Gk145; Marcus 16:9-20 (17-20); Gk121:3,8,9; LB32:1,4,5; Ps.111:2,6; Ps.96:1,2
Je zult nog eens wat zien als je gaat geloven! 1. Stel dat ik een beker gif bij me zou hebben: welke vrijwilliger wil wel even naar voren komen om die leeg te drinken? We voelen ons verlegen met die slotwoorden uit Marcus 16. Waar staan ze voor? 2. We lezen hier verwijtende woorden van onze Heer: waarom is er bij hen zo’n halsstarrig ongeloof als er zo duidelijk gesproken is over opstanding? Vervolgens stuurt Hij ze de wereld in: ze zullen nog eens wat te zien krijgen als dat gebeurt! Op basis van wat zij gehoord en gezien hebben en doorgeven is er voor mensen redding of oordeel. En wat valt er veel moois te zien en te horen in Handelingen, bij ons op 10 mei, met Pinksteren en bij een begrafenis! 3. En bij dat heengaan en verkondigen zullen regelmatig bijzondere wonderen te zien zijn. Let op: die volgen op de verkondiging. Om (pas)gelovigen te bemoedigen. We zien wonderlijke genezingen in Handelingen. Later is het nog vaak gebeurd maar omdat wij niet zoveel hebben met heiligenverering zijn die verhalen ons niet zo bekend. Het gebeurt niet altijd en overal maar vooral als de opdracht om de wereld in te gaan met het Evangelie wordt uitgevoerd. 4. Waarom willen we zo graag wonderen meemaken? Het was toch een téken van iets dat meer is? Let op wat Thomas te horen kreeg! Het volk van God heeft eeuwen lang de wonderlijke uittocht uit Egypte herdacht, terwijl er na de uittocht lange tijd niet zoveel bijzonders gebeurde. Ook wij mogen terugkijken naar wat er gebeurde en ons daarover verheugen. De reddende kracht van het Evangelie hebben wij gehoord en hier is een gemeente. Kijk om je heen: er is veel te zien! Gesprekspunt, kindfragment, citaten, bijbelrooster 1. Probeer jezelf en elkaar eens te vertellen, op basis van Mat.28,16-20 (vorige week) en Mar.16,17-20 wat je vandaag wel en niet mag verwachten van Hem. 2. voor de kinderen: a . s je om je h . . n k . . kt, zie je h . . l v . . l wonderen. Vr . . g th . . s m . . r eens hoe dat zit. Fijne vakantie! G . . . . . . s! 3. Kun je op basis van deze preek een genezingsdienst afkeuren? Of moet je dan ook andere aspecten mee laten wegen? 3. ‘Wij kunnen niet zeggen dat de Here vandaag niet bij machte zou zijn om nieuwe tekenen toe te voegen, maar wij kunnen de belofte van Marcus 16,17-18 niet zonder meer tot een algemeen geldige voor alle tijden maken. In ieder geval gaat het niet aan om een belofte voor tekenen bij de aankomst van het evangelie te maken tot kenmerken voor latere christenen in een gevestigde kerk. Hoogstens zou men kunnen verwachten dat nakomende tekenen zich zullen kunnen voordoen in een zendings-situatie’
4. ‘Laten wij als christenen in de 21ste eeuw er maar voor oppassen dat de tekenen en wonderen uit het verleden hun glans voor ons gaan verliezen omdat we alleen de triomf van Jezus voortdurend willen ervaren, maar zijn evangelie over het lijden aan ons laten voorbijgaan. Jezus heeft vroeg genoeg gezegd dat gelovigen, ondanks wonderen en tekenen, op aarde nog niet de glorietijd binnengaan. Zij zullen nog te maken krijgen met verdrukking en lijden en dood. De dienstknecht is niet meer dan zijn Meester. Zij hebben Mij gedood, ze zullen ook u vervolgen!’
5. Bijbelrooster: zondag eerste uitzending: Mar.6:6-13; maandag Hand.2:22-43; dinsdag Hand.3:1-10 +4:16-22; woensdag Hand.6:8-15 (8); donderdag Hand.8:4-25 (deze macht is uit geloof en niet te koop!); vrijdag Hand.9:32-43; zaterdag Hand.19:1-20 (11-12). Liefhebbers: opstanding is voorzegd: Mar.8:31-32 + 9:31 + 10:34 + 14:26-28; Hand.7 + 10 plagen (Ex.3vv.). Over de wonderen: Rom.5:18-19 + 1Thess.1:5 + 2Thess.2:1-12 (9 imitatie!) + Hebr.2:1-4.
