An De Meulenaere
! Thema binnen ouderzorg Betere voorspeller voor “adverse outcome” dan chronologische leeftijd Geen consensus / gouden standaard Verschillende definities ◦ Operationeel ◦ Conceptueel
Situering binnen biopsychosociaal model (Multidisciplinair) Op continuüm plaatsen (Dynamisch proces) Reversibel (tot op bepaalde hoogte) Voorspelt ongunstige gevolgen Implementeert GEEN pathologie, comorbiditeit, beperkingen Praktisch toepasbaar
Verschillende operationele definities Verschillende meetinstrumenten om fragiliteit te meten
Drie grote indelingen van definities ◦ Fried en afgeleiden ◦ Accumulerende indexen ◦ Vragenlijsten
Weakness: low grip strength Exhaustion Weight loss Low level of physical activity Slow gait speed ◦ 3 of meer positieve kenmerken = fragiel ◦ 1 of 2 positieve kenmerken= pre-fragiel (precursor state) ◦ ! Aspect binnen dit concept is dat zowel fragiele als prefragiele status reversibel zijn
Fried et al., 2001
Fried et al., 2001
Avila Funes ◦ Past meetinstrument van Fried aan Gewichtsverlies voorbije jaar van 3kg of BMI onder 21 Slowness:
Avila Funes et al., 2009
Ensrud ◦ Frailty volgens SOF (Study of Osteoporotic Fractures index) Ongewild gewichtsverlies: 5% van lichaamsgewicht gemeten tussen twee metingen Verminderde kracht: niet kunnen opstaan vanuit stoel zonder gebruik armen Verminderde energie: ‘neen’ antwoorden op vraag GDS: voelt u zich energiek? 2 of meer positieve kenmerken = fragiel 1 = pre-fragiel 0 = niet fragiel of robuust
Ensrud et al., 2008
Jones 2004 ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦
Verschillende (10) aspecten worden gescoord Geen probleem = 0 Klein (minor) probleem = 1 Groot (major) probleem = 2 Som = impairment index Comorbidity index = # lichamelijke problemen/2
◦ FRAGILITEITSINDEX= impairment index + comorbidity index Fragiliteitniveau Score fragiliteitindex Milde fragiliteit
0-7
Gemiddelde fragiliteit
7-13
Ernstige fragiliteit
>13
Jones 2004 ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦
Cognition (MMSE) Mood and motivation (geriatric status scale) Communication (vision, hearing, speech) Mobility (barthel index= BI) Balance Bowel function (BI) Bladder function (BI) IADL + ADL (Lawton & Brody) Nutrition (nood aan hulp) Social resources (nood aan hulp)
Jones et al., 2004
Jones 2005 ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦
Verschillende (10) aspecten worden gescoord Geen probleem = 0 Klein (minor) probleem = 1 Groot (major) probleem = 2 Som = impairment index Comorbidity index = # lichamelijke problemen
◦ FRAGILITEITSINDEX= (impairment index + comorbidity index) /14
Jones et al., 2005
Jones, 2005 Fragiliteitsniveau
Fragiliteitsindex
Level 1
≤ 0,23
Level 2
0,24 – 0,31
Level 3
0,32 – 0,40
Level 4
0,41 – 0,48
Level 5
0,49 – 0,60
Level 6
0,61 – 0,74
Level 7
≥ 0,75
Jones 2005 ◦ Cognition (modified MMSE) Emotion (GDS) ◦ Communication (vision, hearing, speech) Mobility (TUG) Balance (functional reach + valincidenten) ◦ Bowel function (BI) ◦ Bladder function (BI) ADL (afhankelijkheid) Nutrition (stabiliteit gewicht) Social (institutionalisering)
Een fragiliteitindeling gebaseerd op de classificatie van de geriatric status scale (GSS)
SCORE
Mobiliteits Hulp bij ADL problemen
Incontinentie (urine)
Incontinentie Cognitief (fecaal) deficit
0 1
X
2
X (of ADL)
X (of mobiliteit)
X
X
X (geen dementie
3
X
afhankelijk X voor transfer
X
X (dementie)
CHSA (Canadian Study of Health and Aging) Clinical Frailty Scale Clinical frailty index van Rockwood: 7-punts frailty schaal die ontwikkeld is in de CHSA De arts plaatst een proefpersoon in één van de beschreven categorieën
Tilburg Frailty Indicator (TFI) Groningen Frailty Indicator (GFI) Sherbrooke Postal Questionnaire (SPQ)
TFI: onderdeel A
TFI: onderdeel B
De indelingen: ◦ zijn zeer uiteenlopend Moeilijk om met elkaar te vergelijken
◦ zijn niet gevoelig genoeg voor verandering ◦ zijn eerder bedoeld voor loutere indeling
Nood aan eenduidige definitie