GLYCOL - AARDWARMTEWISSELAAR type: SOLE EWT

GLYCOL - AARDWARMTEWISSELAAR type: SOLE EWT

Gebruiksaanwijzing - Installatie - Bediening - Onderhoud 1

Air Quality nv A. Stocletlaan 206 2547 Duffel Tel.: 015/29.35.35 www.airquality.be

Inhoud Inhoud

Technische gegevens……………………34

Introductie………………………………… 3 Voorwoord 3 Toepassing 3 Werking 4 Overzicht 6 Veiligheidsvoorschriften 7

Algemeen………………………………… 35 Buitendienst stellen / Verwijdering 35 CE-conformiteitsverklaring 35 Garantiebepalingen 35 Bijlage 35

Transport…………………………………. 9 Levering 9 Opslag 9 Terugzenden 9 Montage………………………………….. 9 Planning 9 Grondwerken 12 Muurdoorvoer 12 Glycolleidingen plaatsen 12 Buisaansluitingen 15 Verwarming-/koelbatterij plaatsen 16 Pompeenheid monteren 18 Expansietank plaatsen 19 Leidingen vullen 20 Bediening 22 Inbedrijfstelling 23 Bediening………………………………….24 Opstart 24 Foutmeldingen 24 Leidingen ontluchten 24 Vuldruk controleren 24 Batterij reinigen 25 Buitendienststelling 25 Onderhoud……………………………….. 26 Onderhoudswerkzaamheden 26 Installatie controleren 26 Regeling instellen 27 Problemen opsporen 31 Herstellingen 32 Wisselstukken 32 Onderdelenlijst 33

2


Introductie

Introductie

Toepassing

Voorwoord

De geothermische glycol aardwarmtewisselaar mag alleen gebruikt worden voor het voorverwarmen van de verse buitenlucht bij woningventilatiesystemen.

Vooreerst wensen wij u te danken omdat u voor onze geothermische glycol – aardwarmtewisselaar heeft gekozen. De installatie kan ook aangewend worden om de verse buitenlucht te koelen, dit tijdens de Deze gebruikersinstructie laat zien hoe zomer. De verseluchttoevoer moet hiervoor de installatie op een correcte en eenvoudige geschikt zijn. manier aangewend kan worden. Onderhoudswerkzaamheden zelf kan Op de primaire zijde wordt gebruik gemaakt uitvoeren. Alle nodige informatie hieromtrent van een geothermische warmtewisselaar, een staat vermeld in hoofdstuk “bediening”. gesloten circuit met glycolvulling, waarbij Voor de installateur bevat deze handleiding warmte uit de grond wordt onttrokken of een belangrijk hoofdstuk, namelijk “Installatie afgegeven. en onderhoud”. De glycolleidingen moeten onder de grond geplaatst worden of op grondniveau indien ophoging / aanvulling voorzien is. Aan de secundaire zijde wordt gebruik gemaakt van een verwarmings- / koelbatterij waarmee de lucht wordt verwarmd of gekoeld.

Vanwege de verschillende plaatsingsomstandigheden zijn de afbeeldingen in de handleiding enkel informatief, tenzij anders vermeld. Gelieve alvorens enige werkzaamheden aan te vatten de specifieke hoofdstukken van deze handleiding zorgvuldig en volledig te lezen:

In het bijzonder, daar er geen warmtepomp bij deze installatie wordt gebruikt, de wettelijke bepalingen (in Duitsland, de Technische Regel VDI-4640 blad 1 en 2) zijn hierop van toepassingen en dienen de nodige - Als gebruiker van het apparaat: lees het vergunningen te worden aangevraagd. hoofdstuk “introductie en bediening”. De gegevens zoals vermeld in hoofdstuk - Als installateur: lees de volledige “technische gegevens“ moeten worden gebruiksaanwijzing en in het bijzonder de gerespecteerd. hoofdstukken transport, installatie, inbedrijfstelling, onderhoud en technische Opmerking: gegevens. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige schade door niet correct gebruik van de installatie.

Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor een later gebruik op een veilige plaats en binnen handbereik.

Opmerking: Aanpassingen en wijzigingen aan de apparaten mag alleen mits schriftelijke toestemming van de fabrikant.

3


Introductie Werking

Schematische voorstelling glycol-aardwarmtewisselaar

De geothermische glycol–aardwarmtewisselaar is in wezen een leidingnet van glycolleidingen (“k”, in schematische voorstelling), welke op een diepte van 1,2 tot 1,5 meter worden ingegraven. Door middel van een pomp (a) wordt het glycol-watermengsel door het gesloten leidingnet gepompt. Door contact met de aarde wordt warmte opgenomen of afgegeven aan het glycolwater. Het leidingnet bestaat uit twee leidingen welke parallel worden geplaatst en van gelijke lengte. Glycolleidingcircuit van de aardwarmtewisselaar

In de winter zal de geothermische glycol – aardwarmtewisselaar de zeer koude buitenlucht voorverwarmen en aldus bevriezing van het condensaat voorkomen. Bij hoge temperaturen in de zomer zal de buitenlucht afgekoeld worden. Het gevormde condenswater wordt opgevangen in de druippan (p) van de verwarmings- /koelbatterij en vervolgens afgevoerd.

Na de opname of afgifte van warmte stroomt het glycolwater terug naar de verwarmings- / koelbatterij (m). Hier wordt de energie overgedragen aan de lucht, lucht welke wordt aangevoerd door het woningventilatiesysteem.

4


Introductie Werkingstemperaturen

Kogelkranen met ingebouwde thermometer (c), (d) op de aanvoer- en terugvoerleiding tonen de vloeistoftemperatuur. Op manometer (e) kan de werkingsdruk van het glycolleidingnet afgelezen worden. Een veiligheidsklep (f) wordt geopend bij overdruk in het circuit. Een expansietank (h) houdt de druk constant bij wissellende vloeistoftemperaturen. (h) geldt als de temperatuur verandert de druk constant.

Met kogelkraan (b), met ingebouwde terugslagklep, kan de pomp afgesloten worden om bijvoorbeeld onderhoudswerkzaamheden te vergemakkelijken. Via de aansluiting met kogelkraan (g) kan het systeem gevuld worden. de ontluchter (l) kan het Bij daling van de temperatuur onder de Met glycolleidingcircuit ontlucht worden. ingestelde waarde, schakelt de regeling automatische de pomp aan om aldus de lucht Tenslotte de twee aansluitingen met vόόr te verwarmen dit doordat de kogelkranen (i), (j) zijn voor het spoelen en lektest van het leidingsysteem tijdens ventilatielucht via de batterij wordt gevoerd. Voorkom bevriezing van het condenswater onderhoudswerkzaamheden. (winterbedrijf). Voor de verbinding tussen de glycolleidingen Bij overschrijding van de bovenste en de verwarming-/koelbatterij, opgesteld in woning, wordt meestal een instelwaarde wordt de pomp automatisch de muurdoorvoerhuls in de fundering ingewerkt ingeschakeld, om de lucht af te koelen en de glycolleidingen worden aldus een overmatige opwarming van de langsheen doorgevoerd. De afdichting van de leidingen woning te verkomen bij hoge geschied met een meervoudige dichting buitentemperaturen (zomerbedrijf) (schroefdichtingen voor een waterdichte wand De circulatiepomp van het glycolleidingnet doorvoering). wordt door pulsbreedte modulatie Om ervoor te zorgen dat alle aansluitpunten aangestuurd dit in functie van het gevraagde van de glycolleidingen zich binnenshuis bevinden, worden de twee splitsingen van de vermogen. glycolleidingen binnen opgesteld. Een automatische regeling met twee sensoren PT 1000 (n), (o) welke de temperatuur van de buitenlucht vóór en na de batterij (m) van de glycol-aardwarmtewisselaar opneemt.