Ds.G.J.Klapwijk, Zwolle-Berkum, 3 mei 2015 Gk145; Marcus 16:9-20 (17-20); Gk121:3,8,9; LB32:1,4,5; Ps.111:2,6; Ps.96:1,2
Je zult nog eens wat zien als je gaat geloven! Blok 1. (kindmoment als begin. Ik heb een natte spons op een bordje in mijn hand) Wie van de kinderen heeft wel eens een slang gezien? Na (waarschijnlijk) een aantal vingers: en wie heeft er eentje gezien die niet achter glas zat in de dierentuin maar ergens in het echt? Uiteindelijk praat je wat heen en weer met als conclusie: giftige slangen zijn gevaarlijk. Als je slangengif wilt verzamelen moet je steeds zo’n gifslang laten bijten in bijv. een spons zodat je het gif kunt verzamelen. Als je een hele boel bij elkaar hebt kun je de spons uitknijpen en dan heb je een glas vol.(glas ‘preekstoelwater’ laten zien….). Nou, en dan heb je een vrijwilliger nodig die dit glas dan wel even leeg wil komen drinken. (in ons geval stak een jongen uit groep 6 zijn vinger op en kwam zich spontaan melden en zei na een slok ‘lekker water’ ;-)) Als het echt gif zou zijn, zou je dat toch liever niet willen. Maar toch staat er in Marcus 16: als de discipelen de wereld ingaan zullen ze geen last hebben van gif… ‘Met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken al dat hun niet deren. Zieken zullen weer gezond worden en demonen worden uitgedreven’…. Twee reacties die regelmatig voorkomen nav deze woorden. Mensen die in de Heer zijn zeggen dat het aan ongeloof en kleingeloof ligt als het niet gebeurt. Een collega van mij schreef vorige week in de krant dat er dan te weinig vertrouwen is op de heilige Geest en juist teveel aandacht voor het verstand. Dat zijn ernstige woorden! Anderen zeggen dat dit alleen maar gold voor de begintijd en nu niet meer. Mooie bijbelwoorden, prachtige beloften in het slot van het Marcus-Evangelie die vervolgens tot tweespalt leiden. Hoe moeten we dat zien? Wat betekenen deze woorden? We gaan er eens goed naar kijken en goed naar luisteren! Ik heb de kinderen gevraagd of ze willen proberen te luisteren en achteraf de vraag kunnen beantwoorden wat je zou kunnen zeggen als iemand je voorstelt een glas met gif leeg te drinken, en dat ze dat wel aan hun ouders mochten vragen, als het lastig was ;-). (Na de preek navraag gedaan. Kinderen reageerden niet. Volwassenen: ‘je mag God niet verzoeken’; ‘de Here Jezus liet zich ook niet van het dak van de tempel vallen toen de duivel dat aan Hem vroeg’; ‘je mag het niet ‘zomaar’ doen. Als het erop aan komt en je gedwongen wordt ivm je geloof doe je zoiets en wacht je af wat er dan gebeurt’)
Blok 2. We lazen vorige week samen het slot van het Matteus-evangelie en vanmorgen het slot van het Marcus-evangelie. En hier horen we vrij duidelijk dat de Here Jezus aan de discipelen hun ongeloof verwijt. Halsstarrigheid wordt hen verweten. Koppigheid. Het kan niet waar zijn. Opstaan uit de dood en ons voorgaan naar Galilea: kan nooit…. Laten we er niet al teveel begrip voor hebben want onze Heiland ging ons daarin voor. Het is jullie meer dan eens duidelijk gezegd. Ik zal lijden en sterven en opstaan en jullie voorgaan naar Galilea. En dat wordt juist hetgene waar mensen in de komende eeuwen het van moeten hebben. Van woorden die ze horen. En dat zal een heel bijzonder verhaal zijn. Over een God die zijn macht aflegt en sterft aan een kruis. Over een Heer die de discipelen de voeten wast. Over een redder die sterft aan een kruis en dat je dan zelf het eeuwige leven ontvangt als je in Hem en in zijn werk gelooft. Nou, daarmee stuurt de Heer hen, na zijn verwijt, erop uit. Hij heeft toch vertrouwen erin dat het zo goed komt met hen en hun boodschap. Omdat Hij erover waakt! En de machtige Heer legt de sleutels van het koninkrijk van de hemel in de handen van zijn discipelen. Ga het goede nieuws bekend maken over heel de wereld. En Ik zal me houden aan hoe zij reageren op jullie boodschap. Als ze luisteren, worden ze gered. Als ze niet luisteren, worden ze niet gered. Wat een verantwoordelijkheid voor de kerk. En wat valt er dan veel moois te zien! Als je Handelingen gaat lezen. Een prachtig bijbelboek. Het begon met een klein groepje, waarvan sommigen nog twijfelden en zo ontstaat een wereldkerk, omdat er geluisterd wordt naar de verkondiging. Is het geen groot wonder? En heb je bij de afkondigingen vanmorgen ook niet beseft hoe groot het wonder is dat je gehoord hebt? Dat Anne Soldaat belijdenis van zijn geloof gaat doen! Dat 7 jongeren 2 weken later belijdenis van hun geloof gaan doen. Dat zr.Kooijker gelooft heeft dat zij in leven en sterven het eigendom is van de Here Jezus Christus! Groot nieuws. Woorden van eeuwig leven zijn gehoord en geloofd. En kijk eens om je heen vanmorgen. Je zult nog eens wat zien als je gaat geloven! Blok 3. Nu hoop ik niet dat je alleen nog maar hebt zitten wachten tot het eindelijk eens zou gaan over die gifbeker.
