Gezocht: krokodil frontaal en volledig, met de bek open Plaatjes zoeken op het web Bas Andeweg & Wim Blokzijl “Hallo Voor mijn werkstuk heb ik een foto van een "krokodil frontaal en volledig (van kop tot staart) in beeld met de bek open" Ik ben bereid om eventueel (in het laatste geval) zo'n foto te kopen maar de prijs mag dan wel niet te hoog zijn. Weet er iemand waar ik dit kan vinden, of heb je er zelf een staan/liggen/hangen,...? Het is zéér dringend!” [bericht op webforum]. “Waar is die foto van die biopsie waarin ook van die stervormige cellen aanwezig waren?” [overweging van een patholoog-anatoom]. “Ik denk dat bij die tekst goed een achtergrond past met een industriële skyline” [aanwijzing van Tekst[blad]redactie]. Niet alle plaatjes zijn te vinden met Google en niet alle plaatjes zijn gratis. Hoe vinden we op het web zonder grote kosten toch de visuele middelen die we nodig hebben? Hoe kunnen we ze vervolgens handig in Microsoftprogramma’s gebruiken? En tot slot: hoe beschermen we onze eigen illustraties op het web tegen misbruik? Plaatjes ongevraagd van het web halen en in bijvoorbeeld de eigen PowerPointpresentatie gebruiken: iedereen doet het, maar strikt genomen is het schending van het auteursrecht. De presentator brengt de plaatjes in de openbaarheid, en dat mag niet zonder toestemming van de maker. Bij bijvoorbeeld Figuur 1: Gratis krokodil (www.gimp-savvy.com) technische tekeningen, waar een professional tijd in heeft gestoken, is dit logisch. Maar ook amateurfoto’s van veelgefotografeerde objecten als de Amsterdamse Dam worden auteursrechtelijk beschermd; zaken als invalshoek, belichtingstijd en lenstype maken zulke foto’s toch uniek. Juridische ellende kan dan ook het deel zijn van degene die het web afstroopt op gratis beeldmateriaal. Rechtszaken In de praktijk valt het met die ellende wel mee als de illustraties voor besloten gelegenheden als mondelinge presentatie worden gebruikt. De fotograaf – we beperken ons voor het gemak even tot foto’s - moet immers eerst ontdekken dat hij is geplunderd, en de kans dat dat gebeurt is in zulke gevallen gering. Toch is het, los van morele overwegingen, oppassen geblazen voor presentatoren die het web als persoonlijk archief gebruiken. Professionele fotografen moeten leven van hun foto’s, en dat is een reden om scherp te zijn op misbruik. Dat zijn ze dan ook: de auteursrechtenorganisatie voor fotografen, Burafo genaamd, spant met succes rechtszaken aan tegen eenieder die zonder toestemming foto’s van haar leden gebruikt. Natuurlijk mogen foto’s onder voorwaarden worden gebruikt, net als teksten. Eén van deze voorwaarden is vastgelegd in het citaatrecht. Dit recht stelt onder andere de voorwaarde dat een afbeelding mag worden gebruikt als: “het citeren in overeenstemming is met hetgeen naar
© 2005 Bas Andeweg / Wim Blokzijl, TU Delft
1
de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is en aantal en omvang der geciteerde gedeelten door het te bereiken doel zijn gerechtvaardigd” (Auteurswet 1912; zie Instituut voor Informatierecht, 2005). Vrij vertaald staat hier dat het citeren een aanvaardbaar doel moet hebben. Dat betekent dat een foto bijvoorbeeld mag worden gebruikt als de spreker er in zijn presentatie commentaar op wil leveren, of er op door wil redeneren (mits natuurlijk de bron wordt vermeld). Is het doel minder aanvaardbaar, dan wordt de gebruiker geacht de maker om toestemming te vragen, en zonodig te betalen; als deze maker onvindbaar is, dan kan het auteursrecht worden afgekocht via de Stichting Foto-anoniem (http://www.fotoanoniem.nl/). Docenten mogen overigens meer. Zij worden door het auteursrecht bevoordeeld: ze mogen foto’s gebruiken voor niet-commerciële onderwijsdoelen zonder hier toestemming voor te vragen. Bovendien hoeven ze er onder bepaalde voorwaarden niet voor te betalen (Auteurswet 1912, artikel 15c; zie ook Stichting Auteursrechtmanifestaties (z.j.) voor een meer bevattelijke uitleg). Wie