CP9. In gesprek over de toekomst

CP9

In gesprek over de toekomst Na het voortgezet onderwijs kiest uw kind welk vak hij wil gaan leren en welke opleiding hij wil gaan volgen. Hij maakt een beroepskeuze. Een decaan of studiebegeleider op de school voor voortgezet onderwijs helpt bij deze keuze. Ook zijn er elk jaar landelijke onderwijsbeurzen over opleiding en beroep. En u kunt met uw kind gaan kijken bij vervolgopleidingen en bedrijven. In deze cruciale praktijksituatie oefent u met praten op school en op de onderwijsbeurs over de beroepskeuze van uw kind. U oefent ook met het praten met iemand van een vervolgopleiding of een bedrijf.

Klaar voor de praktijk Cruciale praktijksituatie 9? Wat weet u? Wat kan u? Maak het bolletje zwart als u kunt zeggen: ja, dit weet ik of ja, dit kan ik.

Ik weet dat mijn kind na het voortgezet onderwijs een beroepskeuze moet maken.

2

dat de decaan of studiebegeleider op school advies kan geven bij de beroepskeuze.

3

dat er elk jaar landelijke onderwijsbeurzen zijn over opleiding en beroep.

4

dat vervolgopleidingen en bedrijven open dagen organiseren.

5

dat ik met mijn kind naar die onderwijsbeurzen en open dagen kan gaan.

cp9

1

Ik Kan 1

een gesprek voeren op de onderwijsbeurs over de beroepskeuze van mijn kind.

2

vragen stellen als ik iets meer wil weten over een opleiding.

3

een uitnodiging van de decaan voor een gesprek over beroepskeuze lezen en begrijpen.

4

een strookje invullen om me aan te melden voor een gesprek met de decaan.

5

een folder over beroepskeuze lezen en begrijpen.

6

een gesprek voeren met de decaan over de opleidingen die mijn kind kan kiezen.

7

overleggen met de decaan en mijn kind over een goede beroepskeuze.

8

een folder van een roc, hbo universiteit of bedrijf lezen en begrijpen.

9

op een open dag van roc, hbo, universiteit of bedrijf praten over een goede opleiding voor mijn kind.

woordenlijst

Welke woorden kent u? Welke nog niet?

• • • • • • • • • • • • • • •

advies, het antwoordstrookje, het begeleiden beroepenvoorlichting, de beroepskeuze, de beroepsopleiding, de decaan, de folder, de hbo, het initiatief nemen, het loopbaan, de mbo, het mogelijkheid, de onderwijsbeurs, de(zie ook studiebeurs) ontwikkelen, zich

• • • • • • • • • • • • • •

opgeven voor, zich richting, de een richting kiezen kiezen, een richting studiefinanciering, de studiekeuze, de toekomst, de twijfelen uitnodiging, de universiteit, de vaardigheid, de vak, het voorlichter, de zelfstandig

Onderwijs, Gezondheid en Opvoeding - CP9 In gesprek over de toekomst

2

eerste ronde filmkijken 1

Wat doet Winston graag? Leren of met zijn handen werken?

cp9

tweede ronde filmkijken 1

Wat wil Winston gaan doen na het vmbo?

2

Wat wil zijn moeder dat hij gaat doen?

3

Over welke twee opleidingen in de Bouw geeft de decaan informatie?

derde ronde filmkijken 1

Wat wil Winston en waarom wil hij dat?

2

Wat wil Gerda en waarom wil zij dat?

3

Denkt u dat Winston en Gerda de MTS-Plus opleiding allebei goed vinden?

Wat vindt u? 4

Gaat Gerda op een goede manier met de wensen van haar zoon om?

5

Geeft de decaan op een goede manier informatie en advies?


3

1. Praten over de vervolgopleiding van uw kind hulpkaart(en):

cp9

situatie: Uw zoon moet een vervolgopleiding kiezen. Hij weet nog niet wat. U heeft samen wat folders van opleidingen verzameld. U maakt een praatje met een andere moeder. U vraagt wat haar dochter gaat doen.

Oefenen: Oefen het gesprek met iemand. Lees uw tekst voor.

moeder

U

Hallo……Hoe gaat het?

Ja, goed en met jou? Goed hoor, we zijn druk bezig om een vervolgopleiding te vinden voor Yasmine. Wat wil ze gaan doen? Ze wil kok worden. En jouw zoon?

Hij weet het nog niet. Hij vindt kiezen moeilijk. Heb je al informatie verzameld over opleidingen?

