Gegevens afzender
Plaats, datum
Geachte docent LO,
Elise ... is een leerling van de ... school. Elise een …. (omschrijving van karakter: vrolijk, (weinig) energiek, afwachtend, initiatiefrijk, creatief, angstig, overmoedig……) Gedurende de basisscholperiode heeft zij regelmatig extra zorg gekregen op het gebied van bewegen (MRT). Zij heeft flinke vorderingen gemaakt en heeft plezier in bewegen. Graag breng ik u op de hoogte van de (on)vermogens van Elise op het gebeid van spel en bewegen. 1. Wat doet Elise graag:
2. Wat doet Elise minder graag? Waar is zij bang voor?
3. Vaardigheid (per leerlijn) Bijvoorbeeld zoals onderaan is ingevuld voor een zwaar kind.
Leerlijnen
Bewegingsthema Balanceren Rijden
Balanceren
Glijden Acrobatiek Klauteren
Klimmen
Touwklimmen Schommelen
Zwaaien
Hangend zwaaien Steunend zwaaien
Over de kop
Over de kop gaan Vrije sprongen
Mogelijkheden van Elise ten opzicht van een ‘gemiddeld’ kind
Steunspringen Springen
- rollen Loopspringen Touwtje springen Ver- en hoogspringen Hardlopen
Hardlopen Wegspelen
Mikken
Mikken Werpen en vangen Soleren
Jongleren
Retourneren Keeperspelen Lummelspelen
Doelspelen
Aangepaste sportspelen Tikspelen Afgooispelen
Tikspelen Stoeispelen
Honkloopspelen Stoeispelen Bewegen in tempo van de muziek
Bewegen n.a.v. de vorm Bewegen op van de muziek muziek Een dans uitvoeren
4.
Gegevens uit het leerlingvolgsysteem
- zie bijlage
5.
Gegevens van motorische testen
- zie bijlage
Hopelijk stelt u deze informatieoverdracht op prijs. Mocht u vragen hebben, ben ik bereikbaar onder het telefoonnummer …. Of het e-mailadres … Met vriendelijk groeten,
Leerlijnen
Bewegingsthema Balanceren
Mogelijkheden van een veel te zwaar kind ten opzicht van een ‘gemiddeld’ kind Weinig verschil, tenzij - er gebalanceerd wordt op hoogte. Een zwaar kind heeft minder mogelijkheden om ergens veilig vanaf te springen. - er op instabiele vlakken wordt gebalanceerd. Met het gewicht neemt ook de instabiliteit van het vlak toe.
Balanceren Rijden
Weinig verschil
Glijden
Weinig verschil bij zittend glijden. Minder mogelijkheden bij staand glijden - minder wendbaar met afspringen - de snelheid van zware kinderen is m.n. bij staand glijden hoger
Acrobatiek
Als steun: meer mogelijkheden Op iemand steunen; vereist veel van degene als steun fungeert
Klimmen
Klauteren
Minder mogelijkheden.
Touwklimmen
Touwverhuizen en touwklimmen zijn onmogelijk. Steile wand is een goed optie.
Schommelen
Schommelen met groter zitvlakken kan prima Zitten op een knoop in de touwen is pijnlijk.
Zwaaien
Hangend zwaaien
Minder mogelijkheden. Hangen aan gebogen armen is onmogelijk. Voor enkele is zwaaien aan gestrekte armen ook onmogelijk. De handkracht is niet toereikend om het lichaam te kunnen houden Is de handkracht afdoende, dan is er is een beperkt aantal zwaaien mogelijk.
Steunend zwaaien
Minder mogelijkheden. Steunen is met meer gewicht (en in verhouding minder kracht) moeilijker
Over de kop
Over de kop gaan
Koprol, Weinig verschil Duikelen aan ringen en rekstok zijn vaak onmogelijk. Duikelen aan de rekstok kanpijnlijk zijn
Vrije sprongen
Diepringen: minder mogelijkheden Minitramp wisselend, hangt van kracht af. Sommige kinderen zijn erg geholpen met een minitrampoline. Eventueel een aanloop over
Springen
over banken
Steunspringen
Veel minder mogelijkheden Hurksprong over een kast (zonder verhoogde steunen) is onmogelijk. Het lichaam past niet in de ruimte tussen de armen.
Rollen op verhoogd vlak: Veel minder mogelijkheden
- rollen Loopspringen
Minder mogelijkheden. Sprongen zijn kleiner. Door beperkte zweeffase vaak minder beleving.
Touwtje springen
Voor een aantal weinig verschil, wel sneller moe. Onmogelijk als een kind niet of nauwelijks los komt van de grond
Hardlopen
Mikken
Jongleren
Ver- en hoogspringen
Veel minder mogelijkheden. Sprongen zijn kleiner. Door beperkte zweeffase vaak minder beleving.
Hardlopen
Veel minder mogelijkheden.
Wegspelen
Weinig verschil.
Mikken
Weinig verschil.
Werpen en vangen
Weinig verschil, tenzij grote loopfactor
Soleren
Weinig verschil.
Retourneren
Weinig verschil, tenzij grote loopfactor
Keeperspelen
Weinig verschil, in klein doel mogelijk meer, in een groot doel minder mogelijkheden.
Lummelspelen
Weinig verschil. Vooral de grootte van het veld (niet groot!) , het aantal spelers en de rol van het kind is van belang
Doelspelen Aangepaste sportspelen Weinig verschil. Vooral de grootte van het veld (niet groot!) , het aantal spelers en de rol van het kind is van belang
Tikspelen
Veel minder mogelijkheden. In een klien veld en tikken met een tikstok biedt meer mogelijkheden
Afgooispelen
Minder mogelijkheden, maar als jager veel meer mogelijkheden dan als tikker. Als loper minder mogelijkheden. Traag en makkelijk te raken.
Honkloopspelen
Slaan: weinig verschil
Tikspelen
Honkloop: minder mogelijkheden: traag Vangen: weinig verschil, tenzij er veel verplaats moet worden en/of gespeeld wordt met uittikken
Stoeispelen
Stoeispelen
Meer mogelijkheden. Het gewicht is nu een voordeel
Bewegen in tempo van de muziek
Weinig verschil, tenzij schaamte een rol speelt
Een dans uitvoeren
Weinig verschil, tenzij schaamte een rol speelt
Bewegen op muziek Bewegen n.a.v. de vorm Weinig verschil, tenzij schaamte een rol speelt van de muziek
Toevoeging: bij Touwtrekken en rugby heeft een zwaar kind meer mogelijkheden dan een ‘normaal’ kind.