Gemeentereis Israël
2008 Protestantse Gemeente Westerbork
l
r G
i w
Hotel
In nood
26.04-30.04: Tzuba Guesthouse, Doar na Hare Yehuda 90870. Tel: 00.972.2.534.7090 Fax. 00.972.2.534.70.91
Stichting Gemeentereizen/Image Tijdens kantooruren: 0031-297-583013 Buiten kantooruren: 0031-6-10662752 Buiten kantooruren: 0031-6-40843810
30.04-01.05: Hofit Guesthouse, Moshav Shave Zion, Western Galilee. Tel: 00.972.4.982.0.391 Fax. 00.972.4.982.0519
Ambulance: 101 Jeruzalem: (02) 6523133 Tel Aviv: (03) 5460111 Politie: 100
01.05-05.05: Nes Ammim Guesthouse, MP 25225 Western Galilee Tel: 00.972.4.995.0000
Gidsen David Rodriguez Garcia Gidst de hele tour behalve op 03.05. Jan Kleinjan Gidst alleen op zaterdag 03.05.
Vluchtgegevens
Heen: 26 april Amsterdam-Wenen, 07.45-09.45, vluchtnummer OS 378 Wenen-Tel Aviv, 10.40-15.05, vluchtnummer OS 857
Het nummer van ds. Jelle van Slooten is: 0031-6 228 121 97 Dit boekje In dit boekje worden de meeste onderdelen van ons reisprogramma besproken. Indien mogelijk, lees dan van te voren het betreffende stukje in dit boekje . Sommige onderdelen van dit boekjje zijn als algemene informatie bedoeld zoals de geschiedenis van Israel, Jeruzalem en de praktische tips. Hier kunt u uw voordeel mee doen.
Terug: 5 mei Te Aviv- Wenen, 16.00-18.50, vluchtnummer OS 858 Wenen-Amsterdam, 19.50-21.55, vluchtnummer OS 377
Reisbureau
Stichting Gemeentereizen/Image Postbus 1029 3640 BA, Mijdrecht Tel: 0297-583013 / Fax: 0297-583421
[email protected] www.gemeentereizen-image.nl
Het boekje valt uit elkaar! U kunt het ringbandje van dit boekje regelmatig aanknijpen, dan blijft alles erin zitten. Verder alleen dichtgeslagen vervoeren, dus met voorpagina in het zicht! Deze reisgids is voor persoonlijk gebruik!
Inhoudsopgave 4 11 15 20 21 25 29 32 32 33 33 34 35 36 37 38 42 44 47 47 48 51 51 52 54 55 57 58 58 59 60 61 61 62 62 62 64 65 66 67 68 70
Een geschiedenis van Israël Israël - algemeen en praktisch Praktische tips voor op reis Fotograferen Jeruzalem Getsemane/Olijfberg Heilige Grafkerk Kerk van de Verlosser Via Dolorosa St. Anna / Betesda Ecce Homo Boog Klaagmuur/Westelijke muur Western Wall Tunnel Israël Museum The Shrine of the Book Yad Vashem Bethlehem Qumran Dode Zee En Gedi Massada (Mezada) Jericho Bet Sean (Scytopolis) Bet Alfa (Hevzi Bah) Nazaret Nes Ammim Safed (Tsfat/Zefat) Golan/Nimrod Banyas (Ceasarea Philippi) Tell Dan Akko Lohamei Haghethaot Rosj Haniqra Montfort Meer van Galilea Kafarnaüm (Kapernaüm) Tabgha (Heptapegon ‘En Sheva’) Gamla (Gamala) Caesarea Tel Aviv (Jafo/Joppe) Jafo/Joppe Aantekeningen/Bronnen
3 Zaterdag 26 april Zondag 27 april
Maandag 28 april
Dinsdag 29 april
Woensdag 30 april
Donderdag 1 mei
Vrijdag 2 mei
Zaterdag 3 mei
Zondag dag 4 mei
4
Een geschiedenis van Israël De Semieten De geschiedenis van het joodse volk begint meer dan 4000 jaar geleden in een gebied dat ook wel de ‘Vruchtbare Maansikkel’ wordt genoemd en Syrië, Libanon, Jordanië en Irak omsluit. Abraham was het stamhoofd van de Semieten in de stad Ur (nu Irak). Daar kreeg Abraham de opdracht van G’d te reizen naar het land dat G’d hem en zijn nakomelingen zal geven. Dit is het land Kanaän, ongeveer het gebied dat we nu Israël noemen. Het volk van Abraham is het eerste volk uit de geschiedenis waarvan bekend is dat het maar één G’d aanbad. Uit Abrahams kleinzoon Jacob werden twaalf zonen geboren. Dit waren de leiders van de twaalf stammen in Kanaän. Dit gedeelte van de geschiedenis staat beschreven in Genesis, het eerst Bijbelboek. Egypte en de Exodus Er was hongersnood in Kanaän en daarom trokken enkele Hebreeën (de latere Israëlieten) rond het jaar 1700 v.C. naar Egypte. In het begin hadden de Hebreeën het best goed in Egypte, maar naarmate het volk groter werd zag de Farao hen als een bedreiging. De Hebreeën werden tot slaven gemaakt en werkten ondermeer aan het bouwen van de piramiden. Na ongeveer 400 jaar van slavernij was het Mozes die van G’d de opdracht had gekregen om het volk uit Egypte te leiden en terug naar het ‘Beloofde Land’. Deze uittocht vond rond 1250 v.C. plaats. De Hebreeën trokken 40 jaar door de woestijn en ontvingen daar de Thora met de 10 Woorden. Dit gedeelte van de geschiedenis staat beschreven in Exodus, het tweede Bijbelboek. Het eerste koninkrijk De Israëlieten kwamen weer aan in Kanaän, maar raakten slaags met andere stammen waaronder de Filistijnen, een volk vechtlustige zeerovers. Er volgden vele oorlogen tussen de Filistijnen en de Israëlieten. In ca. 1020 v.C. kreeg
Israël zijn eerste koning. Het was koning Saul. In die tijd was het de schaapherder David die de Filistijnse reus Goliath wist te verslaan. Koning David (ca. 1000-965 v.C.) wist de Filistijnen te verslaan en maakte Jeruzalem tot de hoofdstad van Israël. De zoon van David, Salomo, volgde zijn vader op in 965 v.C. Salomo liet een Tempel bouwen op wat nu de Tempelberg heet, in Jeruzalem. Deze Tempel vormt het hart van het joodse volk en zijn verbond met G’d. Vele oorlogen volgden Israël was omringd door machtige rijken en er liepen vele belangrijke handelsroutes door het land. Dit had tot gevolg dat er steeds weer buitenlandse heersers waren die het land wilden veroveren. De Assyriërs veroverden Israël in 722 v.C. De Babyloniërs versloegen vervolgens de Assyriërs in 630 v.C. Israël werd veroverd door de Babyloniërs en in 587 v.C. werd de Tempel verwoest. In 539 v.C. veroverden de Perzen het Babylonische rijk. De verbannen joodse elite en priesters mochten terugkeren naar Jeruzalem en de 2e Tempel werd gebouwd. Romeinse overheersing en diaspora In 70 n.C. heroverden de Romeinen Jeruzalem en maakten het met de grond gelijk. Van de 2e Tempel blijft alleen de Westelijke Muur, de Klaagmuur, overeind. De meeste joden worden uit Israël verbannen. Het begin van de diaspora, verstrooiing, van de joden over de wereld. De naam Palestina (afgeleid van Filistin, Filistea) wordt door de Romeinse bezetter na de Joodse opstanden (70 en 135 n. Chr.) als strafmaatregel ingevoerd. De opzet is het bestaan van het land, Israël, en de oorspronkelijke bewoners, de Israëlieten, te doen vergeten. De claim dat de Palestijnen afstammen van de historische Filistijnen, die tijdens de rechters (Richteren) leefden in het land dat toen Israël, Kanaän of Filistea heette, kan niet met feiten worden gestaafd. De historici zijn het erover eens dat de Filistijnen in de tijd van David en Salomo (1.000 v. Chr.) uit het land weggetrokken. Na die tijd wordt niets meer van hen vernomen.