niet in het onderwijs werkt en toch op gratis materiaal aast, heeft nog twee opties over. De eerste is foto’s te gebruiken waarvan de maker minstens zeventig jaar geleden is gestorven. Het auteursrecht op deze foto’s is vervallen. De zoeker zit dan echter wel met foto’s van vóór de oorlog - minder geschikt voor organisaties die met hun tijd mee willen gaan. De tweede, meer aantrekkelijke optie is het benutten van gratis databases; fotoverzamelingen die de eigenaar gratis ter beschikking stelt aan bezoekers. Gratis databases Een speurtocht naar zulke kostenloze digitale vergaarbakken levert uitgebreide verzamelingen op. De databases zijn gemakkelijk te vinden met behulp van de gebruikelijke zoekmachines. Het is dan wel zaak om zoektermen met beleid te kiezen. De opdracht free pics brengt de zoeker vooral op het spoor van onnoemelijk veel sekssites. Het kennelijk wat zediger free illustrations levert juist weer een serie christelijke sites-met-databases op, die gratis PowerPoint-illustraties aanbieden om bijvoorbeeld te gebruiken bij stichtelijke spreekbeurten (zie figuur 2). De zoekcombinatie “free images” en database blijkt beter te werken: zo krijgen we prominent bovenaan de Google-resultatenlijst de site Image*After (webadressen van genoemde sites staan aan het eind van dit artikel), een bruikbare Figuur 2: Gratis illustratie met visie bron voor foto’s van uiteenlopende onderwerpen. We specificeren de zoekopdracht met de term animals, en vinden de site gimp savvy, een database die gespecialiseerd is in gratis foto’s van flora, fauna en ruimtevaart. Zo vinden we ook onze “krokodil frontaal en volledig” (zie figuur 1). Weliswaar niet van de allerbeste grafische kwaliteit, maar voor een scholierenwerkstuk ruim voldoende. Andere databases blijken minder gratis dan ze er aanvankelijk uitzien. De zoeker moet zich niet laten misleiden door de term royalty free, die bij fotodatabases vaak opduikt. De betreffende afbeeldingen zijn helemaal niet gratis; bedoeld wordt dat de gebruiker eenmalig betaalt, en hiermee het recht verkrijgt om een afbeelding zo vaak hij wil te gebruiken. En er zijn meer termen die vaak voorkomen en die verwarring kunnen veroorzaken.
© 2005 Bas Andeweg / Wim Blokzijl, TU Delft
2
Beroepsfotograaf Jim Babbage (2004) onderscheidt zes soorten afbeeldingen (we nemen de Engelse terminologie van hem over): 1. Rights-managed. Het soort afbeeldingen dat je koopt als je verzekerd wilt zijn van een geheel uniek object. De afbeelding wordt aan jou verkocht, en aan niemand anders. 2. Royalty-free. Zoals gezegd betaalt de gebruiker eenmalig voor de afbeelding, die hij vervolgens naar believen mag gebruiken. Ook andere sitebezoekers kunnen het gebruik van de afbeelding kopen. 3. Free Use. Deze afbeeldingen kunnen zonder kosten worden gebruikt. Met als voorbehoud de restricties die de maker zelf geeft voor gebruik; speuren naar de kleine letters is dus geboden. 4. Free for Personal/Educational Use. De afbeelding mag thuis en voor educatieve doeleinden worden gebruikt. Commercieel exploiteren is verboden. 5. Free for Internal/Corporate Use. Bedrijven mogen de afbeelding intern gebruiken, maar niet extern. 6. Free, free, free. Er zijn geen restricties of kosten verbonden aan het gebruik van de afbeelding. Alles mag. Kortom: ‘gratis’ is soms, maar niet altijd de correcte vertaling van free. Een betere indicator dan royalty-free is copyright-free: plaatjes met deze aanduiding zijn inderdaad gratis, maar het is een term die meerdere van bovenstaande categorieën omvat. Het is dus zaak om goed te letten op de gebruiksrestricties die de maker oplegt (die staan doorgaans op de site vermeld). Een typisch voorbeeld van een royalty-free database is iStockphoto: een site waarop bezoekers hun foto’s kunnen plaatsen, en waarvan iedereen – na gratis registratie – tegen een geringe vergoeding (maximaal $3 per stuk) foto’s kan downloaden. Op sommige andere sites verschillen de gebruiksbeperkingen