mee dat er telkens een heleboel extra ondersteuning moet gegeven worden bij de tekst. Vaak is de woorduitleg die er naast staat langer dan de tekst zelf. Voor wie daar, zoals ik, niet zo vertrouwd mee is, komt het wel een beetje vreemd over. Persoonlijke bedenkingen daarbij: Vraagt dit niet enorm veel zoekwerk van leerlingen om telkens van de tekst naar de uitleg te springen? Vertraagt dit het lezen niet erg? En blijft het op die manier wel leuk? Leren ze op die manier wel echt vertalen?
1.2.2 Verband tussen de Latijnse teksten De teksten zijn inhoudelijk zeer sterk en zeer gevarieerd zowel qua inhoud, stijl als auteurs! Een greep uit het aanbod: Pavo et grus, De iudicio Salomonis, Venus vina musica, De Gaio Mucio Scaevola, Iphigenia in Aulide,… zowel uit het Oude Testament als uit de stichtingslegendes, zowel verhalen als liederen vb. Carmina Burana,… Hierdoor zullen de teksten de leerlingen zeker aanspreken en is er bovendien voor elk wat wils. De teksten volgen de rode draad van het handboek, namelijk de reis van Troje naar Rome. Er is dus een duidelijk onderling verband tussen de teksten. Toch is het geen vervolgverhaal in de strikte zin van het woord. Alle teksten zijn stuk voor stuk ook afzonderlijke verhalen en kunnen dus onafhankelijk van elkaar gelezen worden.
2
Leerplan VVKSO 1e graad Klassieke studiën-Latijn _ nr.2.3.2., p. 50 en n. 2.1, p.37
11
1.2.3 Inleiding bij de teksten De teksten worden steeds ingeleid. Hetzij door een standaard inleiding waarin het verhaal geschetst wordt en het kader gegeven wordt, hetzij door inleidende prenten of een aantal vraagjes om de voorkennis te activeren. verwachtend lezen!
1.2.4 Vragen bij de teksten Et staan steeds vraagjes bij de teksten. Zoals reeds aangehaald, zijn deze vaak bedoeld om een nieuw grammaticaal item te laten ontdekken. Soms richten vraagjes zich dan weer eerder op inhoudelijk tekstbegrip. Nog andere keren zijn ze gericht op het sturen van het leesproces (bijvoorbeeld bij een les zelfstandig lezen). Kortom, bij de teksten vinden we zeer verschillende vraagjes terug.
1.2.5 Illustraties Vele teksten zijn voorzien van illustrerend materiaal. Ook hier weer een gevarieerd aanbod: tekeningen, foto’s, schilderijen, kaartjes,…
1.3
Aandachtspunten i.v.m. cultuur
1.3.1 Aandacht voor antieke cultuur Cultuur en teksten zijn met elkaar verweven en worden aangebracht via een boeiende rode draad. Daarnaast zijn er ook een aantal interessante weetjes (vb. zie bijlage 3). Men heeft duidelijk oog voor het ruimer historische kader. Zo schetst men bijvoorbeeld de geschiedenis van Rome in een notendop, waarbij men een tijdsband toont van de klassieke oudheid en vervolgens een algemene tijdsband om de periode ruimer te kaderen.
1.3.2 Breed maatschappelijk spectrum van de oudheid behandeld? Een greep uit de thema’s die aan bod komen: speelgoed bij de Romeinen,het verhaal van de Trojaanse oorlog en de fragmenten uit de ontstaansgeschiedenis van Rome, de Romeinse familie, de Romeinse woning, het Forum Romanum, de Romeinse goden…
12
1.3.3 Weergave van de oudheid Ook hier tracht men de kritische geest van de leerlingen aan te scherpen door hen te wijzen op de vele onwaarheden die er in de loop van de eeuwen verspreid zijn (bv. ‘De basilisco et speculo’ uit de middeleeuwse tekst ‘Gesta Romanorum’ p.80). Leerlingen worden ook uitgedaagd om de vergelijking te maken tussen de originele teksten en de weergave/receptie hiervan in moderne films.
1.3.4 Cultuurhistorische waarde van de illustraties Het boek is voorzien van talrijke, degelijke illustraties die systematisch historisch gekaderd worden in ruimte en tijd. Uit de bronvermelding blijkt ook dat men voor de samenstelling van dit boek zeer uitlopende bronnen geraadpleegd heeft.
1.3.5 Aandacht voor receptie in de latere tijd? Het boek besteedt tevens enorm veel aandacht aan de receptie van de GrieksRomeinse Oudheid. Dit is iets wat onmiddellijk opvalt wanneer je het boek ter hand neemt en het is zeker iets wat leerlingen aanspreekt. Enkele voorbeelden: een excursus over Schliemann, een stripverhaal over Warner-Jan de archeoloog (p.88), allerhande foto’s uit Rome, fabels van La Fontaine, verwijzing naar de film Troje, een stukje uit “Harry Potter en de geheime kamer”, de film Iphigenia,… zéér gevarieerd!
1.4
Aandachtspunten i.v.m. lay-out
Vorm: leerwerkboek met voordelen en nadelen: Voorstaanders zeggen dat het leerlingen veel onnodig ‘sleurwerk’ bespaart en dat ze op deze manier ook zelf structuur leren aanbrengen in kaften. Voordeel is ook dat leerlingen overal kunnen noteren. Ze kunnen bijvoorbeeld onmiddellijk structuur aanduiden in teksten,… wat in een gehuurd handboek niet mogelijk is. Bovendien ben je met een leerwerkboek dus niet gebonden aan een huursysteem, dat je verplicht om ieder boek minstens een aantal jaren (3 à 5) te gebruiken… Tegenstanders zeggen dat het minder overzichtelijk is en te weinig structuur biedt. Het boek is volledig in kleur. De vele afbeeldingen en tekeningen maken het tot een mooi geheel. Men maakt gebruik van symbolen om de verschillende opdrachten en onderdelen aan te geven. 13
Overzichtslijst van de gebruikte symbolen p.6
Er is/was geen algemene inhoudsopgave. Dit tekort heeft men echter al opgemerkt en wordt vanaf volgend schooljaar rechtgezet. (Bij de presentatie van Forum 2 werd ook Forum 1 opnieuw uitgedeeld en in deze exemplaren zat reeds een handige gekartonneerde inhoudstafel van Forum 1) Hoewel het handboek zeer gestructureerd te werk gaat, oogt het toch niet altijd even overzichtelijk. Verschillende pagina’s ogen erg druk en dit komt de concentratie niet ten goede. De presentatie van de leesteksten wisselt. Soms worden de teksten aangeboden met een ruime interlinie en ruimte om aantekeningen te maken, soms niet, zonder dat er hiervoor een duidelijke verklaring is. (Deze ‘tekortkoming’ kan je eventueel wel oplossen door de teksten voor je leerlingen opnieuw af te drukken met een ruimere interlinie. De teksten zijn immers beschikbaar als worddocumenten in de online-handleiding.) Ook de presentatie van de woorduitleg bij de teksten valt tegen. Deze oogt weinig overzichtelijk. Voorbeeld woorduitleg p. 37
Woordenlijst is langer dan de eigenlijke tekst. Woordjes staan aangeduid met een asterisk maar niet benoemd per regel. Sommige woorden staan in verbogen of vervoegde vorm. Voor anderen is het grondwoord gegeven…
14
1.5
Aanbreng van het Grieks
Het Grieks vormt een apart hoofdstuk, namelijk Statio 11. Het statio begint met een intro en een luikje cultuur over de bekende Griekse wetenschappers, Pythagoras en Archimedes. Wat opnieuw opvalt is de originaliteit qua aanpak. Men begint namelijk met een raadseltje ( nieuwsgierigheid/leergierigheid aanwakkeren). Vervolgens legt men via een Donald Duck stripverhaal de link naar Pythagoras en Archimedes. Deze originele, vernieuwende aanpak zet zich ook door in de rest van het hoofdstuk. (vb. zie bijlage 4) De taal is aangepast aan het niveau van de leerlingen. Wat opvalt en een pluspunt is, is de sterke verwevenheid van taal en cultuur. Het hoofdstuk bevat ook een interessante uitweiding over de geschiedenis van het schrift. Conform het leerplan3 wordt er ook aandacht besteed aan het verband tussen het Grieks en het Latijn. Leuke tekstkeuze namelijk de alom bekende passage van Archimedes in bad (~Eureka!). Men kiest er duidelijk voor om onopvallend maar zeer bewust de algemene achtergrondkennis van de leerlingen te verruimen. De bijhorende woordenlijst bevat 33 woordjes. (conform het leerplan: “een dertigtal frequente Griekse woorden4”)
1.6
Handleiding leerkracht en ICT-middelen
Dankzij het online aanbod biedt het handboek een zeer goede ondersteuning van de leerkracht: een gedetailleerde online handleiding, een jaarplanning, overzicht van de VOETEN, voorbeeldtoetsen, het ingevulde leerwerkboek, extra oefeningen, extra lesuitwerkingen, een alfabetische woordenlijst, alle leesteksten als WORD-document beschikbaar, … Daarnaast is er voor leerkrachten ook een bordboek (i-board) met mogelijkheid tot het toevoegen van eigen materiaal en het delen van dit materiaal met andere gebruikers. Enkele andere didactische extraatjes: een DVD en een CD met ondersteunend materiaal voor de cultuurlessen én een maquette van het ‘Forum Romanum’ (ter visualisering.) Ook voor de leerlingen is er een uitgebreid online aanbod: online oefeningen, een woordentrainer, een alfabetische woordenlijst, woordkaartjes, een grammaticale begrippenlijst,…
3 4
Leerplan VVSKO, 1e graad Klassiek studiën-Latijn_DS 46, p. 54 Leerplan VVKSO, 1e graad Klassieke studiën-Latijn, 2.3.2 Initiatie Grieks, p.53
15
Opmerkingen: niet via knooppunt maar via http://forum.deboeck.com Jammer dat er bij de woordentrainer Engelstalige feedback verschijnt. (vb. ‘You’ve got a second attempt’) I-board alleen toegankelijk via internet kan niet offline gebruikt worden. Spijtig, want dan is er steeds die ‘netafhankelijkheid’. [Uitgeverij zegt er bewust voor te kiezen om steeds updates te kunnen doorvoeren en fouten te kunnen aanpassen…] Via het I-board kan je oplossingen stapsgewijs laten verschijnen. Je kan al je eigen materiaal toevoegen aan het i-board en ook beschikbaar stellen voor je collega’s. Oefeningen: lay-out van de ICT-oefeningen valt wat tegen. Soms nog wat foutjes in. Wél leuk is dat je telkens kan laten verbeteren en ook de oplossing kan tonen. Geen online luikje voor statio 11 (= het Grieks)
1.7
Enkele persoonlijke bevindingen
Wat mij opviel bij dit boek is dat het opvallend anders is dan de andere boeken. Het boek is verrassend creatief op verschillende vlakken. Niet alleen qua tekstkeuze maar ook qua opbouw, didactische aanpak, integratie van taal en cultuur. vb. aanbreng van grammatica: 3e verbuiging, model dux wordt als eerste aangeleerd Genitief wordt als laatste aangeleerd omdat die zich bevindt op het niveau van het zinsdeelstuk. Wat mij vooral aanspreekt, is de aandacht voor de gehele ontwikkeling van de jongere. Men biedt een zeer verscheidene input van kennis aan. Men heeft oog voor het ontwikkelen van een goede studiemethode en tracht daarnaast geregeld een aanzet te geven tot zelfstudie en het bevorderen van de zelfredzaamheid. Wat bij eerstejaars toch wel echt nodig is. Bovendien wordt dit ook gevraagd vanuit de leerplannen.5 Voorbeelden: gebruik van inductie + zelfstandig lezen (vb. p.118-224). Jammer dat ze pas als allerlaatste met hun voorstellingen gestart zijn en dat de scholen pas laat concrete infobrochures,… hebben ontvangen. Hierdoor hebben ze als nieuwkomer een beetje hun kans om een goed debuut te maken, gemist volgens mij. Op die manier wekten ze de indruk dat ze niet tijdig klaar waren met hun materiaal en dit schept geen vertrouwen bij de scholen natuurlijk. Nochtans vernam ik via een gesprek met Veerle Steyaert, één van de auteurs, dat gans het boek tijdens het voorgaande schooljaar getest geweest is in de scholen van de auteurs. Het handboek legt geen leesmethode op. Leerlingen leren wel verwachtend lezen (~valenties, woordgroepen, signaalwoorden conform het leerplan). 5
Leerplan VVKSO Latijn, sept.2011, p. 12 vaardigheden en attitudes + p.14: specificiteit 1e graad
16
1.8 Prijzen:
Praktische info - Leerwerkboek: € 17,90 - Handleiding (+dvd en cd): € 60 - i-board (jaarlicentie/school): € 45
17
2
PEGASUS6
De nieuwe reeks van uitgeverij Pelckmans, die verder bouwt op de sterktes van zijn voorganger Phoenix. Pegasus 1 bestaat drie onderdelen: een leerwerkboek, een woordenlijst en een cultuurkatern. Leerlingen hebben bovendien ook gratis toegang tot het online pakket op knooppunt.net. Daarnaast is er voor leerkrachten een handleiding, met gratis online toegang en een digitaal bordboek beschikbaar.
2.1
Aandachtspunten i.v.m. taal/grammatica
2.1.1 Nederlands taalgebruik Het Nederlandse taalgebruik is aangepast aan het leeftijdsniveau. In het leerwerkboek worden er geen extra woordverklaringen gegeven van eventuele moeilijke Nederlandse woorden maar wel in het cultuurkatern. Daar vinden we achteraan een register waarin alle Latijnse benamingen opgenomen zijn die gebruikt worden in het boekje. Wanneer leerlingen dus bijvoorbeeld niet meer weten want nu weer precies een cognomen of een tunica is, kunnen zij daar de juiste pagina opzoeken waarop ze de uitleg kunnen vinden.
2.1.2 Opbouw handboek Het leerwerkboek is zeer systematisch opgebouwd. Het bestaat uit 10 capita (9 Latijnse en 1 Grieks). Ieder caput is telkens volgens een zelfde structuur opgebouwd: Voorpagina Cultuur Lectuur/ Taalstudie: afwisselend Homo ludens Syntheseoefening Derde leestekst7 Test jezelf Fragment uit Nederlandstalige jeugdroman Vooraan is er een inhoudstafel voorzien. Daarna volgt de openingspagina van caput 1. Iedere openingspagina kent dezelfde opbouw, namelijk een kaartje met daarop een reconstructie van Rome, waarbij men telkens inzoomt op een ander stadsdeel. Naast het kaartje staat er een beknopt inhoudelijk overzicht van wat het caput op vlak van cultuur, taalstudie en lectuur aanbiedt. Verder staat er telkens ook een bijpassende centrale figuur afgebeeld die je zal rondleiden doorheen het caput.
6
ACKERMAN, J., DE PAEP, L., HILLEWAERE, M., ea., Pegasus 1, Pelckmans, Kapellen, 2011
7
Soms afwijkende volgorde nl. in caput 1: derde tekst vóór de syntheseoefening omdat hij daar opnieuw een stukje grammatica inleidt + in caput 10 (Grieks): slechts een tekstje
18
Ieder caput begint met een cultuuritem. De verschillende items komen ook uitgebreid aan bod in het aparte cultuurkatern. Na de cultuur volgt een eerste leestekst, die meteen ook gebruikt wordt om inductief nieuwe grammaticale elementen aan te brengen. De grammaticale items worden dus steeds in context aangeboden (~leerplan!). Wat me opvalt is dat er echt gezocht is om de leesteksten mooi te laten aansluiten bij het cultuurthema. Ook bij de aanbreng van de grammatica valt de systematiek op. Ieder item wordt op dezelfde manier aangepakt. Eerst de rubriek ‘Je ontdekt’ waarin de grammatica op een aanschouwelijke manier wordt uitgelegd aan de hand van één of meerdere voorbeeldzinnen en een tekening. Vaak moeten leerlingen deze voorbeeldzinnetjes aanvullen. Bedenking hierbij: Door het feit dat er steeds opnieuw met een tekening en een voorbeeldzin gewerkt wordt, wordt het wel zeer voorspelbaar. Varietas delectat? Vervolgens volgt de grammaticale theorie. Voor de overzichtelijkheid staat deze telkens in een groene kader. Binnen die kaders is er aandacht voor integratie van het nieuwe in de reeds opgebouwde kennis. Zo staan alle nieuwe zaken in het oranje zodat die extra in het oog springen en door leerlingen kunnen ingeoefend worden met de mica (waarover later meer). Daarna volgen de oefeningen die gradueel zijn opgebouwd. (< ‘geleidelijkheidsprincipe’) Het handboek heeft aandacht voor het spel als werkvorm. Zo is er in ieder caput ook telkens de rubriek ‘Homo ludens’. Hierin wordt de leerstof op een speelse manier ingeoefend. Aan het einde van ieder caput zit een ‘Test jezelf’ (vb. zie bijlage 5). Zo weten leerlingen perfect wat ze kunnen verwachten op toetsen of examens. Als afsluiter van ieder caput zijn er de fragmenten uit Nederlandstalige jeugdromans. ( stimuleren leesplezier, interesse voor oudheid aanwakkeren) Om het overzicht over de grammatica te behouden staat er achteraan in het handboek een grammaticaal overzicht.
2.1.3 Conformiteit met leerplan/valentiegrammatica Voor wat betreft de aanbreng van de valentiegrammatica valt het mij op dat het handboek een aantal zaken uitstelt naar het handboek van het tweede jaar. Zo wordt er niet echt ingegaan op het begrip ‘rol’ maar dit volgt vermoedelijk in Pegasus 2. Eén afwijking viel me op in de morfologie van het werkwoord. Hoewel het leerplan dit niet vereist, kiest men er in dit boek toch voor om ook de vervoegingen van de onregelmatige werkwoorden (o.a. esse, posse, velle,…) te splitsen in de indicatief 19
imperfectum en futurum simplex. Spijtig genoeg splitst men het imperfectum van esse en posse foutief, zijnde: era-m en potera-m,… Vermoedelijk kiest men voor deze splitsing om leerlingen andere ‘moeilijkheden/anomalieën’ te besparen. Persoonlijk zou ik het splitsen dan eerder achterwege laten. Daarnaast valt het ook op dat het handboek de functie Bijwoordelijke Bepaling van voordeel benoemt als meewerkend voorwerp. Hiermee wijkt het boek af van de leerplannen Klassieke talen en volgen ze het leerplan Nederlands eerste graad. Het boek heeft een vrij hoog tempo want bevat voor een eerste jaar toch reeds een heleboel morfologische en syntactische leerinhouden. Na het eerste jaar kennen leerlingen alle naamvallen, met bijhorende basisfunctie, reeds drie wijzen (infinitief indicatief en imperatief) en reeds drie tijden van het werkwoord (presens imperfectum en futurum simplex) en dit zowel in actief als passief. Een klein detail: Hoewel het adjectief gebruikt als substantief weggevallen is uit het leerplan eerste graad merk ik dat dit in dit handboek toch behouden gebleven is.
2.1.4 Oefeningen Zoals reeds aangehaald zoekt men in dit boek aanknoping bij de grammaticale voorkennis van de leerlingen. Vaak begint taalstudie dan ook met zinsontleding in het Nederlands. De oefeningen bouwen op in moeilijkheidsgraad. Eerst is er telkens de rubriek ‘Je oefent met woorden’. Dit zijn driloefeningen die leerlingen in staat stellen om nieuwe leerinhouden te memoriseren en te automatiseren. Daarna volgt de rubriek ‘Je oefent met zinnen’. Via diverse minitekstjes wordt de grammatica ingeoefend in context ( conform het nieuwe leerplan!). Bedoeling is om de opstap naar de lectuur van langere teksten kleiner te maken, dankzij het oefenen op het niveau van de zin. Tot slot is er in elk caput ook nog een syntheseoefening. In deze oefening wordt ook de vroegere/reeds gekende leerstof terug opgevraagd. (~conform het leerplan 8) Het valt op dat er in dit leerwerkboek minder oefeningen staan dan in de voorganger, Phoenix. Ik vind er een miniem aantal oefeningen met woorden en woordgroepen in terug. Ook oefeningen met zinnen zijn meestal beperkt tot één oefening met maximum tien zinnen per grammaticaal item… Dus stelt zich weer de vraag: Bereiken leerlingen hiermee wel een voldoende hoge graad van beheersing? Anderzijds is het wel zo dat dit boek telkens meerdere teksten biedt per caput, wat natuurlijk de toepassing vormt van de grammatica. Bovendien zijn er online héél veel mogelijkheden tot inoefenen. Verder biedt men ook een kaartspel aan. Via deze determineerkaartjes kunnen de modellen van de naamwoorden en de werkwoorden geoefend worden.
