ADVIESNOTITIE
GESPREIDE BETALING VAN ADVIES-‐ EN DISTRIBUTIEKOSTEN April 2012 Uitgevoerd in opdracht van het Verbond van Verzekeraars
WWW.FREDDEJONG.EU
INHOUDSOPGAVE AANLEIDING IN CHRONOLOGISCHE VOLGORDE ..................................................................................3 OVEREENKOMSTEN EN VERSCHILLEN DISTRIBUTIEKANALEN......................................................7 VISIE ADVIESBUREAU FRED DE JONG ................................................................................................... 10 BELANG 1: GEÏNFORMEERDE BESLISSING .................................................................................................................... 10 BELANG 2: GESPREIDE BETALING ................................................................................................................................. 11 RICHTLIJN CONSUMENTENKREDIET ............................................................................................................................. 13 OPLOSSING GESPREIDE BETALING ................................................................................................................................. 15 ADVIES AAN VERBOND VAN VERZEKERAARS.................................................................................... 16 OMVANG PROBLEMATIEK ........................................................................................................................ 17 BIJLAGE: ADMINISTRATIEVE LASTENBEREKENING ........................................................................ 18
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
2
AANLEIDING IN CHRONOLOGISCHE VOLGORDE
Brief 13 april 2011 (FM/2011/7110 M): ter waarborging van het gelijke speelveld tussen adviseurs/bemiddelaars en bankadviseurs/adviseurs in dienst van direct writers worden de volgende maatregelen voorgesteld: -‐ -‐
-‐
bij execution only een toets of consument geschikt is voor deze vorm van dienstverlening (= gelijk speelveld qua consumentenbescherming) consument moet een geïnformeerde keuze kunnen maken als hij advies afneemt o uniform dienstverleningsdocument voor alle kanalen o inzicht in dvd van advies-‐ en distributiekosten (nominaal) o inzicht in dvd van mate van productvergelijking (alleen eigen producten of vergelijkingen van producten van meerdere aanbieders) prijzen van netto producten die via adviseurs/bemiddelaars worden verstrekt moeten lager zijn dan vergelijkbare producten van banken en direct writers o intermediair neemt producten af zonder advies-‐ en distributiekosten
In oktober 2011 werd het rapport van SIS Finance openbaar over de transparantie van advies-‐ en distributiekosten: -‐
-‐ -‐ -‐
het rapport geeft antwoord op de vraag wat onder advies-‐ en distributiekosten moet worden verstaan o Beheeractiviteiten en –kosten vallen buiten de definitie o Productmarketingkosten vallen buiten deze definitie het rapport levert een systematiek waarmee die kosten op een betekenisvolle manier voor de consument kunnen worden getoond, dat ze niet misleidend zijn en vooral ook controleerbaar. Berekening van de advies-‐ en distributiekosten dient vooraf te worden gemaakt (inschatting van kosten verdeeld over aantal diensten) zodat het in de oriëntatiefase kan worden gecommuniceerd via het dienstverleningsdocument Het rapport gaat alleen over transparantie in de oriëntatiefase en niet over explicitering van deze kosten in de offerte of op de nota
Op 13 december 2011 (FM/2011/9960 M) schrijft de minister dat hij het advies van SIS Finance overneemt: -‐
belangrijkste maatregel voor het gelijke speelveld is gelegen in de sfeer van dienstverleningstransparantie via een gestandaardiseerd dienstverleningsdocument o de mate van objectief advies o de kosten van advies-‐ en distributie Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
3
-‐
o scherpe markering van het feit of adviseur alleen eigen producten adviseert of ook producten van meerdere aanbieders o vermelding van eigendoms/zeggenschapsverhoudingen en productieverplichtingen advies-‐ en distributiekostentransparantie o alle aanbieders dienen kosten van advies en distributie apart transparant te maken in het dienstverleningsdocument o doel is dat de consument in staat wordt gesteld een geinformeerde keuze te kunnen maken o het is niet nodig de concrete prijs die bij de consument in rekening wordt gebracht voor advies en distributie te tonen, maar dit bedrag kan niet structureel afwijken van de bedragen die in het dienstverleningsdocument staan o aanbieders moeten de kosten voor advies en distributie uit de productprijs halen, zodat de consument een goede vergelijking kan maken ten aanzien van de te leveren dienstverlening
In de aanloop naar het Kamerdebat op 8 maart 2012 over de voorgaande brief van De Jager, komt Adfiz (in FD op 23 februari 2012) met aanvullende wensen in het kader van het gelijke speelveld: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