per afbeelding. Een voorbeeld hiervan is de site stockxchng, die onder de gevonden foto direct aangeeft wat de gebruiksrestricties zijn. Naast de databases die de foto’s zelf in voorraad hebben, zijn er zoekmachines, specifiek ontworpen voor het speuren naar gratis plaatjes op sites van anderen. Zo is er yotophoto, een machine die de zoeker overigens maant om op de gevonden site te checken wat precies de gebruiksbeperkingen zijn. Niet blind beginnen met downloaden, dus. Een andere machine, ImageMiner, zoekt tussen de plaatjes in de Google- of Yahoo-database. Bijvoorbeeld naar plaatjes die minstens 40 Kb groot zijn; plaatjes die waarschijnlijk voldoende resolutie hebben om in een tekst te worden opgenomen. Een aparte bron van plaatjes en foto’s is Usenet. Op de websites van bijvoorbeeld PictureView en Xusenet is een indruk te krijgen van de 1,7 miljoen (!) plaatjes die in de vele honderden usenetgroepen te vinden zijn. Wie geen contact heeft met een usenetserver (bijvoorbeeld Newszilla Figuur 3: Usenetplaatjes op het Web; door te bladeren via Xusenet.com van xs4all.nl), kan de foto’s (alt.binaries.pictures.civil-war.usa)
© 2005 Bas Andeweg / Wim Blokzijl, TU Delft
3
ook van de websites downloaden ($10 per maand). De meeste foto’s zijn overigens pornografisch van aard, maar er zijn ook mooie verzamelingen met foto’s van vogels, landschappen, burgeroorlogen (zie figuur 3) of zeeschildpadden. Over herkomst en eigendom is bij de Usenet-plaatjes echter weinig te zeggen. Kwaliteit Leveren de (bijna) gratis bronnen nu volwaardige kwaliteit? Dat hangt af van wat men zoekt. Wie over de ruimtevaart wil publiceren of presenteren, komt gemakkelijk aan zijn trekken. De schitterende foto’s op de NASA-website bijvoorbeeld, mogen vrijelijk en geheel gratis worden gebruikt, ook commercieel. Het wordt lastiger als het over mensen gaat. Dit komt door het portretrecht: je mag afbeeldingen van personen niet zonder hun toestemming uitbaten (ook op de NASA-site wordt dit voorbehoud gemaakt). En zo levert zelfs een bij uitstek menselijke zoekterm als communicatie in bijvoorbeeld de Hypermania-database slechts één foto op van een mens van vlees en bloed. De overige 56 illustraties zijn ofwel tekeningen, ofwel foto’s van levenloze voorwerpen. Ook andere termen die de aanwezigheid van mensen suggereren – bijvoorbeeld beachlife - leveren slechts stillevens op. Op enkele gratis sites zijn trouwens wel foto’s van mensen te vinden. Op de Geek philosopher-site bijvoorbeeld, maar deze foto’s gaan dan wel gepaard met een strenge waarschuwing tegen commerciële exploitatie. De menselijke afwezigheid geeft veel gratis databases een merkwaardig verstilde, zelfs wat desolate sfeer. Wie toch menselijke activiteiten gratis wil illustreren, zal het vooral van tekeningen moeten hebben. Ook daar zijn databases voor. Hier blijkt echter dat kwaliteit zijn prijs heeft: de gratis Figuur 4: Gedateerde clipart illustraties zijn niet altijd de meest flitsende. Einstein op een (classroomclipart.com/) floppy (zie figuur 4) bijvoorbeeld, gevonden op een gratis database voor schoolmateriaal, doet sterk gedateerd aan. Niet afgestemd op doel De foto’s in de diverse databases hebben vaak een artistieke inslag (figuur 5); de databases doen soms denken aan kunstgalerijen. Het zijn inderdaad vaak mooie foto’s, maar de professionele tekstschrijver zal zich direct afvragen of ze wel aansluiten bij de uit te dragen boodschap. Dat is het probleem: archieffotosites zijn niet afgestemd op specifieke bezoekers. Die bezoekers zullen dus veel moeite moeten doen om een foto te vinden die naadloos bij hun onderwerp past. Bovendien bestaat het risico dat Figuur 5: Gratis artistiek stilleven (geekphilosopher.com) anderen voor iets geheel anders met dezelfde foto aan de haal gaan. Zoiets doet toch afbreuk aan het gevoel dat men een uniek product aflevert. Dan misschien toch liever zelf een fotograaf of reclamebureau ingehuurd; peperduur, maar wel maatwerk.
