Geroepen tot gemeenschap Beleidsplan van de kerkenraad van de Hervormde Gemeente te Sprang 2015-2020
Inhoudsopgave 1. Geroepen tot gemeenschap ............................................................................................................2 Identiteit en roeping ...................................................................................................................2 Beleidsplan .................................................................................................................................2 Zorg vóór en zorg óm de gemeente .............................................................................................2 Zeven aandachtsvelden ...............................................................................................................3 Beleid omsloten door het belijden...............................................................................................3 2. Eredienst en prediking ....................................................................................................................4 Huidig beleid ...............................................................................................................................4 Vragen voor vandaag ..................................................................................................................5 Beleidsvoornemens.....................................................................................................................5 3. Pastoraat ........................................................................................................................................6 Huidig beleid ...............................................................................................................................6 Vragen voor vandaag ..................................................................................................................7 Beleidsvoornemens.....................................................................................................................7 4. Jeugdwerk.......................................................................................................................................8 Huidig beleid ...............................................................................................................................8 Vragen voor vandaag ..................................................................................................................9 Beleidsvoornemens................................................................................................................... 10 5. De missionaire opdracht van de gemeente.................................................................................... 11 Huidig beleid ............................................................................................................................. 11 Vragen voor vandaag ................................................................................................................ 11 Beleidsvoornemens................................................................................................................... 12 6. Diaconie ........................................................................................................................................ 13 Huidig beleid ............................................................................................................................. 13 Vragen voor vandaag ................................................................................................................ 13 Beleidsvoornemens................................................................................................................... 13 7. Kerkrentmeesterlijk beheer........................................................................................................... 14 Huidig beleid ............................................................................................................................. 14 Vragen voor vandaag ................................................................................................................ 14 Beleidsvoornemens................................................................................................................... 15 8. Kerkenraad en bovenplaatselijke contacten .................................................................................. 16 Huidig beleid ............................................................................................................................. 16 Vragen voor vandaag ................................................................................................................ 16 Beleidsvoornemens................................................................................................................... 17 9. Statistiek ....................................................................................................................................... 18 De gemeente per 1 maart 2015 ................................................................................................. 18 Ontwikkeling in vier jaar ............................................................................................................ 19 Beleidsvoornemen .................................................................................................................... 21
1
1. Geroepen tot gemeenschap Identiteit en roeping De Hervormde gemeente te Sprang is kerk in Noord-Brabant, ten zuiden van de Bergsche Maas, in de Langstraat, en maakt deel uit van de Protestantse Kerk in Nederland. Binnen deze kerk weet zij zich verbonden met de hervormd-gereformeerde traditie. Als gemeente van de Heere Jezus Christus willen we gehoorzaam zijn aan de Heilige Schrift en de belijdenis (te weten de oudchristelijke belijdenissen en de gereformeerde belijdenisgeschriften). Het bestaansrecht van de gemeente ligt in niets anders dan in de trouw van de Heere God voor zondaars. Het is de roeping van de gemeente om uit Gods genade te leven. Jezus Christus en die gekruisigd is de kern van de eredienst, de prediking in het bijzonder. De verkondiging van die boodschap beperkt zich echter niet alleen tot de gemeente, die samenkomt in de kerk maar ook in de opdracht die de gemeente heeft om het Woord te delen met de wereld om haar heen, in de (Brabantse) context waarin we leven. Beleidsplan De kerkenraad draagt verantwoordelijkheid voor de opbouw van de gemeente in het geloof. Op welke wijze dat moet gebeuren, wordt verwoord in het vierjaarlijkse beleidsplan dat door de kerkenraad opgesteld moet worden. Bij het vorige beleidsplan, vastgesteld in 2008 – de gemeente was toen pas vacant – is ervoor gekozen om het beleidsplan van 2003 ongewijzigd te laten. In 2014 is de keuze gemaakt om een geheel nieuw beleidsplan te schrijven. Na een proces van meer dan anderhalf jaar ligt er nu, november 2015 een nieuwe beleidsplan. Het is niet de bedoeling dat het bestaande beleid minutieus wordt verwoord. Wat afgesproken is ligt immers vast in beleidsstukken, protocollen en kerkenraadsbesluiten. Voor de periode 2015-2020 is ervoor gekozen om op zeven gebieden van het gemeente-zijn de aandacht te richten. De term beleidsplan kan associaties oproepen met bedrijfsleven en management – alsof de kerk, de gemeente een bedrijf is dat plannen maakt om het voortbestaan te garanderen. Naar onze overtuiging moet een beleidsplan van de gemeente dit niet zijn. Niet de kerkenraad maakt plannen voor de toekomst (‘Waar staan we over vier jaar?’), maar hij is in alles afhankelijk van de Heere van de Kerk. Het opstellen van een beleidsplan dwingt de kerkenraad er echter wel toe om de aandacht te richten waar het werkelijk om gaat: de zorg vóór en de zorg óm de gemeente. Zorg vóór en zorg óm de gemeente De kerkenraad is geroepen om in de onderscheiden gebieden van eredienst en prediking, pastoraat, catechese, vorming en toerusting, diaconaat en beheer leiding te geven aan de gemeente die aan zijn zorg is toevertrouwd en daarbij de wereld om ons heen niet te vergeten op het gebied van zending, evangelisatie, diaconaat en bovenplaatselijk kerk-zijn. Deze zorg vóór de gemeente is voor een groot deel ook zorg óm de gemeente. We zijn dankbaar voor de betrokkenheid van de gemeente als het gaat om de kerkgang op zondag en de andere activiteiten die plaatsvinden. Tegelijkertijd zien we de kerkgang afnemen, wat we vooral (maar niet alleen) waarnemen bij jonge ouders (en hun kinderen) en bij de jongeren in onze gemeente. We moeten ons eerlijk de vraag stellen waardoor dit veroorzaakt wordt. Ontegenzeggelijk zal de secularisatie, die ook in Sprang-Capelle om zich heen grijpt, hier een grote rol in spelen. Dat kan echter geen excuus zijn om de gestage krimp in en toenemende vergrijzing van onze gemeente als een onomkeerbaar gegeven te aanvaarden. In onze tijd gaat secularisatie hand in hand met een toenemende individualisering in onze samenleving. Die individualisering staat haaks op de roeping van de gemeente, namelijk om in Christus een gemeenschap te vormen. Hoewel bijna twee millennia ons scheiden van de eerste gemeente in Jeruzalem, is wat daarover gezegd wordt in Handelingen 2:42 nog altijd actueel: ‘En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden.’ Volharding, juist in deze tijd van ontkerkelijking, in wat de Bijbel ons leert. Volharding ook, juist in deze tijd van individualisering, in gemeenschap. En waar de gemeenschap (met Christus én met elkaar) niet of nauwelijks (meer) ervaren wordt, klinkt juist de roeping om daaraan toch (weer) gestalte te geven. De persoonlijke geloofsbeleving is hierin onmisbaar. 2
De kerkenraad en de gemeente staan hierin naast elkaar. Daarom heeft de kerkenraad het beleidsplan voor de komende jaren als titel meegegeven: Geroepen tot gemeenschap. Daarin wordt de visie verwoord waar het om moet gaan. In de uitwerking van deze visie wordt de hoop onder woorden gebracht en het geloof beleden, gedragen door de liefde tot elkaar. Ondanks de zorgen die er zijn, mogen we ook dankbaar zijn voor de vele goede dingen. Gods trouw blijkt nog altijd! Zeven aandachtsvelden In februari 2014 is het proces om te komen tot een nieuw beleidsplan gestart en heeft de kerkenraad zich bezonnen op zijn visie voor de komende jaren. Naar aanleiding daarvan is besloten om het beleidsplan te schrijven rond zeven thema’s. Deze zeven thema’s behelzen: 1. Eredienst en prediking 2. Pastoraat 3. Jeugdwerk 4. De missionaire opdracht van de gemeente 5. Diaconaat 6. Kerkrentmeesterlijk beheer 7. Kerkenraad en bovenplaatselijke contacten Om richting te geven aan het beleid zijn in het beleidsplan per onderwerp steeds drie paragrafen geformuleerd: in de eerste wordt een korte beschrijving en evaluatie gegeven van de huidige stand van zaken; in de tweede gaat het om de vragen waarvoor we gesteld worden en in de derde wordt een aantal beleidsvoornemens opgesteld. Daar waar er een overlap is tussen thema’s wordt gekozen om het onderwerp bij één van de thema’s onder te brengen. De uitvoering van deze beleidsvoornemens is gekoppeld aan een tijdspad van vier jaar. In het najaar van 2015 zal het bestaande beleid op het gebied van het jeugdwerk geëvalueerd worden, evenals het beleid op het gebied van pastoraat. In het voorjaar van 2016 staat de eredienst centraal en in 2016‘17 – wanneer het nieuwe beleidsplan van het missionair team gestalte moet krijgen – bezint de kerkenraad zich op de missionaire opdracht van de gemeente. Deze taken zijn de primaire verantwoordelijkheid van de kerkenraad in zijn geheel. Beleidsontwikkeling op de gebieden kerkrentmeesterlijk beheer, diaconaat en bovenplaatselijk gemeente-zijn zijn de primaire verantwoordelijkheid van respectievelijk het College van Kerkrentmeesters, het College van Diakenen en het moderamen van de kerkenraad. In de desbetreffende hoofdstukken wordt ook steeds het tijdspad genoemd. Bepaalde onderwerpen horen bij verschillende aandachtsvelden thuis. Te denken valt aan de financiering van diverse activiteiten, het vrijwilligersbeleid etc. Deze onderwerpen worden steeds bij één thema ondergebracht; daar worden de dwarsverbanden met andere thema’s verwoord. Het beleidsplan wordt afgesloten met een statistisch overzicht van de gemeente. Beleid omsloten door het belijden De Heere God laat ons Zijn trouw blijken. Door de eeuwen heen is die gebleken. De God van het verbond laat niet los wat Zijn hand begon. Niet dankzij, maar ondanks ons. In Sprang mogen we in vrijheid het geloof belijden in de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest. Geroepen tot gemeenschap zijn we. Geroepen om in gemeenschappelijk en in persoonlijk gebed de Heere te bidden om Zijn zegen voor de gemeente van Sprang en heel Zijn kerk.