5


Introductie Overzicht 1.

Glycolleidingen

2.

Wanddoorvoer

3.

Kogelkranen met thermometer

4.

Circulatiepomp

5.

Kogelkraan met terugslagklep

6.

Versterkte leidingen

7.

Ontluchter

8.

Verwarming/koelbatterij

9.

Temperatuurvoeler T1 (zijde buitenlucht)

10. Temperatuurvoeler T2 (zijde ventilatieunit) 11. Condensaatafvoer 12. Regeling 13. Expansievat 14. Flexibele leiding 15. Overdrukventiel 16. Manometer 17. Vulaansluiting 18. Spoel- en aflaataansluitingen 19. Isolatieschaal 20. Deksel

6


Veiligheidsvoorschriften Gevaren

Veiligheidsvoorschriften

Opgelet! Voer alleen de instructies uit welke bestemd zijn voor u. Wanneer onbevoegde werkzaamheden worden uitgevoerd, in het bijzonder aan de elektrische installatie, kan dit levensgevaarlijk zijn en met risico op schade aan het apparaat.

Gebruikte symbolen Dit symbool wordt gebruikt voor uw veiligheid en wijst op een acuut gevaar voor personen of het object. Instructies met dit symbool moet worden nageleefd. Dit symbool is bedoeld ter bescherming van de omgeving en wijst op een acuut gevaar voor de het milieu. Instructies met dit symbool moeten strikt worden nageleefd.

Opgelet! De firma Westaflex aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door het niet naleven van instructie zoals weergegeven in de gebruiksaanwijzing.

Dit pictogram is voor uw informatie en vraagt een zorgvuldig gedrag. Instructies met dit symbool moet worden gevolgd. Dit symbool geeft belangrijke aanvullende informatie.

Dit apparaat is zo ontworpen dat er geen gevaren kunnen optreden wanneer deze gebruiksaanwijzing gevolgd wordt.

of

Opmerking: De handelingen beschreven in de hoofdstukken “montage, inbedrijfstelling en onderhoud “ mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde techniekers tenzij in de handleiding anders wordt vermeld. Alle handelingen moeten volgens de wettelijke voorschriften en volgens de regels van goed vakmanschap worden uitgevoerd. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door niet goed uitgevoerde werken. Opgelet! Alvorens werkzaamheden uit te voeren aan de installatie steeds de spanning onderbreken. Controleer na elke werkzaamheid de functionaliteit van de installatie zorgvuldig.

7


Veiligheidsvoorschriften

Opgelet! Controleer de lekdichtheid van alle koppelingen. Vervang beschadigde delen onmiddellijk. Gebruik voor het glycol-water-mengsel alleen de voorgeschreven propyleenglycol (zie technisch gegevens). Vermijd absoluut beschadiging aan de glycolleidingen, anders is er een risico van milieuschade, risico op verlies van functionaliteit en gezondheidsrisico’s.

Opgelet! Als er aanwijzingen zijn van een technisch defect aan de installatie, onmiddellijk de elektrische voeding uitschakelen. Bij verdachte lekken aan koppelingen (en bvb. een plotse drukdaling in het systeem) sluit de bolkranen van de glycolleidingen en informeer onmiddellijk een bevoegd technicus of het installatiebedrijf. Opgelet! Zorg ervoor dat de noodzakelijk onderhoudswerkzaamheden op gespecificeerde intervallen wordt uitgevoerd. Het apparaat moet altijd operationeel en ingeschakeld blijven, anders is er een risico van ontbrekende of onvoldoende ventilatie in de woning. In de winter, in geval van een storing aan het apparaat, kan de batterij waarop ijsvorming optreedt, de gecontroleerde ventilatie voor de woning verstoren. In de zomer, in geval van een storing, zal de buitenlucht niet afgekoeld worden.

Opgelet! Zorg dat de installatie voldoende is gevuld met glycol, zoniet bestaat het risico op bevriezing met vermogen verlies tot gevolg. Tevens kan er milieuschade optreden bij lekkage van het glycol-water. Opgelet! Gebruik voor het bijvullen nooit de onverdunde glycol. Respecteer steeds de voorgeschreven mengverhouding, zoniet zal er rendementsverlies optreden door de hoge viscositeit van de vloeistof. Opgelet! Gebruik geen gegalvaniseerde metalen leidingen dit voor het risico op corrosie.

Opgelet! Vermijd bij de installatie dat er vuil, aarde of gelijkaardige zaken in de leidingen komen. Anders kan dit leiden tot vermogenverlies en verstopping van het leidingnet.

De voorgeschreven propyleenglycol (zie hoofdstuk specificaties) is schadelijk voor de gezondheid. In overeenstemming met de voorgeschreven mengverhouding is de pekel niet brandbaar.

Opgelet! Bij gevaar op verontreiniging, bijvoorbeeld door de constructie, moet de gehele installatie door middel van passende maatregelen beschermd worden.

8


Montage

Transport

Montage

Levering

Planning

De geleverde onderdelen zijn in detail opgegeven op de onderdelenlijst (pagina 33).

Inplanting Onderzoek de plaatselijke omstandigheden voor de plaatsing van een geothermische glycol aardwarmtewisselaar.

Opslag Het apparaat op een veilige, droge en stofvrije plaats opslaan in afwachting van de installatie.

De oppervlakte boven de glycolleidingen mag niet bebouwd worden of zich in beschermd gebied bevinden.

Terugzending

In het geval van een defect welke ter plaatse Goedkeuring niet kan hersteld worden, kunt u het defecte onderdeel voor reparatie terugzenden naar de Informeer naar wat toegelaten is en pas fabrikant. enkel dit toe. Maak een beschrijving van het onderdeel en het gebrek aan dit onderdeel. Verpak het onderdeel zorgvuldig. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade tijdens het vervoer. Stuur het terug naar de fabrikant:

In Duitsland moet u voor de plaatsing van een glycol aardwarmtewisselaar toelating verkrijgen van de drinkwatermaatschappij. De toelating wordt slechts in uitzonderlijke gevallen geweigerd. Sommige provincies hebben ter vereenvoudiging van de aanvraag voor een vergunning een handige brochure uitgebracht over geothermische energie.