5 Een groot misverstand is dat de Joden na de verwoesting van de 2e Tempel werden verstrooid over de wereld en pas weer 1800 jaar later opeens terugkeerden om hun land terug te eisen. Zelfs na de verwoesting van de 2e Tempel en het begin van de diaspora ging het Joodse leven in Palestina door en maakte het zelfs een bloeiende tijd door. Arabische tijd en de kruistochten In 570 n.C. werd in Mekka, Mohammed geboren. Zijn volgelingen veroverden Palestina op de Byzantijnen in 638, zes jaar na de dood van Mohammed. In het begin hadden de joden in Israël het nog redelijk goed, maar zij kregen steeds meer restricties en het leven van de joden werd bijna onmogelijk gemaakt. Kalief Abd el-Malik wilde van zijn gebied een bedevaartsoord maken en bedacht dat de Tempelberg de plek was waar Mohammed na zijn nachtelijke reis ten hemel was gegaan. Rond 700 n.C. werd op de fundamenten van de Tweede Tempel de Rotskoepel gebouwd en later de Al Aqsa-moskee. In 1099 trokken duizenden christenen naar Israël om de heilige plaatsen te ‘redden’ en het land te ontdoen van de ongelovigen. Deze kruistochten duurden tot 1291. Verovering van het land door de Mammelukken, bevrijde slaven van de Egyptenaren, in 1291. En verdrijving van de kruisvaarders in 1291. Ottomaanse (Turkse) verovering van 1517 tot 1917. Opkomend antisemitisme en eerste aliyah In 1880 begint een nieuwe golf van anti-joodse stemming in Europa. In Rusland beginnen de pogroms, afschuwelijke jodenvervolgingen. Ook in de rest van Europa neemt het antisemitisme verschrikkelijke vormen aan. Als gevolg van de pogroms in Oost-Europa ontstaat in 1882 een massa-immigratie van joden naar Israël, de eerste aliyah. Zionisme De roep om een eigen joodse staat wordt door het groeiend antisemitisme steeds luider. Er ontstaat een Zionistische beweging onder leiding
van Theodor Herzl. In 1897 begint de Eerste Zionistische Conferentie in Basel, Zwitserland. Er worden plannen gemaakt voor de stichting van een joods tehuis in Palestina. En het Joods Nationaal Fonds werd belast met de aankoop van land. Aan het begin van de 1e Wereldoorlog had Israël een joodse populatie van 85.000. Chaim Weizmann, een belangrijke Zionist, weet de Britse minister van Buitenlandse Zaken over te halen voor zijn strijd om een eigen staat. In 1917 wordt de Balfour-declaratie getekend waarin de minister de Britse steun toezegt voor de totstandkoming van een joods nationaal tehuis voor het joodse volk in Palestina. Tegelijkertijd worden er door anderen ook beloften gedaan aan Arabische volken die onder de Ottomaanse vlag leefden. Het was dus duidelijk dat er moeilijkheden zouden komen als de joden hun oude land weer terug zouden krijgen. Brits mandaat In december 1917 bezetten de Britse troepen Palestina en eindigt de Ottomaanse tijd. In 1920 beslist de Volkenbond dat Palestina onder Brits mandaat wordt geplaatst. Toen begonnen ook de eerste grote anti-joodse opstanden van de Arabieren. Steeds meer joden arriveerden in Israël en verrichten er wonderen. Het land dat door de Arabieren slecht was onderhouden werd door de Joden weer leefbaar gemaakt. Er kwamen scholen, fabrieken en boerderijen. De woestijn werd weer vruchtbaar gemaakt. Met de komst van het nazisme kwam de 5e aliyah (1931-1940) opgang. Ca. 180.000 joden vluchten naar Palestina. Vanaf 1936 keerden de Arabieren zich tegen zowel de joden als de Britten. Om de Arabieren tevreden te stellen werd besloten de joodse immigratie te beperken. Dit was natuurlijk in strijd met de Balfour verklaring. Ook probeerden de Britten Hitler te vriend te houden. In 1937 stelde de Britten voor het land te delen in twee staten, een joodse en een Arabische staat. Dit ook weer in strijd met de Balfour verklaring. Toch accepteerden de joodse leiders het verdelingsplan. De Arabieren wezen echter elke vorm van deling af.
