Geo-tournee in de regio Bestuurders in gesprek over geo-informatie en de BGT
2 | Geo-tournee in de regio
Inhoud Inleiding
4
Overijssel, Groningen en Drenthe
8
Noord-Brabant 12 Limburg 16 Flevoland en Gelderland
20
Zuid-Holland en Utrecht
24
Noord-Holland
28
Friesland 32 Deelnemende organisaties
36
Showcases
39
VNG Ledenbrief
50
Geo-tournee in de regio | 3
Inleiding
Van november 2013 tot en met maart 2014 organiseerden het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het Samenwerkingsverband van Bronhouders BGT (SVB-BGT), het Landelijk Samenwerkingsverband GBKN (LSV GBKN), Geonovum, het Kadaster, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), DataLand, het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) zeven bijeenkomsten door het hele land. Deze coalitie kwam mede tot stand op initiatief van het Gemeentelijk Geo-Beraad (GGB). Bestuurders van gemeenten, provincies en waterschappen discussieerden samen met landelijke bronhouders (ProRail, Rijkswaterstaat, het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Defensie) over nut en noodzaak van geo-informatie. Speciale aandacht was er daarbij voor de transitie naar de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT): de digitale grootschalige kaart van heel Nederland, die op 1 januari 2016 klaar moet zijn.
4 | Geo-tournee in de regio
Waarom dit boekje?
Zeven bijeenkomsten, één blauwdruk
In dit boekje leest u wat er bij deze regionale bijeenkomsten besproken is. Het zijn geen letterlijke gespreksverslagen, maar ze geven wel de belangrijkste discussies weer. Over het algemeen was de sfeer in elke bijeenkomst goed en de discussie open. Als rode draad komt naar voren dat het nut van geo-informatie en de BGT in het bijzonder buiten kijf staat. Daarover bestaat geen twijfel. De strekking van veel opmerkingen van bestuurders is: Focus op wat er moet gebeuren. We gaan nu aan de slag!
Hoe verschillend alle regio’s en hun overheidsorganisaties ook zijn, voor alle bijeenkomsten gold dezelfde opzet. Burgemeesters, wethouders, gedeputeerden en waterschapsbestuurders waren uitgenodigd om mee te praten over het belang van geo-informatie voor hun eigen uitvoerende taken. Als gastheer en gastspreker traden lokale bestuurders op. Bij elke bijeenkomst waren ook vertegenwoordigers van SVB-BGT, VNG, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en LSV GBKN aanwezig om vragen te beantwoorden. Posters aan de muren en brochures op de tafels informeerden de bestuurders over de vele toepassingen van geo-informatie in de bestuurlijke praktijk. Ook werd op elke bijeenkomst verwezen naar de VNG-ledenbrief van 16 oktober 2013, die geheel in het teken staat van het gebruik van geo-informatie en de transitie naar de BGT bij gemeenten. Deze brief vindt u achterin dit boekje.
Was u bij één van de bijeenkomsten aanwezig? Dan herinnert dit verslag u aan het nut van geo-informatie en de urgentie van de BGT zoals besproken in de bijeenkomsten. Hebt u de bijeenkomsten gemist? Leest u deze verslagen dan om een indruk te krijgen van de vragen die bij uw collega-bestuurders spelen over geo-informatie en de BGT. Hopelijk inspireren hun vragen u om na te gaan hoever uw organisatie is met het gebruiken van geo-informatie en de transitie naar de BGT.
Geo-tournee in de regio | 5
Elke bijeenkomst verliep volgens een vergelijkbaar programma: • De gastheer heette alle bestuurders welkom. • Een gastspreker gaf een korte inleiding over het nut en de noodzaak van geo-informatie en de transitie naar de BGT. • De gastheer vertoonde het filmpje ‘De BGT in 3 minuten’ (terug te vinden op YouTube). • Bestuurders discussieerden over drie stellingen, die kort werden toegelicht door aanwezige vertegenwoordigers van SVB-BGT, VNG, IenM of LSV GBKN. • De gastheer sloot af met een slotwoord waarin hij de bestuurders stimuleerde om binnen hun eigen organisatie na te gaan hoe het staat met de voorbereidingen voor de BGT. Ook werden de aanwezigen aangespoord om collega-bestuurders te attenderen op de urgentie van de BGT. • Het gezelschap sloot het formele gedeelte af met een informele buffetmaaltijd.
6 | Geo-tournee in de regio
De volgende bijeenkomsten hebben plaatsgevonden.
datum
locatie
regio
14 november 2013
Fluitenberg
Overijssel, Groningen en Drenthe
21 november 2013
Deurne
Noord-Brabant
27 november 2013
Roermond
Limburg
11 december 2013
Apeldoorn
Flevoland en Gelderland
8 januari 2014
Woerden
Zuid-Holland en Utrecht
21 januari 2014
Castricum
Noord-Holland
5 maart 2014
Grou
Friesland
In Zeeland heeft men zelf een bijeenkomst georganiseerd over geo-informatie, die niet is opgenomen in dit verslag.
Leeswijzer De verslagen en foto’s van de zeven bijeenkomsten zijn op chronologische wijze gepubliceerd. Vervolgens worden per regio de deelnemende organisaties in tekst en beeld weergegeven. Naast de verslagen en foto’s bevat dit boekje 10 praktische voorbeelden van het gebruik van geo-informatie ter inspiratie. Tenslotte is de ledenbrief van de VNG over geo-informatie en de BGT van 16 oktober 2013 bijgevoegd.
Geo-tournee in de regio | 7
‘Er is meer kennis buiten het gemeentehuis dan daarbinnen’ regio:
Overijssel, Groningen en Drenthe
datum: 14 november 2013
Er heerst een open en gemoedelijke sfeer in het zaaltje van Gasterij de Schildhoeve in Fluitenberg. Frits Alberts, wethouder van Borger-Odoorn heet alle bestuurders welkom en zet meteen de toon: ‘De transitie naar de BGT heeft nauwelijks politieke aandacht. Maar het is een feit: de BGT moet klaar zijn op 1 januari 2016. Vanmiddag vertellen wij u graag welke kansen dat biedt, maar ook welke druk erop zit.’
Daarna geeft hij het woord aan Josh Sijbom, wethouder van Hof van Twente. Sijbom licht het nut en de noodzaak van geo-informatie toe: ‘Met de decentralisaties krijgen gemeenten veel nieuwe taken. Bovendien moeten zij deze taken met aanzienlijk minder financiële middelen uitvoeren. Geo-informatie kan u als bestuurders helpen om deze maatschappelijke thema’s in kaart te brengen en te analyseren. En dat gaat veel verder dan de openbare ruimte alleen.’
Stelling 1: Met de huidige informatiehuishouding van gemeenten is de bestuurder niet voldoende in staat om veiligheidsrisico’s in kaart te brengen. Geo-informatie kan hierbij helpen. Na een korte inleiding door Martin Peersmann, directeursecretaris van het LSV-GBKN, klinkt er meteen een reactie uit de zaal: ‘Het is een verkeerde voorstelling van zaken om te zeggen dat wij het in onze gemeente niet goed voor elkaar hebben. We hebben het wél goed voor elkaar.’ Peersmann: ‘Op dit moment roeien we met de riemen die we hebben. Maar we willen werken met de beste data die beschikbaar zijn. Daarom hebben we als overheid afgesproken: we stellen wettelijke basisregistraties vast. Daarmee garandeer je kwaliteit. Het gaat erom dat we allemaal een uniforme, landsdekkende kaart gebruiken.’
8 | Geo-tournee in de regio
Gastheer Alberts geeft toe dat de stelling wat scherp geformuleerd is: ‘Maar we kunnen het er toch wel over eens zijn dat er met de BGT straks veel meer mogelijk is?’ De meeste aanwezigen knikken daar bevestigend op. Uit de zaal klinkt de vraag: ‘Een deel van de gegevens uit de BGT is dus voor iedereen gelijk. Maar kun je er ook eigen gegevens aan toevoegen? Peersmann reageert: ‘De BGT is een minimale basisset. Als gemeente kunt u ervoor kiezen om IMGeo, zeg maar uw eigen beheertopografie, daaraan toe te voegen. Dat is vrijwillig. De meeste gemeenten kiezen daar in dit stadium al voor. Dus ja, u kunt uw eigen data aan het systeem toevoegen.’
Stelling 2: Het is kwalijk dat de BGT de basisgegevens tot de individuele achtertuin brengt.
die informatie is niet het probleem, maar zodra je die gaat delen, moet je oppassen.’ Een ander vult aan: ‘Je moet altijd een functionele reden hebben om iets te delen. Als iemand in het ziekenhuis werkt en een bekende ziet lopen, kan zij het dossier van die persoon opzoeken en kijken wat er aan de hand is. Daar staat ontslag op! Dat moet bij gemeenten ook zo zijn. Daar moet je dus een systeem op zetten. Zodat je altijd kunt traceren wie welke gegevens heeft kunnen raadplegen en naar buiten kunnen brengen. Anders gaat het niet werken.’ Jan Bruijn, directeur van het SVB-BGT licht toe: ‘De BGT wordt open data. Maar bijvoorbeeld het GBA, waar je als gemeente veel mee doet, is dat niet. Niet iedereen mag daar zomaar bij. Juist de koppeling van die openbare kaart met GBA-gegevens, dat maakt het spannend. Het klopt dat niet iedereen zomaar bij die gegevens mag. Hebt u in uw organisaties maatregelen genomen zodat niet iedereen daarbij kan?’
Frits Alberts schetst kort het dilemma van deze stelling: we willen ontschotten en gegevens met elkaar delen. Maar hoe ver mag je gaan met de koppeling en stapeling van informatie? Mag je tot in de achtertuin van je burgers komen? De zaal reageert: ‘Er zijn nu ook al mensen die bij gevoelige informatie kunnen. Van Sociale Zaken bijvoorbeeld. Die kunnen dat straks ook nog. Het gebruiken van Geo-tournee in de regio | 9
‘Het is goed om u te realiseren dat die kaart waardeloos is op het moment dat u klaar bent, en uw buurman niet. We zijn pas klaar als de laatste klaar is.’ - Martin Peersmann, directeursecretaris LSV GBKN
Stelling 3: Geo-informatie is het aangewezen middel om te communiceren met de burger. Zonder geo-info geen burgerparticipatie! Directeur SVB-BGT Jan Bruijn licht de stelling kort toe met het voorbeeld van een nieuwe rijksweg: een digitale simulatie laat daarbij precies zien wat die weg betekent voor een individuele boer of burger. Reactie uit de zaal: ‘Als je de burgerparticipatie alleen aan geo-informatie ophangt, dan versmal je het wel erg.’ Iemand anders: ‘Bij zo’n nieuwe weg heb je ook genoeg aan een gewone kaart, lijkt me. Maakt dat nu zoveel uit, zo’n digitale simulatie?’ Josh Sijbom: ‘Het helpt wel! Met een verkeersmodel kun je bijvoorbeeld voorspellen waar het verkeer naartoe gaat. Dat is veel lastiger met kaarten.’ Nog een reactie: ‘Ik zou liever zeggen: zonder geld geen burgerparticipatie. Dat is bij ons de praktijk.’ Alberts probeert gemeenschappelijke grond te vinden: ‘Maar bent u het er wel over eens dat het wel een hulpmiddel kan zijn?’ De zaal beaamt dit.
10 | Geo-tournee in de regio
Jan Bruijn: ‘Als gemeente kun je straks je data aan de burger beschikbaar stellen. En dan zie je dat er initiatieven ontstaan voor het ontwerpen van een speeltuin of het herinrichten van een buurt. Mensen gaan zelf aan de slag om hun ideeën vorm te geven. Zo geef je burgers precies dezelfde kijk op de situatie als jij als gemeente hebt.’ Iemand vult aan: ‘We moeten de burger niet onderschatten. Er is meer kennis buiten het gemeentehuis dan daarbinnen.’ Jetty Eugster, burgemeester van Schijndel: ‘Precies. De burger komt steeds vaker zelf naar ons toe met een idee. En wij als gemeente zeggen dan: okee, we doen mee. Overheidsparticipatie, heet dat.’ Daarmee krijgt ze de lachers op haar hand en wordt de discussie afgerond.
‘De financiering voor de BGT komt straks binnen via het gemeentefonds. U moet dus met uw collega’s van financiën aan de slag om ervoor te zorgen dat dat geld op de juiste plek terechtkomt.’ - Frits Alberts, wethouder Borger-Odoorn
Geo-tournee in de regio | 11
‘Moeten we van een Fiat een Mercedes maken?’ regio:
Noord-Brabant
datum: 21 november 2013
Binnen de voormalige kloostermuren maant Harrie Nuijten, burgemeester van Alphen-Chaam, de aanwezige bestuurders tot bezinning. Hij wil hen aanzetten tot nadenken over de rol van geo-informatie bij hun werk en hun taak in de transitie naar de BGT. ‘De GBKN is al jaren de onderlegger voor elke kaart en elk plaatje waar wij in ons werk mee te maken hebben. Maar de GBKN is er straks niet meer. De BGT neemt deze rol over. Wat betekent dat voor uw organisatie?’
Vervolgens neemt Jetty Eugster, burgemeester van Schijndel het woord. ‘De BGT gaat niet alleen over wat er net boven en onder de grond zit. Hij is belangrijk voor veel beleidsvelden waar wij als bestuurders mee te maken hebben. De BGT mag misschien niet hot zijn, de onderwerpen die je ermee kunt behandelen wel! Denk bijvoorbeeld aan schaliegas. Met de BGT kun je bestaande informatie intelligent maken, zodat je die veel effectiever kunt gebruiken.’
de BGT ook iets op voor uw eigen organisatie.’ Een bestuurder wil weten wat de kosten zijn van BGT en IMGeo. Van Tiggelen: ‘Invoering van de BGT kost u als gemeente 1 euro per inwoner en 2 euro per hectare. Gaat u voor IMGeo? Dan komt daar globaal gezien nog eens de helft bij: dus 0,5 euro per inwoner en 1 euro per hectare. Dit zijn alleen de kosten voor de transitie. De kosten voor het aanpassen van uw eigen bedrijfsprocessen en ICT-systemen zijn daar nog niet in meegenomen.’
Stelling 1: We moeten al genoeg. Laten we de BGT invoeren op het kwaliteitsniveau dat de wet eist, en niet allerlei optionele zaken toevoegen.
Vraag uit de zaal: ‘Waarom heeft de wetgever dit lagere kwaliteitsniveau beoogd? En waarom zouden wij meer doen? Wat is toegevoegde waarde van IMGeo?’ Hans van der Vlist, voorzitter van de stuurgroep BGT, antwoordt: ‘De wetgever wil bereiken dat we in het hele land op dezelfde manier met elkaar praten. Maar elke gemeente heeft een eigen aanpak voor zijn eigen beheersproblematiek. Er is over nagedacht: wat moeten we minimaal met elkaar vastleggen zodat we elkaars gegevens kunnen gebruiken? Vervolgens kan er lokaal maatwerk plaatsvinden. Welk
Gabriël van Tiggelen van de VNG kiest het tegenovergestelde standpunt: ‘Aan de BGT alleen heb je niks. Wij adviseren om de BGT op het niveau van IMGeo in te voeren. Pas dan levert 12 | Geo-tournee in de regio
niveau u kiest, hangt af van de manier waarop u op dit moment met uw eigen beheerssysteem aan het werk bent.’
bij elkaar en benoem één aannemer in dat gebied die de BGT gaat opbouwen. Je kunt het niet alleen.’
