Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, in welke vorm ook, volledig of gedeeltelijk, zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION (met uitzondering van korte citaten in artikels of besprekingen).
De
gids voor digitale fotografie met de
DIGITAL CAMERA
(Nl)
Fuji Bldg., 2-3 Marunouchi 3-chome, Chiyoda-ku, Tokyo 100-8331, Japan
Printed in Belgium YP4E02(1F) 6MA0271F--
Handelsmerk-informatie Apple, het Apple logo, Macintosh, Mac OS, Power Macintosh, PowerBook en Quick Time zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Finder, Power Mac, iMac en iBook zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Internet is een handelsmerk van Digital Equipment Corporation. Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc. Het SD-logo is een handelsmerk van de SD Card Association. PictBridge is een handelsmerk. Alle andere handelsnamen die in deze gebruikshandleiding worden genoemd of in andere documentatie die bij uw Nikon producten wordt geleverd, zijn gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke houders.
Voor uw veiligheid
Dit symbool staat bij waarschuwingen die u, om eventueel letsel te voorkomen, moet lezen voordat u uw Nikon-product gaat gebruiken.
WAARSCHUWINGEN Schakel het apparaat bij storing onmiddellijk uit Indien er rook of een ongewone geur uit het apparaat of de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) komt, koppel de lichtnetadapter dan los en verwijder de batterij onmiddellijk. Pas daarbij op dat u zich niet brandt. Voortgaand gebruik kan leiden tot letsel. Nadat u de batterij hebt verwijderd, dient u het apparaat door een door Nikon erkende onderhoudsdienst te laten nakijken. Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlambaar gas Gebruik elektronische apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas, aangezien dit kan leiden tot ontploffingen of brand. Wees voorzichtig met het draagkoord Doe het draagkoord niet om de hals van een baby of kind.
Demonteer het apparaat niet Indien u de interne onderdelen van het apparaat aanraakt, kan dit leiden tot letsel. Bij storing dient het apparaat alleen door een daartoe bevoegde monteur te worden gerepareerd. Mocht het product openbarsten als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder dan de batterij en/of lichtnetadapter en laat het apparaat door een door Nikon erkende reparatiedienst nakijken. Neem bij het gebruik van batterijen onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht Batterijen kunnen lekken of ontploffen wanneer u ze verkeerd gebruikt. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het hanteren van batterijen voor gebruik in dit product: • Zorg dat het product uit staat en dat het camera-aan-lampje gedoofd is voordat u de batterij vervangt. Zorg er bij het gebruik van een lichtnetadapter voor dat deze is losgekoppeld. • Gebruik twee oplaadbare Nikon EN-MH1 NiMH batterijen, één CR-V3 lithiumbatterij, twee ZR6 (AA) nikkelmangaan batterijen, LR6 (AA) alkaline batterijen of twee FR6/L91 (AA) lithiumbatterijen. Gebruik geen andere batterijtypen. Gebruik nooit twee verschillende batterijen tegelijk. • Probeer de batterij niet ondersteboven of achterstevoren in de camera te plaatsen. • Sluit een batterij niet kort en demonteer hem niet.
i
Opmerkingen/Voor uw veiligheid
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen, dient u de nu volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen voordat u de camera gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar alle gebruikers ze kunnen vinden. Als u de in dit hoofdstuk vermelde veiligheidsvoorschriften niet in acht neemt, dan worden de mogelijke gevolgen hiervan door middel van het volgende symbool weergegeven:
Opmerkingen/Voor uw veiligheid
• Stel de batterij niet bloot aan vuur of overmatige hitte. • Dompel de batterij niet onder in water en zorg dat hij niet nat kan worden. • Berg de batterij (tijdens vervoer) niet op bij metalen voorwerpen zoals halskettingen en haarspelden. • Volledig ontladen batterijen kunnen gaan lekken. Om schade aan het product te voorkomen dient u de batterijen als ze leeg zijn te verwijderen. • Als de batterij niet wordt gebruikt, maak dan het batterijdeksel dicht en bewaar de batterij op een koele plaats. • Onmiddellijk na gebruik, of wanneer het product gedurende langere tijd op batterijvoeding is gebruikt, kan de batterij heet zijn. Zet daarom de camera eerst uit en laat de batterijen afkoelen voordat u ze uit de camera haalt. • Stop onmiddellijk met het gebruik van de batterij als u een verandering opmerkt, zoals verkleuring of vervorming. Gebruik de juiste kabels Gebruik alleen de bijgeleverde kabels of speciaal voor dit doel bij Nikon verkrijgbare kabels voor aansluiting op in- en uitgaande contacten, om aan de productvoorschriften te voldoen. Buiten bereik van kinderen houden Zorg ervoor dat kleine kinderen geen batterijen of andere kleine onderdelen in hun mond kunnen stoppen. Geheugenkaarten verwijderen Geheugenkaarten kunnen tijdens gebruik heet worden. Wees daarom voorzichtig wanneer u geheugenkaarten uit de camera verwijdert.
ii
Cd-rom’s De cd-rom’s waarop de software en handleidingen staan dienen niet op audio-cd-apparatuur te worden afgespeeld. Het afspelen van cd-roms op een audio-cd-speler kan leiden tot gehoorverlies of schade aan de apparatuur. Wees voorzichtig met gebruik van de flitser Het gebruik van een flitser dichtbij de ogen van personen kan tijdelijke vermindering van het gezichtsvermogen veroorzaken. Bij foto’s van kleine kinderen is extra voorzichtigheid geboden; blijf op meer dan één meter afstand van het onderwerp. Voorkom aanraking met vloeibaar kristal Mocht de monitor breken, pas dan op voor letsel veroorzaakt door gebroken glas; voorkom dat het vloeibare kristal uit de monitor in aanraking komt met huid, ogen of mond.
Waarschuwingen
Droog houden Dit product zal defect raken indien het wordt ondergedompeld in water of aan hoge vochtigheid wordt blootgesteld. Wees voorzichtig bij het hanteren van het objectief en alle bewegende onderdelen Oefen geen kracht uit op het objectief (plus objectiefschuif) en de deksels van batterijruimte, geheugenkaartsleuf en aansluitingen. Deze onderdelen zijn gemakkelijk te beschadigen. Schakel de camera uit voordat u de batterij verwijdert of de lichtnetadapter afkoppelt Haal de stekker van de camera niet uit het stopcontact en verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat, of terwijl er beelden worden opgeslagen of gewist. Onder deze omstandigheden kan een stroomonderbreking leiden tot informatieverlies of beschadiging van de interne schakelingen of het geheugen. Om te voorkomen dat de stroom per ongeluk wordt onderbroken, dient u het product niet te verplaatsen als de lichtnetadapter aangesloten is. Laat de camera niet vallen Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of trillingen, kan dit product storingen vertonen.
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden U dient dit apparaat niet te gebruiken of op te bergen in de buurt van apparatuur die een sterke elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Sterke statische ladingen of de magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld zendapparatuur kunnen storingen veroorzaken op de monitor, informatie op de geheugenkaart beschadigen, en de interne schakelingen van het product aantasten. Vermijd plotselinge tuurverschillen
tempera-
Plotselinge temperatuurverschillen, zoals die zich voordoen bij het binnenkomen of verlaten van een verwarmd gebouw op een koude dag, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. Om condensatie te voorkomen dient u de camera in de cameratas of een plastic zak te plaatsen voordat u deze aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt. Richt de lens niet gedurende langere tijd op sterke lichtbronnen Zorg er voor dat de lens niet gedurende langere tijd is gericht op de zon of andere sterke lichtbronnen niet tijdens gebruik en ook niet tijdens opslag van de camera. Intens licht kan de CCD beeldsensor beschadigen, hetgeen een witte waas op opnamen geeft.
iii
Opmerkingen/Voor uw veiligheid
Om lang plezier van uw Nikon-product te hebben is het belangrijk dat u bij opslag en gebruik de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt:
Opmerkingen
Opmerkingen/Voor uw veiligheid
• Voor de gehele of gedeeltelijke reproductie, verzending, transcriptie, opslag in een geautomatiseerd gegevensbestand, of vertaling in welke taal dan ook, in welke vorm dan ook, en met welke middelen dan ook van de bij uw Nikon-product geleverde handleidingen is de voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon vereist. • Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de hardware en software die in deze gebruikshandleidingen worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen.
iv
• Nikon is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van dit product. • Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidingen juist en volledig is; het wordt zeer op prijs gesteld als u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van eventuele vergissingen of omissies.
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
v
Opmerkingen/Voor uw veiligheid
Let er op dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn. • Waarschuwingen m.b.t. bepaalde • Voorwerpen die niet mogen worden gekopieerd of gereproduceerd kopieën en reproducties Kopieer of reproduceer geen papierDe overheid heeft waarschuwingen uitgeld, munten, waardepapieren of gevaardigd met betrekking tot het kopiëobligaties van de (plaatselijke) overren of reproduceren van waardepapieren heid, zelfs als dergelijke kopieën of uitgegeven door commerciële instellinreproducties voorzien zijn van een gen (aandelen, wissels, cheques, cadeaustempel "Voorbeeld" of "Specimen". certificaten, etc.), reispassen, of coupons, behalve wanneer het gaat om een miniHet kopiëren of reproduceren van maal benodigd aantal kopieën voor zakepapiergeld, munten of waardepalijk gebruik door een bedrijf. pieren die in het buitenland in circuEveneens niet toegestaan is het kopiëren latie zijn is verboden. of reproduceren van door de overheid Tenzij vooraf toestemming is verleend uitgegeven paspoorten, vergunningen door de overheid, is het kopiëren of afgegeven door overheidsinstanties en reproduceren van ongebruikte, door andere instellingen, identiteitskaarten, en de overheid uitgegeven postzegels of kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen. briefkaarten verboden. • Auteursrechten Het kopiëren of reproduceren van Het kopiëren of reproduceren van auteursdoor de overheid uitgegeven zegels rechtelijk beschermde creatieve werken of van gecertificeerde, door de wet zoals boeken, muziek, schilderijen, houtvoorgeschreven documenten is vergravures, kaarten, tekeningen, films en boden. foto’s is verboden, behalve indien bestemd voor privé-gebruik thuis of voor soortgelijk beperkte en niet-commerciële doeleinden. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor het schenden van het auteursrecht.
Voordat u belangrijke opnamen maakt Opmerkingen/Voor uw veiligheid
Voordat u foto’s neemt van belangrijke gebeurtenissen (zoals een huwelijk of een reis) is het aan te raden testopnamen te maken om vast te stellen of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gemiste opbrengsten als gevolg van een defect aan de camera. Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van Nikon Uw Nikon COOLPIX digitale camera is volgens de hoogste technologische standaards ontwikkeld en bevat complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen en lichtnetadapters), die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met uw digitale camera, zijn ontwikkeld om binnen de operationele en veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd. HET GEBRUIK VAN ANDERE ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DAN DIE VAN NIKON KAN LEIDEN TOT SCHADE AAN UW CAMERA EN KAN AANSPRAKEN OP GARANTIE ONGELDIG MAKEN. Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met uw handelaar of de importeur. AF-hulpverlichting De LED (light emitting diode) die gebruikt wordt in de AF-hulpverlichting voldoet aan de volgende IEC-norm:
CLASS 1 LED PRODUCT IEC60825-1 Edition 1.2 -2001
Design Rule for Camera File System (DCF) Uw camera voldoet aan de Design Rule for Camera File System (DCF), een standaard die in de industrie van digitale camera’s veel wordt gebruikt om compatibiliteit tussen verschillende soorten camera’s mogelijk te maken. Exif versie 2.2 Uw camera ondersteunt Exif (Exchangeable Image File Format for Digital Still Cameras) versie 2.2, een standaard waarmee gegevens die met foto’s zijn opgeslagen, kunnen worden gebruikt voor een optimale reproductie van kleuren wanneer beelden worden afgedrukt op printers die compatibel zijn met Exif.
vi
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid .......................................................................................... i Waarschuwingen ...........................................................................................iii Opmerkingen ................................................................................................iv
Voordat u begint ........................................................................1 Inleiding ......................................................................................................... 1 Onderdelen van de camera............................................................................. 2 De monitor..................................................................................................... 4 De keuzeknop ................................................................................................ 6 Navigeren door de menu’s.............................................................................. 7 De ontspanknop............................................................................................. 7
Voorbereiding .............................................................................8 Batterijen plaatsen.......................................................................................... 8 Geheugenkaarten plaatsen........................................................................... 10 Batterijconditie controleren........................................................................... 12 Basisinstellingen ........................................................................................... 14
Foto’s maken—basistechniek ..................................................16 Stap 1 - De P stand selecteren.................................................................. 16 Stap 2 - Compositie maken .......................................................................... 18 Stap 3 - Scherpstellen en afdrukken.............................................................. 20 Stap 4 - De resultaten bekijken (schermvullende weergave) .......................... 22
Meer over foto’s maken...........................................................24 Wanneer er weinig licht is: Flitslicht gebruiken.............................................. 24 Zelf op de foto komen: De zelfontspanner gebruiken ................................... 26 Gemakkelijke close-ups: Macro close-up stand ............................................. 27 Assistentie- en onderwerpsstanden............................................................... 28 Compositie-assistentie .................................................................................. 29 e Onderwerpsstand ................................................................................. 34
Meer over weergave ................................................................40 Beelden met de camera bekijken .................................................................. 40 Beelden uitsnijden ................................................................................... 42 Spraakmemo’s: Opnemen en afspelen (alleen E4100/E3200) ................... 43 Beelden op TV bekijken ................................................................................ 44 Beelden op de computer bekijken................................................................. 45 Foto’s printen ............................................................................................... 48 Printen via een directe USB-verbinding.......................................................... 52
Filmclips .....................................................................................56 W Filmclips opnemen .................................................................................. 56 Filmclips afspelen.......................................................................................... 60
vii
Het opnamemenu .....................................................................61 Werken met het opnamemenu..................................................................... 61 Beeldkwaliteit/afmetingen ............................................................................ 63 Witbalans ..................................................................................................... 65 +/- Correctie................................................................................................. 67 Continu........................................................................................................ 68 Best Shot Selector......................................................................................... 69 Kleuropties ................................................................................................... 70
Het weergavemenu ..................................................................71 Werken met het weergavemenu................................................................... 71 Diashow ....................................................................................................... 72 Wissen ......................................................................................................... 73 Beveiligen..................................................................................................... 75 Auto-overdracht ........................................................................................... 76 Kleine kopie ................................................................................................. 78 Kopiëren ...................................................................................................... 79
Het setup-menu ........................................................................82 Werken met het setup-menu........................................................................ 82 Welkomstscherm.......................................................................................... 83 Datum.......................................................................................................... 84 Monitorinstelling .......................................................................................... 86 Datum afdrukken ......................................................................................... 87 Helderheid.................................................................................................... 89 Geluid instellen............................................................................................. 90 Waarschuwing vaag ..................................................................................... 91 Automatisch uit............................................................................................ 92 Geheugen/kaart formatteren ........................................................................ 93 Taal/Language .............................................................................................. 94 Videostand ................................................................................................... 94 Standaardwaarden ....................................................................................... 94 Batterijtype................................................................................................... 96 Firmware versie ............................................................................................ 96
Technische opmerkingen .........................................................97 Optionele accessoires ................................................................................... 97 Verzorging van uw camera ........................................................................... 98 Foutmeldingen ........................................................................................... 100 Problemen oplossen ................................................................................... 103 Specificaties................................................................................................ 106 Index .......................................................................................................... 108
viii
Inleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon COOLPIX 4100 (E4100)/COOLPIX 3200 (E3200)/COOLPIX 2200 (E2200) digitale camera. Deze gebruikshandleiding is erop gericht u maximaal plezier te geven bij het maken van digitale opnamen met uw digitale Nikon-camera. Lees deze handleiding goed door en zorg ervoor dat u deze bij het gebruik van de camera onder handbereik hebt. Om informatie gemakkelijker te vinden, worden de volgende symbolen gebruikt: Deze icoon staat bij tips: aanvullende informatie die van pas kan komen bij het gebruik van uw camera.
Deze icoon staat bij opmerkingen: informatie die u dient te lezen voordat u uw camera gebruikt.
Deze icoon geeft aan dat elders in deze handleiding of in de Snelhandleiding meer informatie beschikbaar is.
Q
Intern geheugen en SD-geheugenkaart Deze camera maakt gebruik van zowel een intern geheugen als een SD-geheugenkaart om foto’s op te slaan. Als u een kaart in de camera plaatst, worden foto’s automatisch opgeslagen op de kaart in plaats van in het interne geheugen. Wilt u foto’s in het geheugen opslaan, bekijken, verwijderen of wilt u het geheugen formatteren, verwijder dan eerst de geheugenkaart. Permanente educatie Nikon streeft ernaar gebruikers permanente educatie te bieden door continu productondersteuning en productinformatie te verschaffen. Als onderdeel daarvan is online op de volgende sites altijd de meest recente, bijgewerkte informatie beschikbaar. • Voor gebruikers in de V.S.: http://www.nikonusa.com/ • Voor gebruikers in Europa: http://www.europe-nikon.com/support • Voor gebruikers in Azië, Oceanië, het Midden-Oosten en Afrika: http://www.nikon-asia.com/ Bezoek deze sites voor de laatste productinformatie, tips en antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s), en voor algemeen advies over digitale beeldweergave en fotografie. Raadpleeg voor meer informatie uw dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Zie de URL hieronder voor de contactgegevens: http://nikonimaging.com/
Voordat u begint
Inleiding
1
Voordat u begint
Deze icoon staat bij waarschuwingen: informatie die u moet lezen om schade aan uw camera te voorkomen.
Onderdelen van de camera
Hoofdschakelaar (Q 12)
Camera-aan-lampje (Q 12)
Luidspreker (alleen E4100/E3200) Ingebouwde flitser (Q 24)
Ontspanknop (Q 7) Microfoon (alleen E4100/E3200)
Voordat u begint
Oogje voor draagkoord Deksel geheugenkaartsleuf (Q 10)
Deksel aansluiting voor lichtnetadapter
Bevestiging van het draagkoord
2
Zoeker (Q 18) Zelfontspanner-lampje (Q 26)/ Lampje rode-ogen-reductie (alleen E4100/ E3200) (Q 24) AF-hulpverlichting Objectief (Q 18) (alleen E4100/ E3200) (Q vi, 25, 106)
Onderdelen van de camera
Rood (!) lampje (Q 20) Groen (AF) lampje (Q 20)
Monitor (Q 5, 18)
Zoom-knoppen (l/O ) (Q 18) MENU-knop (Q 61) Multi-selector (!/Y/&/V) (Q 7) uWisknop (Q 22, 23) xAfspeelknop (Q 22, 23)
Deksel batterijruimte (Q 8) Ontgrendeling deksel Statiefaansluiting (Q 25, 26) batterijruimte (Q 8) Kapje aansluitingen (Q 44, 46)
Kapje aansluitingen USB-aansluiting (Q 46) Audio/video (AV) uitgangsaansluiting (alleen E4100/E3200) (Q 44)/ Video-uitgangs-aansluiting (alleen E2200) (Q 44)
3
Voordat u begint
Zoeker (Q 18)
Keuzeknop (Q 6)
De monitor Opnamen maken AE-L
2 1
3
4
5
6
22 19 21 20
7 8
Voordat u begint
18 17 16
10 11
AUTO 15
14
1 2 3 4 5
Opnamestand . . . . . . . . . . . . . . AE-L1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Scherpstelaanduiding . . . . . . . . . Zoomaanduiding2 . . . . . . . . . . . Aanduiding batterijconditie3 . . .
16 38 20 18 12
6
Aanduiding intern geheugen/ geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . 16
7 8 9
Icoon cameratrilling4 . . . . . . . . . 25 Tijdzone. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Icoon "Datum niet ingesteld"5 . . . . . . . . . . . . . . . . 14
10 Zelfontspanneraanduiding . . . . . 26 11 Aanduiding datum in beeld . . . . 87 1 Verschijnt wanneer foto’s worden gemaakt met Panorama Assist 2 Verschijnt wanneer zoomknoppen worden ingedrukt. 3 Verschijnt wanneer de batterijen bijna leeg zijn. 4 Verschijnt bij lange sluitertijden als waarschuwing dat de beelden door beweging onscherp kunnen worden.
4
9
12
999 13
12 Dagenteller/ opgeslagen datumnummer . . . . . 88 13 Resterend aantal opnamen/ lengte filmclip . . . . . . . . . 16, 17, 56 14 15 16 17
Flitsstand. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Beeldkwaliteit/afmetingen . . . . . . 63 Belichtingscorrectie . . . . . . . . . . . 67 Aanduiding gevoeligheidsverhoging6 . . . . . . . 25
18 19 20 21 22
Continu-opnamestand . . . . . . . . 68 Best Shot Selector (BSS). . . . . . . . 69 Witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Kleuropties . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Macro close-up stand . . . . . . . . . 27
5 Verschijnt wanneer de cameraklok nog niet is ingesteld. 6 Geeft aan dat de camera automatisch de gevoeligheid heeft aangepast.
De monitor
Weergave 17 16
12
1
2004.08 2004 08.05 05 12:00 00
2 3
15 14 13
4 5 6
8
10
8
10 9
1 2 3 4 5 6 7 8
Huidige map . . . . . . . . . . . . . . . 23 Bestandsnummer en-type. . . . . . 23 Aanduiding intern geheugen/ geheugenkaart. . . . . . . . . . . . . . 16 Aanduiding batterijconditie1 . . . 12 Volume-aanduiding2 . . . . . . . . . 60 Opnemen van spraakmemo’s2 . . . 43 Weergeven van spraakmemo’s2 . . . .43 Huidig opnamenummer/totaal aantal opnamen/lengte filmclip. . . . 23, 60
9 10 11 12 13 14 15 16 17
Aanduiding filmclipweergave . . . . 60 Spraakmemo-icoon2 . . . . . . . . . 43 Beeldkwaliteit/afmetingen . . . . . 63 Filmclipaanduiding . . . . . . . . . . . 57 Beveiligingsicoon . . . . . . . . . . . . 75 Icoon printopdracht . . . . . . . . . . 48 Overspeelicoon . . . . . . . . . . . . . 76 Tijd van opname . . . . . . . . . .14-15 Datum van opname . . . . . . . . 14-15
1 Verschijnt wanneer de batterijen bijna leeg zijn. 2 Alleen E4100/E3200.
Monitorinstellingen Om op de monitor aanduidingen te verbergen of weer te geven, selecteert u Monitorinstelling in het setup-menu. (Q 86)
AUTO 19 De monitor geeft de huidige instellingen en het live-beeld weer
De monitor geeft alleen het live-beeld weer
De monitor toont het raster
De monitor staat uit
De monitor gaat uit wanneer de flitser bezig is met opladen (Q 20).
5
Voordat u begint
11
7
De keuzeknop Met de keuzeknop kunt u een keuze maken uit zeven opnamestanden en de setup-stand. Kies een opnamestand op basis van de opname-omstandigheden. Om een stand te selecteren, zet u de betreffende icoon tegenover de markering "_" naast de keuzeknop.
P Automatisch (Q 16) Voordat u begint
Kies deze stand om foto’s te maken. U kunt een keuze maken uit zes opnamemenu’s om het gewenste effect te bereiken. W Film (Q 56-59) Kies uit drie soorten films. Met de E4100/E3200 maakt u films met geluid en met de E2200 kunt u alleen films zonder geluid maken.
e Onderwerpen (Q 28, 34) Kies uit elf onderwerpen die elk zijn afgestemd op de opnameomstandigheden, en laat alles verder aan de camera over.
i Portret-assistentie f Set-up (Q 82) Kies deze stand om het setup-menu op te roepen, waarin u instellingen kunt regelen als de cameraklok en de helderheid van de monitor.
6
N Landschap-assistentie j Sport-assistentie m Nachtportret-assistentie Gebruik de compositie-assistentie om voor deze vier omstandigheden composities te maken (Q 28-33).
Navigeren door de menu’s Met de multi-selector navigeert u door de cameramenu’s. Cursor omhoog verplaatsen
Op de middelste knop drukken (a) om uw keuze te maken Submenu oproepen, cursor naar rechts verplaatsen of keuze maken.
Annuleren en terugkeren naar het vorige menu of cursor naar links verplaatsen
Voordat u begint
Cursor omlaag verplaatsen
De ontspanknop Uw camera heeft een ontspanknop met twee standen. Door de ontspanknop half in te drukken legt de camera scherpstelling en belichting vast. Het groene (AF) lampje naast de zoeker licht op wanneer de autofocus zich heeft ingesteld. Scherpstelling en belichting blijven vergrendeld zolang de ontspanknop half ingedrukt wordt gehouden. Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
7
Voorbereiding
Batterijen plaatsen Uw camera werkt met: • LR6 (AA) alkaline batterijen (×2), of • Oplaadbare Nikon EN-MH1 nikkel-metaalhydride (NiMH) batterijen (×2), of • ZR6 (AA) nikkelmangaan batterijen (×2), of • FR6/L91 (AA) lithiumbatterijen (×2), of • CR-V3 lithiumbatterij (×1)
2
1
1
Open het deksel van de batterijruimte
2
Plaats de batterijen
3
Sluit het deksel van de batterijruimte
• Druk op de ontgrendeling (g;c) van de batterijruimte en schuif het deksel naar buiten (d).