6 De Holocaust/Sjoa Het uitbreken van de oorlog tussen Engeland en Duitsland in 1939 was het begin van de 2e Wereldoorlog waarin de Arabieren de nazi’s steunden. Ruim zes miljoen joden werden door de nazi’s vermoord. De Britse onmacht en het verdelingsplan De 6e aliyah (1941-1947) bestond uit joden die op de vlucht waren voor de Holocaust/Sjoa en enkele overlevenden. De Britten probeerden de Arabieren voor zich te winnen door de immigratie van vluchtende joden naar Israël tegen te houden. De oorlog eindigde in 1945. Maar ook na de oorlog speelde Groot-Brittannië een dubieuze rol. In 1947 werd het schip ‘Exodus’, met aan boord 4554 overlevenden van de kampen (waaronder 655 kinderen), teruggestuurd naar Europa. Het werd duidelijk dat Groot-Brittannië tijdens en vlak na de oorlog vreselijke fouten had gemaakt en nu niet meer instaat was om dat nog goed te maken. De Britten lieten het verder over aan de United Nations General Assembly. Deze richtte een speciale commissie op die zich moest bezig houden met de toekomst van Israël. Dit was de United Nations Special Commission of Palestine, UNSCOP. Deze kwam met de aanbeveling het land te delen in een Arabische en een joodse staat waarbij de verdeling van het land in overeenstemming was met de verdeling van de bevolkingsgroepen. Jeruzalem zou onder het gezag van de VN vallen. De joden accepteerden het verdelingsplan (resolutie 181) maar de Arabieren waren fel tegen. Zij hielden vast aan hun eis dat zij aanspraak zouden hebben op geheel Palestina. Uitroeping van de staat Israël De United Nations General Assembly stemde op 29 november 1947 over het plan van UNSCOP. Het plan werd met de vereiste tweederde meerderheid aangenomen. Direct daarop begonnen de Arabieren op grote schaal met het plegen van moorden en aanslagen tegen de joodse bevolking. Aanvankelijk leden de joden grote verliezen, maar uiteindelijk kregen zij toch de over-
hand. Op 14 mei 1948 kwam het Britse mandaat tot een einde en werd de staat Israël uitgeroepen volgens het VN verdelingsplan. David Ben Goerion werd de eerste premier van Israël. De Onafhankelijkheidsoorlog en de wapenstilstand Nog geen 24 uur na de uitroeping van de staat vielen de legers van Egypte, Jordanië, Syrië, Libanon, Saoedi-Arabië en Irak Israël aan. De oorlog stopte in 1949. Israël kwam als overwinnaar uit de strijd. Er werd een wapenstilstand getekend met Egypte en deze kreeg de Gazastrook. Daarna volgde een wapenstilstand met Libanon. Jordanië sloot ook een wapenstilstand en annexeerde de Westbank. Jeruzalem werd verdeeld tussen Jordanië en Israël. Syrië sloot als laatste een wapenstilstand en behield de Golan. De bedoeling was om te komen tot een vredesovereenkomst van Israël met zijn buurlanden, maar daar wilden de Arabische landen niet aan. Zij weigerden de joodse staat te erkennen. De Verenigde Naties deden dit wel. Het vluchtelingenprobleem Vlak voor, en tijdens de onafhankelijkheidsoorlog zijn vele Palestijnse Arabieren Palestina ontvlucht. Naar schatting gaat het om 650.000 mensen. Het gaat hierbij om verschillende groepen Arabieren die ieder hun eigen reden hadden om Palestina te verlaten. Het vluchtelingenprobleem is complex en vormt een groot struikelblok bij de vredesonderhandelingen. De Groot-Moefti van Jeruzalem, die collaboreerde met de nazi’s, en de Arabische landen riepen de Palestijnen op om Israël te verlaten en te gaan naar de Arabische buurlanden. Nieuwe bestudering van de geschiedenis maakt duidelijk dat aan Israëlische zijde grote fouten en misdaden zijn begaan aan Palestijnse Arabieren. Bestudering van dit onderwerp is nog volop bezig. De Suezcrisis (1956) De Egyptische president Nasser wilde zijn nederlaag van 1948 ongedaan maken. In 1955 kreeg Egypte wapens geleverd uit communistische landen. In 1956 sloot Egypte het Suezkanaal en
7 de Straat van Tiran voor Israëlische schepen. Dit in strijd met de UN Security Council resolutie van 1951. Het sluiten van het Suezkanaal had voor Israël grote economische gevolgen. Steeds vaker waren er aanvallen van terroristen uit de Arabische buurlanden. Ook deze werden gesteund door Egypte. Egypte nationaliseerde het Suezkanaal en raakte daardoor in conflict met de Westerse mogendheden. In de Sinaï woestijn van Egypte ontstonden militaire basissen en Egypte sloot een militair verbond met Syrië en Jordanië. Er was door dit alles een acuut gevaar ontstaan voor het voortbestaan van de staat Israël en Israël was genoodzaakt Egypte aan te vallen. In acht dagen tijd wist Israël de Gazastrook en de Sinaï woestijn op Egypte te veroveren. In 1957 trok Israël zijn troepen terug maar eiste wel vrije doorgang van het Suezkanaal en de Straat van Tiran. Er werden troepen van de VN gestationeerd (UNEF) langs de grens van Israël en Egypte en in de Gaza strook om de status-quo te handhaven. De Zesdaagse Oorlog (1967) en het ontstaan van de ‘Bezette Gebieden’ Opnieuw waren er aanvallen van Arabische terroristen langs de Egyptische en Jordaanse grens en vanuit Syrië. Er ontstond een grote troepen opbouw van Arabische legers langs de grenzen met Israël. Grote troepen van het Egyptische leger stationeerden zich in de Sinaï woestijn. Nasser stuurde de VN troepen weg en sloot opnieuw de Straat van Tiran af. Dit in strijd met de afspraken die waren gemaakt na 1956. Voor Israël was het duidelijk dat de Arabische buurlanden op het punt stonden opnieuw een oorlog tegen Israël te beginnen. Israël besloot niet af te wachten en viel op 5 juni 1967 Egypte aan gevolgd door een tegenaanval op Jordaanse troepen in het oosten en een aanval op Syrische troepen die Israël vanuit het noorden waren binnen gekomen. Al na zes dagen had Israël de Arabische alliantie verslagen. Israël veroverde hierbij de Sinaï woestijn en de Gaza strook op Egypte, de Westbank op Jordanië (inclusief het Jordaanse deel van Jeruzalem) en de Golan Hoogvlakte op Syrië. Deze veroverde gebieden zijn de ‘bezette gebieden’ gaan heten.