8
Leerplan VVKSO, 1e graad Klassieke studiën-Latijn_Algemeen deel: Taalverwerving, p.21
20
Het uitgebreide aanbod aan online oefeningen is absoluut een pluspunt van dit boek. Via Pegasus online is er voor de leerlingen een ganse oefenbatterij beschikbaar, zowel remediëringsoefeningen als een verdiepingspakket voor wie meer uitdaging nodig heeft. Een ander pluspunt is de aandacht voor het ‘leren leren’. Bij het boek wordt een rode mica geleverd die gebruikt kan worden om de grammaticale kader af te dekken bij het instuderen. De nieuwe grammatica staat in deze kaders telkens in het oranje (vb. zie bijlage 6) waardoor die onzichtbaar wordt met de rode mica. Heel handig dus om zelfstandig te oefenen. Om dezelfde reden staan ook alle antwoorden van de ‘Test jezelf’ in het oranje. Leerlingen hebben op die manier zowel de mogelijkheid tot oefenen als tot zelfcontrole aan de hand van de verbetersleutel. Spijtig dat in de modeltoetsen niet dezelfde vraagjes als in deze ‘test jezelf-jes’ voorkomen (~validiteit van een test!) Wat ik mis in het boek zijn verwantschappen naar andere vocabularium aangebracht als worden… Er lijkt mij ook weinig
oefeningen op het vocabularium, bijvoorbeeld op talen, afleidingen,… Deze zaken worden nu in het leerstof maar konden even goed inductief ontdekt variatie in oefeningen te zitten.
Soms is er te weinig plaats voorzien om te noteren. Hierdoor dreigt een ingevuld boek er wat rommelig uit te zien. Achteraan de woordenlijst bevindt zich een invulgrammatica. Dit zijn precies dezelfde kaders als diegene achteraan in het grammaticale overzicht van het leerwerkboek maar deze invulblaadjes zijn natuurlijk opnieuw een vorm van controle. Leerlingen kunnen zo geleidelijk aan hun overzicht opbouwen en hebben wederom een verbetersleutel in het leerwerkboek ter controle. Hierbij merk ik weer op dat men in een bepaalde zaken toch een ander standpunt inneemt dan het leerplan. Zo merk ik dat men een actieve beheersing van de morfologie verwacht, daar waar het leerplan dit niet meer voorschrijft. Bijvoorbeeld bij de onregelmatige werkwoorden als ire, ferre, velle,…
2.1.5 Inhoudelijk verband tussen oefeningen en leesteksten Er is meestal een verband tussen de inhoud van de oefeningen en de leeslessen. Op die manier kunnen de leerlingen de zinnen uit de oefeningen vlotter vertalen.
2.1.6 Aanbreng van het vocabularium en opbouw van de woordenlijst Pegasus heeft een afzonderlijke woordenlijst. De woordenlijst bevat 711 woordjes. Wat toch wel een groot aantal is voor een eerste jaar. Men maakt echter wel een onderscheid tussen basisvocabularium (= vet gedrukt) en uitbreidingsvocabularium. Op die manier biedt het boek ruimte tot verdieping. Anderzijds schrijft het leerplan geen uitbreiding voor. 21
De woordenlijst is opgebouwd uit 4 kolommen: het Latijnse woord, de aanvullende gegevens, de Nederlands vertaling én een kolom voor taalverwantschap. (~leerplan!). Daarnaast is er in de woordenlijst aandacht voor woordafleidingen/ woordsamenstellingen (~leerplan9), ‘valse vrienden’, woordvolgorde,… Deze worden overzichtelijk ondergebracht in groene kadertjes. Wat zeker positief is en het idiomatisch vertalen ten goede zal komen, is de keuze voor hedendaagse vertalingen van de woorden. Iets wat ik persoonlijk minder goed vind, is dat de aanvullende gegevens niet systematisch vermeld worden. Zo leren leerlingen bijvoorbeeld in caput 1 een hele reeks werkwoorden zonder eerste persoon. Bedoeling is dat leerlingen na het leren van de werkwoordsvervoegingen halfweg caput 2 dan zelf in hun woordenlijst deze gegevens gaan aanvullen. Idem voor mannelijk en onzijdig van adjectieven of genitieven,… Mijn bedenking hierbij is dat de kans op fouten in hun voclijst op die manier wel reëel wordt, terwijl het juist zo belangrijk is dat ze van begin af aan de juiste gegevens aanleren… Positief is de aanwezigheid van een alfabetisch register achteraan in de woordenlijst. Om deze lijst volledig te maken, had men er misschien in plaats van de verwijzingen naar de paginanummers beter ook de vertalingen bijgezet?
2.2
Aandachtspunten i.v.m. teksten/lectuur
2.2.1 Inhoud aangepast aan leeftijd, niveau en interesse? In ieder caput zijn er drie Latijnse teksten en één Nederlandstalige tekst. De eerste sluit tekens aan bij het thema van de Antieke cultuur van het caput. De tweede tekst is een mythologisch verhaal. De derde is bedoeld voor zelfstandige lectuur. In de praktijk denk ik dat deze derde tekst mogelijkheden biedt tot differentiatie of groepswerk. De Latijnse teksten zijn gebaseerd op authentieke antieke teksten van verschillende oorsprong bijvoorbeeld: ‘De Socratis patientia’, de fabels van Aesopus bijvoorbeeld ‘Uter fortior erit’, ‘De Proserpina’,… De Nederlandstalige teksten zijn fragmenten uit jeugdromans. Bedoeling is leerlingen te wijzen op de sporen van het verleden in ons hedendaagse leven. Deze fragmenten wakkeren de interesse van jongeren aan. Interesse zowel voor de oude Latijnse verhalen als voor de hedendaagse receptie ervan. In dit handboek zijn er een groot aantal mythologische teksten opgenomen, wat zeker een pluspunt is aangezien mythologie een zeer gesmaakt onderwerp is bij jongeren.
9
Leerplan VVKSO 1e graad Klassieke studiën- Latijn, sept.2011, DS7, p.43
22
Sommige teksten bevatten wel veel moeilijke Griekse eigennamen die het lezen hinderen.
2.2.2 Verband tussen de Latijnse teksten Er is niet altijd een rode draad tussen de verschillende teksten onderling. Soms dan weer wel zoals bijvoorbeeld de avonturen van Hercules. Het is wel zo dat er vaak een overkoepelend verband is. Zo heeft de eerste tekst van ieder hoofdstuk een link met de cultuur van het caput en de tweede tekst van ieder hoofdstuk is telkens een mythologische tekst.
2.2.3 Inleiding bij de teksten Iedere tekst wordt zorgvuldig ingeleid met een korte inleiding, een afbeelding en aandacht voor een aantal reeds gekende woorden om hun voorkennis te activeren. (vb. zie bijlage 7) Hier opnieuw dezelfde opmerking als bij de grammatica: Deze systematiek zorgt voor herkenbaarheid en creëert een gevoel van vertrouwdheid. Anderzijds loert hier misschien weer het gevaar van eentonigheid…?
2.2.4 Vragen bij de teksten Er zijn vraagjes bij alle teksten van het boek. De vorm en inhoud van die vraagjes verschilt naargelang het leesdoel. De eerste tekst van ieder caput, sluit aan bij de les Antieke cultuur. Bij deze teksten worden er dan ook inhoudelijke vraagjes gesteld die cultuurreflectie bevorderen (vraagjes aangeduid met het pictogram ‘C’) Soms is er tegelijkertijd ook aandacht voor lectuurreflectie en wijst men leerlingen in de vraagjes bijvoorbeeld op tijdsindicaties zoals bijvoorbeeld primum, deinde en denique (zie p. 136). Bovendien maken de leerlingen in deze tekst kennis met nieuwe grammaticale elementen die na de lectuur verder bestudeerd zullen worden. Bij de tweede tekst worden er vraagjes gesteld die de lectuurreflectie bevorderen. Zo worden een heleboel inhoudelijke vraagjes gesteld. Daarnaast wordt ook taalreflectie bevorderd, aangezien er ook steeds vraagjes zijn die aandacht vragen voor verwijswoorden, signaalwoorden,… ( toepassen van een leesmethode!) De vraagjes bij de derde tekst willen leerlingen zoveel mogelijk helpen bij het zelfstandig lezen. Voor iedere tekst wordt er steeds een te volgen stappenplan voorgesteld (vb. zie bijlage 8 p.159- p.247) Ook worden er in de Latijnse tekst reeds een aantal zaken aangeduid. Men gebruikt bij deze teksten namelijk bewust een (nog) grotere interlinie en duidt steeds een aantal woorden aan, waarbij men peilt naar het grammaticale inzicht in de zin. Natuurlijk net om de leerlingen op weg te 23
zetten en hun aandacht te vestigen op bepaalde moeilijkheden. Zo vraagt men om het onderwerp te geven van een bepaald werkwoord of om te zeggen bij welk werkwoord het lijdend voorwerp hoort,… Persoonlijke bevinding: Het plaatsen van de vraagjes tussen de tekstblokken in heeft voor- en nadelen. Als mogelijk nadeel zie ik hier het gebrek aan vrijheid. Sommige vraagjes zijn overbodig wanneer het vertalen goed lukt, maar het feit dat ze er staan, maakt dat leerlingen ze zeker zullen willen invullen en al dat schrijfwerk vraagt tijd…
2.2.5 Illustraties Zoals reeds vermeld is iedere tekst voorzien van een illustraties. Deze illustraties zijn zeer divers van oorsprong. Soms gaat het om tekeningen, soms om foto’s van archeologische vondsten (bv. een beeldje van een Gallische krijger) of foto’s van kunstwerken,…
2.3
Aandachtspunten i.v.m. cultuur
2.3.1 Aandacht voor antieke cultuur Er wordt in dit boek veel aandacht besteed aan antieke cultuur. Pegasus heeft een apart cultuurkatern waarin je per caput steeds twee dubbele bladzijden cultuur terugvindt. Daarbij aansluitend begint ook in het leerwerkboek ieder caput met twee bladzijden vraagjes bij deze cultuur. Het leerwerkboek zorgt er dus voor dat de geziene cultuur onmiddellijk verworven en verwerkt wordt. Vaak door middel van een creatieve verwerkingsopdracht. Als rode draad is er de reconstructietekening van het oude Rome. Binnen elk caput wordt er ingezoomd op een andere stadsdeel van Rome. Telkens krijgen de leerlingen ook een gids mee waarmee men de idee wil creëren van een virtuele wandeling door de stap. Omdat men gezorgd heeft dat er ook telkens een Latijnse tekst bestudeerd wordt die aansluit bij het caput wordt de cultuur echt wel geïntegreerd in het geheel. Het cultuurthema bepaalt dus als het ware de inhoud van teksten en grammaticale oefeningen wat maakt dat cultuur op zich eigenlijk al een rode draad is in het boek. Deze aanpak beantwoordt ook aan de verwachtingen van het leerplan.
24
2.3.2 Breed maatschappelijk spectrum van de oudheid behandeld? Door de diversiteit van de thema’s zorgt men ervoor dat leerlingen toch reeds een goed beeld krijgen van het leven van de Romeinen. De thema’s die aan bod komen zijn: toneel, thermen, godsdienst, onderwijs en jeugd, wonen, het Forum Romanum, het Forum Traianum en de beroepen, gladiatorenspelen en wagenrennen. Persoonlijke bedenking: het Forum Romanum én het Forum Traianum aanbieden in één boek is misschien wat van het goede te veel?
2.3.3 Weergave van de oudheid Dankzij het gebruik van verschillende bronnen zorgt men voor een realistische weergave van de Oudheid. Men maakt gebruik van authentieke antieke teksten in Nederlandse vertaling als bron; daarnaast toont men ook archeologische vondsten,… Door de vergelijking te maken tussen originele teksten en de weergave ervan in latere kunstuitingen, scherpt men de kritische geest van de leerlingen. (vb. zie bijlage 9)
2.3.4 Cultuurhistorische waarde van de illustraties Het cultuurkatern is prachtig geïllustreerd. Centraal staat telkens een reconstructietekening die de lezer haast ten midden van het oude Rome plaatst. Ook hier duiken de gidsen uit het leerwerkboek weer op (~systematiek). Verder is er ook massa’s fotomateriaal van allerlei archeologische vondsten, mozaïeken,… maar ook van items uit de hedendaagse tijd zoals een foto van een pantomimespeler of de Bourlaschouwburg, beelden uit hedendaagse films,… Alle illustraties zijn voorzien van een woordje uitleg. Wel spijtig dat de meeste foto’s niet gesitueerd worden in de tijd. Jammer ook dat van op de site geen enkele afbeelding kan gekopieerd worden om bijvoorbeeld te gebruiken op een eigen toets of in een powerpointpresentatie.
2.3.5 Aandacht voor receptie in de latere tijd? Het boek besteedt tevens veel aandacht aan de receptie van de Grieks-Romeinse Oudheid. Reeds in het begin van het boek gebruikt men de strips van Asterix en Obelix (Latijnse versie!) om de uitspraak van het Latijn aan te brengen. De aandacht voor boeken blijft opvallend aanwezig doorheen het ganse boek. Ik vind het zeker een pluspunt dat men probeert om de leeskriebel aan te wakkeren bij jongeren. Deze bibliografie van Nederlandse jeugdromans kan in zekere zin ook gelden als aanzet tot zelfstudie. Mogelijk worden leerlingen hierdoor extra uitgedaagd om zich verder te verdiepen in de antieke cultuur. Door te verwijzen naar allerhande bekende strips en boeken, die vertaald zijn in het Latijn, of door te verwijzen naar 25
Nederlandstalige jeugdromans, die hun oorsprong vinden in de oude verhalen, toont men bovendien aan dat de Grieks-Romeinse Oudheid en het Latijn ook vandaag de dag nog actueel zijn. Zoals reeds aangehaald is het boek voorzien van zeer diverse illustraties gaande van archeologische vondsten uit het Oudheid tot hedendaagse films. Enkele voorbeelden: een middeleeuws miniatuur van Camillus en de meester van Falerii, Pygmalion en Galatea op een schilderij van Delvaux, graffiti op een muur in Pompeji, tekeningen van de goden uit een computerspel, een tekst uit het boek: ‘ Odysseus. Een man van verhalen’ van Imme Dros,… Op een humoristische manier tracht men in het cultuurkatern de leerlingen te prikkelen tot nadenken. Men maakt vaak de vergelijking tussen vroeger en nu. Men werkt hiervoor met foto’s van jongeren die voorzien zijn van een tekstballonnetje. voorbeeld
2.4
Aandachtspunten i.v.m. lay-out
Vorm: leerwerkboek met de reeds besproken voordelen en nadelen. Het boek is volledig in kleur. De vele afbeeldingen en tekeningen maken het tot een zeer mooi geheel. Men maakt gebruik van symbolen om de verschillende opdrachten en onderdelen aan te geven.
Overzichtslijst van de gebruikte symbolen p.6
26
Er zijn drie bijzondere symbolen in dit handboek met name de dobbelsteen, de tempel van het werkwoord en het regiebordje. De dobbelsteen wordt gebruikt om de morfologie van het naamwoord aan te brengen. De twee staat voor het getal, de drie voor het genus. De zes symboliseert de naamvallen… De tempel van het werkwoord met vijf zuilen die vorm, wijs, tijd, persoon en getal voorstellen. Het derde symbooltje, wat niet vermeld staat in de lijst, maar wel systematisch terugkomt in het boek is het regiebordje. Voorbeeld regiebordje p.145
Het regiebordje wordt eigenlijk gebruikt als paspoort van het werkwoord. Het infinitief benoemt de ‘actie’. Daarnaast wordt er ook aangegeven hoeveel ‘acteurs’ er nodig zijn. Deze ‘acteurs’ zijn eigenlijk een leerlingvriendelijk synoniem voor de ‘valenties’ van het werkwoord. Naast de nodige acteurs (= noodzakelijke aanvullingen) kunnen er in een zin ook ‘extra’s’ zijn. Deze stemmen overeen met de bijwoordelijke bepalingen (= geen noodzakelijke aanvullingen). Persoonlijk vind ik deze symbooltjes echt wel opstekers voor de makers van dit handboek. Zeer origineel en leuk voor de leerlingen. Ze zijn bovendien ook in posterformaat verwerkt, zodat ze kunnen opgehangen worden in de klas. Zowel het leerwerkboek als het cultuurkatern heeft een algemene inhoudsopgave. Dit maakt het geheel overzichtelijk. Persoonlijke opmerking hierbij: om het geheel nog overzichtelijker te maken, zou het misschien nog beter zijn om in de inhoudsopgave de taalstudie in een kleurtje te zetten of vet gedrukt of om er eventueel een aparte inhoudsopgave van te maken. Kleuren worden zeer functioneel gebruikt in dit boek: Iedere voorpagina van een caput heeft een zwarte achtergrond. Net zoals op een toneel dooft men in de lichten wanneer men de spotlight aansteekt… De verschillende paragrafen van een caput starten bovenaan telkens met een bruine band. Grammaticale kaders staan telkens in het groen met de nieuwe leerstof in het oranje (uitleg: zie hoger). Alle leestips staan in het blauw. Ook in de leestekst zelf zijn de zaken waarop de leestip betrekking heeft in het blauw aangeduid. Bijvoorbeeld in de tekst met als leestip ‘Signaalwoorden’ zijn alle signaalwoorden in het blauw gezet en vetgedrukt. Op de laatste pagina van het boek zijn deze tips ook nog eens allemaal samengezet.
27
(zie bijlage 10) Ze stimuleren het lezen vanuit verwachtingspatronen en vormen de bouwstenen van de leesmethode. De ‘Test jezelf’ pagina heeft een groene achtergrond en de Nederlandse leestekst een gele. Dankzij deze gekleurde pagina’s is het ook makkelijk om duidelijk het begin en het einde van ieder caput terug te vinden. Ook de leesteksten zelf zijn gemakkelijk te herkennen dankzij de specifieke lay-out: de inleiding heeft telkens een lichtbruine achtergrond en de eigenlijke tekstblokken hebben een lichtgrijze achtergrond. De sterkte van dit boek is zeker de visualisering van de leerstof! Alles wordt zeer aanschouwelijk voorgesteld. De presentatie van de woorduitleg bij de teksten valt tegen. Woordverklaringen staan telkens onder het Latijnse woord maar wisselend qua vorm: soms vermeldt men het grondwoord, soms verbogen vormen,… Dit kan voor verwarring zorgen bij de leerlingen. (vb. zie bijlage 11)
2.5
Aanbreng van het Grieks
Het Grieks vormt een apart hoofdstuk, namelijk Caput 10. De gids voor dit onderdeel is Homeros. Hierdoor maken de leerlingen reeds onmiddellijk kennis met deze zeer belangrijke figuur uit de oudheid. In de intro van de Griekse taal legt men onmiddellijk de link tussen het Grieks een aantal gekende Nederlandstalige woorden zoals kinesist. Men wijst ook op de Griekse oorsprong in vele bekende merknamen en heeft aandacht voor de receptie van de Griekse oudheid in hedendaagse films zoals Troje en Hercules. (~conform het leerplan!) Na de intro in de Griekse taal volgt ook een intro in de Griekse cultuur. Ook hier weer de link tussen vroeger en nu. Wat opvalt is dat men op vlak van taalstudie opnieuw verder gaat dan wat het leerplan voorschrijft. Zo worden de tweeklanken met jota subscriptum, hoofdletters en de 3e persoon meervoud van ειναι die eigenlijk behoren tot de uitbreidingsdoelen, ook gewoon mee aangeleerd en ingeoefend, net als de meervouden van de substantieven. Adjectieven daarentegen worden verrassend genoeg niet aangeleerd en er wordt ook geen aandacht besteed aan de gelijkenis tussen het Latijn en het Grieks. Dit is nochtans een nieuwe doelstelling voor de Grieks initiatie in het nieuwe leerplan.10 Als tekstje koos men voor het verhaal van Bellopheron en Chimaera. Een tekst uit de Griekse mythologie, vergezeld van een afbeelding van het schilderij van Rubens én een spannende inleiding. Dit is ongetwijfeld iets wat de leerlingen zal aanspreken.