Van Tiggelen vult aan: ‘Belangrijk is om in uw eigen gemeente te kijken: Wat is mijn ambitieniveau? En heb ik mensen en middelen om dat niveau te realiseren? Ernst Koperdraat van KING vult aan: ‘Daarnaast is er de praktische vraag of uw ambitie haalbaar is tussen nu en 1 januari 2016. Van Tiggelen: ‘Precies. U kunt altijd op een later moment overstappen naar IMGeo. Stel, u hebt nu een kruispunt dat in 2018 een rotonde wordt. Lever dat dan nu op BGT-niveau aan. Pas op het moment dat het een rotonde wordt, laat u de aannemer alles op IMGeo-niveau inmeten. Dat kan! Ga dus vooral niet op dit moment uw hele gemeente opnieuw inmeten.’
Harrie Nuijten vraagt: ‘Gebeurt het ook veel dat gemeenten onderling samenwerken?’ Bruijn: ‘Jazeker. Je kunt gezamenlijk een aanbesteding doen, of samen de zaak uitbesteden aan het SVB-BGT. Dan ga je met één geo-afdeling de zaak voorbereiden voor alle partijen.’
Stelling 2: Je bent een rund als je denkt dat je bij de opbouw en beheer van de BGT zonder samenwerking kunt. Jan Bruijn, directeur van het SVB-BGT licht de stelling toe met een voorbeeld van samenwerking tussen een waterschap en een gemeente. ‘De essentie is dat je met elkaar om tafel zit. Welke bestanden heb ik, welke heb jij? Breng dat
‘Samenwerken levert ook financieel voordeel op. Uit ervaring weten we dat landelijk aanbesteden goedkoper is dan lokaal of regionaal aanbesteden. Schaalvergroting is kostenefficiënt.’ - Martin Peersmann, directeursecretaris LSV GBKN Geo-tournee in de regio | 13
‘U kunt per object kiezen of u op BGT-niveau of op IMGeoniveau aanlevert. Het waterschap kiest bijvoorbeeld BGT, terwijl het buurobject van de gemeente een niveau dieper gaat. Dat kan allemaal: die niveaus sluiten op elkaar aan.’ - Gabriël van Tiggelen, Vereniging Nederlandse Gemeenten
14 | Geo-tournee in de regio
Nuijten maakt een rondje in de zaal: ‘Hebt u enig idee of er samengewerkt wordt op dit moment?’ Een aantal bestuurders geeft toe dat niet te weten. Nuijten spoort alle bestuurders aan om dat na te gaan voor de eigen gemeente, als ze morgen weer op het gemeentehuis komen. ‘Neem contact op met de verantwoordelijke ambtenaar en vraag hem het hemd van het lijf. Wat is de stand van zaken? Waar moeten we mee aan de slag? Want het dringt ontzettend!’
Stelling 3: Geo-informatie is het aangewezen middel om te communiceren met de burger. Zonder geo-informatie geen burgerparticipatie. Dit roept meteen een reactie uit de zaal op: ‘Als je alleen maar burgerparticipatie kunt toepassen door inzet van geo-informatie, dan denk ik dat je als bestuurder heel snel op moet houden. We moeten niet van een basaal goed werkend systeem, laat ik het een Fiat noemen, iets maken met allerlei toeters en bellen, waarvan je niet eens weet of je ze wel nodig hebt: zeg maar een Mercedes.’ Harrie Nuijten begrijpt de vraag: ‘Precies, dat willen we weten: in hoeverre willen we meer hebben dan nodig? Waar liggen onze behoeften?’
Gabriël van Tiggelen reageert: ‘We dwalen wat af, de stelling gaat over burgerparticipatie. U hebt altijd een kaart nodig om uw plannen op te presenteren. Of u daar nu een Fiat of een Mercedes voor gebruikt, die keus is aan u.’ Een wethouder uit de zaal neemt het woord: ‘Wij hebben ontdekt: hoe meer data je verzamelt, hoe meer je moet bijhouden, hoe meer geld het kost. Ik denk dat je het wettelijk kader, de BGT, gewoon moet hebben. Dat is je basis. Daarnaast moet je heel zorgvuldig en heel goed nadenken over wat je nog meer wilt doen. Bovendien vraag ik me af of die burger zo’n kaart wel zo belangrijk vindt. Die heeft zelf een iPad met Google Maps waar hij alles in opzoekt.’ ‘Een Fiat of Mercedes, dat is uw eigen keuze,’ licht een andere bestuurder toe. ‘Meer is de vraag: hoe gebruikt u dat vervoermiddel zo, dat de omgeving erop aanhaakt? Door data beschikbaar te stellen, kunt u uit de gemeenschap feedback krijgen op de kwaliteit van uw eigen data. In Eindhoven is dat bijvoorbeeld met bomen gebeurd. Ook kunnen burgers melden hoe de openbare ruimte erbij staat. Door die Fiat uit te lenen kun je erachter komen dat een onderdeeltje ervan niet helemaal goed werkt. Zo maak je van communicatie met de burger écht tweerichtingsverkeer.’
‘Als je wacht tot 2015 met nadenken over de BGT, dan heb je een behoorlijke klus in dat jaar. Probeer daarom morgen rustig aan te beginnen en die tijd te nemen om op tijd klaar te zijn.’ - Hans van der Vlist, voorzitter stuurgroep BGT
Geo-tournee in de regio | 15
‘Dit is de weg naar de burger, daar ben ik van overtuigd’ regio:
Limburg
datum: 27 november 2013
In een sfeervol zaaltje van de Roermondse Oranjerie heet Karel Joosten, gemeentesecretaris van Venray, alle aanwezige bestuurders welkom. Na een korte inleiding geeft hij het woord aan gedeputeerde Erik Koppe. Die draait er niet omheen: ‘We krijgen een steeds grotere schaarste aan geld en we hebben steeds meer problemen die we op moeten lossen. Het wordt dus steeds belangrijker dat wij als bestuurders in Limburg weten waar we dat geld optimaal moeten laten landen, zodat de effecten maximaal zijn. Geo-informatie, en met name de BGT, is daarbij van onschatbare waarde.’
Koppe heeft een duidelijk advies aan zijn medebestuurders: ‘Hou de scope zo klein en beheersbaar mogelijk. Zorg ervoor dat u zo snel mogelijk die transitie maakt. Dat die wettelijke basis er staat. Vervolgens kunt u die stip op de horizon zetten: wat kunnen en willen we nog meer doen?’ Die uitspraak vormt meteen het openingsschot voor de eerste stelling.
Stelling 1. We moeten al genoeg. Laten we daarom de BGT invoeren op het kwaliteitsniveau dat de wet eist en niet allerlei optionele zaken toevoegen. Ruud van Rossem, programmamanager van de BGT van ministerie IenM, reageert op de stelling én de woorden van Erik Koppe. ‘Het is logisch om de scope te willen beperken. Maar mijn advies is: kijk even naar waar u nu bent. Als u nu meer doet dan de basis-GBKN, gooi die informatie dan niet weg! Neem die plusinformatie meteen mee.’ De zaal reageert: ‘Je moet dus een afweging maken tussen het nut van het onderdeel dat je mee wilt nemen, en de kosten daarvan.’ ‘Nee, het gaat om de functionaliteit,’ vindt een waterschapsbestuurder. Ruud van Rossem licht toe: ‘In
16 | Geo-tournee in de regio
het verleden hebt u waarschijnlijk al nagedacht over wat u wel en niet in uw systemen wilt opnemen. Zitten bomen of lantarenpalen erin? Neem ze dan mee. Maar als u nu nieuwe informatie wilt toevoegen, denk er dan over na of u die echt gaat gebruiken.’
worden, vanzelf aan de orde.’ Ruud van Rossem: ‘Het is daarom ook bewust vrijwillig gehouden. Je kunt kiezen wat je doet en wanneer je het doet. Alleen is het verstandig om er, als je er nu mee start, even goed over na te denken.’
Erik Koppe merkt op: ‘Ik zie vaak dat organisaties een bestaande registratie blijven onderhouden, ook als daar geen reden meer voor is. Vraag uzelf als gemeente af: heeft het nog nut dat ik dat doe? Voordat u besluit om zomaar alle registraties over te nemen in het nieuwe systeem.’
‘Dit wil ik u echt meegeven: kijk waar u vandaan komt, kijk waar u nu staat en hoe u met een zo eenvoudig mogelijke klap de eerste versie van de BGT kunt neerzetten. Daarna kunt u altijd nog verder doorontwikkelen.’ - Ruud van Rossem, programmamanager BGT van het ministerie van IenM
De burgemeester van een kleinere gemeente vraagt: ‘Maar wat moet er in zo’n systeem staan?’ Koppe: ‘Het wettelijk minimum is de GBKN.’ Burgemeester: ‘Dan doen we dat.’ Jan Bruijn, directeur SVB-BGT, nuanceert: ‘Gemeenten hebben de drie kleuren: groen, grijs en blauw. Elk van die afdelingen maken hun eigen kaartje. Je kunt het ook zo organiseren dat je één kaart maakt waarvan al die afdelingen gebruik maken voor hun eigen proces. Dat is efficiency.’ Waterschapsbestuurder: ‘Het is ook een kwestie van strategie en tactiek. Als je op korte termijn zware doelstellingen neerzet, dan stuit dat meestal op weerstand. Als je die stip op de horizon iets verder weg plaatst, dan komt het in de volgende cyclus waarin dingen vervangen moeten
Geo-tournee in de regio | 17
‘Bent u al klaar met de BGT? Heel goed. Maar daarmee is uw taak niet klaar. Spreek andere bronhouders erop aan als u weet dat ze achterblijven. Want het is in ons aller belang dat de BGT op tijd klaar is. U mag mij er ook op aanspreken als de provincie het niet goed doet.’ - Erik Koppe, gedeputeerde provincie Limburg
18 | Geo-tournee in de regio
Stelling 2. Geo-informatie is het aangewezen middel om te communiceren met de burger. Zonder geo-informatie geen burgerparticipatie. Nog voordat Jan Bruijn, directeur van het SVB-BGT, de kans krijgt om deze stelling toe te lichten, zegt Toine Gresel van Waterschap Peel en Maasvallei: ‘Ik kan deze stelling uit de praktijk onderschrijven. Wij hebben een legger op onze website, waarmee mensen precies kunnen zien wat er wel en niet op hun kavel ligt. Dat werkt fantastisch! Ik geloof erin dat dit de weg naar de burger is. De mensen hebben het gevoel dat ze eindelijk service krijgen van de overheid.’ Een bestuurder van een ander waterschap is het niet met hem eens: ‘Ik praat regelmatig met mensen die langs een klein riviertje wonen. Zij weten veel beter waar bijvoorbeeld alle bomen staan dan ik. Om met hen in gesprek te gaan, heb ik dit niet nodig.’ Martin Peersmann, directeur-secretaris van het LSV GBKN, reageert: ‘Met crowdsourcing kun je burgers laten meehelpen om dingen in te tekenen. Dat is ook een manier van inwinnen.’ Jan Bruijn beaamt: ‘Er zijn gemeentes die bomenliefhebbers gegevens over bomen laten inwinnen en corrigeren. Zo gebruik je de burgerij om ervoor te zorgen dat je registratie op orde is.’
Een bestuurder uit de zaal reageert op de stelling: ‘Ik zou zeggen: met geo-informatie betere burgerparticipatie.’ Een ander vindt: ‘Dit is het aangewezen middel! Dit gaat veel beter dan praten.’ Jan Bruijn: ‘Je geeft burgers dezelfde kaart in handen waar je als gemeente ook naar kijkt.’ Gresel vult aan: ‘Je hebt allemaal dezelfde informatie. Dan heb je daar in ieder geval geen strijd meer over.’ Een wethouder uit Venray vertelt: ‘Eén van onze dorpen had een eigen ontwerp laten tekenen door een bouwkundige. Daarvoor hadden ze gegevens opgevraagd bij het Kadaster. In de toekomst zouden ze die informatie direct van onze website kunnen halen.’
Stelling 3. De bestuurder kan met de al aanwezige geo-informatie de regie op zorg uitvoeren. U kunt nu beginnen! Erik Koppe trapt meteen af: ‘Er staat ‘U kunt nu beginnen’, maar ik zou zeggen: u moet nu beginnen! Volgend jaar wordt een heel belangrijk jaar voor de zorg. Er gaan allerlei dingen veranderen. De decentralisatie, de verschuiving van intramurale naar extramurale zorg, en de vergrijzing die daar dwars doorheen gaat. Er komt ontzettend veel op ons af.’
Waterschapsbestuurder Toine Gresel: ‘Gemeenteraden zijn niet geïnteresseerd in hoe die geo-informatie wordt geassembleerd en dergelijke, maar vooral dat het gebeurt. En dat ze daar iets aan hebben bij hun politieke keuzes. Laat zien dat je door informatie te koppelen plekken kunt identificeren waar mensen eerder zorg nodig hebben dan elders.’ Een andere bestuurder beaamt: ‘Precies. Laat concrete voorbeelden zien van gemeenten die hier al mee bezig zijn.’ Een derde vult aan: ‘En trek het weg bij de techneuten, maar breng dit in bij de zorgdiscussies. Want die mensen moeten het straks gaan gebruiken.’ ‘Ik wil geen spelbederver zijn,’ mengt een volgende wethouder zich in de discussie, ‘maar bij ons in het college gaat alle aandacht uit naar de problematiek van die decentralisaties. De mensen die daar mee bezig zijn worden helemaal gek als ze daar de BGT ook nog eens bovenop krijgen.’ Een ander reageert: ‘Maar je moet die BGT niet meteen helemaal willen vullen. Dat kan ook stap voor stap.’ Weer een ander: ‘Voor hetzelfde geld zegt een beleidsmaker: wat goed dat ik nu weet dat dit bestaat, want dat is de vraag die ik vorige week bij dat externe bureau heb uitgezet. Nu hebben we dat soort analyses dus in huis.’ De eerste wethouder geeft toe: ‘Maar dan moet je het zo aanpakken dat ze het als een versterking zien, en niet als een bedreiging.’