doelstelling voor Adfiz is een gelijke concurrentiepositie met brief van De Jager (13-‐12-‐11) houden aanbieders de prikkel om boven alles producten te verkopen ipv dienstverlening gewezen wordt naar mogelijk opkomst loondienstorganisaties en verdere sanering onder het onafhankelijke intermediair “banken en verzekeraars kunnen hun kosten voor advies en distributie versleutelen in het product en consument zal dan advies als gratis beschouwen” pleidooi dat aanbieders hun kosten voor advies-‐ en distributie apart in rekening brengen bij de consument (anders intrekking steun aan het provisieverbod)
Op 7 maart 2012 laat het CDA (via Elly Blanksma in het FD) weten dat er een meerderheid is in de Kamer (CDA, PVV en VVD) om aanbieders hun advieskosten apart en rechtstreeks in rekening te laten brengen bij de consument. Daarmee gaat deze coalitie mee in het pleidooi van Adfiz. Op 8 maart 2012 heeft Fred de Jong n.a.v. het voorgaande bericht via een opinie in het FD zijn visie gegeven op het wel of niet creëren van een gelijk speelveld en de consequenties daarvan voor alle betrokkenen. Kern van dat betoog is: -‐
de activiteiten/dienstverlening van aanbieders en intermediairs is niet gelijk (alleen eigen producten versus vergelijken van meerdere aanbieders, afhankelijk advies versus onafhankelijk advies)
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
4
-‐
-‐ -‐
consument wordt door WFT reeds beschermd op basis van de activiteiten die worden verricht, ongeacht het distributiekanaal. Iedereen die adviseert moet aan gelijke regels voldoen: o regels voor passend advies o deskundigheid, betrouwbaarheid, integriteit o regels voor beheerst beloningsbeleid o zorgplicht bij aparte factuur voor advies en distributiekosten vanuit aanbieders, krijgt de consument 2 facturen van 1 partij. Dit is onnodig kostenopdrijvend en verwarrend voor de consument doel is geïnformeerde besluitvorming, dat wordt bereikt met transparantie en aparte factuur zet consument eerder op het verkeerde been.
Tijdens het Kamerdebat op 8 maart 2012 (bron: ongecorrigeerd verslag) werd de discussie beheerst over het wel of niet ontstaan van een gelijk speelveld. Uiteindelijk heeft de Minister op aandringen van de Kamer het volgende compromis voorgesteld waar de Kamer mee instemde: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
-‐ -‐ -‐
er zal nooit sprake zijn van gelijkheid tussen aanbieders en intermediairs in hun activiteiten aanbieders moeten de kosten voor advies-‐ en distributie apart in de offerte en op de nota aan de consument vermelden (een aparte regel) niet vanwege het gelijke speelveld, maar vanwege betere transparantie het exact bepalen van wat advies-‐ en wat distributiekosten zijn is niet mogelijk (dit geldt ook voor het intermediair) kosten van advies en distributie mogen niet worden verwerkt in het product geen aparte factuur o vanwege administratieve lasten o verwarrend voor de consument (het lijkt te veel op onafhankelijk advies) ten aanzien van gespreide betaling: o bij hypotheek en aanverwante producten kan dit worden meegefinancierd (geldt ook voor het intermediair) o bij andere producten is het voor intermediairs lastiger, maar niet onmogelijk coöperatie factoring (gebeurt bij winkeliers ook) consumptief kredietovereenkomst (bij meer dan 3 termijnen) AFM houdt scherp toezicht dat de aparte advies-‐ en distributiekosten reële bedragen zijn en op een duidelijke manier voor de consument zichtbaar zijn Uiteindelijk zijn VVD, PVV, PvdA, SP, Groen Links, D66 akkoord met de aparte regel op de factuur zoals de Minister voorstelt, waarbij VVD nog zorgen uit over de uitwerking hiervan gezien de complexiteit van de branche CDA gaat er vanuit dat kosten voor advies en distributie niet apart in het product verwerkt mogen worden en dat die kosten rechtstreeks bij de consument in rekening worden gebracht Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
5
-‐
De Minister creëert vervolgens verwarring bij de beantwoording op de stelling van het CDA, door te zeggen dat “de advies-‐ en distributiekosten apart op de rekening worden opgenomen en rechtstreeks met de klant worden afgerekend, eventueel gespreid.” Na afloop van het debat ontstaan er verschillende interpretaties over het begrip ‘in rekening brengen’. Er zijn 2 interpretaties leidend: 1. de consument ontvangt één factuur met daarop apart vermeld de kosten voor het product (de verzekeringspremie of de hypotheekrente) en de kosten voor advies-‐ en distributie. De consument ziet wel het verschil, maar betaalt 1 bedrag (combinatie van product-‐, advies-‐ en distributiekosten) aan de aanbieder. Meestal gespreid over de looptijd van het product. 