Westaflexwerk GmbH Thaddäusstraße 5 D-33334 Gütersloh Tel.: +49 05241/401-0 Fax.: +49 05241/401-3413 Email: [email protected]

9


Montage Glycolleidingen

De twee kringen van de glycolleidingen kunnen in willekeurige wijze geplaatst worden ( bvb. spiralen, loops, twee afzonderlijke zones of afwisselend de eerste en tweede kring, ringen rond het gebouw).

Informeer u over welke voorschriften er dienen gevolgd te worden bij plaatsing van en glycol-aardwarmtewisselaar. In Duitsland moeten volgende DINnormen gerespecteerd worden: DIN 4708 Waterverwarmingsapparaten en de VDI-richtlijn 4640 Thermisch aanwenden van de ondergrond.

Een deel van de kunststofleidingen voor het glycolwater wordt eveneens gebruikt voor de aanleg naar de woning, de wanddoorvoering en de aansluitingen naar de pompunit. Beide circuits moeten dezelfde lengte behouden. Indien langere aansluitleidingen vereist zijn, moeten deze bij de fabrikant bijbesteld worden.

Informeer u over wat lokaal de beste diepte is voor de absorptie en afgifte van warmte aan de glycol-aardwarmtewisselaar. In Duitsland is een diepte tussen 1,2 en 1,5 meter (maximaal 3 m.) aangewezen voor plaatsing van de glycol-aardwarmtewisselaar. Steeds op vorstvrije diepte, meestal boven het grondwaterpijl en waar de temperatuur tussen de 7°C en 13°C bedraagt. Dit temperatuursgebied is geschikt voor verwarming in de winter en verkoeling in de zomer.

Zorg voor een nauwkeurig verlegplan voor de glycolleidingen en hou rekening met onderstaande afstandsmaten.

De glycolleidingen mogen enkel op een vlakke ondergrond aangelegd worden. Bij toepassing op een helling moeten de leidingen in stijgende lijn naar de pompunit geplaatst worden. Bij een steenachtige ondergrond moeten de glycolleidingen in een zandbed van 20 cm diepte worden geplaatst, dit om beschadiging te voorkomen. Een zandbed zal bijdragen tot een betere energieoverdracht.

Voor de glycolleidingen worden twee gelijke leidingkringen van ongeveer 80 meter geplaatst. De leidingen worden op een diepte van 1,0 tot 1,5 m geplaatst en met een tussenafstand van 0,5 tot 1,0 meter.

10

Bij het opmaken van de planning, zorg ervoor dat reeds de doorvoerbuis, voor een horizontale doorvoer van de glycolleidingen, ingewerkt wordt in de buitenmuur. De doorvoerbuis moet bij de constructie van de woning ingewerkt worden in de buitenmuur.


Montage Aansluitingen binnen de woning

De muur moet voldoende stevig zijn om het gewicht van de batterij en de pompunit te kunnen dragen.

Maak een tekeningen van de installatie met alle onderdelen welke binnen dienen gemonteerd te worden.

Het is aangewezen om de montagetekening bij de gebruiksaanwijzing te bewaren. De verschillende onderdelen moeten geordend worden zoals in hoofdstuk Overzicht afgebeeld.

De opstelling van de verschillende onderdelen in de woning: 1) Vooreerst wordt de verwarming/koelbatterij ingebouwd in de het verselucht toevoerkanaal, het kanaal tussen de buitenlucht en het woningventilatiesysteem. De opstelling van de batterij moet zodanig uitgevoerd worden dat de condensafvoer-aansluiting zich achteraan bevindt en opgesteld onder een helling van 5° zodat het condenswater gemakkelijk kan afgevoerd worden. 2) De lengte van de verstekte slangen, welke met de batterij worden verbonden, zullen de opstelling van de pompunit bepalen. 3) De afstand tussen de pompunit en de wanddoorvoer wordt met de kunststofleiding overbrugt, deze worden met klemkoppelingen aangesloten (zowel aanvoer als terugvoer). De benodigde buis aan de binnenzijde van de woning wordt van ondergrondse glycolleidingen gebruikt.

Neem in de planning op dat voor in de verwarmings-/koelbatterij gevormde condensaat, een slang en koppeling van ½” moet voorzien zijn, dit om het condenswater af te voeren, eventueel uitgebreid met reukafsluiter.

Voor de elektrische voeding dient een stopcontact aanwezig te zijn.

Zorg voor voldoende plaats voor de montage van de onderdelen en onderhoud achteraf aan de pompeenheid en batterij.

Plaats een luchtinlaatzijde /koelbatterij.

Het is noodzakelijk dat de verwarmings/koelbatterij, de luchtkanalen waardoor de buitenlucht wordt aangezogen, evenals de glycolleidingen worden geïsoleerd om condensvorming te voorkomen.

11

voorfilter aan de van de verwarmings-


Montage Grondwerken

Glycolleidingen plaatsen

Maak de ruimte vrij voor het aanleggen van de glycolleidingen. Gebruik hierbij het opgemaakte verlegplan.

Beschadigde glycolleidingen mogen niet hersteld worden, maar moeten worden vervangen.

Ruimte uitgraven

Aan de buitenzijde van het gebouw mogen geen verbindingen worden gemaakt. Het aanleggen van de glycolleidingen moet in één stuk worden uitgevoerd tot binnenin het gebouw waar deze op lengte worden geknipt.

Wanddoorvoer

Schuif het uiteinde van de eerste leidingkring door de meervoudige dichting. Voor het invoeren van de andere leidingen wordt het uiteinde van de tweede kring ingevoerd naast de reeds geplaatst leiding. De twee resterende uiteinden worden gebruikt als terugvoeraansluitingen.

Plaats de wanddoorvoer zorgvuldig in de Meervoudige doorvoerhuls met glycolleidingen buitenmuur. De doorvoerhuls moet horizontaal geplaatst worden. De binnenzijde van de doorvoerhuls moet proper zijn. Bij betonnen muren kan een boring (Ø 125 mm) met gladde wand toegepast worden.

Doorvoerhuls in de buitenwand aanbrengen

Plaats de meervoudige dichting in de doorvoerbuis. De meervoudige dichting mag niet aangespannen zijn bij plaatsing.

12


Montage

Plaats de leidingen volgens het verlegplan in het uitgegraven terrein.

De eerste kring glycolleiding plaatsen

De tweede kring glycolleiding plaatsen

Controleer of de glycolleidingen de muur niet raken. Waar mogelijk, isoleer de leidingen aan de buitenzijde om contact met de muur te vermijden.

Controleer of de buiseinden van de glycolleidingen voldoende ver door de muurdoorvoer doorsteken.

Controleer of de meervoudige afdichting correct is geplaatst.

De buigradius van de leidingen verkleint aanzienlijk bij lage buitentemperaturen. Door het gebruik van “aardnagels” kunnen de leidingen vastgelegd worden wat de installatie vergemakkelijkt.

Plaats de leidingen van de tweede kring op dezelfde manier.