Geo-tournee in de regio | 19
‘Vraag morgen in uw organisatie: hoe ver zijn we hier nu mee?’ regio:
Flevoland en Gelderland
datum: 11 december 2013
Gastheer Aat de Jonge, burgemeester van Dronten, is blij met de opkomst van zo’n 25 aanwezigen in de Cantharel, ‘want het blijft een opgave om bestuurders te interesseren voor geo-informatie en de BGT.’ Daarna is het woord aan Wierd Omta, oud-burgemeester van Ermelo. Die licht de voordelen van de BGT uitgebreid toe. En hij heeft een waarschuwing voor de bestuurders in petto: ‘Op 1 januari 2016 moeten we klaar zijn. Maar niet iedereen is al even ver. Bij sommige gemeenten vragen we ons af: halen ze het wel? Daar maken we ons zorgen over. Als u niet op tijd klaar bent, dan sluit ik niet uit dat daar financiële sancties op staan. Ga dus zo snel mogelijk aan de slag!’
Stelling 1. De bestuurder kan met de al aanwezige geo-informatie de regie op zorg uitvoeren. U kunt nu beginnen! Martin Peersmann, directeur-secretaris van de LSV GBKN, leidt de stelling kort in. Vraag van Omta: ‘Die GIS-toepassingen met kaartjes snappen we allemaal wel. Maar wat heb ik aan dit systeem voor jeugdzorg? Ik heb daar niet echt een beeld bij.’ Peersmann: ‘Als je administratieve gegevens koppelt aan geografische gegevens, dan kun je zien waar de jongeren zitten die zorg nodig hebben. Uit wat voor gezinnen komen ze? Zijn er voorzieningen in de wijk die deze jongeren kunnen opvangen? Hoe is het opleidingsniveau? Dat kun je allemaal in kaart brengen en daar analyses op loslaten. Die informatie kan u weer helpen bij het verstrekken van subsidies en het beslissen over hoe en waar u geldstromen laat lopen.’
20 | Geo-tournee in de regio
De gemeentesecretaris van de gemeente Buren vraagt: ‘Wij hebben met tien gemeenten een Omgevingsdienst opgericht. Alle data van vergunningen hebben we daarin verzameld. Nu is er een nieuw programma en helaas kan ik als gemeente niet meer koppelen met die gegevens, omdat de standaarden niet overeenkomen. Kunt u garanderen dat wij met onze gemeentelijke systemen wel met de BGT kunnen koppelen?’ Jan Bruijn, directeur SVB-BGT neemt het woord: ‘Wij smeden de losse kaarten van alle bronhouders tot een geheel op basis van de StUF-geostandaard. Op dit moment zijn we met uw softwareleveranciers in gesprek om die standaard in uw systemen te implementeren. Levert u straks uw data aan, dan gaan die eerst door een soort ‘controlepoort’ om te checken of ze aan de standaard voldoen, en dan pas komen ze bij ons binnen. Dus ja, ik kan u die garantie geven.’ Martin Peersmann vult aan: ‘Voor het ministerie van IenM heeft Geonovum als standaardisatie-organisatie deze standaard ontwikkeld, en die voldoet aan alle Europese en internationale normen. Ik heb nog geen basisregistratie meegemaakt waarbij over de standaard zo lang en uitgebreid gediscussieerd is.’
Stelling 2. Geo-informatie is het aangewezen middel om te communiceren met de burger. Zonder geo-informatie geen burgerparticipatie. Op de korte inleiding door Gabriël van Tiggelen van de VNG reageert een bestuurder: ‘U zegt: de kaart is beschikbaar voor iedereen. Maar dan denk ik meteen aan privacy. Hoe is dat geregeld?’ Van Tiggelen antwoordt: ‘De BGT bevat alleen geografische gegevens: alles waar je buiten je teen aan kunt stoten of waar je je teen in kunt stoppen. Dat is geen privacygevoelige informatie. Maar zodra je de kaart gaat koppelen aan administratieve gegevens, dan wordt het wel spannend. Intern moet je goed regelen dat maar een beperkt aantal mensen daar toegang toe heeft.’ ‘Dat staat ook in de wet,’ vult Pieter van Teeffelen, directeur van DataLand aan: ‘Je moet die dingen los van elkaar zien. Kijk, de kaart is er. Die gebruiken we voor allerlei doeleinden. Het probleem ontstaat als je persoonlijke informatie eraan gaat koppelen. Die vraag speelt nu ook al in gemeentehuizen: wat mag je van iemand weten? Dat los je niet op met de kaart. Maar wel met maatregelen die we met z’n allen treffen om die privacy goed te bewaken. Het privacyvraagstuk wordt dus niet groter door de BGT, het blijft even groot.
Maar door het koppelen van allerlei informatie uit basisregistraties wordt de kans wel steeds groter dat we tegen de grenzen van de privacy aanlopen. En dat is een probleem waar we met z’n allen goed over na moeten denken.’
‘Om u een idee te geven van de financiën: het invoeren van de BGT in uw gemeente kost ongeveer 1 euro per inwoner en 2 euro per hectare. Kiest u voor de beheerstopografie met IMGeo? Dan komt daar nog eens 0,5 euro per inwoner en 1 euro per hectare bij.’ - Gabriël van Tiggelen, Vereniging Nederlandse Gemeenten Geo-tournee in de regio | 21
‘Met de GBKN hebben we Nederland anderhalf keer ingemeten. Met de BGT brengen we dat terug naar 1 keer meten door goed samen te werken.’ - Martin Peersmann, directeursecretaris LSV GBKN
22 | Geo-tournee in de regio
Een aanvulling uit de zaal: ‘De BGT biedt ook een privacyvoordeel. Want veel gemeenten gebruiken Google als kaartje op hun site. Maar Google weet wie er allemaal op zijn kaartjes inlogt: die registreert alle IP-adressen. Als we straks allemaal de BGT gebruiken, blijft de privacy van de gebruikers in elk geval gewaarborgd.’
Stelling 3. Je bent een rund als je denkt dat je bij de opbouw en het beheer van de BGT zonder samenwerking kunt. Jan Bruijn, directeur SVB-BGT, vertelt het een en ander over samenwerking en hij geeft de aanwezigen mee: ‘Vraag morgen in uw organisatie: hoe ver staan we hier nu mee, en werken we ook samen met onze collega’s? Als gemeente komt u bijvoorbeeld het waterschap tegen. Maak afspraken met elkaar wie wat gaat inmeten, wie waarvoor verantwoordelijk is. Dat kunnen wij namelijk niet voor u doen.’ Een bestuurder van de gemeente Barneveld vraagt: ‘Moeten we dan alles opnieuw gaan inmeten?’ Bruijn: ‘Nee, dat hoeft niet. U hebt het GBKN-bestand al. U hebt ook de kaarten van uw groenbeheer en van uw wegbeheer. Die kunt u gebruiken om de BGT op te bouwen. Met bepaalde software kun je daarvan de eerste basis maken. De gemeente Kampen
heeft dat bijvoorbeeld zo gedaan. Besteedt u deze taak uit? Dan laat u eerst de kwaliteit van uw huidige bestanden vaststellen. Hoe hoger de kwaliteit, hoe lager de kosten die u betaalt om de nieuwe kaart te laten maken.’ Een andere vraag: ‘Hoe zit het met eventuele fouten in de kaart en de aansprakelijkheid daarvoor?’ Martin Peersmann: ‘Met de BGT tillen we de oude GBKN-data naar een hoger kwaliteitsniveau. De BGT bestaat uit door de overheid gewaarmerkte data: die is betrouwbaar, actueel en robuust, conform de wettelijke standaarden. Als u daarvan afwijkt, dan bent u wel degelijk aansprakelijk.’ Jan Bruijn: ‘U hebt ook een inspanningsverplichting om veranderingen in de kaart tijdig op te sporen: binnen de bebouwde kom moet een mutatie binnen 3 maanden ingewonnen worden, en in het buitengebied is dat 18 maanden. Dat lijkt misschien heel streng, maar in de praktijk blijkt dat allang zo te werken. De interne processen van de meeste gemeenten zijn daar al helemaal op ingericht.’
‘Maak het uzelf niet te moeilijk. Uw medewerkers zijn heel goed op de hoogte van wat er moet gebeuren voor de BGT. Vraag aan hen: ‘Hoever zijn we?’ en laat hen dat uitleggen. Dan doet u in feite als bestuurder genoeg.’ - Wierd Omta, oud-burgemeester van Ermelo
Geo-tournee in de regio | 23
‘Haalbare ambities, daar gaat het om’
regio:
Zuid-Holland en Utrecht
datum: 8 januari 2014
‘In hoeverre maakt u al gebruik van kaarten binnen uw organisatie?’ is de eerste vraag van Lucas Bolsius, burgemeester van Amersfoort, aan de aanwezige bestuurders. De antwoorden variëren van: ‘Geen flauw idee’ (wethouder van een kleine gemeente) tot: ‘Wij maken al kaarten sinds 1288!’ (Hoogheemraadschap Rijnland). Bolsius gaat verder: ‘Er is maar één waarheid. En dat is dat u op 1 januari 2016 allemaal klaar moet zijn voor de BGT. En dat is niet zomaar gebeurd.’
Daarna krijgt Frans Backhuijs, burgemeester van Nieuwegein, het woord: ‘Als overheid kunnen wij ons werk alleen maar goed doen als onze informatie op orde is. Informatie is de grondstof voor ons werk. Als je informatie op kaarten presenteert, kun je er veel meer mee. En uiteindelijk kun je met betere informatie betere besluiten nemen.’ En zo beschrijft hij in een notendop het nut van de BGT.
Stelling 1. De bestuurder kan met de al aanwezige geo-informatie de regie op zorg uitvoeren. U kunt nu beginnen! Paul Padding van Geonovum licht deze stelling toe met het voorbeeld van de gemeente Borger-Odoorn, waar het in kaart brengen van vervoersbewegingen van WMO-taxibusjes uitwees dat dat veel efficiënter kan. Een wethouder van de gemeente Utrechtse Heuvelrug reageert meteen: ‘Dit heeft 24 | Geo-tournee in de regio
toch helemaal niks met geo te maken? In de zorg moet je juist vanuit het individu redeneren, en niet vanuit de massa. Ik vind dit een hele bestuurlijke, autocratische aanpak.’ Bolsius: ‘Maar je kunt wel bekijken of je standaardritten niet logischer kunt inplannen.’ De wethouder: ‘Dit gaat over vraag en aanbod binnen een bepaalde tijd. Ik geloof niet dat geo hier de oplossing biedt.’ Padding: ‘Het is niet zwart of wit. Hier is vanalles in te kiezen. Én te behalen, op het gebied van efficiency.’ De sprekers komen niet tot overeenstemming. Het woord is aan een andere vraagsteller: ‘Ik begrijp de urgentie van de BGT. Hebben jullie ook een overzicht van alle bronhouders in Nederland? Hoever zijn we met z’n allen?’ Jan Bruijn, directeur SVB-BGT, neemt het woord. Hij wijst op de grote kaart van Nederland met gekleurde vlakken, die prominent in de zaal staat. ‘Dit is een overzicht van de stand van zaken bij alle gemeenten in augustus 2013. U ziet dat er veel rode vlakken zijn. Dat zijn gemeenten die in 2015 beginnen met de transitie. Gele gemeenten
beginnen in 2014, groene zijn al in 2013 begonnen.’ Bolsius: ‘Bekijkt u rustig welke kleur uw eigen gemeente heeft. En ik zeg erbij: in 2015 beginnen is redelijk laat.’ Bruijn gaat verder: ‘Het SVB-BGT heeft deze informatie in een online transitiemonitor-tool gezet. Daar kunt u elke dag online op invullen wat de planning is van uw organisatie en hoever u daarmee bent. Het ministerie van IenM publiceert die gegevens elk kwartaal in een BGTmonitorrapportage op www.bgtweb.nl. Zo hebben wij én u zicht op de voortgang.’
Stelling 2. We moeten al genoeg. Laten we daarom de BGT invoeren op het kwaliteitsniveau dat de wet eist en niet allerlei optionele zaken toevoegen. ‘De BGT is op de groei ontworpen,’ legt Ruud van Rossem, programmamanager BGT van het ministerie van IenM, uit. ‘U mag kiezen op welk niveau u de BGT in eerste instantie invoert. De minimale eis is: wat u nu hebt, vertalen in BGT-taal. Wilt u meer doen, bijvoorbeeld beheerstopografie toevoegen, zoals lantaarnpalen of bomen? Dat mag. Maar het is niet verplicht. Bepaal voor uw eigen organisatie wat de uitgangssituatie is en wat een haalbare ambitie is.’
Gemeenten worden nu verplicht bronhouder van grootschalige topografie. Hoe organiseert u die bronhouderrol? Doet u dat zelf, laat u dat een andere partij doen, of vraagt u het SVB-BGT om dat voor u te doen? Denk daar goed over na. - Ruud van Rossem, programmamanager BGT van het ministerie van IenM
Geo-tournee in de regio | 25
Een wethouder vraagt: ‘Hoeveel tijd heb je nodig voor de transitie, als je vandaag zou beginnen?’ Jan Bruijn reageert: ‘In principe kun je binnen 3 maanden over, als je al een heel stuk voorbereiding zelf gedaan hebt. Als je je kaart in het BGT-model hebt, heb je 3 maanden nodig van het moment van aanleveren aan het SVB-BGT, totdat het klaar is. In de tussentijd assembleren wij en leveren het aan bij het Kadaster. Ruud van Rossem vult aan: ‘Maar hoeveel tijd die voorbereiding kost, hangt af van hoever u nu al bent met uw bestanden. Ook moet u rekening houden met de grootte van uw gebied. Kan het hele gebied in keer binnen 3 maanden over of deelt u uw gebied op in deelgebieden?’ Een wethouder vraagt: ‘Hoeveel tijd heb je nodig voor de transitie, als je vandaag zou beginnen?’ Jan Bruijn reageert: ‘In principe kun je binnen 3 maanden over, als je al een heel stuk voorbereiding zelf gedaan hebt. Als je je kaart in het BGT-model hebt, heb je 3 maanden nodig van het moment van aanleveren aan het SVB-BGT, totdat het klaar is. In de tussentijd assembleren wij en leveren het aan bij het Kadaster. Ruud van Rossem vult aan: ‘Maar hoeveel tijd die voorbereiding kost, hangt af van hoever u nu al bent met uw bestanden. Ook moet u rekening houden met de grootte van uw gebied. Kan het hele gebied in keer binnen 3 maanden over of deelt u uw gebied op in deelgebieden?’
26 | Geo-tournee in de regio
Vraag van een waterschapsbestuurder: ‘Wat heeft het voor gevolgen als de kaart niet op tijd klaar is?’ Chris Bruggink, voorzitter LSV-GBKN: ‘De GBKN wordt vanaf 1 januari 2016 niet meer bijgehouden. Dat betekent dat die kaart vanaf dat moment bevroren is. Veranderingen staan er niet meer op. Ga je met verouderde gegevens graven, dan is de kans groot dat er kabels of leidingen worden geraakt. Ik hoef u niet uit te leggen wat voor groot probleem je dan hebt.’ Martin Peersmann, directeur-secretaris van het LSV-GBKN vult aan: ‘Op 1 januari 2016 is er een BGT met actuele gegevens. En levert u als bronhouder uw gegevens niet op tijd aan? Dan wordt dat voor u gedaan. Maar daar moet u wel flink voor betalen. Niet op tijd klaar zijn heeft dus grote financiële consequenties.’ De discussie over de praktische kanten van de transitie neemt zo veel tijd in beslag, dat besloten wordt om de derde stelling te laten voor wat hij is. Bolsius sluit af met een rondje langs de bestuurders: ‘Wat gaat u morgen doen?’ De meeste bestuurders hebben de vragen al klaar die ze morgen in het stadhuis gaan stellen: ‘Wat zijn onze plannen?’ en ‘Hoe staan we ervoor?’ Op basis daarvan concluderen de aanwezigen dat deze bijeenkomst zijn doel heeft bereikt.