• Plaats de batterijen zoals afgebeeld aan de binnenzijde van de batterijruimte.
AA-batterijen
Voorbereiding
CR-V3
1
2
• Sluit het deksel van de batterijruimte (c) en verschuif dit totdat het deksel vastklikt (d). Let er op dat het deksel goed wordt vergrendeld.
[BELANGRIJK] Batterijtype Om de werking van de batterij te verbeteren, dient u in het setup-menu te selecteren welke batterij momenteel in de camera is geplaatst. De standaardinstelling is het type van de meegeleverde batterijen (E4100) of Alkaline (E3200/E2200). Als een ander type batterij wordt gebruikt, zet de camera dan aan en verander de instelling (Q 96).
8
Batterijen plaatsen Batterijen vervangen Zet de camera uit en verzeker u ervan dat het camera-aan-lampje gedoofd is voordat u de batterijen plaatst of vervangt.
Lees de batterijwaarschuwingen Lees alle waarschuwingen en instructies die door de batterijfabrikant worden meegeleverd, en volg ze op.
Beschadigde batterijen De volgende batterijen kunnen niet worden gebruikt: • Batterijen met beschadigde of losrakende isolatie. Gebruik van batterijen met beschadigde isolatie kan soms resulteren in lekkage, oververhitting of openbarsten. Door fabricagefouten kunnen ook nieuwe batterijen soms een gebrekkige isolatie hebben. • Batterijen met isolatie die alleen de zijkanten van de batterijen bedekt en niet het gedeelte rond de negatieve pool. • Batterijen met een vlakke negatieve pool. Gebruik zulke batterijen niet, ook niet als de isolatie het gebied rond de negatieve pool adequaat afdekt.
De prestatie van alkalinebatterijen kan sterk verschillen al naargelang het merk. Kies een betrouwbaar merk.
EN-MH1 batterijen Laad EN-MH1 batterijen op met een MH-71 lader voordat u ze voor het eerst gaat gebruiken. Laad batterijen altijd in vaste paren op – laad batterijen nooit apart op, en gebruik nooit batterijen met een verschillende ladingsgraad door elkaar. EN-MH1 batterijen kunnen kort na aankoop of na lange tijd niet te zijn gebruikt snel ontladen. Dat is normaal, en de batterijen zullen nadat ze een aantal malen opnieuw zijn gebruikt en herladen beter in staat zijn hun lading vast te houden. Kijk voor meer informatie over het opladen van oplaadbare batterijen in de documentatie van de MH-71.
Alternatieve stroombronnen • Wilt u de camera voor langere perioden achtereen van stroom voorzien, gebruik dan de EH-62B lichtnetadapter (Q 97). Maak onder geen voorwaarde gebruik van een ander merk of model lichtnetadapter. Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot oververhitting of tot schade aan de camera. • Het is aan te bevelen CR-V3 lithiumbatterijen als reserve-stroombron te gebruiken.
9
Voorbereiding
Alkalinebatterijen
Geheugenkaarten plaatsen Foto’s kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera (ongeveer 14,5 MB) of op een Secure Digital (SD)-geheugenkaart. Als er in de camera geen geheugenkaart aanwezig is, worden foto’s in het interne geheugen opgeslagen, en als de camera een geheugenkaart bevat, worden foto’s automatisch op de geheugenkaart opgeslagen. Als u foto’s wilt opslaan in het interne geheugen, verwijder dan de geheugenkaart.
Voorbereiding
1
Controleer of de camera uit staat
2
Open het deksel van de geheugenkaartsleuf
3
Plaats de geheugenkaart
• Het camera-aan-lampje moet uit zijn.
• Plaats de geheugenkaart in de richting van de pijl zoals aangegeven. Steek de geheugenkaart recht naar binnen zonder deze te verbuigen.
Geheugenkaarten plaatsen
Hoe u de kaart moet vasthouden
Contactpunten Voorzijde
Plaats de kaart met de contactpunten naar voren gericht.
Als u de kaart ondersteboven of achterstevoren in de camera plaatst, kan de camera of kaart beschadigd raken.
4 10
Sluit het deksel van de geheugenkaartsleuf
Geheugenkaarten plaatsen Geheugenkaarten formatteren Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd voordat u ze gaat gebruiken. Kijk voor informatie over het formatteren van geheugenkaarten onder "Het setup-menu: Geheugen/ kaart formatteren" (Q 93).
Geheugenkaarten verwijderen Als u geheugenkaarten verwijdert wanneer de camera uit staat, kan er geen informatie verloren gaan. Om een geheugenkaart te verwijderen, zet u de camera uit en controleert u of het camera-aan-lampje uit staat. Open het deksel van de geheugenkaartsleuf niet wanneer het camera-aanlampje brandt. Open het deksel van de geheugenkaartsleuf en druk op de geheugenkaart om deze gedeeltelijk uit te werpen. De kaart kan vervolgens met de hand uit de camera worden genomen.
Geheugenkaarten • Gebruik uitsluitend Secure Digital (SD) geheugenkaarten.
• Niet aan overmatige hitte blootstellen zoals in direct zonlicht in een gesloten auto.
• Niet blootstellen aan hoge vochtigheidsniveaus of corrosief gas.
Het schrijfbeveiligingsschuifje SD-kaarten zijn uitgerust met een schrijfbeveiligingsschuifje om te voorkomen dat u abusievelijk gegevens kwijtraakt. Als dit schuifje in de vergrendelde stand staat, kunt u geen foto’s maken, wissen of bewerken, en kan de kaart niet worden geformatteerd. Vergrendel de kaart niet terwijl u foto’s maakt, verwijdert of bewerkt. Schrijfbeveiligingsschuifje Wanneer de kaart vergrendeld is, kunt u foto’s weergeven maar kunt u met de a (V) knop geen foto’s maken, verwijderen, bewerken of overspelen.
11
Voorbereiding
• Niet demonteren of modificeren. • Niet laten vallen, buigen, aan water of aan harde fysieke schokken blootstellen. • De metalen contactpunten niet met uw vingers of metalen voorwerpen aanraken. • Geen labels of stickers op de geheugenkaart plakken.
Batterijconditie controleren
AUTO
19
1
Zet de camera aan
2
Controleer de batterijconditie op de monitor
• Druk op de hoofdschakelaar. Het camera-aanlampje gaat branden. Draai de keuzeknop naar een andere stand dan f.
• Wanneer de camera voor de eerste keer wordt aangezet, verschijnt een taalkeuzescherm. Kies de gewenste taal en druk op de middelste knop van de multi-selector. Zie "Voorbereiding: Basisinstellingen" (Q 14). • Voordat u de batterijconditie controleert, dient u de optie te selecteren die van toepassing is op het Batterijtype in het setup-menu (Q 96). Melding
Betekenis
Voorbereiding
GEEN ICOON Batterijen volledig geladen. X LET OP! BATTERIJ BIJNA LEEG
Batterij bijna leeg. Batterijen leeg. Vervangen door volle batterijen.
Het rode (!) en groene (AF) lampje knipperen wanneer de waarschuwing "BATTERIJ BIJNA LEEG" verschijnt.
De x knop De camera kan ook worden ingeschakeld door de x knop een seconde lang in te drukken. De laatst gemaakte opname verschijnt dan op de monitor (Q 22).
12
Batterijconditie controleren De camera uitschakelen Wilt u de camera uitschakelen, druk dan op de hoofdschakelaar terwijl het camera-aanlampje brandt. U mag de batterijen pas verwijderen of de EH-62B lichtnetadapter pas loskoppelen als het camera-aan-lampje uit is.
Het camera-aan-lampje Het camera-aan-lampje:
De camera staat:
Is aan
Aan
Knippert
In de standby-stand
Is uit
Uit
Automatische uitschakeling (standby-stand)
Slaapstand Als u de slaapstand inschakelt, komt de camera in de standby-stand wanneer er in de helderheid van het onderwerp geen verandering optreedt, ook voordat de tijd verstreken is die in het menu AUTOMATISCH UIT is ingesteld (Q 92).
13
Voorbereiding
Als één minuut lang (standaardinstelling) geen handelingen worden verricht, schakelt de monitor zichzelf automatisch uit en komt de camera in de standby-stand om stroom te besparen. Wanneer de camera in de standby-stand staat, knippert het camera-aan-lampje. Zijn er drie minuten nadat de camera in de standby-stand ging, geen handelingen uitgevoerd, dan wordt de camera automatisch uitgeschakeld en dooft het camera-aan-lampje. De camera wordt weer geactiveerd wanneer u: • Op de hoofdschakelaar drukt • De ontspanknop half indrukt • Op de x knop drukt om de laatst gemaakte opname te bekijken • Op de MENU-knop drukt om voor de huidige stand het menu op te roepen • Aan de keuzeknop draait om een andere stand te kiezen De periode voordat de camera in de standby-stand gaat, kan worden ingesteld via de optie Automatisch uit in het setup-menu (Q 92). Als er echter een menu of het setup-menu wordt weergegeven, schakelt de monitor zichzelf na drie minuten uit, en wanneer er in een non-stop diashow foto’s worden weergegeven (Q 72) of wanneer de camera door een lichtnetadapter wordt gevoed, dan schakelt de monitor zichzelf na dertig minuten uit.
Basisinstellingen De eerste keer dat de camera wordt aangezet verschijnt het taalselectievenster op de monitor. Volg onderstaande stappen om een taal te kiezen en tijd en datum in te stellen.
1
TAAL/LANGUAGE
MENU Annuleren
2
Markeer Deutsch (Duits), English (Engels), Español (Spaans), Français (Frans), Italiano (Italiaans), Nederlands, Svenska (Zweeds), (Japans), (Chinees) of (Koreaans) en druk op a.
Ingestld
DATUM
3
DATUM
Tijd/datum instellen?
Tijd/datum instellen?
Nee Ja
Nee Ja
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Markeer Ja.
Voorbereiding
Selecteer Nee om de stand te verlaten die momenteel met de keuzeknop is geselecteerd. Als u afsluit zonder de tijd en datum in te stellen, dan gaat op de monitor het icoon Z "datum niet ingesteld" knipperen wanneer de camera in de opnamestand staat en krijgen alle beelden het tijdstempel "0000.00.00 00:00" (foto’s) of "2004.01.0100:00" (films).
4
TIJDZONE 2004. 01. 01 00 : 00 London, Casablanca :Zomertijd
5
EIGEN TIJDZONE E
London, Casablanca Ingestld MENUU Terug Het menu TIJDZONE verschijnt. †
Toon kaart met tijdzones.
† Wilt u zomertijd in- of uitschakelen, druk dan de multi-selector omlaag om Zomertijd te markeren en druk op het midden van de multi-selector. Is Zomertijd geactiveerd, dan wordt de tijd automatisch een uur vooruit gezet (Q 85). Wilt u terugkeren naar stap 4, druk dan de multi-selector omhoog om de huidige tijdzone te markeren.
De klokbatterij Wanneer de batterijen in de camera zitten of de camera op een lichtnetadapter is aangesloten, laadt de klokbatterij zich in ongeveer tien uur op. Wanneer de klokbatterij volledig geladen is, kan deze een aantal dagen voor backup-voeding zorgen.
14
Basisinstellingen
6
EIGEN TIJDZONE E
7
DATUM D 01
London, Casablanca Ingestld MENUU Terug
Selecteer uw tijdzone.
8 D 05
M
2004
00
00
00
00
DATUM
J
01
J 2004
Open het menu DATUM.
9
DATUM
M 01
D 05
M
J
08
2004
00
00
Stel Dag in (volgorde van Dag, Maand en Jaar kan in sommige regio’s afwijken).
Selecteer Maand. Herhaal stappen 8-9 om Maand, Jaar, uur en minuut in te stellen.
10
11
DATUM
05
M
J
08
2004
13
00
Markeer D M J.
08
D
J
05
2004
13
00
Kies de volgorde waarin Dag, Maand en Jaar moeten verschijnen.
12 AUTO
DATUM M
19
Ga terug naar de stand die met de keuzeknop werd gekozen. Denk er aan dat de tijd en datum van opname niet op de foto’s wordt geprint tenzij Datum of Datum en tijd is geselecteerd bij Datum afdrukken (Q 87).
De klok instellen met PictureProject (alleen Windows XP/Mac OS X) Als de camera aangesloten is terwijl de USB optie is ingesteld op PTP (Q 45), kan PictureProject (meegeleverd) worden gebruikt om de cameraklok op dezelfde datum en tijd in te stellen als die van de computer. Raadpleeg de PictureProject Naslaghandleiding voor meer informatie.
15
Voorbereiding
D
Foto’s maken—basistechniek
Stap 1 - De P stand selecteren Dit hoofdstuk behandelt de basishandelingen voor het maken van foto’s in de P (automatische) stand. In de automatische stand (voor simpelweg richten en afdrukken) wordt het merendeel van de camera-instellingen automatisch afgestemd op de omstandigheden, wat in de meeste situaties optimale resultaten geeft.
1
Draai de keuzeknop naar P
2
Zet de camera aan • Het camera-aan-lampje gaat branden en op de monitor verschijnt een welkomstscherm (Q 83). De camera is gereed voor het maken van een foto wanneer op de monitor het live-beeld te zien is dat door het objectief wordt gevormd. Geheugen/geheugenkaart
Opnamestand/onderwerpsstand Wanneer de camera een geheugenkaart bevat, wordt / weergegeven, P geeft aan dat de camera in de en als er geen kaart in de camera aanautomatische stand staat. wezig is, dan wordt } weergegeven. Beeldkwaliteit/afmetingen
Foto’s maken—basistechniek
Maak een keuze uit vijf (E4100/ E3200) of vier (E2200) opties, afhankelijk van hoe u de foto wilt gebruiken (Q 63). De standaardinstelling is F (E4100), b (E3200) of c (E2200).
AUTO
19
Flitsstand Maak een keuze uit vijf standen, afhankelijk van de lichtomstandigheden en uw creatieve bedoelingen (Q 24). De standaardinstelling is !# (automatisch).
16
Resterend aantal opnamen Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen hangt af van de capaciteit van het geheugen of de geheugenkaart en de optie die is gekozen voor Beeldkwaliteit/afm. (Q 63).
Stap 1 - De P stand selecteren Resterend aantal opnamen Is het resterend aantal opnamen gelijk aan nul, dan verschijnt de boodschap "GEEN GEHEUGEN MEER" op de monitor. U kunt pas weer foto’s maken nadat u: • een lagere instelling kiest voor Beeldkwaliteit/afm. (Q 63) • een nieuwe geheugenkaart plaatst (Q 10) • een aantal foto’s verwijdert (Q 22-23, 73-74)
Foto’s maken—basistechniek
17
Stap 2 - Compositie maken
1
Maak de camera gereed
Houd de camera rustig en stevig met twee handen vast. De compositie van de foto kan worden gemaakt in de monitor of de zoeker.
Dek de opname niet af Om donkere of gedeeltelijk verduisterde foto’s te voorkomen, dient u uw vingers en andere objecten weg te houden van het objectief, het flitsvenster en de microfoon (alleen E4100/E3200).
2 Uitzoomen
Inzoomen
AUTO
19
De aanduiding op de monitor geeft de zoomfactor aan wanneer een van de twee knoppen wordt ingedrukt. Foto’s maken—basistechniek
AUTO Digitale zoom
18
19
Bepaal de compositie voor uw onderwerp Uw digitale Nikon-camera is uitgerust met twee soorten zoom: optische zoom, waarmee het uitschuivende objectief van de camera wordt gebruikt om het onderwerp maximaal 3× te vergroten, en digitale zoom, waarbij digitale beeldbewerking wordt gebruikt om het beeld te vergroten tot maximaal 4×, waardoor een totaal zoombereik ontstaat van 12×. Gebruik de zoomknoppen om uw onderwerp in het midden van de monitor uit te kaderen: • Druk op de l (W) knop om uit te zoomen, waardoor u meer overzicht krijgt. • Druk op de O (T) knop om in te zoomen op uw onderwerp, zodat het onderwerp een groter deel van het beeld vult. • Is de camera ingezoomd tot de maximale vergroting, dan start u de digitale zoom door de O (T) knop ongeveer een seconde lang in te drukken. De zoomaanduiding wordt geel, en het groene (AF) lampje naast de zoeker gaat knipperen. Gebruik de O (T) en l (W) knoppen om de zoom in het digitale zoombereik in te stellen. Wilt u de digitale zoom annuleren, druk dan op l (W) totdat de zoomaanduiding wit wordt.
Stap 2 - Compositie maken Digitale zoom Bij digitale zoom wordt beeldinformatie van de beeldsensor van de camera digitaal bewerkt, waardoor het centrale deel van het beeld wordt vergroot tot het beeldvullend is. In tegenstelling tot optische zoom, worden bij digitale zoom de details in de foto niet duidelijker. In plaats daarvan worden details die bij maximale optische zoom zichtbaar zijn simpelweg vergroot, zodat een ietwat korrelig beeld ontstaat. Het effect van digitale zoom is niet zichtbaar in de zoeker; gebruik dus voor digitale zoom de monitor bij het bepalen van de compositie. Digitale zoom is niet beschikbaar wanneer de monitor uit staat of wanneer Multi-Shot 16 is geselecteerd in het menu CONTINU (Q 68).
Wanneer er weinig licht is Wanneer er weinig licht is wordt de gevoeligheid verhoogd; het beeld op de monitor kan enigszins korrelig worden. Dat is normaal en wijst niet op een fout.
Monitor of Zoeker? Gebruik de monitor om in één oogopslag de camera-instellingen te controleren en tegelijkertijd te bekijken hoe de uiteindelijke foto er uit gaat zien. Dit is vooral belangrijk wanneer het beeld door de zoeker niet precies overeenkomt met de uiteindelijke foto, bijvoorbeeld wanneer: • uw onderwerp zich minder dan 1 meter van de camera bevindt • u digitale zoom gebruikt Gebruik de zoeker wanneer u stroom wilt besparen door de monitor uit te schakelen (Q 5), of wanneer fel omgevingslicht het moeilijk maakt het beeld op de monitor te bekijken.
Foto’s maken—basistechniek
19
Stap 3 - Scherpstellen en afdrukken
1
Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling en belichting te vergrendelen. In de P stand zal de camera automatisch scherpstellen op wat zich in het midden van het beeld bevindt. Scherpstelling en belichting blijven vergrendeld zolang de ontspanknop half ingedrukt wordt gehouden. Houd de ontspanknop half ingedrukt en controleer scherpstelling en flits. Scherpstelling wordt aangegeven met het groene AF (autofocus) lampje naast de zoeker en door de scherpstelaanduiding. De flitsstatus wordt aangegeven door het rode ! (flitser gereed) lampje naast de zoeker.
Rood (!) lampje
Groen (AF) lampje
Rood (!) lampje
Scherpstelaanduiding
Groen (AF) lampje/ scherpstelaanduiding
AUTO
Stel scherp
19
Aan
Er wordt geflitst wanneer de foto wordt genomen.
Knippert
De flitser laadt zich op. Wacht totdat het lampje blijft branden.
Uit
Flitser uit of niet nodig.
Aan
Scherpstelling in orde.
Knippert
De camera kan niet scherpstellen op het onderwerp in het midden van het beeld. Gebruik de scherpstelvergrendeling om op een ander onderwerp op dezelfde afstand in te stellen, kies opnieuw de compositie en druk af.
De monitor gaat uit wanneer de flitser bezig is met opladen. Foto’s maken—basistechniek
2
Maak de foto
Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken. Het sluitergeluid klinkt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt (standaardinstelling Q 90). Om bewegingsonscherpte te vermijden, moet de ontspanknop rustig worden ingedrukt. U kunt ervoor kiezen om de cameratrillingswaarschuwing al dan niet weer te laten geven (Q 25).
20
Stap 3 - Scherpstellen en afdrukken Tijdens de opname Terwijl foto’s in het geheugen of op de geheugenkaart worden opgenomen, knippert het groene (AF) lampje, en brandt de < icoon of knippert de }// geheugenicoon. U kunt doorgaan met het maken van foto’s totdat de < icoon verschijnt. Terwijl de foto wordt opgenomen mag u de camera niet uitzetten, de geheugenkaart niet verwijderen en de stroombron niet verwijderen/afkoppelen. Onder deze omstandigheden kan een stroomonderbreking of verwijdering van de geheugenkaart leiden tot informatieverlies of beschadiging van de camera of de kaart.
Goede resultaten met autofocus Autofocus werkt het beste wanneer er een contrast is in het onderwerp en wanneer het onderwerp gelijkmatig wordt verlicht. De autofocus kan mogelijk niet optimaal presteren wanneer het onderwerp erg donker is of snel beweegt, als er objecten van sterk verschillende helderheid in beeld zijn (bijvoorbeeld wanneer iemand de zon achter zich heeft waardoor zijn gezicht in de schaduw wegvalt), of wanneer er verschillende onderwerpen op verschillende afstanden van de camera zijn (bijvoorbeeld een dier in een kooi, door de tralies heen gefotografeerd).
Scherpstellen op onderwerpen buiten het beeldmidden: Scherpstelvergrendeling Bevindt uw onderwerp zich niet in het midden van het beeld wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, dan kan uw foto onscherp worden. Zo stelt u scherp op een onderwerp buiten het beeldmidden: n
AUTO
19
o
NORMAL
AUTO
10 19
q
21
Foto’s maken—basistechniek
p
Stel scherp Plaats het onderwerp in het midden van het beeld en druk de ontspanknop half in. Controleer het groene (AF) lampje en de scherpstelaanduiding Houd de ontspanknop half ingedrukt en controleer of het groene (AF) lampje naast de zoeker continu brandt, en of de scherpstelaanduiding continu zichtbaar is, wat erop duidt dat de scherpstelling in orde is. De scherpstelling en belichting blijven vergrendeld zolang de ontspanknop half ingedrukt wordt gehouden. Bepaal de definitieve compositie Houd de ontspanknop half ingedrukt en bepaal de definitieve compositie. Verander de afstand tussen camera en onderwerp niet zolang de scherpstelling vergrendeld is. Verandert de afstand tot het onderwerp, laat dan de ontspanknop los en vergrendel de scherpstelling op de nieuwe afstand. Maak de foto Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
Stap 4 - De resultaten bekijken (schermvullende weergave)
100NIKON 0001.JPG
2004.08.05 13:00
1
Wis 1beeld? Nee Ja
Foto’s maken—basistechniek
Gereed
22
1
1
Druk op de x knop
2
Bekijk de foto’s op de monitor
Om meer foto’s te zien dient u de multi-selector omlaag of naar rechts te duwen om de foto’s in de opgenomen volgorde te zien, omhoog of naar links voor de omgekeerde volgorde. Om snel naar een bepaald beeldnummer te gaan zonder de tussenliggende foto’s te bekijken, dient u de multi-selector in te drukken en ingedrukt te houden. . @ (spraakmemo opnemen) wordt weergegeven (alleen E4100/E3200). Om de schermvullende weergave te beëindigen en terug te keren naar de opnamestand, drukt u opnieuw op de x knop.
Ongewenste foto’s wissen Wilt u het beeld wissen dat op de monitor te zien is, druk dan op de u knop. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk de multi-selector omhoog of omlaag om Ja te markeren en druk vervolgens op het midden van de multi-selector. Wilt u het scherm verlaten zonder de foto te wissen, markeer dan Nee en druk op het midden van de multi-selector.
Stap 4 - De resultaten bekijken (schermvullende weergave) Uw laatst gemaakte opname wissen Op elk gewenst moment kunt u tijdens het opnemen op de u knop drukken om de laatst gemaakte opname te wissen. Het rechts weergegeven dialoogvenster verschijnt. Wis de opname als beschreven onder "Ongewenste foto’s wissen".
Wis 1beeld? Nee Ja
Weergavetips De eerste en laatste foto in het geheugen zijn aan elkaar gekoppeld. Wanneer u de multiselector omhoog of naar links duwt terwijl de eerste foto in het geheugen wordt getoond, komt u bij de laatste foto. Wanneer u de multi-selector omlaag of naar rechts duwt terwijl de laatste foto in het geheugen wordt getoond, komt u bij de eerste foto.