2. De consument ontvangt 2 facturen, 1 voor het product en 1 voor het advies-‐ en de distributie. De productprijs is een gespreide betaling (premietermijnen) en de advies-‐ en distributiekosten kunnen in 1 keer worden afgerekend of ook in termijnen. Naar aanleiding van overleg tussen het ministerie van Financiën en Adfiz verklaart Adfiz op 19 maart 2012 dat de uitleg van het ministerie de volgende is: De advies-‐ en distributiekosten moeten door aanbieders apart op de offerte en de rekening vermeld worden; Deze kosten mogen door de aanbieder niet in de prijs van het product verwerkt worden. De kosten mogen dus niet in de premie of rente verwerkt worden; Alle financieel dienstverleners, zowel de onafhankelijk adviseur als de aanbieder, mogen de klant gespreid laten betalen. Ook bij de aanbieder geldt dat wanneer de advies-‐ en distributiekosten over meer dan 3 maanden worden gespreid er sprake zal zijn van een consumptief krediet. Adfiz geeft aan dat de concurrentiepositie van het onafhankelijke intermediair hiermee gewaarborgd is, omdat: “De klant zal zich namelijk zeer bewust zijn van het feit dat advies bij de aanbieder beslist niet gratis is. Hij zal ertoe aangezet worden een bewuste keuze te maken tussen onafhankelijk advies van de zelfstandig opererende financieel dienstverlener en het verkoopadvies van de aanbieder. Bovendien zal de regelgeving er in grote mate toe bijdragen dat producten een zuivere nettoprijs krijgen. Deze twee zaken zijn cruciaal voor een gelijke concurrentiepositie van de onafhankelijk financieel dienstverlener.” Kern van de wens van Adfiz is dus blijkbaar dat: -‐ -‐ -‐
consumenten een bewuste (geïnformeerde) keus kunnen maken tussen adviezen van onafhankelijke intermediairs en adviseurs bij banken en verzekeraars er sprake is van zuivere netto prijsvorming en dat er gelijke regels zijn voor gespreide betaling van advies-‐ en distributiekosten voor aanbieders en intermediairs
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
6
Blijkbaar is in de ogen van Adfiz transparantie van advies-‐ en distributiekosten, los van de netto productprijs, op de factuur onvoldoende voor de consument om een bewuste keuze te kunnen maken. Adfiz redeneert dat als banken en verzekeraars die kosten in termijnen willen laten betalen, zij aan dezelfde spelregels moeten voldoen als het intermediair, dus dat er dan ook sprake zou zijn van krediet bij meer dan 3 betalingstermijnen.
OVEREENKOMSTEN EN VERSCHILLEN DISTRIBUTIEKANALEN In deze hele discussie zou het klantbelang voorop moeten staan. Politiek, aanbieders en intermediairs zijn het eens over de volgende zaken: 1. 2. 3. 4.
financieel advies is van groot belang voor de consument de waarde van onafhankelijk financieel advies staat buiten kijf onafhankelijk advies gaat verder dan afhankelijk advies de consument moet een geïnformeerde beslissing kunnen nemen voor het dienstverleningsmodel (afhankelijk advies, onafhankelijk advies of execution only) op basis van een juiste kostprijsvergelijking 5. bij de kostprijs van een complex/impactvol financieel product zijn er 3 kostensoorten: product, advies en distributie 6. de kosten van advies-‐ en distributie moeten transparant worden gemaakt aan de consument 7. deze kosten moeten als een aparte regel in de offerte en op de nota aan de consument op een duidelijke manier worden getoond 8. de nettoprijs (zonder advies-‐ en distributiekosten) moet transparant zijn, voor zowel de consument als het intermediair 9. de nettoproductprijs moet een zuivere prijs zijn, zonder dat daarin advies-‐ en distributiekosten zijn versleuteld 10. de consument die het advies niet in 1 keer kan betalen, moet de mogelijkheid hebben om die kosten gespreid te betalen 11. het kostprijsmodel van SIS finance biedt voldoende waarborg voor een correcte berekening van de kosten 12. consumenten moeten niet onnodig op kosten worden gejaagd Het verschil van mening tussen aanbieders, intermediair en ministerie / politiek concentreert zich op de vraag of aanbieders voor de kosten van advies-‐ en distributie een aparte factuur moeten sturen aan de consument (met dezelfde restricties rond gespreide betaling). In de huidige situatie als geschetst door Adfiz na het gesprek met Financiën, hebben aanbieders 2 keuzes: 1. één totaalfactuur sturen met de eerste betalingstermijn een hoger bedrag door de combinatie van premie en eenmalige advies-‐ en distributiekosten. De tweede en verdere termijnen betaalt de klant dan alleen nog de premie (inclusief beheerkosten); Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
7
2. een aparte factuur versturen voor de premie gedurende de looptijd en een aparte factuur voor de advies-‐ en distributiekosten gedurende de termijn die wordt afgesproken met de klant. Bij meer dan 3 termijnen gelden de regels van het consumptief krediet. Aan de hand van een voorbeeldsituatie wordt dit nog duidelijker:
o AOV verzekering o jaarpremie 3600 euro, maandpremie =300 o Er vanuit gaande dat er ca 17,5% provisie op zit en dat ongeveer de advies en distributiekosten zijn, dan mag je er vanuit gaan dat er nog eens ca 600 euro aan kosten voor advies en distributie betaald moeten worden o Totale jaarbedrag 3600+600=4200 euro.