‘De eerste vraag bij het opbouwen van de BGT is: wat hebt u al in uw organisatie? Hebt u alleen de GBKN, of werkt uw afdeling groenbeheer ook al met een kaart? Die kunt u meteen meenemen. Realiseer u dat u niet blanco begint.’ - Frans Backhuijs, burgemeester Nieuwegein
Geo-tournee in de regio | 27
‘Laten we eerst maar eens doen wat we moeten doen. De rest komt later wel.’ regio:
Noord-Holland
datum: 21 januari 2014
‘In 1937 hield dijkgraaf J. Glerum in de Tweede Kamer een pleidooi voor een grootschalige topografische kaart, de GBKN, om graafschades aan kabels en leidingen te voorkomen. Hij gebruikte dit visionaire argument: De kabel- en leidingeninfrastructuur is het zenuwstelsel van de moderne maatschappij.’ Zo opent Joost Cox, voorzitter van GBKN-Noord Holland de bijeenkomst in Akersloot. ‘Nederland is het eerste land dat volledig digitaal in kaart is gebracht. Nu is het niet meer het enige, maar met de BGT hebben we het wel het beste voor elkaar,’ voegt hij daaraan toe.
Luc Kohsiek, dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, krijgt daarna het woord: ‘We zijn allemaal bronhouder van de BGT, en we doen het voor een grote groep gebruikers. Bronhouder zijn is een behoorlijke klus. Maar we doen het voor een hoger doel.’ Vervolgens laat hij met een filmpje zien hoe snel het land bij Enkhuizen onderstroomt als de dijk het daar begeeft. ‘De berekeningen hiervoor zijn gebaseerd op gegevens uit de BGT, en daaraan gekoppelde bestanden als de BAG en het AHN.’
Stelling 1. Met de huidige informatiehuishouding is de bestuurder niet voldoende in staat om de effecten van veiligheidsrisico’s in kaart te brengen. 28 | Geo-tournee in de regio
Ruud van Rossem, projectmanager BGT van het ministerie van IenM legt uit dat de BGT een basiskaart is: een topografische referentiekaart waar thematische informatie op geprojecteerd kan worden. Bijvoorbeeld informatie over kabels en leidingen, over waterhoogtes en bebouwing. Die informatie is essentieel bij grote evenementen, of bij het uitwerken van rampscenario’s. ‘De BGT gaan we nu maken. Die wordt uniform. Ieder organisatie beschikt straks over hetzelfde beeld van Nederland. Daarna is het de uitdaging dat partijen hun eigen thematische informatie op die kaart laten aansluiten en gaan delen.’ De burgemeester van Castricum is het met de stelling eens: ‘Bij een ramp blijkt iedere keer weer dat je achter de feiten aanloopt. We hebben heel veel informatie, maar we zitten erop. Ik denk dat we onze informatie veel meer moeten delen.’ Van Rossem: ‘Precies. De BGT is daarvoor de katalysator. Het is belangrijk dat politie, brandweer en gemeenten naar dezelfde kaart kijken als er een ramp
gebeurt. En uiteindelijk is het ook goedkoper om die informatie te delen. Daar moeten we dus nu onze energie in steken.’ Een wethouder uit Zaanstad vraagt: ‘Wordt dit een landelijke website?’ Jan Bruijn, directeur SVB-BGT reageert: ‘Ja, via www.pdok.nl kan iedereen bij de BGT. PDOK staat voor Publieke Dienstverlening op de Kaart en is een initiatief van een aantal ministeries om geo-informatie landelijk te publiceren als open data. Het Kadaster beheert deze voorziening.’ Ruud van Rossem vult aan: ‘In PDOK zit de BGT, maar ook een aantal andere basisregistraties: de BAG, de BRT en kaarten van Ruimtelijke Ordening bijvoorbeeld. Het is dus een belangrijk knooppunt voor geo-informatie.’
Stelling 2. Het is kwalijk dat de BGT de basisgegevens tot de individuele achtertuin brengt. ‘De BGT maakt het mogelijk om allerlei gegevens uit het sociale domein aan elkaar te knopen,’ vertelt Ernst Koperdraat van KING als inleiding bij deze stelling. ‘Zo kun je hulpbehoevende ouderen, gehandicapten of probleemjongeren gemakkelijker in kaart brengen. Maar waar ligt de grens?’
‘Op 1 januari 2016 moet de kaart landsdekkend zijn, met minimaal de GBKN-inhoud in BGT-taal. En op 1 januari 2020 moet de BGT helemaal gevuld zijn: niet alleen de ligging van objecten, maar ook een nadere omschrijving van die objecten ligt dan vast. U mag dit dus gefaseerd aanpakken.’ - Ruud van Rossem, programmamanager BGT van het ministerie van IenM
Geo-tournee in de regio | 29
‘Hebt u een project en een projectleider? Hebt u een transitieplan? Wat is uw ambitieniveau? En hebt u middelen vrijgemaakt voor de transitie? Dat zijn de vier belangrijkste vragen die u als bestuurder binnen uw organisatie moet stellen.’ - Gabriël van Tiggelen, VNG
Burgemeester Van Eijk van de gemeente Uitgeest reageert fel: ‘Als het gaat om privégegevens, dan hebben we daar hele duidelijke afspraken over: privacywetgeving. Het is niet aan ons om die gegevens te publiceren. Deze discussie hoort hier helemaal niet thuis.’ Een andere wethouder zegt: ‘Maar die informatie is er al wel, over welke bevolkingsgroepen in onze gemeente wonen. Dat staat ook in onze gemeentegids. Wat is dan het verschil?’ ‘Maar er staat niet bij welke handicap ze hebben of welke zorg ze nodig hebben. En dat vind ik een stap te ver gaan,’ meent een derde wethouder. Jan Bruijn geeft een voorbeeld uit Rotterdam, waar bij het verstrekken van uitkeringen eerst wordt nagegaan wie er nog meer op het adres van de aanvrager woont. Dat heeft een hoop fraude aan het licht gebracht. Van Eijk: ‘Als je die informatie nodig hebt om als overheid te functioneren, dan is er niks aan de hand. Maar je mag dat niet zomaar openbaar maken. We hebben niet voor niets allemaal een eed afgelegd.’ ‘Dat is ook niet de bedoeling van de BGT,’ licht Joost Cox toe. ‘De kaart zelf is open data. Maar de gegevens die je eraan koppelt zijn dat niet automatisch. Gaat het om persoonlijke gegevens? Dan moet u daar als gemeentelijke organisatie goed mee omgaan.’ Jan Bruijn vult aan:
30 | Geo-tournee in de regio
‘En misschien extra interne afspraken maken om misbruik te voorkomen.’
overheid is dat we betrouwbare informatie moeten leveren. Die basis moet goed zijn. Laten we ons voorlopig daarop richten, en laat de markt de rest maar ontwikkelen.’
Stelling 3. Geo-informatie is het aangewezen middel om te communiceren met de burger. Zonder geo-informatie geen burgerparticipatie.
‘Dat klopt allemaal, maar er is een uitzondering,’ vindt dijkgraaf Kohsiek. ‘Bij een calamiteit met een geografische uitstraling, zoals een grote brand of een overstroming, geeft de overheid die kaart vrij, en niet de markt. Voor specifieke overheidstaken als veiligheid, gezondheid en milieu wil je zelf met de burger kunnen communiceren. Dat kun je niet aan de markt overlaten.’
In zijn inleiding bij deze stelling vertelt Gabriel van Tiggelen van de VNG dat de BGT hét middel is om burgers met elkaar en met de gemeente in contact te brengen. Hij haalt het voorbeeld van Buuv aan: een digitaal prikbord voor klusjes in een stad of wijk. ‘Ook kunnen burgers met een klik op de kaart schade aan het wegdek melden, of met Burgernet de politie helpen bij een zoekactie.’ Burgemeester Van Eijk reageert: ‘Laten we eerst maar eens doen wat we moeten doen: die stap zetten waar we het al jaren over hebben. De BGT maken is al een hele klus op zich! En dan zien we wel wat er verder nog nodig is, en of de markt het misschien al voor ons gedaan heeft. Want de maatschappij gaat veel sneller dan de overheid.’ De burgemeester van Castricum vult aan: ‘Onze functie als
Een wethouder brengt een ander punt in: ‘Je kunt informatie van burgers ook gebruiken om je eigen kaart beter te maken. Bij een grote brand een paar jaar terug maakten wij gebruik van Twitter om te controleren of onze informatie nog goed was.’ ‘Maar die informatie moet je toch altijd nog verifiëren. Dat is lastig,’ vindt een ander. Joost Cox komt tussenbeide: ‘Over de basiselementen van onze informatie mag geen discussie ontstaan. Daarom hebben we de BGT. Wat je daarbovenop legt, kan van burgers komen.’
Geo-tournee in de regio | 31
‘Daadkrachtige samenwerking, dat is wat we nodig hebben’ regio:
Friesland
datum: 5 maart 2014
In een sfeervolle opkamer die uitkijkt over het Friese water heet Wil van den Berg, burgemeester van Ferwerderadeel, alle aanwezigen van harte welkom. Kort wijst hij de bestuurders op de BGT-deadline van 1 januari 2016, die steeds dichterbij komt. Dan volgt een boeiend betoog van Hein Visser, bestuurslid van de stichting GBKN en directeur bij KPN Noordoost Nederland. Geïllustreerd met foto’s uit de ‘kabelpraktijk’ schetst Visser het belang van kabels en leidingen voor onze maatschappij en de desastreuze gevolgen van graafschade: ‘We worden steeds afhankelijker van kabels voor onze communicatie en informatie. Een gedegen beheer van kabels en leidingen is daarom belangrijker dan ooit. De BGT is daarvoor een uitstekende basis.’
Stelling 1. Met de huidige informatiehuishouding van gemeenten is de bestuurder niet voldoende in staat om de effecten van veiligheidsrisico’s in kaart te brengen.
de mutaties bij. Idealiter is die taak geïntegreerd in de werkprocessen van uw gemeente. Bij de invoering van de BGT hoort ook de wettelijke verplichting om het bestand actueel te houden. Daar krijgt u financiering voor. Voor mutaties van gebouwen, wegen en kunstwerken geldt een actualiteitseis van 6 maanden, voor terreinen en water geldt een actualiteitseis van 16 maanden.’
Een korte inleiding bij deze stelling komt van Martin Peersmann, directeur-secretaris LSV GBKN. Als voorbeeld noemt hij de Elfstedentocht: ‘Met thema-informatie gekoppeld aan de basisgeodata uit de BGT is het gedrag van grote mensenmassa’s voor de OOV-sector veel beter te voorspellen én te beheersen.’ Wethouder Stoel van gemeente Súdwest-Fryslân reageert meteen: ‘De grote uitdaging hierbij zit hem in het beheer en het onderhoud van de gegevens. Hoe zorgen we ervoor dat dit bestand niet te snel veroudert?’ Peersmann: ‘Als bronhouder houdt u zelf
Burgemeester Liemburg van gemeente Littenseradiel heeft een vraag: ‘Als ik die stelling letterlijk neem, dan is dat toch onmogelijk? Voor een individuele bestuurder zijn veiligheidsrisico’s nooit helemaal te behappen. Daarom zoeken wij het in samenwerking om dat goed te organiseren. Zodat je wel toegang hebt tot al die mogelijkheden op het moment dat er wat gebeurt. Volgens mij is dat cruciaal.’ Hein Visser brengt in: ‘Tegenwoordig regeren de media over het gemeentebestuur. Als het gemeentebestuur zelf geen analyse kan maken van veiligheidsrisico’s, dan zullen de
32 | Geo-tournee in de regio
media dat zeker wel doen. Kijk maar naar Project X in Haren. Zorg daarom dat je je zaken op orde hebt, dat je de nieuwste technieken gebruikt. Want als je dat niet doet, word je ter verantwoording geroepen door de media.’ Liemburg: ‘Ja, dat is helder. Maar het gaat mij erom dat het bestuurlijk apparaat rondom de burgemeester goed moet functioneren, zodat je als bestuurder goede beslissingen kunt nemen. Want in je eentje is dat gewoon niet te overzien.’
Stelling 2. We moeten al genoeg. Laten we daarom de BGT invoeren op het kwaliteitsniveau dat de wet eist en niet allerlei optionele zaken toevoegen. Programmamanager BGT voor het ministerie van IenM Ruud van Rossem neemt het woord: ‘Toen de eisen voor de BGT werden ontworpen, is er gekeken naar wat haalbaar is voor alle bronhouders. Dat is het verplichte basisniveau van de BGT: grofweg wat er nu in de GBKN zit, alleen dan vertaald naar de nieuwe BGT-standaard. Maar er zijn ook bronhouders die veel meer informatie hebben. Daarom is er een optioneel niveau aan toegevoegd: de zogenaamde plustopografie. Dat gaat met name om inrichtingselemen-
‘Het is belangrijk dat u als bronhouder met uw bronhouderburen afspreekt wie voor welke objecten verantwoordelijk is. Het afstemmen van die bronhoudersgrenzen is misschien wel de grootste uitdaging van deze operatie.’ - Martin Peersmann, directeursecretaris LSV GBKN
Geo-tournee in de regio | 33
‘Voor het beheren van de BGT krijgt u een bijdrage van het ministerie. Vanaf 1 januari 2016 wordt dat over alle gemeenten verdeeld via het gemeentefonds. Aan u de taak om in de gaten te houden waar die geldstromen vandaan komen én ervoor te zorgen dat ze op de juiste plek terechtkomen.’ - Martin Peersmann, directeursecretaris LSV GBKN 34 | Geo-tournee in de regio
ten als lantaarnpalen, bushokjes en brandkranen. Vaak gaat het ook om een nadere opdeling van BGT-objecten in beheertopografievlakken die gebruikt worden bij het onderhoud van groen en wegen. U bent vrij om te kiezen op welk niveau u uw stukje van de BGT aanlevert. Maar eerlijk gezegd ben ik het niet helemaal met de stelling eens. Ik zou zeggen: doe in ieder geval wat u nu doet en wat zinnig is voor uw eigen organisatie. En kijk eens kritisch of u niet al over plustopografie beschikt die niet in de GBKN zit, maar straks wel zijn weg kan vinden naar de BGT.’ Een wethouder reageert: ‘Wij zijn als gemeente twee jaar bezig geweest met een groot ingenieursbureau om een groenstructuurprogramma te maken. Als ik dat zo hoor, hadden we dat beter niet kunnen doen. We hadden even moeten wachten op de BGT. Als overheid moeten wij dus veel kritischer zijn naar marktpartijen: zijn zij wel op de hoogte van dit soort ontwikkelingen en zorgen zij ervoor dat we daaraan mee kunnen doen?’ Ruud van Rossem: ‘Gaat u alstublieft niet elke beslissing uitstellen. Hebt u net die slag gemaakt met zo’n extern bureau, dan hebt u al een voorsprong. U hoeft er dan alleen nog maar voor te zorgen dat uw nieuwe systeem een link maakt met de BGTproductie. Wij praten regelmatig met de grote softwareleveranciers, zodat ook zij weten wat er speelt en wat gemeentes daarvoor nodig hebben.’