Bezet door Israël na de oorlog die door de Arabische landen was uitgelokt. Direct na de oorlog bood Israël aan om de bezette gebieden terug te geven in ruil voor vrede en erkenning van de staat. De Palestijnse leiders en Arabische landen wilden van het begin af aan echter ‘de joden de zee in drijven’ en wezen het aanbod van Israël af. Resolutie 242 (1967) Op 22 november 1967 komt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties met resolutie 242. De resolutie is gebaseerd op het principe ‘land in ruil voor vrede’. Er staat onder andere dat Israël zich moet terugtrekken uit bezette gebieden. Maar ook dat er erkenning, soevereiniteit en territoriale onschendbaarheid moet zijn voor elke staat in het Midden-Oosten en dat elke staat recht heeft op veilige en erkende grenzen, vrij van dreigingen of geweld. De resolutie is gericht aan zowel Israël als de Palestijnen en de buurlanden. Beide partijen worden geacht hun deel van de resolutie uit te voeren. Maar als één van de partijen dit nalaat is ook de andere partij niet meer moreel verplicht zijn deel uit te voeren. Moreel, omdat deze resolutie behoord tot hoofdstuk 6 van de VN Veiligheidsraad en daarmee een ‘adviserende’ resolutie is en geen ‘bindende’ resolutie. De Uitputtingsoorlog van Egypte (1968) (War of attrition) In september 1968 begon Egypte de Uitputtingsoorlog tegen Israël. President Nasser van Egypte wist dat het grootste deel van het Israëlische leger uit reservisten bestond. En hij dacht dat deze reservisten een langdurige uitputtingsoorlog niet zouden overleven. De oorlog moest lang duren, economische gevolgen voor Israël hebben en gematigd zijn. Gematigd omdat Egypte, niet de Westerse landen en Israël wilde uitlokken om een algehele oorlog tegen Egypte te beginnen. Langs het Suez kanaal werden regelmatig Israëlische stellingen bestookt, en zelfs een Israëlisch schip tot zinken gebracht. Dit resulteerde in zware gevechten waarbij aan beide kanten vele slachtoffers vielen. Dit eindigde in 1970 met een
8 wapenstilstand. In hetzelfde jaar stierf Nasser en werd opgevolgd door President Anwar Sadat. De Jom Kippoer Oorlog (1973) Aan drie jaar van relatieve rust kwam op 6 oktober 1973 abrupt een einde. Egypte en Syrië kozen de heiligste dag van de joden uit (Jom Kipoer) voor een verrassingsaanval op Israël. Israël was totaal onvoorbereid en het duurde drie weken voordat Israël de oorlog had gewonnen. De Egyptische troepen waren teruggedreven en Israël was Syrië tot 32 km van de hoofdstad Damascus genaderd. Na twee jaar van moeizame onderhandelingen sloot Israël een wapenstilstand met Egypte en Syrië. Israël trok zich vervolgens terug uit de delen die het tijdens de oorlog had veroverd. De Camp David-akkoorden - Vrede tussen Egypte en Israël In november 1977 bracht de Egyptische president Anwar Sadat een vredesbezoek aan Jeruzalem. Dit resulteerde op 17 september 1978 in de ondertekening van de Camp David-akkoorden door de Egyptische president Sadat en de Israëlische premier Menachem Begin op het gazon van het Witte Huis in Washington. De akkoorden werden getekend in het bijzijn van de Amerikaanse president Jimmy Carter. De Camp David-akkoorden waren een raamwerk voor vrede in het Midden-Oosten gebaseerd op resolutie 242 en 338. Israël zou in ruil voor vrede de Sinaï-woestijn teruggeven aan Egypte en de Palestijnen in de Gaza en Westbank zouden hier na een overgangsperiode van vijf jaar, autonomie krijgen. Zowel Egypte, Israël en Jordanië hadden hierin een belangrijke taak. Op 26 maart 1979 werd er vrede gesloten tussen Israël en Egypte. In overeenstemming met de Camp David-akkoorden gaf Israël hierna de Sinaï terug aan Egypte. De Camp David-akkoorden werden echter door de Arabisch wereld afgewezen en dit leidde tot een tijdelijke uitsluiting van Egypte uit de Arabische Liga. Ook Jordanië wilde niet meewerken met als gevolg dat er van de autonomie voor de Palestijnen niets terecht kwam.
Operatie Vrede voor Galilea In 1970 wordt de PLO (Palestine Liberation Organization) verbannen uit Jordanië en hergroepeert zich in Zuid Libanon. Van daaruit escaleert de PLO terreur tegen het noorden van Israël. Dorpen en steden in het noorden worden met raketten bestookt en er worden aanslagen gepleegd. Hierbij vallen vele Israëlische slachtoffers. Op 6 juni 1982 vallen Israëlische troepen Zuid Libanon binnen om daar de terroristische infrastructuur van de PLO te vernietigen. De operatie krijgt de naam: ‘Vrede voor Galilea’. In september 1982 richten christelijke milities een slachting aan in de Palestijnse dorpen Sabra en Chatila in Libanon. Dit gebeurde uit vergelding voor de bloedbaden die de Palestijnen eerder hadden aangericht in de christelijke dorpen waarbij honderden christenen werden vermoord. De Israëlische troepen waren niet betrokken bij de slachtingen in Sabra en Chatila, maar hadden deze wel moeten voorkomen. Ariël Sharon was in die tijd Minister van Defensie. 1e Intifada Op 9 december 1987 loopt een rel in Gaza uit op het begin van de 1e Intifada tegen Israël. Israël treedt hard op tegen de Palestijnen maar komt daardoor in een kwaad daglicht te staan. Op 15 november 1988 roept de Palestijnse Nationale Raad in Algiers een onafhankelijke Palestijnse staat uit. Later dat jaar zegt de PLO onderleiding van Arafat resolutie 242 te aanvaarden. Hiermee erkent Arafat de staat Israël en accepteert Amerika hem als gesprekspartner. De Golfoorlog en de Oslo-akkoorden Op 2 augustus 1990 valt Irak Koeweit binnen waarna op 16 januari de 2e Golfoorlog begint. Irak bestookte Israël met Scud-raketen maar onder druk van Amerika hield Israël zich afzijdig. De PLO, onder leiding van Yasser Arafat, kiest de kant van Saddam Hoessein. Op 13 september 1993 ondertekenen Jitschak Rabin en Arafat de ‘Declaration of Principles’ ook wel de Oslo-akkoorden genoemd in het bijzijn van President Clinton. In de Osloakkoorden
9 erkent Israël de PLO en de Palestijnse autonomie in Jericho en Gaza. De PLO moet de staat Israël erkennen. Over de implementatie van het akkoord moeten Israël en de PLO verder onderhandelen. Netelige kwesties als de status van Jeruzalem en de Palestijnse vluchtelingen komen ook pas in een later stadium aan bod. Op 26 oktober 1994 sluiten Israël en Jordanië een vredesakkoord op het Witte Huis in Washington.
