•
•
.5-sPpppp^
CHEMISCHE WASSCHERIJ „DÜWOORD" Begomastraat 188 en 190 - Den Haag • TeL 36048
Je DANCING in DEN HAAG is
„THi C&V
Itc^n^t ^n v^mf* alles BINNEN 4 DAGEN ZONDER PRIJSVEBHOOQINQ
./h MASCOTTE - 68 WAGENSTRAAT 68 Eigenaar-Directeur: C. F. HACK
SPECIAAL IN HET REINIGEN VAN FIJNE DAMESTOILETTEN VWA.AGT
ONZE
PRIJSCOURANT
tJi¥ OE VERTE VAN DICHTBIJ
Gir
Je CABARET en DANCING van- de New Style in Den Haag
stei t de Radio U in staat de Savoy-Havanah Band te Londen te hooren
kunt U echter de RUSSIAN NORTH STAR hooren in het
DANCING TEA van 4—7 uur
PALAIS DE DANSE . Bezuidenhout 11. Den Haag
GRAVIN AGNE5 ESTERHAZ^
VRIJ ENTREE
THE ROYAL DANCING BAND
ORCHESTßE THE RUSSIAN NORTH STAB JASZ 6AN0 DIR. GEORGE NANCKCHOUN1AN. Elken Zaterdas en Zondag MATINEE van 3.30 tot 5.30 uur
ONDER EMINENTE MUZIKALE LEIDING VAN J C V BRÜCK
GEOPEND DES AVONDS VAN 6'/2 TOT 1 '/2 UUR
Firma Joh. v. d. Meijden Dz.
ROLLUIKEN MARQUISES Opgericht
Telefoon
1860
30495
Trompstr.
Oen Haas
MIJNHARDTs .r^Zenuw"Tab,etten • -75*.
Ê&f'fW^ ^oWpijn-Tablottoneo*. j^.?: '/ y^^—j, y^ /»V
Bl
J
A
h
Naanl. Vennootschap 99 Directeur E. BOERMA DAMES- EN HEERENKLEEDERMAKERI3
P«t • en Drogiisten
De Coupe in nieuwe banen wil zexgen: De lol nog lot onopgeloste moeilijkheid do or film en projectie opgelost omdal de coupeure, lijdens hel snijden reke-' nintf kunnen houden mét Jen individuede« , , lichaamsvorm.
FTVE STEP '<*'■ groot» Modedans) Oaderwii« daadijli«
Daas Instituut C HUNKERT Stadhonderskade 152 Tel. 24232
Amsterdam
Holl. Indisch Restaurant NOBACK RIJSTTAFELS vanaf HOLL. DINERS .
t 1.25 f 0.80. f 0.95 en f 1.25
PENSIONS: Sweeiinckstraat 158. Dacob Hopstraat 1 • DEN HAAG Telefoon 362S7
MEVR. NOBACK
F. Bartels Schenkweg 90
Den Haag
W.H. VAN VENETIË
DAMES-KLEERMAKER BONTWERKER
AMSTERDAM 2e Helmerstraat 52. Tel. 24413
Oainagea de NIEUWSTE MODELLEN
HONDEN GENEESMIDDELEN van Dierenarts K. DIFFINÉ Chem. Fabriek Krewei A.G. Keulen
JAPONNEN-BLOUSES
I TWEiDi~~|
Berijdt Homber« en Good-Luck'rijwielen en U is tevreden Vraagt den berijders Humberrijwielen vanaf f 135 Good-Luok-rijwielen vanaf f 75 (prijzen voor 1925)
„ONZE HONDEN" Handboek voor den Hondenliefhebber en honaenfolclcer. — Toezending van dit mtressante boek geschiedt oo aanvrage gratis en franco.
1ste klas reparatie-afdeeling Bondsrijwielhersteller A. N.W.B.
CMi-CAREME)
op Zaterdag 14 Maart a.s. in de zalen van het Paleis voor Volksvlijt CABARET, ATTRACTIES FRAAIE PRIJZEN Tevens voor de-afd. Amsterdam
J. E. BAANK
EEftSTE KLASSE ENQELSCHE GEMAAKTE HEERENKLEEDING Ontvangen schitterende collectie
Prins Hendrikstr. h. Barentszstr. Den Haag - Tel. 31709
€. J. STREUR
..LONDON HOUSE" Laan van Meerdervoort 136 Hoek na Oieotemalraa* OEEM
voor de mooiste Amateur-Danseuse der Wereld (14 Nationaliteiten) Hoofdprijs Fr. 25000.— Introducties en reglementen verkrijgbaar aan het secretariaat: l'ünion lat. des Chorégraphes,
SCHILDEREN EN BEKLEEDEN VAN AUTOMOBIELEN
DEH HAAG
FILIAUEN
Dlnteistraat 23 (Wijk Vil) Den Haas - Telef. 72373
Ruwe en Schrale huid
Ie en 2e HANDS MEUBELEN Beslist goeokoopste adres »oor complete
Meubileerinp. — Ruili ook Meubelen. Dagelijks aan huis te ontbieden.
„HOLLAISD-DELI AUTOMOBILE"
V,ar u Handen en Gelaat gebruik ik allijd
V
/HÄ,H0BBEL
OOLTGENSPLAAT Leverin« aaa landbouwers ea tnabezitler« .. *••" »ra»e «rijacoaraal Op bijaa alle plaatsen verlegeawaardigd
Vraagt uw kapper een schuimende friction met
KANAAL WEG 95-103 TELEF. SCHEV. 3455
Reparatie-Atelier Luxe Verhuur-inrichdna Staiiing. Olie, Oanden. Benzine Automobiel-verzekerinBen
HET „BUREAU-PISUISSE" Frankenslag 166 • Den Haag Telefooa 50385
CURSUS IN AUTO-RIJDEN VOOR DAMES EN HEEREN
Belaatzick net kei SAMENSTELLEN va. Cabaret-proaraaim'« ea bc« oraMuaeerea *■■ Feeatavoadea, Coacertea, Drawing room Eatertainneat..Sairdeapafücaliire« Kiadervoorateiliasea, etc. etc.
Redactie en Administratie: Galgewater 22. Leiden
Voor laatstgenoemden is een insiructrice aanwezig.
Giro no. 41880 -—•,g^»a
American Dry Shamooo l«P „PAlaMEX". May.lr. 10, Den Haag
Godfried de Groot >Pms(ellaar. 64 - ^msferdam Telefoon 28474
Specialifeit in T^oderne en artistieke foto's 7\en xie de vele feproduclfes van onsve^bin1,7^etWeefeblad•' Cinema a dealer
SCHEVENINGEN
PUROL
Stadhouderskade 152. Tel. 24232 AMSTERDAM
3. 3. VOERMANS. DEN HAAG
Tegenover het Bureau van den Postcheque en Girodienst
Voor
Danstnstittnn C. KLINKERT
Remheaalraal 72 - Telefooa 33737 beveelt zich beleefd aan tot in- en verkoop van
^VZAADHANDEL ^^ENZAADTEELT
costuums en resenjassen in prijzen vanaf f 32.50 tot 170.—
GROOT CONCOURS
VERKOOPHUIS
Groaiagea fleereaalraat 58 . Telefooa 7SS Rohin 70. Telefooa35808
Beleefd aanbeveienä.
-:
Concert- en Theater-Bureau fr/Max van Gelder Kantoor: Westeinde 13 Amsterdam . Tel. 36763 Belast zich speciaal met het vakkundig samehstellen van
iriété- en Cabaretprogratnma's Plaatsen van orkesten en arrangeeren van particuliere feesten. Mjs per kwartaal f r.75
^dres van ÄedacHe en Ädminlstrolle: (Balgevaler 2Z, Eeiden Qlro no. 41880 .„ ■-, .X
Op de laatste pagina een aardig Cabaretliedje van Oirk de Boer met muÄiek van £oh Groen
Hel Cinema O theolergedeelle staal onder redactie van pier Weslerbaan
Voor advertenties wende men ricli tot liet Centr Adv. Bureau LOUIS BENJAMIN, Stationsweg 61b, Rotterdam
J
„,^-_,
i^
Dichtervonken prijsvraag De uitslag van deze aardige prijsvraag kunnen wij eerst in het volgende nummer afdrukken. Wij verzoeken u dus tot zoo lang geduld te willen hebben. In dien tusschentijd kunt ge uw krachten beproeven op de volgende
ygji^ppv
—
OlAMKEMlAMD GEZIEN VAN UIT DE DERDE
PÜZZLE-WEDSTRIJD Antwoorden hierop wachten wij uiterlijk 27 Maart in. Men adresseere Redactie, Afd. Prijsvragen {deze bijvoeging vooral niet te vergeten) Galgewater 22, Leiden. Als eersten prijs betalen wij f 10.— uit. Verder zijn er tien prijzen bestaande uit fraaie en nuttige voorwerpen. Kunt ge onderstaand figuur samenstellen uil
BRENGT ONS NIEUWE ABONNÉ'S AAN Lezeressen en lezers van ons blad het is ook uw belang als ons tijdschrift vooruitgaat. Gelukkig bemerken wij eiken dag dat velen uwer dit inzien. Wij geven voor ieder aangebracht abonné een prenueboek. Gij kunt kiezen uit der volgende werken A. L. G. BOSBOOM-TOUSSAINT: Eene vertelling aan de Kaotafel. MADAME DE LA FAYETTE:
De Prinses de Clèves. DR. j, P. HEIJE : Bloemlezing uit de Voiksdichter. E. T. A. HOFFMANN: De Gouden Vaas. MR. JACOB VAN LENNEP:
Een Schaking in de 17e eeuw. M. SCHARTEN-ANTINK: Sprotje. ERICH
SCHLAIKJER
:
Rika van den Dominee.. PROSPER MéRIMéE:
Carmen.
>G4Hette^
Zendt ons uw abonné's en geeft ons op welk boek gij verkiest. Alle mededeelingen te adresseeren aan de Administratie GALGEWATER 22. LEIDEN
cvcc^V LINKS De bedoeling was feitelijk de artisten en speciaal den direkteur var. het ,,Maison de l'Oeuvre", die Vrijdag 6 Maart voor een enkele maal den Amsterdatnschen stadsschouwburg bespeeld heeft, voor ons Weekblad te interviewen. Hiervoor wendde uw tooneelcriticus zich in de eerste rlaats tot de hoogste autoriteit van voormeld theater.Deze hoogwaardigheidsbekleeder bevindt zich in het kleine kamertje, dat tot de garderobe toegang geeft. Het is een tikje desillusioneerend, dat op zijn pet „PORTIER" vermeld staat, maar dat is een hatelijkheid. Deze man is meer dan iemand, die 287 keer per dag kijkt, hoe een deur 287 maal opengemaakt, opengeduwd, opengesjord, opengestomt en opengedonderd wordt — deze quaüficaties slaan op het temperament van den toegang willenden kunstenaar — en vervolgens weer dichtzuigt. Want, luidt de stedelijke waarschuwing, ,,Deze deur sluit vanzelf". Hopen alle tooneelliefhebbers, nog vele. vele jaren. Deze man is inderdaad meer. Hij is een menschenkenner, artistentoevlucht en journalisten-vogelverschrikker. Nimmer heeft ondergeteekende in zijn kort, edoch slecht besteed leven een medemensch op zoovele wijzen ,,hm, hm" hooren zeggen. Verachtend, afstootend, vlijmend, hoonend, smalend, sarcastisch, vernietigend, ironisch klonken zijn hm-hms. Na mij dit bijzondere dialekt in korten spanne tijds te hebben eigen gemaakt en de alle-harten
MARIA RIGA
EN
JOOP BOOGERS
We kunnen ons verheugen dat hel aantal hollandschc dansers en danseressen weer loegenomen is. dal nu ook de school van Gertrud Leisltkow de anndachl op zich komt vestigen. Twee van haar meesl begaafde leerlingen Maria Riga en Joop Boogeis hebben als jonge vogels, die hel (Vsl willen verlaten, de sloute schoenen aangetrokken (excuseer deze merkwaardige beeldspraak!) en zijn onder een wakend oog van moeder Leislikow weggelrokken om nu eens op eigen wieken te drijven. 5 Maart Iraden zij mei veel succes op te Haarlem bij „Kunsl aan het Volk' , In solonummers en in groepdansen. en 18 Maart zijn ze in Delft bij de zusterverecniging van de Haarlemsche vereeniging Ie gast. Hel programma bevat werken van Chopin. Brahms, Bach. Beethoven. Albéniz. Rachmaninoff e.a. De begeleiding is in handen van Hans Harling. Wij wenschen deze jonge artisten veel succes op hun moeilijke kunslenaarsloopbaan ! overredende kracht van een goede sigaar te hebben beproefd, bleek, dat het een absolute onmogelijkheid was, een der kunstenaars te interviewen. Dies begaf ik mij, teleurgesteld als een schoothondje, dat een half uur een klontje is voorgehouden, en tot slot het begeerlijke klontje in een kopje thee ziet verdwijnen, dat voor een ander bestemd is, naar de plaats, die in den volksmond 't indicatief,.presenteerblaadje' verworven heeft. Nadat het orkest, dat afwezig was, ter inleiding voor het klassieke drama, niets gespeeld had, ging het doek open, ten einde de aanwezige vreemdelingen en enkele Hollanders te overtuigen, dat de pas van de reis gekomen kunstenaars nog zeer vermoeid waren. Dit beterde geleidelijk, ledere behoorlijke H.B.S.-er —en wie is dat in deze overbeschaafde wereld niet? — heeft den tijd gehad, dat hij „voor dienst" Phèdre van Racine doorwerkte. In deze periode van zijn leven begrijpt niemand er wat van, wat trouwens niet vereischt wordt. Wèl het verschil tusschen eersten
De zinnen klinken dus bekend en de intrige van het stuk is feitelijk zeer eenvoudig. Waar het op aankomt is het zeggen der verzen het aannemelijk maken der bloemrijke, fantasievolle beeldspraak van den grooten Franschman, die met al zijn antieke personages tijdgenooten bedoelde en hun woorden deed zeggen, die door de betrokkenen als persoonlijk gevoeld werden. Decoratief vraagt het werk niet veel: slechts één doek blijft den geheelen avond hangen. De uiterlijke omstandigheden voldeden aan bescheiden eischen. De ster van den avond was Mme Marie Thérèse Piérat. AanvanKelijk niet vlug, niet weinig geconcentreerd kreeg de macht van Racine's woord de groote actrice naar een rustiger spelopvatting. En deze concentratie in woord en gebaar, de klaarheid van hare dictie, geleid door een gloeiend, beheerscht temperament, deed hare creatie tot een gebeurtenis maicen voor allen, die het tooneel liefhebber, om hare schoonste uitingen, waarvan Racine's Phèdre een der meest prominente
Deze befaamde sociétaire de la Comédie Fran9aise heeft met hare komst velen aan zich verplicht. M. Lugné Poe vertolkte den rol van Théramène. Een acteur, voor wien de tooneeltechniek geen enkel geheim heeft. Die elke nuance overlegt, beproeft, niets overlaat aan de ingsving van het oogenblik, zijn temperament onder de meest gebonden controle houdt. En juist dat beheerschte, dat volmaakt meester zijn van elke moeilijkheid, is oorzaak, dat zijn praestaties, hoe lofwaardig ook, als ernstige resultaten van een ernstig kunstenaar, iets cerebraals krijgen, dat een levend maken van de verzen van Racine's meesterwerk in den weg staat. De regie ■— voor zoover 't mogelijk is, dat deze bewegingsruimte krijgt bij een ensemble, dat occasioneel is —- deed goede dingen. Trouwens, er is zoo weinig handeling in dit stuk, dat soberheid uit den aard der zaak geboden is. De Hippolyte van den nog zeer jongen Odéon-tooneelspeler, den heer Stephane Audel, was in vele opzichten bevredigend. Wanneer de reeds vermelde soberheid der regie zich tot zijn vertolking had uitgestrekt, dan zou dit voor een even.wichtiger voo;stelling dan deze was, van belang zijn geweest. De dames Marger, Lurean, Duheur, en de beeren Desmoulins en Courtoy droegen het hunne er toe, deze „Representation de Gala" tot een blijde gebeurtenis te maken voor allen, die de schoone klanken van het Fransch beminnen als de taal der muziek. En die behalve hun eigen vaderland, Frankrijk als een tweede „patrie" beschouwen. Maar niettegenstaande dit, zou het een nog schooner propaganda voor de prachtige mogelijkheden van het Fransch tooneel zijn wanneer een ingespeeld gezelschap met een stuk, dat voor de moderne eigenschappen der jonge Fransche school representatief is, van al deze hoedanigheden, die den naar Romaan sehe kunst dorstenden uit de lage landen aan de Noordzee, getuigenis kwam afleggen. De talrijke bezoekers klapten lang en nadrukkelijk. TOM UDDELL.