© 2005 Bas Andeweg / Wim Blokzijl, TU Delft
4
Hoe zoekt de computer? Grote foto- en plaatjesverzamelingen komen er steeds meer op het net. Bijvoorbeeld de beeldbank van Noord-Holland, waar over niet al te lange tijd ruim 100.000 afbeeldingen te vinden zijn. Een goede ontsluiting van zulke databases is natuurlijk belangrijk. Hoeveel steun kan de computer hierbij bieden? De meeste fotozoekers zoeken naar plaatjes waarop ‘iets’ moet staan. Het zou dus het meest voor de hand liggen om op het uiterlijk van plaatjes te zoeken, maar de techniek hiervoor is nog niet goed van de grond gekomen. De huidige zoekmachines achterhalen afbeeldingen door gebruik te maken van sleutelwoorden (bijvoorbeeld woorden die op dezelfde webpagina staan als waarop het plaatje wordt getoond); dit gebeurt óf op basis van de naam van de foto, óf – in het geval van gecatalogiseerde databases – op basis van toegevoegde beschrijvingswoorden. De grote commerciële databasebeheerders werken nog vooral met menselijke catalogiseerders die dergelijke beschrijvingstermen toevoegen, ondanks dat de fotoverzameling veel sneller groeit dan er mensen zijn om de inhoud ervan te benoemen. Een of andere vorm van automatische herkenning en beschrijving is dus nodig. De huidige herkenningssystemen zijn meestal afgestemd op specifieke plaatjes. Een meer algemeen inhoudherkenningssysteem zou meer zaken en onderwerpen van elkaar moeten kunnen onderscheiden. Daar wordt aan gewerkt, maar de wetenschap heeft nog een eind te gaan. Een van de stuwende krachten in het onderzoek naar plaatjesherkenning is overigens de pornografie. Sommige mensen kijken met plezier naar afbeeldingen van naakte mannen en vrouwen, maar anderen voorkomen dat liever. Ouders bijvoorbeeld, die willen voorkomen dat hun kinderen worden geconfronteerd met zeer expliciete uitingen van afwijkend seksueel gedrag. Of ambtenaren die met tegenzin tienduizenden afbeeldingen moeten doorploegen om problematische kinderfoto's te achterhalen. Of eerzame pc-gebruikers die plaatjes van tuinplanten in grote hoeveelheden downloaden van de usenet-groep alt.binaries.pictures.gardens en die vervolgens ontdekken dat er tussen de tientallen foto’s van petunia's, campanula’s en magnolia’s andere foto's schuilgaan. Het excuus van de op kinderporno betrapte officier van justitie Tonino dat hij niet wist dat hij deze plaatjes op zijn pc had staan, is nog niet zo onwaarschijnlijk. In het plaatjesherkenningsonderzoek wordt geprobeerd om op basis van kleur, vorm en textuur verboden plaatjes te onderscheiden van onschuldig strandvertier (figuur 6) of de gewenste biologische voorlichting. Aan het Joint Research & Development Laboratory for Advanced Computer and Communication Technologies (JDL) is daar de afgelopen jaren uitgebreid onderzoek naar gedaan. Zheng e.a. (2004) beschrijven bijvoorbeeld hoe hun programma in staat is om op basis van het identificeren van de kleur van menselijke huid en op basis van bepaalde vormen prikkelende plaatjes te identificeren. Veltkamp & Tanase (2002) concluderen in hun uitgebreide overzicht van 43 plaatjesherkenningssystemen dat kleur en textuur bij het zoeken het meest voorkomende plaatjeskenmerk Figuur 6: Strandvertier (usenet: vormen. Lay-outkenmerken worden het minst alt.binaries.nudism.wolfpack) gebruikt; systemen die hiermee werken, laten zich namelijk lastig evalueren. Vaak zijn de gebruikte oefendatabases beperkt van opzet of is het te zoeken object erg specifiek. Volgens Veltkamp & Tanase mogen we het meest verwachten van zoekalgoritmes die werken op een specifiek domein. Bijvoorbeeld van programma's die in staat zijn om foto’s te evalueren op het voorkomen van specifieke dieren, zoals bij het
