Gezondheidseffecten bij straling (draadloze communicatie)

Gezondheidseffecten bij straling (draadloze communicatie) Luc Verschaeve Wetenschappelijk Instituut Brussel & Universiteit Antwerpen

Rue Juliette Wytsmanstraat 14 | 1050 Brussels | Belgium T +32 2 642 51 11 | F +32 2 642 50 01 | email: [email protected] | www.wiv-isp.be

Zelfde wetenschappelijke gegevens – soms verschillende evaluaties Verschillende oorzaken Multidisciplinaire aanpak is nodig: medisch/biologisch – technisch (dosimetrie) -(Foute) dosimetrie -Verschillende voorstellingen van de blootstelling (V/m, W/m2, mW/cm2, …). -Frequentie -Modulatie van het signaal -Blootstellingsduur -Verschillende biologische systemen & celtypes -Verschillende gevoeligheden -Verschillende studieprotocols -Aantal bestudeerde personen en/of cellen → statististiek! -Foute interpretatie van studieresultaten (“overinterpretatie” e.a.) -Foute studies ….

Verschillende oorzaken

A single study can form the basis of an hypothesis, but does not provide the basis for hazard identification.

Confirmation of the results of any study are needed through replication and/or supportive studies.

The resulting body of evidence forms the basis for science-based judgments by defining exposure levels for

4

§

adverse health effects and

§

no observable adverse effects.

“Weight of evidence”: DIT IS GEEN MATHEMATISCH GEMIDDELDE !!

Voorbeelden die leiden tot misinterpretatie -Resultaten van studies over 50 Hz magnetische velden (of andere NIS) worden gebruikt om de GSM problematiek toe te lichten (bv. Alzheimer) -Resultaten van studies waarbij resultaten van thermische blootstellingen werden geëxtrapoleerd naar mobiele telefonie (≠ thermisch) -Overinterpretatie van resultaten (verschillende metingen die eigenlijk metingen zijn van hetzelfde, niet noodzakelijk relevante fenomeen; vb. bijenstudies -Biologische effecten (vb. veranderde genexpressieprofielen in tomatenplanten) die je inderdaad vindt na bestraling, maar evenzeer na zwakke mechanische stress, e.d. -Studies met te kleine testpopulaties van cellen/dieren/mensen -Studies zonder degelijke biologische dosimetrie waarbij onterecht correlaties gemaakt worden tussen effect en veldmetingen -Studies die geen rekening houdt met factoren die ook voor de resultaten verantwoordelijk kunnen zijn (vb. met boerderijdieren, mieren, e.a.)

Belangrijke onderzoeksdomeinen 1.

Genetische effecten Vermoedelijk niet rechtstreeks of onrechtstreeks DNA beschadigend. Maar enige twijfel blijft bestaan… vb. Verschaeve, 2009. Mutation Research 681, 259–270 Verschaeve et al., 2010. Mutation Research 705: 252–268

2.

Bloed-hersen barrière (Vermoedelijk) alleen in geval van thermische blootstelling vb.

3.

Stam R. 2010. Brain Research Reviews 65, 80-97

Alzheimer en andere neurodegeneratieve ziekten Geen enkele aanwijzing, eerder het tegengestelde Vb. Arendash GW. Et al. PLoS One. 2012;7(4):e35751 Dragicevic et al; 2011Neuroscience. 2011 Jun 30;185:135-49

EVALUATION EVIDENCE IN EXPERIMENTAL ANIMALS Sufficient Sufficient Limited Evidence In Humans

Indequate ESLC

Limited

Inadequate

ESLC

Group 1 Group 2A

Group 2B

Group 2B

Group 3

Group 3

Group 4

Mechanistic data can be pivotable when the human data are not conclusive

Glioma: Langdurige blootstelling

Epidemiologisch onderzoek - …………… -Interphone studie -Hardell studies

INTERPHONE STUDIE: GLIOMA Relatief risico volgens cumulatief gebruik van een mobiele telefoon < 5 uur

0.7 (0.5-0.9)

5-13 uur

0.7 (0.5-0.9)

13-31 uur

1.1 (0.8-1.4)

31-61 uur

0.7 (0.6-1.0)

61-115 uur

0.8 (0.6-1.1)

115-200 uur

0.7 (0.6-1.0)

200-360 uur

0.8 (0.6-1.0)

360-735 uur

0.8 (0.6-1.1)

735-1640 uur

0.7 (0.5-1.0)

> 1640 uur

1.4 (1.0-1.9)

Hardell studies: GLIOMA 1148 gevallen, 2438 controles ~90% deelname Vragenlijsten + follow-up via telefonisch interview

Relatief risico sinds gebruik mobiele telefoon 1-5 jaar 1.1 (0.9-1.4) 5-10 jaar 1.3 (1.0-1.6) > 10 jaar 2.5 (1.8-3.3) Relatief risico volgens cumulatief gebruik van een mobiele telefoon 1-1000 uur 1.2 (1.0-1.5) 1000-2000 uur 1.8 (1.2-2.8) >2000 uur 3.2 (2.0-5.1)

EVALUATIE EVIDENCE IN EXPERIMENTAL ANIMALS Sufficient Evidence in humans

Limited

Inadequate

ESLC

Group 1

Sufficient

Group 2A

Group 2B

Group 2B

Group 3

Limited Inadequate

Group 3

Evidence suggesting lack of Carcinogenicity (ESLC)

Andere gegevens (mechanismen e.a.) kan de klassering beïnvloeden wanneer de gegevens bij mens en dier onvoldoende duidelijk zijn

Group 4

Besluit Er zijn de afgelopen 2 jaar een 30-tal rapporten van internationale expertgroepen gepubliceerd; hun conclusies is voor nagenoeg alle dezelfde: Geen zekerheden dat GSM-straling schadelijk is maar enige onzekerheid dwingt ons om voorzichtig te blijven. En … IARC: “the Working Group concluded that the findings could not be dismissed as reflecting bias alone, and that a causal interpretation between mobile phone RF-EMF exposure and glioma is possible.”

Lange termijn kankerstudies zijn nog nodig Wellicht is ander onderzoek nodig m.b.t. nieuwe ontwikkelingen Onderzoek op kinderen (en jonge dieren/foetussen): vrij beperkt maar tot op heden zijn er ook geen aanwijzingen dat er een probleem (van de straling) zou zijn. Voorzichtigheid blijft hier wel geboden! (HGR advies moet wat dit betreft gezien worden als een toepassing van het gezonde verstand…).

Hoorzittingen over de evaluatie van de immissienormen op milieuvlak in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 19 maart 2013 Prof. Luc Martens [email protected] Vakgroep Informatietechnologie, onderzoeksgroep WiCa iMinds – Universiteit Gent

Introductie   Onderzoek

in de WiCa onderzoeksgroep van vakgroep informatietechnologie omtrent interactie van elektromagnetische velden en mensen sinds 1994    

  >

In 2013 14 onderzoekers Simulaties met modellen, meetprocedures, …

200 Internationale publicaties in het onderzoeksdomein   Projecten voor BIM en LNE   Verscheidene Nationale en Europese onderzoeksprojecten in het onderzoeksdomein p. 2

Wat is de bedoeling van normen voor EM-velden?

  Algemeen

 

Emissienormen: limieten voor de maximale lekstraling die mag uitgezonden worden door toestellen karakteristiek voor apparaten Blootstellings/immissienormen: maximumlimieten voor de intensiteit van elektromagnetische straling waaraan personen onder gegeven omstandigheden blootgesteld mogen zijn karakteristiek voor een omgeving

E= elektrisch veld H = magnetisch veld p. 3

Uitsluitingen in de ordonnantie  

Ordonnantie: niet van toepassing voor      

p. 4

Straling afkomstig van natuurlijke oorsprong Straling afkomstig van toestellen door particulieren gebruikt zoals GSM, WiFi, DECT Niet-pulserende stralingen afkomstig van radio- en televisiesignalen in welbepaalde frequentiebanden   Van radioprogramma’s met frequenties tussen 87,5 en 108,0 kHz, tussen 153 en 261 kHz en tussen 531 en 1602 kHz   Van televisieprogramma’s met frequenties tussen 174 en 223 MHz en tussen 470 en 830 MHz

Uitsluitingen in de ordonnantie  

Uitvoeringsbesluit 30 oktober 2009    

p. 5

Wel van toepassing voor “antennes die stralingen uitzenden” Uitsluitingen voor   Hulpdiensten, veiligheidsdiensten, landsverdediging,   Intern beheer van infrastructuur voor weg-, spoorweg-, waterweg-, of luchtwegenverkeer –  NMBS, MIVB, Belgocontrol, Haven van Brussel   Intern beheer van netwerken voor vervoer en distributie van elektriciteit, vaste stoffen, vloeistoffen of gassen   Niet van toepassing op antennes met een EIRP (Equivalent isotropically radiated power) minder dan 800 mW, WiFi antennes en straalverbindingen

Equivalent E-veld  

Eequivalent 900 berekenen:

 

 

 

 

p. 6

α: gelijk aan sqrt(2)/2 voor metingen verricht op een balkon of een terras en 1 voor andere publiek toegankelijke plaatsen. Eref,f: de immissiegrenswaarde voor de intensiteit van het elektrisch veld uitgedrukt in V/m bij de frequentie f [MHz] is volgens formule (2). Ef: de opgemeten elektrische veldsterkte van het dominante signaal bij frequentie f [MHz], uitgedrukt in V/m

Om te bepalen of de opgemeten veldwaarde aan de norm geldig in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voldoet, wordt de opgemeten veldwaarde omgerekend naar Eequivalent 900 vergeleken met Eref,900 (2,9 V/m)

Controle?   Meetonnauwkeurigheden:  

1 V/m gemeten: Onzekerheid: 0.5 V/m – 1.5 V/m

  Complexiteit  

p. 7

50 %

van velddistributie

Hoe vindt men hotspot?

150m

Substedelijk gebied in Gent GreenWeCan 250m

GSM900/GSM1800/UMTS

GSM900 blootstellingskaart in deelgebied 70 measurements

Input: X,Y coordinates

LOW

HIGH

Output: exposure

×

0,38 V/m is about 0,01% of the ICNIRP reference level for 900 MHz

Totale blootstelling over gans gebied  

Cumulatief over alle bronnen (met breedbandprobe)

Vlaamse normering van zendantennes voor elektromagnetische golven

dr. Hans Reynders Dienst Milieu & Gezondheid - afdeling LHRMG, dep. LNE 19 maart 2013 Presentatie voor de Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud, Waterbeleid en Energie van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement

Aanleiding Vlaamse normering

1998 -1999 --

ICNIRP EU

2001 --

HGR KB ’01-’05

2007 -2009 --

 

Cumulatieve norm: blootstelling t.g.v. alle bronnen ICNIRP

41,2 V/m

Brussel Resolutie NIS VP

20,6 V/m

Arrest GH

3 V/m

RIA: welke norm?  normering okt/’10



KB ‘01/ ‘05

:4 : 200 : 50

HGR

Norm per antenne: 3 V/m (900 MHz) Normering van zendantennes voor elektromagnetische golven

Hans Reynders

Reguleringsimpactanalyse (RIA)

→ consultaties  dep. LNE: AMV, AMI, juridische dienst, AIM

BIPT

 Gezondheid: ToVo, MMK’s  FOD VVVL: dienst risicobeheersing

Interne Consult.