van de Westbank waardoor nu meer dan 95% van de Palestijnen onder het gezag van de PA vallen. 15 december is er is een ontmoeting tussen president Clinton, Netanyahu en Arafat. Het blijkt dat de Palestijnen niet hebben voldaan aan hun verplichtingen van het Wye akkoord. De Israëlische regering besluit vervolgens om Wye niet te ratificeren. Op 17 mei wint de linkse premier Ehud Barak (Arbeidspartij) de vervroegde Israëlische verkiezingen.
1995 – 1997 Oslo-2 - moord Rabin - golf van terreur - Netanyahu Op 28 september 1995 ondertekenen Israël en de PLO de Oslo-2 akkoorden. Hierin wordt geregeld dat Israël zich gefaseerd terugtrekt uit de belangrijkste steden op de Westelijke Jordaanoever. Ook moeten er verkiezingen komen in de Palestijnse gebieden. Op 4 november werd premier Jitschak Rabin in Tel Aviv vermoord door een Joodse extremist. Shimon Peres werd zijn opvolger. December: Zoals overeengekomen in de Oslo-2 akkoorden, trekt Israël zich terug uit de Palestijnse steden op de Westbank. (met uitzondering van Hebron) Op 20 januari 1996 wordt Arafat met ruime meerderheid gekozen tot voorzitter van de Palestijnse Nationale Raad. Van februari t/m april waren er vele zelfmoordaanslagen gepleegd door de terreurorganisatie Hamas. Vele tientallen Israëlische burgers werden in deze maanden door Hamas vermoord. Deze golf van terreur, die de Palestijnse Autoriteit toeliet, had grote invloed op de Israëlische verkiezingen van 29 mei. Hierdoor wint de rechtse Benjamin Netanyahu (Likoed partij) de verkiezingen. 17 januari, Israël gaat akkoord met het overdragen van 80% van Hebron.
2000 - Overdracht delen Westbank - terugtrekking uit Libanon - mislukte top Camp David - begin 2e Intifada Israël draagt opnieuw delen van de Westbank over aan de PA. Meer dan 97% van de Palestijnen valt nu onder het bestuur van de PA. Op 24 mei trekt Israël zich eenzijdig terug uit geheel Zuid-Libanon. Op 12 juli begonnen de onderhandelingen tussen Israël en de PA in het Amerikaanse Camp David. De onderhandelingen tussen Barak en Arafat werden geleid door president Clinton. Na twee weken onderhandelen mislukte de top. Barak en Clinton leggen de schuld voor het mislukken bij Arafat. Vlak voor en tijdens deze onderhandelingen verhevigde de Palestijnse terreur. Op 28 september bezoekt oppositieleider Ariël Sharon het Tempelplein in Jeruzalem. Ook al heeft hij het volste recht daar te komen, wordt zijn bezoek uitgelegd als zijnde een provocatie. Een dag later geeft Arafat het startsein voor het begin van de 2e Intifada en noemt het bezoek van Sharon aan het Tempelplein als de aanleiding. Het begint met Palestijnse kinderen die massaal worden ingezet tegen Israëlische militairen en eindigt met vele bloedige aanslagen op Israëlische burgers. Vanaf september 2000 tot februari 2004 zijn zeker 934 Israëliërs vermoord.
1998 – 1999 Wye River memorandum - premier Ehud Barak Israël en de PLO ondertekenen het Wye River Memorandum waarin de nog na te komen verplichtingen van beide partijen staan beschreven. Israël trekt zich vervolgens terug uit nog eens 2%
2001 Taba onderhandelingen - Sharon Op 21 januari beginnen in het Egyptische Taba, onderhandelingen over een definitieve vrede. Arafat krijgt van Israël 97% van de Westbank aangeboden. Maar Arafat blijft vasthouden aan de terugkeer van miljoenen Palestijnen naar
10 Israël. Een absurde eis, waarvan Arafat weet dat Israël die nooit zou willen en kunnen inwilligen! Op 6 februari wint Ariel Sharon (Likoedpartij) de Israëlische verkiezingen. 2002 Operatie Beschermend Schild - Jenin Op 4 januari onderschept de Israëlische marine een illegaal Palestijns vrachtschip met aan boord 50 ton Iraanse wapens bestemd voor de PA. Arafat ontkent elke betrokkenheid, maar later blijkt dat hij wel degelijk de opdrachtgever was. Na een reeks van bloedige Palestijnse aanslagen besluit Israël op 28 maart tot de uitvoer van Operatie Beschermend Schild. Het doel van de operatie is het vernietigen van de terroristische infrastructuur op de Westbank, het liquideren van terroristen en het verzamelen van informatie. Vooral in het hoofdkwartier van Arafat in Ramallah, zijn zeer belastende documenten gevonden waaruit blijkt dat Arafat persoonlijk betrokken was bij het plannen, uitvoeren en financieren van terroristische aanslagen. Vanaf 29 maart word Arafat door het Israëlische leger opgesloten in zijn eigen hoofdkwartier. Amerika dringt er bij Israël op aan zijn leven niet in gevaar te brengen. Vanuit enkele kamers in zijn hoofdkwartier heeft Arafat wel de vrijheid om de pers te woord te staan. Tijdens Operatie Beschermend Schild wordt ook in de stad Jenin zwaar gevochten. Israel begint op 16 juni met de bouw van een muur om de Westoever af te scheiden van het eigenlijke Israel. Dit is tegen terreuraanslagen. In zijn langverwachte toespraak over het Midden-Oosten zegt Bush dat vrede tussen Israel en de Palestijnen vervanging van Arafat vereist. Alleen met Palestijnse leiders zonder banden met terrorisme kan een oplossing van het conflict worden gevonden. Hij hoopt binnen drie jaar een vredesregeling tot stand te brengen, die een democratische, op een vrije markteconomie gebaseerde Palestijnse staat in het leven roept, die vreedzaam kan bestaan naast Israel. 2003 Premier Sharon