Beeldbestands- en mapnamen Op de geheugenkaart worden de opnamen opgeslagen met namen die uit drie delen bestaan: een vierletterige identificator, een viercijferig bestandsnummer dat automatisch door de camera wordt toegekend (oplopend volgnummer), en een drieletterige extensie (bijv. "DSCN0001.JPG"). Identificator
Extensie
Q
Foto
DSCN
.JPG
22
Beeldtype Origineel Kopie Spraakmemo aangehecht aan foto (alleen E4100/E3200)
Film
DSCN
.MOV
60
Kleine kopie
SSCN
.JPG
78
Uitgesneden kopie
RSCN
.JPG
42
Spraakmemo
DSCN SSCN RSCN
.WAV
43
Opnamen worden opgeslagen in mappen die automatisch door de camera worden aangemaakt en voorzien van een naam met een driecijferig nummer gevolgd door "NIKON" (bijv. "100NIKON"). Een map kan ten hoogste 200 foto’s bevatten; maakt u een foto terwijl de huidige map 200 foto’s bevat, dan wordt er een nieuwe map aangemaakt, waarvan het nummer 1 hoger is dan van de huidige map. Als u een foto maakt wanneer het huidige mapnummer een foto met het nummer 9999 bevat, dan wordt een nieuwe map gemaakt en begint de bestandsnummering weer vanaf 0001. Als het aantal bestanden 200 bereikt of de bestandsnummering 9999 bereikt wanneer het geheugen of de geheugenkaart een map met nummer 999 bevat, kunnen er geen foto’s meer worden gemaakt totdat het geheugen of de geheugenkaart geformatteerd wordt (Q 93) of een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst.
23
Foto’s maken—basistechniek
Wanneer een opname wordt bekeken op de monitor, verschijnen het bestandsnummer en de extensie in de rechterbovenhoek van het scherm. De identificator wordt niet getoond, maar deze is zichtbaar wanneer de opname wordt overgespeeld naar de computer.
Meer over foto’s maken
Wanneer er weinig licht is: Flitslicht gebruiken De volgende flitsstanden zijn beschikbaar: Meer over foto’s maken
Stand # Automatisch
Hoe het werkt
Wanneer te gebruiken
Flitser wordt ontstoken wanBeste keuze in meeste situaties. neer er weinig licht is.
Het lampje voor rode-ogen-reduc% tie (E4100/E3200) of de flitser Automatisch met (E2200) gaat af vóór de hoofdflits, rode-ogenwaardoor het effect van rode reductie ogen wordt gereduceerd.
Te gebruiken voor portretten (werkt het beste wanneer het onderwerp royaal binnen flitsbereik is en in de richting van de flitser kijkt). Niet aanbevolen wanneer snel reageren een vereiste is.
$ Flitser uit
Te gebruiken om een natuurlijke lichtsituatie te Flitser wordt niet ontstoken, behouden of wanneer flitsen verboden is. Wanook niet bij weinig licht. neer de 2 (cameratrilling) icoon verschijnt, bestaat het risico dat een bewogen beeld ontstaat.
! Altijd flitsen (invulflits)
Flitser wordt bij elke opname Voor het oplichten van schaduwen en ontstoken. voor tegenlicht-onderwerpen.
k (Slow sync)
Te gebruiken om bij nacht of bij weinig licht Automatische flits gecomzowel onderwerp als achtergrond goed weer bineerd met lange sluitertijte geven. Wanneer de 2 (cameratrilling) den. icoon verschijnt is er gevaar voor trilling.
Zo kiest u de flitsstand:
1
2 AUTO
19
Roep het flitsstand-menu op.
3
Verlaat het menu. De flitsstand wordt aangegeven door een icoon onder in de monitor.
19
24
19 Markeer de gewenste stand (wilt u het menu zonder veranderingen verlaten, wacht dan twee seconden of duw de multi-selector naar links).
Wanneer er weinig licht is: Flitslicht gebruiken Gevoeligheid (ISO-equivalent)
19
De 2 (cameratrilling) icoon Wanneer er weinig licht is en de flitser uit staat ($), dan worden de sluitertijden langer en wordt het risico groter dat een bewogen opname wordt gemaakt. Wanneer de benodigde sluitertijd voor de belichting erg lang is, verschijnt er een 2 (cameratrilling) waarschuwing op de monitor. Gebruik van een statief is dan aan te bevelen.
19
Flitsbereik Raadpleeg de "Specificaties" (Q 107).
Close-ups Bij onderwerpen op minder dan 40 cm afstand kan de flitser mogelijk het onderwerp niet geheel uitlichten. Wanneer u close-ups maakt, geef dan elke gemaakte opname meteen weer om het resultaat te controleren.
Selectie flitsstand In de P (automatische) stand "onthoudt" de camera de huidige flitsstand ook nadat de camera uitgezet is. De meest recente instelling wordt automatisch gekozen wanneer de keuzeknop op P wordt gezet, tenzij de optie Standaardwaarden in het setup-menu wordt gebruikt om de standaardinstelling te herstellen (Q 94). De flitsstand kan, afhankelijk van de geselecteerde stand, automatisch veranderen als er een nieuwe opnamestand wordt gekozen (Q 28-39).
De AF-hulpverlichting (alleen E4100/E3200) De E4100 en E3200 zijn uitgerust met een AF-hulpverlichting. Als er weinig licht is, gaat de ingebouwde AF-hulpverlichting branden wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, waardoor de camera ook kan scherpstellen als het onderwerp slecht verlicht is. Wanneer de camera helemaal uitgezoomd is, heeft de AF-hulpverlichting een bereik van 0,4 tot 2,0 meter. Het bereik bij maximale zoom is 0,4 tot 1,4 meter. In de onderwerpsstand (Q 28-39) is de AF-hulpverlichting alleen beschikbaar in de standen i (Portret), m (Nachtportret) en B (Party/binnen) zonder de compositie-assistentie (Q 29-33), en in de standen C (Strand/sneeuw), D (Zonsondergang), I (Kopie), J (Tegenlicht) en K (Panorama assist).
25
Meer over foto’s maken
"Gevoeligheid" is een maatstaf voor de lichtgevoeligheid van de camera. Uw digitale Nikon-camera heeft normaal een gevoeligheid die ruwweg overeenkomt met film van ISO 50. Wanneer er weinig licht is en de flitser uit staat ($), dan zal de camera automatisch de gevoeligheid verhogen, waardoor kortere belichtingstijden mogelijk zijn en het risico van bewogen foto’s als gevolg van trilling tot een minimum wordt beperkt. Er verschijnt een ISO icoon op de monitor, wat betekent dat de opname iets korreliger kan worden.
Zelf op de foto komen: De zelfontspanner gebruiken Meer over foto’s maken
Wanneer de zelfontspanner is ingeschakeld, wordt de opname tien seconden na het indrukken van de ontspanknop gemaakt. Deze functie stelt u in staat zelf op de foto te komen of te voorkomen dat close-up opnamen of opnamen bij weinig licht een wazige foto opleveren doordat bij het indrukken van de ontspanknop de camera wordt bewogen. Bij gebruik van deze functie moet u de camera op een statief aansluiten (aanbevolen) of deze op een vlak, horizontaal oppervlak zetten.
1
2
OFF ON
AUTO
19
Roep het zelfontspannermenu op.
3
OFF ON
AUTO
19
Markeer YON (wilt u het menu zonder veranderingen verlaten, wacht dan twee seconden of duw de multi-selector naar links).
4 AUTO
AUTO
19
Verlaat het menu. De zelfontspannericoon verschijnt op de monitor.
19
Bepaal de compositie en start de zelfontspanner. Een aftellende timer op de monitor toont het aantal resterende seconden totdat de foto wordt gemaakt.
De scherpstelling en belichting worden vergrendeld wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. Het zelfontspannerlampje op de voorzijde van de camera zal knipperen tot één seconde voor de opname en blijft branden tijdens de laatste seconde om aan te geven dat de opname zal worden gemaakt. De zelfontspanner stoppen Wilt u de zelfontspanner stoppen voordat de foto wordt gemaakt, druk dan op de ontspanknop.
De zelfontspanner In sommige opnamestanden is de zelfontspanner niet beschikbaar (Q 28-39).
26
Gemakkelijke close-ups: Macro close-up stand
1
2 OFF ON
OFF ON ON
AUTO
19
AUTO
19
Roep het menu van de macro close-up stand op.
Markeer &ON (wilt u het menu zonder veranderingen verlaten, wacht dan twee seconden of duw de multi-selector naar links).
3
4 AUTO
19
Verlaat het menu. De & icoon verschijnt op de monitor wanneer de camera in de macro close-up stand staat.
AUTO
19
Maak de beeldcompositie. Wordt de camera uitgezoomd totdat de & icoon groen wordt, dan kan de camera scherpstellen tot op 4 cm.
Macro close-up stand Op korte afstanden wijkt het beeld in de zoeker af van wat er werkelijk op de foto komt. Gebruik de monitor voor close-ups. In de macro close-up stand stelt de camera continu scherp, ook als de ontspanknop niet half wordt ingedrukt. In sommige opnamestanden is de macro close-up stand niet beschikbaar (Q 28-39).
27
Meer over foto’s maken
De macro close-upstand wordt gebruikt voor close-ups van kleine onderwerpen op zeer korte afstanden (tot 4 cm).
Assistentie- en onderwerpsstanden Meer over foto’s maken
Uw digitale Nikon-camera biedt u de keuze uit vier assistentie-standen en elf onderwerpsstanden. In deze standen worden de camera-instellingen automatisch geoptimaliseerd voor het gekozen onderwerpstype; daardoor hoeft u de instellingen niet één voor één uit te voeren.
Assistentie-standen De assistentie-standen worden gekozen door de keuzeknop in de gewenste stand te zetten. Met de compositie-assistentie kunt u een goede compositie maken. Stand
Omschrijving
Q
Voor portretten waarin het onderwerp duidelijk wordt i Portret-assistentie afgetekend tegen een zachte achtergrond. Voor het versterken van contouren, kleuren en contrast in opnaN Landschap-assistentie men met wolken, bossen en andere landschapsfoto’s, of voor portretten waarin de achtergrond goed herkenbaar moet zijn. Voor sportopnamen waarbij de actie van snelle onderj Sport-assistentie werpen wordt bevroren.
30
m Nachtportret-assistentie Voor portretten tegen een halfduistere achtergrond.
33
31 32
Onderwerpsstanden U selecteert de onderwerpsstanden door de keuzeknop op e te zetten en door de passende onderwerpsstand te selecteren. Stand B
Party/binnen
Omschrijving Om achtergronddetails of het effect van kaarslicht en andere kunstlichtsoorten te behouden. Voor lichte onderwerpen als sneeuwvlakten, stranden en zonovergoten waterpartijen.
Q 35
C
Strand/sneeuw
D
Zonsondergang
Voor het vasthouden van de diepe kleuren van zonsop- en ondergang.
35
E
Schemering
Voor het vasthouden van de kleuren van het zwakke natuurlijke licht vóór zonsopgang en na zonsondergang.
35
F
Nachtlandschap
Voor landschapsopnamen bij nacht.
36
A
Close-up
Voor levendige kleuren in close-ups van bloemen, insecten en andere kleine objecten.
36
G H I
Museum Vuurwerk Kopie
J
Tegenlicht
K
Panorama assist
Te gebruiken waar flitsen niet is toegestaan. Voor de lichteffecten van vuurwerk. Voor het kopiëren van teksten en tekeningen. Te gebruiken wanneer het licht van achter het onderwerp komt en het onderwerp in de schaduw ligt. Voor het maken van een serie foto’s die later tot één tafereel worden samengevoegd.
35
36 37 37 37 38
Assistentie- en onderwerpsstanden De assistentie- en onderwerpsstanden geven, afhankelijk van het onderwerp, mogelijk niet altijd het gewenste resultaat. Bent u niet tevreden met het resultaat, kies dan P (automatisch) en probeer het opnieuw.
28
Compositie-assistentie
1
2
Portret
Portret Portret close-up
Ingestld MENU Sluit Roep na keuze van de stand het compositie-assistentie menu op.
3
MENU Sluit
Ingestld
Kies het compositietype. De huidige selectie wordt aangegeven met een grote icoon en een bijschrift.
4 19
Maak uw keuze. Om terug te keren naar de opnamestand, drukt u op de MENUknop. De hulpsjabloon verschijnt op de monitor.
19 Plaats bij het maken van de opname het onderwerp in de hulpsjabloon, zoals beschreven op de volgende bladzijden.
Gebruik van de hulpsjablonen Uw onderwerp hoeft niet precies in de hulpsjabloon te passen. Let bij het bepalen van de compositie op achtergrond en omgeving.
Beeldkwaliteit/afmetingen De optie beeldkwaliteit/afmetingen is beschikbaar in het compositiehulpmenu. (Q 63).
BEELDKWAL./AFM.
MENU Sluit
Ingestld
29
Meer over foto’s maken
De vier assistentie-standen bieden u door middel van een aantal hulpsjablonen op de monitor de mogelijkheid om voor het betreffende onderwerp een compositie te maken. Wilt u de compositie-assistentie gebruiken, draai dan de keuzeknop naar de gewenste stand en volg onderstaande stappen.
Compositie-assistentie
i Portret-assistentie Meer over foto’s maken
De stand i (portret-assistentie) helpt u portretten te maken waarin het hoofdonderwerp duidelijk wordt afgetekend tegen een achtergrond die zacht of onscherp wordt weergegeven, waardoor de foto diepte krijgt (in welke mate de achtergrond onscherp wordt, hangt af van de hoeveelheid licht). Een compositie-assistentie menu helpt u bij de compositie voor onderwerpen buiten het beeldmidden en bij het uitkaderen van lange of brede opnamen en dubbelportretten. i Portret
Portret
Ingestld
MENU Sluit
9 Portret links
Portret Portret links
0 Portret rechts
Portret Portret rechts
Voor een portretcompositie met het onderwerp in de rechterhelft van het beeld. De camera stelt scherp op het onderwerp binnen de hulpsjabloon.
Ingestld
MENU Sluit
: Portret close-up
Portret Portret close-up
Ingestld
MENU Sluit
Dubbel portret
MENU Sluit
Voor een portretcompositie met het gezicht van het onderwerp in de bovenste helft van het beeld. De camera stelt scherp op het gezichtsvlak binnen de hulpsjabloon. [ Dubbelportret
Portret
Voor een portretcompositie met twee personen naast elkaar. De camera stelt scherp op het dichtstbijzijnde onderwerp.
Ingestld
; Staand portret
Portret Staandportret
!
Voor een portretcompositie met het onderwerp in de linkerhelft van het beeld. De camera stelt scherp op het onderwerp binnen de hulpsjabloon.
Ingestld
MENU Sluit
MENU Sluit
Er zijn geen hulpsjablonen op de monitor te zien. De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld; scherpstelvergrendeling is te gebruiken voor onderwerpen buiten het midden.
Ingestld
Voor een portretcompositie waarbij de camera wordt gekanteld en het gezicht van het onderwerp in de bovenste helft van het beeld is. De camera stelt scherp op het gezichtsvlak binnen de hulpsjabloon.
%*
Y
* Andere standen kunnen ook worden gekozen.
30
Uit*
&
Uit
Compositie-assistentie
N Landschap-assistentie
Landschap
MENU Sluit
Ingestld
Landschap Landschap sweergave
MENU Sluit
Ingestld
Landschap Architectuur
Ingestld
MENU Sluit
!
Groep rechts
Ingestld
Landschap Groep links
MENU Sluit
!
Er zijn geen hulpsjablonen op de monitor te zien. Voor scherpstelling op ver gelegen onderwerpen door voorgrond-objecten heen (zoals een raamkozijn of een partij boomtakken). Er wordt scherpgesteld op oneindig.
6 Landschapsweergave Voor landschapsfoto’s met de lucht in het bovenste derde deel van het beeld, ver gelegen objecten in het middelste derde deel en dichterbij gelegen objecten in het onderste derde deel. Plaats de land/luchtgrens op de gele golfjeslijn.
7 Architectuur Voor het fotograferen van gebouwen. Er verschijnt een raster op de monitor waarmee het makkelijker is goede horizontale en verticale lijnen in het onderwerp te krijgen.
$
Landschap
MENU Sluit
N Landschap
Ingestld
Y
Uit*
&
Uit
5 Groep rechts Voor portretcomposities met mensen rechts in beeld en een interessant achtergrondobject links in beeld. Zowel de mensen als het achtergrondobject worden scherp weergegeven.
8 Groep links Voor portretcomposities met mensen links in beeld en een interessant achtergrondobject rechts in beeld. Zowel de mensen als het achtergrondobject worden scherp weergegeven.
#*
Y
Uit*
&
Uit
* Andere standen kunnen ook worden gekozen.
31
Meer over foto’s maken
De stand N (landschap-assistentie) helpt u een goede compositie te kiezen voor landschapsfoto’s waarin contouren, kleuren en contrast goed tot uiting komen. Een compositieassistentie menu helpt u bij de compositie, niet alleen voor landschappen, maar ook voor stadsoverzichten, groepsportretten en portretten met een interessante achtergrond.
Compositie-assistentie
j Sport-assistentie Meer over foto’s maken
De stand j (sport-assistentie) wordt gebruikt voor dynamische actiefoto’s van bewegende onderwerpen. Met het hulpmenu kunt u een actie in een enkele opname bevriezen, of een beweging vastleggen in een serie opeenvolgende opnamen. j Sport
Sport
Ingestld
MENU Sluit
\ Sporttoeschouwer
Sport Sporttoe schouwer
Ingestld
MENU Sluit
Sport Multi -shot 16
!
Sporttoeschouwer is ideaal voor het vastleggen van momenten als u geen tijd hebt om voor de opname een compositie te maken. Te gebruiken voor een bereik van 3 meter tot oneindig. Een serie opnamen kan worden gemaakt door de ontspanknop ingedrukt te houden. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt is hetzelfde als bij de stand j (Sport).
] Sport Multi-shot 16
Sport
MENU Sluit
Terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er opnamen gemaakt met een frequentie van ongeveer 3 beelden per 2 seconden (de opnamesnelheid daalt wanneer de < icoon verschijnt). Bij gebruik van de E4100 maakt de camera 9 opnamen wanneer beeldkwaliteit/afmetingen op F Normaal (2288) ingesteld is. Met de E3200 maakt de camera 3 opnamen wanneer beeldkwaliteit/afmetingen op b Normaal (2048) ingesteld is, en met de E2200 6 opnamen wanneer beeldkwaliteit/afmetingen op c (1600) ingesteld is. Scherpstelling, belichting en witbalans worden afgestemd op de eerste opname van elke serie. De camera stelt continu scherp, ook als de ontspanknop niet wordt ingedrukt.
Ingestld
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt maakt de camera 16 opnamen in ongeveer 2 seconden en worden deze in vier rijen binnen één enkel totaalbeeld gerangschikt. Scherpstelling, belichting en witbalans worden afgestemd op de eerste opname van elke serie.
$
Y
Uit
&
Uit
Sport-assistentie In de standen Sport of Sport Multi-shot 16 wordt de scherpstelling constant gereset totdat deze wordt vergrendeld door de ontspanknop half in te drukken.
32
Compositie-assistentie
m Nachtportret-assistentie
!
%
Y
Uit*
&
Meer over foto’s maken
De stand m (nachtportret-assistentie) wordt gebruikt voor het maken van portretopnamen bij avond, waarbij wordt gezorgd voor een natuurlijke balans tussen het onderwerp en de achtergrond. Foto’s die met een lange sluitertijd zijn gemaakt, worden gecorrigeerd om de kwaliteit te verbeteren (alleen E4100/E3200); dat levert een iets langere verwerkingstijd op. Om trillingsonscherpte te voorkomen, kunt u de camera het beste op een statief plaatsen, of op een vlakke, stabiele ondergrond. Meer informatie over de opties van de compositie-assistentie vindt u bij i Portret-assistentie (Q 30). Uit
* Andere standen kunnen ook worden gekozen.
Selectie van de flitsstand in de m stand De flitsstand wordt automatisch ingesteld op % (automatisch met rode-ogen-reductie).
33
e Onderwerpsstand Meer over foto’s maken
De e (onderwerpsstand) biedt een menu met elf onderwerpen, die elk corresponderen met een veel voorkomende situatie, zoals een onderwerp in tegenlicht, een zonsondergang of een interieuropname. De camera-instellingen worden automatisch aan de geselecteerde situatie aangepast, waardoor u niet elke instelling separaat hoeft uit te voeren. Wilt u foto’s in de onderwerpsstand maken, draai de keuzeknop dan naar e en volg onderstaande stappen.
1
Party/binnen
MENU Sluit
Ingestld
Roep het onderwerpmenu op.
3
Strand/sneeuw
MENU Sluit
2
Onderwerpsstand
Strand/sneeuw
Ingestld
MENU Sluit
Kies een onderwerp. De huidige selectie wordt aangegeven met een grote icoon en een bijschrift.
4 AUTO
Ingestld
Maak uw keuze. Om terug te keren naar de opnamestand, drukt u op ^. Het geselecteerde onderwerp wordt aangegeven door de icoon linksboven in de monitor.
19
Maak foto’s.
Beeldkwal./afm. Beeldkwaliteit en -afmetingen kunnen worden geselecteerd in het onderwerpmenu. De huidige instelling verschijnt wanneer de icoon voor beeldkwaliteit/ afmetingen wordt gemarkeerd. De 2 (cameratrilling) icoon
BEELDKWAL./AFM.
MENU Sluit
Ingestld
Wanneer de 2 icoon op de monitor verschijnt, dan kunnen de opnamen door beweging/trilling onscherp worden. In dit hoofdstuk worden de maatregelen die u kunt nemen om beweging/trilling te voorkomen, aangegeven met sterren: houd de camera met twee handen vast en druk uw ellebogen tegen uw lichaam. gebruik een statief of plaats de camera op een vlak, zuiver horizontaal oppervlak.
34
e Onderwerpsstand De volgende onderwerpsstanden zijn beschikbaar: Om achtergronddetails of het effect van kaarslicht en andere kunstlichtsoorten te behouden. !
%*
Y
Uit*
&
Uit
CStrand/sneeuw Voor een levensechte weergave van heldere onderwerpen als sneeuwvlakten, stranden en watervlakten. De flitsstand wordt automatisch ingesteld op AUTOMATISCH; andere standen kunnen ook worden ingesteld. !
Automatisch*
Y
Uit*
&
Uit
DZonsondergang Voor het vasthouden van de diepe kleuren van zonsop- en ondergang.
!
$*
Y
Uit*
&
Uit
ESchemering Voor het vasthouden van de kleuren van het zwakke natuurlijke licht voor zonsopgang en na zonsondergang. Foto’s die met een lange sluitertijd zijn opgenomen, worden bewerkt om de kwaliteit te verbeteren; daardoor duurt het iets langer om de beelden in het geheugen of de geheugenkaart op te slaan. !
$
Y
Uit*
&
Uit
* Andere standen kunnen ook worden gekozen.
35
Meer over foto’s maken
BParty/binnen
e Onderwerpsstand
Meer over foto’s maken
FNachtlandschap Er wordt een lange sluitertijd gebruikt om verrassende nachtelijke landschapsfoto’s te maken. Er wordt scherpgesteld op oneindig. Foto’s die met een lange sluitertijd zijn opgenomen, worden bewerkt om de kwaliteit te verbeteren; daardoor duurt het iets langer om de beelden in het geheugen of de geheugenkaart op te slaan. !
$
Y
Uit*
&
Uit
AClose-up Voor levendige kleuren van close-up opnamen van bloemen, insecten en andere kleine objecten, met een artistiek wazige achtergrond. De flitsstand wordt automatisch ingesteld op AUTOMATISCH; andere standen kunnen ook worden ingesteld. De camera stelt continu scherp, ook als de ontspanknop niet wordt ingedrukt. De kortste instelafstand varieert al naargelang de zoomstand. Om scherp te stellen tot op 4 cm vanaf het objectief dient u de zoom bij te stellen totdat de macro close-up icoon (&) op de monitor groen wordt. !
Automatisch*
Y
Uit*
&
Aan
GMuseum De flitser wordt automatisch uitgeschakeld ($). Gebruik deze stand binnen als flitsen verboden is (bijvoorbeeld in musea en galeries) of onder andere omstandigheden binnenshuis wanneer u niet wilt flitsen. • De Best Shot Selector (BSS; Q 65) wordt automatisch ingeschakeld, waardoor de gevolgen van cameratrilling worden verminderd. • De macro close-up stand wordt automatisch uitgeschakeld; andere standen kunnen worden geselecteerd. • Op bepaalde locaties kan fotograferen geheel verboden zijn. Zorg dat u weet of het is toegestaan en vraag anders om toestemming. !
$
Y
* Andere standen kunnen ook worden gekozen.
36
Uit*
&
Uit*
e Onderwerpsstand
Lange sluitertijden worden gebruikt om de lichtsporen van het vuurwerk vast te leggen. De camera reageert sneller op de ontspanknop, zodat u er zeker van bent dat u het begin van de uitbarsting van het vuurwerk niet mist. • Er wordt scherpgesteld op oneindig. • Volg het vuurwerk terwijl het opstijgt en druk de ontspanknop geheel in als de uitbarsting van het vuurwerk start. !