3
2. Eredienst en prediking Huidig beleid De eredienst is het hart van het gemeente-zijn. Daar waar het Woord van God verkondigd wordt, werkt de Heilige Geest in harten van mensen. Het is de eerste plek waar mensen geroepen worden tot gemeenschap: met Christus en met elkaar. Van oudsher komt de gemeente tweemaal per zondag bijeen, en daarnaast op de christelijke feestdagen, oudjaarsavond en nieuwjaarsmorgen en op de bid- en dankdagen voor gewas en arbeid. Wie niet in staat is om de dienst bij te wonen heeft de mogelijkheid deze te volgen via de kerktelefoon en internet. Tenminste eenmaal per twee maanden is er gelegenheid voor de bediening van de Heilige Doop, terwijl het Heilig Avondmaal vier keer per jaar gevierd wordt. Eenmaal per jaar wordt de viering voortgezet in Elzenhoven, eenmaal in Het Koetshuis. Wat betreft de vormgeving van de liturgie staat de gemeente in de gereformeerde traditie. Deze kenmerkt zich door de centrale plaats van de prediking en soberheid in de uitvoering. Daarnaast heeft deze traditie het zingen van de psalmen als uitgangspunt, omdat Christus Zelf de psalmen gezongen heeft en omdat de verbondenheid met Israël hiermee tot uitdrukking komt. Voorafgaand aan en tijdens de eredienst kent onze gemeente een aantal specifieke gebruiken: Bij het binnenkomen van de kerk worden de kerkgangers welkom geheten door twee leden van de welkomstcommissie. Na binnenkomst van de kerkenraad in de kerk wordt de gemeente welkom geheten door de kerkenraad namens een kerkenraadslid, worden er – indien van toepassing – mededelingen gedaan en wordt het eerste lied aangekondigd. We lezen uit de Herziene Statenvertaling (2010) De psalmen (in de berijming van 1773) worden ritmisch gezongen. Daarnaast heeft de predikant de mogelijkheid om twee liederen uit de HGJB-liederenbundel Op Toonhoogte op te geven. Op de christelijke feestdagen is er ruimte voor meer liederen. In de avonddiensten worden thematisch onderwerpen uit de geloofsleer behandeld. Ongeveer vier keer per jaar is het thema toegespitst op de leefwereld van onze jongeren (jeugd-/jongerendiensten). Bij de bediening van de Heilige Doop, de viering van het Heilig Avondmaal, en de bevestiging van ambtsdragers of nieuwe lidmaten wordt gebruikgemaakt van de hertaling van de klassieke formulieren. Bij de kerkelijke huwelijksbevestiging wordt een verkorte en geactualiseerde versie van het klassieke huwelijksformulier gebruikt. Met inbegrip van de jeugd- en jongerendiensten is er ca. negen keer per jaar is er de mogelijkheid tot het houden van een bijzondere dienst, waarin ruimte is voor andere muziek dan orgelbegeleiding en waarin meer liederen gezongen kunnen worden (zoals bij de welkomstdienst na de VBK-week, opening Winterwerk, dienst van Kerk, school en gezin en de middagdiensten op bid- en dankdag). Bij de doopdiensten worden de kinderen in de kerk en uit de crèche uitgenodigd om voorin de kerk de doop van dichtbij mee te maken. Op Tweede Paasdag is er een gezamenlijke viering met de Hervormde Gemeente Besoyen in onze kerk, op Tweede Pinksterdag vindt deze plaats in Besoyen. Ongeveer dertig KerkWebRadio’s worden in de gemeente gebruikt door kerktelefoonluisteraars. Er is een aansluiting in Elzenhoven (6 gemeenteleden) en er kan via internet meegeluisterd worden. De diensten worden niet meer opgenomen op cassetteband, wel kunnen gemeenteleden die aan huis gebonden zijn de dienst via USB-stick beluisteren. In het najaar van 2014 is onderzocht in hoeverre er belangstelling was voor een videoverbinding via internet ten behoeve van het thuis kijken van de diensten. De animo hiervoor was te laag om hiertoe over te gaan. In het voorjaar van 2015 is de kindernevendienst ingevoerd. Voor kinderen in de leeftijd van vier tot en met acht jaar (groep 1 tot en met 4 basisschool) is er wekelijks kindernevendienst, voor kinderen in de leeftijd van negen en tien jaar (groep 5 en 6) is dit om de week. 4
Vragen voor vandaag Van oudsher worden de morgendiensten beter bezocht dan de avonddiensten. Op dit moment bezoeken zo’n 300 gemeenteleden de zondagse morgendienst, terwijl er ’s avonds zo’n 150 bezoekers zijn. Het aantal kerkgangers is de afgelopen vier jaar verder teruggelopen. We merken dat jongeren minder makkelijk de weg naar de kerk vinden, terwijl zij wel hun plaats innemen bij de catechese en in het jeugdwerk. Daarnaast komen jonge gezinnen vaak niet compleet naar de kerk. Van de oppasdienst wordt nauwelijks door de doelgroep gebruikgemaakt en ook als kinderen de leeftijd van 4 à 6 jaar hebben bereikt, betekent dat lang niet altijd dat ze vanaf dat moment meekomen naar de kerk. Het gevolg is dat vader of moeder met (een deel van) de kinderen thuisblijft. Hoewel er de afgelopen twee jaar door de ouderlingen met deze ouders gesproken is op het huisbezoek, heeft dat geen resultaat gehad. Dat baart zorgen, voor vandaag én voor de toekomst. Een groot deel van de kerkgangers bestaat uit gemeenteleden boven de 50; daar is, meer dan bij de jongere gemeenteleden, sprake van ‘gewend zijn om op zondag naar de kerk te gaan’. Echter ook in deze categorie zien we dat mensen vertrekken uit de kerk. Met betrekking tot de prediking vraagt de kerkenraad zich af hoe deze landt in de gemeente. Ervaren gemeenteleden dat de preek aansluit op het dagelijks leven? Komen pastorale vragen voldoende aan bod? Beleidsvoornemens De gemeente mag van haar kerkenraad verwachten dat deze de eredienst ziet als een plek van ontmoeting met de Heere God is en waar de gemeenschap met Hem en met elkaar (het gemeentezijn) ervaren mag worden. Wij worden voor de vraag gesteld of dit andere wegen vraagt om te begaan dan we tot nu toe gewend waren. Het voornemen is om met betrekking tot de volgende zaken het bestaande beleid te evalueren en daar waar nodig aan te passen. De verstaanbaarheid van de eredienst, in het bijzonder de prediking. Onze gemeente is een volkskerk en daarom mag en moet Gods Woord in de eredienst voor een ieder begrijpelijk verkondigd worden. De kerkenraad neemt zich voor om minimaal twee keer per jaar in de kerkenraad het gesprek over de prediking te voeren. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar het bereiken van jeugd en jongeren in de eredienst. In het voorjaar van 2016 wordt de kindernevendienst geëvalueerd. Tevens zal er aandacht besteed worden aan het afnemende gebruik van de oppasdienst. Bijzondere diensten. Binnen het beleid was er ruimte voor vier bijzondere diensten. Met de invoering van jeugd- en jongerendiensten is dit aantal uitgebreid. De kerkenraad neemt zich voor om dit te evalueren en indien nodig aan te passen. Om deze diensten en de bijzondere vieringen op 2e Paas- en Pinksterdag voor te bereiden, wordt een gemeentebrede commissie Eredienst in het leven geroepen. Het zingen in de eredienst. In 2009 is de bundel Op Toonhoogte geïntroduceerd. Een grondige evaluatie heeft nooit plaatsgevonden. Dit zal in de komende periode gaan gebeuren, waarbij tevens de vraag gesteld zal worden hoe het zingen van psalmen in de berijming van 1773 en de eerder genoemde verstaanbaarheid zich tot elkaar verhouden. Daarbij zal gekeken worden naar het initiatief dat binnen de kring van de Gereformeerde Bond ontwikkeld is, om tot een verantwoorde liederenbundel voor de eredienst te komen. (Deze bundel, Weerklank, verschijnt in het voorjaar van 2016. Pasgeleden verscheen de nieuwe editie van Op Toonhoogte.) De evaluatie van de eredienst en de liturgie in zijn geheel, tegen de achtergrond van de gereformeerde traditie, gaat plaatsvinden in het voorjaar van 2016. Moderne media. In het kerkgebouw zijn er op dit moment geen mogelijkheden voor het gebruik van beamer etc. Over de noodzaak hiervoor zal de kerkenraad zich buigen.