28 januari. Premier Sharon wint de Knesseth verkiezingen. De Arbeid verliest. Grote winnaar is Shinui. Er zijn voor het eerst sinds geruime tijd geen directe verkiezingen voor het premierschap. 2004 Routekaart voor de vrede Sharon bezoekt Bush in Washington en krijgt drie belangrijke garanties van de VS: het staken van Palestijns geweld blijft eerste stap voor de routekaart; Palestijnse vluchtelingen zullen in de Palestijnse staat moeten worden opgevangen; Israel heeft recht op veilige en verdedigbare grenzen en daarom is een terugkeer naar de grenzen van voor 1967 niet waarschijnlijk. 9 juli. Het Internationale Gerechtshof in Den Haag heeft de bouw door Israël van de veiligheidsmuur op Palestijns gebied als een illegale daad verworpen. Volgens de overigens niet-bindende ‘advisory opinion’ van het Hof dient de muur te worden afgebroken en Israël moet een schadevergoeding betalen aan benadeelde Palestijnen. De aanleg van de muur kan volgens het Hof leiden tot annexatie van Palestijns gebied. De Knesset heeft op 26 oktober met een krappe meerderheid ingestemd met het Gazaplan van premier Sharon. Het historische plan voorziet in de ontmanteling van alle 21 nederzettingen in de Gazastrook en van vier nederzettingen op de West Bank. 11 november. De Palestijnse leider Yassir Arafat overlijdt in een Frans ziekenhuis. Hij wordt onder emotionele en chaotische omstandigheden in Ramallah begraven. De regering van Sharon viel en Sharon richtte zijn eigen politieke partij op, Kadima geheten. 2006 Sharon in coma Na een overgangsperiode werd Ehud Olmert de nieuwe premier. De verkiezingen in de Palestijnse gebieden in 2006 werden gewonnen door de fundamentalistisch-islamistische Hamas. Dit leidde tot een economische en politieke boycot van de Palestijnse Autoriteit door Israël, de VS en de EU die Hamas als een terroristische organisatie aanmerken. Na een aanval door de Libanese beweging
11 Hezbollah op een Israëlische grenspost waarbij drie Israëlische soldaten werden gedood en twee werden gevangengenomen en raketbeschietingen op Israëlische doelen, begon het Israëlische leger met een massale vergeldingsaanval op Libanon waarbij ruim 1100 Libanese doden vallen, het merendeel burgers. In Noord-Israël komen 1500 katjoesjaraketten neer; Israël zag echter geen kans deze raketbeschietingen te stoppen. De Israëlisch-Libanese oorlog van 2006 leidde tot grote binnenlandse problemen voor Olmert. Ook in het zuiden van Israël wordt de bevolking geconfronteerd met voortdurende raketbeschietingen, ditmaal vanuit de Gazastrook dat door Hamas wordt gecontroleerd. Sderot heeft het hierbij het zwaarst te verduren. 2007 conferentie tussen Israël, de Palestijnse Autoriteit en diverse Arabische landen In november werd in de Amerikaanse stad Annapolis een conferentie gehouden tussen Israël, de Palestijnse Autoriteit en diverse Arabische landen die ook vertegenwoordigers sturen. President Bush riep deze conferentie bijeen met het doel om voor het einde van 2008 een onafhankelijke Palestijnse staat te creëren. Israël is een land met een rijke en roerige geschiedenis. Een land dat tot vandaag aan toe nauwelijks vrede gekend heeft.
Israël - algemeen en praktisch Geografie en bevolking Israël ligt in het Midden-Oosten op het kruispunt van continenten, en wordt in het westen begrensd door de Middellandse Zee, in het oosten door de Jordaanslenk, en in het zuiden door de Rode Zee. Israëls directe buren zijn Libanon, Syrië, Jordanië en Egypte. Israël is een klein land, met een totale oppervlakte (inclusief de bezette gebieden) van bijna 22.000 km². Tussen het noorden en het zuiden bedraagt de maximale afstand 460 km en het
breedste gedeelte tussen het oosten en het westen is slechts 145 km. De afstanden tussen de plaatsen zijn dus niet groot, en daardoor hoeven we geen uren in de bus door te brengen. De bevolking van Israël, inclusief de bezette gebieden telt meer dan 6.000.000 mensen, van wie 80% joden, 15% moslims en 5% christenen, druzen en andere minderheden. De staat Israël werd uitgeroepen op 14 mei 1948, en is een parlementaire democratie. De 120 leden van de volksvertegenwoordiging of het parlement, de Knesset, worden elke vier jaar rechtstreeks gekozen. Alle Israëli’s boven de 18 jaar hebben stemrecht. 14 mei is de onafhankelijksdag (Yom Ha’Atzmaut). Israël loopt twee uur voor op Greenwich Mean Time. Dat betekent dat het er één uur later is dan in Nederland. Dus als het hier 10.00 uur is, dan is het in Israël 11.00 uur. Ook Israël kent zomer- en wintertijd, dus het tijdsverschil verandert daardoor niet. Klimaat De Israëlische zomers zijn lang, van april tot en met oktober, en dan is het er warm en valt er weinig regen. Het winterseizoen is mild, hoewel het in de heuvelgebieden vrij koud kan zijn. In mei is de zomer in Israël al begonnen, dus we moeten er rekening mee houden dat de temperaturen dan al behoorlijk kunnen oplopen. Landschap en natuur Het landschap van Israël is bijzonder gevarieerd. Bergen op de Golanhoogte, groene heuvels in Galilea, stenige woestijn in de Negev, met spectaculaire kraters en vruchtbare oases, zandwoestijn in het zuiden, en een kuststrook met zandstranden. Dankzij het gevarieerde landschap, komen in Israël bijzondere planten en dieren voor, waaronder zeldzame vogels. Er zijn in Israël 280 erkende natuurreservaten, die samen meer dan 4000m² beslaan, ongeveer een vijfde van de totale oppervlakte van het land. De nationale parken en beschermde natuurgebieden worden beheerd door een overheidsinstantie, de Nature and National Parks Protection