$
Y
Uit
&
Uit
IKopie Geeft heldere opnamen van teksten of tekeningen op een whiteboard of van drukwerk, zoals een visitekaartje.
• De flitser en macro close-up worden automatisch uitgezet; andere standen kunnen worden geselecteerd. • Gekleurde teksten en tekeningen komen in het uiteindelijke resultaat mogelijk niet optimaal over. !
$*
Y
Uit
&
Uit
JTegenlicht Te gebruiken wanneer licht vanachter het onderwerp komt, waardoor het in de schaduw komt te liggen, of wanneer uw onderwerp zich voor een achtergrond bevindt die fel wordt belicht. De flitser zal automatisch worden ontstoken om schaduwen op te helderen. !
!
Y
Uit*
&
Uit
* Andere standen kunnen ook worden gekozen.
37
Meer over foto’s maken
HVuurwerk
e Onderwerpsstand
Meer over foto’s maken
KPanorama assist Wordt gebruikt om een serie foto’s te maken die u later samenvoegt tot één tafereel (bijvoorbeeld een panorama of virtueel beeld van 360º). !
$*
Y
Uit
&
Uit*
* Andere standen kunnen ook worden gekozen.
Om panorama assist te gebruiken, dienen de volgende stappen hieronder te worden uitgevoerd.
1
Panorama assist
Ingestld MENU Sluit Markeer K (Panorama Assist), en druk op het midden van de multi-selector.
3
Van onderen naar boven
Van rechts naar links
19
Van links naar rechts
2 19 Opnamerichting verschijnt in groengeel. Selecteer hoe de beelden moeten worden samengevoegd in een compleet totaalbeeld. Dit is de richting waarin u de camera na elke opname voor een volgende deelopname richt.
Van boven naar beneden
Panoramabeelden samenvoegen Speel de beelden die met Panorama Assist zijn gemaakt, over naar uw computer (Q 45) en gebruik de functie Panorama Maker in PictureProject om de beelden tot één tafereel samen te voegen. Zie voor meer informatie de PictureProject Naslaghandleiding (op cd-rom).
38
e Onderwerpsstand
Maak een selectie (wilt u de opnamerichting veranderen, druk dan op het midden van de multi-selector en herhaal stappen 3-4). De opnamerichting verschijnt in wit.
19
5
Maak de eerste foto. Ongeveer eenderde van de foto wordt over het door het objectief gevormde beeld geplaatst (is de opnamerichting van links naar rechts, dan verschijnt het beeld links in beeld).
AE-L
18
6
7
AE-L
18 Zorg bij de volgende opname voor een overlap met de vorige opname.
8
Maak de volgende opname. Herhaal stap 6 en 7 totdat alle opnamen van de serie zijn gemaakt.
Beëindig de serie. Het opnemen stopt ook als er een nieuwe opnamestand wordt gekozen of wanneer de camera op standby overgaat.
Panorama Assist Opnamerichting, flitsstand, macro close-up stand en belichtingscorrectie kunnen na het maken van de eerste opname niet meer worden veranderd. Wilt u de opnamerichting veranderen, druk dan op de ^ knop om de opname te stoppen; herhaal dan stap 1-3.
Een statief gebruiken Het gebruik van een statief maakt het gemakkelijker om opnamen overlappend te maken.
Opslaglocatie voor panorama’s Elke serie foto’s die met Panorama Assist werd opgenomen, wordt opgeslagen in een separate map met een naam die bestaat uit "P_", voorafgegaan door een driecijferig mapnummer en gevolgd door een driecijferig volgnummer (bijvoorbeeld "101P_002").
39
Meer over foto’s maken
4
Meer over weergave
Beelden met de camera bekijken Meerdere beelden bekijken: Weergave van miniatuurbeelden Wanneer u bij schermvullende weergave op de l (W) knop drukt, worden de foto’s in het geheugen of op de geheugenkaart in overzichten van vier miniatuurbeelden weergegeven. Bij weergave van miniatuurbeelden zijn de volgende handelingen mogelijk:
Actie
Indrukken
1
2
3
4
Omschrijving
Meer over weergave
Druk de multi-selector omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om foto’s te markeren. Druk op het midden van de multi selector om terug te keren naar schermvullende weergave.
Foto’s markeren
Aantal weergegeven foto’s wijzigen
Druk tijdens weergave van vier miniatuurbeelden eenmaal op de l (W) knop om negen miniatuurbeelden te laten verschijnen. Druk op O (T) om "in te zoomen" l (W)/O (T) van een overzicht van negen miniatuurbeelden naar vier miniatuurbeelden, of, wanneer vier miniatuurbeelden worden weergegeven, terug te keren naar schermvullende weergave.
Weergave van miniatuurbeelden annuleren
Annuleer de weergave van miniatuurbeelden en keer terug naar schermvullende weergave.
Gemarkeerde foto verwijderen
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk de multi-selector omhoog of omlaag om de optie te markeren, en druk op het midden van de multi- selector om uw keuze te maken.
40
u
Wis 1beeld? Nee Ja
Beelden met de camera bekijken
Nader bekijken: Zoomweergave
Actie Inzoomen
Schuiven
Zoomen
Indrukken
Omschrijving
O (T)
Elke keer dat er op de knop wordt gedrukt, wordt er verder ingezoomd, tot maximaal 10×. Terwijl op het beeld wordt ingezoomd, verschijnen de O icoon en zoomverhouding in de linkerbovenhoek van de monitor. Gebruik de multi-selector om te schuiven naar gedeelten die niet op de monitor zichtbaar zijn. Wilt u de multiselector gebruiken om naar andere foto’s te gaan, annuleer dan de zoom.
Andere gebieden van de foto bekijken
Uitzoomen
X4.0
l (W)
Telkens wanneer u op de l (W) knop drukt, wordt er verder uitgezoomd. Om de zoom te annuleren, zoomt u uit totdat het gehele beeld weer te zien is.
Zoom annuleren
Zoom annuleren en terugkeren naar schermvullende weergave.
Beeld uitsnijden
Alleen het gedeelte van het beeld dat op de monitor zichtbaar is, kan worden uitgesneden.
Beeld verwijderen
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk de multi-selector omhoog of omlaag om de optie te markeren, en druk op het midden van de multi-selector om uw keuze te maken.
u
Wis 1beeld? Nee Ja
41
Meer over weergave
Gebruik de O (T) knop om in te zoomen op foto‘s die in schermvullende weergave op de monitor te zien zijn. Wanneer op het beeld is ingezoomd, kunt u een uitgesneden kopie opslaan van de foto die alleen het gedeelte bevat van het zichtbare beeld op de monitor. Zoomweergave en uitsnijden zijn niet beschikbaar wanneer het huidige beeld een filmclip is of een kopie die werd gemaakt met de optie voor kleine kopie (Q 60, 78). Uitgesneden kopieën kunnen niet verder worden uitgesneden.
Beelden uitsnijden Met deze optie kunt u een gedeelte van een beeld uitsnijden en dit opslaan als een afzonderlijk bestand.
1
2
X4.0
Schuiven
Zoomen
Zoom in en uit. Meer over weergave
3
Dit beeld opslaan als getoond?
X4.0
Schuiven
Zoomen
Schuif door de foto. Herhaal stap 1 en 2 totdat het gewenste deel van het beeld wordt weergegeven.
Wilt u de nieuwe, uitgesneden kopie bekijken, duw dan de multi-selector omlaag totdat de kopie verschijnt.
Nee Ja Er verschijnt een bevestigingsscherm. Selecteer Ja om een uitgesneden kopie te maken, Nee om het scherm te verlaten zonder een kopie te maken, en druk vervolgens op het midden van de multi-selector.
Uitgesneden kopieën worden opgeslagen als JPEG-bestanden (compressieverhouding 1: 8). Afhankelijk van de grootte van het origineel en de zoomverhouding op het moment dat de kopie werd gemaakt, worden de kopieën 2.288 × 1.712 (alleen E4100), 2.048 × 1.536 (alleen E3200), 1.600 × 1.200, 1.280 × 960, 1.024 × 768, 640 × 480, 320 × 240 of 160 × 120 pixels groot. Kopieën worden opgeslagen als aparte bestanden in het geheugen of op de geheugenkaart met een naam in de vorm "RSCNnnnn.JPG", waarin "nnnn" een viercijferig getal is dat automatisch door de camera wordt toegewezen. Uitgesneden foto’s • Uitgesneden foto’s worden opgeslagen met dezelfde opnamedatum en dezelfde opnametijd als het origineel. • Kopieën met een gewijzigde grootte en uitgesneden kopieën kunnen niet worden uitgesneden. • Als u een met de E4100/E3200/E2200 gemaakte uitgesneden kopie op een andere digitale camera wilt bekijken, dan wordt het beeld mogelijk niet weergegeven of kan dit beeld mogelijk niet naar een computer worden overgespeeld.
42
Spraakmemo’s: Opnemen en afspelen (alleen E4100/E3200) Met de cameramicrofoon kunt u een spraakmemo opnemen door op de ontspanknop te drukken terwijl een beeld met de . @ icoon in schermvullende weergave wordt weergegeven (Q 22). Raak tijdens de opname de microfoon niet aan. Spraakmemo’s kunnen niet worden opgenomen of afgespeeld bij films (Q 56) of tijdens weergave van miniatuurbeelden (Q 40) of zoomweergave (Q 41). Als er voor het huidige beeld al een spraakmemo bestaat, worden [1] (spraakmemo-icoon) en . [1] (spraakmemo afspelen) weergegeven en kan er geen nieuwe spraakmemo worden opgenomen. Actie
Indrukken
2004.08.05 13:00
100NIKON 0001.JPG
1
1
Omschrijving
Spraakmemo afspelen
Beelden waarvoor al een spraakmemo bestaat, worden gemarkeerd met de 1 icoon. Druk op de ontspanknop om de spraakmemo af te spelen. Er wordt gestopt wanneer de spraakmemo afgespeeld is of de ontspanknop opnieuw wordt ingedrukt.
Volume wijzigen
Beeld of spraakmemo verwijderen
l (W)/ O (T)
Met de zoomknoppen regelt u tijdens weergave het volume. Druk op l (W) om het volume te verlagen, op O (T) om het te verhogen. Het volume is ook instelbaar met Geluid instellen > Volume in het setup-menu (Q 90).
u
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven. Druk de multi-selector Wis 1beeld? omhoog of omlaag om de optie te Nee markeren, en druk op het midden van de multi-selector om uw keuze Ja te maken. • Selecteer Nee om het scherm te verlaten zonder een beeld of spraakmemo te verwijderen. • Selecteer [1] om alleen de spraakmemo te verwijderen. • Selecteer Ja om zowel het beeld als de spraakmemo te verwijderen.
Spraakmemo’s Bestandsnamen voor spraakmemo’s bestaan uit een identificator ("DSCN" voor memo’s die bij originele opnamen horen, "SND_" voor memo’s die aan kopieën zijn toegevoegd), een viercijferig bestandsnummer, gekopieerd van het bijbehorende beeld, en de extensie ".WAV" (bijv. "DSCN0015.WAV").
43
Meer over weergave
Spraakmemo opnemen
Verschijnt er een . @ icoon op de huidige foto, dan wordt de spraakmemo opgenomen zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. Tijdens het opnemen knippert de z REC icoon. De opname stopt na ongeveer 20 s of na loslaten van de ontspanknop. Raak de microfoon tijdens de opname niet aan.
Beelden op TV bekijken Met de meegeleverde EG-CP14 audio/video (AV) kabel (E4100/E3200) of EGCP11 videokabel (E2200) kunt u de camera aansluiten op een TV-toestel of een videorecorder. Videostand kiezen Bij het onderdeel Videostand in het setup-menu van de camera kunt u kiezen tussen NTSC en PAL (Q 94). Let erop dat de gekozen stand past bij het gebruikte apparaat.
Meer over weergave
1
Zet de camera uit
2
Sluit de AV/videokabel aan op de camera
• Zet de camera uit voordat u de AV/videokabel aansluit of afkoppelt.
• Open het kapje van de aansluitingen en steek de zwarte steker in de cameraconnector.
3
Sluit de AV/videokabel aan op de televisie of videorecorder • [E4100/E3200] Steek de gele steker van de AV-kabel in de video-ingangsaansluiting van de televisie of videorecorder en de witte steker in audio-ingangsaansluiting. • [E2200] Steek de gele steker van de videokabel in de video-ingangsaansluiting van de televisie of videorecorder.
4
44
Zet de camera aan • Druk ongeveer een seconde op de x knop om de camera aan te zetten. De monitor van de camera blijft uit en de televisie geeft het beeld weer dat anders op de monitor te zien zou zijn geweest. Wanneer de camera wordt aangesloten op een videorecorder kunt u beelden op videoband opnemen.
Beelden op de computer bekijken Met de UC-E6 USB-kabel en de PictureProject software die bij uw camera werd geleverd kunt u uw foto’s en filmclips op een computer bekijken. Voordat u beelden overspeelt (kopieert) naar uw computer, dient u PictureProject te hebben geenstalleerd. Voor meer informatie over de installatie van PictureProject en het overspelen van uw foto’s naar uw computer kunt u de Snelhandleiding en de PictureProject Naslaghandleiding raadplegen.
Voordat u de camera aansluit
SET-UP
1/5
SET-UP
Welkomstscherm
Taal/Language
Datum
USB
Monitorinstelling
Videostand
USB
4/5
PTP Mass storage
Beelden overspelen met: Besturingssysteem
De a (V) knop* op de camera
PictureProject knop
Windows XP Home Edition Windows XP Professional
Kies Mass Storage of PTP.
Windows 2000 Professional Windows Millennium Edition (Me) Windows 98 Second Edition (SE)
Kies Mass Storage
Mac OS X 10.1.5 of hoger
Kies PTP.
Kies Mass Storage of PTP.
* De a (V) knop op de camera kan niet worden gebruikt om in de volgende gevallen beelden over te spelen. Gebruik dan de PictureProject knop.
• Wanneer bij de USB-optie Mass Storage is geselecteerd als u uit het camerageheugen beelden wilt overspelen • Wanneer het schrijfbeveiligingsschuifje van de geheugenkaart in de vergrendelde stand staat. Ontgrendel de geheugenkaart door het schuifje naar de schrijfstand te zetten voordat u beelden overspeelt.
45
Meer over weergave
U kunt beelden van de camera naar de computer overspelen door: • Op de a (V) knop van de camera te drukken (Q 76) • In PictureProject op de knop te drukken Welke methode u gebruikt is afhankelijk van het besturingssysteem van uw computer en de USB-optie die werd gekozen in het setup-menu van de camera. Kies na het raadplegen van onderstaande tabel de juiste optie voor het onderdeel USB in het setup-menu van de camera. De standaardoptie is Mass Storage.
Beelden op de computer bekijken
USB-kabel aansluiten Zet de computer aan en wacht totdat deze is opgestart. Sluit, nadat u hebt gecontroleerd of de camera uit staat, de UC-E6 USB-kabel aan als hieronder aangegeven. Sluit de camera rechtstreeks op de computer aan; sluit de camera niet aan via een USB-hub of een toetsenbord.
Meer over weergave
UC-E6 USB-kabel
U kunt nu de camera aanzetten en beelden overspelen zoals beschreven in de Snelhandleiding. Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition (Me), Windows 98 Second Edition (SE) Selecteer PTP niet wanneer u de camera aansluit op een computer die draait met een van bovenstaande besturingssystemen. Hebt u de camera aangesloten op een computer die draait met een van bovengenoemde besturingssystemen terwijl PTP is geselecteerd in het USB menu, ontkoppel dan de camera als hieronder beschreven. Selecteer Mass Storage voordat u de camera weer aansluit. Windows 2000 Professional Er verschijnt een venster van de wizard voor nieuw gevonden hardware. Klik op Annuleren om het dialoogscherm te sluiten, en koppel vervolgens de camera af. Windows Millennium Edition (Me) Na het weergeven van een venster dat aangeeft dat de database voor nieuwe hardware wordt bijgewerkt, start de computer de wizard voor het toevoegen van nieuwe hardware. Klik op Annuleren om de wizard te verlaten en ontkoppel de camera. Windows 98 Second Edition (SE) De wizard voor nieuw gevonden hardware verschijnt. Klik op Annuleren om de wizard te verlaten en ontkoppel de camera.
46
Beelden op de computer bekijken
De camera ontkoppelen Is PTP geselecteerd in het USB menu, dan kunt u de camera uitzetten en de USBkabel afkoppelen nadat de beelden zijn overgespeeld. Hebt u de optie USB in het setup-menu van de camera niet anders ingesteld dan de standaardinstelling Mass Storage, dan moet u de camera uit het systeem verwijderen, zoals hieronder wordt aangegeven, voordat u de camera uitzet of de kabel loskoppelt.
Windows 2000 Professional Klik op het pictogram "Hardware ontkoppelen of uitwerpen (Unplug or Eject Hardware)" ( ) in de taakbalk en selecteer Stop USB Mass Storage Device in het menu dat verschijnt. Windows Millennium Edition (Me) Klik op het pictogram "Hardware ontkoppelen of uitwerpen (Unplug or Eject Hardware)" ( ) in de taakbalk en selecteer Stop USB Disk in het menu dat verschijnt. Windows 98 Second Edition (SE) Klik in Deze computer met de rechtermuisknop op het pictogram van de verwisselbare schijf die correspondeert met de camera en selecteer Eject in het menu dat verschijnt. Mac OS X Sleep het pictogram dat het camerageheugen voorstelt ("NO_NAME") naar de Prullenmand.
Mac OS X
47
Meer over weergave
Windows XP Home Edition/Windows XP Professional Klik op het pictogram "Hardware veilig verwijderen (Safely Remove Hardware)" ( ) in de taakbalk en selecteer Safely remove USB Mass Storage Device in het menu dat verschijnt.
Foto’s printen Foto’s die in het geheugen of op de geheugenkaart zijn opgeslagen, kunnen op dezelfde wijze worden geprint als foto’s die met een filmcamera zijn genomen. Met de optie Printen in het weergavemenu van de camera kunt u opgeven welke foto’s er geprint moeten worden en in welk aantal, en welke informatie er bij de print moet worden verwerkt.
Foto’s printen
Meer over weergave
Foto’s kunnen als volgt worden geprint. • Met een printer of in een fotocentrale Foto’s kunnen worden geprint door in een printer een geheugenkaart te plaatsen die foto’s bevat of door deze te laten printen in een digitale fotocentrale. Als er een printopdracht is gemaakt, dan moet de printer of de fotocentrale ondersteuning bieden voor DPOF. Foto’s die in het camerageheugen zijn opgeslagen, kunnen worden afgedrukt. Deze moeten worden gekopieerd naar de geheugenkaart (Q 79). Kopieer de foto’s voordat u een printopdracht maakt. • Met een printer die ondersteuning biedt voor PictBridge (Q 52) Sluit de camera aan op een printer die PictBridge ondersteunt als u foto’s wilt printen. Gebruik kan worden gemaakt van printopdrachtgegevens. • Door foto’s naar een PC te kopiëren en vanuit daar te printen. Raadpleeg voor meer informatie de PictureProject Naslaghandleiding.
48
Foto’s printen
1
WEERGAVEMENU 1/3
2
PRINTEN
Printen Print selectie Diashow Selectie wissen Wissen Markeer Printen.
3
Roep het menu PRINTEN op.
4
PRINTEN
PRINT SELECTIE
2004 08.05 12:00
Selectie wissen
MENU Terug
Markeer Print selectie.
5
5/ 5
Ingestld
De opnamen van de geheugenkaart verschijnen als miniatuurbeelden.
PRINT SELECTIE
6
PRINT SELECTIE
1 2004 08.05 12:00
MENU Terug
Markeer een foto.
4/ 5
Ingestld
2004 08.05 12:00
1
MENU Terug
4/
5
Ingestld
Selecteer de gemarkeerde foto. Geselecteerde foto’s zijn gemarkeerd door de d icoon.
"Selectie wissen" Wilt u de huidige printopdracht opheffen, markeer dan Selectie wissen in het menu PRINTEN en druk de multi-selector naar rechts. Alle printmarkeringen van de huidige printopdracht worden verwijderd; de foto’s zelf worden niet verwijderd.
49
Meer over weergave
Print selectie
Foto’s printen
7
PRINT SELECTIE
3
2
2004 08.05 12:00
2 3/ 5
MENU Terug
8
PRINTEN
Meer over weergave
Gereed Datum Info
Gereed
50
1
Ingestld
Gebruik de multi-selector om het aantal prints op te geven (maximaal 9). Om een geselecteerde foto te deselecteren, drukt u de multi-selector omlaag totdat de icoon verdwijnt. Herhaal stappen 5-7 om andere foto’s te selecteren. Om te stoppen zonder de printopdracht te veranderen, drukt u op de ^ knop. Druk op het midden van de multi-selector om de printopdracht te voltooien en het menu met printopties op te roepen. • Om de datum van opname op alle foto’s van de printopdracht te printen, markeert u Datum en druk op het midden van de multi-selector. In het vakje naast het onderdeel verschijnt een vinkje. • Om op alle foto’s de sluitertijd en het diafragma te printen, markeert u Info en druk op het midden van de multi-selector. In het vakje naast het onderdeel verschijnt een vinkje. • Om het aangevinkte onderdeel te deselecteren, markeert u dit en druk op het midden van de multi-selector. • Om de printopdracht te voltooien en terug te keren naar weergave, markeert u Gereed en druk op het midden van de multi-selector. Gereed wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het weergavemenu. Druk op de Menu knop om terug te keren naar schermvullende weergave. Om te stoppen zonder de printopdracht te veranderen, drukt u op de ^ knop.
Foto’s printen Printen Als u na het aanmaken van een printopdracht het menu PRINTEN oproept, dan worden de opties Datum en Info teruggezet.
"Datum"
2004.08.05
Meer over weergave
Indien Datum geselecteerd is, dan verschijnt de datum van opname op foto’s die met DPOF worden geprint. De datum is gebaseerd op de fotoinformatie die bij de foto werd geregistreerd, en zal niet juist zijn wanneer de cameraklok niet goed stond toen de foto werd gemaakt (Q 14-15). De datum zal niet worden geprint wanneer het printsysteem de DPOFdatumfunctie niet ondersteunt. De datumstempel die in het beeld wordt opgenomen wanneer Datum of Datum en tijd is geselecteerd bij Datum afdrukken (Q 87), vormt een permanent deel van het beeld en zal altijd op alle prints verschijnen, ook als de printer de DPOF-datumfunctie niet ondersteunt. Printen kan niet worden gebruikt om op gemaakte foto’s de tijd en datum van opname te printen wanneer Datum of Datum en tijd is geselecteerd bij Datum afdrukken.
51
Printen via een directe USB-verbinding Met uw camera kunt u met gebruik van PictBridge rechtstreeks vanaf de camera foto’s printen. Als de UC-E6 USB-kabel wordt gebruikt om de camera op een printer aan te sluiten die PictBridge ondersteunt, kunnen foto’s rechtstreeks vanuit het geheugen of vanaf de geheugenkaart worden geprint zonder dat deze eerst naar de computer moeten worden gekopieerd.
1
USB PTP
Selecteer PTP in het USB-menu van de camera. • Voor meer informatie over selectie van de USB-optie, zie "Beelden op de computer bekijken" (Q 45).
Mass storage Meer over weergave
2
Sluit, nadat u hebt gecontroleerd of de camera uit staat, de UC-E6 USB-kabel aan als hierboven aangegeven. U kunt de camera en printer nu aanzetten.
3
PictBridge
4
PRINTEN
Printen
Print selectie
DPOF printen
Print alle beelden
Annuleren
Annuleren
Markeer Printen. Optie Print selectie
Roep de opties op. Omschrijving
Selecteer de foto en geef het aantal prints op.
Print alle beelden
Alle foto’s in het interne geheugen of op de geheugenkaart worden geprint.
DPOF printen
Foto’s waarvoor een printopdracht is gemaakt, worden dienovereenkomstig geprint.
52
Printen via een directe USB-verbinding
5
6
PRINTEN
PRINT SELECTIE
Print selectie
2004 08.05 12:00
Print alle beelden Annuleren
MENU Terug
Markeer Print Selectie.*
5/ 5
Ingestld
Open het selectievenster.
7
PRINT SELECTIE
8
PRINT SELECTIE
1 2004 08.05 12:00
MENU Terug
2004 08.05 12:00
4/ 5
Ingestld
1
MENU Terug
4/ 5
Ingestld
Blader door foto’s. De huidige foto verschijnt onder in het display.
Selecteer huidige foto en stel aantal prints in op 1. Geselecteerde foto’s krijgen een d icoon.