5
3. Pastoraat Huidig beleid Uitgangspunt In de inleiding van dit beleidsplan staat dat de kerkenraad geroepen is om op het gebied van o.a. pastoraat leiding te geven aan de gemeente.. Dit is zorg vóór, maar ook zorg óm de gemeente. De secularisatie gaat gepaard met individualisering, wat haaks staat op onze roeping om een gemeenschap te vormen. We worden geroepen te volharden in het gestalte geven aan de gemeenschap met Christus en met elkaar. De persoonlijke geloofsbeleving is hierin onmisbaar. Visie op pastoraat De visie die de kerkenraad in het verleden heeft vastgesteld ziet er samengevat als volgt uit. Pastoraat dient uit te gaan van Gods opzoekende liefde ten aanzien van mensen. Na de zondeval zocht God zelf Adam op om redding te verkondigen. In de zending van Jezus openbaarde God volledig zijn ontferming met mensen. De Bijbel toont verder dat Christus zich ontfermt over mensen en bewogen over hen is in allerlei situaties. Omdat de Heilige Geest in de gemeente is uitgestort, is pastoraat een zorg van de hele gemeente aan elkaar. We gaan daarbij uit van de gaven die de Geest aan gemeenteleden geeft. Dit is vooral de charismatische kant van het pastoraat. Daarnaast is er de kant van het gezag. Dat houdt in dat er ambtsdragers zijn die, door Christus geroepen, in een tegenover tot de gemeente komen om haar liefdevol en met gezag te leiden. Vanwege de verschillende gaven heeft elk gemeentelid een eigen, bijzondere taak. De praktijk Het pastoraat omvat veel activiteiten. Daarbij is de inzet van veel broeders en zusters noodzakelijk. Er zijn vijf wijkteams, bestaande uit (een) ouderling(en), een diaken en eventueel een bezoekbroeder of –zuster. Deze regelen het bezoekwerk, voeren het uit en koppelen aan elkaar terug. De ouderling staat in contact met predikant en pastoraal werker. De wijkteams vallen onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad. Om de samenhang en efficiency in en toerusting voor het pastoraat te bevorderen bestond binnen de kerkenraad de Commissie Pastoraat, ‘ComPas’. Voor het bezoekwerk wordt een overzicht gehanteerd waarin nauwgezet de diverse doelgroepen, gelegenheden en belangrijke levensgebeurtenissen beschreven staan die om pastorale zorg vragen: ‘Verdeling pastorale taken’ (p. 10 en 12 uit Beleidsplan 2008-2013). Daarbij wordt aangegeven wanneer predikant, pastoraal werker of ouderling contact onderhoudt met het gemeentelid. In 2013 is het pastorale beleid op het punt van het huwelijk, ongehuwd samenwonen en opnieuw trouwen na echtscheiding opnieuw vastgelegd. In 2015 gebeurde dit op het punt van pastoraat rond het levenseinde, bij de begrafenis en rond de rouwverwerking. Evaluatie Er heeft geen aparte evaluatie plaats gevonden van de pastorale praktijk en of deze is conform de bedoeling en de visie. Maar in de wandelgangen van kerkenraad en gemeente zijn wel diverse geluiden te horen over het pastoraat. Er wordt nooit iets gezegd over de ontoereikendheid van de visie op pastoraat. De indruk is dat deze nog actueel en geschikt is om de praktijk erop te baseren. Het overzicht ‘Verdeling pastorale taken’ is leidend. De indruk bestaat dat dit nog voldoet. Over de praktijk wordt wel een en ander vernomen. Een enkele keer is in de gemeente te horen dat men regelmatig huisbezoek mist of dat er geen of onvoldoende pastorale aandacht was in een bijzondere situatie zoals ziekte, overlijden, echtscheiding of bij andere problemen. De ouderlingen verschillen op het punt of ze vinden dat ze voldoende aan het reguliere huisbezoek toekomen. Het is niet duidelijk of de norm nog geldt van eens in de zoveel jaar elke bezoekbaar adres te hebben bezocht. Door het bestaan van vacatures in de kerkenraad is geen aparte aandacht gegeven aan de organisatie en ontwikkeling van het pastoraat. Wel doet elk individu betrokken bij pastoraat persoonlijk z’n best. ComPas functioneert al een aantal jaren niet meer. Er is binnen de kerkenraad 6
geen helder, gedeeld beeld van hoe de organisatie en de uitvoering van het pastoraat wordt gezien en gewaardeerd. Vragen voor vandaag De visie op pastoraat en de taakverdeling tussen predikant, pastoraal werker en ouderlingen gelden nog steeds. De vraag hierbij is of er nog accenten moet worden aangebracht. Ook is het nuttig om te kijken of die visie correct is vertaald naar de huidige praktijk. Komt bijvoorbeeld in die praktijk voldoende tot uitdrukking dat pastoraat onder meer ook zorg van de gehele gemeente voor elkaar is? Zo ja, hoe dan? Zo nee, hoe zou de kerkenraad dat dan beter kunnen bewerkstelligen? Is de jeugd voldoende in beeld, al dan niet onder de noemer van ‘jeugdpastoraat’? Worden zorgen als armoede, eenzaamheid, (kinder-)mishandeling en psychiatrische problemen bij gemeenteleden gesignaleerd en eventueel doorgegeven aan de diaconie of andere instanties? Het lijkt er op dat ouderlingen de laatste jaren vaker dan voorheen van meelevende gemeenteleden te horen krijgen dat ze, om verschillende redenen, geen huisbezoek willen. Waar ligt dit aan? En wat betekent het teruglopen van kerkbezoek voor het pastoraat? Het is al enige tijd zo dat er per wijk één ouderling is, al dan niet aangevuld met een bezoekbroeder. Het lukt maar moeilijk om de kerkenraad met nieuwe ouderlingen-pastoraat aan te vullen die er de geestelijke schouders onder kunnen zetten. Zou dit te maken hebben met de brede taak van ouderling, die als belastend wordt gezien? Vanuit de gemeente zijn al enkele malen suggesties bij de kerkenraad binnengekomen t.a.v. toerusting voor het bezoekwerk. Al met al zaken die nopen tot bezinning. Beleidsvoornemens Hoe het er met de pastorale bearbeiding van de gemeente voor staat is slechts gebaseerd op indrukken. Toch is het een activiteit waar veel menskracht in omgaat. Daarom neemt de kerkenraad voor om stapsgewijs en gestructureerd alle zaken betreffende het pastoraat onder de loep te nemen en zo nodig aan te passen Het gaat dan over: a. De visie op pastoraat. b. Het overzicht ‘Verdeling pastorale taken’; jeugdpastoraat; het al dan niet hanteren van een norm om eens in de zoveel jaar alle bezoekbare adressen te hebben bezocht. c. Inzet gemeenteleden bij de invulling van de Bijbelse opdracht om zorg voor elkaar te hebben. d. De organisatie: wijkindeling, samenstelling en functioneren van de wijkteams, gebruikmaking van LRP, rapportage, gestructureerd overleg om dit te ondersteunen. e. De toerusting van de diverse betrokkenen bij het pastoraat, w.o. het bewustzijn van de signaleringsfunctie voor eerder genoemde problemen. f. Overleg en communicatie over beleid en uitvoering binnen kerkenraad (vast agendapunt, een thematische kerkenraadsvergadering) en met de gemeente, mede om het hebben van realistische verwachtingen te bevorderen. Om dit te bewerkstelligen wordt ComPas nieuw leven ingeblazen en binnen ComPas een aanpak inclusief een planning ontwikkeld om genoemde punten onder de loep te nemen. Hierbij zal de gemeente worden betrokken, bijvoorbeeld via het afnemen van een enquête, interviewen van enkele gemeenteleden w.o. voormalige ouderlingen, en een groeps-/ klankbordgesprek. Door zo te doen roepen we als kerkenraad de gemeente op haar steentje aan het pastoraat bij te dragen en draagvlak te creëren voor verdere inzet van gemeenteleden bij het pastoraat.