RIA

 Vragen i.v.m. bestaande procedures en metingen Simulaties voor de mogelijkheden van de verschillende norm Deelname aan overlegvergaderingen

Doelgroepen

 geen actieve consultatie wet.

 gsm operatoren, Clearwire

 HGR: 4 adviezen

 ASTRID

 Verslagen hoorzittingen Vl. Parlement, Bioinitiative rapport  WHO, ICNIRP, SCENHIR, gezondheidsraden  wel: deelname aan International advisory group EMF WHO juni 2009

Wetenschap?

 Belgocontrol, NMBS, scheepvaart  defensie Radioamateurs (VRA, UBA)  Radio en TV

Normering van zendantennes voor elektromagnetische golven

Hans Reynders

1. Opties voor een norm →Wetenschappelijke onderbouwing Wetenscha ICNIRP – WHO - EU: 41,2 V/m  Gebaseerd op gekende schadelijke effecten p  Na gezondheidsrisicoanalyse o.b.v. weight of evidence aanpak volgens internationaal aanvaarde werkwijze  Bevestigd in verschillende onafhankelijke reviewprocessen HGR (20,6 V/m – 3 V/m)  ICNIRP = referentie  extra VF = voorzorg (onzekerheden mogelijke schadelijke effecten + EMC)

Voorzorg

Norm per antenne  Geen wetenschappelijke onderbouwing!  Pure voorzorg: beperking blootstelling


Hans Reynders

1. Opties voor een norm → Beperking blootstelling 

Reglementering: Egem, 6 min: worst case: maximale blootstelling



Effectieve blootstelling Variatie in gemeten vermogen in een TCH carrier gedurende 1 week. Bron: gsm-operatoren



Effect lagere norm?   



↓ Geïmpacteerde sites ↑ Bijplaatsen antennes Relatie gemiddelde – max. blootstelling (24u gem. ~ 20 % van max)

Conclusie: vermindering maximaal toegelaten blootstelling impliceert niet noodzakelijk een evenredige vermindering van de effectieve blootstelling Normering van zendantennes voor elektromagnetische golven

Hans Reynders

1. Opties voor een norm → Haalbaarheid Meetresultaten (burgers,conformiteitsattesten)

Aantal meetpunten

GSM 900 - 1800: aantal meetpunten afhankelijk van het gemeten niveau. Aantal dossiers: 447 Aantal metingen: 1001 Laatste update: 02 - 2007

190 180 170 160 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26

Gemeten niveau in V/m (schaalverdeling: 0,2 V/m)



Metingen op plaats waar mensen vragen, niet noodzakelijk op plaats max. blootstelling Normering van zendantennes voor elektromagnetische golven

Hans Reynders

1. Opties voor een norm → Haalbaarheid (2) Simulaties  Databank technische dossiers bij BIPT  Totaal: > 8.000 dossiers - > 40.000 antennes

ASTRI D

NMB S

Radioamateur s

Radi o TV Defensie

Clearwir e

Gsm operatoren Normering van zendantennes voor elektromagnetische golven

Hans Reynders

1. Opties voor een norm → Haalbaarheid (3) Simulaties: gsm, UMTS, WLL, ASTRID # sites

# antennes

>3V/m Cum (%)

3 V/m p.a. 6 min %

> 3 V/m 24 uur %

6517

34.305

17,5

15,6

Clearwire

226

716

6

6

Astrid

244

376

9

8

gsm-operatoren

4,2

 Operatoren:  Onderschatting voor 3 V/m!  mogelijk, maar met grote impact op dekkingsgraad en bereikbaarheid  Veel bijkomende sites (500 – 700 extra sites)


Hans Reynders

1. Opties voor een norm → Haalbaarheid (4) Simulaties: radioamateurs, radio en TV # sites Radioamateurs Radio en TV

# antennes

>3V/m Cum (%)

> 3 V/m 6 min %

> 3 V/m 24u

1.011

3.945

79

77

0

118

217

39

35

35

 Radioamateurs/ radio en TV:  Bijplaatsen van antennes

 

Radioamateurs: geen netwerk van antennes Radio en TV: geen ruimte in frequentieplan

 24u-gemiddelde?

 

Radioamateurs: zeer beperkte zendtijd Radio en TV: continue uitzending


Hans Reynders

1. Opties voor een norm → Haalbaarheid (5) Simulaties antennes voor veiligheid van treinverkeer, luchtvaart en defensie 

~ 10% gevallen overschrijding 3 V/m



Belgocontrol, defensie, NMBS: Verlaging vermogen kan drastische gevolgen hebben voor veiligheid treinverkeer, luchtvaart Reglementaire en praktische bezwaren verlagen vermogens of verplaatsen antennes 

Conclusie: 3 V/m cum of per antenne niet haalbaar voor NMBS, Belgocontrol, Krijgsmacht


Hans Reynders

1. Opties voor een norm → Conclusie  Uitgangspunt: verlaging tot 3 V/m, volgens vraag resolutie VP  3 V/m Cum: aantal grote problemen  Onhaalbaar voor aantal antennesystemen  Grote impact op andere systemen  Praktische problemen (geen simulatietool, verdeling beschikbare EMF)  3 V/m p.a. lost deel van problemen op  Praktijk: beperking max. blootstelling  Anderzijds niet voor alle doelgroepen haalbaar

 Oplossing: combinatie van 20 V/m voor alle antennes en 3 V/m per antenne waar mogelijk:  Uitsluiting voor antennes voor het garanderen van de veiligheid  Uitsluiting voor radio en TV , radioamateurs


Hans Reynders

2. Evaluatie norm(en) → Aanvraag van een conformiteitsattest Dossier eigenaar Website LNE BIPT behandeling BIPT Rapport

Kadaster (soms niet publiek)

Conformiteitsattest Eigenaar

Gemeente


Hans Reynders

2. Evaluatie norm(en) → Meting Breedbandmeting van EMV: milieu-inspectie

Breedbandmeting: meting van alle aanwezige signalen in een bepaald frequentiebereik


Hans Reynders

2. Evaluatie norm(en) → Meting Smalbandmeting van EMV

Spectrum Analyser met aangepaste antenne in functie van het te meten signaal


14

Hans Reynders

Presentatie normering zendantennes Vragen? Dienst Milieu en Gezondheid Vlaamse overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie [email protected] www.lne.be/zendantennes


Hans Reynders

AUDITION PAR LA COMMISSION ENVIRONNEMENT DU PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE 19/03/2013 W. Pirard, ir Institut Scientifique de Service Public (ISSeP) SOMMAIRE •

1ère partie: quelles sont les difficultés techniques que rencontre une norme cumulative de 3 V/m  Le partage des 3 V/m impose de fixer un « quota » par exploitant  Le contrôle du respect de la norme  Comment remédier à un dépassement ?

•

2e partie : la norme wallonne • Quel niveau le champ cumulé atteint-il en Wallonie ?

Audition Commission Environnement du Parlement RBC – 19-03-2013

1

Le partage des 3 V/m Une norme cumulative implique de cumuler les rayonnements émis par de nombreuses sources. A Bruxelles, par exemple, sont notamment concernés: • la téléphonie mobile (4 ou 5 opérateurs), Clearwire, ASTRID, INFRABEL, l’Armée, la STIB, les flottes de véhicules (taxis, Touring Secours, …), des radars, … Si plusieurs sources présentes sur des sites proches, se pose le problème des responsabilités lorsque le total dépasse 3 V/m. Pas d’autre solution que celle qui consiste à attribuer un pourcentage de la norme (un « quota ») à chaque exploitant. La RBC a fixé ce quota à 25% (càd 1,5 V/m). En pratique, il y a généralement 1 seul quota utilisé en un même endroit, les 75% restants étant relativement « libres ». Le système du quota (pourtant indispensable) rend la norme encore plus sévère. • conséquence positive : exposition effective inférieure à 3 V/m; • conséquence négative : respecter le quota de 1,5 V/m ⇒ éventuellement perte de couverture (portée) ou de capacité (nbre de communications simultanées) qui doit être compensée par d’autres antennes.


2

Le contrôle du respect de la norme

P1 Antenne

P

Implique de déterminer l’intensité du champ dans une certaine zone autour de l’antenne. 2 Solutions possibles: -effectuer des mesures au moyen d’appareillages en certains points choisis correctement (à l’extérieur ou dans les bâtiments); -utiliser des logiciels de simulation (basés sur des modèles mathématiques de propagation des rayonnements).


3

Les mesures in situ Si elle est réalisée dans les règles par un personnel formé doté des appareillages appropriés, une mesure fournit, en principe, la valeur réelle (avec une certaine marge d’erreur) Les mesures ne sont possibles que si les antennes sont en service Les étages supérieurs sont les plus exposés.

L’accès dans les bâtiment constitue une réelle difficulté puisque les occupants ne sont pas nécessairement demandeurs. ⇒ Des mesures systématiques ne sont pas envisageables


4

Audition Commission Environnement du Parlement wallon - 12/01/2012

5

Les logiciels de simulation Font appel à des modèles mathématiques (calculs) qui prennent en compte: -les caractéristiques des antennes (orientation, puissance rayonnée, directivité, …); -les distances et les angles; -une description de la zone concernée (hauteur des bâtiments, nature des matériaux, taille des fenêtres, …). La marge d’erreur des simulations est importante pour 2 raisons: -la propagation des O.E.M. affectée des phénomènes très complexes; -le champ à l’intérieur << l’extérieur grâce à l’enveloppe du bâtiment. Effet bénéfique, mais réduction difficile à évaluer car dépend de nombreux paramètres (taille et orientation des fenêtres, vitrage (simple ou double), épaisseur des murs si pas de fenêtre).Réduction de quelques dizaines de %, voire divisé par 2, 3, 4, ... E à l’intérieur << E à l’extérieur E à l’extérieur


6

Exemple de simulation du CSTB (extrait d’un exposé COMOP) (1)


7

Simulations du CSTB (extrait d’un exposé COMOP) (2) E = 2,4 V/m IC95% (1,4 – 3,8 V/m)

E = 2,1 V/m IC95% (1,2 – 3,2 V/m) E = 2,7 V/m IC95% (1,6 – 4,3 V/m) IC95% : intervalle de confiance à 95% (càd que la valeur réelle a 95% de chance d’être effectivement dans cet intervalle) Audition Commission Environnement du Parlement RBC – 19-03-2013

8

La difficulté de prédire l’intensité du champ Ci-dessous la mesure du champ sur une longueur de 5m dans un bâtiment parallèlement à la façade. La source (signal de balise) émet à puissance constante. Les 2 pics à droite correspondent au passage devant 2 fenêtres. Cette fig. illustre la variabilité du champ dans l’espace et démontre la difficulté de prédire son intensité.

Aucune « formule magique » ne permet de réduire la marge d’erreur des prédictions.