Duw het andere uiteinde van de eerste kring door de meervoudige dichting.

Leidinguiteinden in de meervoudige afdichting

Tweede leidinguiteinde doorvoeren

13


Montage

Aanspannen van de meervoudige afdichting. Draai de moeren van de meervoudige afdichting, herhaaldelijk kruiselings en gelijkmatig aan. De meervoudige afdichting is voldoende aangespannen als de leidingen niet meer bewegen.

Gebruik aardnagels voor een eenvoudige fixatie

Meervoudige afdichting aanspannen

Vervolgens een hoop zand op de leiding plaatsen.

Leiding met hoop zand fixeren

Bevestig de leidingen met “aardnagels”.

Leiding met “aardnagel” bevestigen

De aardnagels kunnen nu terug verwijderd worden.

Aardnagel terugtrekken

In de vakhandel zijn speciale aardnagels met bijhorende bevestigingshaak verkrijgbaar. Deze haken verhinderen het bewegen van de leidingen. Aardnagels met haken kunnen bij de fabrikant Westaflex besteld worden. Bestelnummer 000SOLEH (verpakking 25 stuks).

14

Controleer of de beschadigd werden.

leidingen

nergens

Vul voorzichtig de aarde weer aan. Bij steenachtige grond, bedek de leidingen eerst met zand.


Montage Buisverbindingen uitvoeren

De kunststofleidingen van de twee kringen worden door middel van klemkoppelingen verbonden met de pompeenheid. De nodige koppelingen, bochten zijn meegeleverd in het pakket.

Verwijder de bramen en onzuiverheden. Zorg dat er geen vreemde voorwerpen in de geprefabriceerde leiding achterblijven.

Leidingen ontbramen en schoonmaken

De beide aansluitkoppelingen voor de pompeenheid moeten op gelijke hoogte met de benodigde tussenafstand gemonteerd worden. Leidingen en klemkoppelingen (voorbeeld)

Schroef de beide klemmoeren van de koppeling los.

Klemmoeren losdraaien

Alvorens de leidingen aan te sluiten:

Controleer of de leidingen rein onbeschadigd zijn, vrij van krassen.

en

Zaag of snij het gewenste stuk leiding af.

Leiding afsnijden

Schuif de klemkoppeling over de buis tot tegen de aanslag (breng eventueel een merkteken aan op de buis).

Klemkoppeling over de buis schuiven

15


Montage

Verwarmings-/koelbatterij installeren

Steek de buis in de klemkoppeling tot tegen de aanslag.

Aan de luchtingang van de verwarmings-/koelbatterij dient een voorfilter geplaatst te worden.

Leiding inschuiven

Bedenk bij de montage dat het gewicht van de gevulde verwarmings/koelbatterij ongeveer 15 kg bedraagt. De verwarmings-/koelbatterij wordt luchttechnisch aangesloten op leidingen DN 200.

Draai de beide klemmoeren met de hand vast.

Klemmoeren aandraaien

Bij hoge plafonds: plaats muursteunen op de muur.

Indien nodig, gebruik muursteunen

Bevestig de leidingen in de nabijheid van de twee aansluitkoppelingen door middel van twee klembeugels aan de wand. Gebruik indien nodig meerdere beugels.

Monteer leidingbeugels op muursteunen of direct aan het plafond.

Leidingbeugels gemonteerd

Aansluitingen met klembeugels vastzetten

Glycolleidingen vastdraaien. 16


Montage

Hang de luchtkanalen los in de ophangbeugels.

Luchtkanalen opgehangen

Draai de verwarmings-/koelbatterij onder een hoek van 10 tot 15°, zodat de aansluiting voor het condenswater wat lager is. Schroef nu de ophangbeugels vast.

Verwarmings-/koelbatterij onder helling opgesteld

Bevestig de verwarmings-/koelbatterij aan de luchtkanalen. De luchtkanalen moeten volledig over de aansluitnippels van de batterij worden geschoven.

Verwarmings-/koelbatterij opgehangen

Monteer de kondensaatafvoerslang over de aansluiting en bevestig met een spanbeugel.

Condensaatafvoerslang aansluiten

17


Montage

Plaats de afvoerslang. De slang moet Sluit de versterkte slangen aan op de geplaatst worden onder een helling van verwarmings-/koelbatterij. minimaal 5°. Het uiteinde moet uitmonden in een waterslot van minstens 60 mm Versterkte slangen bovenaan aansluiten hoogte (siphon of lus in afvoerslang). Het waterslot moet om geurhinder te voorkomen, gevuld worden met water.

Condensafvoerslang monteren

Isoleer de verwarmings-/koelbatterij en het luchtkanaal tussen de batterij en de ventilatieunit.

Pompeenheid installeren Plaats de ontluchter op de bovenste aansluiting van de verwarmingsDe pompeenheid wordt indirect door de /koelbatterij. Schroef de dubbele nippel in leidingbeugels bevestigd. het T-stuk. Vervolgens schroef de ontluchter in het T-stuk en tenslotte het T- Verwijder het deksel van de pompeenheid. stuk met de klemkoppeling. Sluit de klemkoppeling aan op de aansluiting van Plaats de pompeenheid over de twee de verwarmings-/koelbatterij. aansluitkoppelingen en schroef deze vast.

Ontluchter monteren

Pompeenheid verbinden met de glycolleidingen

18


Montage

Ondersteun de pompeenheid voorlopig tegen omvallen.

Monteer twee leidingbeugels, voor de versterkte slangen, op de muur.

Expansietank installeren Bevestig op een geschikte plaats de ophangbeugel voor het expansievat. Het expansievat wordt hangend geplaatst.

Schroef de aansluitslang op de rechtse aansluiting van de pompeenheid.

Leidingbeugels voor de versterkte slangen plaatsen

Bevestigingsbeugel monteren

Schroef de twee versterkte slangen vast op de pompeenheid.

Onderste uiteinden versterkte slangen aansluiten

Bevestig het expansievat aan aansluitstuk van de montagebeugel.

Expansievat monteren

Bevestig de twee versterkte slangen in de beide leidingbeugels. De pompeenheid zal nu stevig en veilig bevestigd zijn door middel van de vier leidingbeugels (twee onderaan op de kunststof leidingen en twee bovenaan op de versterkte slangen).

19


het

Montage Glycolleidingen opvullen De glycol moet voldoen aan de voorschriften zoals in de technische gegevens opgegeven. Bij opvullen zal steeds moeten nagevuld worden, zodat de pomp geen lucht aanzuigt.

Vul het reservoir van het pompstation met het glycol-water mengsel. Pomp het glycolwater in de ondergronds geplaatst glycolleidingnet.

Bij omgang met glycol steeds de Glycolleidingen vullen noodzakelijk persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. Vermijd lekken welke het grondwater kan bezoedelen.

Controleer de voordruk in het expansievat, dit moet ongeveer 2 bar bedragen.