9
10
PRINT SELECTIE
1
3
2004 08.05 12:00
3
MENU Terug
1
BEVESTIGEN 1
1
3
2
4/ 5
Ingestld
Gebruik de multi-selector om het aantal prints op te geven (maximaal 9). Wilt u de selectie van het beeld annuleren, druk de multi-selector dan omlaag wanneer het aantal prints op 1 staat. Herhaal stappen 7-9 om extra beelden te selecteren.
Sluiten Geselecteerde foto’s bekijken. Druk de multi-selector omhoog, naar rechts, naar links of omlaag om foto’s te bekijken die niet op de monitor te zien zijn.
53
Meer over weergave
* Wilt u één afdruk van alle foto’s op de geheugenkaart, markeer dan Print alle beelden en druk de multiselector naar rechts.
Printen via een directe USB-verbinding
11
PRINTEN Printer gereed? 007 prints + Start print Terug Annuleren
Printen 002/007
Gereed U KUNT DE CAMERA UITZETTEN
+ Annuleren
Hervatten
Toon het dialoogscherm. Druk de multi-selector omhoog of omlaag om de optie te markeren en druk op het midden om uw keuze te maken.
Meer over weergave
• Selecteer Start print om te beginnen met printen. Als u het printen wilt onderbreken, druk dan op het midden van de multi-selector en zet daarna de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. • Selecteer Terug om terug te keren naar het printselectievenster van Stap 6. • Selecteer Annuleren om terug te keren zonder foto’s te printen. • Selecteer Hervatten om terug te keren naar Stap 3 De rechtsboven getoonde melding verschijnt wanneer het printen voltooid is. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. Zo drukt u de huidige printopdracht af:
1
PictBridge
2
Printen
Printer gereed? 007 prints Start print Bevestigen Annuleren
DPOF printen Annuleren Markeer DPOF printen.
3
DPOF PRINTEN Printer gereed? 007 prints Start print Bevestigen Annuleren
Markeer Bevestigen (Wilt u teruggaan zonder foto’s af te drukken, markeer dan Annuleren en druk op het midden van de multi-selector).
54
DPOF PRINTEN
Roep de opties op.
4
BEVESTIGEN 1
1
3
2
Sluiten Toon de printopdracht. Druk de multiselector omhoog, naar rechts, naar links of omlaag om foto’s te bekijken die niet op de monitor te zien zijn.
Printen via een directe USB-verbinding
5
DPOF PRINTEN Printer gereed? 007 prints Start print Bevestigen Annuleren
Printen 002/007
+
+ Annuleren
Gereed U KUNT DE CAMERA UITZETTEN
Hervatten
Toon het dialoogscherm. Druk de multi-selector omhoog of omlaag om de optie te markeren en druk op het midden om uw keuze te maken.
Voordat u gaat printen Controleer voordat u via de directe USB-aansluiting gaat printen of de printer PictBridge of USB Direct Print ondersteunt, en controleer de printerinstellingen. Kijk in de gebruikshandleiding van de printer voor meer informatie.
Gebruik een betrouwbare stroombron Gaat u door middel van een rechtstreekse USB-aansluiting printen, zorg dan voor een volledig geladen batterij. Laad bij twijfel de batterij op voordat u gaat printen, of gebruik de optionele EH-62B lichtnetadapter.
DPOF Printen De optie DPOF Printen is alleen beschikbaar als er een printopdracht werd aangemaakt.
Foutmeldingen Verschijnt het rechts weergegeven venster, dan heeft er zich een fout voorgedaan. Na controle van de printer en het oplossen van problemen aan de hand van de printer-gebruiksaanwijzing kunt u Hervatten markeren en vervolgens op het midden van de multi-selector drukken om het printen te hervatten. Selecteer Annuleren om terug te keren zonder de resterende foto’s af te drukken.
PRINTERFOUT CONTROLEER STATUS Hervatten Annuleren
PictBridge PictBridge is een industriestandaard voor direct afdrukken waarmee compatibiliteit is verzekerd wanneer verschillende apparaten zijn aangesloten.
55
Meer over weergave
• Selecteer Start print om te beginnen met printen. Als u het printen wilt onderbreken, druk dan op het midden van de multi-selector en zet daarna de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. • Selecteer Annuleren om terug te keren zonder foto’s te printen. De rechtsboven getoonde melding verschijnt wanneer het printen voltooid is. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel.
Filmclips
W Filmclips opnemen Met de E4100/E3200 kunt u filmclips opnemen plus geluid met de ingebouwde microfoon, en met de E2200 kunt u filmclips opnemen zonder geluid.
20s REC
Filmclips
12s
1
Draai de keuzeknop naar W
2
Zet de camera aan
3
Start de opname
De monitor toont de lengte van de filmclip die kan worden opgenomen.
Druk de ontspanknop geheel in om de opname te starten. Tijdens de opname knippert de zREC icoon en wordt door de aanduiding aan de onderzijde van de monitor de voortgang weergegeven. • De opname stopt automatisch wanneer er geen geheugen meer aanwezig is in het interne geheugen of op de geheugenkaart.
Zo kiest u een filmstand:
2
1
FILM Filmopties Scherpstel-stand
Selecteer de W stand.
56
20s Roep het FILM menu op.
W Filmclips opnemen Voor het op te nemen type film is er keus uit de volgende opties: Lengte filmclip*1 Type
TV Film 640
Omschrijving
Geheugen
Geheugenkaart 128 MB
256-512 MB
Films worden opgenomen met een frequentie van 15 beelden per seconde. Ver- Ongeveer Ongeveer Ongeveer ticale interlacing wordt gebruikt om een 223 sec. 448 sec.*2 grootte te bereiken van 640 × 480 pixels, 26 sec. geschikt voor televisieweergave.
Film 320 Films worden opgenomen met een fre(standaardoptie) quentie van 15 beelden per seconde. Elk Ongeveer Ongeveer Ongeveer 52 sec. 438 sec. 881 sec.*2 beeld meet 320 × 240 pixels. Film 160
*1 *2
Films worden opgenomen met een frequentie Ongeveer Ongeveer Ongeveer van 15 beelden per seconde. 1754 3525 Elk beeld meet 160 × 120 pixels. Met Film 160 211 sec. sec. sec.*2 kunnen langere films worden opgenomen.
De totale opnametijd die wordt getoond, is bij benadering gegeven. De tijd kan variëren al naargelang het type geheugenkaart dat wordt gebruikt. Ook wanneer met de E2200 een geheugenkaart van 256 MB wordt gebruikt, is de totale opnametijd hetzelfde als voor een geheugenkaart van 128 MB.
De flitser wordt automatisch uitgeschakeld ($) wanneer de filmstand wordt geselecteerd.
Digitale zoom Tijdens het opnemen kan de digitale zoom niet worden gebruikt.
Opmerkingen over filmclips Al naargelang welke geheugenkaart wordt gebruikt, is het mogelijk dat de opname stopt voordat de geheugenkaart vol is (Q 101). Tijdens het opnemen met de E4100/E3200 mag de ingebouwde microfoon niet worden aangeraakt. Om te voorkomen dat het geluid van de scherp stellende camera inbreuk maakt op de opname, dient u de scherpstellingsstand Enkelvoudig AF te selecteren. De voortgangsaanduiding stopt bij 999s. De opname kan voorbij dit punt gaan wanneer er voldoende ruimte op de geheugenkaart is.
Filmclips Filmclips worden opgenomen als QuickTime filmbestanden met de extensie ".MOV"; na overspelen kunnen ze op de computer worden afgespeeld.
57
Filmclips
Selectie van de flitsstand in de W stand
W Filmclips opnemen
3
4
FILM
FILMOPTIES
TV Film 640 Filmopties Film 320
Scherpstel-stand
Film 160
Markeer Filmopties.
5
Roep het FILMOPTIES menu op.
6
FILMOPTIES
TV Film 640
TV Film 640
Film 320
Film 320
Film 160
Film 160
Markeer de gewenste stand.*
* Wilt u stoppen zonder de instelling te veranderen, druk dan op de MENU knop.
7
Maak de selectie.† † Druk de multi-selector naar links om terug te keren naar het FILM menu.
Filmclips
Ga terug naar de opnamestand. De geselecteerde filmstand wordt aangegeven op monitor.
8s
58
FILMOPTIES
W Filmclips opnemen Het filmmenu omvat tevens de volgende scherpstelopties (alleen E4100/E3200): Scherpstelstand
Omschrijving
Enkelvoudig AF
De camera stelt scherp wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Scherpstelling wordt vergrendeld na het scherpstellen.
Continu AF
Camera past scherpstelling continu aan.
Zo kiest u een scherpsteloptie in het FILM menu:
1
2
FILM Filmopties
Enkelvoudig AF
Scherpstel-stand
Continu AF
Markeer Scherpstel-stand.
3
SCHERPSTEL-STAND
Roep opties op.
SCHERPSTEL-STAND
4
SCHERPSTEL-STAND Enkelvoudig AF
Continu AF
Continu AF
Markeer gewenste scherpstel-stand.
5
Filmclips
Enkelvoudig AF
Maak een selectie. Ga terug naar de opnamestand.
20s
59
Filmclips afspelen In de schermvullende weergave (Q 22) kunnen filmclips met geluid worden afgespeeld (alleen E4100/E3200). Films worden aangeduid door een W icoon en kunnen worden bekeken door op het midden van de multi-selector te drukken. De afspeelregelaars worden aan de bovenzijde van de monitor weergegeven. Druk de multi-selector naar links of rechts om een regelaar te markeren, en druk vervolgens op het midden van de multi-selector om de geselecteerde handeling uit te voeren. Actie
2s 25s
Indrukken
Omschrijving
(
Gebruik tijdens het afspelen van de film de multiselector om de ( icoon te selecteren, en houd vervolgens het midden van de multi-selector ingedrukt.
Vooruitspoelen
*
Gebruik de multi-selector om de * icoon te selecteren, en houd vervolgens het midden van de multiselector ingedrukt. De weergave stopt met het laatste beeldje; is het afspelen gestopt, dan verschijnt het eerste beeldje op de monitor.
Pauze
)
Gebruik de multi-selector om de ) icoon te selecteren, en druk vervolgens op het midden van de multiselector om een pauze in te lassen.
Film één beeldje terugspoelen
,
Gebruik tijdens de pauze van een film de multi-selector om de , icoon te selecteren, en druk vervolgens op het midden van de multi-selector.
Film één beeldje vooruitspoelen
-
Gebruik tijdens de pauze van een film de multi-selector om de - icoon te selecteren, en druk vervolgens op het midden van de multi-selector.
Afspelen hervatten
y
Gebruik tijdens de pauze van een film de multi-selector om de y icoon te selecteren, en druk vervolgens op het midden van de multi-selector.
Stoppen met afspelen
=
Gebruik de multi-selector om de = icoon te selecteren, en druk vervolgens op het midden van de multi-selector om terug te keren naar schermvullende weergave.
Terugspoelen
Filmclips
Volume tijdens afspelen (alleen E4100/E3200) Met de zoomknoppen regelt u tijdens het afspelen het volume. Druk op l (W) om het volume te verlagen, op O (T) om het te verhogen. Als u op de E3200 de zoomknoppen gebruikt om tijdens het afspelen het volume af te stellen, wordt ook het hoofdvolume gewijzigd (Q 90).
Films wissen Wilt u de film wissen, druk dan op de u knop. Er verschijnt een bevestigingsscherm; druk de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren en druk dan op het midden van de multi-selector om de gemarkeerde optie te selecteren. • Ja: wis film en keer terug naar schermvullende weergave • Nee: keer terug naar schermvullende weergave zonder film te wissen
60
Het opnamemenu
Werken met het opnamemenu In de P (automatische) stand kunnen vanuit het opnamemenu de volgende opties worden ingesteld: Optie Beeldkwal./afm. Witbalans +/- Correctie Continu BSS Kleuropties
Omschrijving Kies beeldgrootte en beeldkwaliteit.
Q 63-64
Kies de witbalans die bij de heersende lichtbron past.
65
Pas belichting aan voor zeer donkere, zeer lichte of hoogcontrastonderwerpen.
67
Maak foto’s één per keer of in serie.
68
Schakel de Best Shot Selector (BSS) in of uit. Kies kleur, levendig, zwart-wit, sepia of blauw-monochroom.
69 70
In de P (automatische) stand verschijnt het opnamemenu wanneer de MENUknop wordt ingedrukt. Een selectie in het opnamemenu maakt u als volgt:
1
OPNAMEMENU 1/2 Beeldkwal./afm. Witbalans +/- Correctie Roep het opnamemenu op.
Het opnamemenu
61
Werken met het opnamemenu
1
OPNAMEMENU 1/2
2
Beeldkwal./afm.
+0.3
Witbalans
0
+/- Correctie
-0.3
Markeer het menu-onderdeel.
3
+/- CORRECTIE
+/- CORRECTIE
Toon de opties.
4
+0.7 +0.3 0 Markeer de optie (om terug te keren naar de vorige stap duwt u de multiselector naar links).
Het opnamemenu
62
AUTO
19
Maak uw keuze. Wilt u het menu verlaten en terugkeren naar de opnamestand, druk dan op de MENU-knop.
Beeldkwaliteit/afmetingen
Beeldkwal./afm.
Foto’s die worden opgenomen met een digitale camera, worden opgeslagen als een beeldbestand. De omvang van die bestanden, en daarmee het aantal foto’s dat op de geheugenkaart kan worden opgeslagen, is afhankelijk van de grootte- en kwaliteitsinstellingen. Kies voordat u gaat fotograferen de beeldgrootte en kwaliteit die passen bij doel en gebruik van de foto’s. Optie
Grootte (pixels)
Kwaliteit*
BEELDKWAL./AFM. 1/2 Hoog (2048*) Normaal (2048) Normaal (1600)
Omschrijving
E (2288*) 2.288 × (alleen E4100) 1.712 L (2048*) 2.048 × (alleen E3200) 1.536
19 × 14 1:4
Hoge kwaliteit, geschikt voor vergrotingen en kwaliteitsprints.
w (1600*) 1.600 × (alleen E2200) 1.200 F (2288) 2.288 × (alleen E4100) 1.712 b (2048) 2.048 × (alleen E3200) 1.536
Printgrootte (cm)†
17 × 13 13 × 10 19 × 14
1:8
Beste keuze in meeste situaties. 17 × 13
1.600 × 1.200
1:8
Door kleinere afmetingen kunnen meer opnamen op de geheugenkaart worden opgeslagen.
13 × 10
S PC-scherm 1.024 × (1024) 768
1:8
Geschikt voor weergave op computermonitors van 17 inch of groter.
9×7
R TV-scherm 640 (640) 480
1:8
Voor schermvullende vertoning op een TV of 13 inch monitor. Geschikt voor verspreiding via e-mail of het Web.
5×4
c (1600)
×
Kies bij twijfel Normaal (2288), Normaal (2048) of Normaal (1600). U kunt beelden verkleinen of uitsnijden wanneer u deze na de opname op de monitor weergeeft (Q 42, 78).
63
Het opnamemenu
* Om de hoeveelheid geheugen te reduceren die elke opname in beslag neemt, worden foto’s gecomprimeerd terwijl deze in het geheugen of op de geheugenkaart worden opgenomen. Door compressie zal de kwaliteit van het beeld minder worden. Hoe sterker de compressie, des te zichtbaarder zal het kwaliteitsverlies zijn. De getallen tonen bij benadering de compressieverhouding van elke instelling. † Alle getallen zijn benaderingen. Afmetingen in de kolom "Omschrijving" gaan uit van een print-resolutie van ongeveer 200 dpi, de afmetingen in de kolom "Printgrootte" van een resolutie van ongeveer 300 dpi.
Beeldkwaliteit/afmetingen Onderstaande tabel geeft bij benadering het aantal beelden dat bij verschillende kwaliteit/grootte-instellingen kan worden opgeslagen in het geheugen of op geheugenkaarten van 128 en 256 megabyte. Beeldkwaliteit/afmetingen Hoog (2288*) (alleen E4100)
Geheugen
Geheugenkaart
14,5 MB
128 MB
256 MB
Ongeveer 7
Ongeveer 64
Ongeveer 131
Hoog (2048*) (alleen E3200)
Ongeveer 9
Ongeveer 78
Ongeveer 157
Hoog (1600*) (alleen E2200)
Ongeveer 15
Ongeveer 125
Ongeveer 252
Normaal (2288) (alleen E4100)
Ongeveer 15
Ongeveer 125
Ongeveer 255
Normaal (2048) (alleen E3200)
Ongeveer 18
Ongeveer 153
Ongeveer 308
Normaal (1600)
Ongeveer 29
Ongeveer 239
Ongeveer 482
PC-scherm (1024)
Ongeveer 61
Ongeveer 511
Ongeveer 1028
TV-scherm (640)
Ongeveer 132
Ongeveer 1096
Ongeveer 2203
* Alle getallen zijn benaderingen. De grootte van een beeldbestand is mede afhankelijk van de inhoud van het beeld. Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, kan hierdoor variëren. Beeldkwaliteit/afmetingen en aantal resterende opnamen Het aantal resterende opnamen dat in de monitor wordt getoond is slechts een schatting. De bestandsgrootte van gecomprimeerde beelden varieert al naargelang de inhoud van het beeld. Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, kan daardoor sterk variëren.
Beeldgrootte Kleinere beelden leiden tot kleinere bestanden, die geschikt zijn voor verzending per e-mail of gebruik op Web-pagina’s. Wanneer kleine beelden groter worden afgedrukt, zal het resultaat echter grof en ongelijkmatig zijn.
Printgrootte Het opnamemenu
De grootte waarop beelden kunnen worden geprint is afhankelijk van de printer-resolutie: hoe hoger de resolutie, des te kleiner zal de uiteindelijke print zijn.
Beeldkwaliteit/afmetingen De huidige instelling voor de beeldkwaliteit/afmetingen wordt aangegeven door een icoon in de linkerbenedenhoek van de monitor.
AUTO
64
19
Witbalans
Witbalans
De kleur van het licht dat door het onderwerp wordt WITBALANS 1/3 gereflecteerd is mede afhankelijk van de kleur van de lichtbron. Onze hersenen passen zich aan kleurverandeAutomatisch ringen aan, met als resultaat dat we witte objecten als Witbal. Preset wit zien, ongeacht het feit of ze zich in de schaduw bevinden, in direct zonlicht of onder het licht van gloeiDaglicht lampen. Digitale camera’s kunnen deze automatische aanpassing nabootsen door de informatie van de beeldsensor (CCD) van de camera te bewerken overeenkomstig de kleur van de lichtbron. Deze bewerking wordt "automatische witbalansinstelling" genoemd. • Als u met de automatische (M) stand de gewenste witbalans niet kunt bewerkstelligen of wanneer u voor een specifieke lichtbron of specifieke opname-omstandigheden de witbalans wilt vergrendelen, kies dan een andere instelling dan de automatische (M) stand. • Wanneer de witbalansinstelling is gewijzigd, wordt de nieuwe instelling in het beeld op de monitor weergegeven. Optie
Omschrijving
M Automatisch
De witbalans wordt automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast. Beste keuze in meeste situaties.
n Witbal. Preset
Wit object wordt als referentie gebruikt om de witbalans onder ongewone lichtomstandigheden in te stellen. Witbalans afgestemd op gericht zonlicht.
Gloeilamp-licht
Voor foto’s bij het licht van gloeilampen.
TL-licht
Voor foto’s bij de meeste soorten fluorescentielicht.
Bewolkt
Voor foto’s bij bewolkt weer.
Flitslicht
Voor foto’s bij flitslicht.
Het opnamemenu
Daglicht
65
Witbalans
Vooringestelde witbalans De vooringestelde witbalans wordt gebruikt onder menglicht-omstandigheden (verschillende soorten licht) of om een correctie te realiseren voor lichtbronnen met een duidelijke kleurzweem (bijvoorbeeld om foto’s die werden gemaakt met het licht van een lamp met een rode kap, er uit te laten zien alsof ze bij normaal licht werden gemaakt). Kiest u n (Witbal. Preset) in het witbalans-menu, dan zoomt de camera in en verschijnt het rechts boven getoonde menu op de monitor.
WITBAL. PRESET
Annuleren Meten Venster voor meting van de witbalans
Optie
Omschrijving
Annuleren
Keert terug naar de meest recente instelling voor de vooringestelde witbalans en stelt de witbalans op die waarde in.
Meten
Met deze instelling maakt u een nieuwe witbalans-instelling. Plaats een wit object, een vel wit papier bijvoorbeeld, in het licht waar het om gaat. Neem het object zo in beeld dat het vierkant in het hierboven getoonde menu wordt gevuld. Markeer Meten en druk op het midden van de multiselector om de nieuwe waarde voor de witbalans te meten (de sluiter wordt geactiveerd en de camera keert terug naar de oorspronkelijke zoomstand; er wordt geen foto gemaakt).
Het opnamemenu
Witbalans Bij andere instellingen dan de automatische instelling verschijnt er een aanduiding voor de witbalans op de monitor.
AUTO
66
19
+/- Correctie Met het +/- Correctie (belichtingscorrectie) menu kunt u een andere belichting kiezen dan de waarde die de camera voorstelt, om het beeld lichter of donkerder te maken. De belichting kan worden gecorrigeerd in een bereik van -2,0 tot +2,0 LW (lichtwaarden). • Wanneer de belichtingscorrectie is gewijzigd, wordt de nieuwe instelling in het beeld op de monitor weergegeven.
+/- Correctie
+/- CORRECTIE +0.3 0 -0.3
Belichtingscorrectiewaarde kiezen
Belichtingscorrectie Bij andere instellingen dan 0 verschijnt de belichtingscorrectie op de monitor.
AUTO
19
67
Het opnamemenu
Over het algemeen geldt dat u positieve waarden dient te kiezen wanneer grote delen van het beeld zeer sterk verlicht zijn (bijvoorbeeld wanneer u een grote, door de zon beschenen water-, zand- of sneeuwvlakte fotografeert) of wanneer de achtergrond veel helderder is dan het onderwerp. Kies een negatieve waarde wanneer grote delen van het beeld zeer donker zijn (bijvoorbeeld het donkergroen gebladerte van een bos) of wanneer de achtergrond veel donkerder is dan het onderwerp. Deze correcties kunnen nodig zijn omdat de camera extreme over- of onderbelichting wil voorkomen en vermindert daarom de belichting wanneer het overgrote deel van het beeld erg licht is, en vermeerdert de belichting wanneer het overgrote deel van het beeld erg donker is. Met een correctie voorkomt u dat natuurlijk lichte onderwerpen dan te grauw overkomen, net zoals kan worden voorkomen dat van nature donkere onderwerpen te licht worden.
Continu
Continu
Gebruik de opties in dit menu om de vluchtige expressie van een persoon in beeld te vangen, een onderwerp vast te leggen dat zich in onvoorspelbare richtingen verplaatst, of een beweging te fotograferen in een serie achtereenvolgende foto’s.
CONTINU Enkelvoudig Continu Multi-shot 16
Optie
Omschrijving
Enkelvoudig
De camera maakt één opname per keer telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Continu
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden blijft de camera foto’s maken. De camera maakt foto’s met een snelheid van drie beelden per twee seconden. Bij gebruik van de E4100 maakt de camera zeven opnamen wanneer beeldkwaliteit/afmetingen op F Normaal (2288) ingesteld is. Met de E3200 maakt de camera vijf opnamen wanneer beeldkwaliteit/afmetingen op b Normaal (2048) is ingesteld, en met de E2200 zes opnamen wanneer beeldkwaliteit/afmetingen op c Normaal (1600) is ingesteld.
Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maakt de camera achtereenvolgens 16 foto’s met een frequentie van drie beeldjes per twee seconden. Met de E3200 kunnen vijf fotoseries worden gemaakt en met Multi-Shot 16 de E4100/E2200 één serie. De zestien foto’s worden gerangschikt in vier rijen van vier foto’s en opgeslagen als een enkelvoudig beeld. Beeldkwaliteit/afmetingen is vast ingesteld op F Normaal (2288) bij gebruik van de E4100, op b Normaal (2048) bij gebruik van de E3200 en op c Normaal (1600) bij gebruik van de E2200.
Beperkingen voor camera-instellingen
Het opnamemenu
Bij andere instellingen dan Enkelvoudig gaat de flitser (Q 24) automatisch uit en worden de scherpstelling (Q 20), belichting (Q 67) en automatische witbalans (Q 65) van alle foto’s gebaseerd op de eerste foto van de serie. Wanneer Multi-Shot 16 is geselecteerd, kan digitale zoom (Q 18) niet worden gebruikt. Multi-Shot 16 kan niet worden geselecteerd wanneer digitale zoom van kracht is. BSS (Q 69) is alleen beschikbaar als de instelling op Enkelvoudig staat.