7
4. Jeugdwerk Huidig beleid Doel Het betrekken van de jeugd bij het gemeente-zijn, hen vasthouden, vormen in kennis en geloof, oefenen in het lidmaat zijn en vooral hen de ruimte geven om op hun eigen wijze over geloofszaken te spreken en het ‘geloven’ te beleven. Het jeugdwerk moet een ‘leerplek’/kennisbron zijn Het is belangrijk dat we de jongeren op zowel een structurele als een minder structurele manier een stuk kennis bijbrengen over het geloof in Jezus Christus en het omgaan met de Bijbel en de eredienst. Verder is het belangrijk dat de diverse clubs de leeftijdsgroepen steeds meer leren hoe ze om moeten gaan met de Bijbel, het gebed, de eredienst, enz. Vormen van jeugdwerk Op dit moment kennen we de volgende vormen van jeugdwerk in onze gemeente. Tabel 1: Overzicht jeugdwerk Leeftijdsgroep 4-8 (groep 1-4 basisschool) 8-10 (groep 5-6) 10-12 (groep 7-8) 12-16 (klas 1-4 voortg. ond.) 16-18 (klas 5 (en 6)/MBO/HBO) 18+
Jeugdwerk (met nadruk op vorming) Zondagsschool Follow Me Follow Me Next Belijdeniscatechese
Jeugdwerk (naast vorming ook ontspanning) Spoorzoekers Fellows Duif The Watch
In 2011 is met Follow Me (Next) een nieuwe catechesemethode (mentorcatechese) in gebruik genomen. Daarnaast is in 2012 basiscatechese ingevoerd voor de kinderen in de groepen 7 en 8. Via de methode On Track krijgen zij inzicht in de hoofdlijnen van het Oude en Nieuwe Testament. Daarom is besloten om kinderen op 10-jarige leeftijd afscheid te laten nemen van de zondagsschool (overgang groep 6-7) en voor hen Fellows (kindercatechese én club) in het leven te roepen. Pastoraat en jeugdwerk In ons jeugdwerk willen we bereiken dat jongeren: Elkaar treffen voor ontmoeting en gesprek, waarbij zij positieve contacten kunnen leggen; een plek waar vriendschappen kunnen groeien, waardoor zij iets ervaren van hun lid zijn van de gemeente. Bij een gesprek rond de Bijbel herderlijke zorg ontvangen, samen luisteren naar de Bijbel en naar elkaar. Leren oog en hart te hebben voor elkaar, waardoor zij ook veel voor leeftijdsgenoten kunnen betekenen en zij op hun beurt van leeftijdsgenoten positieve aandacht ontvangen. Bewaard blijven voor de toenemende kerkverlating onder jongeren ook in onze gemeente Diaconaat en jeugdwerk De gemeente van Christus wordt geroepen tot dienst van God en de naaste. Mogelijkheden in ons jeugdwerk: Jeugdwerk biedt mogelijkheden om bij diverse activiteiten jongeren met problemen op het spoor te komen. (bijvoorbeeld zonder werk, eenzaamheid, problemen thuis enz.) De diverse activiteiten die we voor jongeren organiseren, mogen ook als een stukje dienst aan onze jongeren worden gezien. 8
Bij gesprekken rond de Bijbel leren kinderen en jongeren dat ook zij gaven hebben gekregen, waarmee zij de ander mogen dienen. Bij diaconale acties in het jeugdwerk kunnen jongeren al vroeg leren, dat je van het geven van tijd aan de ander ook zelf rijker wordt!
En verder… Verder is ook het volgende belangrijk Vorming en toerusting van de leiding Begeleiding vrijwilligers (incl. werving en vorming nieuw kader) Regelmatige bezinning op taak en inhoud Vragen voor vandaag In de grafiek hieronder zien we over de hele lijn een terugloop in ledenaantal (doopleden in een periode van 13 jaar). In sommige leeftijdscategorieën loopt dit zelfs op tot 46% (t/m 4 jr) en 40% (1516 en 17 t/m 22 jaar). In totaal is het aantal leden ruim 30% afgenomen in 12 jaar tijd. Juist door de grote daling in de jongste groep en de oudste groepen zien we dat de basis steeds smaller wordt. Doordat er minder jonge gezinnen zijn, betekent dit enerzijds (bijna) automatisch minder aanwas van de jongsten, anderzijds wordt het daardoor ook steeds lastiger om vacatures voor (bege)leiding van de tieners en jongeren in te vullen. Dat wetende kunnen we ook verder kijken. Met name in de groep 5 t/m 12 jaar zien we een relatief kleine daling (13%), maar juist die groep lijkt in het clubwerk, zondagsschoolwerk en de kerkdienst niet tot nauwelijks aanwezig te zijn. (Ongeveer 40% komt naar zondagsschool/Spoorzoekers en Fellows of spoorzoekers - ongeveer 15% is trouwe kerkganger). Niet alleen het aantal doopleden daalt, maar ook het percentage van kerkgaande jongeren t.o.v. het aantal doopleden daalt. Een dubbel effect dus. Grafiek 1: Ontwikkeling van het aantal leden (doopleden en belijdende leden) per leeftijdscategorie in absolute getallen 0-4 jaar
25
59 47 102 93 87
5-12 jaar 48 21 30 42 29 24
13-14 jaar 15-16 jaar 17-22 jaar
69
87
23-35 jaar
121 239
204 186 0
50
100
2002
150
2011
200
250
2015
Aandachtspunten Er is te weinig samenhang/overleg tussen de diverse clubs. Dit is noodzakelijk voor een goede doorgaande lijn. Zowel inhoudelijk als ook m.b.t. de sociale kant (band) richting de kinderen en jongeren. Nieuwe capabele leiding is lastig te vinden. Jongeren en hun ouders verwachten veel. Betrokkenheid op erediensten en gemeente-activiteiten loopt hard terug. 9
Begeleiding leidinggevenden De grote groep vrijwilligers die het huidige jeugdwerk draaiende weten te houden is en blijft een vrijwilligersaangelegenheid. Toch moeten we hierdoor niet de kwaliteit van het jeugdwerk uit het oog verliezen. De vrijwilligers zullen dus ook de nodige begeleiding moeten krijgen. Begeleiding in de vorm van eventuele trainingen en cursussen, maar zeker ook een stukje persoonlijke begeleiding. Te denken valt aan vragen m.b.t. de samenwerking binnen de clubleiding, maar zeker ook vragen over de persoonlijke beleving van het geloof en hoe dit in te passen in het jeugdwerk. Zorg Wie neemt zijn/haar verantwoordelijkheid als het gaat om (geïntegreerd en samenhangend) jeugdwerk? Wat is de rol van de kerkenraad, de gemeente, de jeugdouderling, (jeugdraad,) de clubleiding, de ouders en de jongeren zelf? De rol van de jeugdraad in dezen is een zorgpunt. De jeugdraad (als orgaan van bijstand van de kerkenraad) moet kunnen functioneren als beleidsmaker en uitvoerder en vanuit die visie zou het jeugdwerk aangestuurd moeten worden. Beleidsvoornemens Het is het voornemen van de kerkenraad om het jeugdwerkbeleid vorm te geven volgens de volgende visie: Jeugdwerk zal volledig moeten zijn, in de zin dat alle aspecten van de ondersteunende en aanvullende taak, evenals alle leeftijdscategorieën aan bod komen, en dat in onderlinge samenhang. Wat de gemeente nodig heeft wordt aangeduid als ‘geïntegreerd jeugdwerk’ en kan als volgt worden beschreven: 1. het totale jeugdwerk binnen de plaatselijke gemeente, dat 2. een volwaardig onderdeel uitmaakt van het gemeente-zijn, waarbij 3. de onderscheiden vormen van jeugdwerk op elkaar worden afgestemd