Meng het glycolwater. Bij een leidinglengte van 2 x 80 m. (t.t.z. 2 x 75 m. lange collectorkring en 2 x 5 m. leidinglengte tussen de muurdoorgang en de verdelers) is ongeveer 60 liter glycolwater noodzakelijk. Bij de opgegeven mengverhouding van 40% glycolconcentraat en 60% water resulteert dit:

Wanneer geen luchtbellen meer uit de buizen komen, sluit de kogelkraan (5), linkse aansluiting.

Laat nu de druk verhogen. Laat de druk in de glycolleidingen stijgen tot 2,25 bar (dit is 1,5 x de normale werkdruk van 1,5 bar). Controleer nu of de druk constant blijft en niet verlaagd.

- 24 liter glycolconcentraat

en - 36 liter water

Sluit de beide kogelkranen met ingebouwde thermometer (1) en (2).

Sluit een vulstation (pomp met reservoir) (afbeelding 3) door middel van een slang aan op de aansluiting (4), rechts onderaan, van de pompeenheid.

Sluit op de aansluiting (5), links onderaan, een andere slang aan welke wordt verbonden met het reservoir van het pompstation.

Druktest uitvoeren

20


Montage

Open de ontluchter (7).

Pomp langzaam glycolwater in het leidingsysteem totdat geen lucht meer uit de ontluchter ontsnapt.

Sluit de kogelkraan aan de rechter aansluiting (4) en ontkoppel de rechter slang.

Open de linker kogelkraan met ingebouwde thermometer (2).

Open de kogelkraan aan de linker aansluiting (5).

Sluit het vulstation aan op aansluiting (6), aan de rechter zijde van de pompeenheid. Open de kogelkraan aan de aansluiting.

Pomp nu het glycolwater in dit deel van de installatie met de verwarmings/koelbatterij.

Leidingsysteem ontluchten

Verwarmings-/koelbatterij vullen

Zodra enkel glycolwater uit de ontluchter komt, sluit de ontluchter.

Doorgaan met vullen van het leidingsysteem totdat de manometer (8) een druk aanduidt van 1,5 bar.

Leidingsysteem onder druk zetten

Open kortstondig kogelkraan (1) (met ingebouwde thermometer), hierdoor zal de opgestapelde lucht onder deze kraan naar boven stijgen. Sluit deze kraan terug. Pomp vervolgens glycolwater in dit leidingdeel.

Wanneer geen luchtbellen meer uit de buizen komen, sluit de kogelkraan (5), linkse aansluiting, vervolgens neem de slang weg.

Open kogelkraan (1) en ingebouwde thermometer).

(2)

Sluit kogelkraan ter hoogte van aansluiting (6) en verwijder de slang.

(met

21


Montage Regeling plaatsen

Bevestig de kabels van de beide voeler. - Let op de aanduiding van de voelers:

De sturing moet zo gemonteerd - voeler T1: wordt “voor” de batterij worden dat de beide voelers met een geplaatst, aan de zijde van de verselucht afstand van 30 cm voor en achter de toevoer. verwamings-/koelbatterij, in het verseluchtkanaal, moeten geplaatst - voeler T2: wordt “achter” de batterij worden. De aansluitstekker van de geplaatst, aan de zijde van de voorbij de circulatiepomp moet in de regelaar batterij richting ventilatieunit. kunnen geplugd worden. Voor het gebruiksgemak kan de regelaar bij voorkeur op ooghoogte gemonteerd Aanduiding op regelaar worden.

Bepaal de positie van de regelaar op de muur.

Verwijder de houder aan de achterzijde van de regelaar, bevestig de houder stevig aan de muur.

Bevestig de regelaar op de houder.

Regelaar bevestigen

Boor op een afstand van 30 cm voor en achter de verwarmings-/koelbatterij telkens een gat (Ø 6 mm) voor de voelers.

Het boren van de gaten voor de voelers

22


Montage

Plaats de twee voelers in de houders en bevestig door middel van de messing schroeven.

Plaats de netstroomstekker regelaar in het stopcontact.

Controleer of de aansluitstekker van de pomp ingeplugd is in de regelaar.

Controleer of de circulatiepomp draait.

Als het temperatuursverschil niet voldoende is (niet koud of warm genoeg om het apparaat automatisch te starten): schakel dan de testfunctie in op de regelaar, zie hiervoor hoofdstuk onderhoud/regelaar instellen/9.pomptest.

Controleer de instellingen van de parameters op de regelaar, zie hiervoor hoofdstuk onderhoud/regelaar instellen.

Controleer alle wateraansluitingen op lekken.

Controleer na enige tijd of de temperatuurweergave van de aanvoer en anderzijds ook van toevoer zijn gewijzigd.

Stel het apparaat opnieuw in.

Maak een opstartverslag in het bijzijn van de gebruiker.

Voelers gemonteerd

Steek de stekker van de pomp in de aansluiting op de regelaar.

Inbedrijfstelling Apparaat controleren

Controleer of stand snelheidsregelaar op ingesteld.

“2” van de pomp

de is

Snelheidregelaar pomp op stand “2”

van

de

Informatie voor de gebruiker

Informeer de gebruiker over de bediening van het apparaat: - informeer over het hoofdstuk inleiding, in het bijzonder over de werking en de veiligheidsinstructies. - overloop de verschillende werkingsparameters, deze staan weergegeven in hoofdstuk bediening.

23


Bediening

Bediening

Leidingen ontluchten

Opstart

Tweemaal per jaar:

Als de stekker niet in het stopcontact steekt:

Steek de stekker in het stopcontact. – Op de display van de regelaar wordt aangegeven dat de sturing in werking is.

Draai met een schroevendraaier de ontluchter iets open zodat deze glycolwater begint te spuwen. Een sissend geluid wijst op het ontsnappen van lucht.

Ontluchtingsschroef iets opengedraaid (bovenaanzicht)

Stekker in stopcontact

De pomp zal automatisch starten bij zeer lage of zeer hoge buitentemperaturen.

Vuldruk controleren

Foutmeldingen

Tweemaal per jaar:

Opmerking: De regeling kan verschillende foutmeldingen weergeven.

Bij foutmeldingen:

Zodra er enkel glycolwater uit de ontluchter komt, de ontluchter dichtdraaien.

Controleer of de wijzer van de manometer zich in de groene zone bevindt. Bij afwijking contacteer het installatiebedrijf.

Wijzer in de groene zone?

Zorg ervoor dat de oorzaak van de foutmelding onmiddellijk wordt verholpen. Contacteer uw installateur.

24


Bediening Verwarmings-/koelbatterij reinigen

Reinig de lamellen voorzichtig met een spons, een borstel of penseel. Indien er zich vuildeeltjes tussen de lamellen bevinden kunnen deze eventueel verwijderd worden met perslucht op lage druk.

Reinig de condensaatopvangbak met een natte spons en spoel de opvangbak en afvoer door. Controleer de waterafvoer.

Opgelet! De in dit hoofdstuk omschreven werkzaamheden mogen enkel door een ervoor opgeleide technieker uitgevoerd worden.