Ja, we hebben folders verzameld. Je kunt ook met hem naar de onderwijsbeurs gaan. Wat is dat? Op de onderwijsbeurs kun je zien welke opleidingen er allemaal zijn. En welke scholen. Dat is een goed idee. Dat ga ik doen.


4

1. Praten over de vervolgopleiding van uw kind hulpkaart(en):

cp9

situatie: Uw zoon moet een vervolgopleiding kiezen. Hij weet nog niet wat. U heeft samen wat folders van opleidingen verzameld. U maakt een praatje met een andere moeder. U vraagt wat haar dochter gaat doen.

spelen: Voor deze oefening gebruikt u het gesprek op de vorige pagina. De ouder heeft de tekst. U niet. U luistert naar de ouder. U reageert. Wissel daarna van rol. Meeluisteren: Heeft u dit van de spreker gehoord? Zet een √ als u het hoort.

En met jou? Wat wil ze gaan doen? Hij weet het nog niet./ Hij vindt kiezen moeilijk. We hebben folders verzameld. Dat is een goed idee. / Dat ga ik doen.


5

2. Een uitnodiging van de decaan lezen hulpkaart(en):

cp9

Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of een tekst (11) situatie: Uw dochter zit op het Rembrandt College. Dit is haar laatste schooljaar. Ze krijgt een brief van de decaan.

Omcirkel het goede antwoord. 1

Voor wie is de brief? a. voor uw dochter b. voor u en uw dochter

2

U wordt uitgenodigd voor de diploma-uitreiking. a. waar b. niet waar

3

U heeft een gesprek over een vervolgopleiding. a. waar b. niet waar

4

Wanneer zijn de gesprekken? a. in oktober b. een half uur

5

U wilt op gesprek. Wat moet u doen? a. bellen voor een afspraak b. het strookje invullen

6

U moet het strookje voor 29 september retour sturen. a. waar b. niet waar


6

2. Een uitnodiging van de decaan lezen hulpkaart(en):

cp9

Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of een tekst (11) situatie: Uw dochter zit op het Rembrandt College. Dit is haar laatste schooljaar. Ze krijgt een brief van de decaan.


Waar gaat de brief over? a. slagen en kiezen b. een decaangesprek c. een rapportbespreking

2

De decaan wil graag helpen. Waarmee? a. slagen b. kiezen c. een afspraak maken

3

Wie zijn uitgenodigd? a. de ouders b. de leerlingen c. de ouders en de leerlingen

4

Wanneer zijn de gesprekken? a. 29 september b. in oktober c. in december

5

U wilt naar het gesprek met de decaan. Wat doet u? a. U maakt later een afspraak. b. U gaat op een ochtend of middag naar school. c. U vult het strookje in.

6

Wanneer stuurt u het strookje op? a. voor 29 september b. op 5 oktober c. voor 8 oktober


7

Het Rembrandt College Geachte leerlingen en ouders/verzorgers, Dit schooljaar staat voor jullie in het teken van slagen en kiezen. Met het eerste wens ik je veel succes, met het tweede wil ik je graag helpen. Decaangesprek Ik nodig jou en jouw ouders uit voor een gesprek over de keuze van een eventuele Vervolgopleiding. De gesprekken zijn in oktober en duren een half uur. Willen jullie langer praten? Dan kunnen jullie later ook nog een afspraak maken. Op onderstaand strookje kun jullie de datum aankruisen die voor jullie het beste uitkomt. Kies ook voor een ochtend of middag. Jullie krijgen dan binnenkort een bevestiging met de datum en tijd. Dit strookje zien we graag voor dinsdag 29 september retour. Met vriendelijke groeten, Paul Keizer

 Graag retour voor dinsdag 29 september Naam leerling: ………………………………………… Telefoonnummer: ………………………………………… wil graag 0 met ouders een gesprek 0 zonder ouders een gesprek op: 0 0 0 0

5 6 7 8

oktober oktober oktober oktober

in de: 0 ochtend (tot 12:00 uur) 0 middag (van 13:00 tot 17:00)

3. Een strookje invullen voor een decaangesprek hulpkaart(en):

cp9

Een formulier invullen (10) situatie: Doe eerst de leesopdracht “Een uitnodiging van de decaan lezen”. Gebruik het strookje van de leesopdracht.

U wilt met uw kind naar het decaangesprek op 7 oktober in de ochtend. U vult het strookje in. 1

Hoe heet uw kind? Vul het in bij Naam leerling.

2

Wat is het telefoonnummer van uw kind? Vul het in.

3

Zet een kruisje bij met of zonder ouder.

4

Zet een kruisje bij de goede datum.

5

Zet een kruisje bij ochtend of middag.