Totale jeugdwerk: dit zijn alle specifieke activiteiten voor, door en/of met het oog op kinderen en jongeren (dus ook de toerusting van ouders, zondagsschool, catechese, jeugdclubs, jeugdpastoraat en jeugddiaconaat. Daarnaast moet aandacht voor en betrokkenheid van kinderen en jongeren evenwel gestalte krijgen in al het ‘normale’ gemeentegebeuren, dit geldt in het bijzonder voor de zondagse erediensten en andere samenkomsten van de gemeente. Door middel van al deze vormen van jeugdwerk wordt gestalte gegeven aan de Bijbelse opdracht kinderen en jongeren een volwaardige plaats in de gemeente te bieden en invulling te geven aan de ondersteunende en aanvullende taak van de gemeente t.a.v. kinderen en jongeren. Jeugdwerk is onlosmakelijk verbonden met gemeente zijn. De essentie van gemeente zijn is dat een mens daarin tot zij recht kan komen, zoals God dat heeft bedoeld. In de gemeenschap der Heiligen kan en mag een mens leven tot eer van God en in liefde tot elkaar. Daarbij kenmerkt gemeente-zijn zich door leren, vieren, dienen en getuigen. De jeugdouderling zal met predikant, pastoraal werker, kerkenraad en catecheten ieder afzonderlijk facet op de gemeente met elkaar moeten afstemmen om tot een goede ondersteunende en aanvullende taak voor de gemeente te komen. Ook de inhoud van het jeugdwerk zal goed moeten worden afgestemd. Er is hierin een actieve rol weggelegd voor een jeugdraad die over de grenzen van de clubs heen kijkt en in lijn met de beleidsvoornemens keuzes maakt.
Omdat kinderen en jongeren volwaardig gemeentelid zijn, moet er voor hen ook de aandacht zijn in het pastoraat en de overige taken die de kerkenraad heeft. Daarnaast moet de gemeente zichzelf bewust zijn van haar voorbeeldrol en verantwoordelijkheid nemen bij de inzet van vrijwilligers om dit allemaal te realiseren.
10
5. De missionaire opdracht van de gemeente Huidig beleid Beeldbepalend staat het kerkgebouw van Sprang in het dorp. Dat roept de vraag op: hoe is de kerkelijke gemeente zichtbaar in de samenleving? Het Woord dat op zondag verkondigd wordt, is ook voor hen die de kerk niet bezoeken van levensbelang. Dat Woord willen we daarom ook buiten de muren van de kerk laten horen. Ook daarin zijn we ‘geroepen tot gemeenschap’. Daarvoor is in onze gemeente het Missionair Team in het leven geroepen. Dit orgaan van bijstand van de kerkenraad heeft als taak aan de missionaire opdracht van onze gemeente gestalte te geven. Dat gebeurt via twee lijnen. De ene lijn is het bewust maken van de gemeenteleden van en hen stimuleren in hun roeping om zoutend zout en lichtend licht te zijn en door hierin vorming en toerusting aan te bieden. De andere lijn is het aansturen en organiseren van activiteiten om het Evangelie bekend te maken aan rand- en buitenkerkelijken. Beide lijnen kunnen niet zonder voortdurend gebed en daarom ziet het MT de oproep daartoe als een belangrijke taak. De volgende activiteiten vallen onder het MT: het gebedsuur, eenmaal per zes weken, na de avonddienst in onze kerk (commissie Gebedsuur) de ondersteuning van zendingswerkers via het programma ‘Deelgenoten’ van de GZB (Zendingscommissie i.s.m. de diaconie) de verwelkoming van nieuw-ingekomen gemeenteleden in onze gemeente (commissie Nieuw ingekomen leden) het geven van cursussen over het geloof aan rand- en buitenkerkelijken (Emmaüs) het verwelkomen van kerkbezoekers (Ontvangstteam) de organisatie van de VakantieBijbelKlub (stuurgroepen VBK en VBK+), de bingo en de creatieve avond (MT) diverse evangelisatieactiviteiten (bijv. tijdens de rommelmarkt etc.) het mede-organiseren van laagdrempelige diensten (op de tweede paas- en pinksterdag) nieuwe bewoners van Landgoed Driessen welkom heten en een welkomstpakketje overhandigen (in samenwerking met andere gemeenten) toerusting van gemeenteleden door (mede) vorm te geven aan erediensten met een missionair karakter, geleid door een missionaire predikant of evangelist, en door een cursus van IZB te geven of een spreker uit te nodigen. voor Kerst en Pasen de Echo bestellen en gemeenteleden stimuleren deze door te geven. om het jaar een cursus van de IZB of een spreker uitnodigen om gemeenteleden toe te rusten Daarnaast heeft het MT, in samenwerking met de kerkenraad, in 2012 en 2014 wijkontmoetingsavonden georganiseerd. Tot slot draagt het MT zorg voor het informeren van de gemeente over deze activiteiten. Het moge duidelijk zijn dat het MT (met de commissies en werkgroepen die onder het MT vallen) voor al deze activiteiten een beroep doet op (de inzet van) gemeenteleden om dit alles mogelijk te maken. Vragen voor vandaag Sinds januari 2014 is er een vacature binnen de kerkenraad voor ouderling voor zending en evangelisatie. Gezien de vele activiteiten en een goed contact in en met de kerkenraad blijft de kerkenraad zich inzetten voor de invulling van deze vacature. Bovendien is geestelijk leidinggeven op ambtelijk niveau onmisbaar. Bij activiteiten die een keer per jaar of minder plaatsvinden lukt het over het algemeen goed om aan vrijwilligers te komen. Als het gaat om deelnemen aan het MT of aan commissies lukt dit steeds minder makkelijk.
11
Beleidsvoornemens In 2012 is door het MT een beleidsplan geschreven dat geldig is tot en met 2016. Het beleidsplan van de kerkenraad verschijnt nog tijdens deze periode. Om tot een goede afronding te komen van het huidige beleidsplan van het MT worden nu nog geen beleidsvoornemens geformuleerd; dit zal gebeuren als het MT in 2016 zelf het eigen beleidsplan evalueert en tot een nieuw beleidsplan komt. Uiteraard gebeurt dit in nauw overleg met de kerkenraad.