9

Quelles sont les conséquences de l’imprécision des simulations? • Par prudence, les simulations sont effectuées sur base d’une atténuation d’enveloppe faible, ce qui donne lieu, la plupart du temps, à des surestimations (champ calculé > champ réel). Ces surestimations peuvent amener à conclure des dépassement(s), alors que ce n’est pas le cas (« faux dépassements »). • Conséquence positive : exposition réelle inférieure à l’exposition attendue • Conséquence négative : éventuellement perte de couverture (portée) ou de capacité (nbre de communications simultanées) qui doit être compensée par d’autres antennes (déjà existantes ou à ajouter) • Baser les calculs sur des atténuations d’enveloppe plus élevées pourrait donner lieu à des sous-estimations, ce qui n’est pas acceptable La marge d’erreur est d’autant plus importante (en valeur relative) que l’on s’éloigne de l’antenne. Cette marge est plus grande sur le quota de 1,5 V/m que sur 3V/m.


10

Comment remédier à un dépassement ? 1) Modifier orientation de l’antenne (azimut): possibilités limitées en zone urbaine 2) Réduire inclinaison du faisceau (tilt): risque de perturbations des cellules voisines 3) Augmenter hauteur: règles urbanistiques !!! Exemple d’une antenne qui « est à la limite » des 3 V/m et qui se trouve 11,5 m plus haut que les bâtiments voisins. Respecter 1,5 V/m nécessiterait de la surélever de 11,5 m supplémentaires si le tilt et la puissance ne sont pas modifiés.


11

Comment remédier à un dépassement (suite) ? 4) Réduire la puissance Le champ est proportionnel à la racine carrée de la puissance. Diviser le champ par 2 implique de diviser la puissance par 4. ⇒réduction de la portée de l’antenne et/ou de sa capacité (nbre de communications simultanées qu’elle peut transmettre). Si l’exploitant opte pour un maintient de la portée, diviser la puissance par 4 signifie une perte de capacité de 75% qui doit être compensée par d’autres antennes. 5) L’évolution technologique: la 3G nécessite moins de puissance que la 2G, la 4G moins que la 3G.


12

Principe de la norme wallonne Limite de 3 V/m par antenne (en fait par « technologie» et par opérateur). Ne peut être dépassée à aucun moment dans les lieux de séjour La Wallonie compte : +/- 4800 installations (KPN, MOBISTAR et PROXIMUS) +/- 700 autres exploitants (ASTRID, INFRABEL, CLEARWIRE, …) Comment la norme wallonne est-elle contrôlée ? - Chaque installation doit faire l’objet d’un avis de l’ISSeP, basé sur des simulations. - Les communes peuvent demander un contrôle in situ. Il s’agit de mesures (en général plus de 10 points par installation) qui ciblent les endroits les plus exposés. - Les riverains peuvent faire réaliser gratuitement des mesures dans leur habitation. +/- 380 contrôles entre nov. 2010 et mars 2013.


13

Principe de la norme wallonne (suite) Rappel: la puissance rayonnée par une antenne dépend du nbre de communications qu’elle transmet. Idem pour le champ ⇒ 2 manières pour l’exprimer: 1)valeur au moment de la prise de mesure (« valeur instantanée ») Avantage: représentatif de la situation réelle sauf si mesure à un « mauvais moment » Inconvénient: résultat varie dans le temps => un dépassement constaté à un moment donné n’apparaîtra peut-être plus lors des contrôles ultérieurs Bruxelles prend en compte la valeur instantanée moyennée sur 6 minutes 2) valeur correspondant à la puissance maximale (« valeur extrapolée ») Avantage: le résultat ne dépend pas de l’instant de la prise de mesure ⇒ meilleure reproductibilité des résultats Inconvénients: donne une image surestimée de l’exposition, « pénalise » les surcapacités peu utilisées (évent. utiles en cas d’urgence), évent. problème juridique France, Suisse, GD Luxembourg, Paris, RW, … considèrent la valeur extrapolée. En général, valeur instantanée = +/- 60% (entre 50 et 80%) de la valeur extrapolée, ⇒ 3 V/m « extrapolés » correspondent à une valeur instantanée d’environ 1,8 V/m en (60% de 3 V/m). Au-dessus de 2 GHz (3G): 3 V/m « extrapolés » correspondent à environ 1,25 V/m « équivalent 900 MHz » en valeur instantanée (70% de 1,8 V/m).


14

Principe de la norme wallonne (suite) Les simulations reposent sur le principe des courbes d’iso-valeur établies la sur base de la puissance maximale ⇒ « courbe extrapolée »

Règle : aucun lieu de séjour à l’intérieur de la courbe. Vérification tous azimuts Avantage: marge d’erreur sur les contours de la courbe est meilleure vu l’absence d’obstacle


15

Résultats des contrôles 850 installations de téléphonie contrôlées en ≈ 3 ans, càd 18% du parc wallon => +/- 10.000 points relatifs aux lieux de séjour les plus exposés Zones urbaines: notamment Liège: 216 inst.

Namur: 92 inst.

Seraing: 57 inst.

Dépassements de la norme R.W.: 25 installations à Liège et 1 à Seraing. Immission (extrapolée) généralement entre 3 et 4 V/m par antenne 17 installations dépassent dans 1 local, 6 installations dépassent dans 2 locaux, 2 inst. dépassent dans 3 locaux, 1 inst. dépasse dans 6 locaux. Total : 41 locaux À signaler +/- 20 installations, à Liège ou à Namur, pour lesquelles des dépassements ne peuvent être exclus aux endroits où nous n’avons pu accéder, malgré un courrier de l’ISSeP et de la Ville ⇒ quelques dépassements n’ont probablement pas été détectés. Les dépassements sont localisés près des fenêtres (à 1 ou 2 m). Exemple:


16

Quelques exemples de dépassement en Wallonie (1)


17

Quelques exemples de dépassement en Wallonie (2)


18

Examen des 26 installations non conformes Seulement 4 pour lesquelles le cumul (val. instantanée) des rayonnements de la téléphonie dépassait 3 V/m. Moins de 10 locaux concernés. Constats: 1)les « dépassements multiples » (endroits où les antennes de différents opérateurs produisent, chacune, plus de 3 V/m) sont très rares. S’il y a plusieurs antennes proches, les immissions maximales ne se produisent généralement pas au même endroit et pas au même moment (azimuts différents, élévations différentes, …); 2) sur base de cet échantillon (850 instal. de téléphonie, càd 18%), on peut conclure que, sur l’ensemble de la Wallonie, les lieux de séjour où le cumul (val. instantanée) dépasse 3 V/m sont rares (quelques dizaines ?) et ne représentent qu’une petite surface; 3) contribution du 2G toujours prépondérante, 3G généralement marginale.


19

Cas des lieux exclus du champ d’application du décret La norme wallonne ne s’applique qu’aux lieux de séjours. Voiries, trottoirs, parkings, garages, parcs, jardins, balcons, terrasses sont exclus. Exclusions sans conséquence pour les zones proches du sol car 3 V/m n’y est jamais atteint sauf pour les µcell (petites antennes de faible puissance) placées à une faible hauteur et qui peuvent dépasser 3 V/m dans un rayon de quelques m. Par contre, sur les balcons: les antennes « macrocell » peuvent effectivement y produire plus de 3 V/m en raison de l’absence d’obstacle. Les lieux de séjour et zones accessibles au public en Wallonie où le cumul (valeur instantanée) des rayonnements dus aux antennes de téléphonie mobile dépasse 3V/m étant très rares, la norme wallonne atteint globalement l’objectif de l’ordonnance bruxelloise tout en étant moins contraignante. Comparaison des quotas/opérateur dans le cas 2G + 3G.


20

Personnel à l’ISSeP pour l’application de la norme wallonne de 8 à 10 ETP (selon les périodes) - Ingénieurs, gradués, 1 secrétaire. Tâches: -avis a priori (rapports établis sur base de simulations) qui sont requis pour l’obtention d’un permis d’urbanisme; -contrôles (mesures) in situ demandés par les communes et par la Division de la Police des Contrôles; -contrôles (mesures) demandés par les riverains; -tenue à jour du cadastre des antennes (hébergé sur le site de l’IBPT).


21

Conclusions En conclusion, la difficulté n’est pas de respecter une norme cumulative de 3V/m, mais bien de démontrer qu’elle est effectivement respectée (problème d’accès pour les mesures, imprécision des simulations). Les logiciels surestiment si l’on est trop prudent ou fournissent des résultats qui pourraient être dépassés sur le terrain si l’on se risque à prendre en compte des atténuations d’enveloppe plus élevées. Charte parisienne: 5 V/m si 2G et 3G. 7 V/m si 2G, 3G et 4G. Ce sont des « V/m virtuels » qui ne seront probablement jamais atteints sur le terrain. Ils ne sont nécessaires que parce les simulations surestiment le champ. Norme wallonne: -atteint pratiquement les mêmes résultats qu’une norme cumulative de 3V/m, du moins en ce qui concerne les antennes de téléphonie mobile; -n’a pratiquement pas nécessité de nouvelles antennes. Les mises en conformité généralement limitées à des modifications de tilts, d’azimuts ou du type d’antenne. Le même constat pourra certainement être fait en Flandre (norme assez semblable à celle adoptée en Wallonie). ***************


22

Comparing and commenting radiation norms in Belgium

Y. Rolain Dept. ELEC Vrije Universiteit Brussel

1

Current norms in Belgium look alike • Flanders region – Field strength: 3Volt/Meter

• Walloon region – Field strength: 3Volt/Meter

• Brussels region – Field strength: 3Volt/Meter

2

Current norms in Belgium are different • Flanders region: emission norm – Field strength: 3Volt/Meter/Antenna – Maximum field: 20 Volt/meter @ 900 MHz – Frequency band: 0.1 => 10 GHz

• Walloon region: emission norm – Field strength: 3Volt/Meter/Antenna – Maximum field: no limit – Frequency band: ??

• Brussels region: absorption norm – Field strength: 3Volt/Meter – Maximum field: 3 Volt/meter – Frequency band: 0.01 => 300 GHz 3

Analogy: limit light strength on desk – More bulbs = more light strength

Limit here? EMISSION NORM

Limit here? ABSORPTION NORM

4

Quantify differences by electric field • EM “light” strength? – Field strength 𝐸 = measured in [Volt/m] – Power density P = absorbed EM field in [Watt/m2]

• Biomaterial: absorption matters => Power matters – Relation: P =

𝐸2

𝑊 𝑍𝑣𝑎𝑐𝑢𝑢𝑚 𝑚2

• P decreases very fast with distance to antenna – Power proportional to

𝑤𝑎𝑣𝑒𝑙𝑒𝑛𝑔𝑡ℎ 2 𝑑𝑖𝑠𝑡𝑎𝑛𝑐𝑒

– Distance * 10 => Power / 100

5

Power absorption in Belgium is different • Brussels region P=1 – Field strength: 3Volt/Meter – Maximum field: 3 Volt/meter – Frequency band: 0.01 => 300 GHz

• Flanders region P = 44 – Field strength: 3Volt/Meter/Antenna – Maximum field: 20 Volt/meter @ 900 MHz – Frequency band: 0.1 => 10 GHz

• Walloon region P = ? – Field strength: 3Volt/Meter/Antenna – Maximum field: no limit – Frequency band: ?? 6

Human geography matters! • Good and bad norms? • Urban region – Many potential antennas in sight – Absorption norm is most sensible

• Rural region – Few antennas in sight – Absorption and emission norm are roughly equivalent

• This (partially) explains the difference in approach

7

Field strength versus power

E field

𝑉 𝑚

Power

𝑊 𝑚2

relative

2

0.011

X1

3

0.024

X 2.25

4

0.042

X4

6

0.095

X9

• How big = 3V/m ? • Call with your own cellphone = 100 x larger • Call with your Dect portable = 100 x larger • Close to your babyphone = 20 x larger • But no one really knows if the effect is cumulative or not 8

How to set P technically? • Technically achievable minimum radiation? • What the 3G GSM phone needs – Signal > Ambient EM noise

• What a 4G phone needs – More data = more power need above noise

• Very crude approximation: – 4G needs 20 times more P at the phone – BOTH are needed together 9

How to set P service-wise? • Coverage: where do you want to be reached? • Outdoor reception only

– 0.6 V/m must be reachable – Go outside to phone or surf

• In-door reception – Pass through concrete walls – Pass trough a metal elevator cage – Needs higher field density (explains 3V/m)

• What service do we want? 10

Technical: Can P be reduced? • How to reduce field?