10
Leerplan 1e graad, Klassieke studiën- Latijn, 2.3.2 Initiatie Grieks p.54
28
De bijhorende woordenlijst bevat 31 woordjes. (~conform het leerplan) Het luik Grieks is opvallend zeer beperkt gehouden. Het is natuurlijk slechts een initiatie maar dit vind ik zelf toch wel zeer beperkt. Noch in de cultuurkatern noch bij de oefeningen online is er een caput 10… Dit staat in schril contrast met de overvloed voor de rest.
2.6
Handleiding leerkrachten en ICT-middelen
Zoals reeds aangehaald kunnen de leerlingen via ‘knooppunt online’ op elk onderdeel oefenen (taalstudie, voc., lectuur, cultuur) en een 'Test Jezelf' van elk caput maken. De woordentrainer zit knap in elkaar en biedt heel veel mogelijkheden. Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld zelf een eigen moeilijke woordenlijst samenstellen. Ook voor de leerkracht is er een uitgebreid online aanbod. Zo zitten er in de handleiding online per caput modeltoetsen en drie modelproefwerken. Daarnaast vind je er de vertalingen van de leesteksten, verdiepings- en uitbreidingsoefeningen, oplossingen, een modeljaarplan,... Het bordboek is een handig instrument tijdens het lesgebeuren. Het verhoogt het lestempo en de aanschouwelijkheid. Iets wat echt de moeite loont, is de online cultuurexploratie: boordevol foto's, info, filmpjes die perfect aansluiten bij de centrale reconstructietekening uit de cultuurkatern. Het kan ook handig zijn om leesteksten op schermgrootte te projecteren of om PPT’s of stappenplannen te tonen. Voor oefeningen is het voorlopig nog niet zo werkbaar aangezien het nog niet mogelijk is om oplossingen in verschillende tijden te tonen. Je kan hiervoor wel werken met een digitaal afdekblad maar dit is nogal een omslachtige methode. Wel handig is dat je ook eigen materiaal kan toevoegen en opslaan in het bordboek. Bovendien is de interface zeer gebruiksvriendelijk, laagdrempelig en zeer geschikt voor zowel beamer en pc als digitaal bord. Pegasus biedt ook nog een heleboel didactische extraatjes aan zoals posters, woorden determineerkaartjes en spelborden. Opmerking: De website en het bordboek vertoonden nog een aantal ‘kinderziektes’. Aanmelden lukte vaak niet of beveiligingsmechanismen blokkeerden de werking van de woordentrainer,… Voor al deze problemen kan je de helpdesk van Pelckmans contacteren.
2.7
Enkele persoonlijke bevindingen
Bij de aanbreng van grammatica houdt men rekening met de beperkte voorkennis van de leerlingen. Nieuwe grammaticale begrippen worden uitgelegd en zinsontleding wordt eerst aan de hand van Nederlandse zinnen ingeoefend. 29
Wat betreft gebruik van de valentiegrammatica ben ik bij dit boek toch wat terughoudend/afwachtend. Ik weet niet in hoeverre Pegasus 2 het leerplan hierin zal volgen… In het boek worden er een heel aantal vertaaltips gegeven. Voorbeeld:
Deze leggen telkens de link tussen grammatica en lectuur, wat toch wel belangrijk is aangezien de grammatica in functie van het lezen staat. De leerstof wordt aangebracht zoals voorzien in het leerplan: taalkennis, lectuur en cultuur geïntegreerd. Een zéér leuke rubriek is de ‘Homo ludens’. Deze past perfect binnen de didactische vernieuwing uit het leerplan die meer aandacht vraagt voor afwisseling in werkvormen en voor het gebruik van activerende werkvormen. Door middel van deze spelletjes oefenen leerlingen de leerstof in op een ludieke manier. Men is hierin opvallend creatief geweest. Enkele voorbeelden: cluedo (Quis? Ubi? Quo?), bingo, sinterklaasliedjes, een kruiswoordraadsel om actief de vervoegingsmodellen in te oefenen, een gladiatorenduel om de voornaamwoorden mee te oefenen,… Natuurlijk blijft het hier wel de vraag: Is er wel tijd voor al dit leuks? Het ruime aanbod kan in het begin zeker een moeilijkheid zijn voor leerkrachten. Alles zien is onmogelijk dus komen tot een goede selectie is essentieel. Wat ik persoonlijk de grootste zwakte van dit boek vind, is het zeer beperkte aanbod oefeningen in het boek. De aangeboden oefeningen zijn te eenzijdig, te repetitief. Natuurlijk is er het online aanbod oefeningen maar het is voor Latijn in de meeste scholen gewoonlijk niet zo dat de lessen een computerlokaal gegeven worden dus betekent dit dat leerlingen hier enkel thuis gebruik van kunnen maken.
2.8 Prijzen:
Praktische info -
Leerwerkboek (incl. cultuurkatern en woordenlijst): € 19,90 Handleiding (incl. spelbord, poster, woord- en determineerkaartjes): € 50 Digitaal bordboek: € 95 (jaarabonnement) Woord- en determineerkaartjes: € 17,50
30
3
PHAROS11
Een volledig nieuwe reeks van uitgeverij VAN IN. Pharos 1 bestaat uit drie onderdelen: een leerboek, een oefenboek inclusief onlinelesmateriaal en een woordenlijst. Voor leerkrachten is er een handleiding beschikbaar en ook voor hen is er een online pakket. Daarnaast is er ook een Bordboek Plus beschikbaar.
3.1
Aandachtspunten i.v.m. taal/grammatica
3.1.1 Nederlands taalgebruik Het Nederlandse taalgebruik is aangepast aan het leeftijdsniveau. In het leerboek heeft men bovendien aandacht voor woorden die door de leerlingen misschien nog niet gekend zijn (bv. romanisering, context, codex,…). Deze ‘moeilijke’ woorden worden namelijk systematisch uitgelegd. Bij de opbouw van de grammatica is er veel aandacht voor de Nederlandse spraakkunst. Men tracht zoveel mogelijk nieuwe grammaticale begrippen te duiden vanuit Nederlandse voorbeeldzinnen. Deze aandacht voor de beheersing van de Nederlandse spraakkunst is iets wat ook gevraagd wordt vanuit het leerplan.12 Achteraan in het leerboek staat een overzichtslijst van alle afkortingen die in het boek gebruikt worden. Gezien het grote aantal nieuwe grammaticale begrippen, is zo’n lijst toch wel erg handig. Eén opmerking: ik merk dat het ‘Woord vooraf’ in het leerboek meer gericht is tot vakmensen of tot ouders dan tot leerlingen. Jammer! Persoonlijk zou ik hier een meer motiverende tekst geschreven hebben…
3.1.2 Opbouw handboek Pharos 1 is zeer systematisch opgebouwd. Zowel het leerboek als het oefenboek bestaan uit 12 lectiones (11 Latijnse en 1 Griekse). Omdat de opbouw van het leerboek en het oefenboek natuurlijk verschillend is, bespreek ik beide boeken afzonderlijk. Het leerboek Het leerboek is opgevat als een bronnenboek. Na het voorwoord volgt een inhoudstafel. (zie bijlage 12) In deze inhoudstafel staat precies vermeld wat er in iedere lectio aan bod zal komen op vlak van cultuur, tekst en taal. Bovendien staat er ook aangegeven welke auteur in de fontes besproken zal worden. Daarna volgt
11 12
BRAMS,J., GEERTS, W., LAMMENS, E., ea., Pharos 1, Van IN, Wommelgem, 2011. Leerplan VVKSO 1e graad Klassieke studiën-Latijn, algem. ped. en did. Wenken, 3.1.1 en 3.1.4
31
een kaart van het imperium romanum ten tijde van keizer Trajanus en een chronologisch overzicht van de Romeinse geschiedenis. (zie bijlage 13) Daarna volgen de eigenlijk lectiones. Elke lectio bevat een cultuurhistorische tekst, een Latijnse leestekst, een rubriek taalstudie en als afsluiter een authentieke tekst in vertaling in de rubriek ‘Fontes’. De opener/aanvangspagina van iedere lectio is een paginagrote foto, aansluitend bij het thema van de lectio. Ieder stukje cultuur eindigt met een memento. (zie bijlage 14) Deze kadertjes bevatten vragen waarop leerlingen zouden moeten kunnen antwoorden indien ze de tekst goed begrepen hebben. Ze kunnen dus gebruikt worden om de leerstof samen te vatten en als zelfcontrole voor de leerlingen. Achteraan in het leerboek staan nog een hele reeks systematische overzichten, namelijk de afkortingenlijst, een grammaticaal overzicht en een alfabetische woordenlijst. Als afsluiter opnieuw twee historische kaarten met daarop Italië en Rome ten tijde van keizer Augustus. Oefenboek Het oefenboek is opgevat als een persoonlijk logboek voor de leerling. Elke lectio is onderverdeeld in een aantal vaste rubrieken. In de rubriek ‘Herhaling’ staan oefeningen die bedoeld zijn om de leerstof van de vorige lectiones op te frissen. Met deze rubriek kan je volgens mij als leerkracht vele kanten op: je kan leerlingen deze oefeningen zelfstandig laten maken, thuis of in de klas, je kan bepaalde oefeningen gebruiken als remediëring voor de moeilijkere leerstofonderdelen, je kan de rubriek overslaan en nadien laten gebruiken ter voorbereiding van een herhalingstoets,… Kortom, dit materiaal biedt mogelijkheden om te differentiëren. Dan volgt de rubriek ‘Vocabularium’. Deze rubriek begeleidt leerlingen bij de studie van de woordjes. Zo zijn er bijvoorbeeld kaders voorzien waarin leerlingen hun moeilijke woorden kunnen noteren. Vaak vinden we er ook oefeningen die de link leggen tussen Latijnse en Nederlandse woorden13 en oefeningen op woordsamenstellingen. Daarna volgt telkens een Latijnse leestekst. Dit is de tekst uit het leerboek die hernomen wordt in het oefenboek. De tekst is telkens opgedeeld in paragrafen. Na iedere paragraaf staan taalvragen en inhoudsvragen en is er ruimte voorzien om de vertaling (+ eventuele verbetering) te noteren. Vervolgens een luik ‘Taal’. In deze rubriek volgen verschillende oefeningen om de leerstof vast te zetten, met aan het einde telkens een memento, net als in het leerboek voor cultuur, maar hier voor de grammatica. (zie bijlage 15) Deze memento’s zijn telkens invulkaders die de eigenlijke leerstof bevatten. Belangrijk is dus dat ze correct ingevuld worden. 13
Leerplan VVSKO 1e graad, Klassieke studiën- Latijn, DS 7, p.43
32
Handig in deze rubriek is dat men dezelfde titels neemt als in het leerboek en ook geregeld naar de desbetreffende pagina’s verwijst. Daarna volgt er de rubriek ‘Cultuur’. Naast oefeningen vind je hier ook heel wat interessante weetjes, ‘curiosa’ genoemd. voorbeeld p.40
Omdat ze voorgesteld worden als ‘tussendoortjes’, als afwisseling tussen de oefeningen door, trekken deze curiosa de aandacht van de leerlingen en beklijven ze ook beter. Ze brengen de leerlingen een schat aan algemene achtergrondkennis bij en tonen dat het boek oog heeft voor de gehele ontwikkeling van de jongere. In de rubriek ‘Test jezelf’ kunnen leerlingen zichzelf beoordelen (~cfr. zelfstandigheidsdidactiek- leerplan14). Wat leuk is aan deze zelftesten is dat men telkens de doelstellingen van ieder item concreet formuleert met de verwijzingen naar het leerboek erbij. (zie bijlage 16) Verder is er ook aan het einde van iedere lectio aandacht voor differentiatie en BZL. Zo bevat iedere lectio een extra Latijnse leestekst en een extra cultuuritem. Beiden sluiten inhoudelijk telkens aan bij het hoofdthema. Een opmerking: De volgorde van leer- en oefenboek is afwijkend. Zo komt in het leerboek de cultuur eerst aan bod en staat die in het oefenboek eerder achteraan. Een interessant item vind ik de rubriek ‘Aan de slag met Pharos 1-oefenboek’ die zich vooraan in het boek bevindt. Deze overzichtelijke gebruiksaanwijzing toont de gebruiksvriendelijkheid van het boek. Wat betreft aanbreng van grammatica springt de overzichtelijkheid onmiddellijk in het oog. De grammatica staat zowel in het leerboek als in het oefenboek onder de rubriek ‘taal’ en is telkens ingedeeld in drie niveaus ‘woord’, ‘zin’ en ‘tekst’. Op die manier zit er telkens een duidelijke opbouw/leerlijn in de grammatica en krijgen leerlingen ook heel wat concrete vertaaltips. (vb. zie bijlage 17) Het zinsmodel staat centraal en wordt systematisch verder opgebouwd. Door de wisselwerking tussen leerboek en oefenboek heb je als leerkracht de keuze tussen een inductieve aanbreng vanuit de oefeningen of een deductieve aanbreng vanuit het leerboek. Voor de inductieve aanbreng van de grammatica vertrekt men vaak vanuit een in het Nederlands vertaalde Latijnse tekst (vaak fabels!). Zo wordt 14
Leerplan VVSKO 1e graad, Klassieke studiën- Latijn, 3.1.3.3, p.16
33
bijvoorbeeld de ‘wolf en het lam’, een fabel van Phaedrus, gebruikt om het voorwerp in de infinitief en de infinitiefwoordgroep aan te brengen. (zie bijlage 18) Zoals reeds aangehaald, Nederlandse voorbeelden.
wordt
de
Latijnse
grammatica
opgebouwd
vanuit
Qua progressie valt het op dat men in lectio 2 direct de eerste drie verbuigingen voorstelt, zij het dan wel alleen nog maar in nominatief en accusatief. Om de volgorde van de grammatica te bepalen, baseert men zich op de frenquentietabellen. Zo leert men bijvoorbeeld eerst de derde persoon enkelvoud van de werkwoorden aan.
3.1.3 Conformiteit met leerplan/valentiegrammatica Het is duidelijk dat men in dit handboek zeker voor het luik grammatica tracht om het leerplan zeer nauwgezet te volgen. De principes van de valentiegrammatica worden uitvoerig besproken in het handboek. Gaandeweg bouwt men het zinsmodel op en legt men de verschillende onderdelen uit (= geleidelijkheid). Men wijst leerlingen op het belang van de valenties van een werkwoord en leert hen op die manier verwachtend lezen. Vertrekkende van de valenties maakt men ook het onderscheid duidelijk tussen noodzakelijke en nietnoodzakelijke zinsdelen. Persoonlijk vraag ik me wel af of men in dit handboek de valentiegrammatica misschien niet iets té nadrukkelijk naar voren brengt. Zo maakt men bijvoorbeeld systematisch de opsplitsing in functie, rol en vorm. Hoewel dit vanuit het leerplan enkel gevraagd wordt voor zover dit functioneel is bij het leesproces 15. Deze rigide opdeling heeft er, denk ik, ook toe geleid dat er een aantal afwijkingen ten aanzien van het leerplan in het handboek geslopen zijn. Zo ontleedt men bijvoorbeeld de Datief van bezit als volgt: functie= NWD, rol= bezitter, vorm = Datief. In het leerplan vind je hiervoor: functie = voorwerp. Ook de benoeming van de rol als zijnde ‘lijdend’ bij voorwerpsdatieven (bv. na confidere, nocere,…) komt nogal verwarrend over omwille van de gelijkenis met het lijdend voorwerp in de accusatief. Misschien is deze benoeming inderdaad niet echt fout maar de vraag blijft of ze wel echt nodig is… Eén afwijking viel me op in de morfologie van het naamwoord, namelijk de foutieve splitsing van fructus en dies. Dit zijn normaal klinkerstammen, respectievelijk op korte ‘u’ en lange ‘e’, maar in dit boek worden de klinkers ten onrechte afgesplitst en bij de uitgangen gevoegd. (p.111) Een detail: Hoewel het “adjectief gebruikt als substantief” weggevallen is uit het leerplan eerste graad, merk ik dat dit in dit handboek toch behouden gebleven is. (lectio 5)
15
Leerplan VVKSO, 1e graad Klassieke studiën, p.40
34
Ook een aantal opmerkelijke keuzes qua spreiding van de leerinhouden vallen me op in dit werkboek. Van de morfologie van het werkwoord schuift men bijvoorbeeld veel door naar het tweede jaar. Zo leert men van tijden alleen nog maar het presens en nog geen passieve vormen… Anderzijds leert men op het niveau van de zin wel reeds een aantal zaken zoals infinitieven als voorwerp, de infinitiefzin, het verschil tussen nevengeschikte en ondergeschikte zinnen en zelfs reeds een aantal BWB-zinnen.
3.1.4 Oefeningen Een absoluut pluspunt vind ik de hoeveelheid aan oefeningen in het oefenboek. Er zijn niet alleen oefeningen gericht op grammatica maar ook op vocabularium, cultuur en teksten. Zeer leuk zijn de oefeningen op woordverwantschappen tussen het Latijn en het Nederlands. Hiermee kunnen leerlingen ook hun Nederlandse woordenschat uitbreiden (~leerplan!) voorbeeld p.85
Persoonlijk zou ik minder expliciet oefenen op de driedeling “functie, vorm, rol”. Vaak gebeurt dit onder de vorm van driloefeningen en dient dit dus het leesproces niet. Dankzij de herhalingsoefeningen, de extra teksten en de extra cultuuritems (bv. Romeinse cijfers p.14) is er ruimte voor differentiatie. Volledig conform het leerplan werkt men vooral met differentiatieoefeningen gericht op het verhogen van de motivatie van de leerlingen in combinatie met vormen van begeleid zelfstandig leren. (~leerplan16) Er zit een graduele opbouw in de oefeningen. Naast driloefeningen met losse woorden, zijn er ook oefeningen met woordgroepen, zinnen en tekstjes. Hoewel ik vooral van die laatste twee soorten graag nog wat meer gezien had… Door de overvloed aan kaders lijkt het werken in context soms een beetje naar de achtergrond te verdwijnen. In de oefeningen op de grammatica merk ik toch wel op dat men in bepaalde zaken duidelijk een ander standpunt inneemt dan het leerplan. Zo merk ik dat men vaak
16
Leerplan VVKSO, 1e graad Klassieke studiën-Latijn, p. 22 en 25
35
een actieve beheersing van de morfologie verwacht, daar waar het leerplan dit niet meer voorschrijft. Bijvoorbeeld bij de onregelmatige werkwoorden als ferre, malle, nolle,… Pharos 1 voorziet ook een zeer divers aanbod aan online-oefeningen, waarnaar men in het oefenboek ook geregeld verwijst. Ook hier zijn zowel oefeningen op woordenschat en grammatica als op cultuur te vinden. Positief is dat er ook geregeld speelse werkvormen aan bod komen zoals bijvoorbeeld kruiswoordraadsels. Iets wat ik toch wel wat miste in het oefenboek. Opvallend is dat er naast een woordenschattrainer Latijn-Nederlands ook een woordenschattrainer Nederlands-Latijn is. Hier wijkt men dus toch wel af van het leerplan… Een pluspunt is de aandacht voor het ‘leren leren’. Zoals reeds gezegd, vind je in iedere lectio een ‘Test jezelf’. Dit is heel handig om zelfstandig te oefenen. Bovendien vinden leerlingen de oplossingen van deze zelftesten online. Ze kunnen dus aansluitend steeds een foutenanalyse maken van hun werk.