9

3. Een strookje invullen voor een decaangesprek hulpkaart(en):

cp9

Een formulier invullen (10) situatie: Doe eerst de leesopdracht “Een uitnodiging van de decaan lezen”. Gebruik het strookje van de leesopdracht.

U wilt met uw kind naar het decaangesprek op 7 oktober. U heeft tijd van 11:00 uur tot 13:00 uur. U vult het strookje in.


10

4. Een voorlichtingsfolder lezen hulpkaart(en):

cp9

Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of een tekst (11) situatie: U heeft een folder gekregen. De folder zat bij de uitnodiging van de decaan.


De folder gaat over: a. Hoe kiest u een opleiding? b. Wat kan de decaan voor u doen?

2

In de eerste informatieronde gaat u scholen bezoeken. a. waar b. niet waar

3

In de eerste informatieronde praat u met leerkrachten, decanen en ouders. a. waar b. niet waar

4

In de tweede informatieronde bezoekt u open dagen. a. waar b. niet waar

5

Wat is een slechte reden om een school te kiezen? a. De buurjongen gaat ook naar die school. b. De sfeer op de school is goed.

6

Wat is een goede reden om een school te kiezen? a. Uw kind heeft belangstelling voor de vakken of de opleiding. b. De status van de opleiding.


11

4. Een voorlichtingsfolder lezen hulpkaart(en):

cp9

Uitleg vragen bij een tekst (4) Informatie zoeken in een folder of een tekst (11) situatie: U heeft een folder gekregen. De folder zat bij de uitnodiging van de decaan.


Wat staat er in de folder over een opleiding kiezen? a. Dat kost weinig tijd. b. U moet informatie verzamelen. c. De decaan kiest een opleiding.

2

Wat doet u in de eerste informatieronde? a. U praat met mensen en u zoekt informatie. b. U bezoekt scholen. c. U stuurt informatie over uw kind naar verschillende scholen.

3

U heeft veel informatie verzameld. Een paar scholen zijn interessant. Wat doet u in de tweede ronde? a. U schrijft uw kind in bij al die scholen. b. U bezoekt de open dagen c. U kiest de school waar uw buurjongen ook zit.

4

Wat is een goede reden om een school te kiezen? a. De status van de school. b. Het beste vriendje van uw zoon gaat ook naar die school. c. De sfeer op de school.

5

Wat is een goede reden om een school te kiezen? a. De opleiding past bij het talent van uw kind. b. Uw kind is niet goed in vakken van de opleiding. c. De school is dichtbij.


12

Een opleiding kiezen, hoe gaat dat? Het kiezen van de juiste opleiding voor uw zoon of dochter kost tijd. Er is zó veel mogelijk, dat u er veel aandacht aan zult moeten geven om tot een juiste keuze te komen. U zult dus informatie moeten verzamelen.

Eerste informatieronde Om te weten wat het aanbod is aan scholen enopleidingen is het verstandig dat u zich eerst breed informeert. • Praat met de leerkrachten of de decaan van de school waar uw kind nu op zit over vervolgopleidingen in het mbo of hbo. • Vraag aan andere ouders welke keuzes zij gemaakt hebben voor hun zoon of dochter en waarom. • Zoek zelf op internet informatie over mbo en hbo-opleidingen. • Kijk in de bibliotheek, het postkantoor of wijkcentrum of er folders zijn over schoolkeuze en mbo- of hbo-onderwijs.

Tweede informatieronde Als u eenmaal meer te weten bent gekomen over de mogelijkheden, blijven er meestal enkele over die passen bij de talenten – en wensen - van uw kind. Het is dan goed om met uw zoon of dochter kennis te maken met die scholen en opleidingen door: > De open dagen van die scholen te bezoeken; > Informatie van die scholen te vragen; > Op internet verder te zoeken naar informatie over die scholen en opleidingen; > Ook nu weer te praten met andere ouders met een zoon of dochter op de opleiding die u overweegt voor uw kind te kiezen.

Nogmaals, het is heel belangrijk om de keuze voor de school en opleiding goed met uw kind te bespreken. Het gaat om zijn of haar toekomst. Houd daarbij ook rekening met het volgende:

Slechte redenen om een school en opleiding te kiezen: > Vrienden, vriendinnen of familie gaan ook naar die school. > De status of het aanzien van een opleiding.

Goede redenen om een school en opleiding te kiezen: > De opleiding past bij het talent van mijn zoon > of dochter. > Mijn zoon of dochter heeft belangstelling > voor de vakken of de opleiding. > De manier van lesgeven en de sfeer op school past bij mijn zoon of dochter.