12 Authority. Deze instantie geeft een toegangskaart uit voor toeristen, om de natuurgebieden en parken te kunnen bezoeken. Wij zullen op onze reis zeker een aantal verschillende parken aandoen, en hopen natuurlijk op steenbokken, Dorcasgazellen, klipdassen en palmtortels! Het leger Zien wij in Nederland af en toe militairen in uniform, in Israël bepalen de militairen het straatbeeld. Al op de luchthaven komen we militairen tegen, en verder overal: in de straten van de steden, in de horeca, bij bezienswaardigheden, bij de ingangen van openbare gebouwen. Enerzijds komt dit door de manier waarop alle Israëli’s bij het Israëlische leger betrokken zijn. Op achttienjarige leeftijd begint de dienstplicht voor mannen én vrouwen. Mannen gaan dan voor drie jaar het leger in, vrouwen voor twee jaar. Daarnaast kent het leger de Miluim (hebreeuws voor ‘op herhaling’), wat inhoudt dat volwassen mannen elk jaar een maand of zes weken terug in dienst gaan. Het militaire uniform en de wapens, spelen daardoor een meer vanzelfsprekende rol in het dagelijks leven in Israël. Daarnaast mogen we natuurlijk niet vergeten dat Israël nooit vrede heeft gekend. Het is en blijft ook vandaag de dag een instabiel land, waarbij de rol van het leger belangrijk is om de veiligheid zo veel mogelijk te waarborgen. Controles vinden overal plaats, bij openbare gebouwen, bij het openbaar vervoer, en uiteraard aan de grensposten en op de luchthavens. Het kan toeristen juist een onveilig gevoel geven, om zoveel militairen op straat te zien. Maar de Israëli’s zeggen zelf: ‘je moet je pas zorgen gaan maken, als je in je directe omgeving géén soldaat
ziet’. Controles door het leger vinden bij alle openbare gebouwen plaats, en daarnaast zijn er controles door bewakingsfirma’s bij bijvoorbeeld bij ingangen van supermarkten en shopping malls. U dient er dus rekening mee te houden dat regelmatig uw tassen geopend worden en veiligheidscontroles plaatsvinden. Taal Het nieuwe Hebreeuws (Ivriet) dat is gebaseerd op het Hebreeuws van de bijbel, en het Arabisch zijn de officiële talen van het land. Veel Israëli’s spreken ook Engels. Richtingborden, straatnaamborden en reclameborden zijn dan ook bijna allemaal in het Hebreeuws, Arabisch en Engels. Veel plaatsnamen kennen daardoor verschillende schrijfwijzen. Zo is bijvoorbeeld de plaats Jaffa ook bekend als Joppa en Jafo. In Israël worden naast Ivriet en Engels ook veel andere talen gesproken door de emigranten die uit alle delen van de wereld na 1948 naar Israël zijn gekomen. Handige woorden en uitdrukkingen Nederlands
Ivriet
goedemorgen goedenavond tot ziens ja nee alstublieft hoe laat is het? dank u (zeer) wanneer? groot waar is? klein sorry, pardon meer Eet smakelijk minder hoeveel? bank
boker tov erev tov lehietraot ken lo bevakasha ma hasha’a? toda (raba) matai? gadol eyfo? katan sjliecha yoter bete avon pahot kama? bank
13 restaurant hotel winkel bus rechts links water alg. begroeting één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien veel
mis’ada malon chanoet otoboes yamin smol mayim shalom echad shtaim shalosh arba chamesh shesh sheva’ shmonè teesha’ esser harbme’aey
Valuta De munteenheid van Israël is de nieuwe Israëlische shekel (NIS), meervoud: shekalim. De shekel is verdeeld in 100 agorot. Er bestaan biljetten van10 NIS (oranje), van 20 NIS (grijs), van 50 NIS (paars) van 100 NIS (grijs) en van 200 NIS (rood). Daarnaast zijn er munten van 5 agorot, 10 agorot, 0,5 shekel, 1 shekel, 5 shekel en 10 shekel. De Wisselkoers was op 15 april 2008 : 5,5812. 1 euro is 5,58 shekel. Dus: 1 shekel is 0,18 euro. Voor het wisselen van geld kunt u bij alle banken van Israël terecht. Travellercheques kunnen gewisseld worden bij banken, wisselkantoren en in veel hotels. Creditcards worden op veel plaatsen geaccepteerd, en kunnen gebruikt worden voor het opnemen van geld. De hoogte van de com-
missies voor deze transacties verschilt per bank. Het handigste is om in Israël geld op te nemen uit één van de geldautomaten. Deze zijn overal te vinden, en zijn aangesloten op internationale netwerken als Cirrus en Plus. Met de meeste internationale bankpassen kunt u in Israël dus gewoon ‘pinnen’. Zo betaalt u het minst aan
transactie- en wisselkosten. Elektriciteit De netspanning in Israël is 220 volt wisselstroom. De meeste stopcontacten hebben drie gaatjes, maar Europese stekkers kunnen vaak gewoon worden gebruikt. Mocht dit niet het geval zijn, dan heeft u een adapter nodig. De receptie van het hotel kan er meestal wel een lenen. Als u zeker wilt zijn dat u uw elektrische apparaten (scheerapparaat, föhn, oplader van de mobiele telefoon, etc) wilt kunnen gebruiken in Israël, kunt u bij de ANWB-winkel een adapter aanschaffen. Kraanwater Het kraanwater in Israël is veilig drinkbaar. Maar vanwege de andere smaak kunt u veel beter flessenwater drinken. Let er bij aankoop op, dat de fles goed is afgesloten. Omdat het heel belangrijk is om genoeg te drinken, is het handig om altijd een fles water bij u te hebben. Telefoneren Telefoneren van en naar het buitenland, is vaak duur. Goedkoper is het om een SMS bericht te versturen met uw mobiele telefoon. Informeert u bij uw telefoonmaatschappij of het toestel in Israël werkt. Openbare telefoons in Is-
14