3.1.5 Inhoudelijk verband tussen oefeningen en leesteksten Er is meestal een verband tussen de inhoud van de oefeningen en de leeslessen. Op die manier kunnen de leerlingen de zinnen uit de oefeningen vlotter vertalen.
3.1.6 Aanbreng van het vocabularium en opbouw van de woordenlijst Pharos heeft een afzonderlijke woordenlijst. Deze bevat 570 Latijnse woordjes en nog een 20 tal locutiones. Deze locutiones Latinae vind je aan het einde van een aantal lectiones. Het zijn typisch Latijnse uitdrukkingen die je helpen om de leesteksten beter te vertalen. Ze staan steeds gegroepeerd in een kadertje. Een opmerking: de locutio ‘lectum sternere’ lijkt me niet bepaald frequent gebruikt in de gelezen teksten? De woordenlijst is opgebouwd uit 4 kolommen: in de eerste kolom vind je het grondwoord van het Latijnse woord, in de tweede kolom staan de aanvullende gegevens, in de derde kolom de Nederlandse vertaling. De vierde kolom is leeg en bedoeld om geheugensteuntjes in te noteren of verwantschappen uit moderne talen. De woordenlijst is systematisch. Alle woorden zijn gerangschikt per lectio en daarbinnen per woordsoort. Daarenboven ook nog eens per verbuiging, per klasse en per vervoeging en binnen elk van deze categorieën ook nog eens alfabetisch. Zeer positief ook hier weer is de aandacht voor ‘leren leren’. Vooraan in de woordenlijst (zie bijlage 19) staat er een ganse pagina met als titel ‘Woordjes leren… Hoe doe je dat?’ Daarin reikt men de leerlingen allerhande tips aan. 36
Iets wat ik persoonlijk ook goed vind, is dat de aanvullende gegevens van in het begin systematisch vermeld worden. Zo beschikken leerlingen steeds over een volledige, correcte woordenlijst. Jammer is dan weer dat er nog zoveel storende fouten in de woordenlijst staan. Positief is ook de aanwezigheid van een alfabetisch register achteraan in het leerboek. Misschien was zo’n alfabetische lijst ook wel handig geweest in de woordenlijst?
3.2
Aandachtspunten i.v.m. teksten/lectuur
3.2.1 Inhoud aangepast aan leeftijd, niveau en interesse? In iedere lectio (m.u.v. lectio 1) zijn er twee leesteksten. Eentje die bedoeld is om klassikaal gelezen te worden en eentje als uitbreiding. De extra tekst sluit inhoudelijk steeds aan bij het hoofdthema. In het boek worden authentieke teksten alleen nog maar in vertaling gebruikt, bijvoorbeeld bij de aanbreng van grammatica of bij de antieke cultuur. Zo vinden we onder meer het verhaal van Theseus en de minotaurus en ook een aantal fabels van Phaedrus en Aesopus zijn opgenomen in het boek. Deze verhalen zullen de leerlingen zeker weten te smaken. Voor de Latijnse leesteksten baseert men zich op de teksten van Ernst Klett17 Het zijn dus zelfgeschreven teksten, weliswaar in Klassiek Latijn geschreven. Bij de voorstellingen benadrukte men steeds dat men niet wil werken met ‘baby-Latijn’ of vernederlandst Latijn. Men wil hen klaarstomen om vanaf het vierde jaar authentiek teksten te lezen. Persoonlijk hoop ik dat men deze termijn nog wat terugschroeft want het lijkt me ruim laat om dan pas de studie van authentieke teksten aan te vatten. De Latijnse leesteksten zijn verweven in een vervolgverhaal. Doorheen het ganse boek maak je kennis met de familie van de rijke Romein die leefde in het Rome van keizer Trajanus. Ik weet niet zeker of de inhoud van de teksten alle leerlingen zal kunnen boeien. Alleszins is het goed dat de teksten inhoudelijk gekoppeld zijn aan het hoofdthema van de lectio. Dit zal de leerlingen immers helpen bij het vertalen. Wat opvalt, is dat er telkens slechts een zéér beperkt aantal woorden ter ondersteuning verklaard worden. Bedenking hierbij: zijn alle andere woordjes uit de teksten dan reeds gekend? Zoals reeds aangehaald, staan er zowel in het leerboek als in het oefenboek een heleboel vertaaltips. Er wordt geen leesmethode opgelegd maar met de tips reikt men wel een leesmethode aan. Men heeft aandacht voor de Latijnse woordvolgorde, woordgroepen,… Men leert leerlingen lezen met verwachtingspatronen. Vooraf 17
Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart, Germany, 2005
37
kunnen ze zich ideeën vormen over de tekst op basis van de titel, inleiding, de illustraties,… Door middel van de leestips leert men hen de syntactische verwachtingspatronen aan die van pas komen tijdens de lectuur. (~conform het leerplan p. 51) voorbeeld
3.2.2 Verband tussen de Latijnse teksten Zoals reeds aangegeven, zijn de Latijnse leesteksten verweven in een vervolgverhaal. Toch is het niet zo dat alle teksten noodzakelijk dienen gelezen te worden om de volgende te kunnen begrijpen. Iedere tekst is in principe ook een afgerond geheel.
3.2.3 Inleiding bij de teksten In het leerboek worden de teksten telkens ingeleid.
3.2.4 Vragen bij de teksten In het oefenboek zijn er bij alle leesteksten vraagjes voorzien. Het is zo dat in het oefenboek telkens de tekst uit het leerboek hernomen wordt maar dan opgedeeld in paragrafen. Na iedere paragraaf staan er telkens een aantal sturende vraagjes die zowel peilen naar taalbegrip als naar tekstbegrip. Na iedere leestekst volgen er nog een aantal inhoudsvraagjes. Deze zijn zowel op lectuur- als op cultuurreflectie gericht. In lectio 2 is er ruimte voorzien om de vertaling en de eventuele verbetering te noteren. Vanaf lectio 3 wordt er aangegeven dat je de nodige werkbladen hiervoor kan afdrukken via knooppunt, maar dit is natuurlijk vrijblijvend.
3.2.5 Illustraties Alle teksten zijn in het leerboek voorzien van een prachtige illustratie.
38
3.3 Aandachtspunten i.v.m. cultuur 3.3.1 Aandacht voor antieke cultuur Er wordt in deze reeks zeker voldoende aandacht besteed aan de antieke cultuur. De cultuur is niet echt verwerkt in een rode draad, hoewel de meeste thema’s betrekking hebben op het leven in het Oude Rome en je dit dus als overkoepelend thema zou kunnen zien (m.u.v. lectio 6 ‘De Evolutie van de naam Europa’). Verder maakt men er, dankzij de verwerking van de cultuur in het vervolgverhaal en in de grammaticale oefeningen, wel een samenhangend geheel van. Bovendien schetst men in het leerboek ook de geschiedenis van Rome in een notendop (zie bijlage 13) en krijgen we hierbij aansluitend, dankzij de Fontes, ook een overzicht van de bekendste Romeinse auteurs. De Fontes bevinden zich in het leerboek telkens aan het eind van ieder hoofdstuk. De leerlingen maken er op een luchtige manier kennis met de verschillende Latijnse auteurs en hun werk. Enkele voorbeelden: Livius, Martialis, Iuvenalis, Tacitus, Plinius, Seneca,… Elk van deze auteurs wordt gesitueerd in tijd en ruimte en de bijhorende teksten zijn zo gekozen dat ze aansluiten bij het hoofdthema van iedere lectio waardoor ze perfect kaderen in de leerlijn cultuur.
3.3.2 Breed maatschappelijk spectrum van de oudheid behandeld? Het brede maatschappelijke spectrum van de oudheid wordt behandeld. Men spreekt zowel over het dagdagelijkse leven van de rijke Romein als over dat van de slaven en de clientes. De thema’s die aan bod komen zijn: Lingua Latina, wonen in Rome, eten en drinken bij de Romeinen, onderwijs en schrijven in het antieke Rome; de evolutie van de naam Europa, slavernij in het oude Rome, jong zijn in het oude Rome, patroni en clientes, badhuizen in het Oude Rome, brood en spelen.
3.3.3 Weergave van de oudheid Het boek is duidelijk geschreven door mensen met een stevige historische basis want de cultuuritems zijn zowel qua inhoud als qua aanpak zeer divers. Hier is duidelijk kennis van zaken. De cultuurhistorische teksten worden ondersteund door diverse bronnen. Zo staan in het boek verschillende historische kaarten, zeer vele foto’s van overblijfselen uit de oudheid, foto’s van schilderijen, van archeologische vondsten,…
39
3.3.4 Cultuurhistorische waarde van de illustraties In het boek worden prachtige foto’s afgewisseld met wetenschappelijk verantwoorde reconstructietekeningen en historische kaarten (bv. de kaart van imperium Romanum ten tijde van keizer Trajanus). Daarnaast staat er ook geregeld een tijdsband getekend om de situering te visualiseren. Verder begint iedere lectio met een prachtige bladvullende foto. De kleurendruk en het kwaliteitspapier maken de visualisaties dan ook echt wel geslaagd. Een mooi voorbeeldje hiervan is ‘Chronologie van de Romeinse geschiedenis’ (reeds eerder vermeld). Alle foto’s worden systematisch historisch gekaderd in ruimte en tijd. Een interessante excursus over Xanten. Leuk dat men leerlingen in het boek warm maakt voor archeologie en musea bezoek.
3.3.5 Aandacht voor receptie in de latere tijd? Reeds onmiddellijk in de eerste lectio is er aandacht voor de sporen van de oudheid in onze hedendaagse maatschappij. (vbn. uit bouwkunst, recht, politiek, talen, Kerk, geneeskunde, verhalen en films,…) zie bijlage 20 Dirk Bracke schreef een herwerking van het Livius verhaal: Romulus en Remus. Soms vraagt men leerlingen ook om de vergelijking te maken tussen vroeger en nu. (bv. dierenspelen in amfitheaters <->stierengevechten in Spanje) conform het leerplan18 Er staan ook afbeeldingen van moderne kunst in het boek, bijvoorbeeld het standbeeld van Rik Poot, ‘De ontvoering van Europa’ (2004).
3.4
Aandachtspunten i.v.m. lay-out
Vorm: Deze handboekmakers kozen bewust niet voor een leerwerkboek. Ze vinden het belangrijk om hun boek rijkelijk te kunnen stofferen, zowel wat betreft antieke cultuur als wat betreft oefeningen. Voor het oefenboek kozen ze wel voor een scheurboek, waardoor het sleurwerk voor de leerlingen beperkt wordt. Bovendien behoudt men zo de vrijheid om probleemloos losse bladen toe te voegen. Er is zeker rekening gehouden met de gebruiksvriendelijkheid. Zo zijn zowel het leerboek als woordenlijst reeds geperforeerd, waardoor ze onmiddellijk in ringmap bewaard kunnen worden.
18
Leerplan VVKSO, 1e graad Klassieke studiën-Latijn, cultuurreflectie DS 39 p. 52
40
Iets wat dit oefenboek onderscheidt van de anderen: alle bladen zijn opgevat als werkblaadjes/takenblaadjes d.w.z. onderaan in de voettekst is er een invulstrook overzien waar leerlingen hun naam, klas, nummer en datum kunnen noteren. Dit lijkt me zeer handig voor sloddervossen maar ook voor het ophalen van eventueel huiswerk, zelfstandig werk,… (vb. zie bijlage 21) Pharos heeft een verzorgde lay-out. Er werden duidelijk kosten noch moeite gespaard op grafisch vlak. Alle onderdelen beschikken over een stevige kaft. Zeker voor een woordenlijst die dagelijks over-en-weer moet gesleurd worden, is deze harde kaft zeker een pluspunt. Ook het feit dat hij gebundeld is als een echt boekje zal de levensduur ervan zeker verlengen. Leerboek en oefenboek zijn volledig in vierkleurendruk. Bovendien heeft het leerboek glanzend, glad papier. De cover van de 3 boeken is eigenlijk identiek. (vb. zie bijlage 22) In het blauw staat er telkens aangegeven om welk deel het gaat. Kortom het geheel oogt zeer stijlvol. Eén opmerking: De zwarte kleur van de cover is misschien wel stijlvol maar lijkt me niet echt een kleur die jongeren aanspreekt. Zowel leer- als oefenboek hebben een zeer heldere structuur met functioneel kleurgebruik. Ieder item heeft zijn eigen kleur, namelijk: Cultuur en Tekst = oker, Taalstudie = groen, Fontes = rood, Herhaling en Vocabularium = blauw. Alle bladen zijn voorzien van de kentekens in de juiste kleur. Daarnaast zijn er ook nog de ‘Test Jezelf’ pagina’s. Deze pagina’s zijn telkens volledig blauw gekleurd. De extra teksten en extra cultuurblokken zijn dan weer telkens beige gekleurd. Deze kleurmarkering maakt dat je vanaf het zijaanzicht van het boek reeds de verschillende lectiones kan terugvinden (
41
Eenheid in lettertype, opmaak van (tussen)titels, tekst,… Zowel het leerboek als het oefenboek heeft een duidelijke inhoudstafel. (vb. zie bijlage 11) Een opmerking hierbij: Jammer dat de inhoudstafel van het oefenboek geen afzonderlijke pagina is en afgedrukt staat op een achterkant! Wat tegenvalt, is de presentatie van de woordverklaringen bij de tekst. Woorden worden niet systematisch met hun grondwoord weergegeven. Bovendien valt het op dat er opvallend weinig woordverklaringen gegeven zijn. Zijn alle teksten voldoende gescreend op onbekende woorden?? De lay-out mag zeker ook leerlinggericht genoemd worden. Zo bevat het boek een aantal leuke cartoons die de leerlingen zeker zullen aanspreken. Nog een laatste bedenking in verband met de boeken: Waarom in het leerboek eerst cultuur dan tekst en taal en in het oefenboek eerst tekst dan taal en dan cultuur? Waarom andere volgorde? Van het onlinepakket oefeningen valt de lay-out wat tegen. De oefeningen lijken van uitzicht op hotpotatoes-oefeningen: summier, weinig feedback.
3.5
Aanbreng van het Grieks
De bijhorende woordenlijst bevat 44 woordjes en 2 locutiones Graecae. Ook deze staan in de woordenlijst gerangschikt per woordsoort. Jammer dat er geen aanvullende gegevens staan bij de adjectieven en dat de werkwoorden aangeboden worden in de 3e persoon, de infinitieven behoren immers ook tot de voorgeschreven leerinhouden van het leerplan.19 In het leerboek begint men deze lectio met de rubriek: ‘Grieks is overal’. Hier toont men aan dat zowel de Griekse taal als cultuur doorleven in onze moderne maatschappij. Men verwijst naar de bekende helden uit de Griekse mythologie, naar de receptie ervan in films en literatuur, naar bekende Griekse wetenschappers en filosofen en van daaruit legt men ook de link naar onze democratische staatsvorm. Deze uitzetting vormt dan meteen ook het vertrekpunt van de tweede rubriek namelijk ‘Waarom Grieks leren?’. (~naar analogie met de lectio 1 voor Latijn) Conform het leerplan20 besteedt men in het oefenboek dan ook voldoende aandacht aan het verband tussen het Grieks en het Latijn. Het oefenboek voorziet voldoende ruimte om de Griekse letters in te oefeningen. Qua leerinhouden volgt men niet steeds consequent het leerplan. Zo rekent men in het boek ook de nominatief en accusatief meervoud tot de basiskennis net als de derde persoon meervoud van de regelmatige thematische vervoeging en van ειναι, 19 20
Leerplan VVKSO, 1e graad, Klassieke studiën- Latijn_ DS 45, p. 54 Leerplan VVKSO, 1e graad, Klassieke studiën- Latijn_ DS 46, p. 54
42
hoewel deze vanuit het leerplan eigenlijk onder de uitbreiding vallen. Hoofdletters, tweeklanken met iota subscriptum en medeklinkercombinaties met γ daarentegen plaatst men wel correct onder de rubriek ‘uitbreiding’. Deze uitbreidingsrubriek is natuurlijk weer interessant voor differentiatie. Als rode draad doorheen de ganse lectio zijn er de Griekse goden. Iedere god heeft zijn eigen profiel, naar analogie met de populaire sociaalnetwerksites. Toch wel een zeer eigentijdse en originele verwerking van de materie. voorbeeld p.145
Bedoeling is om de informatie die je krijgt in de profielen te gebruiken om de verschillende goden terug te vinden op een overzichtstekening achteraan de lectio. De opmaak van het ganse boek loopt ook door in deze lectio. Dit betekent dat leerlingen dankzij de blauwe ‘Test jezelf’ pagina weer een mooi overzicht krijgen van de te kennen leerstof. De lectio is zowel in het leerboek als in het oefenboek voorzien van een aantal mooie afbeeldingen die bovendien belangrijke taferelen uit de Griekse cultuur afbeelden (bv. een mozaïek van Odysseus en de Sirenen). In het leerboek staan drie Griekse tekstjes. Ze zijn echter niet zo interessant qua inhoud. Men kiest er voor om zelf een aantal zinnen te maken waarin een aantal bekende Griekse figuren aan bod komen. Omdat het woordgebruik echter zo beperkt is, heeft het verhaal weinig of geen inhoud… Het laatste tekstje gaat over Daidalus en Icarus en is het interessantst. Het tekstje is natuurlijk voorzien van een mooie illustratie, zijnde een afbeelding van het schilderij ‘De val van Icarus’ van Pieter Paul Rubens.
3.6
Handleiding leerkrachten en ICT- middelen
De papieren handleiding is nuttig maar zeer onpraktisch in gebruik. De pagina’s zijn voor de helft verkleind en afdrukt in landscape. Bovendien staan er nogal wat fouten in de ingevulde oefeningen. De daarbij horende jaarplanning is bovendien onvoldoende.
43
Online is er wel een digitale jaarplanmodule met leerplandoelstellingen en eindtermen in excelsheets maar veel meer dan een aanzet is er niet gegeven dus dit is zeker geen kant-en-klaar product. Handig is dat het volledige oefenboek beschikbaar is in pfd-formaat. Dit is gemakkelijk om oplossingen aan leerlingen te bezorgen. Voor de leerkracht zijn er ook modeltoetsen en – examens online beschikbaar. Als extraatje bij de handleiding ontvang je een DVD met daarop beeldfragmenten ter ondersteuning van de antieke cultuurlessen. Ook de leerlingen vinden heel wat extra materiaal online. Zo staan de oplossingen van alle memento’s online. Op die manier kunnen leerlingen hun werk ook evalueren. Er zijn PPT’s bij ieder thema van antieke cultuur. Daarnaast zijn er ook ICT-lessen met extra cultuuritems. Verder is er ook een ruim aanbod taal –en woordenschatoefeningen. Bij het bordboek valt de overeenkomst op met het bordboek van het handboek Branché (~handboek Frans). Dit is voor de leerkracht zeker handig en brengt een gevoel van vertrouwdheid met zich mee. Dit zal ook het geval zal zijn bij leerlingen die ook deze overeenkomsten zullen opmerken. Het maakt dat Latijn een beetje uit zijn isolement geraakt en mee evolueert, net als de andere talen. Wat zéér praktisch is, is bijvoorbeeld dat leerlingen steeds een overzicht kunnen afdrukken van de gemaakte oefeningen. Hierop kan jij als leerkracht zien hoeveel, hoe vaak en hoe goed iemand geoefend heeft. Al deze informatie vind je terug op het overzichtsblaadje. Dit is bijvoorbeeld handig bij het geven van remederiëringsopdrachten. Een andere handigheid bij het bordboek is dat je kan switchen tussen leer- en oefenboek én je kan de voorziene filmpjes bij antieke cultuur tonen met één muisklik. Jammer genoeg staan er nog wel wat fouten in het gevulde oefenboek, soms zijn zinnen ook op een ietwat complexere manier vertaald, wat het voor leerlingen soms verwarrend maakt.