Continu Bij andere instellingen dan Enkelvoudig wordt de actieve "continu"-instelling aangegeven door een icoon op de monitor.
19
68
Best Shot Selector
BSS
Wanneer de "Best Shot Selector" (BSS) is ingeschaBEST SHOT SELECTOR keld, maakt de camera foto’s zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, met een maximum van Uit tien. Deze foto’s worden vervolgens vergeleken en de scherpste foto (met het hoogste detailniveau) wordt Aan opgeslagen in het geheugen of op de geheugenkaart. BBS wordt aanbevolen voor situaties wanneer een onopzettelijke beweging van de camera tot vage foto’s kan leiden, bijvoorbeeld wanneer: • de camera is ingezoomd • de flitser niet kan worden gebruikt terwijl er te weinig licht is Optie
Omschrijving
Uit
BSS uit; de camera functioneert normaal.
Aan
BSS aan. De flitser wordt automatisch uitgeschakeld en de scherpstelling, belichting en automatische witbalans worden bepaald op basis van de eerste foto in de reeks.
Opmerkingen over BSS BSS zal mogelijk niet het gewenste resultaat opleveren bij een bewegend onderwerp of wanneer u de compositie verandert terwijl u de ontspanknop geheel ingedrukt houdt.
"Continu" en BSS CONTINU wordt automatisch ingesteld op Enkelvoudig wanneer BSS ingeschakeld is. Kiest u een andere optie voor CONTINU, dan wordt BSS uitgeschakeld.
De zelfontspanner
BSS Wanneer BSS ingeschakeld is, verschijnt op de monitor een BSS icoon.
19
69
Het opnamemenu
BSS komt niet in actie wanneer de zelfontspanner aan staat, zelfs wanneer Aan is geselecteerd in het menu BEST SHOT SELECTOR.
Kleuropties
Kleuropties
Gebruik de opties in dit menu om aan uw foto’s speciale effecten toe te voegen. U kunt kiezen uit vijf speciale effecten. • Het door u gekozen effect wordt gereflecteerd in de foto die op de monitor wordt weergegeven.
KLEUROPTIES
1/2
Kleur Levendig Zwart-wit
Optie
Omschrijving
Kleur
De foto verschijnt met natuurlijke kleuren.
Levendig
De foto verschijnt in scherpe kleuren.
Zwart-wit
De foto verschijnt in zwart-wit.
Sepia
De foto verschijnt in sepiatinten.
Blauw-monochroom
De foto verschijnt met een blauwe tint.
Witbalans Wanneer Zwart-wit, Sepia of Blauw-monochroom wordt geselecteerd, is in het opnamemenu de witbalansoptie niet beschikbaar. Het opnamemenu
Aanduiding kleuropties Wanneer een andere optie dan Kleur wordt gekozen, verschijnt de geselecteerde stand op de monitor.
AUTO
70
19
Het weergavemenu
Werken met het weergavemenu Het weergavemenu bevat de volgende opties: Omschrijving
Q
Printen
Selecteer foto’s om deze te printen met een printer die compatibel is met DPOF; geef het aantal prints op en de informatie die moet worden meegeprint.
48-51
Diashow
Bekijk in een automatische diashow foto’s die zijn opgeslagen in het geheugen of op de geheugenkaart.
72
Wissen
Wis alle of geselecteerde beelden.
Beveiligen
Beveilig geselecteerde beelden tegen ongewild wissen.
Auto-overdracht
Markeer alle geselecteerde beelden voor overspelen naar een computer; zet de markering voor automatisch overspelen aan of uit.
Kleine kopie Kopiëren
Maak van foto’s kleine kopieën. Kopieer beelden vanuit het interne geheugen naar de geheugenkaart of vice versa. (Deze optie wordt alleen getoond wanneer de geheugenkaart is geplaatst.)
73-74 75 76-77 78 79-81
Zo roept u het weergavemenu op:
1
WEERGAVEMENU 1/3 Printen Diashow Wissen Het weergavemenu verschijnt.
71
Het weergavemenu
Optie
Diashow
Diashow
Deze optie wordt gebruikt om beelden af te spelen in een automatische serievertoning (diashow), waarbij elk beeld ongeveer drie seconden in beeld blijft. Het weergavemenu
1
DIASHOW
2
Pauze Start Loop Markeer Start.
Start de diashow.
Tijdens het afspelen van de diashow zijn de volgende handelingen mogelijk: Actie
Indrukken
Een pauze inlassen in de diashow
Doorgaan naar het volgende beeld
Druk de multi-selector naar links of omhoog om terug te keren naar de vorige dia. Houd de multi-selector omlaag om snel terug in de diashow te gaan.
Teruggaan naar het vorige beeld De diashow beëindigen
Omschrijving Het rechts weergegeven menu verPAUZE schijnt. Markeer Herstarten en druk op het midden van de multi-selector om de Einde diashow te hervatten. Markeer Einde Herstarten en druk op het midden van de multiselector om de diashow te beëindigen. Duw de multi-selector naar rechts of omlaag om naar het volgende beeld te springen. Houd de multi-selector omlaag om snel voorwaarts door de show te gaan.
^
Stopt de diashow waarna naar weergave wordt teruggekeerd.
"Loop" Als in het startscherm de optie Loop wordt geselecteerd, dan zal de diashow steeds worden herhaald. Om de Loop-optie te selecteren of te deselecteren markeert u Loop en drukt u op het midden van de multi-selector. Een vinkje naast Loop geeft aan dat de Loop-optie geselecteerd is.
Automatische uitschakeling
DIASHOW Pauze Start Loop
De camera gaat in de standby-stand als er tijdens een diashow dertig minuten lang geen handelingen worden uitgevoerd.
Kleine kopieën en films Kopieën die werden gemaakt met de optie voor kleine kopieën (Q 78) worden bij een diashow niet vertoond. Filmclips worden weergegeven als foto (het eerste beeldje wordt weergegeven).
72
Wissen
Wissen
WISSEN Het weergavemenu
Het wismenu bevat de volgende opties: Als er in de camera geen geheugenkaart aanwezig is, worden foto’s uit het interne geheugen gewist. Als de camera een geheugenkaart bevat, worden de foto’s op de kaart gewist. Als u foto’s uit het interne geheugen wilt verwijderen, verwijder dan de geheugenkaart.
Gesel. beeld(en) Wis alle beelden
Geselecteerde beelden wissen
1
2
WISSEN
WIS GESEL. BEELDEN
Gesel. beeld(en)
2004 08.05 12:00
Wis alle beelden
MENU Terug
Markeer Gesel. beeld(en).
3
MENU Terug
Markeer een foto.
5/ 5
Ingestld
De foto’s van het interne geheugen of de geheugenkaart verschijnen als miniatuurbeelden.
WIS GESEL. BEELDEN
2004 08.05 12:00
ON OFF
ON OFF
4/ 5
Ingestld
4
WIS GESEL. BEELDEN
2004 08.05 12:00
MENU Terug
ON OFF
4/ 5
Ingestld
Selecteer de gemarkeerde foto. Geselecteerde foto’s worden gemarkeerd door de u icoon.
5 Herhaal stappen 3 en 4 om extra foto’s te selecteren. Als u een foto wilt deselecteren, markeert u de foto en drukt u de multi-selector omlaag. Om terug te keren zonder beelden te wissen, drukt u op de ^ knop.
73
Wissen
Het weergavemenu
6
WISSEN
Wis 1beeld(en)? Nee Ja Er verschijnt een bevestigingsscherm. Selecteer Ja om foto’s te wissen, Nee om terug te keren zonder foto’s te wissen.
Alle foto’s wissen Als u alle onbeveiligde foto’s uit het geheugen of de geheugenkaart wilt verwijderen, dan handelt u als volgt:
1
WISSEN
Gesel. beeld(en) Wis alle beelden Markeer Wis alle beelden.
2
WISSEN
Wissen alle beelden... ( Excl.) Nee Ja Er verschijnt een bevestigingsscherm. Selecteer Ja om foto’s te wissen, Nee om terug te keren zonder foto’s te wissen.
Voordat u gaat wissen Eenmaal gewiste beelden kunnen niet meer teruggehaald worden. Speel beelden die u wilt behouden eerst over naar de computer.(Q 45-47).
Beveiligde beelden Beelden die met een U icoon zijn gemarkeerd, zijn beveiligd en kunnen niet worden gewist (Q 75).
74
Beveiligen
Beveiligen
1
2
BEVEILIGEN
2004 08.05 12:00
MENU Terug
ON
3
4/ 5
Ingestld
Herhaal stappen 1 en 2 om extra beelden te selecteren. Als u een foto wilt deselecteren, markeert u de foto en drukt u de multi-selector omlaag. Om terug te keren zonder iets aan de beveiliging van beelden te veranderen, drukt op de ^ knop.
ON
2004 08.05 12:00
OFF
Markeer een foto.
BEVEILIGEN
OFF
MENU Terug
4/ 5
Ingestld
Selecteer de gemarkeerde foto. Geselecteerde foto’s worden gemarkeerd door de U icoon.
4 Gereed
Voltooi de bewerking en keer terug naar het weergavemenu.
Opmerkingen over beveiligde foto’s Beveiligde foto’s kunnen niet worden verwijderd met de wisknop of het menu Wissen. Maar als het interne geheugen of de geheugenkaart wordt geformatteerd, dan worden alle foto’s inclusief de beveiligde foto’s verwijderd.
De beveiligingsicoon Tijdens weergave verschijnt op alle beveiligde beelden een beveiligingsicoon.
2004. 08. 05 12:00
100NIKON 100NIKON 0001. JPG
1/
4
75
Het weergavemenu
Met deze optie kunt u beelden beveiligen tegen per ongeluk verwijderen. Beveiligde bestanden kunnen niet worden verwijderd door op de u knop te drukken of de opties in het menu Wissen te gebruiken. Beveiligde beelden worden echter wel verwijderd als het interne geheugen of de geheugenkaart wordt geformatteerd.
Auto-overdracht
Auto-overdracht
Het weergavemenu
Met deze optie markeert u foto’s om deze over te spelen (te kopiëren) naar een computer en schakelt u de markering voor auto-overdracht in en uit.
AUTO-OVERDRACHT Alles aan Alles uit Kies beeld(en)
Optie
Omschrijving
V Alles aan (standaardoptie)
Alle beelden in het geheugen of op de geheugenkaart worden gemarkeerd voor overspelen. Foto’s die worden gemaakt terwijl deze optie ingeschakeld is, worden voor overspelen gemarkeerd.
Alles uit
Verwijdert de overspeelmarkering van alle foto’s in het geheugen of op de geheugenkaart. Foto’s die worden gemaakt terwijl deze optie ingeschakeld is, worden niet voor overspelen gemarkeerd.
Kies beeld(en)
Selecteert gemarkeerde beelden voor overspelen.
Meer dan 999 beelden overspelen Maximaal 999 beelden kunnen voor overspelen worden gemarkeerd. Als er meer dan 999 beelden zijn gemarkeerd, gebruik dan PictureProject om de beelden over te spelen. Kijk in de PictureProject Naslaghandleiding (op cd) voor meer informatie.
Verborgen beelden Bij sommige digitale Nikon-camera’s kunt u bepaalde beelden tijdens het overspelen verbergen. Verborgen beelden kunt u met de E4100/E3200/E2200 bekijken,maar u kunt ze niet selecteren voor overspelen.
De V icoon Beelden die voor overspelen zijn gemarkeerd, zijn te herkennen aan de V icoon. 2004. 08. 05 12:00
100NIKON 100NIKON 0001. JPG
1/ 4 Schermvullende weergave
1
2
3
4
Weergave van miniatuurbeelden
Wanneer u de camera op een computer aansluit met de UC-E6 USB-kabel en op het midden van de multi-selector drukt om de beelden over te spelen, dan worden alleen beelden overgespeeld die van een V icoon zijn voorzien (Q 45).
76
Auto-overdracht
Gemarkeerde beelden selecteren voor overspelen AUTO-OVERDRACHT
2
AUTO-OVERDRACHT
Alles aan
Kies beeld(en)
MENU Terug
4
ON
4/ 5
Ingestld
Herhaal stappen 3 en 4 om extra beelden te selecteren. Als u een foto wilt deselecteren, markeert u de foto en drukt u de multi-selector omlaag. Om terug te keren zonder iets aan de overspeelstatus van beelden te veranderen, drukt op de ^ knop.
AUTO-OVERDRACHT
ON
2004 08.05 12:00
OFF
Markeer een foto.
5
5/ 5
Ingestld
De foto’s van het interne geheugen of de geheugenkaart verschijnen als miniatuurbeelden.
AUTO-OVERDRACHT
2004 08.05 12:00
OFF
MENU Terug
Markeer Kies beeld(en).
3
ON
2004 08.05 12:00
Alles uit
OFF
MENU Terug
4/ 5
Ingestld
Selecteer de gemarkeerde foto. Geselecteerde foto’s worden gemarkeerd door de V icoon.
6 Gereed
Voltooi de bewerking.
Beelden voor overspelen markeren met andere camera’s Beelden die met een ander model Nikon-camera zijn geselecteerd voor overspelen, kunnen niet worden overgespeeld als de geheugenkaart in de E4100/E3200/E2200 is geplaatst. Gebruik de E4100/E3200/E2200 om de beelden opnieuw te selecteren.
77
Het weergavemenu
1
Kleine kopie
Kleine kopie
Het weergavemenu
Om van een foto een kleine kopie te maken, selecteert u Kleine kopie nadat u het beeld in schermvullende weergave toont of in de miniatuurbeeldweergave selecteert. Optie
Grootte (pixels)
Omschrijving
q 640 × 480
640 × 480
De kopie kan schermvullend worden weergegeven op een TV of een 13 inch monitor, zonder kwaliteitsverlies.
r 320 × 240
320 × 240
Geschikt voor weergave op Web-pagina’s. De kleine bestandsgrootte verkort de tijd die nodig is om het beeld in een Web-browser op te roepen.
s 160 × 120
160 × 120
De kopie kan snel worden verzonden en ontvangen als e-mailbijlage. Als het programma het gebruik van JPEG-beelden ondersteunt, kan het beeld in het berichtvenster worden getoond.
1
KLEINE KOPIE
640 x 480 320 x 240 160 x 120 Markeer een optie.
2
Dit beeld opslaan als getoond? Nee Ja
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Selecteer Ja om een verkleinde kopie te maken, Nee om terug te keren zonder een kopie te maken.
Wilt u de nieuwe, verkleinde kopie bekijken, duw dan de multi-selector omlaag totdat de kopie verschijnt. De kopie wordt weergegeven na de laatst opgenomen foto (in miniatuurbeeldweergave worden kleine kopieën gemarkeerd met een grijze rand). Om de bestandsgrootte zo klein mogelijk te houden, worden kopieën in het interne geheugen of op de geheugenkaart opgeslagen in JPEG-bestanden van BASIC-kwaliteit (compressieverhouding 1:16). Kopieën worden opgeslagen in afzonderlijke bestanden met namen in de vorm van "SSCNnnnn.JPG," waar "nnnn" een viercijferig nummer is dat door de camera automatisch wordt toegewezen. Kopieën kunnen niet met zoomweergave worden bekeken of uitgesneden. Kleine kopie Van verkleinde of uitgesneden kopieën kunnen geen kleine kopieën worden gemaakt.
78
Kopiëren
Kopiëren
Deze optie wordt gebruikt om foto’s te kopiëren van het interne geheugen naar de geheugenkaart, of vice versa. Met } wordt het interne geheugen aangeduid en met / de geheugenkaart. Deze optie wordt alleen getoond wanneer de geheugenkaart is geplaatst.
KOPI REN KOPIËREN Het weergavemenu
Geselecteerde foto’s kopiëren
1
2
KOPI REN KOPIËREN
CAMERA - > KAART Gesel. Beelden Alle beelden
Markeer (geheugen → geheugenkaart) of (geheugenkaart → geheugen), en druk de multi-selector naar rechts.
3
4
KOPI REN KOPIËREN
2004 08.05 12:00
MENU Terug
Markeer Gesel. Beelden.
ON OFF
5/ 5
Ingestld
De foto’s in het geheugen of op de geheugenkaart worden weergegeven. (Wanneer is geselecteerd bij stap 1)
KOPI REN KOPIËREN
2004 08.05 12:00
MENU Terug
ON OFF
4/ 5
Ingestld
Markeer een foto.
79
Kopiëren
Het weergavemenu
5
6
KOPI REN KOPIËREN
Gesel. beelden kopiëren. kopi ren. OK?
ON
2004 08.05 12:00
OFF
MENU Terug
Nee Ja
4/ 5
Ingestld
Selecteer de gemarkeerde foto. Geselecteerde foto’s worden gemarkeerd door de A icoon. Herhaal stappen 4 en 5 om extra beelden te selecteren. Als u een foto wilt deselecteren, markeert u de foto en drukt u de multi-selector omlaag.
KOPI REN KOPIËREN
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Selecteer Ja om foto’s te kopiëren, Nee om terug te keren zonder foto’s te kopiëren.
Alle foto’s kopiëren Als u alle foto’s van het geheugen of de geheugenkaart wilt kopiëren, dan handelt u als volgt:
1
KOPI REN KOPIËREN
2
CAMERA - > KAART Gesel. Beelden Alle beelden
Markeer (geheugen → geheugenkaart) of (geheugenkaart → geheugen), en druk de multi-selector naar rechts.
3
KOPI REN KOPIËREN Alle beelden kopi ren. OK? kopiëren. ( Excl.) Nee Ja
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Selecteer Ja om foto’s te kopiëren, Nee om terug te keren zonder foto’s te kopiëren.
80
Markeer Alle beelden.
Kopiëren
Kopiëren
Bestandsnummer • Wanneer foto’s worden gekopieerd met de optie Alle beelden, worden alle foto’s in de map gekopieerd met dezelfde bestandsnummers. Aan de nieuw gekopieerde map wordt het laagst beschikbare nummer toegewezen. • Wanneer u foto’s kopieert met gebruik van de optie Gesel. Beelden, worden de nieuw gekopieerde beelden achtereenvolgens genummerd vanaf het hoogste nummer in de twee geheugenbronnen. Voorbeeld: wanneer het laatste nummer in het brongeheugen 32 (DSCN0032.JPG) is en het laatste nummer in het doelgeheugen 15 (DSCN0015.JPG) is. Dan worden aan gekopieerde foto’s nummers toegewezen vanaf DSCN0033. Daarna gaat de nummering verder vanaf het laagste nummer na het nummer van het laatste bestand dat was gekopieerd.
Printen Als er een printopdracht is aangemaakt, worden de printopdrachtgegevens niet met de foto meegeprint.
81
Het weergavemenu
• Als er in het geheugen of op de geheugenkaart onvoldoende ruimte aanwezig is om de kopie te ontvangen, wordt de melding BEELD KAN NIET WORDEN OPGESLAGEN weergegeven (Q 101). Verwijder ongewenste foto’s of plaats een nieuwe geheugenkaart (als u een geheugenkaart gebruikt) voordat u het opnieuw probeert. • Films die groter zijn dan 10 MB kunnen niet naar de E3200 worden gekopieerd en films die groter zijn dan 5 MB kunnen niet naar de E2200 worden gekopieerd. Bij gebruik van de E4100 kunnen films tot een grootte van het interne geheugen worden afgehandeld. • Nikon garandeert niet dat beelden kunnen worden gekopieerd die met een andere camera zijn gemaakt of die op een computer zijn geretoucheerd.
Het setup-menu
Werken met het setup-menu Het setup-menu bevat de volgende opties: Optie
Omschrijving
Q
Welkomstscherm
Kies het welkomstscherm dat verschijnt wanneer de camera aan wordt gezet.
83
Datum
Stel de cameraklok in.
84-85
Monitorinstelling
Toon of verberg de monitoraanduidingen.
Datum afdrukken
Foto’s worden in beeld voorzien van datum en/of tijd 87-88 van opname.
Helderheid
86
Het setup-menu
Stel de helderheid van de monitor in.
89
Geluid instellen
Stel het volume af van de knop-, sluiter- en opstartgeluiden.
90
Waarschuwing vaag
Kies of u al dan niet een controle op cameratrilling wilt uitvoeren.
91
Automatisch uit
Bepaal hoe lang de monitor aan moet blijven staan voordat hij automatisch wordt uitgezet om stroom te sparen.
92
Geheugen/Kaart formatten
Formatteer het interne geheugen of geheugenkaarten voor gebruik in de camera.
93
Kies een taal voor cameramenu’s en berichten.
94
Kies PTP of Mass Storage, in overeenstemming met het besturingssysteem van uw computer.
45
Taal/Language USB Videostand
Kies de geschikte videostandaard: NTSC of PAL.
94
Standaardwaarden
Zet de camera-instellingen terug naar de standaardwaarden.
94
Batterijtype
Kies het type van de batterijen die in de camera worden gebruikt.
96
Toon de huidige firmwareversie.
96
Firmware versie
SET-UP
1/5
Welkomstscherm Datum Monitorinstelling Om het setup-menu te verlaten, draait u de keuzeknop naar een andere instelling of drukt u op de x knop.
82
Welkomstscherm Met deze optie kiest u het welkomstscherm dat verschijnt wanneer de camera aan wordt gezet.
Welkomstscherm
WELKOMSTSCHERM 1/2 Geen Welkom Nikon Animatie
Optie Geen Welkom
Het rechts weergegeven beeld verschijnt wanneer de camera aan wordt gezet.
Het setup-menu
Nikon
Omschrijving Er verschijnt geen welkomstscherm wanneer de camera aan wordt gezet.
Animatie Er verschijnt een korte animatie wanneer de (standaardoptie) camera aan wordt gezet.
Selecteer beeld
U kunt het welkomstscherm kiezen uit foto’s die momenteel in het geheugen of op de geheugenkaart zijn opgeslagen. 1 Het scherm BEELD SELECTEREN wordt weergegeven. Markeer een beeld met de multi-selector. 2 Druk op het midden van de multi-selector. Om een foto te selecteren die in het camerageheugen is opgeslagen, moet u de geheugenkaart verwijderen.
BEELD SELECTEREN
2003 08.05 12:05 MENU
Terug
3/ 5
Ingestld
Kleine en uitgesneden kopieën Kopieën op andere grootte die zijn gemaakt met de functies voor kleine kopieën of uitgesneden kopieën, kunnen alleen voor het welkomstscherm worden geselecteerd als deze (q) 640 × 480 pixels of groter zijn.
"Selecteer beeld" Wanneer Selecteer beeld wordt geselecteerd, verschijnt het gekozen beeld bij het opstarten, zelfs wanneer de geheugenkaart die het beeld bevat uit de camera is verwijderd. Selecteert u Selecteer beeld na het kiezen van een welkomstscherm, dan verschijnt het rechts weergegeven dialoogvenster. Selecteer Ja om een nieuw beeld als welkomstscherm te kiezen, Nee om terug te keren zonder het welkomstscherm te veranderen.
WELKOMSTSCHERM Huidige beeld vervangen? Nee Ja
83
Datum
Datum
Deze optie wordt gebruikt om de cameraklok in te stellen. Deze optie is beschikbaar nadat u de cameraklok hebt ingesteld wanneer u uw camera voor de eerste keer gebruikt. Voor meer informatie over het instellen van de cameraklok, zie "Voorbereiding: Basisinstellingen" (Q 14). Optie Datum
Datum Tijdzone
Omschrijving Stel de datum en tijd in (Q 14).
Het setup-menu
Selecteer de tijdzone. De normale tijdzone-instelling is (eigen tijdzone). Als u (tijdzone van de reisbestemming) selecteert, dan wordt het tijdsverschil automatisch berekend en de tijd en datum van de geselecteerde regio weergegeven.
Tijdzone
DATUM
TIJDZONE
2003. 09.06 13:00 London, Casablanca Zomertijd Tokyo, Seoul Zomertijd
1 Druk de multi-selector omhoog of omlaag EIGEN TIJDZONE E om of te markeren, en druk vervolgens op het midden van de multi-selector. Druk de multi-selector omlaag om Zomertijd London, Casablanca te markeren, en druk vervolgens op het midIngestld MENUU Terug den van de multi-selector. De h icoon wordt weergegeven. Als zomertijd wordt geselecteerd, wordt de klok automatisch een uur vooruit gezet. Om zomertijd te annuleren, drukt u opnieuw op het midden van de multi-selector. 2 Druk de multi-selector naar rechts om het tijdzonescherm op te roepen. 3 Druk de multi-selector naar links of rechts om een tijdzone (regio) te markeren, en druk vervolgens op het midden van de multi-selector.
De cameraklok De camera werkt mogelijk minder nauwkeurig dan een horloge of een klok in uw huis. Controleer af en toe de tijdaanduiding van uw camera, stel zonodig de tijd bij.