– Technically realizable low field

• Combine

– Outdoor: GSM network – Indoor: local wireless network + wired backbone

• Possible BUT – – – – –

Not overnight, requires time Requires investment Requires network reorganization Requires adaptation of all devices Is there an incentive? YES, the possible 0.6 V/m illumination 11

Multiband field strength & power • Allow more than 1 channel = a possible compromise • 2G+3G will merge in 4G in the long run E field/band

Number of bands

1.5

4

0.024

3

2

4

0.042

4

2

1

0.011

2

3

1

0.024

3

3

2

0.048

4.2

3

4

0.095

6

4

1

0.042

4

6

1

0.095

6

𝑉 𝑚

Power

𝑊 𝑚2

E total

𝑉 𝑚

12

Conclusion • The current norm is technically correct • The current norm is precautious • The current norm is strict in a European context • Adaptation for 4G depends on required service • Lower power density is technically achievable, but requires serious changes in the networks

13

_:_

© 2006 – ANPI 003-TEST 003-INSP 003-PROD

NOTIFIED BODY n° 1134

ISO/IEC 17025 ISO/IEC 17020 EN 45011

2G, 3G et 4G en Région de Bruxelles-Capitale 19/03/2013 Dr Ir Benoît Stockbroeckx vzw ANPI asbl

dd month 201x

1849 1849

ANPI Powerpoint Presentation Blanco v2 ANPI Powerpoint Presentation Blanco v2

© 2006 – ANPI

Agenda

Le pot de 3 V/m est plein Efficacité des différentes générations Suggestion

dd month 201x 1849

ANPI Powerpoint Presentation Blanco v2

Pag. 1

_:_

© 2006 – ANPI

Le pot de 3 V/m est plein

dd month 201x 1849


© 2006 – ANPI

Le pot de 3 V/m est plein Les générations de téléphonie mobile Avant 1994 1G Téléphonie mobile analogique (très faible capacité)

Après 1994 2G GSM900 et 1800 (voix et SMS) standard conçu il y a 20 ans 2.5G GSM étendu par GPRS, EDGE, HSCSD (voix, SMS, data) 3G UMTS (voix, SMS, data à plus haut débit) depuis 2005 en Belgique standard conçu il y a 15 ans 3.5G UMTS étendu par HSDPA (voix, SMS, data à plus haut débit) 4G (voix, SMS, data à plus haut débit encore) 5G en cours de développement

dd month 201x 1849


Pag. 2

_:_

© 2006 – ANPI

Le pot de 3 V/m est plein Les générations de téléphonie mobile Avant 1994 1G Téléphonie mobile analogique (très faible capacité)

Après 1994 Constituent l’essentiel des 3 V/m

2G GSM900 et 1800 (voix et SMS) standard conçu il y a 20 ans 2.5G GSM étendu par GPRS, EDGE, HSCSD (voix, SMS, data) 3G UMTS (voix, SMS, data à plus haut débit) depuis 2005 en Belgique standard conçu il y a 15 ans 3.5G UMTS étendu par HSDPA (voix, SMS, data à plus haut débit) 4G (voix, SMS, data à plus haut débit encore) 5G en cours de développement

dd month 201x 1849


© 2006 – ANPI

Le pot de 3 V/m est plein Remplissage du pot Autres

3G et 3.5G

(3 V/m)2

2G et 2.5G

dd month 201x 1849


Pag. 3

_:_

© 2006 – ANPI

Efficacité des différentes générations

dd month 201x 1849


© 2006 – ANPI

Efficacité des différentes générations Amélioration de l'efficacité des systèmes Efficacité = débit binaire offert par watt de puissance émise Service GSM de base (2G) GSM étendu (2.5G) UMTS (3.5G) 4G (LTE-Advanced)

Débit maximum par utilisateur 9.6 kbits/s 384 kbits/s 7.2 Mbits/s 1 Gbits/s

Nombre d’utilisateurs 48 6 8 8

Puissance de crête [W] 60 60 60 60

Efficacité [kbits/s/W] 7.7 38.4 960.0 133 000.0

=> amélioration exponentielle de l’efficacité des systèmes Le GSM de base apparaît désormais clairement comme une technologie très peu efficace (vieillotte) en comparaison avec les générations suivantes. Conclusion hypothétique (pour donner une image) : si aujourd'hui on remplace toutes les stations de base GSM par des stations de base UMTS et si les utilisateurs n'augmentent pas leur utilisation du système, le niveau ambiant diminue d'un facteur 25 (champ E divisé par 5) = 960/38.4 Facteur 3400 (58 en champ) avec la 4G dd month 201x 1849


Pag. 4

_:_

© 2006 – ANPI

Efficacité des différentes générations Effet de levier à service constant

:2 (E) :4 (P)

x1.06 (E) x1.12 (P)

2G et 2.5G

3G et 3.5G

=> Diminution nette du niveau ambiant

dd month 201x 1849


© 2006 – ANPI

Efficacité des différentes générations Effet de levier à service constant

Autres

3G et 3.5G

(3 V/m)2

2G et 2.5G

Autres

(2 V/m)2

3G et 3.5G 2G et 2.5G

dd month 201x 1849


Pag. 5

_:_

© 2006 – ANPI

Efficacité des différentes générations

Croissance de la demande en capacité sur base d'analyses publiées du marché : x 15 000 en 20 ans soit doublement tous les 18 mois Année 2005 2010 2015 2020 2025

Demande par station de base [kbits/s] 461 4 645 46 814 471 859 4 756 043

dd month 201x 1849


© 2006 – ANPI

Efficacité des différentes générations Effet de levier à niveau ambiant constant

x4 (débit) :4 (débit)

2G et 2.5G

3G et 3.5G

=> Augmentation nette du débit total offert d’un facteur 3,5 dd month 201x 1849


Pag. 6

_:_

© 2006 – ANPI

Suggestion

dd month 201x 1849


© 2006 – ANPI

Suggestion La réduction progressive de la capacité installée en 2G compensée par une augmentation de la capacité en 3G permettrait de libérer de la place pour la 4G Autres

Autres

3G et 3.5G 4G? (3 V/m)2

(3 V/m)2

2G et 2.5G 3G et 3.5G 2G et 2.5G dd month 201x 1849


Pag. 7

_:_

© 2006 – ANPI

Suggestion

La suggestion présentée appelle certaines critiques - modèle continu au lieu de discret - transition longue à mettre en place - probablement 60% des portables ne fonctionnent que en 2G Mais elle débouche sur la mise en évidence de rapports représentant plusieurs ordres de grandeur (x25, x3400) => malgré les imperfections, la tendance est évidente et l’opportunité est réelle.

dd month 201x 1849


Pag. 8

Radiofrequence radiation how to think about it ?

Stefaan Van Gool, M.D., Ph.D. Clinical Head Pediatric neuro-oncology UZ Leuven Full Professor KU Leuven Senior Clinical Investigator Fund for Scientific Research Founding member Olivia Hendrickx Research Fund Guest Professor University of Saarland

1 4

3 2 Im age Min = -6 2610 Max = 7.1148e+05 p /sec/cm^2 /s r

ROI 1=22299

700

ROI 3=2.513e+06

ROI 2=7.8356e+05

ROI 4=21802

www.itpl.be

600 500

3

300

x10

400

200 100

Co lo r Ba r Min = 5 445 .2 Max = 7.1148e+05

bkg sub flat-fielded cosmic Click # CDR20060726100659 wo 26 jul 2006 10:07:16 Bin:M (8), FOV20, f1, 2m Filt er: Open Camera: IVIS 165, SI620EEV

Series: Wim Maes Experiment: Albino C57Bl6 Label: Dag 12 Comment: Dieren 1, 2 3 en 4 Analysis Comment: Scan 15

5

Artsenkrant 32ste jaar nr 2306 – Vrijdag 15 maart 2013

Wigle-classification of epidemiological evidence •

•

•

Sufficient: at least one expert group has reviewed the available evidence and published a peer-reviewed report indicating a consensus view that there is a causal relationship Limited: limited evidence is suggestive of an association between the agent and the outcome but is limited (and may or may not represent a causal relationship) because chance, bias and confounding cannot be ruled out with confidence, e.g. at least one high quality study shows a positive association but the results of other studies are inconsistent Inadequate: available studies are of insufficient quality (e.g. available studies have failed to adequately control for confounding or have inadequate exposure assessment), consistency or statistical power to permit a conclusion regarding the presence or absence of an association or no studies exist that examine the relationship

Causality considerations and limitations the Bradford Hill considerations • • • • • • • • •

Strength Consistency Specificity Temporality Biological gradient or dose-response Plausibility Coherence Experiment Analogy

Classifying evidence and possible causality EVIDENCE IN EXPERIMENTAL ANIMALS

Sufficient Limited

Evidence In Humans

Inadequate

Sufficient Probably Possibly

Carcinogenic Limited Inadequate Possibly

ESLC

Not classifiable

Not classifiable

Probably not

ESLC


Broadband measurement

Prolonged measurement • •

Samples per 15 sec: > 3000 sweeps Bundling per 24 sweeps: time slots 6 min –

•

•

Max hold and Average for each frequency

Measured power and calculated field strength in function of frequency after integration over time The calculated field strength in function of the time after integration over the frequency

Nihil

Measured average

06 January 2012 Occup Environ Med 2011;68:631-640 Interphone study The OR increased with increasing Total Cumulative Specific Energy 7+ years before diagnosis (p=0.01; OR 1.91; 95% CI 1.05-3.47) 44 glioma and 135 meningioma in the most exposed area compared to elsewhere: increase ORs for tumors in the most exposed part of the brain in those with 10+ years of mobile phone use (OR 2.8; 95% CI 1.13-6.94)

Effects on biological systems

•

Signal transduction Molecular level Free radicals Calcium Cellular level Membrane DNA, RNA Animal experiments Immune reactivity Experiments on humans Inflammation Case/control studies Epidemiologic research Meta-analysis Opinion, Discussion forum • •