12
6. Diaconie Huidig beleid Het beleidsplan draagt de naam ‘Geroepen tot gemeenschap’. Juist door oog te hebben voor de nood van anderen, zowel dichtbij als ver weg, mag de roep tot gemeenschap klinken, zeker in een tijd waarin dit geen vanzelfsprekendheid meer is. In de afgelopen periode heeft de diaconie, naast de normale kerkelijke werkzaamheden zoals de ambtelijke vertegenwoordiging in de erediensten, de dienst aan het Heilig Avondmaal, verzorgen van de kerktaxi, het faciliteren van deelname aan het programma ‘Deelgenoten’ van de GZB, verzorgen van de verspreiding van het kerkblad en het inzamelen van de gaven zich ook ingezet voor de voedselactie van Dorcas en voor het verzorgen van kerstattenties voor ouderen, zieken, gehandicapten en alleenstaanden in onze gemeenten. Daarnaast ontving het college ook de nodige financiële middelen om het jeugd- en ouderenwerk, alsmede het missionaire werk te bekostigen en kon aan mensen in nood plaatselijk, landelijk en wereldwijd middels collecten en giften de helpende hand toegestoken worden. Om bovenstaande te kunnen realiseren, stelt de diaconie jaarlijks een begroting op om de consequenties van de beleidskeuzes zoveel mogelijk zichtbaar te maken en het aanwezige eigen vermogen zoveel mogelijk in stand te houden. Daartoe is er een grens gesteld om per jaar maximaal 2% van het eigen vermogen als vrije gift te schenken aan diverse instellingen. De diaconie vergadert gemiddeld zes keer per jaar. Daarnaast zijn er twee vergaderingen met het college van kerkrentmeesters en twee vergaderingen met de diaconieën in de regio. Vragen voor vandaag De diaconie maakt zich zorgen voor de toekomst. Dit betreft vooral het ingevoerde armoedebeleid. Ook in onze gemeente zijn er mensen die maar nauwelijks kunnen rondkomen van de gelden die zij ontvangen. Het door de regering vastgestelde zorgbeleid heeft dan ook de volle aandacht. Wat zijn hierin de taken van de burgerlijke gemeente? Om deze problematiek optimaal te kunnen signaleren wordt er door een afgevaardigde van de diaconie ook deelgenomen in het PGML-overleg. Een ander aandachtspunt is de terugloop van de collecteopbrengsten. Beleidsvoornemens Het beleid van de Diaconie zal de komende jaren dan ook vooral gericht zijn op het inzichtelijk maken van de zorgbehoefte in onze gemeente door mensen proberen te activeren om armoede te signaleren. De aanvragen om bijstand in dit kader zullen vanzelfsprekend uiterst zorgvuldig en vertrouwelijk behandeld worden. Ook voor het pastoraat ligt hier een belangrijke taak. Daarnaast wil de diaconie de gemeente meer betrekken bij de collectedoelen door middel van artikelen in Voetius, om zo de opbrengsten te verhogen. Het door de diaconie in het afgelopen jaar ingezette beleid om op een verantwoorde wijze met de beschikbare geldmiddelen voor het jeugd- en ouderenwerk en het missionaire werk om te gaan, zal gecontinueerd worden. Daarnaast zal de nodige aandacht besteed worden aan het activeren en stimuleren van de jeugd om aan diaconale projecten deel te nemen. De voedselactie van Dorcas wordt verder uitgebreid. Daartoe wordt er meer propaganda voor gemaakt bij scholen en supermarkten.
13
7. Kerkrentmeesterlijk beheer Huidig beleid Het college van kerkrentmeesters beheert de gebouwen en financiën van de gemeente en zorgt ervoor dat de gemeente een goed en betrouwbaar werkgever kan zijn. Het doel hiervan is ruimte scheppen voor de eredienst en andere activiteiten van de gemeente. Van groot belang is dus de zorg voor een passende plaats waar de eredienst ongestoord en ordelijk kan verlopen. Het is de plaats waar het Woord van God klinkt en mensen geroepen worden tot gemeenschap met Christus en met elkaar. Om de continuïteit hiervan te garanderen heeft het college van kerkrentmeesters een team van kosters en een aantal organisten aangesteld, die onderling een rooster van dienst opstellen o.l.v. een kerkrentmeester. Een ploeg vrijwilligers zorgt wekelijks voor de schoonmaak van het kerkgebouw. Voor de andere activiteiten van de gemeente dragen de kerkrentmeesters ook de verantwoordelijkheid; jeugdwerk, verenigingen en kringen moeten ongestoord bijeen kunnen komen voor onderlinge ontmoeting en versterking van de band met Christus en Zijn gemeente. Dit gebeurt voornamelijk in het Jeugdcentrum. Daartoe is er een reglement opgesteld en de beheerders zorgen voor een goede uitvoering hiervan. Het college van kerkrentmeesters heeft onderling de taken verdeeld en een jaarplanning opgesteld, zodat belangrijke zaken niet worden vergeten. De belangrijkste taken zijn: Beheer en onderhoud gebouwen: kerk, pastorie en Jeugdcentrum. Dit is inclusief verwarming, licht, geluid en in de kerk specifiek het orgel. In het Jeugdcentrum betreft het de inventaris en goede ICT-voorzieningen. Veiligheid van deze gebouwen, maar ook de zorg voor een veilig samenkomen. Jaar- respectievelijk functioneringsgesprekken met de predikant en de pastoraal werker. Bij het gesprek met de predikant zijn ook andere kerkenraadsleden aanwezig. Voortgangsgesprekken met de kosters, organisten en beheerders van het Jeugdcentrum. Beheer van de financiën door de inzameling via collectes, het verjaardagsfonds, Actie Kerkbalans en andere geldwervende acties, bijv. de jaarlijkse rommelmarkt en de oliebollenactie, zonder winstoogmerk. Het opstellen van een begroting en een jaarrekening. Beheer van het vermogen. Het grootste deel van het vermogen bestaat uit de gebouwen, het overige deel uit spaartegoeden op diverse banken. Met het vermogen wordt niet gespeculeerd o.i.d. De zorg voor PR en informatieverstrekking aan de gemeenteleden, zoals het beheer van de website, Nieuwsbron en andere communicatiemiddelen. Het beheer van het archief. Hiervoor zijn 2 gemeenteleden actief die regelmatig hun bevindingen terugkoppelen met het college. Het college van kerkrentmeesters laat zich bijstaan door de commissie van advies en bijstand. De commissie bestaat uit 2 leden waarvoor geen rooster van aftreden is opgesteld. Dit is vanuit de historie gegroeid en altijd zo gebleven. Zij verlenen talrijke diensten en nemen zodoende het college werk uit handen. Het is opvallend dat het gehele college van kerkrentmeesters voorafgaande aan de dienst in een eigen ruimte bijeen komt, waardoor de ouderling-kerkrentmeesters niet bij de kerkenraad aanwezig zijn. Dit is historisch verklaarbaar vanuit de tijd dat er nog kerkvoogden en notabelen waren. Vragen voor vandaag Het college van kerkrentmeesters komt voor hoge kosten te staan vanwege de restauratie van het dak aan de zuidzijde. Inmiddels is € 185.000,- subsidie toegezegd, maar dat is niet toereikend voor de kosten van € 270.000,-. Daarom zullen de budgetten, die hiervoor zijn gereserveerd, aangesproken moeten worden. Toch wil het college het vermogen graag op peil houden vanwege een voortgaande daling van inkomsten. 14
Door teruglopend kerkbezoek krimpen de collecte-inkomsten. Bij de Actie Kerkbalans daarentegen stabiliseren of stijgen de inkomsten zelfs. Toch worden de kerkrentmeesters geconfronteerd met tekorten. Het lukt niet meer om een sluitende begroting op te stellen en de jaarrekening toont een structureel tekort van enkele tienduizenden euro’s. Het wordt hierdoor moeilijker om te investeren in het Jeugdcentrum, de pastorie, het pastoraat, enz. Mede als gevolg van de afname van het kerkbezoek wordt het ook moeilijker om mensen te werven voor vrijwilligerswerk, specifiek gericht op kerkrentmeesterlijk beheer. Te denken valt aan de oliebollenactie, de rommelmarkt, Actie Kerkbalans, verjaardagsfonds, enz. Het vervullen van vacatures in bijv. het kosters- of organistenteam vergt veel zoekwerk. Ook een vacature in het college is moeilijk te vervullen. Beleidsvoornemens Het blijft van groot belang om de kerntaken van het college goed te kunnen uitvoeren en daarom heeft zij het voornemen: Instandhouding van het kerkgebouw als plaats van samenkomst voor de gemeente. Instandhouding van het mooiste kerkgebouw in de gemeente Waalwijk en de rol van de plaatselijke bevolking daarin betrekken. Fondsenwerving nadrukkelijk te agenderen, door het zoeken naar meerdere inkomstenbronnen, m.n. gericht op de exploitatie van het Jeugdcentrum. De herinrichting van dit gebouw tot een aantrekkelijke ruimte voor andere activiteiten dan kerkelijke. Het invoeren van kerkelijke tarieven bij gebruik van de kerk voor bruiloften, begrafenissen, e.d. en het verhogen van de waarde van de collectemunten. Bezinning op financiering van het pastoraat in relatie tot de afname van het vermogen. Het opstellen van een meerjarenbegroting over 5 jaar. Het streven naar heldere en eenduidige pr. Het inrichten van een facilitaire dienst. “Groen rentmeesterschap” in relatie tot duurzaamheid bevorderen.