3.7
Enkele persoonlijke bevindingen
Er is aandacht voor de creatieve verwerking van teksten. Leerlingen worden bijvoorbeeld gevraagd om zelf een vervolgverhaal te schrijven. Bij de inhoudsvraagjes van teksten viel het me onmiddellijk op dat de vraagjes vaak in het Latijn gesteld worden. Dit leek me aanvankelijk wat vreemd maar eigenlijk integreert men op deze manier taalstudie (< correct vertalen van de vraagjes) met inhoud. Wat toch een interessante invalshoek is. Daarnaast wil men ook werken aan de ICT-eindtermen (= vakoverschrijdend werken). Zo wordt er bijvoorbeeld heel vaak verwezen naar het online oefenaanbod 44
en zijn er ook een aantal BZL- pakketten waarvoor de leerling aan de slag moet met het onlinemateriaal (bv. een PPT over de mythe van Proserpina) Men wil leerlingen duidelijk motiveren. Het boek is doorspekt met originele weetjes (= ‘curiosa’), grappige comicae,… Men zoekt ook thema’s uit die leerlingen aanspreken bv. graffiti. Daarnaast vind ik de opener van het leerboek heel positief: ‘Waarom Latijn leren?’ (zie bijlage 20) Hierin wijst men de leerlingen op het nut van Latijn. Iets wat bij de nog jonge, beïnvloedbare eerstejaars toch wel belangrijk is. Het kan hen helpen om door te zetten en met meer overtuiging achter hun studiekeuze te staan. (~leerplan!21) Het handboek heeft oog voor de gehele ontwikkeling van de jongere. Zo begeleidt men sterk het ‘leren leren’ en werkt men aan het uitbreiden van de algemene kennis, bijvoorbeeld door het aanbieden van een reeks gevleugelde Latijnse spreekwoorden (zie bijlage 24) Door allerlei (creatieve) extra’s tracht men leerlingen te prikkelen. Vraag blijft natuurlijk of hier voldoende tijd voor is in de klas…
3.8
Praktische info
Prijzen:
- Leerboek € 24,50 - Oefenboek (incl.woordenlijst): € 18,50 - Woordenlijst afzonderlijk: € 6,50 - Handleiding: € 85,00 - Bordboek plus: € 45,00 (jaarabonnement) Natuurlijk valt deze formule duurder uit dan een leerwerkboek, maar door te werken met een huursysteem voor het leerboek, worden de kosten voor de leerling beperkt. Naast de reeks Pharos biedt Van In ook nog ‘Het Oude Rome in stripvorm, een reis door heden en verleden met Cicero de kat’ 22 aan (€ 16,95) en twee Latijnse leesboekjes namelijk de ‘Libelli Latini’23 (€ 7,00/stuk)
21
Leerplan VVKSO, 1e graad Klassieke tudiën-Latijn, p.10 SCHNEIDER, F., Cicero de kat, VAN IN, Wommelgem, 2011, 23 ZIMMERMEIER, M., Libelli Latini: In germaniam, VAN IN, Wommelgem, 2010 ZIMMERMEIER, M., Libelli Latini: Donum pro Gaio, VAN IN, Wommelgem, 2010 22
45
4
VESTIBULUM
De nieuwe reeks van uitgeverij Plantyn, die verder bouwt op de sterktes van de vroegere versies van Vestibulum en de Ars Legendi reeks. Vestibulum bestaat uit drie onderdelen: een leesboek, een taalboek en een woordenlijst. Leerlingen hebben bovendien ook gratis toegang tot het online pakket op knooppunt.net. Daarnaast is er voor leerkrachten een handleiding, met gratis online toegang en een digitaal bordboek beschikbaar.
4.1
Aandachtspunten i.v.m. taal/grammatica
4.1.1 Nederlands taalgebruik Het Nederlandse taalgebruik is goed aangepast aan het leeftijdsniveau en afgestemd op de beginsituatie van de leerlingen. Nieuwe grammaticale begrippen worden uitvoerig beschreven in de leesinfo uit het taalboek. Ook specifieke begrippen uit de antieke cultuur worden steeds helder uitgelegd in het leesboek. Bovendien staat er in de woordenlijst een alfabetische begrippenlijst, waarin de uitleg van alle gebruikte grammaticale begrippen overzichtelijk opgelijst staat. De leerlinggerichtheid blijkt ook duidelijk uit de presentatie van de drie onderdelen van Vestibulum. Alle drie beginnen ze namelijk met de rubriek ‘Hoe werkt…’. In deze rubriek wordt heel eenvoudig uitgelegd hoe leerlingen met de verschillende onderdelen aan de slag kunnen. Dezelfde eenvoud is ook terug te vinden in de titels van de leestips: “Latijn lezen is…” Voorbeeld p.54
Een opmerking: Tot wie richt men zich in het inleidend woord, dat zowel in leesboek, taalboek als woordenlijst terug te vinden is? Qua taal en stijl duidelijk niet tot de leerlingen, maar dan vraag ik me af waarom het op hun materiaal staat…
4.1.2 Opbouw handboek Vestibulum is zeer systematisch opgebouwd. Zoals reeds gezegd bestaat het handboek uit drie delen die nauw met elkaar verweven zijn: taalboek leesboek woordenlijst. In het taalboek en het leesboek staan er 7 capita (6 Latijnse en 1 Griekse). Omdat beide boeken inhoudelijk zeer verschillend zijn, bespreek ik de beiden afzonderlijk.
46
Het leesboek Het leesboek heeft zijn naam niet gestolen en is wel degelijk opgevat als een ‘lees’boek. Het bevorderen van leesvaardigheid staat duidelijk centraal in dit boek. Na een inleidend woord volgen de richtlijnen en de inhoudsopgave. Wel een beetje jammer dat deze laatste afgeprint staat op de achterzijde van een blad. Dit lijkt me onpraktisch. Daarna volgen de eigenlijke capita. Binnen elk caput valt de verwevenheid van tekst en cultuur op. Latijnse teksten worden voortdurend afgewisseld met Nederlandse verhalen waarin meer verteld wordt over het leven in Romeinse tijd (= antieke cultuur). De aanvangspagina van ieder caput is een grote foto die telkens aansluit bij het thema van het caput. Het taalboek Het taalboek is een werkboek en een theorieboek, dat eigenlijk kan gezien worden als de rode draad. De verwijzingen in het taalboek geven aan wanneer het leesboek moet gebruikt worden. Na het inleidend woord, de gebruiksaanwijzing en de inhoudsopgave, vat het eerste caput aan. Wat me opvalt, en waarin het boek verschilt van de anderen, is dat er geen vaste structuur is binnen ieder caput. Er zijn een aantal rubrieken die geregeld terugkomen zoals ‘Kennismaking met…’ of ‘Woordstudie’ en de rubriek ‘Kennen en Kunnen’, maar er is geen vaste volgorde. Toch is dit niet storend. Aangezien het boek geen tekstvraagjes of vraagjes bij de antieke cultuur bevat en dus enkel de oefeningen en de theorie van de taalstudie bevat, is er veel minder nood aan een vast stramien. Bovendien zijn er wel een hele reeks items die in elke caput terugkomen zoals de verkenningsoefeningen, de leerinfo, de leesinfo en de verwerkingsoefeningen. De leerinfo bevat hetgeen ze écht moeten kennen. Het studiemateriaal wordt er telkens overzichtelijk en geschematiseerd in voorgesteld. Voorbeeld p.57
De leesinfo bevat een uitvoerige beschrijving als extra ondersteuning om de leerinfo te begrijpen. Deze kaders kunnen handig als ‘opfrissing’ van de leerstof (bv. voor remediëring) of als uitleg bij BZL. (vb. zie bijlage 25) De rubriek ‘Kennen en kunnen’ op het eind van elk hoofdstuk is een aanvinklijst, een checklist die bedoeld is als overzicht en door de leerlingen gebruikt kan worden om 47
te controleren of ze alle leerstof en vaardigheden uit het caput beheersen (= zelfevaluatie) Wat opvalt bij de aanbreng van de grammatica is dat men vertrekt vanuit Nederlandse voorbeelden of vanuit de Latijnse leestekst. Hiermee beantwoordt men volledig aan het leerplan dat vraagt om zoveel mogelijk inductief en in context te werken. Grammatica staat duidelijk ten dienste van leesvaardigheid. Verder visualiseert men heel goed de kennisopbouw dankzij het gebruik van aangroeiende bouwschema’s en mindmaps. voorbeeld p.106
voorbeeld p. 164
Wat ik persoonlijk ook heel goed vind, is dat men leerlingen de samenhang van de zin leert ontdekken door ontledingsvragen vanuit het gezegde te stellen. (vb. zie bijlage 26)
4.1.3 Conformiteit met leerplan/valentiegrammatica Het handboek is goed afgestemd op het nieuwe leerplan. Men gebruikt de valentiegrammatica als grammaticaal kader. Zo legt men bijvoorbeeld duidelijk de klemtoon op het gezegde als kern van de zin. Men maakt een onderscheid tussen vorm, functie en rol. Tegelijkertijd bewaakt men de afstemming op leesvaardigheid en benoemt men de semantische rol alleen bij die gevallen waar deze echt functioneel is, bijvoorbeeld bij BWB. Men volgt ook de voorgestelde en verplichte grammaticale minimum-terminologie. (bv. verdwijnen van de termen ‘bijgesteld adjectief’ en ‘van-bepaling’ bijvoeglijke bepaling) Men leert leerlingen zinnen bestuderen vanuit het gezegde en maakt duidelijk het onderscheid tussen noodzakelijke en niet-noodzakelijke zinsdelen. Bovendien benadrukt men dit onderscheid nog eens dankzij het kleurgebruik in de mindmaps (wit: noodzakelijk – groen: niet noodzakelijk).
48
4.1.4 Oefeningen Het taalboek staat boordevol oefeningen op taalstudie en ook oefeningen op woordenschat komen geregeld aan bod. Er zijn vele verschillende types oefeningen. Als eerste zijn er ‘verkenningsoefeningen’, die gebruikt kunnen worden om inductief de leerstof aan te brengen. Na de theorie volgen dan de verwerkingsoefeningen. Hiermee wordt de leerstof vastgezet en eigen gemaakt. Al deze oefeningen staan in functie van de lectuur en zijn daarom steeds in zins- of verhaalverband. Bij het oefenen op polyvalente uitgangen zal de context duidelijk maken welk het juiste antwoord is. Leerlingen leren hierdoor meer aandacht te hebben voor woordgroepen. Daarnaast biedt het boek toch ook nog driloefeningen (= met losse woordjes) aan. Deze oefeningen staan achteraan. In de handleiding legt men uit dat deze oefeningen bedoeld zijn voor leerlingen die tijdens het vertalen toch nog problemen blijken te hebben met de morfologie. Deze oefeningen zijn dus gericht op remediëring. In de vocabulariumoefeningen leren leerlingen o.a. de link te leggen met moderne talen of reeds gekende Latijnse woorden. Er is aandacht voor woordsamenstelling. Leerlingen verruimen hun vockennis door kennis van de achtervoegsels. Het aantal oefeningen hierop is echter wel beperkt. Wat volledig ontbreekt in dit boek zijn oefeningen op de antieke cultuur. Deze vind ik noch in het leesboek noch in het werkboek terug. Toch wel jammer aangezien leerlingen antieke cultuur best wel leuk vinden en bovendien kunnen zij ook hier hulp bij verwerking gebruiken. Ook in de aanvinklijst ‘Kennen en kunnen’ staan voor het luik cultuur telkens gewoon de titels van de behandelde thema’s opgesomd maar geen concrete doelstellingen.
4.1.5 Inhoudelijk verband tussen oefeningen en leesteksten Vaak is er een inhoudelijk verband tussen de teksten van de oefeningen en de leeslessen. Soms neemt men in de oefeningen zinnen uit de teksten letterlijk over of gebruikt men dezelfde personages. Vaak schrijft men nieuwe verhaaltjes, die telkens aansluiten bij de teksten uit het leesboek (ofwel bij leesteksten ofwel bij cultuurthema)
4.1.6 Aanbreng van het vocabularium en opbouw van de woordenlijst Zoals reeds aangehaald staat ook bij de aanbreng van het vocabularium de leesvaardigheid voorop. De woordenlijst is namelijk opgebouwd volgens de formule van Stathmoi: de stam staat vooraan. De redenering hierachter is dat leerlingen zo het grondwoord leren bepalen, wat essentieel is ter voorbereiding van de lectuur. Vestibulum heeft een afzonderlijke woordenlijst. Deze bevat 605 Latijnse woordjes. 49
De Griekse woorden zijn niet opgenomen in de woordenlijst maar staan in het taalboek in de ‘exploratio Graeca’. De woordenlijst bestaat uit 1 2 3 4 5
vijf kolommen: Stam Grondwoord (vetgedrukt) Aanvullende gegevens Vertaling (vet gedrukt) Verwantschappen (Latijn/mod.talen)
De woordenlijst is systematisch. Alle woorden zijn gerangschikt per caput en daarbinnen ook nog per paragraaf. Van iedere paragraaf wordt ook aangegeven of deze uit het leesboek of het taalboek komt. In de woordenlijst staan ook 16 kadertjes waarin extra informatie aangeboden wordt o.a. de betekenissen van woorden in zinsverband (vaak signaalwoorden, voegwoorden,…), maar ook de genusregels of ontledingstips,… Een opmerking hierbij: Beetje jammer dat het kadertje met meer uitleg over de kolom van de aanvullende gegevens pas in caput 3 staat. Ook pas vanaf dat hoofdstuk vermeldt men de genitief in deze kolom. Daarnaast is de woordenlijst opgevat als een handig naslagwerk. Naast de systematische woordenlijst is er achteraan ook een woordregister opgenomen. Hierin staan alle woorden alfabetisch en wordt er telkens verwezen naar het nummer/de plaats van het woord van het vocabularium. Jammer dat men hier niet de vertaling van de woorden bij genoteerd heeft… Verder zit er ook een lijst met grammaticale begrippen in (‘Wat was nu ook weer…?’ – WL p.40), een overzicht van de verbuigingen en de vervoegingen en de groeischema’s van functies en woordsoorten. Al deze extra’s maken de woordenlijst tot een zeer handig bundeltje voor de leerlingen.
4.2
Aandachtspunten i.v.m. teksten/lectuur
4.2.1 Inhoud aangepast aan leeftijd, niveau en interesse? Het leesboek bevat maar liefst 37 Latijnse teksten. Je kan dus gerust stellen dat er overvloed aan teksten is. Iedere leerkracht kan hierin zijn eigen keuze maken. De laatste tekst uit ieder caput wordt als ‘extra’/uitbreiding aangegeven, maar je kan natuurlijk net zo goed deze tekst klassikaal lezen. Er is in ieder geval heel wat materiaal dat gebruikt kan worden als remediëring of extra oefenmateriaal. De alom bekende verhalen van Centesimus24 en Arminius en Gudula25, die ook in de vorige uitgave van Vestibulum stonden, zijn als basis behouden gebleven. In beide verhalen is echter wel de verhaallijn, de omvang en de verwoording aangepast. 24 25
het toneelstuk over Centesimus is geïnspireerd op Plautus’ Aulularia het detectiveverhaal is gebaseerd op Cicero’s Pro Cluentio
50
Bovendien worden deze verhalen ingepast in een raamverhaal, waarin het dagdagelijkse leven van een aantal twaalfjarigen in Rome geschetst wordt. Met de inhoud van deze verhalen (bv. verliefdheid, een diefstal) zoekt men aansluiting bij de leefwereld en de belangstelling van de jongeren. Ook de vorm van deze verhalen (vervolgverhaal, detective,…) zou hun interesse moeten aanwakkeren. Persoonlijk vraag ik me af of het soms niet verwarrend wordt met drie verhaallijnen door elkaar en een heleboel personages… Een mogelijk nadeel van een vervolgverhaal: Bij de tekstkeuze moet je er steeds op letten dat leerlingen nog voldoende informatie hebben om het vervolg te begrijpen. Als ‘extra’ zijn er ook een vijftal legendarische of mythologische teksten opgenomen, onder andere Romulus en Remus, Arion, Daphnis en Chloé, Perseus en Ariadne doen hun intrede. Zulke verhalen kunnen sowieso rekenen op de onverdeelde belangstelling van eerstejaars. Opvallend is dat er echt rekening gehouden werd met het aanbod aan teksten in de handboeken Grieks of Latijn voor de hogere jaren. Deze teksten werden bewust vermeden om overlapping te vermijden. De teksten zijn aangepast aan het niveau van de leerlingen. Alle originele teksten werden zo herschreven dat er geen onbekende taalgegevens voorkomen in de teksten: nieuwe taalfeiten komen pas voor in teksten wanneer leerlingen tijdens de spraakkunstlessen geleerd hebben hoe die feiten kunnen ingepast worden in de systematische en methodische aanpak van de zin. De vertaling van onbekende woordjes staat telkens achteraan bij de regel vermeld. Het boek heeft een expliciete leesmethode. In het boek wordt er stapsgewijs uitgelegd hoe Latijnse zinnen te vertalen (zie TB. p. 54-58). Er wordt expliciet aandacht besteed aan strategieën die leerlingen moeten hanteren om zich deze vaardigheden eigen te maken. Zo vinden leerlingen in het Taalboek stappenplannen om vormen te bepalen, bouwschema’s voor mogelijke woordgroepen en zinsdelen en wordt hier ook echt mee geoefend. Daarnaast zijn er bij de leestekst regelmatig leestips aangebracht onder het motto ‘Lezen is ...’. Deze concrete regels geven leerlingen een aanzet tot reflectie over hun aanpak tijdens de lectuur.
4.2.2 Verband tussen de Latijnse teksten Zoals reeds aangegeven is er een duidelijk verband tussen de teksten onderling. Er zijn twee basisverhalen die ingepast zijn in een raamverhaal. Er zijn dus verhalen met rode draad en daarnaast zijn er een aantal losse neventekstjes.
4.2.3 Inleiding bij de teksten Iedere tekstje wordt ingeleid. Soms door een korte begeleidende tekst, soms door het voorgaande stuk, soms door een sprekende titel.
51
4.2.4 Vragen bij de teksten De vraagjes bij de lectuur zijn bedoeld om het leesproces te sturen. Ze peilen zowel naar taalbegrip als naar tekstbegrip. Soms wil men leerlingen op weg zetten, o.a. bij het afleiden van de betekenis van een woord vanuit moderne (vreemde) talen, het kiezen van de gepaste betekenis uit de woordenlijst,… Ze zijn bedoeld als hulp om de teksten zelfstandig te kunnen lezen.
4.2.5 Illustraties Alle teksten zijn voorzien van aantrekkelijke en ondersteunende illustraties.
4.3
Aandachtspunten i.v.m. cultuur
4.3.1 Aandacht voor antieke cultuur Het boek besteedt voldoende aandacht aan antieke cultuur. Doorheen het ganse leesboek zijn lectuur en cultuur immers met elkaar verweven. Tijdens de lectuur treden de leerlingen binnen in de wereld van de Romeinen. Samen met de hoofdpersonages van het raamverhaal komen ze terecht in de Romeinse school en in Romeinse gebouwen zoals het circus, het theater, het amfitheater, de thermen, de domus en de villa: de Latijnse teksten in kwestie zijn uitdrukkelijk bedoeld als een kennismaking met die items. In het verhaal van Centesimus komen het familieleven en de houding van de Romeinen tegenover liefde en huwelijk aan bod. In het verhaal van Gudula en Arminius zoomt men in op de verhouding tussen meesters en slaven. In de Nederlandse infoteksten worden onderwerpen die in de teksten aan bod komen, verder uitgediept. Daarbij worden vaak verhaallijnen uit de teksten verder aangehouden (bv. de leerlingen van Philopappus brengen een bezoek aan het theater ,...) Bij de cultuurteksten staan er vaak ook interessante weetjes waarmee men de algemene kennis van de leerlingen wil verruimen én hun interesse wil prikkelen. De inhoud van deze ‘weetjes’ is zeer divers: een beeld van het drukke stadsleven door Juvenalis, uitleg over de verschillende manieren van straffen, verduidelijking van Latijnse begrippen als ‘manumissio’, verklaring voor een ‘ringvinger’,…)
4.3.2 Breed maatschappelijk spectrum van de oudheid behandeld? Het boek behandelt het brede maatschappelijke spectrum van de oudheid. Een greep uit de thema’s die aan bod komen zijn: de Romeinse klok, winkel en ambachten, slavernij, huwelijk, Romeinse naamgeving, grafopschriften, Circus Maximus, het theater, de domus,… 52
4.3.3 Weergave van de oudheid Het boek geeft een realistisch beeld van de oudheid. Uit de gebruikte illustraties en de vermelde bronnen achteraan blijkt duidelijk dat men zich baseert op diverse bronnen.