-
0O--
o--o—ooo ©o-o-
II «
* *
0 *
leHi BDiPOOim
0* JOS. HBYOJBNS « *
}
ó I
ALEX OB HAAS
Een goede bekende in de kunstwereld is Jos. Heydens, van wien we hier een paar foto's wecgeven. een diergenen die als lyrisch tenor op 't oogenblik zich in een goeden naam mag verheugen. Wanneer men hoort en leest hos hij overal allervriendelijkst werd ,,beoordeeld" dan heeft men daarvan wel de bewijzen. Vanaf zijn jeugd gevoelde hij zich aangetrokken tot het tooneel en heeft ondanks alle moeilijkheden doorgezet In Prir.senhage werd hij geboren en hij had gelegenheid in Breda in verschillende dilettanten-tooneelgezelschappen mee te spelen. Op zijn 18de jaar was hij er zelfs in vijf tegelijk, zong in de kerk en zangvereeniging en stuurde het er op aan om zijn bestaan er in te vinden. Maar hoe? Hij ging naar Balthazar Verhagen, den directeur van de Tooneelschool in Amsterdam, voor wien hij een examen mocht afleggen met het treurige gevolg: hij moest maar nooit meer probeeren om aan het tooneel te gaan. Dat deed hem veel leed en hij ging weer naar Prinsenhage tot groot geluk van zijn ouders die niets liever wenschien dan dat hij thuis bleef. Doch hij gaf den moed niet op en na verloop van een jaar ging hij naar Den Haag waar hij als sshilder werkte en 's avonds in een cabaret liedjes ging zingen wat hem een hevige keelziekte bezorgde. Toen ging hij weer terug naar huis, maar na vier maanden geheel hersteld zijnde pakte hij zijn koffer weer in en toog naar den Haag en Rotterdam, speelde vervolgeis met veel moeite nu en dan in de provincie in de cabarets, kwam bij Spree voor een klein partijtje en zoo in connectie met Ant. Sistermans, die hem in Rotterdam op het Conservatorium de eerste zanglessen gaf. Sistermans nam hem al gauw mee op reis met zijn komische opera's. Tot driemaal kreeg hij kans deel uit te maken van de opera in den Haag. enkele malen werd hem een studiebeurs toegezegd, doch hij vond het beter er met eigen krachten te komen. De moeilijkheden met zijn werk waren oorzaak dat hij weer moest kiezen: schilder blijven, de Co-Operatie of Pisuisse. Het raadzaamste vond hij maar met Pisuisse mee te reizen, waarvan hij naar hij verklaarde, nog geen oogenblik spijt heeft gehad. waros, coftcT
i) 4
Alex de Haas is een der jongere cabaret-artisten. die zich een reputatie hebben verworven, waarop iemand, die vele jaren langer ,,meeliep", jaloersch zou kunnen zijn Artist door geboorte eigenlijk, stamt hij uit een geslacht, dat in plankenland buitengewoon goed staat aangeschreven. Hij is de zanger aan de piano, een instituut, dat vele toegewijde beoefenaars telt en waarin ons kleine landje vele bekende figuren heeft voortgebracht. Alex de Haas is echter niet alleen zanger, hij is ook dichter en componist en in deze hoedanigheden heeft hij zich geen geringe lauweren weten te verwerven. Want wat hij geschapen heeft, is als 't ware voortgekomen uit den drang om het publiek te geven, waaraan 't op dit gebied behoefte gevoelt. Hij staat dag in, dag uit tegenover de veelkoppige „men" en hij heeft dus voortdurend gelegenheid te onderzoeken, wat het uitgaand publiek verlangt. Zoo weet hij welke coupletten 't het beste „doen", hij weet ook aan welke eischen de muziek moet beantwoorden, wil deze aanspraak maken op populariseering. Technische moeilijkheden zijn bijvoor* beeld uit den booze, eenvoudig moet 't wijsje zijn en melodieus. Is 't geestig op den koop toe, des te beter, dat verhoogt het succes. Herinnert men zich nog zijn liedje in ons blad „'t Is zoo leuk als je pianospelen kan?" met het geestig toegepaste ,,boer, daar leit een kip in 't water" voor het tusschenspel ? Zoo heeft Alex de Haas er meer gemaakt. Hij geeft zich er altijd rekenschap van, dat 't publiek moet worden opgevoed, ook wanneer 't liedjes zingt en wat hij maakt, is met die opvatting geheel in overeenstemming. Draagt hij zelf z'n liedjes aan de piano voor, dan verhoogt dit het succes. En z'n auditorium geeft hiervan steeds duidelijk blijk. Alex de Haas verdient, dat men hem in ruime mate belangstelling schenkt. Voor een jong artist is dit een prikkel om op den goeden, eenmaal ingeslagen, weg voort te gaan.
4
juweelen te stelen; hij wordt echter achtervolgd, een wilde jacht op ski's ontspint zich, waarbij hij den dood vindt. Henry krijgt een voorgevoel van het gevaar, dat Sonja dreigt, ijlt haai met een slee na en komt juist op het beslissende moment in de hut aan om haar uit de klauwen van zijn vroegeren vriend, die een schurk blijkt te zijn. te redden. Hand in hand waden zij door de sneeuw het geluk tegemoet. De Meteor Film Cy te Amsterdam heeft dit interessante werk, waarin de jonge Hongaarsche gravin Agnes Esterhazy de hoofdrol vervult, in ons land gsïntroduceerd.
De mooie Russische vorstin Sonja Orloff, die als vluchteling in het buitenland leeft, wordt aangebeden en vereerd door een internationalen schaar van aanbidders. Zij houdt van den beroemden componist Henry Dirksen, maar daar zij al zoo menigmaal in aanbidders teleurgesteld is en bemerkt, dat zij haar alleen om haar fortuin tot vrouw wenschen, blijft zij koel tegen hem. Henry "heeft een vriend Gustav Brünier, die tracht de plaats van Henry in haai' hart in te nemen daar haar kapitaal hem zeer welkom zou zijn. Om Henry in haar oogen in een slecht daglicht te stellen brengt hij hem in aanraking met Doddy, een
5$> M IPiCi
f
m4 '
Bi^B^B^^BPHWB^^^^^^^ . -.; £■
■
danseresje van de opera, dat werkelijk indruk maakt op den componist. Gustav's bediende Jack, een oud-bekende van de politie, -dringt er bij Gustav op aan dat zij de juweelen van de vorstin zullen stelen. Eerst geeft Gustav Jack een teekening van Henry's woning en dezs haalt daar 's nachts verscheidene kostbaarheden weg. Henry verdenkt Doddy, maar deze ziet de teekening nog liggen en herkent het handschrift van Gustav. Doddy ligt weenend in zijn armen als Sonja binnentreedt en den componist verraadt, dat zij hem liefheeft. Maar deze keert zich van haar af. Van dien dag af echter bemerkt Doddy, dat het hart van Henry haar niet meer toegewijd is. Op een avond valt zij in zwijm tijdens een voorstelling van „Carmen". De dokter verbiedt haar nog meer te dansen en in de liefde van een jeugdvriend, die haar naar het altaar voert, vindt zij vergoeding voor al het verlorene. In dien tusschentijd heeft Gustav ■Sonja weten te bewegen een reis naar St. Moritz te maken; hij weet haar daar over te halen een tocht met hem te maken en als zij weg zijn dringt Jack haar kamer binnen, om haar
—
^■^'^'V
Bm^a
^OR^IAfi
—.
-
- -■-^■ff.^r ,
DWARS DOOR DE ONMETELIJKE ZANDVLAKTE
Wonderlijke dingen. Wat bier volgt, is grootendeels aan Tit-Bits ontleend. Doch ook uit andere bron heb ik ervan gehoord, zoodat er grond genoeg aanwezig is, om de dingen, waarvan hier sprake is, als geloof waardig aan te nemen. * * * In de Sahara treft men op verschillende, ver van elkaar verwijderde, plaatsen, dadelpalmen aan, die schijnbaar in den drogen, door de zon verhitten, woesitijngrond groeien. Doch daar planten niet kunnen blijven leven, zonder dat zij water krijgen, moet er vocht genoeg in den grond aanwezig zijn, om deze boomen te laten groeien.
***
Dit bekende Engelsche donspaar Ireedl momenleel met groot succes in La Gaïle te Kolterdam op. De vorige weck waren ze in het Fuschinski Theater Ie Amsterdam, iij beschikken ovtr een groot dansreperloire zoodal ze steeds met iels nieuws komen. Hun loilellen getuigen van een goeden smaak. Hun opleiding ge-
Onderzoekingen toonden aan, hoe deze palmen wortels van zes meter hadden en dat de uiteinden daarvan vochtig waren. De conclusie ligt dus voor de hand, dat er watervoorraad, diep in den grond, aanwezig is. Het spreekt vanzelf, dat dit feit belangsteUing wekte. Zou •er veel water zijn ? Is het mogelijk het naar boven te brengen ? Zou er van een wil lekeung vruchtbaar maken van grootere gedeelten, met behulp van dik ondergrondsche water, sprake kunnen zijn ? * Men onderzocht dit door z.g. artesische putten te graven Wat geen gemakkelijke taak was. Eerst na dertig, veertig meter bemerkte men een toename van vocht. Men zette de pogingen nog verder voort en toen gebeurde er iets onverwachts. De put wierp een groote hoeveelheid kristalhelder water op. Dit op zichzelf zeer verheugend feit, werd des te wonderlijker, omdat met het water ook een aantal visschen naar boven kwamen, die springlevend uit deze onderaardsche bron sprongen.
noten ze bij den bekenden danspeadagoog Heinrich Kroller te München. Na hun ;cerjaren vertrokken ze naar Londen. Na een tournee door Engeland, volgde een optreden te Berlijn en Keulen. Naar hel succes te rekenen wat hun bij hef optreden te Amsterdam ten deel mocht vallen zullen we hen nog menigmaal in Holland aanschouwen.
^____^ ^^^^_ _- ^^^
^iSeÊÊBas
Men zal zich herinneren, hoe het gelukt is om per automobiel de Sahara door te trekken. De z.g. autochenille, de ,,rups", door benzine gedreven, wist de moeilijkheden te overwinnen, welke schier bovenmenschelijk leken. Door de vriendelijkheid van den nederlandschen vertegenwoordiger der See. an. Andre Citroen zijn wij in staat het voertuig, waarmee de tocht werd volbracht, hier af te beelden. Wat deze tocht beteekende, kan men zich indenken, wanneer men weet, dat 7000 kilometers moesten doorgetrokken worden. De geheele weg, wanneer men ten minste in dit verband dat woord mag gebruiken, bood groote technische en andere moeilijkheden. Men ging door onbewoonde gedeeltelijk en ook door onveilige oorden. De groote beteekenis van de autochenille voor de toekomst laat zich, na deze prestaties gemakkelijk begrijpen. Men kan begrijpen hoe de ingenieurs, onder wier leiding dit jverk geschiedde, stonden te kijken. De visschen vertoonden veel overeenkomst met de bekende baarssoorten. Waar kwamen zij vandaan ? Zou er in de buurt een onderaardsch meer zijn ? * Men maakte allerhande veronderstellingen. Sommigen beweerden, dat de vogels de oor-, zaak waren van het voorkomen dezer visschen. Men redeneerde
STANLEY BALDWIN
zoo :Verschillendc vogels girijpei! hun prooien in moerassen of stroomen, waar de visschen aan den oever kuitschicten. Aan hun bek of hun pootcn blijven de visscheneieren hechten. Door hun snelle vlucht, tijdens den trek, brengen zij zoo, ongewild en ongeweten, het ^zaad" over dat ze in de oases of wellen weer doen neervallen. En evenals vogels vaak meewerken tot liet doen ontstaan van planten, zouden zij ook de overbrengers der visschen kunnen zijn.
Doch bij nader onderzoek bleek deze veronderstelling onhoudbaar. De gevonden visschen behoorden tot de families, welke den wctenschappelijken naam van hemichromis en tilapia dragen en juist deze soorten schieten kuit in diep water en bewaken de eieren totdat de jonge visschen uitgekomen zijn. * * Bovendien zou het aanwezig zijn van dergelijke visschen in grootere getalen niet goed denkbaar zijn, indien men de overbrenging door vogels als de oorzaak aannam. * * Toen dacht men aan een :indere mogelijkheid. Algemeen wordt aangenomen, dat de Sahara vroeger een zee geweest is. Bij de geweldige gebeurtenis, die de woestijn deed ontstaan, kan een onderaardsch meer overgebleven zijn. waarin de visschen langs natuurlijken weg zich hadden voortgeteeld. Doch het is een eigenaardigheid, welke zich regelmatig vertoont, dat visschen, die in onderaardsche, van het licht afgesloten water leven, ook het gezicht verliezen. En de hier gevonden waterbewoners waren geheel normaal. De .geleerden bestudeeren 't \ raagstuk verder. We staan-weer voor een van die wonderen, waarvoor het menschelijk verstand geen oplossing weet en waarbij alleen een schijnbaar toevallige gebeurtenis ons de verheldering kan geven. M.E. R.CURIUS.
REMAS ANCRE DE BES TIJDMETER
Baldwin, de engelsche eerste minister, is in zijn wezen geen politicus. Hij hoort in de nijverheid thuis en hij voelt zich ook als de businessman, die zich uit vaderlandsliefde en uit traditie bezig houdt met de staatkunde van zijn land. Hij is een engelsch staatsman volgens de goede overlevering, met veel gezond verstand, verre van alwetend, maar zich ook zijn beperking ten zeerste bewust en met hel streven, in de allereerste plaats een fatsoenlijk en weldenkend man te zijn. In gesprek zegt hij dat ronduit. Men krijgt soms echter den indruk, dat hij misschien de moeilijkheden onderschat heeft, die het meebreugt zijn ambt te bekleeden en toch tegelijkertijd volstrekt recht door zee te gaan. zooals een britsch gentleman van het goede soort dat in zijn eigen aangelegenheden bij voorkeur doet. Baldwin is geen diplomaat; dit zij apprecieerend geconstateerd. Het is echter mogelijk, dat zijn ostentatieve afkeer van diplomatie si/n vorm van dit soort slimheid is. Desniettemin moet men erkennen, dat zijn vriendelijk lachend, maar in den grond rustig-ernstig gezicht, een grooten indruk van rondborstigheid maakt. Baldwin heeft een koketterie: zijn pijp. Die verlaat zijn'mond niet. Wie het voorrecht heeft gehad in het kabinet van Downingstreet 10 met den premier kalm. te praten, heeft kunnen opmerken, hoe Baldwin ieder gespek van eenigszins langen duur inleidt met eerst nog eens een versch pijpje te stoppen en hoe hij de conversatie ook schorst zoo vaak de inhoud van zijn pijp hem begeeft. Baldwin's weldenkendheid ontziet niemand en hij is er niet de man naar om offers te brengen tegen zijn gew«ten in terwille van zijn populariteit. Hij is dan ook bij vriend en tegenstander als mensch gelijkelijk geacht. Zijn jagen naar populariteit bepaalt zich tot de koketterie, die ik zooeven aanduidde. Het lijkt haast onmiskenbaar, dat Baldwin, toen hij inzag hoezeer zijn onafscheidelijke vriendschap met zijn neuswarmer door het publiek gewaardeerd werd. bijzondere zorg is gaan wijden aan deze vriendschap. In gemoedelijkheid wint de tegenwoordige premier het zeker van zijn laatsten voorganger in Downingstreet, hoevcle goede eigenschappen deze
mm
,1 ■
.
;,-■■■■
■.■
-^
WAT BUITEN EN BINNEN ONS LAND GEBEURDE 9—16 Maart Heeft Engeland door de „sancties" van den Volkenbond niet te willen aanvaarden, aan dit lichaam een stoot gegeven, den genadestoot? Deze vraag wordt in sommige fransche bladen bevestigend, in de engelsche pers ontkennend beantwoord. Doch de bespreking ervan loont reeds aan hoe belangrijk het feit is, dat Engeland, zooals het zegt onder den drang der dominions, heeft moeten afzien van het aanvaarden van het door Macdonald mede voorbereide ingrijpende werk van den Volkenbond. Een andere belangrijke kwestie, belangrijk doch nog niet opgelost, is de vraag of een overeenkomst van vriendelijk samengaan Tusschen Engeland, Duitschland, Frankrijk, België en Italië mogelijk zal zijn. Dat een dergelijke mogelijkheid met ernst wordt bekeken, doch nog bij lange niet aanvaard, bewijst hoe spannend deze 'lijd is en hoe veelbeteekenend voor de toekomst van Europa. Het aantal der candidaten, die voor een,verkiezing tot rijkspresident in aanmerking heeten te komen, is groot. Beteekenend is, dat daaronder geen enkele al te „scherpe" figuur voorkomt.Geen Ludendorf, geen Hindenburg. Reeds nu een kansberekening te maken, is te trachten een te ingewikkelde puzzle op te lossen. In den tusschentijd is Dr. Simons, bekend als ministervan buitenland sehe zaken, tijdelijk als plaatsvervangend rijkspresident benoemd. Marx is met de kleinst mogelijke meerderheid weer tot minister-president van Pruisen herkozen. De Raad van den Volkenbond besprak de kwestie van Duitschlands toetreden die wel degelijk in verband staat met de kwesties, welke daaromtrent bestaan en wel de
LONDENSCHE BRIEF pan onzen Londenschen correspondent In mijn vorigen brief schreef ik u over de bijzonder hartelijke verhouding, welke tusschen het engelsche volk en zijn vorstenhuis heerscht. Een ander typisch verschijnsel in ons land is de talrijke adelstand, welken men er heeft en de eigenaardige manier waarop deze steeds uitbreidt en door nieuwe titels wordt vermeerderd. Ik geloof niet, dat een gelijke, toestand ergens in de wereld beslaat. Dat'Engeland een ouden adel heeft,- is uit geografische en historische gronden verklaarbaar. Het overgaan van den titel en het erfdeel op den oudsten zoon heeft er toe meegeweriot, dat in vele gevallen het bezit en ook de macht dier oude geslachten behouden bleef. Politieke en andere overwegingen hebben ook in de laatste jaren het in de hand gewerkt, dat de engelsche souvereinen al maar meer „lords" benoemden. Door afsterving en verarming zijn oude „lordschappen" ver-
• J
IM
'
■
—
"^T""-""^-"V '
:'
-l
■
'■•
Dr. Simons, de plaats vervan send rijkspresident verlaat den rijksdag te Berlijn, waar hij de eed op den grondwet aflegde.
Zal een van hen Eberts opvolger zijn?
duitsche ontwapening, de ontruiming van de keulsche zone, de wederzijdsche veiligheidsgarantie. In Duitschland, voornamelijk in Saksen, zijn ernstige arbeidersmoeilijkheden bij de spoorwegen gerezen. In ons land heeft een scheepsramp, het vastloopen der Soerakarta op een der hoofden van den Nieuwen Waterweg, een aantal slachtoffers gevraagd. Acht opvarenden van de reddingsboot de Schelde kwamen bij hun poging tot redding om. Terwijl in Engeland een wetsontwerp tot behoud van den zomertijd werd aangenomen, besloot de Tweede kamer hier den zomertijd af te schaffen. Tegen de weeldebelasting en tegen het wetsontwerp inzake het propageeren van geneesmiddelen is een stevige agitatie ontstaan. In Rotterdam bestaat nog steeds een vacature voor het wethoudersambt, zoover het de afdeeling finantiën betreft. Het wetsontwerp tot wijziging der lager onderwijswet in verband met de positie der gehuwde onderwijzeres werd aangenomen. De Jaarbeurs te Utrecht en de Internationale bloemententoonstelling te Heemstede zijn geopend. Met algemeene stemmen werd het voorstel om 500.000 gulden beschikbaar te stellen voor een ambtswoning voor den minister van buitenlandsche zaken, door de Tweede kamer ver worpen. Nederland won met 1—0 den voetbalwedstrijd tegen België te Antwerpen.
Het huis zonder dakgoot
De beroemde tabaksvellingen
In de Kerkstraat te Amsterdam viel de geheele dakgoot van een oerceel met veel geraas naar beneden. Gelukkig zonder persoonlijke ongelukken.