15
8. Kerkenraad en bovenplaatselijke contacten Huidig beleid Kerkenraad Op dit moment bestaat de kerkenraad uit 22 leden: de predikant, dertien ouderlingen (scriba, tien wijkouderlingen (pastoraat), de jeugdouderling en de ouderling voor zending en evangelisatie), drie ouderlingen-kerkrentmeester en vijf diakenen. Dit is echter de ‘ideale’ situatie. Op dit moment ontbreekt de ouderling voor zending en evangelisatie en drie pastorale ouderlingen. De kerkenraad vergadert ca. acht keer per jaar. De vergaderingen worden voorbereid door het moderamen, dat uit vijf leden bestaat (de voorzitter, de scriba, de predikant en de voorzitters van de colleges van diakenen en van kerkrentmeesters). Op dit moment bestaat de kerkenraad uit louter mannelijke leden. Dat neemt echter niet weg dat vrouwen een belangrijke taak hebben in de gemeente. Zo kunnen vrouwen betrokken worden in het pastoraat als bezoekzuster en zijn zij betrokken in het catecheseteam. Bovenplaatselijke contacten Onze gemeente behoort tot de classis Heusden-Almkerk, waar zij met twee kerkenraadsleden vertegenwoordigd is. Het jeugdwerk van de Classicale Jeugdstichting (Crocus in Doeveren) wordt ook bezocht door jongeren van onze gemeente. De gemeenten ‘van ’s Gravenmoer tot en met Doeveren’ die behoren tot de Protestantse Kerk zijn verenigd in het samenwerkingsverband Protestantse Gemeenten Midden-Langstraat (PGML). Daarin ontmoeten de kerkenraden elkaar twee keer per jaar en komen ook de gezamenlijke jeugdraden/ouderlingen, diaconieën en colleges van kerkrentmeesters geregeld bijeen. De predikanten komen samen in de werkgemeenschap. De doelstelling van de PGML is in elk geval ontmoeting, het entameren van het onderlinge geloofsgesprek, en het opzetten van manieren van samenwerking tussen gemeenten. De kerkenraad van Sprang is van mening dat samenwerking geen doel op zich is, maar een middel om daar waar nodig de handen ineen te slaan. Tussen de drie protestants-christelijke basisscholen in Sprang-Capelle en vijf kerkelijke gemeenten (onze gemeente, de hervormde gemeente van ’s Grevelduin- en Vrijhoeve-Capelle, de hersteldhervormde gemeenten van Sprang-Capelle en Loon op Zand en de gereformeerde kerk De Brug te Sprang-Capelle e.o.) is de afgelopen jaren een goede samenwerking tot stand gekomen die geresulteerd heeft in een dienst voor Kerk, school en gezin op de laatste zondag van januari, en, met behulp van de bid- en dankdagmap van de HGJB en de Hervormde Zondagsscholenbond, kerkdiensten gericht op kinderen op de bid- en dankdagen voor gewas en arbeid. De predikanten bezoeken in dat kader bij toerbeurt de drie scholen, de scholen bezoeken bij toerbeurt de kerkgebouwen. Met de Hervormde gemeente Besoyen is in 2014 een samenwerkingsverklaring ondertekend waarin de geestelijke verbondenheid met elkaar wordt verwoord en die het uitgangspunt is voor het zoeken naar intensivering van de bestaande samenwerking. De belangrijkste vormen van samenwerking zijn op dit moment: het halfjaarlijks overleg tussen de gezamenlijke moderamina, het houden van een gezamenlijke viering op 2e paas- en pinksterdag, het gezamenlijk geven van catechese, kanselruil (zes keer per jaar), gezamenlijke inzet in het kader van het programma ‘Deelgenoten’ en samenwerking in het tienerprogramma VBK+. Omdat de kinderen van meelevende gezinnen in Besoyen grotendeels leerling zijn op de scholen in Sprang-Capelle, is Besoyen nu ook bij het KSG-overleg betrekken en wordt de bid- en dankdagmiddagdienst gezamenlijk georganiseerd. Met de modalitaire organisaties HGJB, GZB en IZB bestaan goede contacten met betrekking tot respectievelijk het jeugdwerk, de zending en het evangelisatiewerk. Vragen voor vandaag Kerkenraad Het invullen van vacatures in de kerkenraad gaat moeizaam, er zijn praktisch permanent vacatures. De vraag is, waardoor dat komt. Heeft dit te maken met beeldvorming m.b.t. de zwaarte van het ambt? In elk geval is bezinning nodig op het functioneren van de kerkenraad qua vergaderfrequentie, 16
agendadruk en de vraag welke onderwerpen door de kerkenraad behandeld moeten worden en welke gedelegeerd kunnen worden naar organen van bijstand. Bovenplaatselijke contacten Het overleg en de mate van samenwerking zoals die nu bestaat binnen de PGML moet gecontinueerd worden. De kerkenraad vraagt zich wel af of vergroting van de samenwerking niet ten koste gaat van de ‘eigen kleur’ van de gemeente met name op het punt van het belijden. Dat geldt ook voor de samenwerking tussen de predikanten, nu binnen de werkgemeenschap het gesprek over teamvorming gaande is. Het streven naar één grote protestantse gemeente Waalwijk e.o. acht de kerkenraad op dit moment niet wenselijk. Gezien de krimp die ook onze gemeente niet voorbijgaat zou de kerkenraad wel meer mogelijkheden tot samenwerking met Besoyen willen onderzoeken. In elk geval wordt de huidige samenwerking voortgezet. Beleidsvoornemens Kerkenraad De kerkenraad neemt zich voor om de komende periode te bezinnen op de wenselijke grootte van kerkenraad en het functioneren ervan m.b.t. agendering en onderwerpkeuze. Steeds moet voor ogen gehouden worden dat de kerkenraad niet slechts bestuur van de gemeente is, maar geroepen in het ambt door Jezus Christus. Helder moet in die bezinning onder woorden worden gebracht welke plaats de vrouw inneemt en in kan nemen in de functies in de gemeente, zowel ambtelijk als niet-ambtelijk. Ook moet er goede aandacht uitgaan naar het vrijwilligersbeleid in onze gemeente, als het gaat om werving, toerusting, begeleiding en wanneer mensen een taak neerleggen. In 2015 is, om de waardering voor de vrijwilligers te onderstrepen, een vrijwilligersavond gehouden. Bovenplaatselijke contacten Met betrekking tot de samenwerking binnen de PGML neemt de kerkenraad zich voor om de identiteit van onze gemeente met name op het punt van het belijden, duidelijk te formuleren. Tegelijkertijd blijft het onze roeping om de eenheid in Jezus Christus te zoeken en om deze vorm te geven vanuit onze identiteit en zo onze plaats in te nemen in de PGML. De kerkenraad is blij met de samenwerking zoals die er nu is met de scholen en de kerken in SprangCapelle/Loon op Zand en wil dit graag continueren. De vormen van samenwerking met Besoyen willen we continueren en waar mogelijk uitbreiden. Ook hierin is de kerkenraad en de gemeente van Sprang ‘geroepen tot gemeenschap.’ De contacten met HGJB, GZB en IZB worden gecontinueerd.