Vermeid bij werkzaamheden elke beschadiging aan leidingen en batterijlamellen. Het risico is een verminderde warmteoverdracht of - opname evenals het gevaar op lekken.

Hersluit het deksel. Steek de stekker van de regelaar terug in het stopcontact.

Opmerking: De verwarmings-/koelbatterij moet jaarlijks gereinigd worden. Zoniet Uitschakelen bestaat het risico op een verminderde Opmerking: toevoer van de buitenlucht en aldus Opgelet, bij buitentemperaturen lager een gebrekkige verluchting van de dan -5°C kan de warmtewisselaar van woning. de ventilatieunit invriezen, indien het systeem wordt uitgeschakeld. Eénmaal per jaar:

Haal de stekker van de regelaar uit het Bestemd voor de servicetechnieker in geval van storing: stopcontact.

Verwijder de bevestigingsschroeven voor het deksel op de verwarmings/koelbatterij.

Haal de stekker van de regelaar uit het stopcontact.

Stekker uit het stopcontact trekken

Batterij openen en reinigen

25


Onderhoud

Onderhoud

Controleren van het systeem

Opgelet! De in dit hoofdstuk omschreven Eénmaal per jaar: werkzaamheden mogen enkel door het installatiebedrijf uitgevoerd worden, Start de pomp. Handmatig inschakelen door wijziging parameter testfunctie op de voor zover anders vermeld. regelaar, zie hiervoor hoofdstuk “regelaar instellen / 9. pomptest”. Onderhoudswerkzaamheden

Let op abnormale geluiden van de pomp.

Vergewist u ervan dat na enig verloop van tijd, een temperatuursverschil optreedt op de thermometers van de twee bolkranen. Een temperatuursverschil zal enkel waargenomen worden als de bodemtemperatuur afwijkt van de buitenluchttemperatuur.

Controleer alle aansluitingen en pomp op sporen van lekkage.

Ontlucht de leidingen.

Controleer de druk op het systeem.

Verwijder het deksel van de verwarmings/koelbatterij, vergewis u ervan of de lamellen en condensopvang proper zijn. Plaats het deksel terug.

Overzicht van onderhoudswerkzaamheden: Interval

Onderhoud

Uitvoerder

halfjaarlijks

leidingen ontluchten

gebruiker

halfjaarlijks

druk controleren

gebruiker

jaarlijks

verwarmings-/ koelbatterij reinigen

gebruiker

jaarlijks

werking controleren

installateur

(na foutmelding)

reset foutmelding

installateur

Opmerking: Alle onderhoudswerkzaamheden, de gebruiker kan uitvoeren leidingen ontluchten, controleren de druk, verwarmings-/koelbatterij) in hoofdstuk “werking” beschreven.

die (de van zijn

26

Controleer de instelling op de regelaar, zie volgend hoofdstuk.


Onderhoud

Regelaar instellen

Hoofdmenu

Ter verduidelijking

Door op de plus-toets of de min-toets te drukken kan men door het hoofdmenu bladeren. Met de bevestiging-toets wordt vervolgens het gewenste submenu weergegeven. Volgende submenu’s zijn beschikbaar:

Toetsen en display op de regelaar

1.

Weergave van de temperatuur voor de verwarmings-/koelbatterij. T1 buiten xx.x °C

2.

Schakelpunt voor zomerbedrijf zomerbedrijf xx °C (fabrieksinstelling 22 °C)

3.

Schakelpunt voor winterbedrijf winterbedrijf xx °C (fabrieksinstelling -7 °C)

4.

Uurinstelling Uur 16:23

5.

Datuminstelling Datum 18.09.07

- Min - toets

6.

Pin-code (1234), bij ingave zal het hoofdmenu uitgebreid worden met volgende servicefuncties:

- Plus – toets

7.

Vorstgrenzen vorstgrens xx °C (fabrieksinstelling -7 °C)

8.

Werkingslijnstijlheid (XP-factor) XP faktor xx K (fabrieksinstelling 13 K)

9.

Temperatuurcalibratie

De regelaar wordt door vier toetsen bediend: - Aan / uit – toets

- Bevestiging - toets

Door de aan / uit toets in te drukken wordt de regelaar ingeschakled. Op het display verschijnt eerst gedurende 5 seconden, de benaming van het systeem en het versienummer van de software:

10. Pomptest 11. Bedrijfsurenteller

Sole- EWT V01.01

12. Foutmeldingen

Vervolgens schakelt het systeem over naar standaardweergave van tijd en datum: 16:23 18.09.07 Bij een stroomuitval blijven tijd en datum ingesteld. 27


Onderhoud Submenu’s

Tot 5. Instellen van de datum De datum wordt op dezelfde wijze als het uur ingesteld.

Tot 2. Schakelpunt voor zomerbedrijf

Wanneer in het hoofdmenu, bij het bekijken van zomerbedrijf xx °C, de bevestiging- Tot 6. Pin-code toets wordt ingedrukt, knippert deze Het toestel werkt met een vaste PIN-code parameter. Met de plus-toets en de min(1234). Indien in het hoofdmenu, bij de toets kan deze parameter tussen de weergave “Pin-code”, tweemaal op de grenzen van 18°C tot 30°C ingesteld bevestiging-toets wordt gerukt, kan men worden (fabrieksinstelling 22°C). Met de met de plus-toets en de min-toets het bevestiging-toets wordt de ingestelde eerste cijfer ingegeven worden. Na het waarde ingevoerd en keert men terug naar indrukken van de bevestiging-toets kunnen het hoofdmenu. de andere cijfers worden ingevoerd. Als de juiste Pin-code werd ingevoerd, verschijnt Tot 3. Schakelpunt voor winterbedrijf op het display de “vorstgrens” (“Frostgenze”). Wordt de Pin-code foutief Wanneer in het hoofdmenu, bij het bekijken ingegeven dan keert men terug naar het van winterbedrijf xx °C, de bevestiging-toets hoofdmenu. wordt ingedrukt, knippert deze parameter. Met de plus-toets en de min-toets kan deze parameter tussen de grenzen van -10°C tot Tot 7. Vorstgrens 0°C ingesteld worden (fabrieksinstelling Wanneer de temperatuur achter de -7°C). Met de bevestiging-toets wordt de verwarmings-/koelbatterij daalt onder de ingestelde waarde ingevoerd en keert men ingestelde vorstgrens (fabrieksinstelling terug naar het hoofdmenu. 7°C), wordt de pomp onmiddellijk en op volle snelheid ingeschakeld. De vorstgrens Tot 4. Instellen van het uur is instelbaar tussen 0°C en -10°C. Wanneer in het hoofdmenu, bij het bekijken van het uurinstelling 16:23 (voorbeeld), de bevestiging-toets wordt ingedrukt, knippert de uuristelling. Met de plus-toets en de mintoets kan de uurinstelling uitgevoerd worden. Met de bevestiging-toets wordt het ingestelde uur ingevoerd en de minuteninstelling knippert. Met de plus-toets en de min-toets kan de minuutinstelling uitgevoerd. Wordt de bevestiging-toets ingedrukt, de ingestelde waarde wordt opgeslagen en men keert terug naar het hoofdmenu.