Voor een aanbieder blijven er nu 3 opties over hoe dit in rekening te brengen waarbij hij 1 of 2 facturen kan sturen 1). In een keer het kostenbedrag van 600 laten betalen. Dit betekent voor een klant die per maand betaalt dat hij de eerste maand 900 euro betaalt (600 kosten + 300 premie) en de volgende 11 maanden 300 euro per maand. Een aanbieder zou dit met 1 of 2 acceptgiro’s kunnen laten betalen. 2) Een spreiding van de kosten over een periode van max 3 maanden (is het geen consumptief krediet!). Dit betekent de eerste 3 maanden een bedrag van 500 euro (300 premie + 200 kosten). Daarna 9 maanden 300 euro. Je kunt er voor kiezen dit met 1 acceptgiro in de eerste drie maanden te doen of 2 losse per maand. 3) gespreide betaling over de looptijd. Dit betekent een factuur met 300 + 50. Deze 350 kan via 1 acceptgiro per maand of 2 acceptgiro’s geïnd worden. Deze variant heeft echter als nadeel dat er voor die 50 euro per maand een consumptief krediet moet worden afgesloten.
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
8
Ter verduidelijking het kostprijsmodel van SIS Finance met daarin enkele voorbeeldbedragen om aan te geven waar de verschillen zitten in prijsbepaling tussen de verschillende distributiekanalen.
Op basis van het SIS Finance model wordt duidelijk dat ook execution only aanbieders hun kosten voor distributie (geen advies) transparant moeten maken op de factuur en in de offerte.
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
9
VISIE ADVIESBUREAU FRED DE JONG De discussie die is ontstaan over de advies-‐ en distributiekosten lijkt er toe te leiden dat het belang van de consument secundair geworden is. Het is belangrijk om dit belang in de discussie weer primair te maken. Belang 1: geïnformeerde beslissing De consument moet een geïnformeerde beslissing kunnen nemen over het product en de dienstverlening (advies en distributie) dat het beste bij hem past. De consument weet (kan weten) dat ongeacht het gekozen kanaal, het advies passend zal zijn en de adviseur deskundig , betrouwbaar en integer is (er vanuitgaande dat iedereen zich aan de wet houdt). In de oriëntatiefase kan de consument bij alle verschillende kanalen informatie krijgen via het dienstverleningsdocument over de omvang van de dienstverlening en de kosten van die dienstverlening. De consument heeft dan drie opties: 1. hij ziet af van advies en sluit het product zelf af via execution only. Daartoe zal hij eerst een toets moeten afleggen die aangeeft of hij geschikt is om het product zonder advies af te sluiten. De consument weet (via dienstverleningsdocument en offerte) dat hij kosten betaalt voor het af te sluiten product en voor de distributie. 2. Hij vraagt advies rechtstreeks bij een bank of verzekeraar en krijgt offerte met de kosten voor het product, het advies en de distributie. 3. Hij gaat naar een onafhankelijk adviseur en krijgt voor het advies en de distributie een factuur van het intermediair. Als het intermediair ook het product afsluit voor de consument bij een bank of verzekeraar zal het intermediair die kosten ook onderdeel laten uitmaken van zijn factuur. De bank of verzekeraar sluit vervolgens na de bemiddeling door het intermediair een eigen overeenkomst met de klant en stuurt hem ook separaat een factuur voor de premie of de hypotheekrente. Het is zeer onwaarschijnlijk dat een consument die er bewust voor kiest, via de geïnformeerde beslissing, om advies af te nemen bij een bank of verzekeraar, vervolgens op 2 verschillende facturen zit te wachten. Voor de consument heeft dit namelijk enkele nadelige gevolgen: -‐ -‐ -‐
aparte facturering levert extra kosten op die de consument zal moeten betalen er komt verwarring omdat je zaken doet met 1 partij, en van die ene partij op hetzelfde moment 2 facturen krijgt het kost de consument overbodige tijd om 2 facturen in plaats van 1 te betalen
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
10
Wellicht dat het ministerie in het overleg met Adfiz verwarring heeft gecreëerd omtrent de term ‘in rekening brengen’. Fred de Jong kan namelijk daarbij twee variaties bedenken bij dit begrip:
1. in rekening brengen is echt fysiek een factuur sturen 2. in rekening brengen is het wel apart vermelden op de factuur, maar gaan separate factuur sturen Indien de laatste interpretatie de bedoelde uitleg is van de minister (zo heeft hij het wel gezegd tijdens het debat op 8 maart!), dan is het van belang dit te expliciteren naar de markt. Belang 2: gespreide betaling De kosten van advies kunnen hoog zijn en voor sommige consumenten niet in 1 keer te betalen. Consumenten kunnen bij hypotheken en aan die hypotheek gerelateerde producten meefinancieren (mits daarmee de hypotheeknormen niet worden overschreden) en de kosten voor de adviseur vervolgens via de notaris laten uitbetalen. Aan het meefinancieren zijn kosten verbonden voor de consument. De mogelijkheden tot meefinancieren zijn gelijk tussen aanbieders en intermediairs. Het probleem kan ontstaan bij de overige complexe en impactvolle producten (levensverzekeringen, beleggingsproducten, inkomensverzekeringen en uitvaartproducten). Voor die consumenten die een dergelijk product afsluiten is het van belang dat zij de kosten voor advies gespreid kunnen betalen. Om het advies (onafhankelijk en afhankelijk) toegankelijk te houden voor alle lagen van de bevolking. Bij advies via een aanbieder is het simpel. De consument kiest, wederom op basis van die geïnformeerde beslissing over de verschillen in kosten en dienstverlening tussen afhankelijke en onafhankelijke partijen, voor een bank of verzekeraar. Hij ziet de kosten van het product en de kosten van het advies en de distributie. Stel op de offerte/nota staan de volgende bedragen: Kosten product
100
Kosten advies
20
Kosten distributie
10
Totaal kosten
130
De aanbieder kan de totale kosten vertalen naar een maandbedrag (premie of hypotheeklast) en dat in rekening brengen bij de consument. Vergelijkbaar zoals het nu ook gebeurt en wat de drempel tot deze vorm van advies niet verhoogt. Daarnaast is het van groot belang dat deze vorm van verrekening geen ‘perverse prikkel’ in zich heeft. Het gaat hier puur om afspraken over de betalingswijze. Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
11
Een aanbieder kan ook de eerste jaarstermijn van de premie opschorten en in dat eerste jaar alleen de kosten van advies en distributie incasseren. De verzekeringspremie gaat dan in vanaf jaar 2, met behoud van dekking in jaar 1.
Bij advies via het onafhankelijke intermediair kiest de consument er bewust voor om zaken te doen met 2 partijen, een intermediair en een aanbieder. De kosten die de consument dan op de offerte ziet, als hij ook kiest voor bemiddeling van het intermediair, kunnen er als volgt uitzien: Kosten product
100
Kosten advies
30
Kosten distributie
10
Totaal kosten
140
De consument krijgt een nota voor 40 euro van het intermediair en een nota van 100 euro van de aanbieder. De nota van de aanbieder wordt gespreid over de looptijd, want daar zit een continue dienstverlening achter die deze spreiding rechtvaardigt. De kosten van de adviseur zijn voor advies en distributie eenmalig. De consument zal die kosten dus direct moeten afrekenen met het intermediair. Als de consument dit niet kan, is er de mogelijkheid tot gespreide betaling. Echter niet onbeperkt. Dat kan een drempel opwerpen voor de consument die onwenselijk is. Het ministerie van Financiën dient dan ook een oplossing te vinden voor het probleem van de gespreide betaling. Door extra eisen te stellen aan aanbieders bij het spreiden van de advies-‐ en distributiekosten over de looptijd van een product, creëer je juist voor consumenten die voor deze route kiezen een extra drempel. En dat beleid is ook niet consequent ten aanzien van het verleden. In het provisiemodel is juist nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen de kosten voor advies bij een aanbieder en bij het intermediair. Voor het intermediair gelden de balansregels, bij aanbieders zijn deze regels niet van toepassing.