Begrafenis van agent Weesman De stoet passeert het bureau-J. D. Meyerplein te Amsterdam, waar eenige kransen OD den lijkwagen worden gelegd.
Ir. Frascati te Amsterdam hadden weder de tabaksvellingen oiaats. Zoodra oekend is wie hoogste inschrijver is, bestormen de handelaren zijn hokje om hun deel van de oartij machtig Ie worden.
Voor de liikverbranding De arbeidersvereeniging voor liikverbranding vierde Zondag te Amsteroam haar vijfjarig bestaan. De zes [zittende beeren vormen het Hoofdbestuur. V.l.n.i. M. Pan, H. Bonn, de Rosa. J. Rooselaar, H. Hartog, M Adelaar.
. Een te Schevenlngen aangespoelde mijn.
Voor Indië bestemd
welke door de militaire politie wordt bewaakt. Een groot deei van het strand moest daardoor voor het publiek afgesloten worden.
Het 50 ton wegende zandzuigertje Mansourah voor Port-Said werd te Rotterdam met een bok OD het s.s. Sitoebondo geladen.
De nieuwe Soviet-munt De So»jet-regeering heeftweer gouden munten geslagen, weilce een waarde van ongeveer f 25.— hebben.
Vereenlglng Handel, Nijverheid en Gemeentebelangen te 's-Gravenhage vierde haar gouden jubileum. Wij fotografeerden het bestuur, omringd door de vele bewijzen van hulde.
geraakt. Vandaar dat er in Engeland een veel sterkere „strooming" in den adelstand is als waar anders ook. In de na-oorlogscbe jaren is het prestige van dien adel er niet op vooruit gegaan. Het aantal schandaaltjes en schandalen nam daardoor veel te sterk toe. De jonge adellijken huwden met allerlei variété- en filmsterren, de dames uit den hoogen adel bleken al even weinig sterk in huwelijkstrouw als die van de andere groepen waaruit de „society" bestaat. Het laatste schandaal, waarvan, na de beruchte geschiedenis met den oosterschen potentaat, de kranten vol staan, bewijst wel, welke eigenaardige verhoudingen er in de „upper ten" heerschen. Mrs. Dennistoun, een opvallend mooie vrouw, heeft haar vorigen echtgenoot, nog wel 'n luitenant-kolonel, voor 't gerecht gedaagd, teneinde van hem terugbetaling van zekere bedragen welke zij hem zou geleend hebben, te eischen. Uit de behandeling van deze zaak bleek, dat de tegenwoordige luitenantkolonel het in de hand heeft gewerkt, dat zijn vrouw wat heel erg vriendelijk tegen een
promertic kon maken. Deze ongure geschiedenis wordt thans op de bij ons gebruikelijke wijze in alle geuren en kleuren behandeld. De geillustreerde pers laat mijnheer Dennistoun zien, met zijn tweede echtgenoote, nog wel een gravin met den bekenden naam van Carnavon. De eerste Mrs. Dennistoun ziet men, met smachtende oogen rechtuit kijkend, naar beneden kijkend, met en zonder bontmantel. Generaal X. (het is de overleden Sir J. Cowans) wordt ook afgebeeld en zoo meer. Ge begrijpt hoe het op nieuwtjes en schandaaltjes beluste publiek er van smult en veel meer notitie geeft aan zoo'n gebeurtenis, dan aan het simpele bericht, dat Lord Reading, de onderkoning varv Indië, op weg naar 't moederland is. Zijn lordschap zou slechts een korte vacantie nemen en deze voornamelijk besteden om met den minister van koloniën en den premier te praten over de moeilijkheden, welke hij ondervindt van de, door communistische, propaganda bevorderde, beweging onder de inlanders, die orri zelfregeering vragen. Lord Reading is een man, die als een zeer sterk opvallend tvne kan orpnnemH worden van
den nieuwen adel. Hij is van de laagste sport van den ladder tot een der hoogste functies opgeklommen. En ik geloof, dat ■iedere engelschrnan er trotsch op kan zijn, dat zulks in zijn land mogelijk is. Isaacs is een buitengewoon intelligent man, een stoere werker en een goed diplomaat. Hij bekleedde den voornamen post van Lord Chief Justice, opperste rechter dus. Onder Lloyd George werd hij onderkoning van Indië. Dat de daaropvolgende regeeringen hem niet terugriepen, bewijst wel, hoe men van zijn capaciteiten overtuigd is. Er zit toch wel een mooie gedachte in, dat iedere jongen met energie en gaven van geest en gemoed de deur open weet voor bevordering en erkenning. Het is natuurlijk waar, dat zulks niet alleen in Engeliand mogelijk is. Maar ook dient te worden erkend, dat wij, engelschen, de kunst verstaan, zulks op zeer bijzondere wijze te bevorderen. En dat ergens anders zoo'n „jongen" toch niet inden hoogsten adelstand zou binnenkomen.
Een tehuis voor verpleegsters Een aardige stand op de bazar ten bate van een tehuis voor verpleegsters te Deventer. Een der medewerkenden had het costuum van Florence Nightingale, die in de vorige eeuw een voorvechtster voor de belangen der verpleegsters was, geïmiteerd.
De watertoren te Lochern
Een anti-oortogbazar Door de leden der afdeeiing Deventer van de S.D.AP. werd een uitstekend geslaagde antioorlogbazar gehouden. ■";;-
2S :
r
"
't
t fi
lï
11
welke levens dient als uitkijktoren en voor dit doel zeer geschikt is.
PWBBi-ïJ
^r^
*
1
':
JPÜNI
P^f«» *^
1 S?" fMTi
' '.*<■" ,'^>äy *■■:•%'■* 'A f&w'> De Amersfoertsche handelsschool herdachr haai 12i/2-jarig bestaan. Velen bezochten de receptie in de foyer van Amicitia
■■'f^--.T
Éiir
'}"-:mm *■■■■
.■•...... Vereenlglng van chrlsteliike onderwiizers De afdeeling Friesland hield te Leeuwarden een vergadering.
m—mmm
WAT DE DOKTER ZEGT Vitaminen. We hebben vroeger gezien, dat ons voedsel in het algemeen bestaat uit eiwit, vet, koolhydraten, zouten en water. Niet lang geleden meende men nog, dat deze stoffen inderdaad voldoende waren. Doch dit bleek onjuist. Tot deze overtuiging is men gekomen, o.a. door bestudeering van een aantal merkwaardige ziekten, zooals de scheurbuik. Men herinnert zich, dat deze ziekte veel placht voor te komen bij de oude poolvaarders. Deze gebruikten uit den aard der zaak gebrekkig en (hierop komt het aan) bijna uitsluitend verduurzaamd voedsel. Om de ziekte tegen te gaan namen ze wat citroensap, lepelblad, enz., dus versehe stoffen, die niet een ingrijpende behandeling hadden ondergaan. Zoo kwam men op het idee, dat het verduurzaamde voedsel in een of ander opzicht onvoldoende was, een tot dusver onbekend „edel" bestanddeel miste, dat wel aanwezig was in citroensap, versehe groenten enz. Verdere waarnemingen hebben dat bevestigd. Niet alleen op poolreizen zag men de scheurbuik optreden, ook in andere gevallen van onvoldoende, éénzijdige voeding,, b.v. bij iemand, die niets dan thee en brood gebruikte. Onlangs zijn er nog gevallen geweest te Rotterdam bij zeer gebrekkig gevoede menschen. Fn at deze gevallen treedt spoedig herstel op bij gebruik van versch voedsel Interessant is het ook, wat men bij een andere ziekte, de meer tropische „beri-beri" ziet. Het bleek n.1., dat die vooral voorkwam bij het zoo goed als uitsluitend gebruik van gepelde, gepolijste rijst, terwijl menschen, die de ongenelde (dus minder fraai afgewerkte) rijst c aten, er vrij van bleven. Er bleek äu een volstrekt noodige, onbekende stof te zitten in het z.g. zilvervliesje van de rijstkorrel. De lijders aan „beri-beri" plegen snel te beteren bij andere voeding, ook al weer met versehe groenten, ongekookte melk, enz., enz. Die „edele" voedingsstoffen nu, die in zeer kleine hoeveelheden in het voedsel aanwezig moeten zijn en absoluut
Een eigenaardige molen Foto S. Engel, Haarlem
Grondregels om ziet) ivijeeiijh te gedragen in de Waereld-
i
Oecf aan uiv Schepper al ivat gij Rem zijt verplicht «clracljt zijn Woord, en Wet. Denk eer gij Iets verriebt Verktviet geen tijd. Verkeer meteeriijke lieden Coond gij um gaven, iaet l)et niet verwaand geschieden Schik u altoos naer 't geen een ander denkt of zegt W\\k zedig, daer men utv gevoelens niederlegt
31^ WZ&- ^s» s-$&të£Si
I i
■
i.
jnaÊ r
mr -.""■-*
■■■/«' ^
** :■•■■*'■
-.
-■■-
-*»"—.
ü De onverwachte sneeuw
Foto mej. Stgaar, Uiden
FILM-FILMPJES De bioscoop en de gevangenis. Als een bewijs, dat de bioscoopvoorstellingen in de gevartgenis aan den Amstelveenschen Weg te Amsterdam geslaagd mogen worden geacht, kunnen we meedeelen, dat besloten is tot den bouw van een cabine in deze gevangenis over te gaan, waarmee dus tevens te kennen wordt gegeven, dat deze voorstellingen geregeld zullen plaats hebben. Ook pleizierig. Erich von Stroheim heeft Aniella Elter, een jong Tschecho-Slowaaksch actricetje uitgekozen om de rol van het kwaad uit te beelden in „Het vroolijke Weeuwtje". Hij zegt, dat zij de- meest boosaardig uitziende vrouw is, die hij ooit heeft ontmoet en dat hij haar daarom gekozen heeft. Het is haar eerste engagement in een amerikaansche film. Nieuwe film met bekende sterren. Harry Piel legt in Nizza en Monte Carlo de laatste hand aan zijn opnamen voor „Sneller dan de Dood". Asta Nielsen speelt de hoofdrol in „Athleten", de film, (He Zelnik voor de Phoebus heeft vervaardigdDe nieuwste May-film zal tot titel krijgen: „Mein Liebster ist ein Vagabund".
niet gemist kunnen worden, noemt men vitaminen. Aanvankelijk meende men, dat het één stof was, en dacht die zelfs geïsoleerd te hebben. Maar dit bleek onjuist. Er zijn verschillende soorten vitaminen en er worden er nog steeds nieuwe bij ontdekt. Die, waarvan het ontbreken scheurbuik veroorzaakt, is weer een andere dan die, welke samenhangt met de beri-beri, enz. Ook bij de „engelsche ziekte" blijken de vitaminen een groote rol te spelen en het nut van de levertraan bij deze ziekte zit hem voor een belangrijk deel al weer in haar vitaminen. Men ziet dus wel, wat een belangrijke uitbreiding van de voedingsleer het vitaminenvraagstuk heeft gebracht. De zaak wordt, zooals gezegd, nog steeds •ingewikkelder. Tal van groepen vitaminen zijn reeds bekend; sommige hebben belang voor ziekten, andere voor den groei, de vruchtbaarheid, enz. Belangrijk blijft, dat men de vitaminen bij voorkeur aantreft in versehe spijzen: versehe groenten, vruchten, boter, eierdooier, enz Hierdoor is margarine uit plantenvetten niet gelijkwaardig met natuurboter. Kool en wortelen, hoewel goedkoop, blijken zeer veel vitaminen te bevatten. Aan den éénen kant ziet men het nut van het gebruik van versehe groenten, enz., nu wel in, maar aan den anderen kant moet men niet vergeten, dat een normaal gemengd dieet de benoodigde vitaminen bevat, zoodat men nu weer niet in een ander uiterste moet vervallen, in een lijstje alle zeer vitaminen rijke stoffen op moet gaan zoeken en daarvan zooveel mogelijk moet gaan gebruiken. Het blijkt alleen gevaarlijk zich zeer éénzijdig te voeden. Vitaminenrijk voedsel is vooral noodig in de groeiperiode; men moet dus zorgen, dat het kind vooral ook voedsel krijgt, dat ze in voldoende mate bevat (groenten, vruchten, enz.). Tot slot nog dit: de vitaminen zijn nog niet in zuiveren toestand geïsoleerd; hun scheikundige samenstelling is nog onbekend. Men kent alleen stoffen, "die er rijk aan zijn, andere, die ze niet bevatten, enz. Overigens is dit alleen het allervoornaamste, want de „volle waarheid" is zeer onoverzichtelijk en te ingewikkeld om leeken goed duidelijk te maken. H. L. S.
Een pittoresk hoekje
Foto F. v. d. Schaaf. Dtlft •■"■
EEN TOONEELWERK. DAT STEEDS WEER INTRESSEERT VORSTENSCHOOL DOOR MULTATULI BSIOB
Het is thans vijftig jaar geleden dat Vorstenschool voor 't eerst werd opgevoerd. Wat ds er destijds over dit tooneelwerk in veraen van Douvves Dekker, die inderdaad wel aanspraak had op zijn nom de plume Malta tuli (ik heb veel geleden) veet te doen geweest. In 1872 verscheen 't in druk, doch nog drie jaar ging er mee heen, eer 't Tooneclgezel schap der Nieuwe Rotterdam sehe Schouwburg vereeniging, onder Direcrie van Ie Gras, van Zuylcn en Haspels de opvoe ring aandurfde, nadat Mina Kruseman — die zelf als gas* mee zou spelen — daarop had aangedrongen. Van degenen, met wie Multatuli het stuk insirtideerde en die de eerste opvoering meemaakten, is, geloof ik, alleen Mevrouw de Boer van Rijk, toen nog juffrouw de Rijk in leven, in wier opgewekt spel als groom (een klein bijrolletje van luttelen omvang en beteekenis) de auteur zoo'n pleizier had. Het is de groote acteur Dirk Haspels geweest, die een schitterende creatie van den Koning te bewonderen gaf: ja, Multatuli heeft zelf erkend, dat de acteur in dezen pas de juiste teekerang gaf van de figuur, welke in de uitbeelding van den auteur niet af was geweest. Douwes Dekker heeft zelf ook nog twee keer meegespeeld, •n.1. als Spiridio en als von Schukenscheuer viel hij in, toen de betreffende tooneelspelers door ongesteldheid verhinderd waren. Menigeen zag in 't stuk in de eerste plaats een satyre op be staande personen. Zoozeer, dat bij de eerste opvoering in Utrecht men bepaald bang -oor herrie was: de hoofd-commissaris en andere politieautoriteiten zaten in de zaal, om bij het eerste . wat aanstoot kon geven, de opvoering te doen staken, doch het liep allemaal1 best en de Koning in Vorstenschool had ook door zijn grime geen gelijkenis met het staatshoofd. Trouwens, het was dwaasheid te meenen, dat Multatuli een specialen vorst, nog wel onzen Koning, had willen uitbeelden. Hij heeft tot in den treure deze veronderstelling als belachelijk en geheel en al met de werkelijkheid in strijd van de hand gewezen. Wat hij slechts wilde geven, was een stuk, waarin men, aldus de ondertitel, een vluch tige schets kreeg van een paar verschillende wijzen waarop hooggeplaatste personen hun roeping zouden kunnen opvatten. In bet eerste bedrij.f leeren wc de jonge Koningin Louise kennen, die zich alle mogelijke moeite geeft om te helpen, waar sociale misstanden zijn, en om achter de bestaande misstanden to. komen. Dat is haar opvat-
DtOD
Mevr. Tartaud als de „Iconlnsln in de mcumm mei Heran (Jaap van der Pali) Mevr. Tartaud toont in deze rol de grootheid »an haar talent, zoowel in spel als in »oordracht. Zij weet, ook nu nog. aan dit tooneelstuk. dat toch eigenlijk »oor 'een groot deel »eroude^d is, een bijzondere charme en cachet te ge»en.
Koning George iaat zich gaan
Het moment, waarop de koning (Frits Tartaud) a.an Hesselfeld, om een onvoorzichtig woord, te lijf gaat. V. l.n.r. Hesselfeldt (Ver»oorn), de koning (Tartaud). Miralda (Huysmans), ». Schuckenscheder (Theo Frenkel jr.). Spiridio (Verstraete). ». Huisde (Motrien).
De scène tusschen de koningin Louise en de koningin-moeder .' '.1..- : mevr. Tartaud als koningin Louise, mevr. v. d. Poli als de koninginmoeder en mej. Kluppel in de rol van de Walbourg.