Dagvoorzitter Wil van den Berg heeft zelf ook nog een vraag. ‘In Noordoost Friesland pakken wij de BGT met vier gemeenten samen aan. Hebben jullie dat soort samenwerkingen goed in beeld? Waar er wordt samengewerkt door gemeenten, en hoe de afstemming is met bijvoorbeeld de veiligheidsregio’s?’ Pieter van Teeffelen, directeur van Dataland reageert: ‘Het SVB-BGT weet waar er wordt samengewerkt en coördineert die samenwerkingen ook. Alleen het niveau van die samenwerkingen verschilt nogal. En er kan nog veel méér worden samengewerkt.’ Ruud van Rossem wijst op de monitorrapportage op www.bgtweb.nl, waarin het ministerie van IenM onder meer alle samenwerkingsverbanden en de voortgang in kaart brengt. Een wethouder vult aan: ‘Mijn zorg is dat al die samenwerking, zeker als het om veiligheidsregio’s gaat, leidt tot een hoop geklets maar niet tot daden. Samenwerken is goed, maar ga niet elke samenwerking institutionaliseren. Daar moeten we voor oppassen.’ Die laatste opmerking leidt tot een instemmend applaus. Vanwege tijdgebrek komt de derde stelling niet aan bod. Wil van den Berg sluit de bijeenkomst af met een oproep aan de bestuurders om te informeren hoe het binnen hun organisatie staat met de voorbereiding op de BGT, en om er desnoods vaart achter te zetten. ‘Want als u op 1 januari 2016 nog niet klaar bent, dan worden de kosten op u verhaald. En dat zijn forse bedragen.’
‘In totaal kost deze transitie 25 miljoen euro. Daarvan brengt het Rijk 8 miljoen in. Dit wordt verstrekt aan het SVB-BGT en ingezet voor transitieregie en assemblage. De rest van de kosten betalen alle bronhouders zelf. U moet dus binnen uw organisatie een projectbudget hiervoor reserveren.’ - Ruud van Rossem, programmamanager BGT van het ministerie van IenM
Geo-tournee in de regio | 35
Deelnemende organisaties
Limburg
Noord-Holland
Zuid-Holland en Utrecht
• • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • • • • • • • •
• Gemeente Amersfoort • Gemeente Bodegraven-Reeuwijk • Gemeente Capelle aan den IJssel • Gemeente De Ronde Venen • Gemeente Giessenlanden • Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht • Gemeente IJsselstein • Gemeente Kaag en Braassem • Gemeente Nieuwegein • Gemeente Nieuwkoop • Gemeente Oudewater • Gemeente Vianen • Gemeente Vlist • Gemeente Zeist • Hoogheemraadschap Rijnland
• • • • •
Gemeente Gennep Gemeente Gulpen-Wittem Gemeente Landgraaf Gemeente Leudal Gemeente Loon op Zand Gemeente Maasgouw Gemeente Nederweert Gemeente Schinnen Gemeente Sittard-geleen Gemeente Valkenbrug aan de Geul Gemeente Venray Gemeente Voerendaal Provincie Limburg Waterschap Peel en Maasvallei Waterschap Roer en Overmaas
36 | Geo-tournee in de regio
Gemeente Alkmaar Gemeente Bergen Gemeente Bloemendaal Gemeente Castricum Gemeente Den Helder Gemeente Heerhugowaard Gemeente Hollands Kroon Gemeente Hoorn Gemeente Koggenland Gemeente Landsmeer Gemeente Opmeer Gemeente Purmerend Gemeente Schagen Gemeente Schermer Gemeente Uitgeest Gemeente Zaanstad Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
• Hoogheemraadschap van Delfland • Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard • Provincie Gelderland • Waterschap Rivierenland
Noord-Brabant • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Gemeente Alphen-Chaam Gemeente Asten Gemeente Baarle-Nassau Gemeente Bergeijk Gemeente Bernheze Gemeente Boekel Gemeente Boxmeer Gemeente Deurne Gemeente Dongen Gemeente Gilze en Rijen Gemeente Heusden Gemeente Laarbeek Gemeente Landerd Gemeente Oss Gemeente Reusel-De Mierden Gemeente Rucphen Gemeente Schijndel Gemeente Son en Breugel Gemeente Steenbergen Gemeente Valkenswaard Gemeente Waalwijk Waterschap Aa en Maas
Overijssel, Groningen, Drenthe
Flevoland en Gelderland
• • • • • • •
• • • • • • • • • • •
• • • • • • • • • •
Gemeente Bedum Gemeente Borger-Odoorn Gemeente De wolden Gemeente Emmen Gemeente Hof van Twente Gemeente Hoogeveen Gemeente Hoogezand-Sappemeer Gemeente Marum Gemeente Raalte Gemeente Stadskanaal Gemeente Twenterand Gemeente Westerveld Gemeente Winsum Provincie Drenthe Waterschap Hunze en Aa’s Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Velt en Vecht
Gemeente Barneveld Gemeente Buren Gemeente Doesburg Gemeente Dronten Gemeente Ermelo Gemeente Lingewaal Gemeente Nunspeet Gemeente Putten VNG Gelderland Waterschap Vallei en Veluwe Waterschap Zuiderzeeland
Friesland • • • • • • • • •
Gemeente Dantumadiel Gemeente Ferwerderadiel Gemeente Heerenveen Gemeente Leeuwarden Gemeente Leeuwarderadeel Gemeente Littenseradiel Gemeente Opsterland Gemeente Súdwest Fryslân Gemeente Tytsjerksteradiel
Geo-tournee in de regio | 37
Gemeente Deelnemende organisaties aan regiobijeenkomsten in: Friesland Flevoland en Gelderland Limburg Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel, Groningen en Drenthe Zuid-Holland en Utrecht Geen deelname aan regiobijeenkomst
Provincie
38 | Geo-tournee in de regio
Waterschappen
Showcases
Dit hoofdstuk bevat 10 praktische voorbeelden van het gebruik van geo-informatie die u inspiratie kunnen bieden voor het gebruik van geo-informatie in uw eigen regio. De eerste twee showcases gaan in op de samenwerking en wettelijke verplichting van de BGT. Kijk voor meer informatie over (de transitie naar) de BGT op www.bgtweb.nl. De daarop volgende showcases tonen verschillende initiatieven waarbij geo-informatie nuttig is gebleken. Het gaat hierbij om voorbeelden in het sociale domein, bij fraudebestrijding en het in kaart brengen van risico’s. Voor meer informatie over deze praktische voorbeelden kunt u contact opnemen met de bij de showcases genoemde organisaties of op www.geonovum.nl bij ‘Beter Benutten’ verder te lezen.
Geo-tournee in de regio | 39
Samenwerking tussen bronhouders
HET SAMENWERKINGSVERBAND KOMT TOT STAND DOOR
De wet bepaalt dat de BGT op 1 januari 2016 beschikbaar moet zijn. Vanaf 1 januari 2017 zijn overheidsorganisaties en iedereen die in opdracht van hen werkt verplicht gebruik te maken van deze basisregistratie. Het doel van de BGT is te komen tot één set grootschalige basistopografie. de BGT wordt aan deze situatie een eind gemaakt door voor elk object in de BGT één bronhouder verantwoordelijk te maken, waardoor samenwerking essentieel wordt.
WAAROM SAMENWERKEN? Samenwerking is de sleutel tot een succesvolle invoering van de BGT, omdat: • Bronhoudergrenzen niet door een bronhouder alleen kan worden vastgesteld • Bronhoudergrenzen zijn output van het primaire proces van individuele bronhouders • Een landelijk bestand van BGT-objecten niet automatisch de optelsom is van alle BGT-objecten
Kosten bedragen meer dan 45 miljoen euro zonder samenwerking…
…En 29 miljoen als de bronhouders wel samenwerken. Figuur 1 Het sluizencomplex in het pilotgebied Tiel. Dit gebied omvat objecten van de Gemeente Tiel, Waterschap Rivierenland, Rijkswaterstaat, Prorail en het ministerie van E,L&I.
WAT ALS U ALS BRONHOUDER NIET MEEDOET?
UW COLLEGA’S DOEN HET AL
Consequenties individuele bronhouder: • Moet zelf assemblageproces inrichten • Krijgt afstemmingsverzoeken van andere bronhouders • Moet zelf berichtenverkeer met LV inrichten • Kan niet profiteren van schaalvoordelen Barchman Wuytierslaan 10, 3818 LH Amersfoort Postbus 508, 3800 AM Amersfoort + 31 (0) 334 604 100
[email protected] www.geonovum.nl
40 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Consequenties voor bronhouders gezamenlijk: • Onduidelijkheid assemblage proces • Geen landelijk BGT-bestand
DE BGT KOMT MEDE TOT STAND DOOR
De BGT: Gaat u verder dan de wettelijke verplichting? DE BESTUURDER PLEIT VOOR
DE GIS-MEDEWERKER VOOR
De BGT is een gedetailleerde digitale kaart van heel Nederland waarin alle objecten als gebouwen, wegen, water, spoorlijnen en groen op een eenduidige manier worden vastgelegd. Als de kaart in 2020 klaar is, dan kunnen alle overheden deze gebruiken als ondergrond voor o.a.: inplannen van groenbeheer, verbeelden bevolkingssamenstelling, plannen van stadsvernieuwing, vastleggen van evacuatieroutes. De BGT vormt de kern (het verplichte deel) van het informatiemodel geografie (IMGeo).
Voor veel van de baten geldt dat de BGT op zichzelf staand niet tot de genoemde effecten leidt, maar dat het meenemen van de plus- en beheertopografie volgens IMGeo 2.0 een aanvullende voorwaarde is. IMGeo 2.0 bestaat vooral uit “plustopografie” en “beheertopografie” en moet het organisaties mogelijk maken eenmaal gedefinieerde objecten in de openbare ruimte in meerdere bedrijfsprocessen te gebruiken.
UW COLLEGA’S DOEN HET AL
Geo-tournee in de regio | 41
Burgerparticipatie Gemeenten kunnen veel beter communiceren met hun burgers als zij hun gegevens op de kaart zetten en zo beschikbaar stellen. Dit kan leiden tot verhoogde participatie en zelfs nieuwe burgerinitiatieven. Dit biedt meer mogelijkheid om burgers in te schakelen, bijvoorbeeld bij toezicht. Er zijn meerdere initiatieven die de interactie tussen burger en overheid stimuleren, onder andere Verbeterdebuurt, de Participatiekaart en Omgevingsalert en Watmagwaar.nl.
Verbeter de buurt
Ongeveer 75% van alle gemeenten in Nederland doen al mee aan Verbeterdebuurt. Het is een platform voor het doen van meldingen over de openbare ruimte. Denk hierbij aan gebreken aan straatmeubilair en verlichting, vervuiling, vandalisme, onveilige verkeersituaties, maar ook overlast als hondenpoep. Burgers kunnen buiten op straat meldingen doen over de openbare ruimte. Gemeenten koppelen deze meldingen aan hun database, waardoor de afhandeling is geborgd en de status van de melding kan worden gevolgd.
De Participatiekaart
De participatiekaart geeft een overzicht van burgerparticipatie projecten in de openbare ruimte. Dit private initiatief biedt burgers en gemeenten een platform om projecten actief onder de aandacht te brengen door ze via de kaart te publiceren.
Omgevingsalert
De burger van een deelnemende gemeente ziet niet alleen vergunningaanvragen en –meldingen van de gemeente, maar ook die van de provincie en waterschappen. Centraal in deze app staat de burger en niet de vergunningverlenende organisatie.
COMMUNICATIE MET BURGER Door gegevens te delen en vanuit verschillende partijen aan te bieden wordt de betrokkenheid van burgers sterk bevorderd. De kaart vormt niet alleen de toegang tot informatie, maar biedt ook overzicht over de verschillende meldingen. Bewoners kunnen in één oogopslag zien wat zich in hun eigen buurt afspeelt, maar ook inspiratie opdoen bij projecten elders.
UW COLLEGA’S DOEN HET AL
Barchman Wuytierslaan 10, 3818 LH Amersfoort Postbus 508, 3800 AM Amersfoort + 31 (0) 334 604 100
[email protected] www.geonovum.nl
42 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
De geografische weergave helpt overheden om: • Hun diensten af te stemmen op burgerinitiatieven • Burgerbetrokkenheid te vergroten • Te communiceren met de burger door overzicht te bieden
DE WZW-VERKENNER IS EEN PRODUCT VAN
Woon-Zorg-Welzijn-Verkenner De WoonZorgWelzijn-Verkenner brengt de vraag naar en het aanbod van wonen, zorg en welzijn letterlijk in kaart. De confrontatie van vraag en aanbod identificeert gebieden waar de kwaliteit van de woningvoorraad en voorzieningen op peil is en waar dat minder het geval is. Bereikbaarheid en capaciteit van voorzieningen spelen daarbij een belangrijke rol. Prognoses in de tijd (gebaseerd op bijvoorbeeld CBSgegevens) kunnen worden gebruikt om effecten van beleid te berekenen. De WZW-Verkenner zoomt in op de leefomgeving van het individu, brengt de fysieke geschiktheid van woningen in kaart en visualiseert loopafstanden en looproutes van woningen naar voorzieningen. De bereikbaarheid van voorzieningen wordt gerelateerd aan de woonlocaties van doelgroepen. Tevens worden toekomst scenario's doorgerekend die het beoogde aanbod relateren aan de verwachte vraag.
TOEGEVOEGDE WAARDE GEOINFORMATIE Kaarten helpen bij de communicatie tussen relevante partijen, zoals gemeenten, corporaties, zorgaanbieders en welzijnsinstellingen door de informatie weer te geven in kaartbeelden. Ondersteund door tabellen en grafieken ontstaat inzicht in concepten als woonzorgzones of woonservicewijken. Ook kunnen lokale effecten van beleid eenvoudig in beeld worden gebracht, zoals het aanbieden van nieuwe voorzieningen.
Figuur 1: Kaartbeeld met afstanden van alle woningen naar de dichtstbijzijnde supermarkt.
Figuur 2: Kaartbeeld met afstand van iedere woning naar dichtstbijzijnde zorgcentrum in scenario met twee virtuele zorgcentra.