17
9. Statistiek De gemeente per 1 maart 2015 Op 1 maart 2015 telde de gemeente 1572 leden. Daarvan waren er 779 man en 793 vrouw. Van de 1572 leden waren er 716 belijdend lid, 656 dooplid en 200 behoorden tot de categorie ‘overige leden’. Dit zijn wat tot 2004 ‘geboorteleden’ waren, hen die ‘blijk geven van verbondenheid met de gemeente’ en hen die met hun partner of ouders zijn meegeregistreerd. De geografische gemeente omvat de kern Sprang (in het oosten het Oosteind en de Tilburgseweg en in het westen de lijn Emmastraat-Bernhardstraat), het overgrote deel van Kaatsheuvel (behalve het gebeid ten westen van de lijn Capelsestraat-Sweenstraat-Driestapelenstoel) en de wijk Landgoed Driessen in Waalwijk. In Sprang wonen 761, in Kaatsheuvel 272 en op Landgoed Driessen 145 leden. Daarnaast kent de gemeente ook voorkeursleden; zij wonen buiten de geografische grenzen van Sprang. Het overgrote deel woont in de kern Vrijhoeve (244), ’s Grevelduin-Capelle (58), in het niet tot Sprang behorende deel van Kaatsheuvel (42) en in Waalwijk (33). Tot slot wonen nog 17 leden in Waspik, ’s Gravenmoer, Drunen en Loon op Zand, Tilburg, Den Bosch, Wijk en Aalburg, Ede, Eindhoven en Heerlen (leden in de laatste drie plaatsen zijn studenten). Grafiek 2: De gemeente per leeftijdscategorie en per lidmaatschapscategorie in absolute getallen 90-99
13 1
80-89
66
12 12
70-79
135
19
60-69
12
166
50-59
50
122
40-49
79
94
30-39 36
7
100
11
114
0-9
72 0
27
91
10-19
25
19
96
63
20-29
15
9 2
50
75
100
125
Belijdend lid
Dooplid
150
175
200
225
Overig
Grafiek 3: De gemeente per geslacht en per leeftijdscategorie in procenten (alle leden) 90-99
0,7%
0,3%
80-89
3,9%
2,4%
70-79
6,4%
5,1%
60-69
8,1%
7,9%
50-59
7,1%
8,0%
40-49
7,4%
7,5%
30-39
5,6%
5,6%
20-29
4,9%
5,3%
10-19
4,1%
4,6%
0-9
2,4%
2,8%
9%
6%
3%
0% Vrouwen
18
Mannen
3%
6%
9%
Tabel 2: (Ontwikkeling van) het ledenaantal naar kerkelijke staat van 2011 en 2015 in absolute getallen en procentueel, percentages vergeleken met de PKN 2011 2015 2011 2015 Sprang PKN Sprang PKN Sprang PKN Belijdend lid 780 45,6% 40,2 % 715 48,4% 39,8 % -65 -8,3 -14,1 % Dooplid 706 41,3% 43,9 % 648 43,9% 43,8 % -58 -8,2 -13,2 % Overige 225 13,2% 15,9 % 114 7,7% 16,4 % -111 -49,3 -10,5 % 1711 100 % 100 % 1477 100 % 100 % -234 -13,7 -13,1% Tabel 3: (Ontwikkeling van) het ledenaantal naar geografie van 2011-2015 (doopleden en belijdende leden) in absolute getallen en procentueel. 2011 2015 2011 2015 Sprang 745 50,1% 670 49,2% -75 -10,1% Kaatsheuvel-Oost 227 15,3% 179 13,1% -48 -21,1% Landgoed Driessen 117 7,9% 125 9,2% 8 6,8% Geografische leden 1089 73,3% 975 71,5% -114 -10,5% Vrijhoeve Capelle Kaatsheuvel-West Waalwijk Overig Voorkeursleden
277 48 36 27 9 397
18,6% 3,2% 2,4% 1,8% 0,6% 26,7%
236 58 46 33 16 388
17,3% 4,3% 3,4% 2,4% 1,2% 28,5%
-41 10 10 6 7 -9
-14,8% 20,8% 27,8% 22,2% 77,8% -2,3%
1486
100 %
1363
100 %
-123
-8,3%
Ontwikkeling in vier jaar Doop, belijdenis, kerkelijk huwelijk In onze gemeente werden de afgelopen periode 22 personen gedoopt, van wie 19 zuigelingen. Eén gemeentelid werd gedoopt nadat belijdenis van het geloof is afgelegd. Ook twee kinderen in de basisschoolleeftijd werden gedoopt. Dertig gemeenteleden legden in deze vier jaar in het openbaar belijdenis van het geloof af. Van hen waren er drie ouder dan vijftig jaar. Zeven huwelijken van gemeenteleden werden in onze gemeente kerkelijk ingezegend; acht huwelijksinzegeningen van gemeenteleden vonden elders plaats. Afname ledenaantal Vergelijken we de cijfers van maart 2015 met vier jaar geleden (peildatum 1 januari 2011) dan valt een aantal zaken op. Toen telde de gemeente 1846 personen, van wie 780 belijdende leden, 703 doopleden en 363 overige leden. Dat is een afname van 14,8%. Daarvoor is een aantal redenen aan te wijzen. In 2007 deed de commissie van bijzondere zorg uitspraak m.b.t. de hersteld-hervormde gemeente Loon op Zand. Voor Sprang had dit tot gevolg dat er toen zo’n 400 leden bijkwamen uit Kaatsheuvel (behalve het gebied ten westen van de lijn Capelsestraat-Sweenstraat-Driestapelenstoel). Zij waren oorspronkelijk lid van Loon op Zand maar bleven met de scheuring in 2004 achter in de Protestantse Kerk en werden toegevoegd aan onze gemeente. Het overgrote deel van deze nieuwe gemeenteleden was niet meelevend. In de zomer van 2012 is aan deze mensen gevraagd of zij huisbezoek wilden ontvangen of op een andere wijze contact wilden onderhouden. Zo’n 150 mensen gaven aan helemaal uitgeschreven te willen worden. Dit verklaart een deel van de afname van 1846 naar 1572. 19
In de periode 2011 tot en met 2014 zijn er negentien pasgeboren kinderen in onze gemeente ingeschreven op grond van hun doop (in de praktijk komt inschrijving van ongedoopte kinderen nauwelijks meer voor). In diezelfde periode overleden echter bijna 100 gemeenteleden. Tot slot vertrekken er mensen uit onze gemeente door verhuizing; anderen laten zich – helaas – uitschrijven, vaak bij welkomstbezoek vanuit onze gemeente, wanneer mensen erachter komen dat zij ingeschreven staan bij de kerk maar dat niet (meer) wensen. Overigens is de afname onder de ‘overige leden’ het grootst. Het aantal voorkeursleden bleef stabiel. De verklaring voor de grote relatieve en absolute afname van het aantal ‘overige leden’ is gelegen in de hoeveelheid uitschrijvingen in Kaatsheuvel; vooral mensen die zelf nooit gedoopt zijn en gezinnen met ongedoopte kinderen schreven zich uit. Ontgroening en vergrijzing In Nederland is al jaren een tendens van ontgroening (het dalende percentage 0- tot 20-jarigen) en vergrijzing (het stijgende percentage 65+’ers) zichtbaar. Deze tendens gaat ook onze gemeente niet voorbij en is zelfs groter dan dat van de PKN. Tabel 4: Aandeel per leeftijdscategorie In Nederland, Sprang-Capelle, de PKN en Hervormd Sprang in procenten. (PKN en Hervormd Sprang: belijdende leden en doopleden) SprangNederland Capelle PKN Hervormd Sprang 2014 2015 2011 2015 Verschil 2011 2015 Verschil 0-19 22,9 22,4 15,7 14,4 -1,3 15,0 13,3 -1,7 20-39 24,5 21,4 19,7 19,3 -0,5 21,9 21,1 -0,8 40-64 35,3 38,8 37,2 35,8 -1,4 40,0 38,7 -1,3 65+ 17,4 17,4 27,4 30,5 3,1 23,1 26,9 3,8 Grafiek 4: De gemeente in absolute getallen per leeftijdscategorie van 10 jaar in 2011 en 2015 (belijdende leden en doopleden bij elkaar opgeteld) 250
200 150 100 50 0 0-9
10-19
20-29
30-39
40-49 2011
20
50-59 2015
60-69
70-79
80-89
90-99
Grafiek 4: Leeftijdsverhoudingen binnen de gemeente in in 2011 en 2015 (belijdende leden en doopleden bij elkaar opgeteld) 8% 7% 6%
5% 4% 3% 2% 1% 0%
2011
2015
Kerkbezoek en Kerkbalans De gemeente is dus in omvang afgenomen. Dat zien we voor een deel ook terug in de kerkgang. Her en der laten mensen hun plaats in de kerkbank leeg. Harde cijfers hiervoor ontbreken, omdat pas de afgelopen twee jaar het aantal kerkgangers geteld wordt. Wekelijks wordt nu, beurtelings door de kerkrentmeesters en de diakenen, het kerkbezoek bepaald. De terugloop in kerkbezoek is op dit moment hooguit enigszins te bepalen op grond van de collecte-opbrengsten. Verheugend is wel dat de bijdrage van de gemeente bij de Actie Kerkbalans nog altijd een stijgende lijn vertoont. Beleidsvoornemen Om de getalsmatige ontwikkeling van de gemeente goed in het oog te houden zal, is het nodig om jaarlijks, met behulp van LRP en tellingen tijdens de kerkdiensten, hierover te rapporteren.
21