28


Onderhoud Tot 10. Pompentest

Tot 8. Werkingslijnstijlheid (XP-factor) Met de XP-factor wordt de slijlheid van werkingslijn geconfigureerd. Bij een hoge waarde wordt de vermogenwerkingslijn vlakker. De XP-factor kan tussen 10 K en 15 K ingesteld worden.

Op het display wordt pompentest? Weergegeven. Door op de bevestigingtoets te drukken, start de pomp voor een vaste periode van 30 seconden. Op het display verschijnt “Pumpentest aktiv” totdat de test is beëindigd.

De vermogens voor winter en zomer worden volgens volgende formules Tot 11. Bedrijfsurenteller berekend: De bedrijfsuren zijn onderverdeeld in Winter: zomer- en winterbedrijfsuren. Na het Y1=(100%/XP)x(winterbedrijf – T buiten) indrukken van de bevestiging-toets kan Y2=(100%/16K)x(winterbedrijf– T na batterij) door middel van de plus- en min-toets Vermogen=Y1+Y2 gewisseld worden. Begrenzingen: T buiten > winterbedrijf → pomp = 0% Tot 12. Foutmeldingen vermogen < 30% → vermogen > 100% → T na batterij < vorstgrens →

pomp = 30% pomp = 100% pomp = 100%

Op de display verschijnt: “Meldungen”. Na het indrukken van de bevestiging-toets worden de opgeslagen foutmeldingen weergegeven. Vervolgens verschijnt: “Meldungen clear?”. Door op de bevestiging-toets te drukken worden de foutmeldingen verwijderd.

Zomer: Y1=(100%/XP)x(T buiten - zomerbedrijf) Y2=(100%/16K)x(T na batterij - zomerbedrijf) Vermogen=Y1+Y2 Begrenzingen: T buiten < zomerbedrijf vermogen < 30% vermogen > 100% T na batterij < 19°C

→ → → →

pomp = 0% pomp = 30% pomp = 100% pomp = 0%

Alarmmeldingen weergegeven:

worden

als

Mx F= yy zz.zz weergave, betekend:

Tot 9. Temperatuurcalibratie Op het display verschijnt “Temperaturabgleich?” (“temperaturen gelijkzetten?”) Door op de bevestiging-toets te drukken worden de beide temperatuurvoelers op dezelfde waarde gekalibreerd. Voorwaarde voor de temperatuurscorrectie is dat de twee temperatuursensoren op een gelijk temperatuursregime zijn. Daarom moet de pomp voor een langere periode worden uitgeschakeld. Bij de temperatuurscorrectie wordt de gemiddelde waarde van de twee voelers ingevoerd.

29

Mx

foutmelding, aantal x (x van 1 tot 4)

F=yy

foutcode

zz.zz

datum


volgt

Onderhoud Foutmeldingen op de display fnum= 50 (foutcode 50) Tempdiff. < 0,5 K – geen verwarming Circulatiepomp is geactiveerd – na 10 minuten geen verhoging van de temperatuur (alleen in winterbedrijf, wanneer de temperatuur na de batterij onder de vorstgrens daalt). Resetten van het alarm door een willekeurige toets in te drukken. fnum= 20 (foutcode 20) fout OFFSET – fout in het meetsysteem Er werd een referentieweerstand van 1000 Ohm gemeten. Deze fout wordt weergegeven, indien het regelsysteem de waarde niet nauwkeurig kan meten. fnum= 30 (foutcode 30) fout T1 offen – temperatuurvoeler T1 onderbroken fnum= 31 (foutcode 31) fout T2 offen – temperatuurvoeler T2 onderbroken fnum= 10 (foutcode 10) fout T1 kurzs. – temperatuurvoeler T1 in kortsluiting fnum= 11 (foutcode 11) fout T2 kurzs. – temperatuurvoeler T2 in kortsluiting fnum= xx (foutcode xx) p-error sys xx – systeemfout xx= 67 – geen toegang tot schrijven ICEeprom xx: 66 – geen toegang tot lezen ICEeprom xx 64 – Timeout AD-converter

30


Onderhoud

Problemen opsporen Vaststelling Pomp werkt niet

Oorzaak Netstekker of pompstekker niet ingeplugd Buitentemperatuur niet hoog of laag genoeg Inschakeltemperaturen foutief ingesteld Temperatuursvoelers niet gesynchroniseerd Pomp defect Geen glycol/waterstroming Afsluitkraan boven de pomp bij ingeschakelde pomp gesloten Afsluitkraan onder de pomp gesloten Lucht in het leidingsysteem Te weinig druk in het leidingsysteem Leidingen verstopt Pomp defect Geen of weinig Verwarmings-/koelbatterij warmteafgifte of vervuild warmteopname door Luchtbel blokkeert één van systeem de grondleidingen Overdrukventiel opent Druk te hoog Overdrukventiel defect Temperatuursverschil tussen Buitentemperatuur nog niet aanvoer en terugvoer is hoog of laag genoeg gering Doorstroomsnelheid te hoog Geurprobleem afkomstig van Geen waterbarrière in de verwarmings-/koelbatterij sifon of in de lus van de afvoerslang Verwarmings-/koelbatterij verontreinigd Er komt water door de Meervoudige dichting in meervoudige dichting wanddoorvoer onvoldoende aangespannen

31

Actie Stekker insteken (geen actie mogelijk) Inschakeltemperaturen instellen Voelers afstellen Pomp controleren Afsluitkraan openen Afsluitkraan openen Leidingsysteem ontluchten Druk instellen Leidingen spoelen Pomp controleren Verwarmings-/koelbatterij reinigen Leidingsysteem ontluchten Druk aanpassen Overdrukventiel controleren (geen actie mogelijk) Pompvermogen aanpassen Water bijvullen Verwarmings-/koelbatterij reinigen Meervoudige dichting aanspannen


Onderhoud Herstellingen

Opgelet! Voor het vervangen van onderdelen dient de netstekker van de regelaar uit het stopcontact getrokken te worden.

Draai de schroeven onder- en bovenaan de pomp los en verwijder de pomp.

Kogelkranen sluiten en schroeven lossen

Opmerking: Na het vervangen van onderdelen dient de goede werking ervan gecontroleerd te worden, zie hiervoor hoofdstuk “installatie controleren”. Regelaar uitbouwen

De behuizing van de regelaar opzij schuiven en vervolgens naar voor trekken.

Monteer de nieuwe pomp vervolgens in omgekeerde werkwijze.

Vervang de regelaar met inbegrip van de voelers en kabels.

Circulatiepomp uitbouwen

Verwijder de stekker van de pompkabel uit de regelaar.

Verwijder het deksel.

Ontlucht het bovendeel van de leidingen en pas de vuldruk aan.

Zorg ervoor dat het opgevangen glycolwater het milieu niet vervuild.