ïbJOOm
ting van het ware koningschap. Van de hofvlcierij,, hof- en politieke onwaarheden wil zij niets weten. In de tweede acte zien we den Koning midden in den nacht opstaan omdat hem een mooilijk problocin kwelt; hoc hij ck- epauletten voor nieuwe uniformen zal laten maken. De kleermaker wordt ontboden, lakeien en de hooge dignitaris van Huisde, zij allen worden gebruikt om Zijne majesteit in allen ernst het vraagstuk tot een oplossing te laten brengen. Een allergekste scène: de Koning, die heel serieus de epauletten op de schouders van lakeien, kamerdienaar en van Huisde spelt, om dan het geheel in oogenschouw te nemen. Vermoeid van dezen arbeid, wil hij nog wat vertier, en laat eenige, elders in het paleis feestende beeren van liet Hof bij zich kumen. Een genoegelijk samenzijn, waar Spiridio zijn geest laat bewonderen en Schuckenscheuer zijn groote domheid aan den dag legt. Plots een incident. De Koning bad Minister van Weert laten roepen, doch deze blijkt niet thuis te zijn. Een der beeren zinspeelt er op, dat Excellentie en de Koningin.... waarop een woedevlaag van Zijne Majesteit, die het heerschap, van Hesselfeldt, de keel bijna toeknijpt, groote ontsteltenis doet ontstaan. Dan laat de Koning los en zegt dat het maar een grap van hem was, doet net alsof er van geen min aangename zinspeling sprake is Als de Koning en het groot ste deel van bet gezelschap tenslotte is opgebroken, hooren we echter hoe van Huisde en Hesselfeldt uit het incident politieke intrigues hopen te smeden. Dat gebeurt ook. Om Minister van Weert te redden, dni van Huisde op een alibi en zet dat ook schijnbaar in elkaar. Heel handig doet hij, met behulp van een zekeren Puf, een dronkaard, wiens jongste kindje door het naaistertje Hanna, zijn buurvrouw, wordt verzorgd, het verhaal in het leven roepen, dat Hanna beeren van het Hof op zeer minzame wijze ontvangt, waar onder dan van Weert zou zijn. Door de toevallige aanwezigheid van de Koningin, die kennis beeft willen maken met het eenvoudige naaistertje, wordt deze lage intrigue ontmaskerd in het bijzijn van Hanna's verloofde, den dichter Albert en haar broer, den smid Herman. In het laatste bedrijf weet de Koningin er voor te zorgen, dat Hanna, die zij met Albert en Herman ten Paleize ontvangt, het eerherstel krijgt waarop zij recht heeft, straft zij op striemende wijze den minderwaardigen hoveling van Huisde en zien wij den Koning, die een oogenblik getwijfeld had aan ,heLhfMvrstaaodekarak-
ter zijner vrouw, als eenander, nu werkelijk koninklijk denkend en begrijpend mensch. In Koningin Louise, en daarnaast in de eenvoudige Hanna en haar familie heeft Multatuli ons menschen geteekend met hooge idealen, van edel karakter en daarnaast slaagde hij er in, in scherpe teekening het minderwaardige van veinzerij, vleierij en geïntrigeer, dat zoo
dikwerf de hoflucht bederft en koningen het slachtoffer doet zijn, op den voorgrond te stellen en te laten zien, welke moeilijkheden vorsten somwijlen te overwinnen hebben, juist door de bedorven omgeving waarin zij opgesloten zitten, willen zij op rechtvaardige wij^e regeeren en daarbij het goede tot stand brengen. De Ver. Rotterdamsch Hof- ~
stadtooneel heeft het stuk weer opgevoerd. De Koningin van Mevrouw Tartaud was schitterend als steeds: wat voelt deze actrice vorm en inhoud van dit stuk zuiver aan, wat zegt zij de verzen mooi en makkelijk, welk een nobele majesteit gaat er\ van heel haar verschijnen, uit. Tartaud gaf een voortreffel ijken koning, een zooals ongetwijfeld
Het bleek echter niet noodig te zijn. Want kort nadat bovengenoemd gesprek had plaats gevonden, dienzelfden avond nog, werd er gebeld. Het meisje gaf een kaartje af, een mijnheer Fumis wenschte mijnheer Seton te spreken. Kijk eens wie 't is, zei mijn vriend tot zijn vrouw. Zij deed het en kwam vol opgewondenheid terug. Het is de man, die miss Lucy naloopt. Laat hem dan binnenkomen. Een keurige man, van een jaar of vijf en veertig, vijftig, trad de kamer binnen. ; Mag ik beginnen, met u mijn verontschuldigingen aan te bieden, dat ik u, als volslagen vreemdeling, stoor. Wellicht heeft u van de juffrouw, die gij met de zorg voor uw kleintje belast, gehoord, dat ik haar sinds eenigen tijd heb gevolgd. Veroorloof mij, dat ik u in 't kort zeg, waarom ik zulks doe. Ik ben weduwnaar en heb evenals gij een dochtertje, voor wie ik graag een goede zorgzame moeder wilde hebben. Mijn vrouw, haar eigen moeder, is helaas gestorven. Ik sta op het punt voor längeren tijd naar Indië te gaan en zou nu mijn kleine onder goed toezicht willen achterlaten, doch niet van een vreemde. Men heeft mij verteld, dat juffrouw Maine, zich bij u zoo goed van haar taak kweet. Wat ik van haar gezien heb, geeft mij daarvan het bewijs. En nu heb ik- maar eens de stoute schoenen aangetrokken en bij u aangebeld o'm u alles te vertellen en u te vragen, of gij wilt toestaan in uw huis een eerste onderhoud met miss Maine te hebben. Natuurlijk stond ik wel verbaasd, zei de heer Seton later. De meest onaantrekkelijke vrouw had nu toch kans op V. echtgenoot. Het kan wel raar in de wereld loopen. Begrijpelijkerwijze, had ik er niets op tegen om het verzoek toe te staan. Die mijnheer Fumis zag er heel fatsoenlijk en betrouwbaar uit, dus werd miss Lucy geroepen. Bescheiden trok het echtpaar Seton zich terug. De heer Furnis begon met zijn bedoelingen aan miss Maine uiteen te zetten. Ze praatten over allerlei, over opvattingen betreffende kunst, het leven, godsdienst, opvoeding. Kortom
Dirk Haspels het niet beter gedaan zal hebben. Naast dit tweetal zij nog in het bijzonder geroemd de Hanna van Jo Pelten-Steenbergen, die van deze rol iets heel innig-warms en goeds maakte, en de zeer vermakelijke gek, welke door Theo Frenkel vertoond werd als von Schuckenscheuer. Het vijftig jaren oude stuk bleek nog te trekken.
HE INTERN. BLOEMENTENÏOONSÏEIXING TE HEEMSTEDE
Een waardige hulde
In de tentoonstellmgshall we: d als eendaad van welverdiende o:c:eit het borstbeeld van wijlenden heer J. H. Krelage onthuld.
De tentoonstelling in de sneeuw Openingsplechtigheid in het concertgebouw te Haarlem
Op den voorgrond ziel men het beeld de Zaaier, door den beeldhouwer Bolle te Rotterdam vervaardigd.
De autoriteiten bezoeken de tentoonstellins V.i.n.r. in de voorste rij: De heer Blazer, handelsat:ach* van Frankrijk, de fransche gezant de Mar'cilly, prins de Ltgne. belgisch gezant.Verdermeer naar :echts: minister Ruys at Beerenb:cuck. prinses de Licre en de heer Krelage,
AVONTUREN VAN Dr. WILSON De „mannelijke" kinderjuffrouw. Meer dan eens waart ge zoo vriendelijk, zoo begon Dr. Wilson, om naar mijn verhalen te luisteren, die van ervaringen, ontmoetingen of opmerkingen, welke ik lang geleden had of maakte, vertelden. Misschien, dat u nu ook de volgende geschiedenis zal interesseeren, welke nog niet zoo heel lang geleden het gezin van een mijner patiënten danig in beroering bracht. De familie Seton bestaat uit man, vrouw en een allerliefst meisje van zes jaar. Geruimen tijd hadden zij bij de kleine een allerliefste juffrouw, een aardig meisje, zoowel wat uiterlijk betreft, als wat haar karakter aangaat. Doch jammer genoeg voor m'n vrienden en gelukkig voor de juffrouw, was er nog een ander, die haar aantrekkelijkheden opmerkte. En met dien ander, was zij getrouwd. Mevrouw zocht een plaatsvervangster en na verschillende pogingen, welke tevergeefs waren, scheen ze zoo gelukkig om een heel geschikte plaatsvervangster te vinden. Wanneer men een tegenstelling had gezocht voor de lieve, kleine Rosa, de vorige juffrouw en miss Lucy, de
nieuwe, dan kon men niet beter geslaagd zijn. Lucy Maine was een engelsche, die langen tijd in [ndië bij een nederlandsche familie was geweest en behalve haar moedertaal, ook het nederlandsch vlot sprak. Ze had haar uiterlijk tegen, lang, mager, met een gezicht, dat net zoo goed aan een man als aan een vrouw had kunnen toebehooren en zij miste elke attractie of uiterlijke charme. Mijn vrienden moesten eerst wat aan haar wennen. Doch het eigenaardige was, dat de kleine meid heel spoedig van de nieuwe juffrouw ging houden en uitstekend met haar tevreden was. Werkelijk verstond zij ook de kunst, goed en aardig met het kind'om te gaan. Mevrouw Seton was dan ook bijzonder tevreden en haar man, die zijn volle aandacht voor zijn uitgebreide zaken noodig had, was al 'reeds blij, dat hij geen klachten hoorde. Óp een zekeren dag scheen z'n vrouw echter iets te hebben, wat haar bezig hield of.hinderde, doch waar ze blijkbaar liever niet over praatte. Wat is er kind, vroeg haar man, is er iets wat ik voor je kan doen. Ja, misschien wel. 't Betreft miss Lucy. Zoo? vroeg hij verbaasd. Ja, ze heeft me vanmorgen iets verteld, waarover ik wel graag jouw meening en raad hoorde. Wat is dat voor belangrijks?
De br Krelage en prieset de Liane. *en oovatlend elegante verschijning.
Och, ze heeft opgemerkt, dat ze sinds eenigen tijd op straat geregeld gevolgd wordt. Ik moest een oogenblikje lachen, vertelde mij m'n vriend Seton en miss Lucy kennende, kon ik dat begrijpen. De engelsche had zoo ymnig het type van de vrouw, die de aandacht van mannen trekt, dat deze stille aanbidding met reden onbegrijpelijk kon voorkomen. Mevr. Seton verhaalde in bijzonderheden hoe de feiten zich voordeden. Wanneer miss Lucy alleen of met de kleine meid zich op straat begaf, zag zij meestal een heer van middelbaren leeftijd, die aan den anderen kant van de straat op haar stond te wachten en haar volgde, zoodra zij de deur uitging. Het meisje werd van dit stilzwijgend achtervolgen nerveus en had zich daarom beklaagd. Mevrouw Seton was daarop een keer« iets later dan de kinderjuffrouw uit het huis gegaan en was op die wijze in de gelegenheid om den man te zien en de constateeren, dat miss Lucy zich werkelijk niets verbeeldde. Het eenige wat ik weet, zei Seton tot z'n vrouw, is, dat ik morgen een uur later naar kantoor zal gaan. Ik zal dan net doen als jij gedaan hebt, vrouw, en den man in kwestie aanspreken om zoo ereis te zien, wat hier achter schuilt.
r
ï G
De ramp in den Nieuwen Waterweg
De verloren reddingsboot „de Schelde" Acht van de vijftien mannen, die uittrokken om de „Soerakarta'* hulp te bieden, verloren hun leven. Men ziet op onze foto een derlijkkisten aan boord van de Weso dragen. ■•
.
■
■
■
.
■
■
De bemanning van de „Socrakarta" aan land Nadat alle hoop op behoud van het schip was opgegeven ■ 'ieren officieren en kapitein her wrak. Een foto van de aankomst der bemanning te Hoek van Holland.
De kapitein van „de Schelde" De gereaae kaoitein van „De Schelde" B, C. Weitevede D ■'geeft zich naar de au:o om naar huis te worden vervoer o
omtrent alles, wat in het leven belangrijk is. En het scheen heel goed te gaan. Totdat mijnheer Furnis plotseling opstond en op .z'n onverwachts miss Maine aansprak met: En nou Robert Maine, speel maar niet langer comedie. Ondanks je goeie vermomming, ben je al verraden. Je bent de ontsnapte moordenaar en valsche munter Maine. Robert Maine, beken maar en geef je polsjes, zoodat ik ze ditmaal eens voorgoed bind. De plotselinge overgang, de zeker aan duidelijkheid niets te wenschen overlatende woorden hadden blijkbaar den aangesprokene wel aangegrepen. „Miss Maine" werd zoo wit als een lijk, viel in den stoel terug en scheen door een onmacht overvallen, waar- j uit de heer Furnis haar niet kon wekken. Hij zag zich dus genoodzaakt mijnheer Seton te roepen. En opnieuw moest hij een verklaring geven, die heel anders klonk dan de vorige. Hij was politie-dectective, die opdracht had het spoor van den ontsnapten misdadiger Robert Maine te volgen. Hij was thans overtuigd hem te hebben overvallen. Mevrouw en mijnheer Seton stonden versteld. Miss Furnis zoo plotseling ontmaskerd als een man. Ik kan 't niet gelooven, zei mevrouw. Welnu mevrouw, laten we een dokter roepen. Die kan onzen patiënt bijbrengen en constateeren of hier Lucy dan wel Robert Maine in uw huis is. Zoo werd ik geroepen, ging dokter Wilson voort. ' Men liet mij met den ,,patiënt" alleen. Ik slaagde spoedig er in de levensgeesten op te wekken. En na korten tijd kon ik onweerspreekbaar verklaren, dat „miss Maine" werkelijk miss Maine was. Hier was het voorbeeld van een gerechtelijke dwaling, die gelukkig geen ernstige gevolgen had. Overeenkomst in naam en het eigenaardige mannelijke type der kinderjuffrouw had den inspecteur Furnis op een dwaalspoor gebracht. En inplaats van een belangrijk succes te boeken, waarop hij zoo stellig had gerekend, sloeg hij een figuur, dat nu niet bepaald alleraangenaamst voor hem was!
'l o
„
■ »
-
■ f
•
air-
;■
■ Ji.
m*-
tè -
■e-^ •■■'.: f
*
mi Het belgische elftal
1
Het nederlandsche elftal
T
•■.:v-/'. •■■■ '■■■>..-.
."W ft
Mm i
Het eerste en eenige doelpunt, dat semaakt werd
f De offlcieele tribune In het midden de belgische kroonprins, terwijl de Braban^onne wordt gespeeld.
Spannend spel
ONS SPORTHOEKJE Lawn-tennis. — Dubbelspel. Hervatten we nu onze artikelen over tennis. Na de uitvoerige beschrijving van het enkelspel, kunnen we volstaan met de opmerking, dat dezelfde regels voor serveeren, terugslaan en telling ook gelden voor het dubbelspel. Het speelveld is nu 12 M. breed. In sommige tennistournooien wordt, terwille van de bevordering der animo, voorgift gegeven aan de zwakkere spelers. Deze voorgiftberekening is een vrij ingewikkelde kwestie en wordt verleend, naarmate de spelers in capaciteiten verschillen. * Het ligt mi. niet op den weg van dit weekblad de verschillende tabellen van voorgift geven en ontvangen, op te nemen en toe te lichten. Voor lezers(essen), die er belang in stellen, zijn we gaarne bereid er eens een afzonderlijk artikel over te schrijven of boeken te noe. men, waarin die tabellen zijn opgenomen. Van meer nut lijkt het ons nog iets omtrent de techniek Van het spel mede te deelen. Een van de voornaamste eischen van een tennisser is goed te kunnen serveeren. Van twee overigens gelijkwaardige spelers is degeen, die het best serveert, winnaar. Vroeger was de service underhands, wat vele dames nog doen. Langzamerhand heeft men de groote voordeden van den overhead service ingezien, zoodat tegenwoordig alle beeren en ook al veel dames zich er van bedienen. Vooral de Amerikanen hebben zich speciaal op de studie van die service toegelegd. Zij geven hem zoo- hard en met zooveel effect, dat een tegenstander, die er onbekend mede is, totaal machteloos tegenover staat. Wat is nu het geheim van den zoogenaamden „American service"?
Match Sparta—N.A.C, te Rotterdam
Match Excelsior
S.V.V. te Schiedam
Sportdas te Kijkduin
Vraagt men dit aan een jong speler, dan krijgt men in negen van de tien gevallen tot antwoord, dat het geheim schuilt in de wijze, waarop men den bal raakt. Ten deele is dit ook zoo, doch, en dit is proef ondervindelijk aan te toonen. ook in het opgooien van den bal schuilt een groot deel van het geheim. De meeste spelers doen dit mechanisch. Toch hangt vèn de opgooi zooveel af, dat verscheidene bekende Engelsche spelers den bal met de rechterhand opgooien, om de zuiverheid te bevorderen en dan het racket zoolang in de linkerhand houden, ten einde dit onder het dalen van den bal vlug in de rechterhand over te nemen. Men zorge ervoor, dat: 1. De bal ongeveer 3/1 M. boven het hoofd wordt opgegooid, niet te ver van het lichaam af, opdat men niet behoeft te bukken. Men haalt tegelijkertijd het racket zóóver om, dat het bijna achter den linkerschouder komt. 2. De beweging van het racket loodrecht is op de dalende beweging van den bal. Langdurige oefening hierin alleen doet een speler de kunst van goed serveeren machtig worden. België—Holland. 0—1. De 28ste ontmoeting tusschen de Roode Duivels en de Oranjemannen is dan weer geëindigd in een 'overwinning van de Nederlanders. Sinds 1914 is dit de eerste overwinning op onze zuidelijke naburen. Van 1914 tot 1920 werd de wedstrijd niet gespeeld. Tijdens de Olympiade van 1920 te Antwerpen sloeg België ons met 3—0 en twee jaar later nog eens met 4—0. In 1923 won België zelfs te Amsterdam met 2—1. Dit was de eerste maal, dat Nederland in het Stadion werd geslagen. Al de overige ontmoetingen na 1920 eindigden in gelijke spelen met meestal 1—1 tot uitslag. VETERAAN.
\
„Ja," zei m'nheer Bangma, „'t kan hier geducht spoken. En 't weer schijnt hier wisselvalliger dan binnengaats. Zoo komt 't dat te Heeg de watersport niet tieren wil en de Heegermeer in een kwaden reuk staat." „Veel ot wéinig suiker en melk, Johan?" zoo mengde mevrouw Bangma, bezig koffie te schenken, zich eensklaps in het discours. „'t Liefst zooals u 't klaarmaakt," antwoordde hij galant. „Leukerdl" mompelde Gatske, terwijl mevrouw Bangma met een lachje de koffie voor Johan besuikerde en een flinke snee koek op het schoteltje schoof. „Jammer, dat je zoo goed schipperen kimt, anders had ik je meteen als page geaccepteerd. Maar zeg eris, als jij nu met een tjotter te Heeg lag en een meisje, ik bijvoorbeeld, kwam je aanklampen, om haar ondanks buiig weer en kwaad water naar Galamadammen te brengen, zou je dan ook zeggen: nee, meisje! 't Spookt hier te bar?" „Nou,' antwoordde Johan, „ik zou zeker zeggen, dat er gevaar aan zoo'n grapje verbonden was, maar als zij per slot durfde, dan zou ik geen blóo-jan willen zijn." „De zal wel niet in de gelegenheid komen, de proef op de som te nemen," schertste Gatske, „maar ik herinner mij zoo'n geval uit „de Roos van Dekama". Ken je dat boek? Het verhaalt van den inval van de Hollanders bij Stavoren en 't Roode Klit in 1345." „O, jawell" glunderde Johan; „1345: graat Willem IV sneuvelt bij Stavoren. Dat heeft toch met de Heegermeer niets te maken ?'' „En óf!" ging Gatske voort. „Je moet weten, op Jongemastate bij "Bolsward woonde een mooi meisje, Madzy Dekama ...." „Natuurlijk!' schertste Johan, meisjes zijn altijd mooi...." „Gooi d'r nu geen flauwiteiten tusschen," zei 'Gatske kregel, „ik zeg je, zij was een móói meisje, hartstochtelijk van vrijheidszin. Zij werd de ziel van den Frieschen weerstand tegen de snoode plannen van de Hollanders. Toen ze tijding kreeg van de overwinning bij Warns, reisde ze naar Heeg. Er stond een stijve bries uit 't ZuidWesten, de. lucht stond buiïg, maar niets kon haar weerhouden, de helden tegemoet te snellen en zoo vond ze gemakkelijk een jongen schipper, die 't met haar waagde..." „Zeker was haar vrijer daarginder," schertste Johan. „Nu ja, die was daarginder," beaamde Gatske gul. „Maar dat doet toch aan de dapperheid van het meisje niets af? Menig juffertje zou gezegd hebben: 't is me te ongeriefelijk zoo'n reis te maken, ze komen wel naar mij toe ..." „En met reden," lachte Miei. „Ik zou me tenminste tusschen al die dooie menschen met hun bloederige ledematen niet gewaagd hebben..." „Zoo erg moet je je 't niet voorstellen," zei Johan parmantig, „zulke helden hebben altijd genoeg bagage bij 'zich, om zich na den slag piekfijn om te kleeden, ze laten 't slagveld aan de kraaien over en ontmoeten hun geliefden ergens, waar ze pret kunnen maken. Ja, ja! zoo'n romanschrijver kan de dingen precies schikken, zooals 't in zijn kraam te pas komt. En hij speldt de meisjes van alles op de niouw.