© 2005 Bas Andeweg / Wim Blokzijl, TU Delft
5
interessante walvisproject EUROPHLUKES. Dit programma is ontwikkeld om biologen te assisteren bij de foto-identificatie van onder meer bepaalde walvissoorten. In veel gevallen kunnen individuele walvissen herkend worden aan de hand van kenmerkende vlekken of inkepingen in hun staart of rugvin (zie figuur 7). Tijdens excursies op zee proberen biologen deze dieren te fotograferen, waarna al dit beeldmateriaal digitaal opgeslagen wordt. Het is vervolgens van belang om uit te zoeken of deze dieren al eerder in de database Figuur 7: Beschadigingen aan vin identificeren walvis werden opgenomen. Dit soort informatie levert immers interessante aanwijzingen op over de populatiegrootte en het migratiegedrag van deze dieren. Aan een systeem om deze beelden te karakteriseren, zodat ze op efficiënte wijze opgespoord en vergeleken kunnen worden, wordt in ondermeer in Utrecht en Leiden gewerkt (Pauwels 2005). In de toekomst zullen plaatjes steeds meer ruimte bieden voor aanvullende metadata (tekstuele informatie over de inhoud van het plaatje). Het bestandsformaat MPEG-7 wordt speciaal hiervoor ontwikkeld. Plaatjes gebruiken in Word en PowerPoint Foto's en grafieken kunnen gemakkelijk in Word of PowerPoint worden gevoegd. Met elke foto wordt het bestand echter groter. Een PowerPointpresentatie van tien dia's wordt al gauw een overweldigende 40 Mb groot. Geheel onnodig. Bij de presentatie worden slechts zoveel pixels getoond als mogelijk op het scherm passen. Voor een beeldscherm zijn dat er slechts 96 per inch. De rest wordt verwaarloosd. Ook een printer kan slechts een beperkte hoeveelheid van die opgeslagen pixels op papier zetten (200 dpi is voldoende). Het is dus onverstandig om de foto uit die nieuwe 8 Megapixel camera in een keer in het document of de presentatie te plaatsen. Bewerk de foto eerst in een paintprogramma (bijv. Jasc Paintshop). Als u de foto in PowerPoint wilt gebruiken, selecteer dan dat deel van de foto dat u wilt laten zien. Eerst bewaart u natuurlijk de oorspronkelijke foto, want de veranderingen zijn onomkeerbaar Figuur 8: Comprimeerfunctie van Word en PowerPoint
© 2005 Bas Andeweg / Wim Blokzijl, TU Delft
6
als u straks de werkzaamheden heeft afgesloten. Verander vervolgens de resolutie naar 96 dpi en pas de grootte van de foto aan voor gebruik op het beeldscherm. Maak de foto bijvoorbeeld 800 pixels breed (de hoogte wijst zich dan vanzelf); dat is doorgaans groot genoeg. De nieuwe versies van Word en PowerPoint geven de mogelijkheid om de plaatjes in een bestand in één keer te comprimeren. De optie zit verstopt in het menu Afbeelding opmaken of kan direct worden aangeklikt in de werkbalk Afbeelding (zie figuur 8). Die nieuwe optie verkleint het Wordbestand soms aanzienlijk. De bestandsomvang van dit artikel bijvoorbeeld verkleinde van 5 Mb naar 0,6 Mb. Plaatjes leiden een eigen leven Plaatjes in Word hebben soms de neiging op een andere plaats te gaan staan dan waar de gebruiker ze heeft neergezet. Met veel moeite is een document in Word opgemaakt; vervolgens blijken, na het herstellen van een tikfout, ineens alle ilustraties tegen de paginarand te plakken. Ook hier biedt het menu Afbeelding opmaken (submenu Indeling) uitkomst en ook hier zit de optie verscholen onder de knop ‘geavanceerd’. Meestal blijkt dan bij de positie van de foto op de pagina een onbegrijpelijk groot negatief getal te zijn verschenen (een Microsoft-eigenaardigheid). Als