•

• •

•

• •

• • • • •

•

Effect Disease

CONCLUSION IARC

c i n e g

EVIDENCE IN EXPERIMENTAL ANIMALS Sufficient

Sufficient Limited Evidence In Humans

Group 2A

y l b i s s o

Group 2B

Inadequate ESLC

P

o n i c

Limited

r a C

Inadequate

ESLC

Group 1

Group 3

Group 2B Group 3

Group 4


P

y l b i s s o

r a C

o n i c

c i n e g

Norms in Belgium Criterium

Vlaanderen

Wallonië

Brussel

Toepassingsgebied

10 MHz – 10 GHz

0,1 MHz – 300 GHz

0,1 MHz – 300 GHz

Norm Cum. Norm

20,6 V/m

Norm per antenne per operator

3 V/m per antenne op verblijfsplaats

Uitsluiting van norm

3 V/m 3 V/m per antenne op verblijfsplaats

1,5 V/m per operator, verzwakkingsfactoren

Radioamateurs

Radio en TV Radioamateurs

Beoordeling voor installatie Technisch dossier

Berekening maximale blootstelling

Berekening maximale blootstelling

Berekening blootstelling met verzwakkingsfactoren

Uitsluiting technisch dossier

Lage vermogens

Lage vermogens

Lage vermogens Veiligheidssystemen

Recommendation / Reflection •

•

• •

•

Precautionary Principle – Prohibition – ALARA – Best Available Techniques – Prudent Avoidance – (Acceptance) Sustainability of innovative technology

Supreme Health Court Belgium 3 V/m cumulative

Norms are influenced by Needs Community problem – Trend: reversible; controllable ? – Jouth as victim – Addiction – Individuals at the end of the spectrum with hypersensitivity : do we take care of them ?

WELFARE versus MILIEU versus ECONOMICS

I have no answers I only have concerns

Région de Bruxelles-Capitale – Administration de l'Aménagement du Territoire et du Logement -AATL

Les permis d’urbanisme relatifs aux « antennes GSM » Aperçu de la législation en vigueur à Bruxelles Procédure d’instruction Bilan 2010-2013


Table des matières I. Rappel historique II. Législation - Code Bruxellois de l’Aménagement du Territoire (CoBAT) - Arrêté dit « de minime importance » - Règlement Régional d’Urbanisme (RRU) - Autres réglementations (PPAS, RCU, PL …)

III. Illustrations de cas soumis ou dispensés de PU IV. Procédure d’instruction des dossiers de PU Région de Bruxelles-Capitale – Administration de l'Aménagement du Territoire et du Logement -AATL

V. Bilan graphique

I. Rappel historique 1° Ordonnance du 1er mars 2007  relative à la protection de l’environnement contre les éventuels effets nocifs et nuisances provoqués par les radiations non ionisantes,  impose un seuil d’exposition correspondant à 3v/m, à ne pas dépasser dans les lieux accessibles au public. 2° Arrêt de la Cour Constitutionnelle du 15 janvier 2009  reconnaît aux Régions la compétence de légiférer en la matière,  et confirme donc l’ordonnance de 2007. 3° Mai 2009 : moratoire dans le traitement des dossiers de PU GSM suite à cet arrêt è

è

transfert des compétences de l’IBPT (fédéral) à l’IBGE (régional), le traitement des PU est suspendu, le temps de mettre la nouvelle compétence régionale sur pied (modèle de calcul des ondes, …),


I. Rappel historique 4° Arrêté du 30 octobre 2009 relatif à certaines antennes émettrices d’ondes électromagnétiques è

l’exploitation des antennes émettrices d’ondes électromagnétiques font l’objet d’un permis d’environnement de classe II. Ces permis sont gérés par l’IBGE.

5° Septembre 2010: levée du moratoire è

reprise du traitement des dossiers de PU antennes.


I. Rappel historique 6° 2011 : Protocole d’accord AATL-IBGE-Communes è pour garantir un contrôle environnemental des antennes soumises à PU, è pour élaborer une procédure conjointe de traitement des PU et PE (car il ne s’agit pas de réels « projets mixtes »). è il est convenu que l’accusé de réception de demande de PE doit être joint au dossier de demande de PU pour que celui-ci soit déclaré complet. 7° A la Direction de l’Urbanisme :  engagement de 4 personnes (2012)  mise en place d’une « cellule veille » GSM pour la coordination avec les opérateurs

II. Législation Code Bruxellois de l’Aménagement du Territoire (CoBAT) -

Article 2 du CoBAT : objectifs

« Le développement de la Région, en ce compris l’aménagement de son territoire, est poursuivi pour rencontrer de manière durable les besoins sociaux, économiques, patrimoniaux et environnementaux de la collectivité par la gestion qualitative du cadre de vie, par l’utilisation parcimonieuse du sol et de ses ressources et par la conservation et le développement du patrimoine culturel, naturel et paysager et par une amélioration de la performance énergétique des bâtiments.».  Sur base de cette disposition, il convient de tenir compte de la législation environnementale dans le traitement des permis d’urbanisme. Ainsi, dans la motivation des PU, il est fait référence au PE délivré préalablement.


II. Législation Code Bruxellois de l’Aménagement du Territoire (CoBAT)

- Article 98, § 1, 1° du CoBAT: soumission à permis d’urbanisme « Nul ne peut, sans un permis préalable, […] : 1° construire, utiliser un terrain pour le placement d'une ou plusieurs installations fixes, en ce compris les dispositifs de publicité et les enseignes ; par construire et placer des installations fixes, on entend le fait d'ériger un bâtiment ou un ouvrage, ou de placer une installation, même en matériaux non durables, qui est incorporé au sol, ancré dans celui-ci ou dans une construction existante ou dont l'appui au sol assure la stabilité, et destiné à rester en place alors même qu'il peut être démonté ou déplacé ».

II. Législation Arrêté dit « de minime importance » = Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 13 novembre 2008 déterminant les actes et travaux dispensés de permis d'urbanisme, de l'avis du fonctionnaire délégué, de la commune, de la commission royale des Monuments et des Sites, de la commission de concertation ainsi que des mesures particulières de publicité ou de l'intervention d'un architecte Cfr modification (7 avril 2011) des articles 28 à 30 de l’arrêté, au chapitre IX : « antennes télécommunication à l'exclusion des antennes paraboliques ou assimilées destinées à la réception d'émissions de télévision et à usage privé » (pour les biens non classés). è

de

Moyennant le respect de la réglementation en vigueur (ex: RRU) ET d’une série de conditions techniques (ex: taille des antennes ou des installations techniques, endroit (toiture, façade, hauteur…), visibilité ou non depuis l’espace public,...), cet arrêté permet :

- de dispenser certaines installations de l’obtention de permis d’urbanisme ou - d’alléger les procédures d’instruction (ex : dispense d’avis de la commune, de la Commission royale des monuments et des sites, de la commission de concertation, …).


II. Législation Règlement Régional d’Urbanisme (RRU)

Le RRU traite des antennes dans ses articles 6, §3, al. 2, 3 et 4 (toiture) et 8, §3, al. 2, 3 et 4 (hauteur) du titre I relatif aux caractéristiques des constructions et de leurs abords : - art. 6 et 8, §3, al.2 : « […] les antennes peuvent dépasser le gabarit de la toiture » - art. 6 et 8, §3, al.3 : « Pour les antennes de téléphonie mobile, le dépassement est limité à 4 mètres, augmenté s’il échet de la hauteur du mur acrotère. » - art. 6 et 8, §3, al.4 : « Ces éléments sont placés de la manière la moins préjudiciable possible à l’esthétique de la construction. »


II. Législation Autres réglementations En outre, il convient de tenir compte des réglementations locales, telles que : -

les RCU (règlements communaux d’urbanisme),

-

les PPAS (plans particuliers d’affection du sol),

-

les PL (permis de lotir).

è

è

è

Ces règles locales peuvent contenir des dispositions spécifiques relatives au placement d’antennes. A l’exception des cas listés à l’article 30 de l’arrêté dit « de minime importance », pas de dispense de permis en cas de dérogations/contradictions avec la réglementation urbanistique en vigueur. Si dérogation, la demande est soumise à des MPP.

III. Illustrations de cas soumis ou dispensés de PU Nécessité de PU

Antenne dans une fausse cheminée

III. Illustrations de cas soumis ou dispensés de PU Nécessité de PU

III. Illustrations de cas soumis ou dispensés de PU Dispense de PU

Place Saint-Jean, à Bruxelles-Ville

III. Illustrations de cas soumis ou dispensés de PU

Dispense de PU

III. Illustrations de cas soumis ou dispensés de PU Armoire technique

Dispense de PU si armoire technique de moins d’1 mètre de haut

III. Illustrations de cas soumis ou dispensés de PU Installations techniques

Dispense PU si les installations techniques ( chemins de câbles, caillebotis, dalles stabilisatrices, boitiers, …) ne dépassent pas 25% de la surface de la toiture


Dispense PU si ajout ou modification d’une nappe d’antennes sur un mat existant < 6m, sans rehausser sa hauteur.

Nappe d’antennes


Dispense de PU si hauteur <1,5m bâtiment bas, 3m si moyen, 4m si élevé et si à l’écart de + 2m des rives

IV. Procédure d’instruction des dossiers de PU Deux types de procédure : 1)

Les demandes de PU AVEC demandes de PE

 Lorsqu’il faut une demande de PU et une demande de PE.

2)

Les demandes de PU SANS demandes de PE  Lorsqu’il faut une demande de PU et que le PE est existant (avec ou sans modification du PE).  Lorsqu’il faut une demande de PU et pas de PE (ex: les antennes « faisceaux hertziens »);


IV. Procédure d’instruction des dossiers de PU Procédure 1) : les demandes de PU avec demandes de PE


IV. Procédure d’instruction des dossiers de PU

IV. Procédure d’instruction des dossiers de PU Procédure 2) : les demandes de PU sans demandes de PE

Ces dossiers là sont instruits plus rapidement car, par rapport à la procédure précédente, les étapes 4 et 5 tombent. Région de Bruxelles-Capitale – Administration de l'Aménagement du Territoire et du Logement -AATL

V. Bilan graphique Etat d’avancement des dossiers introduits en 2010 Dossiers introduits en 2010 (73)

6

Pu délivrés en 2011

4

5

32

Pu délivrés en 2012 Retirés

12

Refusés

5

En attente Arc PE

2 19

En attente PE En attente PU

V. Graphiques Etat d’avancement des dossiers introduits en 2011 Dossiers introduits en 2011 (85)


9


5


3

13

En attente ARi2

29 39

En attente Arc PE

11 3

Retirés

1 1

En attente PE En attente PU En attente éléments cplts

V. Graphiques Etat d’avancement des dossiers introduits en 2012 Dossiers introduits en 2012 (92)


45


3 4

Retirés En attente Arc PE

75 8

5 4

En attente PE En attente PU

21

En attente Arc PU

V. Bilan graphique Nombre de dossiers introduits et délivrés entre septembre 2010 et décembre 2012

Nombre de dossiers

80 70 60 50

Dos s iers introduits

40

Dos s iers clôturés

30 20 10 0 2010

2011 J-J

2011 J-D 2012 J-J

2012 J-D

Période

2010

2011 J-J

2011 J-D

2012 J-J

2012 J-D

Dossiers introduits

73

41

44

44

48

Dossiers clôturés

0

8

18

20

71

Merci pour votre attention


Brussels Hoofdstedelijk Gewest – Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting -BROH