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
12
Richtlijn Consumentenkrediet Vanaf 1 juli 2011 geldt de nieuwe Richtlijn Consumentenkrediet in Nederland. Deze Europese Richtlijn kent enkele uitzonderingen, waarbij er geen sprake is van een kredietovereenkomst. Voor intermediairs, banken en verzekeraars biedt dit mogelijkheden om de consument gespreid te laten betalen voor advies, indien de consument niet direct kan betalen. De Richtlijn kent namelijk de volgende uitzonderingen, zoals opgenomen in artikel 58 BW: -‐ -‐
-‐
Kredietovereenkomsten zonder rente of andere kosten Krediet dat wordt aangeboden aan een beperkt publiek en dat een algemeen belang dient (bijv. de IBG leningen aan studenten) en dat wordt aangeboden tegen een lagere rente dan gebruikelijk is op de markt of gelijk is aan de gebruikelijke rentevoet maar onder voorwaarden die gunstiger zijn voor de consument; Krediet dat binnen 3 maanden moet worden afgelost en dat slechts onbetekende kosten in rekening brengt. Rente en administratiekosten zijn in dit geval geen onbetekende kosten.
De Richtlijn is opgenomen in de Wft, alleen is besloten om niet alle uitzonderingen in het BW van toepassing te verklaren in de Wft. Met name de eerste uitzondering (dat er geen kredietovereenkomst is als geen rente en kosten worden gerekend) is niet in de Wft opgenomen. Daartoe is met name besloten om de zogeheten flitskredieten onder de regels te kunnen brengen. De Wft met betrekking tot krediet is als volgt: § 1.1.3.4. Financiële diensten met betrekking tot krediet Artikel 1:20 1. Deze wet is niet van toepassing op: a. het krachtens een wettelijke bepaling aanbieden van krediet met een doelstelling van algemeen belang aan een beperkt publiek, 1°. rentevrij of tegen een lagere dan op de markt gebruikelijke rentevoet, of 2°. tegen een rentevoet die niet hoger is dan de op de markt gebruikelijke rentevoet en onder voorwaarden die voor de consument gunstiger zijn dan de op de markt gebruikelijke voorwaarden; b. financiële diensten die worden verleend door geregistreerde geldtransactiekantoren als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren, Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
13
voorzover het diensten betreft die zij mogen verlenen op grond van die wet; c. financiële diensten met betrekking tot krediet dat door een werkgever als nevenactiviteit wordt aangeboden aan uitsluitend zijn werknemers, 1°. rentevrij of tegen een lagere dan op de markt gebruikelijke rentevoet, of 2°. tegen een rentevoet die niet hoger is dan de op de markt gebruikelijke rentevoet en onder voorwaarden die voor de consument gunstiger zijn dan de op de markt gebruikelijke voorwaarden; d. financiële diensten met betrekking tot krediet bestaande uit een overeenkomst van huur en verhuur of waartoe een zodanige overeenkomst behoort, tenzij deze betrekking heeft op bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen zaken en de strekking heeft dat het verschaffen van het genot van de zaak waarop de overeenkomst betrekking heeft, al dan niet door verlenging van die overeenkomst of het aangaan van een nieuwe overeenkomst, langer dan zes maanden zal duren; e. financiële diensten met betrekking tot krediet bestaande uit het in ontvangst nemen van roerende zaken van een consument tegen het ter beschikking stellen van een geldsom aan de consument, voorzover de vordering op de consument tot terugbetaling teniet gaat indien de betreffende roerende zaken door de financiële onderneming te gelde worden gemaakt; en
f. financiële diensten met betrekking tot krediet dat binnen drie maanden dient te worden afgelost en terzake waarvan slechts onbetekenende kosten aan de consument in rekening worden gebracht. Er is overigens alleen sprake van het verstrekken van (consumptief) krediet, als dit aan een consument gebeurt. Een consument is in de Wft als volgt gedefinieerd: ‘een niet in de uitoefening van zijn bedrijf of beroep handelende natuurlijke persoon aan wie een financiële onderneming een financiële dienst verleent’. Dat betekent dat gespreide betaling van de advies-‐ en distributiekosten door ondernemers (niet zijnde consumenten) wel mogelijk is zonder dat sprake zal zijn van het afsluiten van een consumptief krediet. Dit geldt bijvoorbeeld voor collectieve verzekeringen.