dit getal in een positief wordt veranderd of gewoon op nul gezet, dan blijkt er al veel verholpen. Beschermen van plaatjes De hebbelijkheid van fotografen is dat ze graag hun foto’s laten zien. Het web is hiervoor de uitgelezen plaats. Veel fotografen willen echter graag ook de credits hebben voor hun werk: zowel bewondering als geld. Zij vinden het dan ook vervelend als anderen hun plaatjes zonder toestemming gebruiken, en zonder dat duidelijk wordt wie ze gemaakt hebben. Iemand gebruikt een foto in een gedrukte uitgave, iemand plaatst de foto op een eigen website of erger nog - de foto wordt gedeeplinkt. De oorspronkelijke foto blijft in dit laatste geval waar hij was: op de website van de fotograaf. Op de website van de dief staat slechts een link die niet als zodanig herkenbaar is, waardoor het lijkt alsof de foto op de site van de dief staat; zo wordt de maker dubbel bestolen. Kortom, het web nodigt uit tot misbruik. De enige echte remedie tegen kopiëren is de foto niet tentoonstellen. Wie toch anderen wil laten meegenieten van zijn opnamen, kan op het net de volgende twee mogelijkheden uitproberen. Copyrightgegevens aanbrengen Het aanbrengen van copyrightgegevens is de meest voor de hand liggende manier om foto’s te markeren. Gewoon dus in een Paint(shop)programma je naam op de rand van de foto plaatsen, of dwars over het midden. Er zijn vele programma’s die dergelijk stempelwerk automatisch op een hele map vol foto’s kunnen uitvoeren. Sommigen zijn (bijna) gratis, bijvoorbeeld CopyRightLeft of 1-More Watermarker. In figuur 10 is te zien hoe een logo halftransparant in de hoek van de foto kan worden aangebracht. Copyrightaanduidingen Figuur 10: Foto met toegevoegd logo (www.benvroom.nl)
© 2005 Bas Andeweg / Wim Blokzijl, TU Delft
7
dwars over de foto heen verminken het beeld en zijn dus onaantrekkelijk. Een beetje Photoshopper kan de foto overigens zo retoucheren dat de melding niet meer zichtbaar is. En het spreekt vanzelf dat ook de minder photoshopbegaafde een copyrightmelding aan de rand van de foto kan wegknippen. Een copyrightmededeling kan overigens ook onzichtbaar worden aangebracht. Een digitale foto bevat altijd al een hoeveelheid informatie in het EXIF-aanhangsel (Exchangeable Image File). Hierin slaat het digitale fototoestel op wanneer, waar en hoe de foto is gemaakt. In dat bestandje is ook ruimte voor aanvullende copyright-informatie. Die moet de eigenaar dan handmatig aanbrengen (het genoemde programma 1-More Watermarker kan dit voor een hele map tegelijk). Zo gemakkelijk als een copyrightmelding kan worden aangebracht, zo gemakkelijk kan hij overigens ook weer verwijderd worden – zoals zo vaak snijdt het mes hier aan twee kanten. Een professionelere manier om een foto onzichtbaar te watermerken, is de service van DigiMarc. Met behulp van de software van die firma is informatie te verbergen in pixels van de foto, dus niet in een aanhangend bestandje. Deze informatie is vervolgens weer te lezen door bekende fotobewerkingssoftware als Photoshop en Paintshop. Via de website van Digimarc is dan na te gaan wie de rechten op de foto bezit. Gratis is dat overigens niet. Met behulp van aanvullende software (de MarcSpider) is na te gaan waar op het net de foto’s gebruikt worden en kan in voorkomende gevallen actie worden ondernomen om aan het misbruik een eind te maken. De British Library bijvoorbeeld, bezit vele tienduizenden gedigitaliseerde afbeeldingen uit de eigen collectie. Door de onzichtbare watermerkprocedure houdt deze bibliotheek zicht op de eigen collectie. Het wegpoetsen van het