4.3.4 Cultuurhistorische waarde van de illustraties De antieke cultuur is prachtig geïllustreerd met zeer gevarieerd materiaal. Zo staan er in het boek zowel tekeningen, stripverhalen als foto’s. Ook historische kaarten en een tijdslijn ontbreken niet. Ook de foto’s zijn van zeer diverse oorsprong: er zijn foto’s van maquettes, archeologische vondsten, schilderijen, beelden,... De meeste illustraties zijn historisch gekaderd maar niet allemaal.
4.3.5 Aandacht voor receptie in de latere tijd? Men besteedt aandacht aan de receptie in de latere tijd, maar naar mijn mening te weinig. In het eerste caput haalt men kort aan dat Latijn een ‘levende dode taal’ is. Om dit te staven verwijst men naar het bestaan van Latijnse nieuwsberichten op de Finse radio en meldt men het bestaan van hedendaagse strips in het Latijn. Ook het refrein van het liedje ‘frater Iacobus’ staat in het boek. Verderop in het boek staan er ook afbeeldingen van moderne schilderijen bv. ‘Medusa van Paul Freeman,… maar in vergelijking met wat andere handboeken aanbieden, is er op dit vlak nog wel verbetering mogelijk.
4.4
Aandachtspunten i.v.m. lay-out
Wat betreft lay-out is Vestibulum het best te omschrijven als eenvoudig en sober, maar tegelijkertijd ook als helder en overzichtelijk. De eenheid van structuur en lettertype wordt ondersteund door het gebruik van verschillende herkenbare symbolen. Zo gebruikt men bijvoorbeeld een vergrootglas voor de verkenningsoefeningen, een lamp voor de leerinfo, een potlood voor de verwerkingsoefeningen en een oog voor de leesinfo. In de inhoudstafel maakt men gebruik van cursivering om het onderscheid te maken tussen leesteksten en cultuur. Ik was aangenaam verrast door de heldere en uitnodigende opmaak van de gebruiksaanwijzing ‘Hoe werk ik met…?’ van de verschillende boeken. (vb. WL p.4) Het gebruik van tekstballonnetjes maakt het geheel toch weer net iets jonger.
53
Het leesboek en het taalboek zijn ook voorzien van prachtige, vaak grappige illustraties, die het geheel opvrolijken. Spijtig genoeg valt het kleurgebruik, vooral in het taalboek, wat tegen. Als enige van de vier koos Plantyn, vermoedelijk omwille van de meerkost, niet voor vierkleurendruk waardoor het geheel sowieso minder kleurrijk oogt. Daarenboven heeft men vrij fletse kleuren gekozen (bv. kakigroen) waardoor het geheel nogal flauw uitvalt en vooral de binnenkant van het taalboek er niet direct motiverend uitziet. Jammer! (En zeker een gemiste kans aangezien het boek verder wel revolutionair veranderd is…)
4.5
Aanbreng van het Grieks
De kennismaking met het Grieks vinden we zowel in het leesboek als in het taalboek terug in het caput met de toepasselijke titel ‘Exploratio Graeca’. In het leesboek geeft men eerst enkele sfeerbeelden van modern Griekenland. Daarna volgt er een reisje door de oude Griekse wereld. Alle belangrijke steden worden gesitueerd op de kaart en al deze steden zijn ook voorzien van een typische foto (bv. Mycene foto Leeuwenpoort). Vervolgens staan er twee Nieuwgriekse liedjes en tevens een liedje en een gedichtje in het Oudgrieks. In de rubriek ‘Een rondreis door de geschiedenis’ vertelt men kort iets meer over de god Kronos die zijn kinderen verslond. Vervolgens lezen de leerlingen zelf enkele korte Griekse tekstjes waarin ze onder andere ontdekken hoe Zeus en Poseidon aan hun vader kunnen ontsnappen. Na het tijdperk der goden vertelt men kort iets meer over het tijdperk van de Griekse helden. De leerlingen maken kennis met de werken van Homeros. Ook hier gaan ze al gauw zelf aan de slag met een kort tekstje over Odysseus die zijn makkers weet te redden van de heks Circe. De rondreis doorheen de geschiedenis wordt tenslotte afgesloten met het tijdperk der Griekse staatsmannen. In het taalboek wordt eerst veel aandacht besteed aan het inoefenen van het Griekse alfabet. Na het oefenen met letters volgen er oefeningen met woordjes, om zo na de taalstudie uiteindelijk aan de zinnetjes en de tekstjes te komen. Het hoofdstuk wordt dus mooi geleidelijk opgebouwd. Opvallend is dat het boek niet alleen schrijfoefeningen bevat maar ook leesoefeningen. Handig bij het oefenen van de juiste uitspraak is dat de sleutel van de oefeningen (zijnde de fonetische Nederlands schrijfwijze) onderaan het blad staat, zodat leerlingen zich steeds zelf kunnen controleren. Natuurlijk bevat het hoofdstuk ook taalstudie. Ook hiervoor volgt dit boek duidelijk de voorschriften van het leerplan: men maakt bijvoorbeeld duidelijk een onderscheid tussen basis- en uitbreidingsleerstof, men heeft ook hier aandacht voor woordgroepen en zinsontleding (bv. splitsen in zinsdelen) én men wijst leerlingen goed op de gelijkenissen en de verschillen tussen Grieks en Latijn. Eén storende fout in het kader van de verbuiging van de substantieven: de uitgang acc.v.mv. is niet - αι maar -ας. 54
De woordenlijst bij het hoofdstuk bevat 31 woordjes. Ook volledig conform het leerplan dus. Positief aan dit hoofdstuk vind ik dat er een heel aantal oefeningen zijn die het doorleven van het Grieks in het Nederlands duidelijk maken. Dit toont leerlingen het ‘nut’ aan en motiveert hen. Wat me ook direct opviel, is dat er in het leesboek bij dit stukje cultuur verwerkingsvraagjes voorzien zijn, die zelfs gericht zijn op het stimuleren van de kritische geest van de leerlingen (bv. een vergelijking maken tussen de inhoud van de cultuurtekst en een schilderij dat over dit onderwerp gemaakt werd).
4.6
Handleiding leerkrachten en ICT-middelen
Zowel voor leerlingen als voor leerkrachten is er een onlinepakket. Zo is er voor de leerkrachten een digitale handleiding met jaarplanning, toetsen, ingevuld taalboek (= oplossingen), didactische wenken bij taalboek, vertalingen van de teksten uit leesboek, de oplossingen van vraagjes bij lectuur uit leesboek, cultuurblaadjes, studiewijzers, woordkaartjes, ICT-projectjes bij cultuur, PPT’s bij cultuurlessen, Latijnse en Griekse liedjes (audiobestanden) en alle teksten uit het leesboek met extra interlinie. Een uitgebreid pakket dus aan ondersteunend materiaal. De meeste zaken zijn interessant en kwalitatief. Alleen de PPT’s en de ICT-projectjes bij de cultuur vallen tegen. Deze zijn niet altijd even professioneel en er zijn er ook te weinig. Bij Vestibulum hoort ook een bordboek. Dit is een digitale versie van het taalboek, het leesboek en de woordenlijst én extra materiaal (bv. PPT’s bij cultuurlessen, liedjes, geografische kaartjes,…). Met het bordboek kunnen oefeningen op een vlotte en overzichtelijke manier verbeterd worden. Enkele extra mogelijkheden via het bordboek: - switchen tussen taalboek en leesboek met één muisklik - toevoegen en bewaren van eigen materiaal Extra pluspunt: er kan perfect offline mee gewerkt worden! ! Dit bordboek werkt via het programma Yumi. Leerkrachten kunnen natuurlijk ook kiezen voor de klassieke papieren handleiding. Nog een andere mogelijkheid is de lerarenkit. Deze biedt de combinatie digitale handleiding én bordboek aan voor het ganse leerkrachtenteam. Voor leerlingen is er een uitgebreid pakket van interactieve oefeningen bij elk hoofdstuk en dit zowel voor taalstudie als voor lectuur en cultuur. Ook de online woordentrainer biedt uitgebreide mogelijkheden. Zo kunnen leerlingen bij herhaaldelijk oefenen bijvoorbeeld kiezen om enkel op hun fouten of hun moeilijke woordjes te oefenen. Op die manier kunnen ze zeer gericht oefenen. Leerlingen kunnen ook steeds hun toetsresultaat afdrukken om ze te tonen aan de leerkracht.
55
Als didactisch extraatje is er ook een poster van het groeischema van de functies en van het groeischema van de woordsoorten. Ik vind het wel een beetje jammer dat deze recto verso gedrukt is. Opnieuw om kosten te besparen?
4.7
Enkele persoonlijke bevindingen
Het handboek besteedt veel aandacht aan leesstrategieën. Het aanbieden van stappenplannen, studiewijzers, bouwschema’s,… vind ik echt wel een pluspunt. Dit toont dat het boek echt rekening houdt met de specifieke beginsituatie van de eerstejaars. Als enige kiezen zij voor een expliciete leesmethode (= stap 1° verkenning van zin op basis van vormanalyse / stap 2° controle d.m.v. ontledingsvragen). De verwevenheid van tekst en cultuur is prachtig, daarom is het spijtig dat er met het luik cultuur zo weinig gedaan wordt.
4.8 Prijzen:
Praktische info - Leesboek € 24,50 - Taalboek (= werkboek incl. online ICT): € 18,95 € 11,50 - Woordenlijst: € 5,30 € 5,25 - Handleiding: € 40,00 € 41,85 - Bordboek Pro: € 55,00 (jaarabonnement) € 25,00 - Lerarenkit (handleiding digitaal + bordboek): € 65,00 € 50,00
Natuurlijk valt deze formule duurder uit dan een leerwerkboek, maar door te werken met een huursysteem voor het leerboek, worden de kosten voor de leerling beperkt. Op de presentatie van Atrium bleken de prijzen van Vestibulum fel aangepast in vergelijking met vorig jaar. De prijs van het bordboek bleek zowaar gehalveerd.
56
5
SAMENVATTEND KADER
conformiteit met het leerplan
FORUM
PEGASUS
PHAROS
VESTIBULUM
AA
A/B
B/C
AA
nog wat afwachtend i.v.m. valentiegrammatica
te weinig inductief, enkele fouten tegen valentiegrammatica en morfologie,…
AA
AA
e
(op basis vh handboek vh 1 jaar!)
Leerlingvriendelijkheid
AA
zeer goed op vlak van “leren leren”, minder geslaagd qua uitzicht
(uitzicht, begeleiding ‘leren leren’, vorm,…)
Lay-out (overzichtelijk, uitnodigend, sober)
Kwalitatieve teksten (zowel qua taal als qua inhoud)
A
A
iets te druk soms
snel terugvinden van grammatica?
A/B
AA
interessant maar teveel ongekende gegevens
AA Online aanbod
A
AA/A problemen met bordboek
AA
A/B overzichtelijkheid maar niet uitnodigend
A
A
inhoud?
nogal veel verschillende personages en verhaallijnen
AA
AA/A uitwerking vd antieke cultuur?
57
DEEL 2 RESULTATEN UIT DE LEERKRACHTEN-ENQUÊTE
58
1
INLEIDING
In oktober stuurde ik een enquête naar de leerkrachten. In mijn enquête stelde ik hen de volgende vijf vragen: 1 Heeft u (individueel of als vakgroep) vooraf alle presentaties van de vier nieuwe handboeken bijgewoond? Ja of neen? Waarom niet? 2 Welke criteria vindt u belangrijk bij de keuze van een handboek? 3 Was het een moeilijke keuze en welke argumenten waren doorslaggevend 4 Welke handboekreeks (Ars Legendi- Pegasus- Pharos- Forum) heeft u uiteindelijk gekozen? 5 Wat zijn de eerste bevindingen op dit moment na een paar weken van start te zijn gegaan? (algemene indruk- bemerkingen,…) Bedoeling van deze eerste enquête was te weten te komen hoe hun keuzeproces verlopen was. Welke criteria voor hen doorslaggevend zijn bij het bepalen van de keuze. Uit vele mails en gesprekken die ik had met leerkrachten bleek al snel dat het in vele vakgroepen een moeilijke beslissing was geweest. Die soms ook voor verdeeldheid zorgde binnen de vakgroep. Omdat ieders mening even waardevol is voor mijn onderzoek maar ik tegelijkertijd de discussies binnen vakgroepen ook niet terug op gang wil brengen, heb ik er voor gekozen om alle enquêtes anoniem te verwerken in mijn werk. Achteraan in mijn werk heb ik wel een lijst opgenomen van alle scholen die deelgenomen hebben aan mijn onderzoek. De resultaten van mijn onderzoek vindt u hieronder in tabelvorm terug. Iets wat me opviel bij de antwoorden is dat de vele leerkrachten niet alle vier de presentaties hebben bijgewoond. Soms werd het werk verdeeld binnen de vakgroep, vaak baseerde men zich op de ervaringen met het vorige handboek. In mijn tweede enquête polste ik zowel bij leerkrachten als bij leerlingen uit LSO ( zie deel 3) naar hun bevindingen over het nieuwe handboek. Aan de hand van een hele reeks gerichte vraagjes trachtte ik te weten te komen hoe tevreden ze nu precies zijn over die nieuwe handboeken… Ook deze resultaten vindt u hieronder.
59
2
ONDERZOEKSRESULTATEN UIT DE ENQUÊTE I.V.M. HANDBOEK-KEUZE: Belangrijke criteria voor een handboek Latijn Criterium
Confor Conformiteit met het leerplan: gebruik van de valentiegrammatica met vereiste grammaticale terminologie, functionaliteit van de grammatica (~tekstverband), cultuur a.d.h.v. teksten
Aantal lkr. 16
Nieuwe grammaticale aanpak ernstig nemen, niet als achterliggend kader
1
Juistheid: gebruik van correct klassiek Latijn bij vereenvoudigde teksten
3
Leerlingvriendelijkheid aangepast aan leefwereld van de jongeren, gericht op hun interesses (o.a. ICT, mythologie) Aanbreng van de woordenschat (extra info + presentatie) + het aantal woorden o Geen te zwaarwichtige en vooral hedendaagse vertalingen van de woorden Studietips/studiewijzers Speelse elementen (zonder kinderachtig te worden) Aansluiten bij hun niveau: o Grammaticale terminologie sluit aan bij hun (zeer beperkte) voorkennis uit de lagere school Beperkt gewicht om dagelijks mee te sleuren Vele prenten en foto’s
Lay-out: 2 vereisten: duidelijk gestructureerd (kleuren, lettertypes, symbolen,kaders, leerbare overzichten…) o Specifiek voor grammatica: duidelijkheid en aanschouwelijkheid
10 6 3 2 3 1 5 3 1
15 14
60
o Overzichtslijst bij het begin vd ieder hoofdstuk, samenvatting aan het einde,… aantrekkelijkheid kleurendruk ! let wel: ook soberheid ! ( niet téveel, geen afleiding)
10 1
Aanbreng van cultuur: aandacht voor de mythologie aandacht voor het ‘grotere kader’ (bv. korte uitleg bij namen als Cicero,…) cultuur in combinatie, niet als losstaand gegeven links naar romans, (hedendaagse) kunst, films,… – hierbij korte inhoud/smaakmaker
7 1 1 2 2
Goede dosering – geleidelijke aanpak - volgorde - goede verdeling over 1e en 2e jaar
4
Aandacht voor leesmethode
1
Voldoende oefeningen: gevarieerd qua niveau met ruimte voor remediëring en differentiatie oefeningen die geziene leerstof ‘onopvallend’ mee integreren ter herhaling aandacht voor BZL en zelfevaluatie zinvolle oefeningen online-oefenmateriaal aanbreng van oefeningen volgens ‘nieuw concept’, namelijk in context
9 4 1 1 1 3 1
Pedagogisch- Didactisch goed doordacht
2
Vorm: Leerwerkboek of leer- en werkboek + woordenlijst
4/2 61
Teksten: aangename, boeiende, gevarieerde inhoud inhoudelijk relevant ontleend aan Griekse mythologie of vroeg-Romeinse geschiedenis niet te moraliserende teksten Voldoende teksten: aanbod voor persoonlijke lectuur en mogelijkheid tot selectie zowel inhoudelijke als grammaticale vraagjes bij de teksten geen vervolgverhaal/ wel een vervolgverhaal
16 9 1 3 1 3 4 1/ 0
Prijs
4
Onderscheid tussen basisleerstof en uitbreiding
1
Didactisch ondersteunend -, begeleidend aanbod voor de leerkracht: kant-en-klare PPT’s, uitgebreide handleiding met gedetailleerde lesomschrijvingen voorbeeldtoetsen, jaarplanning,… <-> liever niet
5/1
Papierbesparend
1
Gebruiksvriendelijkheid (uitneembare bladen) en eenvoud
2
62
Online aanbod: digitale ondersteuning en verdieping handig en makkelijk bereikbaar voldoende uitgebreid oefenaanbod ook voor cultuur
10
Oog voor receptie: vocabularium, antieke cultuur, doorleven van teksten, ideeën,…
1
Perspectief bieden op verdere uitwerking in de volgende leerjaren
1
Nadruk moet liggen op lectuur
3
Zekerheid over verderzetting van de reeks – ervaring van de uitgeverij en de handboekmakers-testen van het materiaal vooraf
3
ICT mogelijkheden
6
Bordboek
2
63
BESLUIT :
De vijf belangrijkste criteria volgens de Vlaamse leerkrachten: 1. 2. 3. 4. 5.
conformiteit met het leerplan kwalitatieve teksten lay-out: duidelijk gestructureerd + aantrekkelijk! leerlingvriendelijkheid online aanbod
64
3
ONDERZOEKSRESULTATEN VAN DE GEMAAKTE KEUZE Forum: 3 Pegasus: 19 Pharos: 10 Vestibulum: 7 Ludi: 2 (GO! scholen) Tolle,lege: 1 (GO! School) Eigen cursus: 1
Ik heb ook via allerlei kanalen proberen te achterhalen hoe de markt nu precies verdeeld is onder deze vier spelers… Helaas blijkt het niet makkelijk om hiervoor objectief cijfermateriaal te verkrijgen… Daarom doe ik hier dan ook liever geen uitspraken over.
4
ONDERZOEKSRESULTATEN VAN DE TEVREDENHEIDSENQUÊTE
Enkele opvallende vaststellingen zijn telkens gemarkeerd in geel.
4.1
Tevredenheid over Forum
Aantal leerkrachten die de tevredenheidsenquête invulden: 3 ja
nee
min of meer
Aandachtspunten taal 1. Is de taal aangepast aan het leeftijdsniveau? (zowel taal van oef. als teksten) 2. Gaat het handboek systematisch te werk i.v.m. de aanbreng van de valentiegrammatica? 3. Volgt het handboek de terminologie voorgeschreven in het leerplan? 4. Biedt het handboek voldoende oefenmateriaal ? Zoekt u zelf extra oefeningen? 5. Is er voldoende inhoudelijk verband tussen de teksten van de oefeningen en de leeslessen? 6. Wordt er voldoende aanzet gegeven om woordbetekenissen af te leiden? (bv. d.m.v. prefixen of via de link naar andere talen,…)
3
0
0
3
0
0
2
0
1
1
0
2
3
0
0
2
0
1
3
0
0
Aandachtspunten teksten 1. Is de inhoud van de teksten aangepast aan leeftijd, niveau en interesse van de leerlingen?