WAT LEVERT HET U OP?
UW COLLEGA’S DOEN HET AL
• Visualiseren in kaartbeelden van relevante objecten en informatie op het gebied van Wonen, Zorg en Welzijn • Berekenen van de kortste afstanden van woningen naar voorzieningen, gebruikmakend van een wegennetwerk • Combineren van verschillende criteria voor het bepalen van de geschiktheid van woningen voor diverse zorgvragers • Visualiseren van dichtheden van doelgroepen met demografische/socioeconomische data en toekomstscenario's • Visualiseren van de relatie tussen (de capaciteit van) voorzieningen en kengetallen • Analyse van effecten van nieuwe of sluitende voorzieningen, plannen voor nieuwe woonwijken en aanpassingen aan het wegennetwerk Barchman Wuytierslaan 10, 3818 LH Amersfoort Postbus 508, 3800 AM Amersfoort + 31 (0) 334 604 100
[email protected] www.geonovum.nl
Geo-tournee in de regio | 43
ZORG IN KAART IS EEN PRODUCT VAN
Zorg in Kaart
WMO-vervoer gemeente Borger-Odoorn Met de decentralisatie van de AWBZ krijgen gemeenten een bredere verantwoordelijkheid voor doelgroepenvervoer. Dat gaat gepaard met een forse korting op het vervoersbudget. Door combinatie van basisregistraties, geo-informatie en specifieke zorggegevens kan de gemeente haar zorgverantwoordelijkheid slimmer, beter en goedkoper organiseren. Vervoerplaatjes WMO, leerlingen en AWBZ geven inzicht in waarnaar, wanneer en met welke capaciteit vervoer plaatsvindt. Door het combineren van geo-informatie ontstaan vaak verrassende inzichten, waarmee bijvoorbeeld schaalvoordelen zijn te behalen. Zoals het gezamenlijk met buurgemeenten aanbesteden of slimme afspraken met OV-bedrijven.
VERVOER IN UW GEMEENTE Zorg in Kaart geeft inzicht in de spreiding van vervoersstromen en locaties van voorzieningen. Het biedt ook inzicht in de spreiding en clustering van vraag en aanbod van zorg. Dat stelt de gemeente in staat het zorgaanbod integraal aan te bieden, en de inkoop slimmer en goedkoper te organiseren.
Figuur 1: WMO, leerlingen, AWBZvervoer gemeente Borger Odoorn
Figuur 2: WMOvervoer gemeente Borger Odoorn
TOEGEVOEGDE WAARDE GEO-INFORMATIE • •
• • • •
Ruimtelijke patronen en ruimtelijk inzicht Eenvoudig beeld van de werkelijkheid Iedereen kan een kaart lezen Van gegevens tot informatie tot kennis Trendanalyses Stroommodellen
Figuur 3: Analyse bestemming ritten gemeente Borger Odoorn
IS DE PRIVACY IN HET GEDING?
UW COLLEGA’S DOEN HET AL
Aggregatie op basis van locatie biedt in de meeste gevallen de oplossing. Locatie is eenvoudig ‘op te schalen’ naar een detailniveau waar privacy van individuen niet meer in het geding is. En doordat de locaties van zowel cliënten als voorzieningen op adresniveau bekend zijn, is analyse van de gegevens vanuit verschillende perspectieven mogelijk. Van het combineren van voorzieningen per cliënt per postcodegebied, de bereikbaarheid van voorzieningen voor cliënten tot het visualiseren van het complete WMO-vervoer in de gehele regio, per dag, per week, per maand of zelfs voor een heel jaar. Barchman Wuytierslaan 10, 3818 LH Amersfoort Postbus 508, 3800 AM Amersfoort + 31 (0) 334 604 100
[email protected] www.geonovum.nl
44 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
DE WIJK- EN PRAKTIJKSCAN IS EEN PRODUCT VAN
Wijk- en Praktijkscan De zorg lijkt steeds onbetaalbaarder te worden. Populatiegericht werken vormt de belofte naar de toekomst, de “triple aim”: betere gezondheid, betere zorg en lagere kosten. Het is daarom voor de zorgverlener, de gemeente en de zorgverzekeraar essentieel om de populatie in de omgeving te kennen. In de praktijkscan wordt daarom via een koppeling met het Huisartsen Informatie Systeem (HIS) specifiek gekeken naar de populatie van de praktijk: heeft de praktijk jongere of oudere, armere of rijkere, meer allochtone of autochtone patiënten dan de gemiddelden in de omliggende wijk(en)? En afgeleid: heeft de praktijk een hogere verwachte zorgvraag, uitgesplitst naar alle verschillende ziektebeelden? En niet in de laatste plaats: is ook de feitelijke zorgvraag, op basis van de registratie in de het HIS, hoger of lager dan de verwachte zorgvraag voor de praktijk? Een plaatje zegt dan meer dan duizend woorden.
DE WIJK EN PRAKTIJKSCAN VOOR GEMEENTEN De wijk-en praktijkscan is primair ontwikkeld als instrument voor de zorgverleners in de 1e Lijn, maar kan tevens een bijdrage leveren aan de doelstellingen van gemeenten en ziektekostenverzekeraars. Gemeenten worden verantwoordelijk voor:
Figuur 1: Zorgvraag (Bron: Jan van Es Instituut)
• Zorg (ZZP1 t/m 4) • Jeugd en gezin • Werk en inkomen • Veiligheid en leefbaarheid Goede gezondheid en gezondheidszorg is daarbij een eerste vereiste: hoe minder mensen ziek zijn en hoe effectiever mensen behandeld worden hoe beheersbaarder de opgave voor de gemeenten. Hierin is samenwerking tussen welzijn en de zorgverleners essentieel.
Figuur 2: Themavergelijking (Bron: Jan van Es Instituut)
TOEGEVOEGDE WAARDE GEO-INFORMATIE
UW COLLEGA’S DOEN HET AL
De Wijkscan geeft middels een kaart informatie over de populatie voor verleden, heden en toekomst. Demografie (leeftijd, huishoudenssamenstelling, herkomst) ,Inkomen (huishoudens, inwoners, 20% groepen), verwachte zorgvraag (huisartsenepisodes, ziekenhuispatiënten en opnames) worden meegenomen en geven zicht op: • De geïntegreerde 1e Lijn is in beeld door het zichtbaar maken van de populatie op laag schaalniveau, van spreiding en marktaandeel, van de huisartsenepisodes, met de potentie voor ketensamenwerking en de onderlinge verwijzingen binnen de 1e Lijn. • De mogelijke overheveling van taken van 2e naar 1e lijnkan wordt in beeld gebracht vanuit de populatie en afgeleid de vraag/ en de vraagontwikkeling in 1e en 2e lijn, nu en naar de toekomst. • Via Hotspots is in beeld te brengen of en waar combinaties van jeugdproblematiek en zorgproblematiek optreden.
Geo-tournee in de regio | 45
Onderzoek naar adresfraude met studiebeurs
DEZE PILOT IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
Staatssecretaris Van Bijsterveldt wil een einde maken aan het in haar ogen ontoelaatbare gesjoemel van studenten die ‘nep-uitwonend’ zijn. Begin dit jaar werd geschat dat de fraude met de studiebeurs voor uitwonenden de schatkist zo’n 27 miljoen euro per jaar kost. Dat zou betekenen dat ruim 13.000 studenten de boel flessen. Bij wijze van proef heeft de overheid besloten om de controle aan te scherpen door middel van huisbezoeken. DUO werkt hierin samen met de gemeente. De gemeente Amsterdam heeft in opdracht van het ministerie maand huisbezoeken afgelegd.
WAAR IN UW GEMEENTE? Het zou erg veel geld kosten om alle studenten te bezoeken. Daarom zijn risicoprofielen bepaald: als studenten in dezelfde straat wonen als hun ouders, kan er wel eens sprake zijn van fraude. Hoe kleiner de afstand tussen de adressen, hoe groter de kans op het bestaan van fraude. Ook als er opvallend veel studenten in hetzelfde huis wonen, is er een verhoogd risico. Bij 20% van de onderzochte studenten klopte het adres in de gemeentelijke basisadministratie niet, al woonden deze studenten niet stiekem bij hun ouders. Bij 39% van de studenten met een risicoprofiel blijkt niets aan de hand, maar bij 41% blijkt sprake van fraude.
ERVARINGEN DEELNEMERS “Bij fraude en criminaliteit bestrijden met basisregistraties is het goed om je te realiseren dat veel basisregistraties de administratieve werkelijkheid weergeven. De onderwereld weet die soms te beïnvloeden. De burger is de overheid dan te slim af.” "Handhaven aan de voorkant en op zoek naar de oorzaak is het devies." "Wij moeten onze baliemedewerkers 'BAG-bewust' maken" zegt een medewerker van een gemeente. "Laat mensen desnoods het pand waar ze wonen aanwijzen op een topografische kaart".
UW COLLEGA’S DOEN HET AL
Barchman Wuytierslaan 10, 3818 LH Amersfoort Postbus 508, 3800 AM Amersfoort + 31 (0) 334 604 100
[email protected] www.geonovum.nl
46 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
UW COLLEGA’S DOEN HET AL In de gemeente Amsterdam zijn risicoprofielen opgesteld. Aan de hand daarvan is een aantal studentenadressen geselecteerd voor inspectie. De Dienst Persoons- en Geoinformatie controleerde of de student die zich als uitwonend heeft laten inschrijven ook daadwerkelijk op dat adres woonde.
DEZE PILOT IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
Spookburgers In 2011 waren een brief van burgemeester Van der Laan aan onder meer de minister van Financiën en nieuwsitems van RTL belangrijke aanzetten voor een onderzoek naar spookburgers in Amsterdam.
WAAR IN UW REGIO? Gegevens uit de gemeentelijke GBA werden naast de polisadministratie van UWV gelegd. Hierbij kwamen toen 58.000 verschillen aan het licht. Daarom startte in september 2012 project Schoon Schip, een pilot onder leiding van DBI in samenwerking met DWI, DWZS, UWV, Belastingdienst en SVB.
Van de 58.000 adresverschillen tussen de GBA en polisadres bleek bij 80% van deze verschillen de GBA juist en actueler. RESULTATEN PILOT: Succes hangt af van nauwkeurigheid en standaardisatie (en daarmee vergelijkbaarheid) van administratie. Van de 58.000 adresverschillen tussen de GBA en polisadres bleek bij 80% van deze verschillen de GBA juist en actueler. Dit komt onder meer omdat er nogal wat schrijffouten in de polisadressen zaten of oude adressen terwijl de werknemer al verhuisd was. Door juiste filters toe te passen zijn zo'n 10.000 bruikbare polisadressen van Amsterdammers overgebleven die hun verhuizing nog moeten doorgeven of welke interessant zijn voor fraudeonderzoek.
WELKE MOGELIJKHEDEN ZIJN ER NOG MEER? In de pilot zijn de gegevens van personen die in de polisadministratie van het UWV op een Amsterdams adres staan geregistreerd vergeleken met de GBA. Het adres in de polis UWV wordt door werkgevers aangeleverd bij de maandelijkse loonaangifte. Als dit adres afwijkt van de GBA- inschrijving is dat een signaal dat iemand verhuisd is en zijn verhuizing nog niet heeft doorgegeven. Dat kan laksheid zijn, maar kan ook een signaal zijn voor verder onderzoek. Nieuw aan de manier van onderzoek is dat op basis van een adres uit de polisadministratie van het UWV niet alleen naar de betreffende bewoner is gekeken, maar naar alle bewoners op het adres. Dit geeft inzicht in de samenhang tussen de inschrijvingen in de GBA en de uitkeringen en toeslagen die bewoners op een adres ontvangen, of kan een indicatie voor woonfraude zijn.
UW COLLEGA’S DOEN HET AL
Barchman Wuytierslaan 10, 3818 LH Amersfoort Postbus 508, 3800 AM Amersfoort + 31 (0) 334 604 100
[email protected] www.geonovum.nl
Geo-tournee in de regio | 47
Gaswinning Vanaf de jaren '60 wordt er in Nederland aardgas gewonnen. In 1986 vond als gevolg van de gaswinning de eerste aardbeving in Noord-Nederland plaats. Sindsdien zijn er door het KNMI in dit gebied een paar honderd aardbevingen geregistreerd met een maximale magnitude van 3,5. De trillingen ontstaan door bewegingen langs de breukvlakken in of nabij de met gas gevulde zandsteenlagen. Het aantal aardbevingen in het Groninger gasveld bereikt dit jaar een nieuw record tot wel 30 % meer aardbevingen dan vorig jaar.
Figuur 1: Aardbevingen in Nederland
Figuur 3: Schade door aardbeving
Barchman Wuytierslaan 10, 3818 LH Amersfoort Postbus 508, 3800 AM Amersfoort + 31 (0) 334 604 100
[email protected] www.geonovum.nl
48 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Figuur 2: Aardbevingen in Groningen
Figuur 4: Model aardbevingbestendigheid gebouwen
DE RISICOKAART IS ONTWIKKELD DOOR:
Risicokaart De risicokaart geeft een zo actueel en volledig mogelijk beeld van risico's in uw omgeving. De kaart met alle bijbehorende informatie is bedoeld om burgers en hulpverleners maximaal voor te bereiden op eventuele rampen. De provincies hebben de wettelijke taak om risicokaarten te maken en beheren. De benodigde gegevens zijn afkomstig van gemeenten, het Rijk en de provincies zelf. Om de risicokaart verder te ontwikkelen werken provincies samen met gemeenten, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Veiligheid en Justitie.
WAAR IN UW GEMEENTE? De risicokaart is een belangrijke informatiebron voor de overheid. Besturen en overheidsdiensten op gemeentelijk, regionaal, provinciaal en nationaal niveau kunnen deze informatie gebruiken bij het maken van beleid, het nemen van beslissingen en de uitvoering van beleid. De risicokaart kan nuttig zijn bij ruimtelijke ordening, milieu- en vestigingsvergunningen, ruimtelijk beheer en veiligheidsbeleid.
WELKE RISICO’S STAAN OP DE RISICOKAART?
UW COLLEGA’S MAKEN AL GEBRUIK VAN DE RISICOKAART
De Nederlandse overheid heeft 18 typen rampen gedefinieerd. Hiervan zijn er 13 aan specifieke locaties gebonden. Een risico-object staat op de kaart als: • de gevolgen van een incident zó groot kunnen zijn, dat bij de bestrijding gezamenlijke inzet van hulpverleningsdiensten noodzakelijk is • en wanneer meerdere slachtoffers kunnen vallen
• Alle gemeenten • • Alle provincies • • Ministeries • Decentrale rijksdiensten (o.a. RIVM) • • Inspecties (o.a VROM Inspectie, IOOV) • • Veiligheidsregio's • • Waterschappen
Politie Regionale meldkamers Onderzoeksraad voor de veiligheid Koepelorganisati es (o.a. VNG, IPO, NIFV, NVBR) Duitse overheden Belgische overheden
Barchman Wuytierslaan 10, 3818 LH Amersfoort Postbus 508, 3800 AM Amersfoort + 31 (0) 334 604 100
[email protected] www.geonovum.nl
Geo-tournee in de regio | 49
VNG Ledenbrief
Op 16 oktober 2013 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een brief aan al haar leden gestuurd waarin zij hen informeert over het nut van geo-informatie bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en de genomen (financiële) stimuleringsmaatregelen voor de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De brief sluit af met een advies aan gemeenten om te onderzoeken hoe geo-informatie kan helpen bij het oplossen van maatschappelijke thema’s zoals de drie decentralisaties en na te gaan of de eigen organisatie gereed is om de transitie van de BGT tijdig te voltooien. Daarnaast adviseert de VNG gemeenten topografie op het niveau van de IMGeo standaard in te winnen.