5. Een gesprek met de decaan hulpkaart(en):

cp9

Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) situatie: Uw kind wil een Horeca-opleiding doen. U gaat samen naar de decaan. De decaan praat met uw kind. U heeft ook een paar vragen. U wilt weten: • Welke opleidingen er zijn; • Op welke school je de opleiding kunt doen; • Welke school u moet kiezen; • Wanneer er open dagen zijn.


klant

U

Heeft u nog vragen mevrouw ……?

Ja, welke opleidingen zijn er? Er zijn vier niveaus. je begint met niveau 1 de opleiding Horeca-assistent. Daarna kun je gaan werken of verder studeren. Op welke school kun je die opleiding doen? Dat kan bij verschillende ROC’s.

Welke school moet ik kiezen? U kunt het beste gaan kijken op de open dag.

Wanneer zijn er open dagen? Volgende week zijn er overal open dagen.

Fijn, dank u wel.


14

5. Een gesprek met de decaan hulpkaart(en):

cp9

Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) situatie: Uw kind wil een Horeca-opleiding doen. U gaat samen naar de decaan. De decaan praat met uw kind. U heeft ook een paar vragen. U wilt weten: • Welke opleidingen er zijn; • Op welke school je de opleiding kunt doen; • Welke school u moet kiezen; • Wanneer er open dagen zijn.

spelen: Voor deze oefening gebruikt u het gesprek op de vorige pagina. De decaan heeft de tekst. U niet. U luistert naar de decaan. U stelt vragen. Wissel daarna van rol. Meeluisteren: Heeft u dit van de spreker gehoord? Zet een √ als u het hoort.

Welke opleidingen zijn er? Op welke school kun je die opleiding doen? Welke school moet ik kiezen? Wanneer zijn er open dagen? Een bedankje: Dank u wel/ bedankt.


15

6. Een bezoekje aan een open dag hulpkaart(en):

cp9

Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) situatie: Uw dochter wil kok worden. U gaat samen naar de open dag van het ROC. Op de open dag kunt u vragen stellen aan decanen, docenten en andere medewerkers van de school. U heeft wat vragen. U vertelt dat uw dochter kok wil worden. U vraagt: • Welk niveau zij moet doen; • Wat het verschil tussen niveau 2 en 3 is.


Medewerker

U

Kan ik u informatie geven?

Ja graag. Mijn dochter wil kok worden. Dan zit u hier goed.

Welk niveau moet zij dan doen? Ze kan niveau 2 of 3 doen.

Wat is het verschil? Op niveau 2 maakt ze eten klaar en ze heeft een baas. Op niveau 3 moet ze alles zelf kunnen dus ook de inkopen doen en het menu bedenken. Aha, ik begrijp het, dank u wel.


16

6. Een bezoekje aan een open dag hulpkaart(en):

cp9

Informatie vragen aan iemand die u niet kent (2) situatie: Uw dochter wil kok worden. U gaat samen naar de open dag van het ROC. Op de open dag kunt u vragen stellen aan decanen, docenten en andere medewerkers van de school. U heeft wat vragen. U vertelt dat uw dochter kok wil worden. U vraagt: • Welk niveau zij moet doen; • Wat het verschil tussen niveau 2 en 3 is.

spelen: Voor deze oefening gebruikt u het gesprek op de vorige pagina. De medewerker heeft de tekst. U niet. U luistert naar de medewerker. U stelt vragen. Wissel daarna van rol. Meeluisteren: Heeft u dit van de spreker gehoord? Zet een √ als u het hoort.

Mijn dochter wil kok worden. Welk niveau moet zij dan doen? Wat is het verschil? Een bedankje: Dank u wel/ bedankt.


17

antwoordblad 2. Een uitnodiging van de decaan lezen 1 b 2 b 3 a 4 a 5 b 6 a 2. Een uitnodiging van de decaan lezen 1 b 2 b 3 c 4 b 5 c 6 a 3. Een strookje invullen voor een decaangesprek

 Graag retour voor dinsdag 29 september Naam leerling: Telefoonnummer: wil graag 0 met ouders een gesprek X

0 zonder ouders een gesprek op:

05 06 07 X 08

oktober oktober oktober oktober

in de: 0 ochtend (tot 12:00 uur) X

0 middag (van 13:00 tot 17:00)

4. Een voorlichtingsfolder lezen 1 a 2 b 3 a 4 a 5 a 6 a 4. Een voorlichtingsfolder lezen 1 b 2 a 3 b 4 c 5 a

CP9. In gesprek over de toekomst

Recommend Documents