De stedenbouwkundige vergunningen met betrekking tot de « GSM-antennes » Overzicht van de geldende wetgeving in Brussel Behandelingsprocedure Balans 2010-2013


Inhoudstafel I.Achtergrond II. Wetgeving - Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) - Besluit zogenaamd « van geringe omvang » - Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) - Andere reglementeringen (BBP, GemSV, VV …)

III. Voorbeelden van gevallen onderworpen aan of vrijgesteld van SV IV. Behandelingsprocedure van dossiers van SV V. Grafisch overzicht Brussels Hoofdstedelijk Gewest – Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting -BROH

I. Achtergrond 1° Ordonnantie van 1 maart 2007  betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen,  legt een blootstellingsdrempel op van 3v/m, die niet mag worden overschreden op plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek. 2° Arrest van het Grondwettelijk Hof van 15 januari 2009  erkent aan de Gewesten de bevoegdheid om wetten te maken met betrekking tot deze materie,  en bevestigt dus de ordonnantie van 2007. 3° Mei 2009 : moratorium in de behandeling van de dossiers van SV GSM ingevolge dit arrest  Overdracht van de bevoegdheden van het BIPT (federaal) naar het BIM (regionaal),  De behandeling van de SV's is opgeschort voor de periode dat de nieuwe gewestelijke bevoegdheid tot stand wordt gebracht (berekeningsmodel van de golven, …),


I. Achtergrond 4° Besluit van 30 oktober 2009 betreffende bepaalde antennes die elektromagnetische golven uitzenden De exploitatie van antennes die elektromagnetische golven uitzenden maakt het voorwerp uit van een milieuvergunning van klasse II. Deze vergunningen worden beheerd door het BIM. 5° September 2010:opheffing van het moratorium  Herneming van de behandeling van de dossiers van SV voor antennes. 6° 2011 : Protocolakkoord BROH-BIM-Gemeenten  om een milieucontrole te garanderen van de antennes sie onderworpen zijn aan SV,  om een gezamenlijke behandelingsprocedure voor de SV en MV uit te werken (aangezien het geen echte « gemengde projecten ») betreft.  er wordt overeengekomen dat het ontvangstbewijs van aanvraag tot SV dient te worden toegevoegd bij het aanvraagdossier voor SV opdat die volledig zou worden verklaard. 7° Bij de Directie Stedenbouw :  aanwerving van 4 personen (2012)  tot stand brengen van een GSM« waakcel » voor de coördinatie met de operatoren


II. Wetgeving Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) - Artikel 2 van het BWRO : doelstellingen « De ontwikkeling van het Gewest, samen met de ordening van zijn grondgebied, wordt nagestreefd om, op een duurzame manier, tegemoet te komen aan de sociale, economische, patrimoniale en milieubehoeften van de gemeenschap door het kwalitatief beheer van het levenskader, door het zuinig gebruik van de bodem en zijn rijkdommen en door de instandhouding en de ontwikkeling van het cultureel, natuurlijk en landschappelijk erfgoed en door een verbetering van de energieprestatie van de gebouwen.».  Op basis van deze bepaling dient rekening te worden gehouden met de milieuwetgeving bij de behandeling van de stedenbouwkundige vergunningen. Zo wordt in de motivering van de SV verwezen naar de vooraf uitgereikte MV.


II. Wetgeving Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) - Artikel 98, § 1, 1° van het BWRO: onderwerping aan stedenbouwkundige vergunning « Niemand mag zonder voorafgaande vergunning […] : 1° bouwen, een grond gebruiken voor het plaatsen van een of meer vaste inrichtingen,met inbegrip van reclamedragers en uithangborden ; onder het bouwen en plaatsen vaste inrichtingen wordt verstaan het oprichten van een gebouw of een constructie of het plaatsen van een inrichting, zelfs uit niet duurzame materialen, die in de grond is ingebouwd, aan de grond is bevestigd of op de grond steun vindt ten behoeve van de stabiliteit, en bestemd is om ter plaatse te blijven staan, al kan zij ook uit elkaar genomen of verplaatst worden ».

II. Wetgeving Besluit zogenaamd « van geringe omvang » = Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 november 2008 tot bepaling van de handelingen en werken die vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning, van het advies van de gemachtigde ambtenaar, van de gemeente of van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen of van de medewerking van een architect Cfr wijziging (7 april 2011) van de artikelen 28 tot 30 van het besluit, aan hoofdstuk IX : « antennes voor telecommunicatie met uitzondering van schotelantennes of daarmee gelijkgestelde antennes bestemd voor de ontvangst van televisieprogramma's en voor privé-gebruik » (voor niet-beschermde goederen).  Mits de naleving van de geldende reglementering (bv.: GSV) EN van een reeks technische voorwaarden (bv: grootte van de antennes of van de technsche installaties, plaats (dak, gevel, hoogte…, zichtbaarheid of niet vanaf de openbare ruimte,...), laat dit besluit toe : - bepaalde installaties vrij te stellen van stedenbouwkundige vergunning of - de behandelingsprocedures te verlichten (bv : vrijstelling van advies van de gemeente, van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, van de Overlegcommissie, …).


II. Wetgeving Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) De GSV vermeldt antennes in haar artikelen 6, §3, lid 2, 3 en 4 (dak) en 8, §3, lid 2, 3 en 4 (hoogte) van titel I betreffende de kenmerken van de bouwwerken en hun omgeving : - art. 6 en 8, §3, lid 2 : « […] de antennes mogen boven de maximale bouwhoogte van het dak uitsteken » - art. 6 en 8, §3, lid 3 : « De antennes voor mobiele telefonie mogen niet meer dan 4 meter uitsteken. Die hoogte wordt desgevallend vermeerderd met de hoogte van de acroteriemuur. » - art. 6 en 8, §3, lid 4 : « Deze elementen worden zo geplaatst dat de esthetiek van het bouwwerk zo min mogelijk aangetast wordt.»


II. Wetgeving Andere reglementeringen Bovendien dient rekening te worden gehouden met de lokale reglementeringen, zoals : - de GemSV (gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen), - de BBP (bijzondere bestemmingsplannen), - de VV (verkavelingsvergunningen).  Deze lokale regels kunnen specifieke bepalingen bevatten met betrekking tot de plaatsing van antennes. Met uitzondering van de gevallen opgesomd in artikel 30 van het besluit zogenaamd « van geringe omvang », geen vrijstelling van vergunning in het geval van afwijkingen/tegenstrijdigheden met de geldende stedenbouwkundige reglementering. Indien afwijking wordt de aanvraag onderworpen aan SRO.

III. Voorbeelden van gevallen onderworpen aan of vrijgesteld van SV SV vereist

Antenne in een valse schoorsteen

III. Voorbeelden van gevallen onderworpen aan of vrijgesteld van SV SV vereist

III. Voorbeelden van gevallen onderworpen aan of vrijgesteld van SV Vrijstelling van SV

Sint-Jansplein te Brussel-Stad

III. Voorbeelden van gevallen onderworpen aan of vrijgesteld van SV Vrijstelling van SV

III. Voorbeelden van gevallen onderworpen aan of vrijgesteld van SV Technische kast

Vrijstelling van SV indien technische kast van minder dan 1 meter hoog

III. Voorbeelden van gevallen onderworpen aan of vrijgesteld van SV Technische installaties

Vrijstelling van SV indien de technische installaties ( kabelbanen, roosters, stabiliserende platen, kasten, …) niet groter zijn dan 25% van de dakoppervlakte

III. Voorbeelden van gevallen onderworpen aan of vrijgesteld van SV Vrijstelling van SV indien toevoeging of wijziging van een antennegroep op een bestaande mast < 6m, zonder deze te verhogen.

Antennegroep

III. Voorbeelden van gevallen onderworpen aan of vrijgesteld van SV Vrijstelling van SV indien hoogte <1,5m laag gebouw, 3m indien gemiddeld, 4m indien hoog en indien op afstand van + 2m van de zijkanten

IV. Behandelingsprocedure van dossiers voor SV Twee types van procedure : 1)

De aanvragen tot SV MET aanvraag tot MV  Wanneer een aanvraag tot SV en een aanvraag tot MV vereist is.

2)

De aanvragen tot SV ZONDER aanvraag tot MV  Wanneer een aanvraag tot SV vereist is en de MV reeds bestaat (met of zonder wijziging van de SV).  Wanneer een aanvraag tot SV en geen MV vereist is (bv: de antennes met« hertzgolven »);


IV. Behandelingsprocedure van dossiers voor SV Procedure 1) : de aanvragen tot SV met aanvraag tot MV INGEDIEND DOSSIER IS VOLLEDIG

INGEDIEND DOSSIER IS ONVOLLEDIG

1 Indiening van het dossier bij het BROH ↓ 4 Verzending van het ontvangstbewijs onvolledig(klasse II) ↓ 5 Ontvangst van het ontvangstbewijs ”volledig” van de milieuvergunning van klasse II ↓ 6 Verzending van ontvangstbewijs "volledig” van het BROH voor inbehandelingname ↓↓ 7 Overlegcommissie & Ontvangst van de milieuvergunning ↓ 8 Aflevering van de vergunning

1 Indiening van het dossier bij het BROH ↓ (2Verzending van het ontvangstbewijs onvolledig) ↓ (3 Ontvangst van de aanvullende elementen) ↓ 4Verzending van het ontvangstbewijs onvolledig (klasse II) ↓ 5 Ontvangst van het ontvangstbewijs "volledig" van de milieuvergunning van klasse II ↓ 6 Verzending van ontvangstbewijs "volledig" van het ROH voor inbehandelingname ↓↓ 7 Overlegcommissie & Ontvangst van de milieuvergunning ↓ 8 Aflevering van de vergunning


IV. Behandelingsprocedure van dossiers voor SV

IV. Behandelingsprocedure van dossiers voor SV Procedure 2) :

de aanvragen tot SV zonder aanvraag tot MV

INGEDIEND DOSSIER IS VOLLEDIG 1

INGEDIEND DOSSIER IS ONVOLLEDIG

Indiening van het dossier bij het BROH

1

Indiening van het dossier bij het BROH

2

Verzending van het ontvangstbewijs onvolledig

↓

↓

Verzending van ontvangstbewijs "volledig” van het BROH voor inbehandelingname 6

↓

↓↓

3

Overlegcommissie & Ontvangst van de milieuvergunning 7

↓

8

Ontvangst van de aanvullende elementen

↓ Verzending van ontvangstbewijs "volledig" van het BROH voor inbehandelingname 6

↓↓

Aflevering van de vergunning 7

Overlegcommissie &

Ontvangst van de milieuvergunning

Deze dossiers worden sneller behandeld aangezien, tegenover de vorige procedure, de stappen 4 en 5 wegvallen.