Op zich is dat begrijpelijk want zo ben ik gestart maar vergeet niet dat er al iets heel belangrijks gezegd is in deze preek. Namelijk dat er heel wat te zien valt in deze wereld van het Koninkrijk van God. Hoe bijzonder dat het Evangelie deze wereld doorgaat en dat er altijd maar weer opnieuw mensen zijn die dit vreemde verhaal geloven en ernaar gaan leven! Maar nu gaan we toch eens kijken naar die bijzondere wonderen waarover in Marcus 16 geschreven wordt. En inderdaad, als je gaat kijken, dan valt er heel wat te zien. Niet altijd, niet overal, niet door iedereen, niet op commando, niet in een bijzondere dienst…. Zo kom ik nergens in Handelingen het verhaal tegen dat iemand een gifbeker leegdrinkt, maar toch… Ik lees in Hand.2 over een heel bijzondere taal die gesproken wordt. In Hand.3 wordt een verlamde man genezen door Petrus en Johannes. In Hand.6 lees ik dat Stefanus grote wonderen en tekenen deed onder het volk. In Hand.8 verricht Filippus grote wonderen. In Hand.9 lees ik dat Petrus Tabitha/Lydia opwekt uit de dood. In Hand.14 wordt Paulus gestenigd en staat hij weer op. In Hand. 19 lezen we dat zelfs de werkkleren van Paulus naar zieken werden gebracht omdat ze zo verlangen naar genezing. In Hand.28 lezen we dat Paulus gebeten wordt door een slang en niet sterft. Om maar wat voorbeelden te noemen….. En zo gaat het Evangelie in die tijd de wereld door. De wereld die zo gedomineerd wordt door Rome, waar Paulus uiteindelijk terecht komt. En in de geschiedenis daarna hebben nog vaak genoeg zulke bijzondere gebeurtenissen plaats gevonden. Wij weten daar zelf niet altijd zoveel van omdat het niet in onze traditie zit om zulke verhalen levend te houden. Bij elke zaligverklaring in de RKK is het nodig dat er een wonder vermeld kan worden. Verhalen over mensen die bijzondere wonderen hebben gedaan liggen ons niet zo. Er liggen namelijk grote risico’s op de loer. Dat je mensen gaat vereren ipv God dus daarom is er in onze reformatorische traditie wat minder ervaring mee. Maar ook in onze traditie zijn er bijzondere verhalen bekend. Je moet de zendelingen maar eens horen over de eerste periode dat het evangelie gebracht werd in Indonesie. Ach, en je moet je oor maar eens goed te luisteren leggen. Er gebeuren wel degelijk bijzondere wonderen maar je kunt ze niet ‘tevoorschijn roepen’. Maar het is er wel degelijk geweest. Er wordt niet altijd op gepocht. Het komt niet op televisie maar wat zijn er bijzondere dingen gebeurd in al die eeuwen dat het Evangelie in de wereld rondging als een lopend vuurtje! Machtige wonderen die het gebrachte woord ondersteunden en ondersteunen. Om duidelijk te maken dat we een machtige God hebben. En als mensen tot geloof komen, dan is dat ook een zeer groot wonder. Dode harten worden levend: wat hebben we een machtige God.