84
Datum
(Tijdzone reisbestemming) Markeer om de klok op de tijdzone van de reisbestemming in te stellen en druk op het midden van de multi-selector. Als de tijdzone van de reisbestemming is geselecteerd verschijnt een icoon op de monitor wanneer de camera in de opnamestand staat. Wilt u de tijdzone van een nieuwe reisbestemming instellen, markeer dan en druk de multi-selector naar rechts; selecteer vervolgens een locatie als beschreven op de vorige bladzijde.
AUTO
19
Zomertijd
GMT +/–
Locatie
GMT +/–
Locatie
GMT –14
Sydney, Guam
GMT –3
BuenosAires, SanPaulo
GMT –13
NewCaledonia
GMT –2
Fernando de Noronha
GMT –1
Azores
GMT
London, Casablanca Madrid, Paris, Berlin
GMT –12
Auckland, Fiji
GMT –11
Midway, Samoa
GMT +1
GMT –10
Hawai, Tahiti
GMT +2
Athens, Helsinki
GMT –9
Alaska, Anchorage
GMT +3
Moscow, Nairobi
GMT –8
PST (PDT): LosAngels, Seattle, Vancouver
GMT +4
Abu Dhabi, Dubai
GMT +5
Islamabad, Karachi
GMT –7
MST (MDT): Denver, Phoenix, La Paz
GMT +6
Colombo, Dacca
GMT +7
Bangkok, Jakarta
GMT –6
CST (CDT): Chicago, Houston, MexicoCity
GMT +8
Beijing, HK, Singapore
GMT +9
Tokyo, Seoul
GMT –5
EST (EDT): New York Toronto, Lima
GMT +10
Sydney, Guam
GMT +11
New Caledonia
GMT –4
Caracas, Manaus
GMT +12
Auckland, Fiji
Tijdzones De tijdzone kan niet worden geselecteerd als datum en tijd niet ingesteld zijn. Tijdzone-stappen van minder dan een uur zijn niet instelbaar. Reist u naar of van bestemmingen met kwartier- of halfuurverschillen ten opzichte van Greenwich Mean Time (GMT) zoals Afghanistan, Centraal Australië, India, Iran, Nepal of Newfoundland, stel dan de cameraklok op de plaatselijke tijd in (Q 14).
85
Het setup-menu
Wilt u zomertijd in- of uitschakelen, markeer dan Zomertijd en druk op het midden van de multi-selector. Na het selecteren van zomertijd gaat de klok automatisch een uur vooruit. De camera ondersteunt de volgende tijdzones:
Monitorinstelling
Monitorinstelling
Selecteer deze optie om de aanduidingen op de monitor te tonen of verbergen.
MONITORINSTELLING 1/2 Info tonen Info verbergen Raster
Optie
Omschrijving
Info tonen
Toon de huidige instellingen tijdens het maken of bekijken van foto’s.
Info verbergen De huidige instellingen worden verborgen. Het setup-menu
Raster Monitor uit
86
Toon het raster. De huidige instellingen worden verborgen. (alleen P stand) Zet de monitor uit. (alleen P stand)
Datum afdrukken
Datum afdrukken
De optie "datum afdrukken" wordt gebruikt om op foto’s de datum of de datum en tijd van opname af te drukken wanneer de foto’s in het geheugen of op de geheugenkaart worden opgenomen. Deze optie kan niet worden gebruikt om op foto’s een datumstempel af te drukken na de opname. Optie
DATUM AFDRUKKEN 1/2 Uit Datum Datum en tijd
Omschrijving De tijd en datum worden niet op de foto geregistreerd.
Datum
De datum wordt in de rechterbenedenhoek afgedrukt op alle foto’s die worden gemaakt terwijl deze optie ingeschakeld is.
Datum en tijd
De datum en tijd worden in de rechterbenedenhoek afgedrukt op alle foto’s die worden gemaakt terwijl deze optie ingeschakeld is.
Dagenteller
In de rechterbenedenhoek van alle foto’s die worden genomen terwijl deze optie ingeschakeld is, wordt het aantal dagen vanaf de opgeslagen datum tot de datum van opname afgedrukt.
Beeldkwaliteit/afmetingen Gegevens die worden afgedrukt terwijl de optie Beeldkwal./afm. is ingesteld op TVscherm (640) zijn mogelijk moeilijk te lezen. Kies de instelling PC-scherm (1024) of groter wanneer u de optie "datum afdrukken" gebruikt.
Datum afdrukken Afdrukgegevens vormen een permanent deel van het beeld en zullen altijd op een print verschijnen, ongeacht of de datum-optie is gekozen in het menu Printen. Bij andere instellingen dan Uit wordt tijdens de opname op de monitor een Datum icoon weergegeven. Controleer voordat u gaat fotograferen of de cameraklok goed staat AUTO 19 en stel eventueel de datum en tijd bij. De datum wordt opgenomen in de notatie die werd gekozen in het menu DATUM. Datum of Datum en tijd kunnen niet worden geselecteerd als de cameraklok niet ingesteld is. Bij het maken van opnamen in de hieronder genoemde standen wordt de optie "Datum afdrukken" automatisch geannuleerd. E3200: Panorama assist en Film E4100/E2200: BSS, "Continu" in het menu Continu, Sport en Sporttoeschouwer in de Onderwerpsstand, Panorama assist en Film. Bij gebruik van de E4100 werkt de functie "continu-opnamen" niet wanneer de optie "datum afdrukken" ingesteld is.
Printen De optie Printen kan worden gebruikt om de datum en tijd van opname af te drukken op gemaakte beelden terwijl in het menu DATUM AFDRUKKEN de optie Uit is geselecteerd.
87
Het setup-menu
Uit
Datum afdrukken
Dagenteller Deze optie wordt gebruikt om de datum op te slaan DAGENTELLER en op foto’s het aantal dagen vanaf die datum tot de datum van opname af te drukken. Om het aantal da0155 gen af te drukken dat verstreken is, stelt u de dagentelleroptie in door Dagenteller te selecteren in het 01.01.2004 menu DATUM AFDRUKKEN. Aantal dagen Als de opgeslagen datum vroeger valt dan de datum van opname, wordt op foto’s het aantal dagen afgedrukt dat verstreken is. Als de opgeslagen datum later valt dan de datum van opname, wordt op foto’s z gevolgd door het aantal dagen tot de datum van opslag afgedrukt. Het setup-menu
Optie
Opgeslagen dagen
Omschrijving Er kunnen maximaal 3 data worden opgeslagen. Druk de multi-selector omhoog of omlaag om de optie in het menu OPGESLAGEN DAGEN te selecteren, en duw de multi-selector vervolgens naar rechts. Voer de datum in. Voer de stappen uit zoals beschreven onder Voorbereiding: Basisinstellingen (Q 14).
OPGESLAGEN DAGEN
Data tussen 1 januari 1910 en 31 december 2037 kunnen worden opgeslagen.
Opties tonen
05.08.2004
2
20.10.2004
3
--.--.----
DATUM
D 01
Druk de multi-selector omhoog of omlaag om Opties tonen te markeren, en druk vervolgens op het midden van de multi-selector.
1
M 01
J 2004
OPTIES TONEN Aantal dagen Jaren en dagen Jren, mnden, dgn
Dagenteller Wanneer een datum wordt geselecteerd die opgeslagen is in de dagenteller en de optie "datum afdrukken" op Dagenteller ingesteld is, worden op de monitor de dagentelleraanduiding en het opgeslagen datumnummer getoond. AUTO
88
19
Helderheid Druk de multi-selector omhoog of omlaag om de helderheid te verhogen of te verlagen door de aanduiding aan de linkerzijde van het display omhoog of omlaag te verplaatsen. Druk op het midden van de multi-selector om een keuze te maken. Om terug te keren naar het setup-menu, drukt u de multi-selector naar links.
Helderheid
HELDERHEID
Het setup-menu
89
Geluid instellen
Geluid instellen
De opties in dit menu regelen de hieronder genoemde geluidsinstellingen. Met de E2200 kunnen geluidsinstellingen alleen Aan en Uit worden gezet. Als u Uit kiest, wordt het volume van de knop-, sluiter- en opstartgeluiden gedempt. Toon en volume kunnen niet worden afgesteld. Optie
Het setup-menu
Knopgeluid (alleen E4100/ E3200)
Sluitergeluid (alleen E4100/ E3200)
Opstartgeluid (alleen E4100/ E3200)
Volume (alleen E4100/ E3200)
90
GELUID INSTELLEN 1/2 Knopgeluid Sluitergeluid Opstartgeluid
Omschrijving Stel het geluid in dat klinkt wanneer de knoppen worden ingedrukt. Er klinkt een ander geluid wanneer er zich een fout voordoet of wanneer u de camera aanzet, een nieuwe stand selecteert, heen en weer schakelt tussen de opname- en weergavestand of in de menu’s een keuze maakt. U kunt kiezen uit drie sluitergeluiden. Druk de multi-selector omhoog of omlaag om de optie te markeren, en druk op het midden van de multi- selector om uw keuze te maken.
Stel het volume in van het geluid dat klinkt wanneer de camera wordt aangezet.
KNOPGELUID Uit Aan
SLUITERGELUID 1 2 3 UIt
OPSTARTGELUID UIt Aan
Stel het volume in van spraakmemo’s, filmclips en sluiter- en opstartgeluiden. Kies het volume voor de ingebouwde luidspreker. U kunt kiezen tussen Hard en Normaal. Als u Uit kiest, worden de sluiter- en opstartgeluiden gedempt, en worden spraakmemo’s en filmclips met het laagste volume afgespeeld.
VOLUME Hard Normaal UIt
Waarschuwing vaag Met deze optie kunt u de cameratrillingswaarschuwing laten weergeven of verbergen nadat u een foto hebt gemaakt.
Waarschuwing vaag
WAARSHUWING VAAG Uit Aan
WAARSCHUWING! BEELD KAN ONSCHERP ZIJN. WILT U HET OPSLAAN? Nee Ja
Het setup-menu
Als u Aan selecteert, wordt de waarschuwing alleen weergegeven als een onbedoelde camerabeweging tot gevolg heeft gehad dat de foto die u zojuist heeft genomen, vaag geworden is. Selecteer Ja om de foto te houden of Nee om deze te verwijderen.
Opnamestanden waarbij de functie "waarschuwing vaag" niet werkt In de hieronder getoonde opnamestanden is de functie "Waarschuwing vaag" niet beschikbaar, ook wanneer deze functie ingeschakeld ("Aan") is. De standen CContinu (Q 68), ]Multi-Shot 16 (Q 68) en DBSS (Q 69), evenals de onderwerpsstanden jSport-assistentie (Q 32), GMuseum (Q 36), HVuurwerk (Q 37) en KPanorama assist (Q 38).
Controle op vaagheid Als u wilt controleren hoe vaag de foto is voordat u besluit of u de foto al dan niet wilt verwijderen, selecteer dan Ja om de foto op te slaan en druk vervolgens op x.
91
Automatisch uit
Automatisch uit
Om batterijstroom te besparen, gaat de camera in de standby-stand als gedurende een vooraf ingestelde tijd geen bedieningshandelingen zijn verricht.
AUTOMATISCH UIT Automatisch uit Slaapstand
Optie
Het setup-menu
Automatisch uit
Slaapstand
92
Omschrijving Kies hoe lang de monitor ingeschakeld moet staan voordat deze zich automatisch uitschakelt. Kies uit dertig seconden (30sec), één minuut (1min) standaardinstelling, vijf minuten (5min) en dertig minuten (30min). Ongeacht de instelling die in het menu AUTOMATISCH UIT is gekozen, zal de monitor drie minuten aan blijven wanneer er menu’s worden weergegeven. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een lichtnetadapter, zal de camera in de standbystand gaan wanneer er gedurende dertig minuten geen handelingen worden verricht. Als Aan geselecteerd is, gaat de camera in de standby-stand wanneer er geen verandering is in de helderheid van het onderwerp, ook voordat de tijd is verstreken die is ingesteld in het menu AUTOMATISCH UIT. De camera komt in de slaapstand als dertig seconden lang geen bedieningshandelingen worden verricht wanneer Automatisch uit ingesteld is op dertig seconden (30sec) of één minuut (1min), en na één minuut wanneer Automatisch uit ingesteld is op vijf minuten (5min) of dertig minuten (30min).
AUTOMATISCH UIT 30sec 1min 5min 30min
SLAAPSTAND Uit Aan
geheugen formatteren
Geheugen/kaart formatteren Deze optie wordt gebruikt wanneer u het interne geheugen van de camera of de geheugenkaart moet formatteren. Als er in de camera geen geheugenkaart aanwezig is, wordt het interne geheugen geformatteerd, en als de camera een geheugenkaart bevat, wordt de kaart geformatteerd. Als u het interne geheugen wilt formatteren, verwijder dan de geheugenkaart.
Geh.-krt format.
GEH.-KAART FORMAT. LET OP! Alle beelden worden gewist! Nee Formatteren
Het geheugen formatteert u als volgt:
GEHEUGEN FORMATTEREN
2
LET OP! Alle beelden worden gewist! Nee Formatteren Markeer Formatteren (om te stoppen zonder het geheugen te formatteren, markeert u Nee en druk vervolgens op het midden van de multi-selector).
Het setup-menu
1
FORMATTEREN…
Begin met formatteren. Terwijl het formatteren plaatsvindt verschijnt het boven afgebeelde bericht.
Een geheugenkaart formatteert u als volgt:
1
GEH.-KAART FORMAT. LET OP! Alle beelden worden gewist! Nee Formatteren
Markeer Formatteren (om te stoppen zonder de geheugenkaart te formatteren, markeert u Nee en druk vervolgens op het midden van de multi-selector).
2 FORMATTEREN…
Begin met formatteren. Terwijl het formatteren plaatsvindt verschijnt het boven afgebeelde bericht.
93
Taal/Language
Taal/Language
Kies de taal voor camera-menu’s en berichten. U hebt de keus uit Deutsch (Duits), English (Engels), Español (Spaans), Français (Frans), Italiano (Italiaans), Nederlands, Svenska (Zweeds), (Japans), (Chinees), of (Koreaans).
TAAL/LANGUAGE
MENU Terug
Videostand
Ingestld
Videostand
Het setup-menu
Voordat u de camera aansluit op een video-apparaat zoals een TV-toestel of een videorecorder (Q 44), dient u de videostand te kiezen die het video-apparaat gebruikt. Uw Nikon-camera ondersteunt de NTSC en PAL standaards.
Standaardwaarden
VIDEOSTAND NTSC PAL
Standaardwaarden
Selecteer deze optie om de instellingen op de volgende bladzijde terug te zetten naar de standaardinstellingen.
STANDAARDWAARDEN Alle instellingen terugzetten? Nee Standaard
Optie Nee Standaard
94
Omschrijving Menu verlaten, geen veranderingen. Terugkeren naar standaardinstellingen.
Standaardwaarden De volgende instellingen worden teruggezet: Standaard Portret Landschap Sport Nachtportret Party/binnen Film 320 ! Automatisch Uit Uit E4100: Normaal (2288), E3200: Normaal (2048), E2200: Normaal (1600) Automatisch ±0 Enkelvoudig Uit Kleur Alles aan Animatie Info tonen Uit 3 Aan Aan 1 Normaal 1min Uit Aan
Kiest u Standaard, dan wordt ook het huidige bestandsnummer (Q 23) uit het geheugen gewist. De nummering gaat verder vanaf het laagste nummer dat in het geheugen of op de geheugenkaart beschikbaar is. Alle andere instellingen blijven gehandhaafd. Bestandsnummering terugzetten op 0001 Om de bestandsnummering terug te zetten (Q 23) op 0001, selecteert u Standaardwaarden nadat u alle foto’s hebt gewist (Q 74) of de geheugenkaart hebt geformatteerd (Q 93).
95
Het setup-menu
Instelling i Portret-assistentie N Landschap-assistentie j Sport-assistentie m Nachtportret-assistentie e Onderwerpsstand W Film Flitser Zelfontspanner Macro close-up Beeldkwal./afm. Witbalans +/- Correctie Continu Best Shot Selector Kleuropties Auto-overdracht Welkomstscherm Monitorinstelling Datum afdrukken Helderheid Knopgeluid Opstartgeluid Sluitergeluid Volume (alleen E4100/E3200) Automatisch uit Slaapstand Waarschuwing vaag
Batterijtype
Batterijtype
Deze optie wordt gebruikt om te selecteren welk type batterijen in de camera wordt gebruikt.
BATTERIJTYPE Alkaline COOLPIX(NiMH) CR-V3
Het setup-menu
Optie
Omschrijving
Alkaline
Selecteer deze optie wanneer u gebruik maakt van alkalinebatterijen (AA).
COOLPIX (NiMH)
Selecteer deze optie wanneer u gebruik maakt van oplaadbare EN-MH1 (AA) nikkel-metaalhydride batterijen, nikkelmangaan-batterijen of (AA) lithiumbatterijen.
CR-V3
Selecteer deze optie wanneer u gebruik maakt van een CR-V3 lithiumbatterij.
Reservebatterij Als de reservebatterij (Q 14) niet voldoende opgeladen is, dan is het mogelijk dat de instelling van het batterijtype wordt teruggesteld naar de standaardinstelling (E4100: het type van de meegeleverde batterijen; E3200/E2200: alkalinebatterijen).
Firmware versie
Firmware versie
Selecteer deze optie om de huidige versie van de firmware te tonen.
E3200 Ver.XX Back
96
Technische opmerkingen
Optionele accessoires Op het moment van samenstelling van deze handleiding waren de volgende optionele accessoires voor uw digitale Nikon-camera beschikbaar. Wend u tot uw dealer voor meer informatie. Oplaadbare batterij Batterijlader Lichtnetadapter Tas Onderwaterhuis *1 *2
Extra EN-MH1 NiMH-batterijen zijn in de handel verkrijgbaar. MH-71, MH-70 batterijlader voor EN-MH1 batterijen EH-62B lichtnetadapter CS-CP18 foedraal*1 WP-CP1*2
Niet verkrijgbaar in de Verenigde Staten. In sommige gebieden niet verkrijgbaar.
Goedgekeurde geheugenkaarten De volgende geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw digitale Nikon-camera: San Disk
16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB
Toshiba
16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB*, 512 MB*
Technische opmerkingen
Panasonic
* Hogesnelheidstype van 10 MB/s of meer
97
Verzorging van uw camera Reinigen Objectief Raak het glas bij het reinigen nooit met uw vingers aan. Verwijder stof en vezels met een blaasbalgje (een rubberen balletje met een spuitmondje waaruit lucht wordt geblazen). Vingerafdrukken en ander vuil dat niet met een blaasbalgje kan worden verwijderd, kunt u wegvegen met een zachte doek; maak een spiraalbeweging vanuit het midden en werk naar de randen toe.
Monitor Verwijder stof en vezels met een blaaskwastje. Verwijder vingerafdrukken en andere vlekken van de monitor met een zachte, droge doek; pas op dat u geen druk op de monitor uitoefent.
Voorkom aanraking met vloeibaar kristal Mocht de monitor breken, pas dan op voor letsel veroorzaakt door gebroken glas; voorkom dat het vloeibare kristal uit de monitor in aanraking komt met huid, ogen of mond.
Camerahuis Technische opmerkingen
Verwijder stof en vezels met een blaaskwastje en veeg de camera schoon met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera aan het strand dient u zand en zout te verwijderen met een doek die licht is bevochtigd met water; droog de camera daarna grondig.
Gebruik geen alcohol, verfverdunner of andere vluchtige chemicaliën.
Opmerkingen over de monitor • De monitor kan een aantal pixels bevatten die altijd oplichten of juist niet oplichten. Dit is normaal voor alle TFT LCD-monitoren en wijst niet op een storing. Foto’s die met de camera zijn gemaakt worden hier niet door beïnvloed. • Wanneer u heldere lichtpunten in beeld hebt, kunnen verticale komeetachtige lichtsporen op de monitor te zien zijn. Dit fenomeen, "smear" genaamd, heeft geen gevolgen voor de opname en is niet het gevolg van een defect. In filmopnamen kan zich wel enige smear voordoen. • Bij helder licht kunnen de beelden op de monitor moeilijk te zien zijn. • De monitor wordt van achteren verlicht door een LED-systeem. Mocht de verlichting zwakker worden of gaan knipperen, raadpleeg dan de technische dienst van Nikon.
98
Verzorging van uw camera
Opslag
Batterijen • Controleer na het aanzetten van de camera of de batterijen voldoende lading hebben. Zijn de batterijen bijna leeg, dan verschijnt er een waarschuwing op de monitor. • Houd een nieuwe CR-V3 batterij bij de hand als u belangrijke opnamen maakt. Als u plotseling de batterij moet vervangen, is er wellicht niet meteen een winkel in de buurt. • Bij koude nemen de prestaties van batterijen af. Zorg ervoor dat de batterijen geheel geladen zijn voordat u bij koud weer naar buiten gaat om te fotograferen. Houd de reservebatterijen op een warme plaats. Een batterij die weer op temperatuur is gekomen kan soms een deel van zijn capaciteit herwinnen.
• Zijn de batterijpolen vuil, veeg ze dan schoon met een schone, droge doek voordat u batterijen gaat gebruiken. • Herhaaldelijk opladen van NiMH batterijen voordat ze volledig zijn uitgeput kan leiden tot een geheugeneffect, wat ervoor zorgt dat ze hun lading snel verliezen. De batterijen gaan weer normaal functioneren als ze volledig zijn ontladen en herladen. • NiMH batterijen verliezen, als ze niet worden gebruikt, geleidelijk hun lading. Het is aan te bevelen NiMH batterijen kort voor gebruik op te laden. • Gebruikte batterijen bevatten waardevolle materialen. Voer gebruikte batterijen af volgens de lokale regels voor klein chemisch afval.
99
Technische opmerkingen
Zet de camera uit wanneer u deze niet gebruikt en controleer of het camera-aanlampje uit staat voordat u de camera opbergt. Om schimmel en meeldauw te voorkomen dient u de camera in een droge, goed geventileerde ruimte op te bergen. Wanneer u niet van plan bent de camera binnen afzienbare tijd te gebruiken, verwijder dan de batterij om lekkage te voorkomen en berg de camera op in een plastic tas met een droogmiddel. Berg de cameratas (afzonderlijk verkrijgbaar) echter niet op in een plastic zak, aangezien het materiaal hierdoor kan worden aangetast. Let er ook op dat het droogmiddel na verloop van tijd zijn vochtabsorberend vermogen verliest en daarom regelmatig dient te worden vervangen. Berg het apparaat niet op bij nafta- of kamfermottenballen of in ruimten: • die vochtig of slecht geventileerd zijn • waarin de camera zich bij apparatuur bevindt die sterke magnetische velden produceert, zoals televisies of radio’s. • die worden blootgesteld aan temperaturen onder -10 °C of boven 50 °C (bijvoorbeeld dichtbij een kachel of in een afgesloten auto op een warme dag) • die blootstaan aan een vochtigheid boven 60% Haal de camera, om schimmel of meeldauw te voorkomen, minstens eenmaal per maand uit de opslag. Zet de camera aan en ontspan de sluiter een aantal malen voordat u de camera weer opbergt. Bewaar de batterijen op een koele, droge plaats.
Foutmeldingen In de volgende tabel vindt u de foutmeldingen en andere waarschuwingen die op de monitor verschijnen en hoe u er gevolg aan dient te geven. Melding Z (Knippert) LET OP ! BATTERIJ BIJNA LEEG!
Probleem Klok niet ingesteld. Batterijen leeg.
AFz (zknippert rood)
Camera kan niet scherpstellen.
2
Lange sluitertijd. Foto’s kunnen door beweging onscherp worden.
Technische opmerkingen
WAARSCHUWING! BEELD KAN ONSCHERP ZIJN. WILT U HET OPSLAAN? Nee Ja
WAARSCHUWING! ! WACHT TOT CAMERA KLAAR IS MET OPNEMEN < GEH.-KAART BESCHERMD TEGEN OVERSCHRIJVEN / ONGEFORMATT. KAART
De gemaakte foto kan door beweging onscherp zijn.
Oplossing Stel de klok op juiste datum en tijd in. Zet de camera uit en vervang de batterijen. Gebruik scherpstelvergrendeling om scherp te stellen op ander onderwerp op dezelfde afstand, bepaal daarna opnieuw compositie. Gebruik de flitser, of zorg voor stabiliteit door de camera op een statief te zetten, op een horizontale ondergrond te zetten of in twee handen goed stil te houden, met de ellebogen tegen het lichaam. Selecteer Ja om de foto te houden, Nee om de foto te verwijderen. De cameratrillingswaarschuwing kan worden verborgen.
14 12
21
18, 24-25
91
Camera is uitgeschakeld of de Bericht verdwijnt automatisch x knop werd tijdens opname van de monitor wanneer ingedrukt. De keuzeknop werd opname is voltooid. tijdens de opname verdraaid.
21
Schrijfbeveiligingsschuifje staat Schuif het schuifje naar de in de vergrendelde stand. schrijfstand.