50 | Geo-tournee in de regio
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
bijlage(n)
betreft
ons kenmerk
datum
Basisregistratie Grootschalige Topografie en Geo-informatie
BABVI/U201301323
16 oktober 2013
(070) 373 8393
Lbr. 13/081
Samenvatting
Informatie over de locatie (Geo-informatie) kan helpen bij het oplossen van maatschappelijke en bestuurlijke vraagstukken. De nieuwe wettelijke Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) moet op 1 januari 2016 gereed zijn. In deze brief informeren en adviseren wij u hierover. •
Advies aan gemeenten a) Onderzoek hoe informatie over de locatie (geo-informatie) kan helpen bij het oplossen van maatschappelijke thema’s zoals de drie decentralisaties, b) Ga na of uw organisatie gereed is om de transitie van de huidige Grootschalige BasisKaart Nederland (GBKN) naar de nieuwe wettelijke Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) voor 1 januari 2016 te voltooien, c) Integreer de nieuwe digitale BGT op het niveau van de “IMGeo standaard” in de gemeentelijke processen zoals die voor de openbare ruimte en ruimtelijke ordening, d) Bezoek de regionale bestuursbijeenkomsten die speciaal voor bestuurders worden georganiseerd en waar u informatie krijgt over nut en noodzaak van de geo-informatie in het algemeen en de BGT in het bijzonder.
•
Hulp Geo-informatie bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken Informatie over de locatie (Geo-informatie) kan u helpen bij het, letterlijk, in kaart brengen en ruimtelijk analyseren van maatschappelijke problemen zoals de drie decentralisaties en waar in de gemeente die zich voordoen.
•
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) De BGT wordt dé gedetailleerde grootschalige digitale kaart van heel Nederland. Alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water en groen zijn hier eenduidig op vastgelegd. De nieuwe wettelijke Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) moet op 1 januari 2016 gereed zijn. In deze brief leest u over de genomen (financiële) stimuleringsmaatregelen.
•
Regionale bestuurlijke overleggen Onder meer de VNG en het ministerie van IenM nodigen u uit om samen met de bestuurders van gemeenten, provincies en waterschappen uit uw regio te spreken over nut en noodzaak van de geo-informatie in het algemeen en de BGT in het bijzonder.
De VNG verzoekt u deze brief ook door te sturen aan uw afdeling Geo-informatie. Deze ledenbrief is een vervolg op de ledenbrief van 21-03-2012.
Geo-tournee in de regio | 51
Aan de leden
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
bijlage(n)
betreft
ons kenmerk
datum
Basisregistratie Grootschalige Topografie en Geo-informatie
BABVI/U201301323
16 oktober -2013
(070) 373 8393
Lbr. 13/081
Geacht college en gemeenteraad,
Deze ledenbrief informeert u over de hulp die informatie over de locatie (Geo-informatie) kan bieden bij het oplossen van de maatschappelijke vraagstukken zoals de drie decentralisaties (Jeugd, Werk, Zorg) en de noodzaak om uiterlijk 1 januari 2016 de transitie van de huidige Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) naar de nieuwe wettelijke Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) te hebben voltooid. VNG, DataLand, het ministerie van IenM en diverse andere coalitiegenoten organiseren dit najaar regionale bestuurlijke overleggen om met u te spreken over bovenstaande thema’s. De VNG verzoekt u onderstaande adviezen over te nemen en deze brief ook door te sturen aan uw afdeling Geo-informatie. Deze Ledenbrief is een vervolg op de Ledenbrief van 21-03-2012. Achtereenvolgens komen aan de orde: • Hulp Geo-informatie bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken • Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) • Regionale bestuurlijke overleggen • Advies aan Gemeenten
52 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Hulp Geo-informatie bij oplossen maatschappelijke vraagstukken U heeft de ambitie om maatschappelijke en ruimtelijke thema's aan te pakken en te verbeteren. Gelijktijdig krijgt u nieuwe majeure taken opgelegd zoals de decentralisaties (Jeugd, Werk en Zorg) maar dan wel met minder financiële middelen. Geo-informatie (informatie gerelateerd aan de locatie) kan u helpen met het, letterlijk, in kaart brengen en ruimtelijk analyseren van de maatschappelijke problemen (niet alleen in het ruimtelijk fysieke, maar ook in het sociale domein) en waar in de gemeente die zich voordoen. Op landelijk niveau, met blik op de gemeentelijke consequenties, geeft het Regeerakkoord "Bruggen slaan" belangrijke richting aan het handelen van de overheid van nu. Enkele voorbeelden waarbij Geoinformatie u kan helpen: “De Jeugdzorg wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. De decentralisaties omvatten alle onderdelen: de jeugdzorg die nu een verantwoordelijkheid is van provincies, de gesloten jeugdzorg, de jeugd-GGZ en de zorg voor lichtverstandelijk gehandicapte jongeren en de jeugdbescherming.” Kaarten met daarop aangegeven waar vraag en aanbod zich bevinden inclusief de vervoersbeweging maken het mogelijk om locaties van zorgaanbod dicht bij de jeugd te plaatsen en efficiënter met transportmiddelen om te gaan. “Het kabinet wil dure, complexe en acute zorg concentreren en minder complexe zorg dichter bij de mensen organiseren”. Zeker bij concentratie van acute zorg moet de burger wel weten waar die zorg is te vinden en wat de snelste route daarheen is. Kaarten kunnen helpen bij het analyseren waar complexe en niet complexe zorg het beste kan worden aangeboden. Rekening is te houden met groepen die relatief veel zorg vragen zoals ouderen. “Infrastructuur en bereikbaarheid zijn van doorslaggevend belang voor onze economie. We werken aan het verbeteren van bereikbaarheid en doorstroming.” Kaarten zijn er niet alleen voor het topografisch registreren van de infrastructuur (weg, spoor, water), maar geo-informatie is ook te gebruiken om juist de toekomstige vervoersstromen (voet, fiets, auto, trein) die van die infrastructuur gebruik gaan maken te analyseren en in beeld te brengen. Op basis hiervan zijn investeringen beter te verantwoorden, of geeft het inzicht om de voorkeur te geven aan de natuur boven een weguitbreiding. "Ons land heeft alles in huis om een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de snelle ontwikkeling van nieuwe energiebronnen zoals zon, wind, biomassa en geothermie." Breng in kaart welke daken (waar, oppervlak) geschikt zijn voor zonnepanelen, hoever staan de windmolens van bebouwing af en hoe passen deze in ons landschap, waar liggen de ruimtelijke gebieden, waar is (grootschalige) bio verwerking mogelijk en waar is geothermie toepasbaar. Een nieuw aansprekend onderwerp is het via kaarten in beeld brengen waar Schaliegas is aangetoond en waar mogelijk boortorens komen te staan. “Naast Europese en Landelijke ontwikkelingen zijn de gemeenten ook zelf verantwoordelijk voor het welzijn van de eigen inwoners, een gunstig ondernemersklimaat en inrichting van de openbare ruimte”. Voor activiteiten zoals wonen, werken, sporten, en recreëren is veel ruimte nodig. Als we willen dat meer mensen kunnen sporten en bewegen en dat liefst in hun eigen omgeving, moeten we de openbare ruimte beter benutten. De kaart is daar natuurlijk een pracht hulpmiddel bij. “De woningmarkt zit op slot. Dat is slecht voor onze economie en buitengewoon belemmerend voor mensen die willen kopen, huren of verhuizen.” Geo-informatie kan inzicht bieden en analyses maken van de kantorenmarkt, maatschappelijk vastgoed, ontwikkelingen van de woningmarkt, bezit van woningbouwcorporaties, prijsbewegingen etc en dit bovendien allemaal op basis van locatie. Via kaarten is bijvoorbeeld inzichtelijk te maken waar (en hoelang) woningen en kantoren leegstaan.
onderwerp
Basisregistratie Grootschalige Topografie en Geo-informatie
02/07
Geo-tournee in de regio | 53
Eén van de eerste vragen die u en uw burgers stellen op het moment dat een ontwikkeling, op welk terrein dan ook, zich voordoet is waar iets gebeurt. Te ontwikkelen (beleids)voorstellen en te nemen maatregelen kunnen afhankelijk zijn van de locatie: in het centrum van uw gemeente, in een buurt met veel jeugdproblematiek, een industrieterrein of landbouwgebied. Geo-informatie gaat over ruimtelijke informatie die gerelateerd is aan een fysieke locatie en levert kaarten. Ruimtelijke informatie bevat topografische (ligging en vorm) en administratieve gegevens over bijvoorbeeld Adressen, Gebouwen, Wegen, Water en Percelen. Door deze combinatie van topografische ondergrond (locatie) met bijvoorbeeld bevolkingsgegevens zijn thematische kaarten te produceren over nagenoeg alle maatschappelijke thema’s (zie voorbeelden hierboven). Het is voor u vaak makkelijker om met burgers en bedrijven te communiceren als u gebruik kunt maken van visuele beelden. Waren dat vroeger maquettes, tegenwoordig is geo-informatie zowel in twee dimensies (platte vlak), in drie dimensies (inclusief hoogte) en in vier dimensies (met factor tijd) te presenteren.
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) De BGT wordt dé gedetailleerde grootschalige digitale kaart van heel Nederland. Alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water en groen zijn hier eenduidig op vastgelegd. Bestaande kaarten zoals de Grootschalige Basiskaarten (GBKN), gaan op in de BGT. Nu gebruiken verschillende organisaties vaak verschillende basiskaarten. De BGT vervangt deze door één uniforme kaart. De wet BGT is op 4 juli 2013 door de 2e kamer en op 24 september 2013 door de 1e kamer aangenomen en treedt op 1 januari 2016 in werking. Het bijhouden van de huidige kaarten stopt op 1 januari 2016. Om over actuele topografische kaarten te kunnen blijven beschikken is het daarom noodzakelijk de transitie van de huidige GBKN naar de nieuwe BGT voor 1 januari 2016 te hebben afgerond. Het verplicht gebruik van de BGT door alle overheden (ook voor de gemeenten) start op 1 januari 2017. In de Ledenbrief van 21 maart 2012 bent u geïnformeerd over het belang van de BGT, de gefaseerde invoering in tijd en kwaliteit, het samenwerkingsverband van bronhouders en de financiering. Deze Ledenbrief informeert u met name over de stimuleringsmaatregelen om u te helpen de transitie van GBKN naar BGT tijdig gereed te hebben en over de gevolgen als dat niet het geval blijkt te zijn. Het belang van de BGT (Informatie Model Geo) voor gemeenten Het doel van de BGT is betere dienstverlening aan burgers en bedrijven, administratieve lastenverlichting, betere samenwerking bij de overheid en kostenbesparing. Op dit moment winnen vele partijen topografie in voor eigen doeleinden. Resultaat is een lappendeken aan topografische kaarten van verschillende inhoud en kwaliteit die vaak alleen voor de eigen bedrijfsvoering zijn te gebruiken. Dit alles tegen hogere kosten dan nodig. We meten Nederland nu 1,5 keer in. De BGT is op meerdere detaillering niveaus te realiseren. Uit een uitgevoerde Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse is gebleken dat het detailniveau Informatie Model Geo (IMGeo) het beste aansluit bij de gemeentelijke processen zoals het beheer van de openbare ruimte en ontwikkeling van de ruimtelijke ordening. De VNG adviseert gemeenten op het niveau van de IMGeo standaard grootschalige topografie in te (laten) winnen omdat daarmee de maximale baten uit de BGT zijn te halen. De wet BGT vereist deze standaard niet zodat u in uw eigen tempo de IMGeo standaard kunt invoeren. Dit betekent wel dat u dan de baten ook later realiseert. De winst voor gemeenten is dat er één op standaarden gebaseerde digitale kaart ontstaat die gemeentebreed is in te zetten en die alle andere kaarten zoals voor beheer openbare ruimte en ruimtelijke ontwikkeling vervangt. De investering om tot het niveau IMBGT in te winnen bedragen indicatief 1 Euro per inwoner plus 2 Euro per hectare. Om tot het niveau IMGeo in te winnen komt hier globaal 50% procent bij: 0,5 Euro per inwoner plus 1 Euro per hectare extra. Gemeenten die nu al deels het detailniveau IMGeo hanteren hebben die investering eerder gemaakt. Hier boven op komen nog de kosten voor het aanpassen van uw bedrijfsprocessen en eventuele ICT aanpassingen. De BGT maken we niet alleen, sterker nog: kunnen we niet alleen maken. Juist om één gedetailleerde uniforme grootschalige kaart van heel Nederland zonder overlap en gaten te produceren en bij te houden, werken gemeenten, provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat, Defensie, Economische Zaken (Landbouw) en Prorail samen en moeten zij hun onderlinge grenzen op elkaar afstemmen.