65
2. Zijn de eerste leesteksten niet te complex?
0
3
0
3. Is er een verband tussen de Latijnse teksten onderling?
3
0
0
4. Worden de teksten ingeleid?
3
0
0
5. Zijn er vragen bij de tekst?
3
0
0
6. Zijn er voldoende illustraties? (ondersteunend? Verband met de tekst: direct of indirect?) + voldoende begeleid. Commentaar
3
0
0
1. Besteedt men voldoende aandacht aan AC?
3
0
0
2. Is de antieke cultuur verwerkt in een ‘rode draad’ (<-> losstaande thema’s) 3. Nuttige illustraties?
3
0
0
3
0
0
4. Voldoende aandacht voor receptie in latere tijd? (ME, humanisme, antieke motieven in moderne kunst,…)
3
0
0
Aandachtspunten Antieke Cultuur
Uit mijn bevraging van de Forumgebruikers blijkt dat ze nog steeds achter hun handboekkeuze staan. Een algemene indruk van tevredenheid.
4.1.1 Vaststellingen Van de drie leerkrachten die meewerkten, zijn er twee die liever wat meer oefeningen hadden gezien in het handboek.
4.1.2 Belangrijkste sterktes de aandacht voor taalverwantschappen in de vocabulariumlijst; de vele studietips; het gebruik van de inductiemethode; de degelijkheid en de overzichtelijkheid van de ‘nota bene’s’ (= de grammaticale overzichten); de verwevenheid van taal en cultuur; de teksten (inhoudelijk + variatie); het leerwerkboek als vorm; differentiatiemogelijkheden.
66
4.1.3 Belangrijkste zwaktes de lay-out: warrig, mede door te weinig plaats om te antwoorden; storende typefouten, vooral vanaf statio 6, zowel in het boek en in de onlineoefeningen als in de handleiding; inductiemethode soms te hoog gegrepen; te weinig (herhalings)oefeningen; te weinig ondersteuning voor leerkrachten die niet vertrouwd zijn met de leesmethode; progressie van het vocabularium niet volledig gelijkoplopend met de voorbeelden en de oefeningen; teveel nieuwe grammatica (over uiteenlopend onderwerpen) voor er oefeningen volgen; geen lidwoorden in het voc bij de vertalingen van substantieven; het ontbreken van een inhoudstafel; bereikbaarheid van de uitgeverij niet altijd optimaal; tekort in progressie, sommige onderdelen vragen te veel tijd ( lkr. moeten er nog hun weg in vinden?)
67
4.2
Tevredenheid over Pegasus
Aantal leerkrachten die de tevredenheidsenquête invulden: 17 ja
nee
min of meer
17
0
0
12
0
5
9
0
8
12 4 17
0
5
0
0
16
0
1
16
0
1
3
14
0
6
3
2
4. Worden de teksten ingeleid?
15
0
2
5. Zijn er vragen bij de tekst?
17
0
0
6. Zijn er voldoende illustraties? (ondersteunend? Verband met de tekst: direct of indirect?) + voldoende begeleid. Commentaar Aandachtspunten Antieke Cultuur 1. Besteedt men voldoende aandacht aan AC?
17
0
0
17
0
0
2. Is de antieke cultuur verwerkt in een ‘rode draad’ (<-> losstaande thema’s) 3. Nuttige illustraties?
10
6
1
3
7
Aandachtspunten taal 1. Is de taal aangepast aan het leeftijdsniveau? (zowel
taal
van oef. als teksten) 2. Gaat het handboek systematisch te werk i.v.m. de aanbreng van de valentiegrammatica? 3. Volgt het handboek de terminologie voorgeschreven in het leerplan? 4. Biedt het handboek voldoende oefenmateriaal ? Zoekt u zelf extra oefeningen? 5. Is er voldoende inhoudelijk verband tussen de teksten van de oefeningen en de leeslessen? 6. Wordt er voldoende aanzet gegeven om woordbetekenissen af te leiden? (bv. d.m.v. prefixen of via de link naar andere talen,…) Aandachtspunten teksten 1. Is de inhoud van de teksten aangepast aan leeftijd, niveau en interesse van de leerlingen? 2. Zijn de eerste leesteksten niet te complex? 3. Is er een verband tussen de Latijnse teksten onderling?
4. Voldoende aandacht voor receptie in latere tijd? (ME, humanisme, antieke motieven in moderne kunst,…)
17 7
Uit mijn bevraging van de Pegasusgebruikers blijkt dat ze nog steeds achter hun handboekkeuze staan. Een algemene indruk van tevredenheid.
68
4.2.1 Vaststellingen De meerderheid van de leerkrachten is tevreden over de manier waarop valentiegrammatica wordt aangebracht. Nochtans geeft bijna de helft van leerkrachten dan dat de verplichte terminologie slechts ‘min of meer’ gevolgd wordt…
de de
Alle leerkrachten zijn het er over eens dat het boek voldoende aandacht besteedt aan antieke cultuur. Alleen is de rode draad blijkbaar niet voor iedereen duidelijk. Ook vindt meer dan de helft van de leerkrachten dat er meer aandacht zou mogen besteed worden aan de receptie van de antieke oudheid in latere tijden.
4.2.2 Belangrijkste sterktes visueel aantrekkelijkheid kindvriendelijk handboek waar leerlingen zeer enthousiast over zijn en graag meewerken (o.a. aanschouwelijkheid!) zeer degelijk en gevarieerd online ICT-ondersteuning zowel voor leerlingen als leerkrachten extra materiaal vele,degelijke en fijne (vaak mythologische) leesteksten, die aansluiten bij cultuur en de volgende taalstudie reeds bevatten ( inductief) opstap vanuit cultuur: Cultuur en taalstudie zitten telkens mooi vervat in elke oefening én praktisch elke leestekst. De lln. komen geen contextloze zinnen/oefeningen meer tegen. Elk hoofdstuk is een mooi (afgerond) geheel omtrent een stadsdeel van het oude Rome (theater, thermen,...). interessante cultuurlessen/ mooi uitgewerkt cultuurboekje met site De cultuur is zeer mooi geïllustreerd en begrijpelijk opgesteld in de cultuurkatern (apart boekje). De digitale online cultuurexploratie sluit met de centrale reconstructietekening - boordevol foto's, info, filmpjes - hier perfect bij aan. Vorm: een handig scheurleerwerkboek, waar overal iets bijgeschreven kan worden. Enkel de woordenlijst en de cultuurkatern zijn externe boekjes. Snelle start – tempo: na één trimester één trimester kennen de leerlingen al 4 naamvallen (nom., acc., gen., dat.) met bijbehorende functies én vier vervoegingsmodellen (amare, monere, audire, capere). Daarnaast nog enkele onregelmatige werkwoorden,... Het bordboek is een handig instrument tijdens het lesgebeuren, verhoogt lestempo en aanschouwelijkheid.?? Visueel sterk
4.2.3 Belangrijkste zwaktes aanbreng van valentiegrammatica/leerplangerichtheid in het algemeen: afwachten om het volledige leerplan eerste graad te testen de antwoorden van het bordboek bij lectuur mogen iets meer conform de leestekst zijn, zo hebben de leerlingen meteen ook min of meer een vertaling. te weinig oefeningen in handboek zelf (wel veel op Knooppunt) 69
hier en daar in het leerwerkboek en in de oplossingen van de handleiding zitten nog wat foutjes, maar dit is eigen aan een eerste druk. snelle start – tempo: weinig acclimatisatieruimte voor de lln. ( geleidelijkheidsprincipe?) problemen met bordboek inhoudelijk voldoende voorbereid op hogere jaren? (Te weinig driloefeningen) kaft van de woordenlijst is te slap: moeilijk te kaften en snel gescheurd geen aanvullende gegevens bij woordverklaringen teksten ( moeilijk om de uitgang correct te interpreteren… graag meer grammaticale vraagjes bij de teksten. Deze vestigen aandacht van leerlingen op bepaalde vormen. teveel bijgegeven woorden, ook in oefeningen!
70
4.3
Tevredenheid over Pharos
Aantal leerkrachten die de tevredenheidsinquête invulden: 7 ja
nee
min of meer
4
2
1
7
0
0
7
0
0
7
0
0
7
0
0
3
2
2
2
1
4
0
7
0
3. Is er een verband tussen de Latijnse teksten onderling?
5
1
1
4. Worden de teksten ingeleid?
5
2
0
5. Zijn er vragen bij de tekst?
7
0
0
6. Zijn er voldoende illustraties? (ondersteunend? Verband met de tekst: direct of indirect?) + voldoende begeleid. Commentaar Aandachtspunten Antieke Cultuur 1. Besteedt men voldoende aandacht aan AC?
5
2
0
7
0
0
2. Is de antieke cultuur verwerkt in een ‘rode draad’ (<-> losstaande thema’s) 3. Nuttige illustraties?
1
6
0
7
0
0
4. Voldoende aandacht voor receptie in latere tijd? (ME, humanisme, antieke motieven in moderne kunst,…)
3
3
1
Aandachtspunten taal 1. Is de taal aangepast aan het leeftijdsniveau? (zowel taal van oef. als teksten) 2. Gaat het handboek systematisch te werk i.v.m. de aanbreng van de valentiegrammatica? 3. Volgt het handboek de terminologie voorgeschreven in het leerplan? 4. Biedt het handboek voldoende oefenmateriaal ? Zoekt u zelf extra oefeningen? 5. Is er voldoende inhoudelijk verband tussen de teksten van de oefeningen en de leeslessen? 6. Wordt er voldoende aanzet gegeven om woordbetekenissen af te leiden?(bv. d.m.v. prefixen of via de link naar andere talen,…) Aandachtspunten teksten 1. Is de inhoud van de teksten aangepast aan leeftijd, niveau en interesse van de leerlingen? 2. Zijn de eerste leesteksten niet te complex?
Uit mijn bevraging van de Pharosgebruikers blijkt dat ze nog steeds achter hun handboekkeuze staan. Een algemene indruk van tevredenheid.
71
4.3.1 Vaststellingen Bijna de helft van de leerkrachten vindt dat het taalgebruik onvoldoende is aangepast aan het leeftijdsniveau. Ook de tekstkeuze is volgens de leerkrachten niet echt aangepast aan de leeftijd en de interesses van de leerlingen Hoewel het boek er zeer mooi uitziet, is er dus blijkbaar op vlak van leerlingvriendelijkheid toch nog wel verbetering mogelijk/nodig. Alle gebruikers zijn zeer tevreden over de manier waarop het leerplan vertaald is in dit handboek. Alle gebruikers vinden dat het handboek voldoende oefeningen bevat. Dit is toch iets wat in de reeds besproken leerwerkboeken niet altijd het geval was. Wat wel nog beter kan, is de aanbreng van woordafleidingen,… Nochtans ook iets waarvoor aandacht gevraagd wordt vanuit het nieuwe leerplan… De antieke cultuur blijkt niet verwerkt in een rode draad en de helft van de gebruikers vindt dat er te weinig aandacht is voor receptie in latere tijden. Wederom zijn dit nochtans ook zaken die gevraagd worden vanuit het leerplan…
4.3.2 Belangrijkste sterktes goede aansluiting bij het leerplan; kwalitatief en inhoudelijk hoogstaand: ‘van een zeker niveau’; grammatica zeer overzichtelijk weergegeven (overzichtelijk zinsmodel); structuur; een zeer werkbaar hand- en werkboek voor leerlingen; geen leerwerkboek ruime oefenmogelijkheden; extra materiaal voor leerlingen; de beschikbaarheid van een downloadbare woordenlijst; aantrekkelijke cultuurlessen met zeer goede PPT’s; voldoende Latijnse teksten; voldoende uitgewerkte Grieks initiatie; bordboek en digitale ondersteuning: ingevuld oefenboek beschikbaar in pdfformaat: handig om oplossingen aan leerlingen te bezorgen;
4.3.3 Belangrijkste zwaktes Latijnse teksten: door sommigen benoemd als ‘wat te eenvoudig’ en ‘ wat te kinderachtig’ én ook in aantal onvoldoende. (bv. qua inhoud: verhaal over een egel in de tuin???) Vraag: meer variatie, meer mythologie of meer historische onderwerpen Moeilijk zinsmodel: bepaalde benamingen zijn moeilijk/verwarrend (bv. NWD in de datief) Geen gelijkschakeling van Nederlandse en Latijnse spraakkunst ( leerplan?) 72
Bepaalde grammaticale onderwerpen zijn (te) moeilijk voor het eerste jaar bv. infinitiefzin Niet haalbaar om alles in één jaar te zien; Fouten eigen aan eerste druk (vooral storend in woordenlijst + in ingevulde werkboek) Oefeningen graag nog wat meer integreren in de leesteksten; Volgorde van theorie in leerboek en oefeningen in oefenboek komt niet altijd overeen Van in het begin heel veel aangereikt (vb. gen in woordenlijst, nr. van de vervoegingen,…). Dit geeft veel ‘van-buiten-leer-werk’ voor leerlingen van zaken die ze nog niet (kunnen)begrijpen Ontbreken van aanvulling in alfabetische woordenlijst in handboek; Gebruik van (teveel) ongeziene woorden in oefeningen; Zeer vaak hetzelfde thema in oefeningen en vertaalzinnen; Te veel nadruk op minder belangrijke rollen; Jaarplanning: onvoldoende
73
4.4
Tevredenheid over Vestibulum
Aantal leerkrachten die de tevredenheidsenquête invulden: 7 ja
nee
min of meer
7
0
0
7
0
0
7
0
0
4
0
7
0
3 3 0
4
0
3
6
0
1
1
6
0
3. Is er een verband tussen de Latijnse teksten onderling?
6
0
1
4. Worden de teksten ingeleid?
7
0
0
5. Zijn er vragen bij de tekst?
7
0
0
6. Zijn er voldoende illustraties? (ondersteunend? Verband met de tekst: direct of indirect?) + voldoende begeleid. Commentaar Aandachtspunten Antieke Cultuur 1. Besteedt men voldoende aandacht aan AC?
6
0
1
6
0
1
2. Is de antieke cultuur verwerkt in een ‘rode draad’ (<-> losstaande thema’s) 3. Nuttige illustraties?
5
2
0
5
0
2
4. Voldoende aandacht voor receptie in latere tijd? (ME, humanisme, antieke motieven in moderne kunst,…)
1
2
4
Aandachtspunten taal 1. Is de taal aangepast aan het leeftijdsniveau? (zowel taal van oef. als teksten) 2. Gaat het handboek systematisch te werk i.v.m. de aanbreng van de valentiegrammatica? 3. Volgt het handboek de terminologie voorgeschreven in het leerplan? 4. Biedt het handboek voldoende oefenmateriaal ? Zoekt u zelf extra oefeningen? 5. Is er voldoende inhoudelijk verband tussen de teksten van de oefeningen en de leeslessen? 6. Wordt er voldoende aanzet gegeven om woordbetekenissen af te leiden? (bv. d.m.v. prefixen of via de link naar andere talen,…) Aandachtspunten teksten 1. Is de inhoud van de teksten aangepast aan leeftijd, niveau en interesse van de leerlingen? 2. Zijn de eerste leesteksten niet te complex?
Uit mijn bevraging van de Vestibulumgebruikers blijkt dat ze nog steeds achter hun handboekkeuze staan. Een algemene indruk van tevredenheid.
74
4.4.1 Vaststellingen Ongeveer de helft van de leerkrachten geeft aan zelf nog oefeningen bij te zoeken. Blijkbaar missen ze ook oefeningen op woordvorming. Een andere opvallende vaststelling is dat er in het boek blijkbaar te weinig aandacht is voor receptie van de antieke oudheid in latere tijden. Slechts 1 leerkracht bleek hierover tevreden.
4.4.2 Belangrijkste sterktes zeer gebruiksvriendelijk boek; degelijk, goed onderbouwd, zeer conform het leerplan (valentiegrammatica); grammaticaal sterk: heldere uitleg bij grammaticale overzichten; expliciete leesmethode; vraagjes bij de tekst bevorderen het leerproces; ruime keuze spannende teksten; zeer veel oefeningen; digitale lerarenkit: vele voorbeeldoefeningen, vele toetsen, goede voorstellen examens, lesjes AC, voorstel tot jaarplanning, ingevuld werkboek; veel antieke cultuur; gebruik van studiewijzers en mindmaps.
4.4.3 Belangrijkste zwaktes saai, eentonig wat betreft grammatica, te weinig visualisatie van abstracte grammatica aanschouwelijkheid? voor leerlingen is dit te weinig ‘doen’ in combinatie met veel, afwisselende, leuke, uitdagende oefeningen maken en te veel ‘lezen van een uitgebreide handleiding’ fletse, lelijke lay-out; veel te veel en te lange Latijnse teksten, veel oninteressante teksten, ingewikkelde verhaallijn; te weinig ‘schwung’ in het boek; moeilijk om selectie te maken uit de vele teksten aangezien het raamverhaal duidelijk moet zijn; gebrek aan remediërings- en verdiepingsoefeningen; cultuur mocht wat uitgebreider en wat aantrekkelijker: de begeleidende PPT’s zijn niet allemaal van goede kwaliteit; te weinig aandacht voor receptie in latere tijd (< het ontbreken van tekstfragmenten van jeugdboeken, van wat meer informatie over afbeeldingen,…); Het ‘totaalpakket’ kan beter bv. de begeleidende toetsen en cultuurblaadjes; Leerlingen moeten nog weinig kunnen noteren, telkens slechts invullen van schema’s; Niet zo sterk qua ICT-toepssingen.
75
DEEL 3 DE EERSTEJAARS ZELF AAN HET WOORD…
76
In wat volgt toon ik de resultaten van de leerling-enquêtes. Per handboek nam ik de enquête af in minstens 2 verschillende scholen. Om te representativiteit van de resultaten te verhogen, vond ik het belangrijk om antwoorden te krijgen van leerlingen met verschillende leerkrachten uit verschillende scholen. Dit om er voor te zorgen dat de antwoorden niet beïnvloed worden door overeenkomsten in didactische aanpak. Daarnaast vulden de leerlingen deze enquêtes thuis in en anoniem. Door het invoeren van deze twee factoren hoopte ik te bereiken dat leerlingen deze enquête eerlijk invullen. Zonder angst voor de reactie van hun leerkracht of zonder (onbewuste) beïnvloeding door de leerkracht. Enkele opvallende vaststellingen zijn telkens gemarkeerd in geel.