11
Druk de multi-selector omhoog om FORMATTEREN te markeGeheugenkaart is niet geforren en druk deze naar rechts matteerd voor gebruik in de om de kaart te formatteren, of camera. Formatteren zet de camera uit en vervang Nee > de kaart.
100
Q
93, 10-11
Foutmeldingen
101
Technische opmerkingen
Melding Probleem Oplossing Q DEZE KAART KAN NIET GEBRUIKT WORDEN 4 Gebruik een goedgekeurde 97 WAARSCHU- Storing in communicatie met kaart. Controleer of de contactpungeheugenkaart. WING! ! ten schoon zijn. DEZE GEH.-KAART KAN NIET GELEZEN WORDEN / • Kies lagere instelling voor 63-64 beeldkwaliteit/grootte. Camera in opnamestand: onvoldoende geheugen om bij huidige • Wis beelden. 22-23, GEEN instellingen opnamen te maken. 73-74 GEHEUGEN • Plaats nieuwe geheugenkaart. 10 MEER Camera aangesloten op com/ Ontkoppel camera, wis onge22-23, puter: niet genoeg ruimte op wenste beelden en probeer 73-74 geheugenkaart om informatie opnieuw. voor overspelen op te nemen. • Geheugenkaart is niet geformat- • Formatteer geheugenkaart 93 teerd voor gebruik in camera, of stoopnieuw. ring deed zich voor tijdens opslag. • Geen bestandsnummers meer • Plaats nieuwe geheugen- 10, 22, kaart of wis beelden. 23, voorhanden. 73-74 • Camera kan beeld niet kopi- • Kopieën kunnen niet wor- 42, 78 BEELD KAN NIET den gemaakt van filmclips eren voor kleine kopie of WORDEN OPGEof van andere kopieën. uitsnede-opties. SLAGEN 93 • Geheugenkaart is niet geformat- • Formatteer geheugenkaart / opnieuw. teerd voor gebruik in de camera. • Tijdens het opslaan van een film heeft zich een fout voorgedaan. • Geen bestandsnummers meer • Plaats nieuwe geheugen- 10, 73 voorhanden. kaart of wis beelden of films. • Het duurt lang om films op de • Plaats een geheugenkaart met 56, 97 geheugenkaart op te slaan. een snellere verwerkingssnelheid. KAART BEVAT Geen foto’s op de geheugenGEEN BEELDEN kaart of in het geheugen. Druk op de x knop om terug te keren naar de opna22 Geen foto’s op de geheugenALLE BEELDEN kaart die op de E4100/E3200/ mestand. ZIJN VERBORGEN E2200 kunnen worden bekeken. BESTAND BEVAT Bestand aangemaakt door com- Bekijk bestand op computer GEEN BEELDGEGEputer of andere camera. of andere camera. VENS
Foutmeldingen Melding WAARSCHUWING! KEUZEKNOP STAAT NIET IN JUISTE POSITIE DIT BEELD KAN NIET GEWIST WORDEN
Probleem
Oplossing
De keuzeknop staat tussen Zet de keuzeknop in de twee standen. gewenste stand.
Technische opmerkingen
Er is een poging gedaan om een Verwijder de beveiliging beveiligde foto te verwijderen. voordat u de foto verwijdert. Indien er op de computermonitor USB-kabel werd ontkoppeld een foutmelding verschijnt, klik of geheugenkaart werd ver- dan op OK om PictureProject te wijderd terwijl beelden naar verlaten. Zet camera uit, sluit de computer werden overge- kabel opnieuw aan of vervang speeld. geheugenkaart, zet vervolgens camera aan en speel beelden over. COMMUNICAZet camera uit en ontkoppel TIEFOUT de kabel, kies vervolgens de nieuwe USB-instelling in het setup-menu van camera en USB-optie onjuist ingesteld. sluit camera weer aan. Houdt de storing aan, gebruik dan de PictureProject knop om beelden over te spelen. Er worden geen beelden geseOntkoppel camera en selecGEEN BEELDEN lecteerd voor overspelen als de teer minimaal één beeld voor GESELECTEERD a (V) knop voor overspelen overspelen, start daarna het VOOR OVERnaar de computer wordt ingeoverspelen opnieuw. DRACHT drukt. Storing trad op toen beelden Controleer of camera is aanOVERnaar computer werden over- gesloten en of batterijen volDRACHTSFOUT ledig zijn opgeladen. gespeeld. NIEUWE STAD IS Niet nodig nieuwe tijdzone op te Reisbestemming in zelfde tijdIN DE HUIDIGE geven als reisbestemming in zelfzone als thuislocatie. TIJDZONE de tijdzone als thuislocatie ligt. Zet camera uit en weer aan. Storing trad op tijdens objec- Blijft storing zich voordoen, LENSFOUT neem dan contact op met tiefhandeling. dealer of importeur. Zet camera uit, ontkoppel optionele lichtnetadapter (indien in gebruik), verwijder Storing trad op in intern cir- en herplaats batterijen, en zet SYSTEEMFOUT de camera weer aan. Blijft cuit van de camera. storing zich voordoen, neem dan contact op met dealer of importeur.
102
Q 6
75
45-47
45
47, 76-77
12 46 84
-
8-9, 12
Problemen oplossen Functioneert uw camera niet naar behoren, kijk dan eerst bij de nu volgende algemene problemen voordat u zich tot uw dealer of de importeur wendt. In de rechterkolom vindt u de paginacijfers die u verwijzen naar meer informatie. Elektronisch gestuurde camera’s In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen er ongewone lettertekens op de monitor verschijnen, waarbij de camera ophoudt te functioneren. Meestal is dit het gevolg van een sterke externe statische ontlading. Zet de camera dan uit, haal de batterij eruit en plaats hem terug, en zet de camera weer aan; werkt u met de lichtnetadapter (optioneel leverbaar), zet dan de camera uit, ontkoppel de lichtnetadapter, sluit de lichtnetadapter weer aan en zet de camera weer aan. Is de storing hiermee niet te verhelpen, neem dan contact op met uw dealer of de technische dienst van Nikon. Het als boven beschreven stroomloos maken van de camera kan ertoe leiden dat beeldinformatie verloren gaat die op het moment dat de storing optrad nog niet was opgeslagen. Informatie die opgeslagen is in het geheugen of op de geheugenkaart wordt niet aangetast. Mogelijke oorzaak
Q 12 8
Monitor is blanco
• Camera staat uit. • Batterijen niet goed geplaatst, of deksel batterijruimte is niet goed gesloten. • Batterijen zijn leeg. • EH-62B lichtnetadapter (optioneel leverbaar) is niet goed aangesloten. • Camera in slaapstand. Druk de ontspanknop half in. • Monitor staat uit. • USB-kabel is aangesloten. • AV/videokabel is aangesloten.
Camera gaat uit zon- • Batterijen zijn bijna leeg. der waarschuwing • Batterijen zijn koud. Er zijn geen aandui• Aanduidingen zijn verborgen. Selecteer Info tonen bij dingen op de monide optie Monitorinstelling in het setup-menu. tor te zien Monitor is slecht af te lezen
• Omgevingslicht is te sterk: ga naar een donkerder locatie of gebruik de zoeker. • Monitorhelderheid moet worden aangepast. • Monitor is vuil: reinig monitor.
12 13 5 12 99 86 19 89 98
103
Technische opmerkingen
Probleem
Problemen oplossen Probleem
Mogelijke oorzaak
Q
• Camera staat in weergavestand. 22 • Batterijen zijn leeg. 12 • Rode (!) lampje knippert: flitser laadt zich op. 20 Er wordt geen foto • Groene (AF) lampje knippert: camera kan niet goed scherpstellen. 20 gemaakt als de ont- • De melding "ONGEFORMATT. KAART" verschijnt op de 10-11, monitor: geheugenkaart is niet geformatteerd voor spanknop wordt 93 gebruik in uw camera. ingedrukt • De melding "GEEN GEHEUGEN MEER" verschijnt op de 63 monitor: onvoldoende geheugen om beeld op te nemen bij de huidige instelling van Beeldkwal./afm..
Technische opmerkingen
• Flitser staat uit. Beelden zijn te don- • Flitsvenster was afgedekt. ker (onderbelicht) • Onderwerp buiten flitsbereik. • Te sterke negatieve belichtingscorrectie.
24 18 25 67
Beelden zijn te licht (overbelicht)
• Te sterke positieve belichtingscorrectie.
67
Beelden zijn onscherp
• Onderwerp was niet in scherpstelveld toen ontspanknop half werd ingedrukt. • Groene (AF) lampje knippert: Camera kan niet goed scherpstellen.
20
Foto’s onscherp
• Camerabeweging tijdens opname. Bewogen opnamen kunt u vermijden door: Flitslicht te gebruiken Best Shot Selector (BSS) te gebruiken Statief (en eventueel zelfontspanner) te gebruiken
Willekeurig geplaatste pixels ("ruis") in beeld
• Sluitertijd te lang. Ruis kunt u vermijden door: 24 Flitslicht te gebruiken De optie m (nachtportret-assistentie) te gebruiken, of de optie 33, 35, e (onderwerpsstand) te gebruiken en E Schemering of 36 F Nachtlandschap te kiezen.(E3200) De stand i (portret-assistentie), N (landschap-assi- 30, 31 stentie) te selecteren, of de e onderwerpsstand te 33 selecteren en B Party/binnen, C Strand/ 35-39 sneeuw, D Zonsondergang, E Schemering, F 68, 69 Nachtlandschap, A Close-up, H Vuurwerk, I Kopie of K Panorama assist te kiezen, of de P Automatische stand te selecteren en (Enkelvoudig, BSS uitgeschakeld) te kiezen. (E4100/E2200)
Kleuren zijn onnatuurlijk
104
• Witbalansinstelling komt niet overeen met lichtbron. • Kleuropties niet ingesteld op de optie "Kleur".
20
24 69 26
65
Problemen oplossen Probleem
Mogelijke oorzaak
Q
Flitser wordt niet ontstoken
• Flitser staat uit. Flitser gaat automatisch uit wanneer: De keuzeknop ingesteld is op N (landschap-assistentie), j (sport-assistentie), of W (film), of op e (onderwerpsstand) terwijl in het onderwerpsmenu een van de volgende opties is ingesteld: D Zonsondergang, F Nachtlandschap, G Museum, H Vuurwerk , of E Schemering
24 31, 32, 56, 35-36
Beeld kan niet worden weergegeven
• Beeld is overschreven of hernoemd door computer of andere camera.
-
• Beeldbestand is een filmclip. 60 Kopie kan niet wor• Beeld werd gemaakt met de optie voor kleine kopie of 42, 78 den gemaakt met de uitsnede. optie voor kleine • Er is niet genoeg vrije ruimte op de geheugenkaart om 16-17 kopie of uitsnede een nieuwe kopie op te slaan. Kan niet op beeld inzoomen
60 78 42
• Camera staat uit. 12-13 • EH-62B lichtnetadapter (optioneel leverbaar) is niet 9, 12 goed aangesloten of batterijen zijn leeg. • UC-E6 USB-kabel is niet juist aangesloten, of de kaart is 10-11, niet goed geplaatst in kaartlezer of kaartsleuf. 46 • USB-onderdeel in setup-menu is ingesteld op PTP ter45 wijl de camera is aangesloten op een computer met Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition (Me) of Windows 98 Second Edition (SE). • Camera is niet geregistreerd in Apparaatbeheer (alleen Windows). Raadpleeg voor meer informatie de PictureProject Naslaghandleiding.
105
Technische opmerkingen
PictureProject start niet wanneer camera is aangesloten of geheugenkaart in kaartlezer of kaartsleuf wordt geplaatst
• Beeldbestand is een filmclip. • Beeld werd gemaakt met de optie voor kleine kopie. • Beeld is uitgesneden tot minder dan 320 × 240 pixels
Specificaties Type Effectieve pixels
Technische opmerkingen
E4100/E3200/E2200 digitale camera 4,0 miljoen (E4100); 3,2 miljoen (E3200); 2,0 miljoen (E2200) E4100 1/2,5 inch high-density CCD; totaal aantal pixels: 4,23 miljoen E3200 1/2,7 inch high-density CCD; totaal aantal pixels: 3,34 miljoen CCD E2200 1/3,2 inch high-density CCD; totaal aantal pixels: 2,14 miljoen 2.288 × 1.712 (2288) (alleen E4100) 2.048 × 1.536 (2048) (alleen E3200) Beeldgrootte 1.600 × 1.200 (1600) (E4100/E3200/E2200) (pixels) 1.024 × 768 (1024) 640 × 480 (640) Objectief 3 × Zoom-Nikkor E4100: F=5,8 - 17,4 mm (35-mm [135] kleinbeeldequivalent: 35 - 105 mm) BrandpuntsafE3200: F=5,8 - 17,4 mm stand (35-mm [135] kleinbeeldequivalent: 38 - 115 mm) E2200: F=4,7 - 14,1 mm (35-mm [135] kleinbeeldequivalent: 36 - 108 mm) f/-getal f/2,8 - f/4,9 (E4100/E3200); f/2,6 - f/4,7 (E2200) Zeven elementen in zes groepen (E4100/E3200) Constructie Zes elementen in vijf groepen (E2200) 4 × (35-mm [135] kleinbeeldequivalent: 420 mm [E4100]/ Digitale zoom 460 mm [E3200]/430 mm [E2200]) AF met contrastdetectie via het objectief (DDL), met AFAutofocus (AF) hulpverlichting (alleen E4100/E3200). Scherpstelbereik 30 cm - ∞; macrostand 4 cm (W) - ∞ Scherpstelveldselectie Centraal met vijfvelds-selectie in de stand compositie-assistentie AF-hulpverlichting Klasse 1 LED product (IEC60825-1 Editie 1.2-2001) Maximale (alleen E4100/E3200) output: 1500 µW (E4100)/700 µW (E3200) Zoeker Real-image zoomzoeker met LED-aanduiding Vergroting 0,37 - 0,97 × (E4100); 0,34 - 0,94 × (E3200/E2200) Ongeveer 82% horizontaal en 82% verticaal (E3200) Beelddekking Ongeveer 80% horizontaal en 80% verticaal (E4100/E2200) Monitor 1.6 inch, 80.000-dot TFT LCD-monitor van amorf silicium Beelddekking Ongeveer 96% horizontaal en 96% verticaal (opnamestand) Opslagmedia Intern geheugen (14,5 MB)/SD-geheugenkaarten Compatibel met Design Rule for Camera File System Bestandssysteem (DCF), Exif 2,2, en Digital Print Order Format (DPOF) Bestandsformaten Gecomprimeerd: JPEG-baseline-compliant, Filmclips: Quick Time
106
Specificaties
Meting Belichting
Belichtingsregeling Bereik
Sluiter Snelheid Diafragma Bereik Gevoeligheid Zelfontspanner Inge-bouwde Bereik (ongeveer) flitser Flitssturing Interface Video-output In/uitgangen
Aantal opnamen dat achter elkaar kan worden gemaakt
Afmetingen (B × H × D) Gewicht (circa) Gebruiksom- Temperatuur standigheden Luchtvochtigheid
107
Technische opmerkingen
Stroombronnen
256-segments matrixmeting gekoppeld aan AF-veld (wanneer onderwerp opgenomen wordt in de onderwerpsstand met compositie-assistentie) Geprogrammeerde automatische belichting met belichtingscorrectie (-2,0 - +2,0 LW in stappen van 1/3 LW) W: +1 - +17,8 LW (E4100/E3200); +0,8 - +17,7 LW (E2200) T: +2,6 - +16,2 LW (E4100/E3200); +2,5 - +16,2 LW (E2200) Mechanische en charge-coupled elektronische sluiter 4 - 1/3.000 sec Elektronisch gestuurd, vaste openingen Twee stappen (f/2,8 en f/5,6 [W]) (E4100/E3200) Twee stappen (f/2,6 en f/5,2 [W]) (E2200) Ongeveer gelijk aan ISO 50 (automatische verhoging van twee- tot viermaal) (tot equivalent van ISO 200) Duur tien seconden W: 0,4 - 3,4 m (E4100/E3200); 0,4 - 3,7 m (E2200) T: 0,4 - 2,0 m Sensor flitssysteem USB Keuze tussen NTSC en PAL • A/V uit/digitaal I/O (E4100/E3200); • Video uit/digitaal I/O (E2200); • Twee oplaadbare Nikon EN-MH1 NiMH-batterijen • Eén CR-V3 lithiumbatterij • Twee LR6 (AA) alkalinebatterijen • Twee ZR6 (AA) nikkelmangaan-batterijen • Twee FR6/L91 (AA) lithiumbatterijen • EH-62B lichtnetadapter E4100: 110 opnamen (alkalinebatterijen) 260 opnamen (EN-MH1)/530 opnamen (CR-V3) E3200: 140 opnamen (alkalinebatterijen) 320 opnamen (EN-MH1)/550 opnamen (CR-V3) E2200: 150 opnamen (alkalinebatterijen) 350 opnamen (EN-MH1)/600 opnamen (CR-V3) Gemeten bij standaard temperatuur (25°C) met vol geladen batterijen onder standaard Nikon testomstandigheden: zoom ingesteld bij elke opname, flitser gebruikt bij ongeveer eenderde van de opnamen, beeldtype ingesteld op Normaal. 88 × 65 × 38 mm 140 gram zonder batterij of geheugenkaart 0 - 40 °C Minder dan 85% (geen condens)
Index Symbolen P (automatische) stand, 6, 16-21 u (wissen) knop, 3, 22, 23, 75 ! lampje, zie Lampje, rood (!) N (landschap-assistentie) stand, 28, 31 W (film) stand, 6, 56-59 m (nachtportret-assistentie) stand, 28, 33, 104 x (weergave) knop, 3, 12, 22 i (portret-assistentie) stand, 28, 30 / (opname) icoon, 21 j (sport-assistentie) stand, 28, 32, 104 . @ (spraakmemo), 22, 43 < (wachten) icoon, 21, 32 +/- Correctie, 61, 67, 104, 106
A Aan/uit, zie Hoofdschakelaar AFz, 4, 20, 100 AF lampje, zie Lampje, groen (AF) Audio/video (AV) kabel (EGCP12), 44 Audio/video (AV) output aansluiting, 3 Automatisch uit, 13, 82, 92 Auto-overdracht, 71, 76, -77
B
Index
Batterijen, i-ii, vi, 8-9, 12, 99, 107 LR6 (AA), i, 8, 107 CR-V3, i, 8, 9, 96, 99, 107 EN-MH1, i, 8, 9, 96, 97, 107 opladen, 9 FR6/L91 (AA), i, 8, 107 ZR6 (AA), i, 8, 107 Batterijtype, 82, 96 Beeldkwaliteit, zie Beeldkwal./afm. Beeldgrootte, zie Beeldkwal./ afm. Beeldkwal./afm., 16, 34, 6364
108
Belichtingscorrectie, zie +/- Correctie Bestandsnummering, 23, 95 Best Shot Selector, 36, 69, 104 Beveiligen, 71, 75 Beveiligde foto’s, 74, 75 BSS, zie Best Shot Selector
C Camera-aan-lampje, 2, 12-13, 16 Close-ups, 25, 27, 36 Close-up, 28, 36 Compositie-assistentie, 6, 28, 29-33 Compositie maken, 18, -19, 29-33 Computer, 45-47 kopiëren van foto’s naar, 76-77 Continu, 61, 68 CR-V3, zie Batterijen
D
Flits, ii, 2, 24-25, 104, 107 stand, 16, 24, 25, 33, 3536, 57 Flitslicht, zie Flits Foutmeldingen, 100-102
G Geh.-krt format., 82, 93 Geheugenkaarten, ii, 2, 10-11, 106 goedgekeurde, 97 capaciteit van, 16, 64 formatteren, 11, 75, 93 plaatsen en verwijderen, 10-11 Geluid instellen, 82, 90 Gevoeligheid, 25, 107 Groothoek, zie Zoom
H Helderheid, 82, 89 Hoofdschakelaar, 2, 12-13
I
Datum, 14-15, 51, 82, 84, 87 Datum afdrukken, 51, 82, 87 DCF, zie Design rule for Camera File system Design rule for Camera File sys-tem, 106, 107 Diashow, 71-72 Digital Print Order Format, 48, 52, 106 DPOF, zie Digital Print Order Format Draagkoord, camera, i, 2
Invulflits, 24, 37 ISO, 25
E
L
E-mail, 63, 64, 78 EN-MH1, zie Batterijen Exif 2.2, 106, 107 Exif Print, zie Exif 2.2
Lampje, groen (AF), 3, 7, 12, 20, 104 Lampje, rood (!), 3, 12, 20, 104 Lichtnetadapter, i, iii, vi, 9, 97, 107 Luidspreker, 2
F Filmclips, 56-60, 106 opnemen, 56-59 afspelen, 60 Film, menu 57 Firmware versie,96
J JPEG, 23, 106
K Keuzeknop, 3, 6, 29 Kleine kopie, 71, 78 Klok, zie Datum Kleuropties, 61, 70 Kopie, 28, 37 beelden uitsnijden, 41, 42, 105
Index M
R
Macro-stand, 27, 30-33, 3538 MENU-knop, 3 MH-70 batterijlader, 97 MH-71 batterijlader, 9, 97 Microfoon, 2 Miniatuurbeelden, weergave, 40 Monitor, ii, 3, 4-5, 18-19, 98, 103, 106 aanduidingen op, 4-5, 103 aan- en uitzetten, 5 Monitorinstelling, 82, 86 MOV, zie Films Multi-selector, 3, 7 Museum, 28, 36, 104
Resterend aantal opnamen, 16, 17 Rode-ogen-reductie, zie Flits
Video-output, 107 Vuurwerk, 28, 37, 104
W
Schemering, 28, 35, 104 Scherpstelling, 18-19, 104, 106 Scherpstelvergrendeling, 7, 21, 30 e (onderwerpsstand), 28, 34-38 Secure Digital (SD), zie Geheugenkaarten Setup-menu, 82-96 f (setup) stand, 6, 82-96 Smear, 98 Standaardwaarden, 82, 94 Strand/sneeuw, 28, 35 Standby-stand, 13, 92 Statief, 3
Weergave, 22-23, 40-43, 44, 45 schermvullende weergave, 22-23 film afspelen, 60 op TV, 44 Weergave, menu, 71-81 Welkomstscherm, 82, 83 Wissen, 71, 73-74 Wissen van foto’s, 73-74 alle foto’s, 74 tijdens opnemen, 23 in schermvullende weergave, 22 geselecteerde foto’s, 7374 Witbalans, 65-66, 70, 104 vooringesteld, 66 W knop, zie Zoomknoppen
Objectief, iii, 2, 99, 106 Onderwerpen in tegenlicht, 34 Ontspanknop, 2, 7, 20 Ontspanknop, vertraging, zie Zelfontspanner Onscherpe foto’s, zie Vage foto’s door trilling Opnamemenu, 61-70 Overspelen foto’s markeren voor, 7677
T
Z
P
U
PAL, zie Videostand Party/binnen, 28, 35 PictBridge, 52, 55 PictureProject, 45, 105 Printen van foto’s, 48-51, 64 Zie ook Datum afdrukken, Digital Print Order Format Printen, 48-51, 71, 87
USB, 45-47, 82 kabel (UC-E6), 45-46 aansluiting, 3
N Nachtlandschap, 28, 36, 104 NTSC, zie Videostand
O
Quick Time, zie Filmclips
Taal/Language, 14, 94 Taal, kiezen 14 Technische ondersteuning, 1 Tegenlicht, 28, 37 Tele, zie Zoom Televisie, 44, 94 aansluiten op, 44 foto’s maken voor weergave op, 57, 63 T knop, zie Zoomknoppen
Zelfportret, 26 Zelfontspanner, 26, 69, 106 Zelfontspannerlampje, 2, 26 Zoeker, 2, 3, 18-19 Zonsondergang, 28, 35 Zoom, 18-19, 106 digitale, 18-19, 57, 106 aanduiding, 18 optisch, 18-19 weergave, 41, 105 Zoomknoppen, 3, 18, 40-41
V Vage foto’s door trilling, 24, 25, 26, 33, 34, 69, 104 Vage foto, waarschuwing, 82, 91 Verkleinen van foto’s, 78 Videorecorder, 44, 94 Video-output-aansluiting, 3 Videokabel (EG-CP11), 44 Videostand, 44, 82, 94
Index
Q
S
109
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, in welke vorm ook, volledig of gedeeltelijk, zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION (met uitzondering van korte citaten in artikels of besprekingen).
De
gids voor digitale fotografie met de
DIGITAL CAMERA
(Nl)
Fuji Bldg., 2-3 Marunouchi 3-chome, Chiyoda-ku, Tokyo 100-8331, Japan
Printed in Belgium YP4E02(1F) 6MA0271F--