onderwerp
Basisregistratie Grootschalige Topografie en Geo-informatie
54 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
03/07
Het Samenwerkingsverband van Bronhouders Basisregistratie Grootschalige Topografie (SVB-BGT) regisseert de transitie en assemblage. Vanwege deze onderlinge afstemming zijn alle bronhouders verplicht hun ingewonnen topografie aan dit samenwerkingsverband te leveren waarna, na assemblage, het SVB-BGT de topografie doorlevert aan de Landelijke Voorziening bij het Kadaster. De winst voor gemeenten is dat door gezamenlijk met alle bronhouders topografie in te winnen we Nederland nog maar 1 keer meten. Door samen te werken worden de productiekosten beperkt, immers u hoeft niet meer uw hele gemeente in kaart te brengen maar alleen het gedeelte waarvoor u door de wet als bronhouder bent aangewezen. Het SVB-BGT kan de aanbesteding van gezamenlijk inwinnen verzorgen. Het (gezamenlijk) laten inwinnen van topografie door het SVB-BGT is vrijwillig. Gemeenten kunnen dit ook zelf doen of door andere partijen laten doen. Van belang is wel hierbij een realistisch ambitieniveau na te streven: een gemeente die tot nu toe topografie van de GBKN heeft afgenomen, moet bijzonder veel inspanningen leveren om zelf topografie te gaan produceren. Het uiteindelijk leveren van topografie aan het SVB-BGT is verplicht voor zowel de eerste aanlevering als de levering van mutaties in de jaren daarna. Tegelijk met de eerste aanlevering wordt u lid van het SVB-BGT. Voor u is het van belang de volgende aspecten te laten controleren: • Is er een voldoende krachtige gemeentelijke projectleider die ook de verbinding legt met de interne afdelingen zoals Beheer Openbare Ruimte en Ruimtelijk Ontwikkeling. • Heeft uw gemeente een bestuurlijk goedgekeurd transitieplan en een ambtelijk goedgekeurd implementatieplan en is dit plan bij het SVB-BGT ingediend. • Zijn in deze plannen de ambitieniveaus aangegeven zoals de ambitie om te willen registreren op het niveau IMGeo en het al dan niet gezamenlijk aanbesteden laten uitvoeren door het SVB-BGT. • Zijn de personele en financiële middelen gereserveerd met als planning dat de transitie van de huidige GBKN naar de nieuwe BGT voor 1 januari 2016 is afgerond. Heeft u deze aspecten nog niet op orde, dan kan de KING I-Versneller GEO van Operatie NUP u ondersteunen bij het wegnemen van belemmeringen bij het maken van een implementatieplan. Stimuleringsmaatregelen Samenwerken is complex, bovendien zijn gemeenten en andere bronhouders afhankelijk van elkaars transitietempo. De BGT in een bepaald gebied is pas gereed als alle bronhouders in dat gebied hun topografie hebben geleverd aan het SVB-BGT en het SVB-BGT de topografie vervolgens heeft geassembleerd en geleverd aan de Landelijke Voorziening bij het Kadaster. Het ministerie van IenM heeft in samenspraak met de vertegenwoordigers van alle bronhouders een afsprakenset opgesteld inclusief stimuleringsmaatregelen om te bevorderen dat de transitie van GBKN naar BGT spoedig verloopt en er geen (financiële) argumenten zijn om de transitie uit te stellen: 8 Miljoen subsidie voor regiekosten transitie en assemblage. Het ministerie van IenM keert een subsidie van 8 Miljoen Euro uit aan het SVB-BGT als tegemoetkoming voor het voeren van regie over de transitie en het assembleren van topografie aan de bronhoudersgrenzen. Deze assemblage zorgt ervoor dat er een landsdekkende kaart ontstaat zonder overlap en gaten. Indien in een bepaald gebied alle bronhouders er gezamenlijk voor kiezen om de assemblage zelf uit te voeren, geeft het SVB-BGT daartoe een assemblage-opdracht en krijgt de uitvoerende bronhouder daarvoor een deel van deze subsidie. De assemblage moet wel voor 1 januari 2016 zijn afgerond. Dekking beheerkosten GBKN tijdens transitieperiode. Netbeheerders hebben financieel bijgedragen aan de bijhouding van de GBKN. Met de komst van de BGT vervalt deze bijdrage en neemt het ministerie van IenM deze over. In de jaren 2012 en 2013 gedeeltelijk en met ingang van 2014 volledig, tot een maximum van 7,5 miljoen Euro per jaar. Hierdoor zullen de stichtingen geen claims op de gemeenten leggen om de wegvallende inkomsten vanuit de netbeheerders te compenseren. Afkoop werkvoorraad landelijk gebied. De stichtingen GBKN moeten hun topografische kaarten aan de bronhouders en het SVB-BGT opleveren overeenkomstig hun huidige eigen kwaliteit- en actualiteitseisen. In sommige landelijke gebieden voldoet de kaart daar nog niet aan.
onderwerp
Basisregistratie Grootschalige Topografie en Geo-informatie
04/07
Geo-tournee in de regio | 55
De stichtingen GBKN betalen een afkoopsom aan het SVB-BGT om te voorkomen dat eerst de achterstanden worden weggewerkt en er volgens opnieuw metingen in het terrein nodig zijn om het niveau BGT / IMGeo te realiseren. De afkoopsom is geoormerkt aan die gebieden. Opdrachten om werkvoorraad tot slechts de GBKN-norm weg te werken zijn dan ook onnodig verspillend. Definitie BGT gereed voor gemeenten. Formeel is de BGT pas gereed als alle bronhouders hun geassembleerde topografie via het SVB-BGT hebben geleverd aan de Landelijke Voorziening bij het Kadaster. Om bovenstaande stimuleringsmaatregelen praktisch te kunnen uitvoeren is afgesproken dat de stimuleringsmaatregelen ingaan als een gemeente, samen met het waterschap en het ministerie van EZ (Landbouw) hun topografie hebben afgestemd en geleverd aan het SVBBGT en het SVB-BGT deze bestanden heeft kunnen assembleren. Dekking instandhoudingskosten GBKN. Gemeenten betalen naast verleende opdrachten ook voor de secretariaat-, ICT en instandhoudingkosten van de stichtingen GBKN. Naarmate meer bronhouders zijn overgestapt naar de BGT komen deze laatste kosten ten laste van steeds minder deelnemers. Om dit te voorkomen neemt het ministerie van IenM deze frictiekosten deels over. Geen bijdrage aan stichtingen GBKN vanaf het moment waarop uw gebied BGT klaar is. Op moment dat een bronhouder de BGT gereed heeft, vervallen alle (financiële) verplichtingen richting de stichtingen GBKN. Hoe eerder de BGT gereed, hoe eerder de verplichting stopt en hoe eerder u uw volledig budget beschikbaar heeft voor beheer van de BGT. Nadat een gebied is overgegaan naar de BGT en er dus ook geen beheerkosten meer zijn voor de Stichtingen zal de compensatie volgens de methode van “kartografisch gewicht” en gebaseerd op regionale ervaringscijfers worden uitgekeerd aan de betreffende gemeenten. De routering van deze geldstroom gebeurt via het LSV-GBKN. Hoe eerder de BGT gereed, hoe eerder recht op compensatie. Wegvallende verkoopinkomsten worden (deels) gecompenseerd. De BGT is “open data” en daar kunnen geen verkoopinkomsten meer tegenover staan. Het ministerie van IenM heeft een budget van 1,5 Miljoen Euro beschikbaar voor de TPG-A gemeenten en de deelnemers aan de GBKN-stichtingen om wegvallende inkomsten tot 1 januari 2016 te compenseren. Referenties zijn de bekende verkoopcijfers uit 2012. Geen contributie SVB-BGT in de jaren 2013 t/m 2015. Het SVB-BGT assembleert topografie en levert deze aan de Landelijke Voorziening bij het Kadaster. Om de stichting en het bureau die deze werkzaamheden uitvoert te financieren, is er een jaarlijkse verplichte “contributie” van ongeveer 250 Euro per gemeente. Het ministerie van IenM betaalt de contributie over de jaren 2013 t/m 2015. Pas vanaf 2016 komt de contributie voor rekening van de bronhouders. De huidige stichtingen GBKN stoppen hun werkzaamheden op 1 januari 2016. De regionale stichtingen GBKN gaan op het moment van invoering van de wet BGT (1 januari 2016) in opheffing. De bijhouding van de GBKN stopt dan. Als in bepaalde gebieden op dat moment de BGT nog niet gereed is, ontstaan er vanaf dat moment actualiteitachterstanden in de kaart. Hierdoor kan schade ontstaan, zoals het bij graafwerkzaamheden doorsnijden van energie- en datakabels. Vanwege het ontbreken van een actuele topografische kaart kunnen gedupeerden mogelijk de schade op de verzuimende bronhouder verhalen. Kadaster is ingericht op ImGeo niveau. De Landelijke Voorziening BGT bij het Kadaster is ingericht op zowel de niveaus IMBGT en IMGeo. Dit maakt het uitwisselen van gegevens met mede bronhouders en het verstrekken van topografie flexibel. Beide niveaus zijn dermate op elkaar afgestemd dat desnoods per object ofwel op niveau IMBGT of IMGeo is te registreren en te leveren. Het Kadaster levert aan afnemers op het detailniveau wat zij krijgt aangeleverd.
onderwerp
Basisregistratie Grootschalige Topografie en Geo-informatie
56 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
05/07
Compensatie wegvallende inkomsten na transitie. Het ministerie van IenM zal de gemeenten met ingang van 2016 jaarlijks met een bedrag van 8,8 Miljoen Euro compenseren ten gevolge van wegvallende inkomsten van onder meer de Netbeheerders en Kadaster. Voorstel is dit bedrag via het Gemeentefonds volgens de methodiek van de “algemene uitkering” te verdelen. De beheerder van het gemeentefonds moet hierover nog een besluit nemen. Dankzij de benoemde baten, de genomen stimuleringsmaatregelen en de ondersteuning van onder meer het SVB-BGT zijn maximale inspanningen verricht om de bronhouders in staat te stellen de transitie voor 1 januari 2016 te voltooien. Zowel het SVB-BGT en het ministerie van IenM zullen het proces van voltooiing nauwlettend volgen. De monitorgegevens hierover zijn openbaar. Belangrijke stappen zijn het aanvragen van middelen in de voorjaarsnota van 2014 en het uiterlijk vóór 1 juli 2014 opleveren van het transitieplan. Als uw gemeente het kritische pad, transitie gereed voor 1 januari 2016, dreigt te overschrijden zal het ministerie van IenM bij u navragen wat de oorzaken van vertraging zijn. Vervolgens zal het ministerie afspraken met u maken en deze actief bewaken. Indien uw gemeente, ondanks alles, de BGT op 1 januari 2016 niet gereed heeft ontvangt u een vooraankondiging van juridische interventie. Dat betekent dat het ministerie het voornemen heeft een besluit tot in de plaatsstelling te nemen waarna het ministerie op uw kosten de BGT alsnog realiseert. Meer informatie • Websites: •
Vragen:
•
Papier / Download
www.BGTweb.nl (programma BGT ministerie van IenM), www.svb-bgt (SVB-BGT) en www.geonovum.nl (standaarden).
[email protected],
[email protected],
[email protected].
[email protected] (over deze ledenbrief) Recent is een informatieboekje “Feiten over de BGT op zakformaat” verzonden aan bestuurders van de bronhouder organisaties. Ook is er een ambtelijke leidraad “Project BGT voor bronhouders” beschikbaar. U kunt beide publicaties downloaden van www.BGTweb.nl of bestellen via
[email protected].
Regionale bestuurlijke overleggen U heeft een uitnodiging ontvangen, of ontvangt die nog, om met de bestuurders van gemeenten, provincies en waterschappen uit uw regio in gesprek te komen over het nut en de noodzaak van het gebruik van locatie informatie (geo-informatie) in het algemeen en de BGT in het bijzonder. Geoinformatie helpt u onder meer bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken zoals de drie decentralisaties. De transitie van de huidige Grootschalige BasisKaart Nederland (GBKN) naar de wettelijke Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) moet voor 1 januari 2016 zijn afgerond. De uitnodigende partijen zijn VNG, DataLand, KING, IPO, UvW, het ministerie van IenM, Kadaster, Geonovum, de stuurgroep GBKN en het bestuur van het Samenwerkingsverband van Bronhouders BGT (SVB-BGT). VNG en DataLand hebben het zogenaamde “Gemeentelijk Geo Beraad” (GGB) opgericht. Het GGB biedt gemeentelijke geo-bestuurders een platform waardoor zij in gezamenlijkheid tot een advies kunnen komen. Geo-managers op locaal niveau krijgen de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op ontwikkelingen en beleidsvoornemens in het geo-domein. Actuele thema’s zijn onder meer de invoering van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), de audits op de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), het aansluiten op de Landelijke voorziening WOZ en het (landelijk) gezamenlijk aanbesteden van luchtfoto’s. Het bestuur van het Gemeentelijk Geo Beraad heeft voorgesteld om meer aandacht te besteden aan de bestuurlijke vertegenwoordiging uit de regio’s over knelpunten die gemeenten ervaren in het Geodomein. Een manier om deze signalen te inventariseren is het organiseren van regionale bestuurlijke overleggen. Het GGB heeft besloten de regionale bestuurlijke overleggen te organiseren samen met
onderwerp
Basisregistratie Grootschalige Topografie en Geo-informatie
06/07
Geo-tournee in de regio | 57
de partijen die nauw betrokken zijn met de realisatie van de BGT. Een dergelijke coalitie maakt de regionale overleggen krachtiger. Voor bestuurders zijn de mogelijkheden van Geo-Informatie onbekend en andersom zijn de Geoinformatici niet in staat om zich te verplaatsen in de vraag van de bestuurder. Het geven van voorbeelden kan helpen bij het inzichtelijk maken van wat de bestuurder kan vragen en de geoinformaticus kan bieden, waarbij geredeneerd moet worden vanuit de maatschappelijke (ruimtelijke) vraagstukken en niet vanuit het geo-vakspecialisme. Tijdens de regionale bestuurlijke overleggen zal een mede bestuurder u eerst meenemen in de bestuurlijke thema’s en de hulp die de Geo-informatie daarbij kan bieden. Na vertoning van een filmpje over de BGT volgt een discussie over nut en noodzaak van de Geo-informatie in het algemeen en de BGT in het bijzonder. De regionale bestuurlijke overleggen zijn zoveel mogelijk gepland direct aansluitend aan de bestuursvergaderingen van de regionale stichtingen GBKN. Gelderland en Flevoland op 29 oktober, Friesland op 30 oktober, Utrecht en Zuid Holland op 13 november, Overijssel Groningen en Drenthe op 14 november, Zuid Brabant op 21 november, Limburg op 27 november en Noord-Holland op 21 januari 2014.
Advies aan Gemeenten Geo-informatie: De VNG adviseert gemeenten te onderzoeken hoe de geo-informatie kan helpen bij het oplossen van maatschappelijke thema’s zoals de drie decentralisaties. BGT: De VNG adviseert gemeenten na te gaan of de eigen organisatie gereed is om de transitie van de huidige GBKN naar de nieuwe BGT tijdig voor 1 januari 2016 te voltooien. ImGeo: De VNG adviseert gemeenten topografie op het niveau van de “ImGeo standaard” in te winnen en te integreren met onder meer de processen beheer openbare ruimte en ruimtelijke ordening, omdat daarmee de maximale baten uit de BGT zijn te halen. Regionale bestuurlijke overleggen: De VNG adviseert u in te gaan op de uitnodiging deelname regionale bestuurlijke overleggen. Het overleg heeft als onderwerp nut en noodzaak van de geoinformatie in het algemeen en de BGT in het bijzonder. De bijeenkomsten zijn op bestuurlijk niveau. Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten
drs. C.J.G.M. de Vet Lid directieraad
Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven. onderwerp
Basisregistratie Grootschalige Topografie en Geo-informatie
58 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
07/07
Dit is een uitgave van het ministerie van Infrastructuur en Milieu in samenwerking met het Samenwerkingsverband van Bronhouders BGT (SVB-BGT), LSV GBKN, het Kadaster, VNG, KING Operatie NUP, Dataland, Geonovum, Unie van Waterschappen en IPO. Fotografie Ridderus van Doorne Teksten Tekstbureau STREEP - Marese Peters Opmaak en Print Vijfkeerblauw Maart 2014