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
14
Oplossing gespreide betaling Het probleem van de gespreide betaling kan in de visie van Fred de Jong als volgt worden opgelost: 1. Maak gebruik van de Europese Richtlijn met een vrijstelling voor adviseurs (onafhankelijk en afhankelijk) om de kosten van advies te mogen spreiden over meer termijnen dan 3, zonder dat er sprake is van consumptief krediet. Daarbij dient te worden aangedrongen op een wettelijke bepaling dat kredieten aan consumenten voor financieel advies het algemene belang dienen. Deze uitzondering geldt alleen voor die klanten die het advies niet in één keer kunnen betalen. 2. Zorg dat de AFM coulance betracht ten aanzien van de passende beloningsnorm voor directe beloning, zodat adviseurs de kosten voor advies en distributie over termijnen mogen spreiden. De AFM zou kunnen beargumenteren dat tegenover deze periodieke betaling voor advies een doorlopende zorgplicht hoort en beheersactiviteiten (beantwoorden vragen, contact nav gewijzigde omstandigheden etc.) wat zou rechtvaardigen dat intermediairs hun kosten spreiden. Bijvoorbeeld door af te spreken dat een adviseur de helft van zijn kosten direct bij de consument in rekening brengt en de overige kosten gespreid over 10 jaar. (parallel aan de gedachte van de balansregel bij provisie). Het stimuleren van gespreide betaling past verder in de zienswijze dat financieledienstverleners ook na het sluiten van een product of het geven van advies hun relatie met de klanten in stand houden. Ten aanzien van de reeds door de minister voorgestelde oplossingen ten aanzien van de betaalbaarheid van advies nog een paar opmerkingen:
Het stimuleren van consumenten om een krediet af te sluiten voor de betaling van advieskosten is een ongewenste prikkel die leidt tot onnodige lastenverzwaring. Daarnaast beïnvloedt dit ook de kredietwaardigheid van consumenten (BKR-‐notering?) voor het kunnen aangaan van andere overeenkomsten (bv hypotheek). Het aangaan van kredietovereenkomsten om de kosten van financieel advies te kunnen betalen is tevens ongewenst, omdat bemiddelaars dan voor het afsluiten van het krediet een extra overeenkomst moeten aangaan, waarvoor ook niog eens uitsluitend provisie mag worden ontvangen. In het provisiemodel zitten meestal ook rentekosten van aanbieders die de afsluitprovisie voorfinancieren. Deze kosten vervallen door het provisieverbod en kunnen mogelijk worden weggestreept tegenover de extra kosten die het gebruik van factoring met zich mee brengen. Er is een sterke opkomst van factoringbedrijven wat leidt tot meer diversiteit en concurrentie en een prijsverlagend effect. Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
15
Intermediairs concentreren zich op grote schaal via serviceorganisaties of andere samenwerkingsverbanden (Noordeloos, Immensa etc..)via welke zij ook een stuk factoring kunnen regelen tegen relatief lage kosten.
Adviesbureau Fred de Jong kan zich goed voorstellen dat de Minister concludeert, op basis van bovenstaande argumenten, dat er geen nadere regeling nodig is om de toegankelijkheid van financieel advies te waarborgen via het onafhankelijke intermediair. Dat zou in lijn zijn met eerdere uitspraken van de Minister in zijn brief van 13 april 2011.