↓ 8

Aflevering van de vergunning


V. Grafisch overzicht Voortgang van de dossiers ingediend in 2010



V. Grafischht Aantal dossiers ingediend en afgeleverd tussen september 2010 en december 2012

Ingediende dossiers Einde procedure

2010

2011 J-J

2011 J-D

2012 J-J

2012 J-D

73

41

44

44

48

0

8

18

20

71

Bedankt voor uw aandacht


Hoorzitting in verband met de evaluatie van de ordonnantie van 1 maart 2007 Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 26 maart 2013

F. Baert, M. Vandroogenbroek, M. Van Bellinghen Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Inhoud van de presentatie

Opdrachten van het BIPT Evolutie van 1G naar 5G (waaronder ook prestaties) Welke banden voor welke technologieën? Internationale vergelijking van de stralingsnormen Nationale vergelijking van de stralingsnormen Gevolgen van de Brusselse norm Straling beperken? 1. Straling beperken door het verkeer te verminderen? 2. Straling beperken door de grootte van de cellen te verkleinen? 3. Straling beperken door 2G stop te zetten?

Conclusies Aanbevelingen 2

Opdrachten van het BIPT

Federale regulator voor de elektronische communicatie Beheerder en controleur van het radiospectrum: verlening van mobiele vergunningen Adviesverstrekking aan de federale regering en het federale parlement voor de regulering van elektronische communicatie Tussen 2001 en 2009 controleur van de federale norm inzake elektromagnetische straling (conformiteitsattest en controle op het terrein)

3

Evolutie van 1G naar 5G (1) 1G Soort van technologie

4G

5G

Digitaal TDMA

Technologie(e n)

Operatoren

3G

Analoog

NMT

Jaren

2G

Gsm GPRS EDGE

de jaren 70 en 80

de jaren 90

RTT: - MOB-1 - MOB-2

Belgacom Mobistar KPN GB

CDMA UMTS HSDPA HSUPA HSPA+

OFDMA

?

LTE

de jaren 2000

de jaren 2010

Belgacom Mobistar KPN GB Bidco

Belgacom Mobistar KPN GB BUCD

de jaren 2020

4

Evolutie van 1G naar 5G (2) Technologie

Downlink

Uplink

Latentie

GPRS

40 kbps

40 kbps

700 ms

EDGE

70-135 kbps

70-135 kbps

300 ms

UMTS (5 MHz)

200-300 kbps

200-300 kbps

200 ms

HSPA (5 MHz)

1-4 Mbps

0,5-2 Mbps

100 ms

HSPA+ (5 MHz)

1,9-8,8 Mbps

1-4 Mbps

50 ms

LTE (10 MHz)

6,5-26,3 Mbps

6-13 Mbps

20 ms

2G

3G

4G

Bron: Mobile Broadband Explosion, Rysavy Research, 2012

5

Welke banden voor welke technologieën? (1) Toegestane technologieën

900 MHz

1800 MHz

In de praktijk toegepaste technologieën

Operatoren

Gsm UMTS LTE

Gsm (1994) UMTS (2008)

Belgacom Mobistar KPN GB Bidco (2015)

Gsm UMTS LTE

Gsm (1998) LTE (2012)


6

Welke banden voor welke technologieën? (2) Toegestane technologieën

2 GHz

In de praktijk toegepaste technologieën

UMTS LTE

UMTS (2003)


Allemaal

LTE (?)


Allemaal

LTE (2014)

Allemaal

Nextnet (2004)

2,6 GHz 800 MHz 3,5 GHz

Operatoren

b.Lite Mac Telecom 7

Internationale vergelijking van de stralingsnormen 5

Vroegere federale norm

4.5

Vermogensdichtheid (W/m²)

4 3.5

Brusselse norm

3 2.5 2 1.5 1 0.5 0 AT CY CZ DE DK EE ES FI FR HU IE LV MT NL PT RO SE SK UK GR SI BG IT LT PL LU BE BR

8

Nationale vergelijking van de stralingsnormen

Brussels Hoofdstedelijk Gewest •

Waals Gewest • •

1,5 V/m per operator (25% van 3 V/m) 3 V/m per netwerk en per operator (1-3 netwerken per site) De Waalse norm is tot 12 keer minder dwingend dan de Brusselse norm

Vlaams Gewest • • •

3 V/m per netwerk en per operator (1-7 netwerken per site) 20,6 V/m voor alle bronnen samen (50 keer het vermogen van 3 V/m) De Vlaamse norm is tot 28 keer minder dwingend dan de Brusselse norm

9

Gevolgen van de Brusselse norm

Technische gevolgen • • • • •

• •

"Gaten" in het bereik Verslechtering van de kwaliteit van de verbindingen Stijging van het aantal afgebroken gesprekken Bereikbaarheid van de hulp- en veiligheidsdiensten? Onmogelijkheid om de capaciteit van de bestaande netwerken te verhogen om de verwachte stijging van het verkeer op te vangen Onmogelijkheid om nieuwe technologieën uit te rollen Volle (negatieve) effecten van de norm na afloop van de periode om zich naar de regels te schikken

Economische gevolgen • • •

Doorberekening van de extra kosten voor de operatoren in de klantentarieven Ondermaats investeren door de operatoren in Brussel Impact op de economische ontwikkeling van Brussel 10

Straling beperken? Het niveau van de straling die wordt voortgebracht door de antennes van de mobiele netwerken, hangt af van verscheidene factoren: 1. Verkeer 2. Grootte van de cellen 3. Toegepaste technologie

11

1. Straling beperken door het verkeer te verminderen?

Impact van het verkeer op de straling Verkeer ↑ ⇒ Straling ↑ Stabiliteit van het verkeer dat verbonden is aan spraakverbindingen Sterke stijging (meer dan 90% per jaar volgens CISCO) van het verkeer dat verbonden is aan dataverbindingen

⇒ Onmogelijkheid om het verkeer te verminderen

12

2. Straling beperken door de grootte van de cellen te verkleinen?

Impact van de grootte van de cellen op de straling Grootte ↑ ⇒ Straling ↑ Extra sites nodig om de grootte van de cellen te verkleinen • • •

Kosten verbonden aan de aanleg van deze nieuwe sites Moeilijkheid om nieuwe sites te vinden Termijn om de stedenbouwkundige vergunningen te krijgen

⇒ Onmogelijkheid om de grootte van de cellen te verkleinen 13

3. Straling beperken door 2G stop te zetten?

Wettelijke verplichting voor de drie 2G-operatoren om hun gsm-netwerk te blijven exploiteren 3G-bereik niet zo goed als gsm-bereik Meer dan de helft van de mobiele eindtoestellen zijn niet compatibel met de UMTS-norm M2M-toepassingen Buitenlandse "roamende" gebruikers De stopzetting van de exploitatie van de 2G-netwerken leidt tot de migratie van het verkeer naar een ander netwerk (3G) •

Bijkomende 3G-straling

⇒ Onmogelijkheid om 2G stop te zetten

14

Conclusies

De Brusselse norm is een van de strengste normen ter wereld De Brusselse norm is 200 keer strenger dan de norm die aanbevolen wordt door de EU en door de WHO De Brusselse norm maakt het niet mogelijk om in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mobiele netwerken aan te leggen Er zijn geen pistes om de straling te beperken

15

Aanbevelingen

Verandering absoluut noodzakelijk 2 mogelijke pistes voor verandering: •

Niet-cumulatieve limiet van 3 V/m per netwerk en per operator zoals in het Vlaams of Waals Gewest

•

Als men absoluut een cumulatieve limiet wil behouden, moet de stralingsnorm aanzienlijk worden verhoogd (tot tussen 10 en 15 V/m)

16

Dank u voor uw aandacht

17

Gebruikte acroniemen TDMA CDMA OFDMA NMT GSM GPRS EDGE UMTS HSPA LTE M2M

Time Division Multiple Access Code Division Multiple Access Orthogonal Frequency Division Multiple Access Nordic Mobile Telephone Global System for Mobile General Packet Radio Service Enhanced Data rates for GSM Evolution Universal Mobile Telecommunications System High Speed Packet Access Long Term Evolution Machine to Machine

18

Audition relative à l’évaluation de l’ordonnance du 1er mars 2007 Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale 26 mars 2013

F. Baert, M. Vandroogenbroek, M. Van Bellinghen Institut Belge des services Postaux et des Télécommunications

Contenu de la présentation

Missions de l’IBPT Evolution de 1G vers 5G (y compris performances) Quelles bandes pour quelles technologies? Comparaison internationale des normes de rayonnement Comparaison nationale des normes de rayonnement Effets de la norme bruxelloise Limiter les rayonnements? 1. Limiter les rayonnements en réduisant le trafic? 2. Limiter les rayonnements en réduisant la taille des cellules? 3. Limiter les rayonnements en arrêtant la 2G?

Conclusions Recommandations 2

Missions de l’IBPT

Régulateur fédéral des communications électroniques Gestionnaire et contrôleur du spectre des radiofréquences: octroi des licences mobiles Conseiller du gouvernement et du parlement fédéraux pour la réglementation des communications électroniques Entre 2001 et 2009, contrôleur de la norme fédérale en matière de rayonnement électromagnétique (attestation de conformité et contrôle sur le terrain)

3

Evolution de 1G vers 5G (1) 1G Type de technologie

Analogique

Technologie(s)

Opérateurs

’70 et ’80 RTT : - MOB-1 - MOB-2

3G

4G

5G

Numérique TDMA

NMT

Années

2G

GSM GPRS EDGE ’90 Belgacom Mobistar KPN GB

CDMA UMTS HSDPA HSUPA HSPA+ ’2000 Belgacom Mobistar KPN GB Bidco

OFDMA

?

LTE

’2010

’2020


4

Evolution de 1G vers 5G (2) Technologie

Downlink

Uplink

Latence

GPRS

40 kbit/s

40 kbit/s

700 ms

EDGE

70-135 kbit/s

70-135 kbit/s

300 ms

UMTS (5 MHz)

200-300 kbit/s

200-300 kbit/s

200 ms

HSPA (5 MHz)

1-4 Mbit/s

0,5-2 Mbit/s

100 ms

HSPA+ (5 MHz)

1,9-8,8 Mbit/s

1-4 Mbit/s

50 ms

LTE (10 MHz)

6,5-26,3 Mbit/s

6-13 Mbit/s

20 ms

2G

3G

4G

Source : Mobile Broadband Explosion, Rysavy Research, 2012

5

Quelles bandes pour quelles technologies? (1) Technologies autorisées

Technologies utilisées en pratique

Opérateurs

900MHz

GSM UMTS LTE

GSM (1994) UMTS (2008)


GSM (1998) LTE (2012)

1800MHz

GSM UMTS LTE


6

Quelles bandes pour quelles technologies? (2) Technologies autorisées

2GHz

Technologies utilisées en pratique

UMTS LTE

UMTS (2003)


Toutes

LTE (?)