digitale watermerk is knap lastig; het watermerk overleeft veel van de photoshopmanipulatie-software. Downloaden verhinderen of moeilijk maken Voorkomen dat bezoekers plaatjes van uw site kopiëren is uiteindelijk onmogelijk: met de Print Screen-toets is nu eenmaal alles binnen te halen wat op het scherm staat. De grafische kwaliteit neemt met deze Figuur 11: Een foto verknippen met SwitchBlade methode echter wel af, en daarom zijn beveiligingsprogramma’s toch nuttig. Zo is er het programma SwitchBlade ($15; gratis uitproberen). Veronderstel dat u uw foto in vol ornaat - dus met een redelijke resolutie wilt tonen op het net; onverminkt door allerlei copyrightmededelingen. Dan is SwitchBlade een uitkomst; het programma snijdt de foto in kleine stukjes (instelbaar natuurlijk; zie figuur 11) en plaatst de stukjes dan weer tegen elkaar aan op een webpagina. De foto is dan gewoon zonder breuklijnen zichtbaar. Om deze foto te downloaden moeten er 25 stukjes gedownload worden en op de juiste wijze weer aan elkaar geplakt (knap lastig als het programma ze ook nog eens door elkaar gehusseld heeft. En met hetzelfde gemak laat u de foto in honderd stukjes snijden).
© 2005 Bas Andeweg / Wim Blokzijl, TU Delft
8
Kortom De digitale wereld bevat miljoenen interessante tekeningen en foto’s. Vaak is het mogelijk om hier legaal én kosteloos gebruik van te maken. Het loont dan ook de moeite om, als er een tekst of presentatie moet komen, eerst te proberen om deze gratis met illustraties te versieren of te verduidelijken. Afbeeldingen kopen kan altijd nog. Wel is het opletten geblazen hoe het precies met de rechten zit – webmasters strooien kwistig met de term royalty-free. Maar doorgaans geven sites voldoende duidelijk aan wat wel en wat niet mag. Wie gegarandeerd geen last wil hebben van auteursrechtelijke problemen, neemt gewoon zelf kwast of camera ter hand.
Literatuur Babbage, Jim (30 januari 2004). The ins and outs of free images on the web. Op: website COMMUNITY MX. http://www.communitymx.com/content/article.cfm?cid=B2AC6 Instituut voor Informatierecht (laatste update 11 januari 2005). Wet van 23 september 1912, houdende nieuwe regeling van het auteursrecht (Auteurswet 1912). http://www.ivir.nl/wetten/nl/auteurswet.html Pauwels, E.J.E.M (2005). Content-based image retrieval en processing. CWI www.cwi.nl/research/2004/04PauwelsNs.pdf Stichting Auteursrechtmanifestaties (z.j.). Auteursrecht. Geraadpleegd op 24 juni 2005. http://www.auteursrecht.nl/auteursrecht/pagina.asp?pagkey=22256 Veltkamp, R.C. & M. Tanase (2002). Content-Based Image Retrieval Systems: A Survey. http://www.aa-lab.cs.uu.nl/cbirsurvey/cbir-survey.pdf Zheng, Qing-Fang, Wei Zeng, Wen Gao, Wei-Qiang Wang (2004). Shape-based Adult Images Detection. Third International Conference on Image and Graphics, Hong Kong, China, [http://www.jdl.ac.cn/doc/2004/Shapebased%20Adult%20Images%20Detection.pdf] Genoemde databases en zoekmachines - Beeldbank van Noordholland: http://www.beeldbank-nh.nl/ - Geek philosopher: http://geekphilosopher.com/MainPage/photos.htm/ - Gimp savvy: http://gimp-savvy.com/ - Hypermania: http://www.hypermania.com/ - Image*After: http://www.imageafter.com/ - iStockphoto: http://www.istockphoto.com/ - NASA: http://www.nasa.gov/ - PictureView: http://www.pictureview.com/ - Stockxchng: http://www.sxc.hu/ - Xusenet: http://xusenet.com - Yotophoto: http://yotophoto.com/
De auteurs Bas Andeweg en Wim Blokzijl zijn verbonden aan het Instituut voor Techniek en Communicatie van de Technische Universiteit Delft.
© 2005 Bas Andeweg / Wim Blokzijl, TU Delft
9