ADVIES AAN VERBOND VAN VERZEKERAARS Het is voor verzekeraars zaak om vanuit het belang van de consument te redeneren ten aanzien van de hier geschetste problematiek. Dat betekent dat verzekeraars zullen moeten beargumenteren dat het stellen van aparte regels aan de incassering van de advies-‐ en distributiekosten voor de consument nadelig is. Daartoe ziet Adviesbureau Fred de Jong de volgende valide argumenten: 1. De consument heeft behoefte aan financieel advies en moet een geïnformeerde beslissing kunnen nemen op basis van het verzekeringsproduct, de kosten en de dienstverlening. Inzicht in de advies-‐ en distributiekosten zorgt hiervoor; 2. Het probleem dat consumenten een adviestarief niet kunnen betalen is minder groot dan het lijkt. Het is twijfelachtig of het ministerie daar een oplossing voor moet nastreven. Daarnaast zijn er ruim voldoende alternatieven voor het intermediair om de advieskosten inbaar te maken bij de consument, zoals bijvoorbeeld factoring. 3. Verzekeraars vinden het onwenselijk dat consumenten een consumptief krediet zouden moeten sluiten om de kosten voor financieel advies te kunnen betalen. Het ministerie en de AFM zouden daarom de Richtlijn Consumentenkrediet met zijn vrijstellingen ruimhartig moeten interpreteren, met name op het punt van het algemene belang van financieel advies. 4. De wetgever zou, samen met de toezichthouder, juist moeten stimuleren dat financieel adviseurs een continue relatie met de klant onderhouden (conform de uitgangspunten van de provisiebalansregels), wat een doorlopende betaling van advies-‐ en distributiekosten rechtvaardigt. 5. Als verzekeraars de advies-‐ en distributiekosten niet gelijk met de premie zouden mogen innen, dan betekent dit een lastenverzwaring van vele miljoenen euro’s op. Mede gezien de solvabiliteitseisen die aan verzekeraars worden gesteld is het de verwachting dat deze kosten aan de consument in rekening worden gebracht en dus ten laste kunnen komen van de vermogensopbouw of de dekking;
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
16
OMVANG PROBLEMATIEK Bij hypotheken ziet de minister (en de markt) geen probleem qua financiering van advieskosten. De overige complexe producten worden in zeer beperkte mate door consumenten onder het sociale minimum afgesloten (er van uitgaande dat voor deze groep consumenten het in 1 keer betalen van advies het lastigst is), zie onderstaande tabel van het CVS (2011): Netto gezinsinkomen per maand
< 1000
1000 - 1500
Levensverzekering gekoppeld aan hypotheek
2,3%
9,3%
Levensverzekering gekoppeld aan pensioen
2,9%
8,1%
Hypotheek
9,4%
22,4%
De uitvaartmarkt is met een penetratie van 70% behoorlijk verzadigd. Het argument dat advies onbereikbaar wordt is onzin, omdat de discussie gaat over de toegang tot onafhankelijk advies. De AFM stelt ook dat consumenten mogelijk door het provisieverbod minder geneigd zijn om advies af te nemen van intermediairs. Dat betekent dat men mogelijk meer advies afneemt van directe aanbieders. Deze consequentie is voor het intermediair vervelend, maar de consument moet ook door de directe kanalen passend geadviseerd worden, dus de conclusie dat een consument daarmee slechter af is, is onjuist. Het wordt voor de consument en de maatschappij wel problematisch als het provisieverbod zou leiden tot het verdwijnen van het intermediaire kanaal. Daar is de consument niet bij gebaat, omdat het intermediair een belangrijk tegenwicht vormt namens de consument tegen de banken en verzekeraars. Adviesbureau Fred de Jong heeft geen directe aanwijzingen dat het intermediair op grote schaal failliet dreigt te gaan door het provisieverbod. Er is reeds een behoorlijke sanering gaande als gevolg van de economische en technologische omstandigheden. Daarnaast zijn de meeste intermediairs voor hun inkomsten afhankelijk van schadeverzekeringen, een markt die vooralsnog buiten schot blijft.
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
17
BIJLAGE: ADMINISTRATIEVE LASTENBEREKENING Jaarlijks worden er circa 8 miljoen complexe adviezen verstrekt in Nederland (Ministerie van Financiën, 2008) 60% van de complexe producten wordt via intermediairs afgesloten, dus de directe markt voor complexe producten is 40%, dus 3,2 miljoen adviezen. Als de advies-‐ en distributiekosten bij deze adviezen niet meer samen met de verzekeringspremie mogen worden afgerekend bij de klant, dan betekent dit de volgende extra kosten voor direct writers: -‐ -‐ -‐
meer tijd om consument uit te leggen hoe de advies-‐ en distributiekosten in rekening worden gebracht; extra opleiding van adviseurs en medewerkers over de advies-‐ en distributiekosten investeren in communicatie aan de klant (internet, brochures)
Als de advies-‐ en distributiekosten alleen onder voorwaarden nog gespreid in rekening mogen worden gebracht, komen de volgende kosten daarbij: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
toetsing BKR maken van contractuele (eventueel krediet) overeenkomst met de consument over betaling van advies-‐ en distributiekosten en bv gevolgen bij wanbetaling aanpassing interne systemen (vaak meerdere systemen per polis) inregelen aparte administratie met debiteurenbeheer kosten aanvraag vergunning consumptief krediet (voor sommige direct writers geldt dit) kosten voor inschakeling factoringbedrijf (eventueel)
Per direct writer worden de eenmalige kosten op 2,5 miljoen euro geschat als men bij gespreide betaling voor de advies-‐ en distributiekosten een consumptief krediet moet aanbieden. De doorlopende kosten worden op 1 miljoen euro geschat.
Adviesbureau Fred de Jong, www.freddejong.eu
18