Toutes

LTE (2014)

Toutes

Nextnet (2004)

2,6GHz 800MHz 3,5GHz

Opérateurs

b.Lite Mac Telecom 7

Comparaison internationale des normes de rayonnement 5

Ancienne norme fédérale

4.5

Densité de puissance (W/m²)

4 3.5

Norme bruxelloise

3 2.5 2 1.5 1 0.5 0 AT CY CZ DE DK EE ES FI FR HU IE LV MT NL PT RO SE SK UK GR SI BG IT LT PL LU BE BR

8

Comparaison nationale des normes de rayonnement

Région de Bruxelles-Capitale •

Région wallonne • •

1,5 V/m par opérateur (25% de 3 V/m) 3 V/m par réseau et par opérateur (1-3 réseaux par site) La norme wallonne est jusqu’à 12 fois moins contraignante que la norme bruxelloise

Région flamande • • •

3 V/m par réseau et par opérateur (1-7 réseaux par site) 20,6 V/m pour l’ensemble des sources (50 fois la puissance de 3 V/m) La norme flamande est jusqu’à 28 fois moins contraignante que la norme bruxelloise 9

Effets de la norme bruxelloise

Conséquences techniques • • • • • • •

« Trous » dans la couverture Dégradation de la qualité des communications Augmentation du nombre de coupures d’appels Accessibilité des services de secours et de sécurité? Impossibilité d’augmenter la capacité des réseaux existants pour faire face à l’augmentation prévue du trafic Impossibilité de déployer des nouvelles technologies Pleins effets (négatifs) de la norme à l’issue de la période de mise en conformité

Conséquences économiques • • •

Répercussion des coûts supplémentaires pour les opérateurs sur les tarifs appliqués aux clients Sous-investissement des opérateurs à Bruxelles Impact sur le développement économique de Bruxelles 10

Limiter les rayonnements? Le niveau des rayonnements produits par les antennes des réseaux mobiles dépend de plusieurs facteurs : 1. Trafic 2. Taille des cellules 3. Technologie utilisée

11

1. Limiter les rayonnements en réduisant le trafic?

Impact du trafic sur les rayonnements Trafic ↑ ⇒ Rayonnements ↑ Stabilité du trafic lié aux communications vocales Croissance importante (plus de 90% par an selon CISCO) du trafic lié aux communications de données

⇒ Impossibilité de réduire le trafic

12

2. Limiter les rayonnements en réduisant la taille des cellules?

Impact de la taille des cellules sur les rayonnements Taille ↑ ⇒ Rayonnements ↑ Besoin de sites supplémentaires afin de réduire la taille des cellules • • •

Coûts liés au déploiement de ces nouveaux sites Difficulté de trouver des nouveaux sites Délais pour obtenir les permis d’urbanisme

⇒ Impossibilité de réduire la taille des cellules

13

3. Limiter les rayonnements en arrêtant la 2G?

Obligation légale pour les trois opérateurs 2G de continuer à exploiter leur réseau GSM Couverture 3G moins bonne que couverture GSM Plus de la moitié des terminaux mobiles ne sont pas compatibles avec la norme UMTS Applications M2M Utilisateurs étrangers en itinérance L’arrêt de l’exploitation des réseaux 2G entraîne la migration du trafic sur un autre réseau (3G) •

Rayonnements supplémentaires 3G

⇒ Impossibilité d’arrêter la 2G 14

Conclusions

La norme bruxelloise est une des normes les plus sévères au monde La norme bruxelloise est 200 fois plus sévère que la norme préconisée par l’UE et par l’OMS La norme bruxelloise ne permet pas le déploiement des réseaux mobiles dans la Région de BruxellesCapitale Il n’y a pas de piste permettant de limiter les rayonnements

15

Recommandations

Modification indispensable 2 pistes de modification possibles: •

Limite non cumulative de 3 V/m par réseau et par opérateur comme pour les Régions wallonne ou flamande

•

Si on veut absolument garder une limite cumulative, il faut augmenter la norme de rayonnement de manière significative (jusqu’à entre 10 et 15 V/m)

16

Merci pour votre attention

17

Acronymes utilisés TDMA CDMA OFDMA NMT GSM GPRS EDGE UMTS HSPA LTE M2M

Time Division Multiple Access Code Division Multiple Access Orthogonal frequency Division Multiple Access Nordic Mobile Telephone Global System for Mobile General Packet Radio Service Enhanced Data rates for GSM Evolution Universal Mobile Telecommunications System High Speed Packet Access Long Term Evolution Machine to Machine

18

La 4G à Bruxelles sous 3V/m Inter-Environnement Bruxelles

Bruxelles en Mouvements

3V/m : dans la bonne direction  



Protection du citoyen Mettre l'intelligence des opérateurs au service d'une réduction à 0,6 V/m Appareils performants

0,7 V/m 

l’Institut de Médecine Environnementale suédois



TNO en Hollande



REFLEX





National Radiological Protection Board en Angleterre le Bioinitiativ Group aux États-Unis

Résolution 1815 - APCE 



instituer un seuil maximal d’exposition aux ondes de 0,6 V/m et de ramener ce seuil à moyen terme à 0,2 V/m. recommande une « attention particulière aux personnes “électrosensibles” et de prendre des mesures spéciales pour les protéger, en créant par exemple des “zones blanches” non couvertes par les réseaux sans fil »

Bruxelles n'est pas seule



Source : secrétariat d'état français chargé de la prospective et du développement de l'économie numérique

France : Grenelle des Ondes Menées par le ministère de l’écologie, des expérimentations in situ dans différentes villes françaises ont permis de confirmer la faisabilité technique de la mise en œuvre de ce seuil [de 0,6V/m], démontrant dès lors la possibilité de concilier le déploiement de la technologie avec la mise en œuvre d’un principe de protection de la santé.

Des solutions existent 

Réseau unique



Cloud



Densité d'antennes plus grande



Remplacer 2G par 3 et 4G

Article 23 de la Constitution et effet de Standstill

1

Art 23 de la Constitution (depuis 1994) Chacun a le droit de mener une vie conforme à la dignité humaine. A cette fin, la loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent, en tenant compte des obligations correspondantes, les droits économiques, sociaux et culturels, et déterminent les conditions de leur exercice. Ces droits comprennent notamment : 1° le droit au travail (…) 2° le droit à la sécurité sociale, à la protection de la santé et à l’aide sociale, médicale et juridique; 3° le droit à un logement décent; 4° le droit à la protection d’un environnement sain; 5° le droit à l’épanouissement culturel et social. 2

Qu’est-ce que le Standstill/effet de cliquet ? Interdiction pour le législateur de diminuer le niveau de protection existant 

Celui existant au moment où on veut modifier la législation

Le Conseil d’Etat et la Cour Constitutionnelle ne condamnent pas toute « diminution de protection » (voir plus loin) Qui est tenu d'observer l'obligation de standstill? 

Le pouvoir législatif et le pouvoir exécutif (à ce stade)

3

Standstill et Art 23 •

D'où vient le standstill attaché à l'article 23 ?

• Voulu par « le constituant » de 1994 (voir Rapport Stroobant, Doc parl., Sén. sess. 1993-1994, n°100-2/4°, p.87) Le Standstill vient du droit international : Pacte international relatif aux droits économiques, sociaux et culturels

Pourquoi un standstill attaché l’article 23 ? L’ article 23 de la Constitution est un but à atteindre Avec le standstill on a, au moins, la garantie de ne pas aller à reculons…. « Le législateur ne peut contrarier l’évolution souhaitée » (voir Rapport Stroobant, Doc parl., Sén. sess. 1993-1994, n°100-2/4°, p.87)

4

Consécration de l’effet de Standstill •

Le Conseil d'Etat (section de législation et section d’administration) et la Cour Constitutionnelle ont reconnu et précisé le principe de standstill attaché à l’article 23 de la Constitution : 











avis n°37.741/2/4 des 10 et 16 novembre 2004 de la section de législation du Conseil d'Etat sur l'avant-projet de venu décret-programme de la Région wallonne du 3 février 2005 de relance économique et de simplification administrative arrêt (de principe) Jacobs du Conseil d'Etat du 29 avril 1999 (C.E. Jacobs, 29 avril 1999, n°80.018). C.E. 14 mai 2012, n°22.0463 C.C. n°135/2006, 14 septembre 2006, C.C. n° 137/2006, 14 sept. 2006 où elle sanctionne le recul significatif opéré et bien d’autres avis et décisions …

5

Standstill: les limites (1/2) •

Pour le Conseil d’Etat et la Cour Constitutionnelle, le standstill n’est pas violé si le recul significatif est:



justifié par un motif impérieux d’intérêt général, et



proportionnel •

approprié, nécessaire et proportionnel (au sens strict du terme)

6

Standstill: les limites (2/2) •

•

Dans un arrêt de 2006, la Cour Constitutionnelle a conclu à l’absence de caractère proportionnel du recul opéré (aménagement du territoire en Wallonie, arrêt 137/2006)

Le Conseil d’Etat fait preuve d’une vigilance particulière lorsque le législateur veut réduire le niveau de protection existant dans un domaine où, précédemment, il avait expressément et spécifiquement fait état d’une volonté de protection déterminée –

(par exemple : avis 31.683/4 du 3 décembre 2001 sur l’avant-projet devenu décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’aménagement du territoire et de l’urbanisme et du patrimoine, Doc., Parl. W., sess. 2001-2002, n°309/1, spéc. P.100)

7

Standstill et Ordonnance du 1er Mars 2007 •

Un relâchement de la norme actuelle ne peut être acceptable au niveau du principe de Standstill que si il est :



justifié par un motif impérieux d’intérêt général, et



proportionnel

•

•

Il faudrait donc pouvoir prouver que le bénéfice de ce relâchement (essentiellement économique) est supérieur au coût (essentiellement de santé publique) Etant entendu qu’il est difficile, voire impossible, de comparer un bénéfice économique à un coût de santé publique, ceci ne peut donc s’envisager que si des preuves scientifiques solides peuvent justifier d’un impact négligeable de santé publique … 8

Communes et communautés pilotes pour les expérimentations sur les radiofréquences A l’issue d’un vaste appel à candidatures, auquel 238 communes ou communautés de communes ont répondu, le comité opérationnel a retenu les candidatures suivantes :

A. pour l’expérimentation de la réduction des expositions : - Brest Métropole Océane (Finistère) - Cannes (Alpes Maritimes) - Chassieu (Rhône) - Coufouleux (Tarn) - Courbevoie - la Défense (Hauts-de-Seine) - Grand-Champ (Morbihan) - Grenoble (Isère) - Kruth (Haut-Rhin) - La Rochelle (Charente-Maritime) - Lavelanet (Ariège) - Paris 14e arrondissement - Paris 15e arrondissement - Plaine Commune - Saint Denis (Seine St Denis) - Saint-Denis de la Réunion (la Réunion) - Saint-Mandé (Val-de-Marne) - Strasbourg (Bas Rhin) - Thiers (Puy-de-Dôme)

B. pour l’expérimentation de nouvelles modalités de concertation : - Amiens (Somme) - Aubière (Puy-de-Dôme) - Bayonne (Pyrénées-Atlantiques) - Boult (Haute-Saône) - Bourges (Cher) - Châteaufort en Yvelines (Yvelines) - La Bresse (Vosges) - Lille Métropole Communauté urbaine (Nord) - Orléans (Loiret) - Pays d'Azay-le-Rideau - Parc naturel régional Loire Anjou Touraine (Maine-et-Loire) - Pessac (Gironde) - Tours Plus et Tours (Indre-et-Loire)

Gezondheidseffecten bij straling (draadloze communicatie)

Recommend Documents