Wat hebben we een machtig woord. Wat is er veel te zien, als je het wilt zien! Niet altijd, niet overal, niet door iedereen, niet op commando….. En daarbij niet gekoppeld aan het geloof van iemand persoonlijk maar als het Evangelie wordt gebracht. Zoals hier in Mar.16 ook wordt duidelijk gemaakt: ga de wereld in met het Evangelie. En als TEKENEN zullen volgen. VOLGEN! We moeten ons dus niet focussen op de wonderen maar op de verkondiging. En als God het wil zal op zijn tijd en op zijn manier dat gevolgd worden door tekenen. Zeker daar waar de satan een groot cordon legt als het Evangelie verkondigd wordt. Om te ondersteunen, om mensen die net te geloof gekomen zijn te bemoedigen dat het echt waar is. Mensen die zeer ingrijpende veranderingen meemaken. Soms ook grote problemen in de familie. Blok 4. Kortom: het woord uit Mar.16 is een waar woord. Maar die wonderen zijn tekenen. Ze betekenen iets anders. Ze staan ergens voor. En dat betekent dat ze passen bij het woord. Volgen zelfs. Dus niet iets om je op te focussen maar om ze dankbaar te ervaren als ze plaatsvinden. Daar en dan wanneer God het wil! In het N.T. krijgen wonderen juist zo’n duidelijke plaats krijgt binnen het verband van de evangelie-verkondiging. En natuurlijk: God laat zich niet binden. Hij is vrij om te doen wat Hij wil. De Geest waait waarheen Hij wil. Maar concentreer je op het Evangelie. Het goede nieuws. Het goede nieuws gaat niet allereerst over genezing en gezondheid maar over schuld, redding en verlossing. En zoals we vorige week zagen is er bij het Koninkrijk van God sprake van ‘reeds’ en ‘nog niet’. De Here Jezus waarschuwt ons ervoor dat er ook sprake is van lijden en van vervolging voor zijn leerlingen. Daarbij is er soms sprake van wonderlijke bevrijdingen en soms sprake van een gruwelijke dood. Dat brengt mij tot een andere vraag. Hoe komt het dat wij zo graag wonderen willen zien? Eh… even checken of het wel zo is….: wilt u het graag? Soms kun je het horen: ‘was ik er maar bij geweest. Had ik dat meegemaakt, in Hand.9: een opwekking uit de doden. Ja, dan, dan… zou ik geloven….’. Nou, in elk geval is dat in die tijd heel vaak niet het geval. Dus maak je jezelf niet teveel wijs.
Het zou ook te maken kunnen hebben met het feit dat wij in een ervarings/een belevingscultuur leven? Je wilt wat ervaren. Een bijzonder event… Maar een wonder is toch een teken van iets dat meer is? Toch? Weet je nog wat er tegen Tomas werd gezegd? Gefeliciteerd als je niet ziet en toch gelooft. Juist de discipelen die zo moeilijk tot geloof te bewegen waren gingen op weg met het Woord. Om te getuigen, door te geven. De oor- en ooggetuigen. Echt waar: Jezus Christus leeft! Je zult eens wat zien als je jezelf daaraan over geeft. En dat brengt ons terug bij ons zelf. Hoe bijzonder is het dat u rustig blijft zitten als er op dit moment een preek klinkt. Een monoloog van 20-25 minuten. Ik weet niet wat u allemaal in uw hart hiervan denkt maar ik weet dat een aantal van u het heel belangrijk vinden dat dit gebeurt. En hoe gaat het verder persoonlijk, en thuis, als het gaat om de verwondering over het Woord? Lukt het om te blijven leven met de Bijbel? Wat doe je als je geen zin hebt, het niet begrijpt? Laat het je niet afnemen, dat je in vrijheid om mag gaan met de woorden van God. Woorden van eeuwig leven. En verder: als het gaat om het nadenken over de verhouding tussen het woord en het wonder…. Weet je wat je ook kunt doen? Net zo in het leven gaan staan als de Israelieten. In de geschiedenis van hun volk hebben ze zeer indrukwekkende wonderen meegemaakt. Bij de uittocht uit Egypte. Die bijzondere plagen. En die indrukwekkende manier van God om zijn volk in de woestijn in leven te houden. Dat moesten ze vieren en gedenken. Dan vroegen ze niet elk jaar om nieuwe wonderen maar dan genoten ze van wat God had gedaan voor zijn volk. En wat waren ze blij en dankbaar. En ze beseften: deze God is nog steeds dezelfde liefdevolle, reddende God. Zou je zo ook zelf niet kunnen terugkijken naar al die momenten dat God grote wonderen heeft gedaan? Bijvoorbeeld in Handelingen en in de kerkgeschiedenis. En geloof dan dat de Here God nog steeds dezelfde is. En kijk dan vooral naar het grote wonder van de verkondiging van het Evangelie! Wat een wonderen zijn er te zien, als je het wilt zien. Mensen die met totaal iets anders bezig waren komen tot geloof. Harde knoesten worden zacht als boter. Hardvochtige mensen beginnen lief te hebben. Beginnen te leven van genade. Willen elkaar graag dienen. Wat een wonder! Willen ‘zout en licht’ in de samenleving zijn.
En leven zelf van het woord. Op de ‘adem van zijn stem’. Kijk eens om je heen en geniet van dit grote wonder. Zeg hier maar amen op!