1
DE LEERLINGEN OVER FORUM
Aantal ondervraagde leerlingen: 19 + 25 = 44 ja neen Het boek ziet er leuk uit. 34 10 In het boek staan voldoende afbeeldingen. 40 4 De prenten in het boek zijn mooi. 35 9 De grammatica wordt duidelijk uitgelegd. 20 24 Er staan voldoende voorbeelden bij de grammatica. 28 16 Ik kan de grammatica goed instuderen vanuit het boek. 18 26 Wanneer ik iets over de grammatica wil opzoeken, vind ik dit snel 25 19 terug. 8. Ik kan voldoende oefeningen maken om alles in te studeren. 32 12 9. Het boek heeft een handige en overzichtelijke woordenlijst. 30 14 10. Ik gebruik de woordentrainer of de woordkaartjes bij het studeren 15 29 of het herhalen van het voc. 11. De oefeningen zijn te moeilijk. 4 40 12. In het boek komen veel moeilijke Nederlandse woorden voor. 10 34 13. De leesteksten zijn interessant. 37 7 14. De lessen antieke cultuur sluiten aan bij mijn leefwereld. 17 27 15. Antieke cultuur komt voldoende aan bod. 23 21 16. Ik maak geregeld gebruik van het online materiaal. (oefeningen, 5 39 schema’s, cultuur,…) 17. In de klas werkt de leerkracht geregeld met het bordboek 0 44 (= tonen van handboek met beamer,…) 18. Ik vind het leuk dat er geregeld met computer gewerkt wordt (PPT, 35* 9 bordboek, filmpjes,…) * Leerlingen zouden het wel leuk vinden maar momenteel gebeurt het niet. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
77
1.1
Vaststellingen Meer dan 75% van de leerlingen vindt dat het boek er leuk uitziet en dat er voldoende, mooie afbeeldingen in staan. Op vlak van grammatica ervaren de leerlingen toch wel wat problemen. Zo vindt meer dan de helft van de leerlingen niet dat de grammatica duidelijk uitgelegd wordt en slechts 59% van de leerlingen geeft aan dat ze hun grammatica goed kunnen instuderen vanuit het boek. Over de woordenlijst is de meerderheid van de leerlingen tevreden. Zij die dit niet zijn, geven aan dat ze vooral lidwoorden missen bij de Nederlandse vertalingen van de substantieven. Deze lijken hen een handig hulpmiddel om sneller woorden terug te vinden bij het opzoeken. De oefeningen uit het boek zijn niet te moeilijk. (>75% van de leerlingen) De leerlingen vinden ook niet dat er teveel moeilijke woorden in het boek voorkomen. Diegene die dit wel vinden, geven aan wel goed geholpen te zijn met de ‘taalsteuntjes’. Bijna 84% van de leerlingen vindt de teksten uit het boek interessant. Wat antieke cultuur betreft, zijn de meningen verdeeld. In de opmerkingen komt vaak terug dat leerlingen graag nog meer antieke cultuur zouden hebben. (opmerking: Nochtans komt dit in dit boek écht wel zéér geregeld aan bod… Mogelijk selecteren leerkrachten hier in de praktijk nog in en het is natuurlijk zo dat AC de leerlingen sowieso aanspreekt.) Leerlingen blijken weinig gebruik te maken van de extra mogelijkheden die aangeboden worden bij het boek. Wat wél gebruikt wordt, zijn de woordkaartjes of online woordentrainer (= 34% van de leerlingen). Voor de rest wordt er haast geen gebruik gemaakt van het online materiaal. Hoewel er in geen van de twee scholen gewerkt wordt met het bordboek/iboard, geeft 80% van de leerlingen wel aan dat ze graag zouden hebben dat er wat meer met de computer gewerkt werd in de klas.
1.2
Wat vinden leerlingen vooral goed aan het boek? de lay-out van het boek: mooi, kleurrijk, vele prenten; duidelijke Nota Bene’s; handige Ergo’s om mee te studeren; leuke teksten; duidelijke woordenlijst; leuke antieke cultuur;
78
voldoende oefeningen (volgens sommigen veel te veel <-> volgens anderen te weinig??); handige studeertips.
1.3
Wat zouden leerlingen vooral graag veranderen aan het boek? storende fouten eruit halen; meer antieke cultuur; ‘de-tjes’ en ‘het-jes’ bij de subtantieven; graag ook een alfabetische woordenlijst in het boek; meer structuur; online: voor elke statio (net zoals statio 1) een controle overhoring; duidelijkere weergave van de schema’s van de modellen (opmerking: 11x als opmerking gekregen in één klas - in andere klas geen opmerkingen over…); meer met de computer werken.
! Een belangrijke opmerking bij deze gegevens: Bij het verwerken van de gegevens stelde ik vast dat de ene klas bij bepaalde items, namelijk bij vraag 1, 9 en 15, opvallend positiever was over het boek dan de andere. Aangezien ik slechts twee klassen (weliswaar uit twee verschillende scholen) bevraagd heb, weet ik niet zeker of deze gegevens als ‘representatief’ beschouwd kunnen worden. Zoals ik al aangaf, besef ik dat de gegevens ook beïnvloed worden door de didactische aanpak van de leerkracht (=de manier van werken met het boek) en ik vermoed dat de resultaten ook mede beïnvloed worden door het persoonlijke ‘niveau’ van de leerling. Leerlingen die geen problemen hebben met de leerstof zijn waarschijnlijk positiever dan anderen,… Anderzijds is het wel zo dat de meningen over de andere vragen wel grotendeels overeenstemden in de beide klassen, wat mij toch toelaat bepaalde besluiten te trekken.
79
2
DE LEERLINGEN OVER PEGASUS
Aantal ondervraagde leerlingen: 23 + 17 + 21 = 61
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
1. Het boek ziet er leuk uit. In het boek staan voldoende afbeeldingen. De prenten in het boek zijn mooi. De grammatica wordt duidelijk uitgelegd. Er staan voldoende voorbeelden bij de grammatica. Ik kan de grammatica goed instuderen vanuit het boek. Wanneer ik iets over de grammatica wil opzoeken, vind ik dit snel terug. 8. Ik kan voldoende oefeningen maken om alles in te studeren. 9. Het boek heeft een handige en overzichtelijke woordenlijst. 10. Ik gebruik de woordentrainer of de woordkaartjes bij het studeren of het herhalen van het voc. 11. De oefeningen zijn te moeilijk. 12. In het boek komen veel moeilijke Nederlandse woorden voor. 13. De leesteksten zijn interessant. 14. De lessen antieke cultuur sluiten aan bij mijn leefwereld. 15. Antieke cultuur komt voldoende aan bod. 16. Ik maak geregeld gebruik van het online materiaal. (oefeningen, schema’s, cultuur,…) 17. In de klas werkt de leerkracht geregeld met het bordboek (= tonen van handboek met beamer,…) 18. Ik vind het leuk dat er geregeld met computer gewerkt wordt (PPT, bordboek, filmpjes,…)
2.1
ja 36 40 37 31 35 25 20
neen 4 0 3 9 5 15 20
39 33 12
1 7 28
6 6 28 18 28 10
34 34 12 22 12 30
12
28
30
10
Vaststellingen 90% van de leerlingen vindt dat het boek er leuk uitziet. Iedereen is tevreden voor het aantal afbeeldingen en de meerderheid van de leerlingen vind de prenten uit het boek ook mooi. 75% van de kinderen vindt dat de grammatica duidelijk wordt uitgelegd, maar slechts een nipte meerderheid geeft aan de grammatica goed te kunnen studeren vanuit het boek. Nochtans vindt haast iedereen dat het boek voldoende oefeningen bevat om alles in te studeren en worden de oefeningen niet als te moeilijk ervaren. Slechts de helft van de leerlingen vind snel de grammaticale items terug in het boek. Het boek is qua taalgebruik niet te moeilijk Iets meer dan 25% van de leerlingen vindt de teksten niet interessant. 80
De helft van de leerlingen vindt dat de lessen antieke cultuur niet aansluiten bij hun leefwereld. mogelijk vraag niet begrepen? Drie op de vier leerlingen maakt geen of slechts onregelmatig gebruik van het extra aanbod bv. online oefenmateriaal, woordkaartjes of de online woordentrainer. De leerkrachten van de ondervraagde leerlingen werken (om allerlei redenen) nog niet frequent met het bordboek in de klas. Nochtans geeft 75% van de leerlingen wel aan dat ze het fijn zouden vinden indien dit gebeurde.
2.2
Wat vinden leerlingen vooral goed aan het boek? Dat er een apart cultuurkatern en een aparte woordenlijst is; Het boek is mooier dan onze andere boeken leuke lay-out; Leuke foto’s, afbeeldingen; Vele en leuke teksten; Goed dat er bij teksten prenten staan of een kleine uitleg over het verhaal; Het gebruik van de groene kleur voor de grammaticale kaders: handig bij het studeren; Overzichtelijk; Alles goed uitgelegd en steeds verschillende voorbeelden; Vele oefeningen op grammatica; Leuk dat er foto’s uit films in staan; Veel kleur; ‘test jezelf’; Leerwerkboek minder gewicht; Eerst makkelijke en dan moeilijkere oefeningen; afwisseling tussen teksten en grammatica; de stukjes uit Nederlandstalige jeugdboeken achteraan ieder hoofdstuk; oefeningen op antieke cultuur; grammaticaal overzicht achteraan.
2.3
Wat zouden leerlingen vooral graag veranderen aan het boek? Meer plaats nodig om te noteren bv. grotere vakjes om determinatie in te noteren; Minder vocabularium; Graag meer uitleg over moeilijke woorden in het vocabularium; De grammatica is moeilijk terug te vinden. Misschien hiervan een aparte inhoudstafel maken? Of ook een apart grammaticaboekje?; Soms te weinig uitleg over grammatica, leerkracht geeft die wel op het bord maar die zou ook in het boek moeten staan.
81
Grammatica niet makkelijk uit het boek te studeren, steeds bijkomende uitleg van de leerkracht nodig. Waarom niet alle uitgangen in het oranje om te oefenen met de mica?; Graag meer oefeningen en ook oefeningen over het vocabularium; Woordenlijst: graag ook vertalingen in het alfabetische register, niet enkel paginanummers; Graag nog meer cultuur; Sommige verhalen schrappen en vervangen wegens niet interessant.
82
3
DE LEERLINGEN OVER PHAROS
Aantal ondervraagde leerlingen: 20 + 20 + 22 = 62 ja neen Het boek ziet er leuk uit. 43 19 In het boek staan voldoende afbeeldingen. 56 6 De prenten in het boek zijn mooi. 50 12 De grammatica wordt duidelijk uitgelegd. 54 8 Er staan voldoende voorbeelden bij de grammatica. 56 6 Ik kan de grammatica goed instuderen vanuit het boek. 55 7 Wanneer ik iets over de grammatica wil opzoeken, vind ik dit snel 40 22 terug. 8. Ik kan voldoende oefeningen maken om alles in te studeren. 57 5 9. Het boek heeft een handige en overzichtelijke woordenlijst. 55 7 10. Ik gebruik de woordentrainer of de woordkaartjes bij het studeren 11 51 of het herhalen van het voc. 11. De oefeningen zijn te moeilijk. 5 57 12. In het boek komen veel moeilijke Nederlandse woorden voor. 7 55 13. De leesteksten zijn interessant. 39 23 14. De lessen antieke cultuur sluiten aan bij mijn leefwereld. 29 33 15. Antieke cultuur komt voldoende aan bod. 41 21 16. Ik maak geregeld gebruik van het online materiaal. (oefeningen, 20 42 schema’s, cultuur,…) 17. In de klas werkt de leerkracht geregeld met het bordboek 10 52 (= tonen van handboek met beamer,…) 18. Ik vind het leuk dat er geregeld met computer gewerkt wordt (PPT, 19* 15* bordboek, filmpjes,…) * = vele leerlingen hebben deze vraag niet beantwoord omdat er in hun klas niet gewerkt wordt met computer. Velen geven wel aan dat ze het leuk zouden vinden, moest het gebeuren. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
3.1
Vaststellingen 70% van de leerlingen vind dat Pharos er leuk uitziet. Diegenen die dit niet vinden, klagen vooral over het uitzicht van de kaften. Meer dan 85% van de leerlingen vindt dat de grammatica goed uitgelegd wordt, dat er voldoende voorbeelden gegeven worden en dat ze zelf voldoende oefeningen kunnen maken. Bovendien geeft bijna 90% van de leerlingen aan dat ze de grammatica goed kunnen studeren vanuit het boek. Raar genoeg geeft nochtans 35% van de leerlingen aan de grammatica niet snel te kunnen terugvinden in het boek. Ook bij dit handboek blijken slechts een beperkt aantal leerlingen gebruik te maken van het extra online aanbod: 17% gebruikt de woordentrainer, 32% maakt geregeld online oefeningen en gebruikt de PPT’s of de schema’s die online aangeboden worden. 83
Het boek bevat volgens de meeste leerlingen niet teveel moeilijke woorden. 37% van de leerlingen is niet tevreden over de leesteksten in het handboek. De helft van de leerlingen vindt dat de lessen antieke cultuur niet aansluiten bij hun leefwereld. Ook uit deze enquête blijkt weer dat het bordboek nog niet echt zijn intrede gedaan heeft in de meeste klassen. Hoewel leerlingen dit zelf wel graag zouden willen…
3.2
Wat vinden leerlingen vooral goed aan het boek? grammatica duidelijk uitgelegd met vele voorbeelden!!! gemakkelijk om mee te werken, overzichtelijk !!! woordenlijst en grammaticale schema’s achteraan in het leerboek: zeer handig! goede oefeningen; vele prentjes, foto’s, … ; leesteksten helpen om woorden te leren; toffe teksten; mooi qua uitzicht; leesteksten passen bij cultuur; kleurgebruik in het boek (met uitzondering van de kaft); cultuur is leuk en interessant om bij te leren én er staan vele leuke prenten bij; leuke weetjes; niet te kinderachtig; grappig; voldoende ruimte om te noteren.
3.3
Wat zouden leerlingen vooral graag veranderen aan het boek? in de teksten en oefeningen staan er veel onbekende woorden die ook niet in de woordenlijst staan en ook niet vertaald staan !!!! (meest gesignaleerde gebrek!*) de kaft van het boek (kleur-uitzicht): onaantrekkelijk, saai !! (ook vaak gesignaleerd); graag een volledige samenvatting van de grammatica achteraan in het boek (de schema’s die er nu staan zijn te onvolledig); achteraan graag een tabel van de grammatica, zodat je weet op welke pagina je wat kan terugvinden; soms moeilijke woorden bij uitleg van de grammatica; een beetje een saai boek, te weinig variatie; meer herhalingsoefeningen; 84
graag iets meer van die leuke prentjes; spijtig van de fouten in de woordenlijst; interessantere teksten, liever mythes dan verhaaltjes over een gezin; bij de kaarten ook de Nederlandse landnaam zetten; in de woordenlijst is het moeilijk om woorden op te zoeken. Graag ook een alfabetisch overzicht in de woordenlijst; er is genoeg cultuur maar die kunnen we wegens tijdsgebrek jammer genoeg niet allemaal doen. *= Bij de uitgeverij is men zich reeds van het probleem bewust. Sinds kort hebben leerlingen een lijst van ontbrekende woorden gekregen (ook terug te vinden op Pharos online). Jammer genoeg blijkt ook deze lijst nog steeds onvolledig.
85
4
DE LEERLINGEN OVER VESTIBULUM
Aantal leerlingen: 21 + 19
= 40
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Het boek ziet er leuk uit. In het boek staan voldoende afbeeldingen. De prenten in het boek zijn mooi. De grammatica wordt duidelijk uitgelegd. Er staan voldoende voorbeelden bij de grammatica. Ik kan de grammatica goed instuderen vanuit het boek. Wanneer ik iets over de grammatica wil opzoeken, vind ik dit snel terug. 8. Ik kan voldoende oefeningen maken om alles in te studeren. 9. Het boek heeft een handige en overzichtelijke woordenlijst. 10. Ik gebruik de woordentrainer of de woordkaartjes bij het studeren of het herhalen van het voc. 11. De oefeningen zijn te moeilijk. 12. In het boek komen veel moeilijke Nederlandse woorden voor. 13. De leesteksten zijn interessant. 14. De lessen antieke cultuur sluiten aan bij mijn leefwereld. 15. Antieke cultuur komt voldoende aan bod. 16. Ik maak geregeld gebruik van het online materiaal. (oefeningen, schema’s, cultuur,…) 17. In de klas werkt de leerkracht geregeld met het bordboek (= tonen van handboek met beamer,…) 18. Ik vind het leuk dat er geregeld met computer gewerkt wordt (PPT, bordboek, filmpjes,…)
4.1
ja 18 32 24 34 29 33 26
neen 22 8 16 6 11 7 14
37 38 18
3 2 22
5 5 31 24 21 14
35 35 9 16 19 26
20
20
35
5
Vaststellingen 55% van de leerlingen vindt dat het boek er niet leuk uitziet. 40% van de leerlingen vindt ook de illustraties uit het boek niet mooi. 85% van de leerlingen vindt de grammatica duidelijk uitgelegd in het boek. Ook over het aantal oefeningen en de moeilijkheidsgraad ervan bestaat er grote tevredenheid. Anderzijds geeft 35% van de leerlingen aan de grammatica niet snel te kunnen terugvinden in het boek. Slechts de helft van de leerlingen werkt geregeld met de woordentrainer of het andere online materiaal.
4.2
Wat vinden leerlingen vooral goed aan het boek? zeer overzichtelijk; goed opgebouwde woordenlijst; teksten zijn leuk en spannend en ook grappig soms; 86
grammatica valt op dankzij het gebruik van kaders; woordjes in de kantlijn bij de teksten; mooie en voldoende afbeeldingen, soms ook grappig; alles zeer goed uitgelegd zowel de grammatica als de antieke cultuur interessante inhoud; goede en voldoende oefeningen, leuk dat er ook meerkeuzevragen zijn goed lettertype; leuk dat er voldoende AC is; leuk dat er ook online kan geoefend worden; leuk dat er filmpjes bij de leesteksten zijn; woordkaartjes.
4.3
Wat zouden leerlingen vooral graag veranderen aan het boek? graag meer kleur: de cover lijkt nogal saai, net als de algemene achtergrondkleur: olijfgroen veranderen! meest vermelde item!! knooppunt soms onpraktisch: werkt geregeld niet en je moet altijd het ‘juiste’ ingeven, soms overbodige details bv. niet ‘gen.m.enk maar gen.,m.,enk.’ of bv. de juiste volgorde van de verschillende betekenissen kaft van woordenlijst steviger maken, gaat snel stuk
de bovenstaande items werden het meest vernoemd grammatica allemaal bijeen zetten zodat je niet moet zoeken; grammatica niet altijd even duidelijk uitgelegd de nummers in het werkboek bv. 5.3.1 te lang! Oefeningen sorteren op moeilijkheidsgraad beetje meer extra oefeningen nog fouten in het bordboek en werkboek meer voorbeelden geven en geen moeilijke woorden geburiken in de woordenlijst misschien ook aangeven op een woord van de 1 e, 2e of 3e klasse is graag wat meer antieke cultuur meer Latijnse liedjes; graag woordkaartjes online; titels graag ook in het Latijn; een duidelijke inhoudstafel; de theorie bij de kadertjes overzichtelijker schrijven; graag wat meer oefeningen op zinsontleding; ‘bolletjes kleuren’ minder leuk; andere leesteksten: spannendere, deze zijn soms nogal langdradig, saai; meer tekeningen, andere prenten; teksten in kleinere stukken verdelen met meer afbeeldingen bij; de volgorde van de teksten leestips geven
87
BIBLIOGRAFIE -
ACKERMAN, J., DE PAEP, L., HILLEWAERE, M., ea., Pegasus 1: leerwerkboek, Pelckmans, Kapellen, 2011 ACKERMAN, J., DE PAEP, L., HILLEWAERE, M., ea., Pegasus 1: cultuurkatern, Pelckmans, Kapellen, 2011 BOURGEOIS, M., DE SMEDT, H., DETIENNE, M., e.a., Ars legendi: Vestibulum taalboek, Plantyn, Mechelen, 2011. BOURGEOIS, M., DE SMEDT, H., DETIENNE, M., e.a., Ars legendi: Vestibulum leesboek, Plantyn, Mechelen, 2011. BOURGEOIS, M., DE SMEDT, H., DETIENNE, M., e.a., Ars legendi: Vestibulum woordenlijst, Plantyn, Mechelen, 2011. BRAMS,J., GEERTS, W., LAMMENS, E., ea., Pharos 1: leerboek, Van IN, Wommelgem, 2011. BRAMS,J., GEERTS, W., LAMMENS, E., ea., Pharos 1: oefenboek, Van IN, Wommelgem, 2011. BRAMS,J., GEERTS, W., LAMMENS, E., ea., Pharos 1: woordenlijst, Van IN, Wommelgem, 2011. GOLVERS, N., Didactisch atelier s.1-2, cursus KHLeuven (onuitg.), 2009-2010 GOLVERS, N., Didactisch atelier s.3-4, cursus KHLeuven (onuitg.), 2010-2011, p.4 STEYAERT,V.,VANDENDRIESSCHE,K., DE SMET, J., ea., Forum 1: leerwerkboek, DE BOECK, Berchem, 2011. STIENAERS, D., Valentiegrammatica van het Latijn, Presentatie en confrontatie, Bachelorpaper KULeuven (onuitg.), 2008, 119 pagina’s. VVKSO, Leerplan secundair onderwijs D/2011/7841/001, Brussel, september 2011. http://ond.vvkso-ict.com/vvksomainnieuw/leerplanpubliek.asp?NR=2011/001
88