Wisselstukken Voor het onderhoud en herstellingen aan de installatie mogen enkel originele wisselstukken aangewend worden.

Stekker uittrekken en deksel verwijderen

De benodigde onderdelen kunnen bezorgd worden door: Westaflexwerk Gmbh Thaddäusstraβe 5 D-33334 Gütersloh Tel +49 05241/401-0 Fax +49 05241/401-3413 Email [email protected]

Plaatsen en opvangbak onder de pomp voor opvang van het glycolwater.

Sluit de kogelkranen boven en onder de pomp.

De artikelnummers werden vermeld op de onderdelenlijst zoals weergegeven op volgende bladzijde.

32


Onderhoud Onderdelenlijst Aantal

Artikelnummer

Omschrijving

2 2 8 2 2 1 1

00SOL001 00SOL002 00SOL003 00SOL004 00SOL005 00SOL006 00SOL007

1 1 1 1 1 1 2 2 2 1 1 1 1

00SOL008 00SOL009 00SOL010 00SOL011 00SOL012 00SOL013 00SOL014 00SOL015 00SOL016 00SOL017 00SOL018 20KA 00SOL019

Kunststof Y-verval ¾” AG x (2 ) 25 mm Kunststof schroefkoppeling ¾” AG x 25 mm Kunststof bocht ¾” 25 x 25 mm Kunststof schroefkoppeling 3/4“ IG x 25 mm Collectorbuis PE100 25x2,3 mm, 80 m Verwarmings-/koelbatterij Pompeenheid met circulator Grundfos UPS 15/60, expansievat 18 l, flexibele slang, wandhouder, snelkoppelingen, pluggen en schroeven Glycol, verpakking 30 L Meervoudige afdichting U125-(4) 25 mm Muurdoorvoerbuis DN125 PVC lengte 400 mm Ontluchtingsventiel ½” T-stuk messing 3/4”x1/2”x3/4” Zeskant dubbelnippel messing 3/4“ Knelkoppeling messing 22 x 3/4“ AG Gepantserde slang 3/4 " AG x 3/4" ÜW Pakking (dichting) ¾” Sturing/regeling met sensor/voeler Dichtingsdraad Loctite 55, lengte 50 m Kondensaatafvoerslang Aansluitingstekker voor pompeenheid (stekker werd in de fabriek reeds aan de pompkabel gemonteerd) Gebruiksaanwijzing

1

AG = buitendraad IG = binnendraad ÜW = wartelaansluiting

33


Technische gegevens Technische gegevens Koel-/verwarmingsbatterij (warmtewisselaar)

Glycolleidingen

Lengte/Breedte/Hoogte …..380 x 398 x 328 mm

Lengte …………………………………...2 x 80 m.

Aansluitingen luchtzijdig ………………..200 mm

Diameter …………………...………..25 x 2,3 mm

Afdichting……………………….rubberdichtingen

Type………………………………….…….PE 100

Luchtdebiet…………………...………….300 m³/h

Aansluitkoppelingen…………..………..PolyRAC

Drukverlies winter/zomer………..…....10 / 14 Pa

Meervoudige afdichting……….……...Ø 125 mm

Inbouwwijze…………..…..…....enkel horizontaal

Wanddoorvoerbuis……0,4m x Ø125 mm inwendig

Aansluiting glycolwater……………….……DN 20

Glycolvloeistof

Aansluiting condensaatafvoer………………R ½” Vloeistof …………………water – glycol mengsel

Gewicht…………….………………...………15 kg

Waterkwaliteit ………….…………...…drinkwater Pompeenheid

Hardheid water…………………..……0° tot 25°H

Gewicht*..………….……………….......circa 7 kg

Chloorgehalte………..…..minder dan 100 mg/kg

Type pomp…………………Grundfos UPS 15-60

Glycolconcentraat……….….…….…Antifrogen L

Pompaansluitingen……………3/4” Binnendraad

Mengverhouding*………………………...…40/60

Vermogenregeling……..…pulsbreedtemodulatie

Totale vulling**……………….……..circa 60 Liter

Voedingsspanning……………. 230V AC / 50 Hz

waarvan glycolconcentraat**…….. circa 24 Liter

Aansluiting……….…over automatische regeling

Temperatuurbereik……………...……..tot – 40°C

Opgenomen vermogen…………….…max. 60 W

Regeling / sturing

Opgenomen stroom…………...….…max. 0,27 A Aansluitingen voor vulling…………......….DN 20

Voedingsspanning……………. 230V AC / 50 Hz

Aansluitingen slangen…………......….3/4” Bi/Bu

Temperatuurvoelers ………….…..…….PT 1000

* zonder slangen en hulstukken

* verhouding glycolconcentraat / water ** bij 2 x 80 meter, totale lengte

34


Algemeen Algemeen

Garantie

Buitendienst stellen / verwijdering

De garantieperiode voor het apparaat bedraagt 24 maanden, uitgezonderd de elektrische onderdelen waarop een garantieperiode van 6 maanden van toepassing is. De garantie dekt de materiaalfouten en de vervanging ervan. Volgende uitzonderingen zijn van toepassing:

Het verwijderen van de installatie dient in overeenstemming met de nationale wettelijke bepalingen te gebeuren. Gegevens van plaatselijk erkende afvalverwerkingsbedrijven kunnen bekomen worden bij de administratieve dienst van de stad of gemeente.

Voer het verpakkingsmateriaal, isolatiemateriaal en kunststofonderdelen af naar het containerpark voor recyclage.

Voer het glycolwater mengsel af voor recyclage, bij vervuiling af te voeren naar een verbrandingsoven voor chemisch afval.

Voer de metalen delen af naar een erkend schroothandelaar.

Gescheiden afvoer van elektrische en elektronische onderdelen.

•

Onderdelen welke aan normale slijtage onderhevig zijn.

•

Schade veroorzaakt als gevolg van overmatige belasting, verkeerde behandeling, gewelddadige beschadiging, wijzigingen aan het systeem, ongepaste of gebrekkige herstellingen of verkeerd gemaakte verbindingen.

In het geval van een garantiefout, neem dan contact op met uw installateur of de fabrikant. Veranderingen als gevolg van technische verbeteringen en ontwerpwijzigingen voorbehouden.

CE-conformiteitsverklaring Dit product voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG over elektromagnetische compatibiliteit (EMC-richtlijn) en EG-richtlijn 73/23/EEG (Laagspanningsrichtlijn). Het grycolwaterconcentraat bevat geen stoffen welke beschreven in de EG-richtlijn 2002/95/EG RoHS (Restriction of Hazardous Substances), onder artikel 4§1 opgesomd en welke beperkt in gebruik zijn.

Bijlage

35

•

Document met goedkeuring voor toepassing van de glycolaardwarmtewisselaar op het grondgebied Duitsland, eigendom van de firma Westaflex.

•

Documentatie circulatiepomp, fabricaat Grundfos.


36


GLYCOL - AARDWARMTEWISSELAAR type: SOLE EWT

Recommend Documents