Daar heb je nu bijvoorbeeld dat verhaal, alsof die mooie freule van Bolswjard over Heeg naar de contrijen van Wams reisde. Ik zou zeggen, te paard over Workum en Koudum kon ze 't in de helft van den tijd doen " „Dat moet je zoo boud niet beweren.' interrumpeerde m'nheer Bangma den overmoedigen kriticus. „Ten eerste was er in die dagen geen andere communicatie dan te water. Ten tweede kon men niet te paard van Bolsward naar den Zuid-Westhoek rijden, doordat in de omgeving van Workum 'n warnet van plassen lag met niets anders dan moeras er tusschen. Sedert is die situatie vrijwat veranderd. Voorzoover 't de kosten loonde, zijn al die spoelkomme tjes ingepolderd. Daar rechts van je, waar al die verspreide boerderijen liggen, heb ik 't nog als water gekend. Nu is 't een uitgestrekte gemeente: het Heidenschap. Van avond zeilen we wellicht over 't restant van die kleine plassen en zul je je een voorstelling kunnen maken van de vroegere situatie, toen ér zeker drie-, viermaal zooveel water was. Dus mannetje, ik hoü 't met van Lennep en jij sloeg de plank mis." „Lekker!" zei Gatske triumphantelijk, „dat noem ik iemand op zijn nummer zetten. Geloof maar gerust, wijsneus! dat die m'nheer van Lennep behoorlijk studie heeft gemaakt van de situatie in deze streken, vóór hij een pen op papier zette. En dat vind ik juist 't prettige van historische boeken, wat er in geschilderd wordt is natuurgetrouw, al mogen dan de personen gephantaseerd zijn " „Je legt 't af, Johan!" schertste Miei. „Die Gatske heeft zoo'n wijzen kop! Ook in talen is ze 'n bolleboos. Alleen rekenen kan ze niet zoo best. Daarin is ze 'n kruk, zooals ik ...." „'t Zal met jou nog wel losloopcn," troostte Johan. „Als je maar precies weet, hoeveel centen er in een dozijn gaan...." „Nou, twaalf, natuurlijk!" zei Miei goedig. „Och, laat je niet voor dén mal houden," waarschuwde Gatske, „er gaan natuurlijk geen centen in een dozijn ..." „Nee, nee!" zei Johan, „Miei heeft ge lijk. En hoeveel balve ?...." „Vier en twintig ?" flapten beide meisjes er voorbarig uit. M'nheer Bangma grinnikte. „Je hebt je portuur gevonden Gatske!" plaagde hij. „Zoo'n rakker I" morde Gatske beschaamd, „die laat er ons met een stalen gezicht inloopen. Nou, je hebt zeker een mathematischen kop, leg jij ons eris uit, hoe de Freia bij den wind opzeilt en toch vooruit komt...." „Parallelogram van krachten!" gooide Johan er uit. „Dat 's potjeslatijn en daar worden wij niets wijzer van," wierp Gatske tegen. „De juffrouw op school heeft 't ons trachten uit te lejggen, maar op stuk van zaken kon ze er zelf niet uitkomen. Zóóver is 't mij klaar: 't gebolde zeil vangt schuin van voren wind op; die glijdt grootendeels doelloos langs 't zeil heen, maar voor een klein deel oefent hij er zijn kracht loodrecht op uit. Men zou dus zeggen, de schuit wordt op zij weggeduwd ..." „Zoo zou '
de schuit op zij tracht weg te duwen, komt er schuin van achteren waterdruk op 't zwaard, 't Grootste deel van dien druk glijdt ook weer doelloos langs de schuit heen, een klein deel werkt haar vooruit." Johan verkneuterde zich heimelijk, dat m'nheer Bangma hem zoo uit de penarie hielp. Om de werking van het zwaard had hij eigenlijk nooit gedacht. Nog eenigen tijd waren ze allemaal in de studio van de zeilgeheimenissen verdiept, toen m'nheer Bangma Johan opmerkzaam maakte op de nabij zijnde Kruispollc en hem aanwijzing gat eeri tikje rechts aan te houden, waar door de gebroken kabbeling de wierplant zich vermoeden liet. Na enkele oogenblikken streek hij dan ook de fok. Johan haalde de zeilschoot aan, het zeil viel, de dreg ging overboord en de Freia deinde rustig op de kabbeling tusschen het wier. Nu kwam de beurt aan het hengelgerei. Johan ruimde de roerbank voor mevrouw Bangma, de meisjes gingen aan den voorsteven zitten, de dames lieten zich van aas bedienen en genoten daardoor de eerste kansen, die niet te versmaden zijn, wan neer er toevallig een schooltje baars op zoo'n plek huist. Want 't Homt dan voor. dat de dikste baarzen hun gulzigheid uitsluitend richten op het eerst ingeworpen aas, terwijl de overige hengelaars óf niets Óf kleintjes vangen. Er gebeurde echter niets. M'nheer Bangma en Johan, beiden aartsliefhebbers van hengelen, gingen ieder aan een kant van de schuit op de mastbank zitten, waarbij Johan 't voordeel kreeg van de kabbeling, maar ook de flikkering van de zon op het water had te verduren. Aanvankelijk sloeg nu de een dan de ander een baarsje op, maar 't bleek al gauw, dat de hengelpartij op een fiasco zou uitloopen. De meisjes maakten er een spelletje van door eikaars dobber met den hengelstok onder te duwen, m'nheer Bangma zat in zich zelf te mopperen over den tegenslag: wat drommel! blakend weer, de wind in den besten hoek, een lekker koeltje, frisch aas, prachtig vischwater, m^n moest geen handen genoeg hebben om de vangst binnenboord te halen. Vroeger kwam je nooit te onpas ... En nu kwam langzamerhand het visscherslatijn los, waarin Johan ook al eenige bedreven heid opgedaan had. M'nheer Bangma vertelde van oeroude tijden, toen men op de Sneeker meer, de Langweerdër Wielen en de Oudegaster Brekken baars ving bij emmers vol. En kanjers! Hij herinnerde zich, er zelf eentje gevangen te hebben van bijna 3 pond. Zoo'n kerel was wat mans in 't water. Die kreeg je niet ■ zoo maar binnenboord. Voor de hengelaars was de Oudegaster Brekken jarenlang een Dorado geweest. Daar lagen prachtige wierplaten op zes voet water, verder had je daar diepe rietwallen en middenin een eilandje, waar men zijn potje kon koken. Dan had je de Sneekermeer en daarachter de Poel; voorts de Pikmeer en de Oude Venen bij Grouw, och! eigenlijk was 't overal vetpot in den goeden ouden tijd ... ^ (Wordt vervolgd.)
HEBT GE AL EEN ABONNÊ AANGEBRACHT?
"■""■■■■
■
'^~^^-
,
.
"■
IK ZAL VERGELDEN Naar het Engelsch van Baronesse d'Orczy.
Mevrouw Lizzy Anslngh gehuldisd
Begrafenis van willen den heer A. Koolhoven.
ter gelegenheid van het feit, dat zij vijftig jaar werd. Op onze foto • ziet men haar met bloemen in heur hand.
Wij geven elders in dit blad het portret van dezen, in vele opzichten verdienstelijlcen man.
f Pietje was 't er mee eens. Wel mevrouvvtje, zei de gast tot Piet z'n moeder, zoo'n smakelijk diner krijg ik niet alle dagen. Wij ook niet, merkte Pietje ongevraagd, maar naar volle overtuiging, op! Toen moest hij z'n mond houden. Lord Curzon, die onlangs onverwacht ernstig ziek werd, was in vroeger dagen eenvoudigweg George Nathanuel Curzon. Toon hij als candidaat voor het parlement in verschillende vergaderingen moest spreken, vertelde hij in den loop van z'n speech hoe hij eens, als een jongen, een pak slaag had gehad, omdat hij de waarheid had verteld. Nou, dat schijnt wel geholpen te hebben, je hebt het waarheid spreken sinds wel afgeleerd, klonk onverwacht uit het „gehoor" en de spreker moest wel moedoen aan het algemeen gelach, dat op die interruptie volgde.
1
Hel ecMpaar SwaabGoslau Ie Amslerdaa.
Hel echtpaar Moaioks-vaa Geasel Ie Rotterdam.
Een fout hersteld. Wij hebben vorige weck deze twee .gouden paren" afgsbceld. doch met de verkeerde namen, welke (out wij hierbij hersteller.
Na de kindervisite. Kleine Bob bedankt bij het afscheid nemen heel netjes en zegt: Dank u wel mevrouw, ik heb nog nooit zoo véél pleizier gehad. Nou Bobbie, zóó erg hoef je niet te bedanken. Bobbie: Maar mevrouw, zoo bedank ik altijd. Moeder heeft 't me zelf gezegd, dat 't zoo moest. Or.D.Atanasoff
Dr. H. 3. Olthuls
benoemd tot hoogieeraaraan de universiteit te Sofia. Hij was als olantkundige werkzaam aan de Landbouw hoog eschooi te Wageningen.
predikant der Ned. Herv. Gemeente te Rotterdam die 25 Maart zijn zilveren ambisfeest hoopt te vieren.
Een gemakkelijke vrouw. Ja, zei mevr. de Bruin, ik ben het altijd met m'n man eens. Gemakkelijke vrouw heeft hij dan aan u. Ja natuurlijk verschil ik wel met hem, wanneer /;// ongelijk heeft! Uiiucr filosofen.
Voltaire, de fransche wijsgeer, was beroemd om zijn scherpe geestigheid. Op een dag liet hij zich zeer lovend over Halier ,cen anderen geleerde en wijsgeer, uit. Hij prees zijn verstand, zijn inzicht en zijn kennis. Een wederzijdsche vriend zei daarop, dat hij Voltaire's lof des te hooger aansloeg omdat Haller's oordeel over Voltaire allesbehalve vleiend was. Och. zei Voltaire met een fijn lachje, dat heb ik wel geweten, maar ik vermoed dat we ons ollcbei vergissen. Onmogelijk. Een nog al romantisch aangelegde jonge dame had het ongeluk om in een rivier te vallen. Toen ze bijna verdronk, kwam de redder in den nood en haalde haar uit het water. Zoodra was ze niet weer bijgekomen of ze verklaarde, dat ze haar redder wilde trouwen en niemand anders. Dat kan niet schat, zei haar moeder. Is hij dan al getrouwd ? Neen kind. Waarom' zou ik hem dan niet kunnen trouwen, is hij te oud, te arm, te slecht? Neen lieveling, 't was de groote hond van onzen buurman.
Ze beklaagde haar. Het jonge vrouwtje had haar stouii schoenen aangetrokken om de keukenmeid ercis de waarheid te zeggen. Hoor eens. Mientje, mijnheer is heele maal niet tevreden over het eten. Eergis teren was de biefstuk heelemaal verbrand. gisteren was de rijst veel te nat en vandaag waren de aardappelen veel te zout... Mientje: Beste mevrouwtje, ik heb met je te doen. Het mot toch wel vreeselijk zijn om zóó'n lastigen man te hebben. Goddank dat ik niet met 'm getrouwd ben.
M 3.3.Meyll "•• "• OC nddS die 15 Mei zijn zilveren feest hoopt te herdenken. Hij is thans predikant te Utrecht.
ZIJ
DIE
opperwachtm.bij de cavallerie te Breda aan wien de zilveren medaille voor 24 jaren dienst werd uitgereikt.
HEEN
GINGEN
A. Koolhoven
Majoor Ballintijn
Directeur der Victoriabron een zeer bekend man op sport en kunstgebied.
is op 83-jarigen leeftijd te 's-Cravenhage overleden. Hij diende bij de infanterie.
2. M. Vincent
Dr. Ch. Swaving
oud-burgemeester oer gem. Haaksbergen is 77 jaren oud te Deventer gestorven.
is op 64-jarigen leeftijd te Voorburg overleden.Hij was oud-controleur.
Ontegenzeggelijk. Heb je nog wel ereis aan schieten gedaan ? Neen, nooit. Nou, dan heb je werkelijk niet veel gerrlist. leder in z'n vak. Zenuwachtige patiënt: Maar dokter, is zoo'n operatie nu werkelijk noodig ? Dokter (verstrooid): Noodig... noodig. Ja, 't is eigenlijk meer gebruikelijk. Getroefd. Om' je de waarheid te zeggen, zoo begon de „vriend", ik heb me gisterenavond alleruitstekendst bij jullie geamuseerd. Je hebt een schat van een vrouwtje. Ben jij nooit jaloersch ? Och, om op mijn beurt nu de waarheid te zeggen, ik vraag nooit vrienden bij me, die in de termen vallen om die jaloerschheid verklaarbaar te maken! Niet gelukt. „Visschende" kennis tot dokter, dien hij toevallig ontmoet: En dokter, wat geeft u in geval van ernstige kou ? Advies, advies en 'n receptje, zei de dokter lachend! leder in z'n soort. Een neger was beschuldigd iemand geslagen te hebben. De rechter vroeg hem, boe hij er toe gekomen was om den man te slaan. Och, Edelachtbare, hij noemde me een zwarte schooier. Ja maar je bent toch zwart. Maar Edelachtbare, wat zoudt u doen, als ze zwarte schooier tegen u zegden. Maar ik ben niet zwart. Nou ja. Edelachtbare, laten we dan niet zeggen zwarte schooier, w-at u niet is, maar wel zoo'n soort schooier als u wel bent.
Déroulède. iemand uit een rijke burgerf am ilic, heeft in een der adellijke clubs een woorden wisset ing gekregen met den jongen hertog de Marny Tegen zijn zin ia hieruit een duel ontstaan. Déroulède weet zijn tegenstander te ontwapenen. Doch de jonge man, verhit van den wijn. eischt dat hij excuus zal vragen. Tevergeefs trachten zijn vrienden hem tegen te houden. Opnieuw worden de degens gekruist. De jonge man stort zich als het ware in Dèroulëde's wapen en sterft. Men brengt het lijk naar den ouden hertog de Marny. die verlamd, alleen met zijn dochtertje leeft. Juliette heeft alles gehoord en begrepen. Het ergste vindt zij. dat zij haar vader zal moeten waarschuwen. Doch deze weet reeds altes. Hij geeft last hem in zijn statiegewaad te steken. Zoo wil hij naar zijn zoons doodsbed gaan. Daar laat hij Juliette bij zich komen om van haar den eed te vorderen dat zij haar broer zal wreken- Het meisje aarzelt eerst doch dan, door een heiligen ijver bevangen, belooft zij haar vader plechtig Déroulède te Zullen vervolgen, dooden of schade te doen! De revolutie is uitgebroken met al haar gruwelen. Diroulède woont met zijn familie in een volkswijk. Hij interesseert zich voor de belangen van het volk. Op een zekeren dag dringt Juliette door tot den straat waar Déroulède woont. Als het gepeupel haar te lijf wil, neemt Déroulède haar in bescherming. Van hem kan het volk alles velen. In het huis van Déroulède vinden Juliette de Marny en haar oude dienstbode PétroneUe bescherming. Zoo is zij dicht bij hem op wien zij zich volgens haar eed mort wreken
HOOFDSTUK IV. De trouwe waakhond. Na het avondeten praatte men over Charlotte Corday. Juliette deed dat gaarne. Het gaf haar een geruststelling tegenover haar eigen daden, eene rechtvaardiging die zij soms noodig scheen te hebben. Zij hield ervan, Paul Déroulède te hooren spreken, zijn enthousiasme op te wekken en zijn ernstig, somber gezicht te zien opklaren door het vuur van zijn geestdrift. Zij had zich bekend gemaakt als de dochter van den hertog de Marny. Toen zij den naam van haar vader noemde en vertelde dat haar broeder bij een duel het leven verloor, zag zij, dat Déroulède haar aandachtig gadesloeg. Hij had willen weten of zij alle bijzonderheden ervan wist:maar zij gaf hem zijn blik onbevreesd terug en daarmee scheen hij tevreden gesteld. Mevrouw Déroulède scheen niets te weten van de omstandigheden waaronder dat duel had plaats gehad. Déroulède trachtte Juliette uit te hooren, haar over haar broeder te laten vertellen. Zij beantwoordde al zijn vragen, maar er bleek in, 't geheel niet uit, dat ze wist, wie haar broeder gedood had. Zij wilde dat hij wist wie zij was. Als hij vijandschap in haar vreesde, was het nu nog tijd genoeg voor hem, haar niet langer in zijn huis te houden. Maar dadelijk daarop, had hij haar opnieuw zijn gastvrijheid aangeboden. „Totdat wij alles in orde hebben gebracht voor uwe reis naar Engeland", zei hij met een zucht, alsof het hem speet van haar te moeten scheiden. Hij leek Juliette totaal onverschillig voor het onrecht dat hij haar en haar vader had aangedaan: daar zij zich zelf beschouwde als een wrekende geest met vlammend zwaard in de hand, die haar broeder's moordenaar als een meedoogenlooze Nemesis achtervolgt, had zij liever gezien dat hij bang voor haar was, al was zij slechts een jong en teer meisje. Zij begreep niet dat hij alleen verlangde alles zooveel mogelijk weer goed te maken. Het geschil met den jongen Vicomte de Marny was hem opgedrongen, het gevecht was in alle opzichten eerlijk geweest en hij had alles in het werk gesteld om den jongen man te sparen. Hij was een speelbal van het noodlot geworden en hij was verheugd dat dit hem thans weer uitkoos om de zuster te redden. Terwijl Déroulède en Juliette samen praatten, ruimde Anne Mie de tafel af en kwam op een laag stoeltje aan Mevrouw's voeten zitten. Zij nam geen deel aan het gesprek, maar nu en dan voelde Juliette, dat de oogen van het meisje vol verwijt op haar gericht waren.
Toen Juliette met Pétronelle naar haar kamers was gegaan, nam Déroulède Anne Mie's hand in de zijne. „Zal je lief voor mijn gast zijn, Anne Mie ? Zij ziet er zoo erg eenzaam uit en heeft al zooveel verdriet gehad." „Niet meer dan ik heb", mompelde het jonge meisje onwillig. „Ben jij dan niet gelukkig, Anne Mie ?" „Is een ongelukkig, mismaakt schepsel ooit gelukkig ?" zei zij met zulk een drift, dat ten spijt van haarzelf de tranen van verdriet in haar oogen kwamen. „Ik wist niet, dat je ongelukkig waart"^ antwoordde hij treurig, „en nóch in mijn oogen, noch in die mijner moeder, ben je ook maar eenigszins mismaakt." Haar stemming sloeg plotseling om. Zij ging naar hem toe en drukte zijn hand tusseben haar beide handen. „Vergeef me! Ik — ik weet niet wat mij vanavond scheelt", zei ze met een verlegen lachje. „Wacht eens, je vroeg me, vriendelijk tegen Mademoiselle Marny te zijn, nietwaar?" Hij knikte glimlachend. „Natuurlijk zal ik vriendelijk tegen haar zijn.- Is iedereen niet vriendelijk tegen iemand, die jong en mooi is en groote, smeekende oogen en zacht, krullend haar heeft ? Ach, wat is voor sommige menschen het leven gemakkelijk! Wat verlang je van me, Paul ? Dat ik haar bedienen zal ? Haar kamenier zal zijn ? Haar zenuwen kalmeeren of iets dergelijks ? Ik zal aïles doen, ofschoon ik in haar oogen toch ongelukkig en mismaakt zal blijven, een beklagenswaardig schepsel, het onschadelijke, noodzakelijke huisdier. —•" Een oogenblik zweeg zij: daarna wenschte zij hem goeden nacht en keerde zdch om, om heen te gaan. Zij had haar kandelaar in de hand en zag er aandoenlijk en ' teer uit, met die leelijke hooge schouders, waarvan Déroulède haar verzekerde, dat niets te zien was. Het licht flikkerde door den tocht en verlichtte het smalle, bleeke gelaat, de groote melancholieke oogen van den trouwen waakhond. „Die waken kan en bijten!" zei zij half hoorbaar, toen zij de kamer verliet. „Want ik vertrouw je niet, fijne madame en er was iets in die comcdie vanmiddag, wat ik niet heelemaal begrijp." HOOFDSTUK V. Een dag in de bosschen. Niettegenstaande de vreeselijke vervolgingen in de meeste steden van Frankrijk, ging Moeder Natuur toch gewoon haar gang. Wel hadden Juni, Juli en Augustus nieuwe namen gekregen — zij werden nu Messidor, Thermidor en Fructidor genoemd — maar ook onder deze namen brachten zij dezelfde bloemen, dezelfde vruchten, dezelfde bladeren en hetzelfde gras voort. Messidor zorgde voor de wilde rozen aan de heggen en struiken, Thermidor voor de mooie roode papavers tusschen de goudgele korenaren en Fructidor was de maand, die de roodc puntjes aan de wilde zuring dee|d komen en het eerste rose kleurtje op de rijpwordende perziken tooverde. Toen Juliette de zon zoo heerlijk zag schijnen, had zij niet langer geduld, in huis te blijven, maar verlangde naar buiten te gaan, naar bosch en naar veld, om te kunnen luisteren naar het zingen van de vogels en te dwalen langs de groene weilanden. Zij was al vroeg uitgegaan in gezelschap van de oude Pétronelle; in een mandje had zij boterhammen, wat fruit en een flesch wijn meegenomen.
In een roeiboot je waren zij de rivier afgevaren tot aan Suresnes en nu was het plan, al dwalende door de bosschen, haar huis weer te bereiken. Buiten was het vredig en rustig: het geschreeuw en gejoel van het Fransche gepeupel drong niet door tot het kreupelhouit van Suresnes. Het leek wel, of dit kleine, oude dorpje door de plunderaars vergeten was geworden. Doordat de vorst er nooit had vertoefd, ook nooit in de bosschen gejaagd had, gaf het geen aanleiding tot wraakneming. Juliette genoot van den heerlijken dag buiten; zij hield veel van bloemen, van vogels en boomen en Pétronelle viel haar niet lastig. Toen de middag verstreken was, keerde ze met een zucht huiswaarts. Het was een eenzame weg, die weg door het bosch, dat zich ten noordwesten van Parijs uitstrekt. Wel waren er geen eeuwenoude eiken en hooge beukenboomen, maar dichte lanen met eschdooms en struiken, waaraan hazelnoten groeiden. Tusschen dat alles verspreidde de kamperfoelie een heerlijken geur. Juliette had, op raad van mevrouw Déroulède, de driekleurige sjerp om haar middel gebonden; op haar hoofd droeg zij een mutsje van vuurrood laken, waarop zij de onontbeerlijke rosette gestoken had. Zij had in haar hand een veldbouquet van klaprozen, margrieten en blauw wolfskruid en terwijl zij over de smalle boschpaadjes stapte, geleek zij wel een boschnimf met de oude moeder Pétronelle als haar adjudante. Plotseling bleef zij stilstaan, want ze had voetstappen hooren naderen en even daarna verscheen Paul Déroulède en Uep vlug op haar toe. „Wat waren we thuis ongerust over u", sprak hij, als wilde hij zijne komst verontschuldigen. „Vooral mijne moeder... „En daarom kwam u vlug hierheen om mij te zoeken", antwoordde zij met e^n vroolijk lachje, de lach van een jonge vrouw, die voelt dat zij er aardig uitziet en weet, dat het een genot is, met haar te praten. Zij wilde haar vleugels uitslaan, om te kunnen vliegen in dat dolle, vroolijke, uitverkoren land, het land van de liefde. Hóe heerlijk de dag ook geweest was, toch was het nog niet volmaakt geweest. Er had iets aan ontbroken. Pétronelle was een stil gezelschap voor haar en zijzelf was te jong om lang met haar eigen gedachten alleen te zijn. Nu scheen het alsof alles anders was geworden. Nu was er iemand gekomen, die met haar de bekoring van het bosch, de schoonheid van de blauwe lucht, die tusschen het dicht gebladerte van de met kamperfoelie bedekte boomen te voorschijn kwam, onderging. Er was iemand waarmee ze praten kon, iemand die haar mooie witte jurk, die ze 's morgens had aangetrokken, bewonderen zou. „Maar hoe wist u, dat u me juist hier kon vinden ?" vroeg ze, een weinig coquet. „Ik wist het niet", antwoordde hij rustig. „Men vertelde me thuis, dat ge naar Suresnes zoudt gaan en door het bosch terug zoudt komen. Ik werd angstig, want ik wist, dat ge de poort aan de noordwestelijke grens moest passeeren, en ..." „Nu, wat zou dat?" Hij glimlachte en keek een oogenblik de teere verschijning vóór herti, aan. „Wel, ge moet begrijpen", zei hij vroolijk, „dat die sjerp en de roode muts nog lang geen voldoende vermomming voor u zijn. Ge riet er heusch niet uit als een hechte vriendin van het volk. Ik dacht wel, dat uw mousseline kleedje helder zou wezen en dat er wel veel kostbare kant aan zou zitten." Opnieuw lachte zij en met haar fijne vingers lichtte ze haar rokje op, waaronder veel witte1 kant te zien kwam.
De jury, die op het bal onder leiding van den heer Klinkert, j.1. Zaterdag ds keuze moest maken, had voorwaar geen makkelijke taak. Eerst na lang aarzelen, wikken en overwegen werden de zeven, meest aantrekkelijke, danseressen uitgekozen. Doch nu begon de moeielijkheid pas. Wie zou van die zeven de eerepalm verdienen. De jury wees tenslotte hiervoor mevr. Toussaint-Muller de vrouw van den begaafden jongen schilderToussaint aan.
■
t
H
■^1* m
1
Kk- ■' •'11
m
wL ^
De heer Zukor is de energieke leider ran de Paramount Cy.. een der grootste filmfabrieken in Amerika, Hij bezocht op zijn reis in Europa, met zijn vrouw, het nederlandsch agentschap.
^^
^K-^.^Sr^^^^^^H
1
1
^F
^r^V ^|
V
1
I
m
H
.
^*f' f
■.'"'HïS
*^BP
De heer en mevr. Adolphe Zukor
x
M
■,-.
—,■*»- .-■.;-
,"'■■■,,--',■,
•
•'"■
.■■-.: ^'"'"^V
'
* ^ '
■v
^
■
H
M 'v
Adolf Busch
'ici
;i
■ . i
4»K
■
c ■
i,
, $
WaÊjÊBt-' ■ ^$. * ^
^,;:;' " ^^ ^^ra^»
I
'é J|
een der meest bekende violisten, die, onder leiding van het concertbureau Krauss, ook in Nederland optreedt. Hij speelt Zondag 22 Maart in het Concertgebouw te Amsterdam.
„Wat onverstandig en kinderachtig I" zei hij, bijna ruw. „Had u liever dat ik grof en leelijk was, om een passende partij voor uw aanhangers te wezen ?", antwoordde zij. Zijn baziige toon prikkelde haar, zijn houding leek haar zoo verwaand en gebiedend en zooals de zon soms plotseling achter een. donkere wolk kan verdwijnen, veranderde haar kinderlijke vreugde in een gevoel van niei uit te leggen teleurstelOing. „Ik vraag u nederig vergeving", zei bij rustig „en roep uwe vriendelijke toegevendheid in voor mijne stemming: maar ik ben ook zoo ongerust geweest —". • „Waarom' hebt gij u om mij ongerust gemaakt ?" Het was haar bedoeling, dit onverschillig te zeggen, doch zij faalde in haar poging en haar stem klonk hoogmoedig, een herinnering aan den tijd toen zij nog de dochter van den hertog de Marny, de rijkste erfgename van Frankrijk, was. „Was dat aanmatigend van mij ?" vroeg hij, licht spottend. „Het was werkelijk overbodig", antwoordde zij. „Ik heb u reeds zooveel last aangedaan, dat dk niet wil dat u zich nu ook nog ongerust moet maken." „U heeft niij geen last aangedaan", zei hij rustig, „alleen ben ik u dankbaar." ^Dankbaar? Waarvoor?" „Doordat gij zulk een domme, onvoorzichtige daad begaan hebt, juist voor mijne woning en mij daardoor in staat hebt gesteld, mijn geweten van een zwaren last te bevrijden." „ In welk opzicht ?" „Ik heb nimmer durven hopen, dat het lot mij zoo gunstig zou zijn, mij in staat te stellen een kleinen dienst aan een Ed van uwe familie te bewijzen." „Ik weet, mijnheer Déroulcde, dat gij gisteren mijn leven hebt gered, dat ik nog in gevaar verkeer en mijn redding aan u te danken heb ...." „Weet ge ook, dat uw broeder aan mij zijn dood te danken heeft ?" Zij klemde haar lippen vast opeen, niet in staat tot eenig antwoord, boos op hem, dat hij zoo plotseling, zonder waarschuwing, dat teere punt had aangeraakt. „Ik wou het u al telkens vertelkn", vervolgde hij haastig, want het scheen me toe, dat ik u bedroog die laatste paar dagen. Ik denk niet dat ge kunt begrijpen, wat het me kost. u dit juist nu te moeten vertellen; maar ik ben bet verplicht, denk ik. Als ge het later eens zoudt vernemen, zou het u kunnen spijten, dat ge eenigen tijd in mijne woning hebt gelogeerd. Kort geleden noemde ik u kinderachtig; vergeef me dat; ik weet dat ge een vrouw zijt, die me begrijpen zal. ik doodde uw broeder in een eerlijken strijd. Hij prikkelde en beleedigde me, zooals geen man nog ooit te voren geprikkeld was geworden ...." „Is het noodig, mijnheer Déroulède,mij dit alles te vertellen ?" viel' zij hem ongeduldig in de rede. „Ik vond het beter, dat u het zou weten." „Dan moest u ook weten, dat ik de zaak nu niet meer van het gezichtspunt van mijn broeder kan hooren." Nauwelijks had zij deze woorden gesproken, of ? ij begreep, hoc wreed zij geweest was. Hij antwoordde niet; hij was te veel gentleman om haar een verwijt te maken. Misschien begreep hij nu pas, hoe diep zij geleden had door den dood van haar broeder en welk een kwelling bot haar moest wezen, zich van aangezicht tot aangezicht met zijn moordenaar te weten. Door haar tranen heen, keek zij hem even aan; zij had grooten spijt van haar woorden. Het noemen van den naam van haar broeder, de herinnering aan dien vreesclijken nacht aan zijn doodsbed, aan
Prof. dr. 3. P. Wlbaut De gemeenteraad van Amsterdam heett dr. J. P. Wibaut benoemd tot gewoon hooqleeraar in de organische chemie aan de gem. universiteit. Prof. Wibaut is de zoon var. den wethouder van Amsterdam en een bekend geleerde.
[
VERZORGING VAN PLUIMVEE
M. B. te 's Gr. Sedert half December '24 heb ik 12 jonge kippen ('24) aan den leg met aanvankelijk goede uitkomsten, doch sedert einde Januari belangrijke vermindering van het eierenaantal; veelal windeieren, ook wel zeer dunne eierschalen die barsten vertoonen. Voeding gegeven als gewoon (per kip: 1 lepel ochtendvoer aangemaakt en verder per dag 2X1 flinke hand gemengd voer), bovendien ook kalk en schelpen. Wat hiertegen te doen ? Antwoord. Het as een gewoon verschijnsel, dat hoenders, die een paar wintermaanden goed gelegd hebben, tijdelijk het leggen staken, de vermindering van het eieraantal is dus hiermede verklaard. De ejeren met dunne schalen en de windeieren zullen komen van de kippen, die het laatst aan den leg zijn gegaan, deze zijn vermoedelijk te vet en vette kippen vertoonen bovengenoemde afwijkingen in den leg. Uw rantsoen deugt niet voor legkippen. U moet wat meer ochtendvoer en minder .graan geven en veel groen voer. De droogvoedermethode is in dit opzicht beter, uit den automatischen voerbak eten de dieren meel naar behoefte; tegen den avond voert men zooveel graan als ze graag lusten. Verschillende firma's (Sluis, Koudijs en Bertels) stellen goede automatische voerbakken voor hun afnemers beschikbaar. Ten slotte wil ik opmerken, dat jonge hennen die vet worden, in het algemeen slechte legsters. zijn en is het niet alleen de voeding die een rol speelt, wat niet wegneemt, dat 2 handen graan per kip •in de korte winterdagen te veel is. PLUIMVEEËR.
WIE ZINGT DAAR? DE „NEW EDISON" =
NEW'4EDISON COMPARISON WITH] lU.'.tALb SO
LIVISC AUriST
Wij noodigen U uit tot een bezoek
KUNSTZAAL EDISON OEN HAAG LANGE POTEN 15
ROTTERDAM WITTE DE WITHSTR. 88 _?vw.;... ■:A-.- ••
de daaropvolgende vier jaren met haar kindschen vader, dat alles had haar in verzet gebracht en haar zoo bitter doen spreken. In het bosch was het stil geworden; het was Iaat in den middag en zij kwamen al dichter bij de stad. In de verte klonk een geweerschot. „Zij sluiten de hekken", zei hij rustig, nadat zij een langen tijd zwijgend hadden doorgeloopon. „Ik ben blij dat ik het geluk had, u te ontmoeten." „Het was heel vriendelijk van u, naar mij te komen zoeken", zei ze gedwee. „Ik" meende niet, wat ik daareven zeidc..." „Och, spreek daar niet meer over. Ik kan het best begrijpen. Ik hoop maar . . .'* „Het zal het beste zijn. dal ik uw huis verlaat", zei ze vriendelijk. „Ik ben zoo ondankbaar geweest voor uwe gastvrijheid. Ik kan gemakkelijk met Fétronellc naar onze kamers teruggaan." „Gij zoudr het hart van mijn moeder breken, als ge dat deedt", zei hij bijna ruw. „Ze is zooveel van u gaan houden en kent de gevaren, die u buiten onze woning wachten. „Mijn grove, ruwe medeburgers", voegde hij er sarcastisch aan toe, ,,zijn mij goedgezind en zullen u niets doen, zoolang ge onder mijn hoede blijft." — „Maar gijzelf .. . .", mompelde zij. „Mijn aanwezigheid behoeft ge niet langer te vreezen, mademoiselle", zei hij op koelen toon. „Ik begrijp heel goed, hoe hateli^d deze u zijn moet, hoewel ik zou wenschen, dat ge tenminste in mijn oprechtheid woudt geloovcn." „Gaat ge dan heen ?" „Niet uit Parijs. Ik heb den post van Gouverneur van de Conciergerie aangenomen." „Ah! — waar die ongelukkige koningin ..." Ze hield plotseUng op. Deze woorden van haar zouden als verraad klinken aan het fransche volk. Instinctmatig keek ze vlug om zich heen, of iemand ze gehoord had. „Ge behoeft niet bevreesd te zijn", zeide hij1, ,,er is hier niemand anders dan Pétronclle." „En gij." „O, ik ben het geheel met u eens. Arme Marie Antoinette!" „Beklaagt ge haar?" „Hoe kan ik anders?" „Maar gij zijt lid van de verschrikkelijke Nationale Conventie, die haar zal veroordeelen en laten terechtstelten, evenals zij het den koning deed." „Ik behoor tot de Nationale Conventie. Maar ik zal haar niet veroordeelen, nóch mij leenen voor een nieuwe Wiisdaad. Ik ga als Gouverneur van de Conciergerie, om haar te helpesn, als ik kan." „Maar uwe populariteit — uw leven — als men bemerkt dat gij haar zoo goedgezind zijt?" „Het is, zooals gij daar zegt, mademoiselle, mijn leven, als ik haar goedgezind ben", zei hij eenvoudig. Zij keek hem met hernieuwde belangstelling aan en vroeg hem, wanneer hij dacht te vertrekken. „Morgenavond." Zij zweeg; een vreemd gevoel van melancholie was over haar gekomen. Dit kwam stellig, doordat zij al meer en meer de stad naderde. Zij hoorde steeds duidelijker het bekende geluid der omfloerste trommen; het luide, opgewonden geschreeuw van de menigte, die zich bij de hekken geschaard had, vol verlangen naar een of anderen belangrijken gevangene, misschien wel een gehaten aristocraat, die aan de wraak van hel volk trachtte te ontktfmen. (Wordt vervolgd.} --•^.:-*•*-—-:
IHIUNI©^ UIT IHUT ©yOTÜML^MO
^oor en van onze kleine
-n
De Anatomische Les (Op rijm) Uit het dictaat van een medisch-student
vriendjes en vriendinnetjes V
DE ALVLEESCHKL1ER
Altijd verstrooid Maar professor, u wilt toch zeker met met het hooraooaraai naar huis gaan. Nee natuurüjK niet mevrouwtje. Nou zie ik meteen dat u er een koord aan vast hebt gemaakt. Da's goed bedacht, u wist zeker hoe verstrooid ik kan zijn! (Fl. Blatter)
Onder vriendinnen — Dit stuk kant Is meer dan veertig jaar oud .... — Magmfique. Heb je i zcif acmaakt? (WeeKly Telegr.)
'^gyawj
Waar ze zoo het land aan had Gelukkig schat dat we een coupé voor ons zeif hebben. Ik heb nergens zoo 't iand aan ais zoo dicht op elkaar te zitten in die volle coupes {Gaiety)
-J
HET KXEINE VERHAALTJE TE LAAT. M'n tante Eulalia heeft een hartewensch ! Wil ze trouwen?. . . . Neen. Tante Eulalia heeft 't land aan de mannen. Wat eigenlijk héél onbillijk is, omdat nog nooit één man zich met haar bemoeid heeft en ze dus niet weten kan, of ze goed of slecht zijn. Neen, tante Eulalia wou graag voor de film spelen. Ster op het witte doek worden. En die wensch is niet van vandaag of gisteren. Toen ze vijf-en-dertig was, da's nou een jaar of vijftien ongeveer geleden, had ze 'm al. Op een zekeren dag staat er een advertentie in de krant. Een schoone jonge dame gevraagd om voor the Dutch Film op te treden. Ze schrijft en sluit een portret in. Bij ongeluk was het dat van d'r nichtje Fien, 'n schat van een meid. Tante Eulaüa krijgt een brief.
waarin ze uitgenoodigd werd op het kantoor der „Dutch" te verschijnen. Zalig! Eindelijk zal haar wensch vervuld worden. Om elf uur moest ze er zijn. Van 's morgens half acht was ze al bezig met haar toilet. Ze moest, ze zou overwinnen, geen kilo schmink, geen pond poeder, geen meter rouge, was haar te duur. Maar door al deze toiletzorgen vergat ze den tijd. Ze moest een taxi nemen om op het kantoor te komen. Ze wordt bij den directeur toegelaten. Mijnheer Sluizer ontvangt haar persoonlijk. O mijnheer de directeur,- zegt tante Eulalia, met haar liefste glim lachje, neemt u me niet kwalijk, dat ik een beetje te laat ben... . Wat, zegt hij, een beet\e te laat, maar, beste oma, je bent niet 'n beetje te laat. Je bent vijf-entwintig jaar te laat. ...
W
Pimple
DE KLEINE LORD VoOr onze jonge lezeressen en lezers naverteld Voor onze jonge lezers, die deze week ons blad voor het eerst krijgen, moeten we even het volgende vertellen.
^MT^M Verstrooid Dokter, terwijl hij een patiënt onderzocht, maar aan heel iets anders denkt: Haliof wüt u mij met no. 135 aansluiten, (Pearsons)
Het verkeerde muziekstuk De diplomaat: Willie, speel ereis .,Aafi den oever van een snelle vliet'' voor ons. Zij (hem in de rede vallend): Nee nee, niet dat vervelende ding, {terzijde) hij kan dat versje speien zonaer dat hij naar de muziek kijkt! {Humorist)
Het ijzer dat te heet werd of de vreeaeliike doordringende gevolgen van onvoorzichtigheid. (/=/. BI.)
J&i&üe^
Hoop en verwachting van alle kanten. (London Opinion)
Natuurlijk weer de schoonmoeder
Moderne dans
Hoe kom je nou eraan om in Zeist een huisje te bouwen, wanneer je je zaak in Rotterdam hebt. BegriJD je 't niet. Nou laat ik het je dan maar zeggen, 't Is een huwelijkscadeautje voor m'n schoonmoeder:
Wat Mister Jumbo, kent u deze dans niet Die is tochvan Zambesi afkomsrig. uit uw eigen land. 't Kan zijn. Maar bij óns dansen alleen de krokodillen deze dans! {Lust. 31.)
Cedric Errol is in Amerika geboren en leefde daar met zijn moeder en Mary. Z'n vader is gesitorven. Hij heeft in de buurt waax hij woont veel vrienden, o.a. den kruideniet Hobbs en Dick, den schoenpoetser. Op een goeden dag komt plotseling m'nbeer Havisham, de advocaat van zijji grootvader, graaf Dorincourl, en vertelt aan zijn moeder, dat Cedric een Lord is en den naam van Lord Fauntleroy mag dragen. Zij gaan allen te zamen naar Engeland, omdat de grootvader dit verlangt. De graaf is een lastige oude man, die heelemaal niet wil dat mevr. Errol bij hem komt wonen, wel wil hij Cedric, die zijn erfgenaam is, bij zich nemen. Cedric gelooft dat zijn grootvader een heel lieve man is. Mijnheer Havisham waarschuwt den graaf, geen kwaad over zijn moeder tegen Cedric te zeggen, omdat hij zooveel van haar houdt. De kennismaking met zijn kleinzoon valt den graaf erg mee. Hij vindt hem een flinken jongen. Samen gaan ze voor de eersite maal aan tafel. De kleine jongen heeft den ouden graaf, die erg aan jicht lijdt, er heen
gebracht. Na tafel valt Cedric in slaap en wordt naar bed gebracht. Als hij ontwaakt, bemerkt hij hoe zijn grootvader allerhande mooie zaken voor hem kocht en hij is er echt gelukkig mee en dankbaar tegenover zijn grootvader. Na het koffiedrinken mocht Cedric bij den ouden graaf komen. — Ik dacht wel, dat u me z«udt laten roepen, zei hij', toen hij binnen was. Ik ben u toch zoo dankbaar voor al dat mooie speelgoed. Ik heb er den heelen morgen mee gespeeld, verklaarde Cedric stralend. Maar een spel kan ik niet alleen en juffrouw Dawson begreep het ook al niet. Voor u is het natuurlijk niets nieuws, u weet zooveel meer als wij allemaal. Zal ik het eens halen en u wijzen? Misschien vindt u het wel zoo prettig, dat u de pijn aan uw voet vergeet. Doet hij u erg zeer, vandaag ? — Veel meer dan me lief is, antwoordde de graaf. — Dan kunt u het misschien toch niet vergeten, zei het kleine ventje bezorgd. Wat denkt u ? Zou u het prettig af vervelend vinden ? — Ga het maar eens halen, stelde zijn grootvader voor. Innerlijk moest hij lachen om het idee, dat hij als specialiteit in kindcrspellietjes werd geraadpleegd. Cedric kwam terug met het spel, schoof een tafeltje naast den stoel van zijn grootvader en begon hem de regelen uit te leggen. Toen dat was verklaard, begon het spel in vollen- ernst en de graaf bleef het wel
aardig vinden om zoo met den jongen bezig te zijn. Indien men een week geleden den graaf had verteld, dat hij eens zijn tijd zou zoekmaken en nog wel met pleizder, dan was hij zeker woedend geworden. Terwijl hij op die manier bezig was met Cedric het nieuwe spelletje te spelen, werd er bezoek aangediend. Het was de predikant van het dorp, dominee Mordaunt. Ge moet niet gelooven, dat de dominee graag bij den graaf kwam. Deze behandelde hem altijd onvriendelijk. Uit zijn aard was hij al niet vriendelijk, doch wanneer de jicht den graaf plaagde, daa was het wel eens bar endan deed hij er iedereen aan lijden, den dominee evengoed. Langs een omweg had mijnheer Mordaunt gehoord, dat de toestand van den graaf in den laatste weken meer dan bar was. Bijna eiken dag last van zijn kwaal en dan bovendien nog die gebeurtends, waarvan ieder sprak, het arriveeren van den kleinzoon uit Amerika. De donminee had Cedric nog niet gezien en dus was ook hij bang, dat dit kleinzoontje misschäen een onopgevoede jongen zou zijn. Gij kunt u dus de verbazing van den heer Mordaunt voorstellen, toen hij bij het binnenkomen een helder sitemmetje hoorde roepen: Ik heb gewonnen, ik heb gewonnen, grootvader! Maar dat moet ik zeggen, ik heb meer geluk gehad dan u. Wat de dominee nog meer ondervond, vertel ik jullie de volgende week.
O aowosoAo « ^ o« o • o »o
»o«o «o • o <£>• o «oao • o • o <=> oac«o«o* o - -^ j.
^Ä H
o« o* O«o <=>o • oac »o • o • o • o« oQ
DE KOMENDE
BUITERE HEXICO 0
CTn het W.B. Theater te Rotterdam gaat deze week een spannende / film, uitgebracht door Cinema Palace te Amsterdam, die speelt in het Zuid-Westen van Mexico en liefhebbers van avonturenfilms in spanning zal houden. Niet ver van de Mexicaansche grens bewoont Gil Jones met zijn oom Henri een hoeve, zwaar belast met hypotheek, wat des te erger w"s toen een bandiet, Pancho Lopez, al het vee stal. Jasper Hardy, de geldschieter, wien Gil Jones 10.000 dollars schuldig was, dreigde met uitzetting, als deze niet betalen kon. Gil vroeg op den vervaldag nog drie dagen uitstel, die de wet hem toestond. Zware regens maakten dien avond de wegen onveilig, de auto van Morgan Peil kreeg een ongeluk en hij en zijn vrouw kwamen op de hoeve van Gil terecht. Vóór Gil voor zijn vaderland ging vechten, was hij met deze vrouw, Lucia, verloofd geweest, maar tijdens zijn afwezigheid was zij met een ar.der getrouwd. De drie dagen uitstel geraakten om en de woekeraar zou bezit nemen van de hoeve. Gil vernam van Lucia, dat zij met Morgan getrouwd was, omdat deze haar verteld had, dat Gil gesneuveld was. Haar echtgenoot hoorde het gesprek en wilde uit woede zijn vrouw brandmerken. Een onbekende verhinderde deze misdaad. Het bleek Lopez, de bandiet te zijn, die dacht nog wat op de hoeve te kunnen stelen. Teneinde de finamieele draagkracht van zijn slachtoffers te peiler, zette hij een verkoop-scène op touw en het zou slecht met Lucia afgeloopen zijn als Gil haar niet gered had, want Lopez herkende in hem den man, die hem 3 jaar geleden in de loopgraven gered .had. Terwille van Gil moest Morgan ve;dwijnen en Lopez belastte zich met deze daad. Terwijl een deel zijner mannen in gevecht met de politie was, maakte Lopez van de gelegenheid gebruik om de bank te plunderen; de woekeraar werd betaald en hij stond met de kwitantie van 10.000 voor Gil, wien hij zei maar geen muizenissen te moeten hebben omtrent het geld. Voor de rest zou Gil aan hetgeen Lucia van haar man erfde •vel genoeg hebben. Toen Gil nog tegenstribbelde deed Lopez of hij beslag wilde leggen op Lucia en Gil's besluiteloosheid veranderde plotseling in een gedecideerd optreden.
O
o o
fl
a 4^ 9
9 O
1
O
o
mk 1 1
*A .
..\> ^
^^^^^Eß^^^F
9
B
©
9
J
c o
** T^^^'PWIW
l^^iJLk ^ . o e
' c e o«>
— O 9- 99 «i^—« O O • 3 O
EEN MODE-OVERZICHT Ik vraag uw aandacht voor deze in leiding. Er is een geschiedenis aan verbonden. Veroorloof mij, die anders als man slechts op den drempel van deze pagina moet staan, om ook even in uw heiligdom, de bladzijde der vrouw, binnen te treden, onrr u van deze bijzonderheid te vertellen. Voor een paar weken kreeg ik een brief, waarin mij mijn raad in een „levens probleem" werd gevraagd. Een jonge lezeres van ons blad. vertelde mij, dat zij oorspronkelijk voor onderwijzeres had gestudeerd, doch door den dood van haar moeder genoodaaalot was haar studie op te geven. Het zusje, dat op haar volgde, was daardoor wel in staat te studceren, doch zij bleek een kwaal te hebben, waaraan zij, helaas, stierf. De dokter ontraadde ten zeerste, dat het andere jongere zusje zich voor de studie zou inspannen en nu vroeg mij de schrijfster om raad. Zij wilde zioo graag haar kost kunnen verdienen. Nu was ze nog bij vader, die voor haar en haar zus zorgde. Doch de omstandigheden konden wel eens veranderen. Het meeste waartoe zij zich voelde aangetrokken, was de joumalisitiek. De heele manier, waarop deze brief was geschreven, boezemde mij sympathie in. Daarom besloot ik niet alleen raad te geven, doch ook te trachten haar te helpen. Journalistiek werk is moeilijk. Het vraagt Bangeboren geschiktheid èn fantaisie èn volharding. Hoe kon ik beoordeelen of mijn vraagster deze bezat ? Het eenige middel daartoe leek mij, haar werk te geven. Het eerste serieuze artikel, dat zij geschreven heeft, wordt thans u aangeboden. Ik hoop, dat het u zal bevallen, èn om den inhoud èn om den vorm. Het is ontstaan door kennis te nemen van verschillende mededeelingen over de mode in binnenlandsche tijdschriften en onze vaste medewerkster voor de damesipagina vond het zoo goed, dat zij meende, dat wij het gerust onder uw oogen mochten brengen. M.E. R.CURIUS. Wat het komende seizoen ons brengen zal? Niéuwe lijnen. Het trois-pièces-costume wordt dit seizoen veel gedragen, de mantel, blouse en rok var^dezelfd^effei^Äof^i^afgewgi^net
i i O O - O Q mttmm * &
riemen gevlochten z.g.n. sandalen, zijn toch afschuwelijk. De korte, gladde leeren schoentjes doen weer hun intrede en als avonddracht is een bruin satijnen schoentje zeer gedistingeerd. , Om het toilet te vervolmaken, heeft Monsieur Jean Patou, een bekend Parijsch kleermaker, twee nieuwe parfums in den handel gebracht, na twee jaar ernstig zoeken beeft hij'een speciaal parfum voor, blonde en een ander parfum voor donkere' vrouwen uitgevonden. '
Links: Zwart er. georgette japon, waarvan
tablier geheel geborduurd is mei rozenmotieven. I Hoedje van zwarl lagal. Picol mei twee crosses * op zijde. * Midden: Zwarte crèpe georgette japon, ge0 borduurd mei simlli en als nieuwste snufje, boven Iplol stuk aan taille van goudkanl. Hoedje van bois lagal mei bijpassende crosses garneering. Rechts: Stofjnrk van wijnrood travers. 0 Onderjurk van gedamasseerde zijde mei geheel ronde * vesluitsnijding. Kraagje en mancheilen van fijn wil * glasbatisl. IDeif modelle« zija gc(sleera{cerd kü de Bm Genas Ie Antcrdaa. • o o• 9O '
breede, in zachte kleuren geborduurde, randen. De mantel van dit costume is een z.g.n. driekwartsmantel. Voor de tailor-made-costumes wordt uitsluitend effen, Engelsch laken, hetzelfde waarvan heerencostumes gemaakt worden, gebruikt. Gestreepte stoffen komen niet meer voor. De lijnen zijn totaal veranderd. De taille komt veel, hooger, terwijl de rokken korter en wijder worden. Het allernieuwste is de ongelijke rok, waarvan de linkerkant korter is dan de rechterkant. De mantels zijn of zeer kort of zeer lang. We zullen kunhen genieten van bijzondere kleuren en fijne kleurcombinaties. De versiering der costumes zal bestaan uit zijde- en wolborduursel, naar bijzondere Perascbe teekeningen. In Parijs zijn bij wijze van proef, enkele costumes met bolero's gemaakt. Of het in zal slaan? X Ook bij de hoeden zien we een combinatie van meest zachte kleuren. Geliefde stoffen zijn zijde en georgette in groen, verschillende kleuren blauw, rood, vleescbkleur en mauve. Verder zijn er de nieuwe strooien Bangkokhoedjes in twee kleuren. De gameering der hoeden is over het algemeen sober, een lintje, om den bol, oi een rozet van lint, wat borduursel op den bol is vrijwel al Des. De randen zajn smaller en de bol is hooger, dan verleden jaar. Die schoenen worden gelukkig ook veranderc^^Gelukkig^wan^dt^var^leercn
Hoe kan ik van mijn ouden hoed een nieuwe maken? Maak eerst den bol. die misschien al wat ingedeukt is, mooi rond; maak dan met twee vingers een kneepje aan de voorzijde en een kneepje aan een van de zijkanten. Steek ze vast met sterk garen, garneer met twee lussen van lint aan een van de beide zijden en ge hebt een nieuwen bol. Is nu de rand te breed ? Neem de schaar en knip zooveel van den rand af, dat deze nog enkele c.M. breed is, knip aan de voor- en achterzijde meer af dan op zij. Neem nu goudgalon of zijden lint, naai dat om den ruwen kant en ge hebt een aardig dopje om te dragen als ge gaat zeilen of roeien. Hebt ge een hoed waarvan de bol te laag is, knip dan den bol van den rand, naai een stevig stuk stof tusschen bol en rand, doe er een lint om en uw hoed heeft de gewenschte hoogte»
Nuttige wenken voor de ongezonden Lees, schrijf, teeken, naai, stik of strijk nooit in hellen zonneschijn. Flikkerend licht evenals een verlichting door lamp- en daglicht is voor het oog schadelijk. Bij kamerverwarming moet men door verdamping van water het vochtigheidsgehalte van de lucht verhoogen. Daar vliegen ziekten kunnen overdragen, moet men deze dooden. In de nabijheid van een t.b.c.-lijder moet men zich zoo plaatsen, dat wij niet in aanraking kunnen komen met het speeksel, dat den mond van den lijder bij 't spreken ontsnapt.
In ons volgend nummer hopen wij een aantal vragen voor recepten ter verwijdering van vlekken te beanti woorden.
<»
——'-—^
mm—mmmmm—mmmmmmmmmm
i
<
DWAZE DROOLER hen droomer gaat de wereld door Hij vindt de menschen goed. Hij knielt voor alle dingen neer Omdat hij bidden moet. De menschen trappen op zijn hart Hij geelt zijn hart toch bloot Ze gieren om zijn dwaas gebaar Een dichter in een goot ! Ze sluipen naar hun stille huis tn doen de deuren dicht. Snel alle jalouzieen neer Geen licht- vooral geen licht. Hierbinnen heerscht de duisternis Het somb re nachlezwart Hier klinkt de slap- gedempt- gedempt. Hier zwijgt de klop van t hart.
Arabische Shelk Een aardig costuum, een folo. die ons door een van onze lezers werd loegezonden. Hij behaalde hiermee eersle prijzen op het bal-masqué Coenders en Limburgia
HOE LONDEN ZICH AMUSEERT De omstandigheden hebben er toe geleid, dat ik in langen tijd niet iets uit de wereldstad aan de Theems heb kunnen melden. Dat ligt begrijpelijkerwijze ni°t aan gebrek aan stof, wel aan gebrek aan tijd om eens rustig te gaan zitten teneinde eens iets van de vele gewaarwordingen, nieuwtjes of wat dies meer zij op papier te brengen. Ditmaal wil ik u eens iets vertellen van een nieuw, grootsch opgezet Amerikaansch filmwerk, met welks verschijning we door vele mededeelingen en artikelen reeds vertrouwd worden gemaakt. Die film is ..Captain Blood". Deze kapitein is een schitterend avonturier En 't verhaal waarin hij de hoofdfiguur is, is er een vol van die geweldige romantiek, die altijd het publiek zal blijven bekoren. Rafael Sabatini, de auteur, zegt in een brief aan de Vitagraph Film Co.: Ik wensch u van harte geluk met de film die gij vervaardigd hebt naar mijn werk en ik wensch mijzelf even hartelijk geluk met het feit, dat het zoo schitterend op het witte doek is gebracht. ,,Captain Blood'' is de historie van een jong lersch dokter en avonturier, die valschelijk is beschuldigd door Judge Jeffrey dat hij in relatie staat met het Monmouth oproer. Hij wordt als galeislaaf naar het eiland Barbados gezonden, weet echter een schip te overmeesteren en vlucht in gezelschap van enkele andere gevangenen. Als „captain Blood" wordt hij een zeeroover en de meest gevreesde. Voor deze film bouwde de Vitagraph Co. een heele vloot van volledig uitgeruste oorlogsschepen uit de zeventiende eeuw, die tevens dienden om een ontploffing te veroorzaken zoo geweldig als nog nooit op het witte doek was vertoont. Een reusachtige hoeveelheid dynamiet werd gebruikt om de ,,Elisa beth'' ir. de lucht te laten springen. Er was uitgerekend, hoeveel er noodig was om het schip in tweeën te laten vliegen, zoodat de helften afzonderlijk konden zinken. De firma, die het dynamiet leverde had evenwel haar eigen idee over deze zaak en er werd vierhonderdmaal zooveel gebruikt als noodig werd geacht, wat tengevolge had, dat de „Elisabeth" in plaats van in tweeën in :ni!lioenen stukjes vloog, een ontzaglijke
rookkolom voor de oogen van de toeschouwers opdoemde en een knal werd gehoord zooals nog nooit tevoren. Zoo verschrikkelijk was de schok, dat verschillende opname-camera's niet meer konden werken. Een van de operateurs werd bijna geraakt door een vervaarlijk stuk ijzer, dat juist langs zijn hoofd vloog en in de rots achter hem een gat sloeg. Maar toen deze zelfde operateur later het resultaat zag van de opname was hij zoo verrukt van het wondermooie schouwspel, dat zich voor zijn oogen ontrolde, dat hij geheel vergat, dat hij nauwelijks den dood was ontsnapt en de dynamietfirma van harte vergaf, dat zij zoo royaal was geweest. 6 April zal de film „Captain Blood" hier in roulatie gaan. Er is in Londen reeds veel belangstelling voor gewekt en men bereidt zich er op voor iets belangwekkends te zien. CON. H. LOMAX.
<-'
ISSPIßlTO door
M AX"TA
K
CLAUDK DHBUSZY Een vereerder van Claude Debuszy, den grondlegger der jonge Fransche school, meende den meester een compliment te moeten maken door diens aandacht er op te vestigen, da( Romain Rolland in zijn werk: Les musiciens d'aujourd'hui, een gróote plaats aan den componist van „L'après-midi d'un faun" gewijd had. Debuszy knikte en zei niets. De bereidwillige vriend vroeg: „Vindt ge Rolland's boek dan niet mooi?" „Zeker", antwoordde Debuszy, „het is een goed boek". „Maar wat mankeert er dan aan?" „Ik ben geen componist van heden, wel van morgen of misschien overmor?en !''
Hier is het huis van dompe haat Hier woont de schaduw-mensch En in de kille corridors Slertl weg zijn liefste wensch. De tocht is dadem van den dood. Hier zwijgt Uw stem poeët! Hier is de echo van Uw zang Een schorre rauwe kreet. Hier wordt Uw liefde ridicuul t Ciebaar carricatuur Wat 1 hootd verheft, wordt neergedrukt En bukt zich op den duur. Hier is het huis der duisternis. Daarginder is het graf Dat stukje wat er tusschen ligt Dal leg je heel gauw af. CHEF VAN DIJK.
CARL GOLDMARK Een dezer dagenis het vijftig jaar geleden, dat het Carl Coldmark gelukte zijn prachtige opera „De koningin van Saba" door de ween sehe hofopera opgevoerd te krijgen Uit die dagen dateert een alleraardigste anecdote, die hier herhaald wordt. In Boedapest had hij zijn succesvol werk gedirigeerd. Hij moest weer naar Weenen om zijn tallooze bezigheden weer op te vatten. In den trein maakt hij kennis met een allercharmantste dame, die bekoord werd door de geestige conversatie van den kunstenaar. Aan een tusschenstation komt zij tot de ontdekking, dat men haar portemonnaie gestolen heeft. Goldmark bewijst opnieuw zijn gentlemanzijn en leent haar wat geld, dat zij voor haar reisbenoodigdheden nog denkt noodig te hebben. Verrast door zooveel tegemoetkomendheid vat zij moed en vraagt zijn naam. „Ik ben Carl Goldmark 1" was 't afdoend lijkende antwoord. „Zoo. en welk beroep oefent gij uit?" „Ik? Ik ben de componist van de koningin van Sabal" „Ja, dat kon ik ook wel denken, dat zoo'n aardige man als u bent, aan het hof wasl"
Twee orisineele costuumpjes eerlmgen van den heer Klinkerl, die in dit origineele cosluum dnnslen en veel succes hadden
GUSTAV MAHLHR In een klein oostenrijksch stadje heeft de dirigent Mahler's Kindertotenlieder met het stedelijk symphonieorkest ingestudeerd. Na lang smeeken lukt het den autoriteiten den grooten kunstenaar te bewegen persoonlijk de eerste uitvoering te komen bijwonen. Mahler, die een dag rust wilde hebben, komt een dag eerder aan en maakt juist de laatste repetitie mede. Alles gaat goed, het orkest doet zijn uiterste best, de dirigent kent de partituur en kan dirigeeren (dat is niet altijd hetzelfde) en de sohst is een beproefde kracht. De dirigent sprak na de repetitie den veeleischenden Mahler en verried gedurende het gesprek, dat teneinde de serisuse stemming te bevorderen het orkest achter planten verborgen zou worden en de zaal donker gemaakt. Mahler, die in zijn oprechten eenvoud wars van alle uiterlijkheden was, -werd woedend. „Waarom haalt u toch dien onzin uit?" donderde hij. Angstig vertelde de arme dirigent die zich van een ontmoeting met Mahler zoo veel had voorgesteld dat hij in een brochure over deze „stemmingmakerij" gelezen had en dat hem zeer imponeerde. „Zoo'n ezel - - riep Mahler zoo'n domoor ! Muziek moet zóó goed zijn da' het iemand zwart voor de oogen wordt. Laat toch dien onzin ! — Alles hangt van Je muziek zelf af, niet van zoo'n beetje planten en het uitdraaien van wat lichten.
RICHARD STRAUSS
Louise Ghys In zijn brief uit Brussel schreef Uilenspiegel vorige week over deze jonge belgische actrice, waarvan ll.r f«(-
repeteert zijn Alpensymphonie. In dit werk drukt de componist zijn groote vereering voor het Alpenlandschap uit. In wilde toonenreeksen schildert hij de ser.saties die een onweersbui in de Alpen bij hem verwekken. Gedurende de repetitie Van dit technisoh zeer moeilijke gedeelte valt den concertmeester de strijkstok uit de handen. „Halt" — roept Stranss, terwijl hij afklopt — halt, mijne beeren, nog eenmaal moeten wij het onweer meemaken .... de concertmeester heeft zijn paranluie verloren!
"
TB1KST VAN DIRK DE BOER
MÄ^CT-M©£¥U1RN1
■^^^^^^^■■"
^^^^
LOH OROEN
JTBicb V-UAA ■
Heeft U al eens jycniB?.
2femv ircfait.fo. . ßcntt,
w-c&i vtfu//yiieb
bkcmki.
zeemleeren handschoenen in LUX gewasschen? Zoo niet, neemt U dan eens de proef. In LUX gewasschen, blijven zulke handschoenen even mooi en zacht als nieuwe. Het heerlijk schuimende LUX-sop weekt het vuil geheel los zonder het zeemleer ook maar eenigszins te beschadigen.
Jk zit hier nu al vele nachten En voel mij katterig en koud. Maar jij, geliefde, laat mij smachten; Je weet toch, dat ik van je houd? Kom, schattebout, Wees nou niet stout!
Dat ik de kat knijp in het donker.. . . Ach, maak mij geen verwijt ervan! Dat bleeke, Maartsche stergeflonker Is iets, waar ik niet tegen kan. Verhoor mij dan! Neem mij tot man!
In dagen heb ik niet gegeten, Ik word zoo mager als een lat; Jij hebt 't heusch op je geweten, Als ik zoo ziek word als een kat. Versta je dat ? Toe, kom nou schat!
Je bent niet mooi, maar toch een schatje (Ik kijk nu eenmaal niet zoo nauw). Het geeft ook niet, want ieder katje Is in het donker toch maar grauw. Wees nou niet flauw En kom eens gauw!
Mijn lief, met je fluweelen pootjes, Ik weet: Jij bent een katje, dat — Als vele van je soortgenootjes — Met handschoenen dient aangevat. Toch gaf ik wat, Als jij hier zat.
Als iedere verliefde kater Ga ik niet weg ('t is heusch geen smoes) Al gooien ze met emmers water. Al slaan de buren mij tot moes. Toe, kom nou snoes. Geliefde poes!
Lux wordt alleen in pakjes verkocht.
Overtuigt U dat U werkelijk LUX ontvangt; er zijn vele nabootsingen doch dit zijn steeds dikke reepjes gewone zeep, die niet te vergelijken zijn met LUX. LUX wordt alleen verkocht in de bekende blauw-roode pakjes.
LUX L63 17
t^S^
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" of NIETS
)i: LRVERS ZEHP MIJ . Vl.AARDINGEN
".^
CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL "EDISON" LANGE POTEN 15
■s-GRAVENHAGE
WITTE DE WITHSTR A AT 88
ROTTERDAM
mmaüm
- "o.:.^--"-"^
'
-' ".m'1 gi'Twagt^p"^
CHEMISCHE WASSCHERIJ „DÜINOORD" Begoniastraat 188 en 190 - Den Haag - Tel. 36048
Je DANCING in DEN HAAG is
Rc^n^t «n w^mft «Hes
oJIHIE C^¥i BMCDINKG" v/h MASCOTTE — 68 WAGENSTRAAT 68
BINNEN 4 DAGEN ZONDER PRÜSVERHOOGING
SPECIAAL IN HET REINIGEN VAN FIJNE DAMESTOILETTEN VRAAGT
ONZE
Eigenaar-Directeur: C. F. HACK
PRIJSCOURANT
UIT DE VERTE VAN DICHTeil
Je CABARET en DANCING van de New Style in Den Haag
stei tde Radio U in staat de Savoy-Havanah Band te Londen te hooren
DANCING TEA
kunt U echter de RUSSIAN NORTH STAR hooren in het
PALAIS DE DANSE - Pezuidenhout 11. Den Haag
ROLLUIKEN MARQUISES Opgericht
Telefoon :}0495 Den Haas
1860 Trompstr.
Amsterdam
F.
GEOPEND DES AVONDS VAN S ^ TOT Vh UUR.
RIJSTTAFELS vanaf HOLL. DINERS ....
Telefoon 36257
Beleefd aanbevelend. MEVR.
99 DOERMA DAMES- EN HEERENKLEEDERMAKERD
De Coupe in nieuwe banen
NOBACK
X.
3L
Vennootschap
f 1.25 f 0.80; f 0.95 en f 1.25
PENSIONS: Sweelinckstraat 158, Jacob Hopstraat 1 - DEN HAAG
(de Broole Modedxni) Onderwijs dagvliiks
Sladhendersliade 1.12 Tel. 24232
ONDER EMINENTE MUZIKALE LEIDING VAN J.C.V.BRUCK 1
Hell. Indisch Restaurant NOBACK
FIVE STEP Oans Instituut C HUNKERT
VRIJ ENTREE
THE ROYAL DANCING BAND
OßCHESTRE THE RUSSIAN NORTH STAR 3ASZ BAND DIR. GEORGE NANCKCHOUNiAN. Eiken Zaterdas en Zondag MATINEE van 3 30 tot 5.30 uur
Firma Joh. v. d. Meijden Dz
4—7
PERRM
KAHJOKGC
wil zeggen : De tot nog toe onopgeloste moei lijkheid door film en projectie opgelost omdat de coupeurs. tijdens het snijden rekening kunnen houden met den individueelen iichaamsvorm. GroDinfjen Heemslraai SS Telefoon 755 Amjlerdam. Rokin 70. Telefoon35808
I
Directe import van origineel Chineesche spelen
Schenkweg 90
Den Haag
DAMES- KLEERMAKER BONTWERKER Oalvugen de NIEUWSTE MODF.LLEN
JAPONNEN-BLOUSES »Voor Allen die _ sukkelen met
'verstopping of moeilijken en' lonregelmatigen stoelgangzijn 1 iMiJnhardf. UxeerUWetten ' 'onmisbaar. Werken vlug en' radicaal en veroorzaken niet] tde minste kr:-.mp. Doos 60c. Bij Apoth. en Drogisten."
RKDWEMINTEN
NVZAADHANDEL ZAADTEELT
S^^EN V
PERRY'S HANDLEIDING met beschrijving, spelregels, puntentabelien en voorbeelden. Gebonden f 1.25. QUEEN'S CLUB Engelsch reglement.
Ingenaaid f 0.70.
/HA.H0BBEL
001TGENSPLÄAT Levering aan landbouwers en luinbezillen Mea vrage prijscourant Op bijua alle plaatsen verlegeaweordigd
FOSTER ON MAH-JONGG Engelsch, 262 bladzijden. Gebonden f 4.55.
Ü @ @ © © H C@) H e (s) @ @ Berijdt Humber- en Good-Luck'rijwielen en U ie tevreden
INDIEN GE VOOR HET INZEEPEN
Ready Cream
Vraagt den berijders
gebruikt. Ready Cream wordt geleverd in potten van 1 Kg. tegen toezending van f 3.— aan de
Humberrijwielen vanaf f 135 Good-Luck-rijwiel n vanaf f 75 (prijzen voor 1925)
„DE OOIEVAAR" Z. Binnensingel 211
i GRAVENHAAGSCHE ZEEPFABRIEK
Godfried de (sroot
Bondsrijwielhersteller A. N.W. B.
/Tmsieilaan 64 - ^mslerdam telefoon 28474
3. 1. VOERMANS.
Specialifeil in TAoderne en yfrlistiehe foto's
Ie en 2e HANDS MEUBELEN
J. E. BAANK
o tuo e
SCHILDEREN EN BEKLEEDEN VAN AUTOMOBIELEN
Dintelstraat 23 (Wijk VII) Den Haas - Telef. 72373 T-.jenover het Bureau van den Hostchéque er. Girodienst
costuums en regenjassen in prijzen vanaf f 32.50 tot f 70.—
1ste klas reparatie-afdeeling
Prins Hendrikstr. h. Barentszstr. Den Haag ■ Tel. 31709
EERSTE KLASSE ENGELSCHE GEMAAKTE HEERENKLEEDING Ontvangen schitterende collectie
TAen sie de vele reproducties van onswerbin.^et'W'eebblad" Cinema a "Theater
VERKOOpHUIS DEN HAAG
Reinkenstraat 72 Telefoon 33737 beveelt zich beleefd aan tot in- en verkoop van Beslist goeókoopstc adres voor complete Meubileering. — Ruilt ook Meubelen. Dagelijks aan huis te ontbieden.
een schuimende friction met .99
99Fa*c»f ia
American Dry Shamooo Imp ..PA RIM EX". May a Ir 10. Den Haag
W.H.VANVENETIE AMSTERDAM 2e Helmerstraat 52. Tel. 24413
Telefoon 50585 BelasUlch met het SAMENSTELLEN vaa Gabaret-programma's en bet orgaaiaeeren vaa Feestavonden. Concerten, Drawing room-Entertainments, Soirees particulières Kindervoorsteltiagea, etc, etc.
Handboek voor den Hondenliefhebber en hondenfokker. — Toezending van dit intressante boek geschiedt op aanvrage gratis en franco.
Frankenslag 166 - Oen Haag
r
Hoek van Diemeoslraal DEN HAAG GEEN Fit-IALEN
HONDEN GENEESMIDDELEN van Dierenarts K. DIFFINÉ Chem. Fabriek Krewei A.G. Keulen
HET „BUREAU-PISUISSE"
Vraagt uw kapper
..LONDON HOUSE" Laan van Meerdervoort 136
„ONZE HONDEN"
■
1
■*$ ■
Voor advertenties weade mmm «Uk *«* L_* /•-
^m?*TTmtim*mm!mtm*^^
«e. ,ich t.» het C«^.I Adv^eatie-Bur... LOUIS BENJAMIN. Sl.Hoo.w., SHÏr..rd.a.