raël werken op telefoonkaarten, die verkrijgbaar zijn bij postkantoren, winkels en kiosken voor 13, 50 of 120 NIS. Gesprekken tussen 22.00 uur en 8.00 uur en in het weekeinde zijn 25 tot 50% goedkoper dan overdag. Bezek is de grootste nationale telefoonmaatschappij van Israël. Als u met Bezek naar het buitenland belt, dient u de internationale toegangscode 014 te gebruiken. Andere telefoonmaatschappijen hebben andere toegangscodes: Colden Lines 012 en Barak 013. De internationale toegangscode voor Nederland is 31. De 0 van het netnummer vervalt als u vanuit het buitenland belt. Vanuit uw hotelkamer kunt u natuurlijk ook telefoneren. Bedenk wel dat de hotels extra kosten berekenen voor het gebruik van de telefoon. De Israëlische keuken De regionale keuken is zeer gevarieerd, en weerspiegelt de oorsprong van de mensen die zich hier hebben gevestigd. De meest dominante smaken zijn die van het Midden-Oosten, waarbij de falafel (gefrituurde balletjes kikkererwtenpuree) en shoarma (reepjes vlees) van het oostelijke mediterrane gebied worden aangevuld met gerechten uit de Arabische landen. Natuurlijk vindt u in Israël ook bagels (broodjes), blintzes (gevulde pannenkoeken) en andere joodse specialiteiten als cholent, de vlees- en aardappelstoofschotel voor de shabbat. Typerend voor de Israëlische keuken zijn de gevulde groenten, zoals aubergine, courgette, pompoen,
kool en druivenbladeren met vlees, kruiden en/ of rijst. Paprika en aubergine worden ook samen geroosterd met gehakte tomaten, ui en knoflook. Marokkaanse sigaren zijn in bladerdeeg gerold gehakt met veel zwarte peper. Tahini is sesampasta, houmous een kikkererwtenpasta met olijfolie, knoflook en citroen. Lams- en schapenvlees is populair in Israël, soms verwerkt als shasliek en kebab. Mussakhan is een Palestijnse schotel van kip. Als nagerecht en bij het ontbijt wordt veel vers fruit gegeten, meestal uit het eigen land afkomstig. Aan zoete, kleverige nagerechten van bladerdeeg, noten, siroop en honing, kennen de Israëlieten een grote variatie, zoals de baklava, en de konafa. Het ontbijt is in het algemeen bijzonder uitgebreid, met veel verse producten. De lunch daarentegen is vaak sober; falafel of (pita)brood. De avondmaaltijd bestaat in de hotels –net als het ontbijt- uit een buffet waarvan
ieder kan kiezen wat hij wil. Fooi Fooi is erg belangrijk voor bedienend personeel, gidsen, chauffeurs en anderen die diensten verlenen. In tegenstelling tot hoe het in Nederland geregeld is, krijgen zij nauwelijks salaris, en zijn de fooien een noodzakelijke aanvulling om rond te kunnen komen. In de betere restaurants is een fooi van 10 – 15% van het bedrag dat in rekening wordt gebracht vanzelfsprekend. De kruiers die u kunnen helpen met uw bagage in de ho-
15 tels, zijn tevreden met een paar shekel. Om te voorkomen dat iedereen steeds moet rekenen en met kleingeld in de weer moet, betaalt u de fooi voor het hotelpersoneel, de lunches, de chauffeur en de gids vooraf. Gaat u zelf een kopje koffie drinken, vergeet u dan niet om aan het personeel te denken.
Praktische tips voor op reis Voorbereiding thuis - Inpakken Van de luchtvaartmaatschappij mag uw bagage maximaal 20 kg. wegen. Daarnaast mag u handbagage meenemen, een (rug)tas die in principe onder de stoel voor u moet kunnen passen. De bagage wordt ingecheckt bij de balie van de luchtvaartmaatschappij, en gaat mee in het vrachtruim van het vliegtuig. Uw handbagage neemt u mee in de cabine. Uw reispapieren (paspoort, ticket en boardingkaart) moet u bij de hand hebben onderweg, dus die kunt u het beste in uw handbagage houden. Ook zaken die u niet kunt missen kunt u het beste bij u houden onderweg, zoals bijvoorbeeld medicijnen10. Het kan natuurlijk altijd gebeuren dat bagage zoek raakt of iets langer onderweg is, en dan kunt u belangrijke dingen maar beter bij u hebben. Reizen met veel handbagage is echter ongemakkelijk, dus neem ook niet te veel mee het vliegtuig in. Voor de handbagage gelden tegenwoordig strenge veiligheidseisen. Alles wat knippen, steken of snijden kan, mag u niet meenemen aan boord. Dit geldt zelfs voor het kleinste nagelschaartje of vijltje. Berg scherpe voorwerpen dus op in de bagage die u incheckt, anders moet u ze inleveren bij de douane (wat
veel tijd kost), en bent u ze kwijt. Wanneer u medicijnen gebruikt, informeer dan bij uw arts of u een doktersverklaring nodig heeft om deze medicijnen mee te nemen naar het buitenland. Een medisch paspoort is goed om alle gegevens bij de hand te hebben. Een extra recept in uw handbagage kan handig zijn wanneer u onverhoopt zonder medicijnen mocht komen te zitten. In mei is het al aardig warm in Israël. Neem dus voldoende zomerkleren mee. De temperaturen kunnen aardig oplopen, en de zon is vaak fel. Vergeet daarom niet een zonnebrandcrème met een hoge factor, een zonnebril en eventueel een pet of hoedje. Ondanks de hoge temperaturen kan het op sommige dagen, met name in de hoger gelegen gebieden ’s avonds wel afkoelen. Denk dus ook aan een trui en een jasje. Op sommige plaatsen, zoals bepaalde kerken en gedenkplaatsen, wordt al te zomerse, blote kleding niet gewaardeerd. Er wordt van bezoekers verwacht dat zij hun kleding aanpassen aan de locatie. Dit betekent dat je met blote armen of benen niet naar binnen mag. Zorg er dus voor dat u ‘gepaste kleding’ in de bus heeft liggen: een blouse met lange mouwen, een wikkelrok of een broek met aan(af )ritsbare pijpen zijn daar handig voor. Handdoeken en beddengoed hoeft u niet mee te nemen, daarvoor wordt gezorgd door de hotels waar we verblijven. Een badhanddoek (en zwemkleding) moet u wel meenemen, eventueel voor ons bezoek aan de Dode Zee en het Meer van Tiberias. Al uw bagage moet aan binnen- en buitenkant voorzien zijn van uw thuis-adresgegevens. Zitten op uw koffer of tas nog andermans initialen of adresgegevens, vergeet deze dan niet te verwijderen. Tenslotte: ook aan de bagage die u incheckt zijn veiligheidseisen gesteld. U moet uw koffer zelf ingepakt hebben. En u mag niets meenemen van iemand anders. U bent verantwoordelijk voor uw eigen bagage; let er goed op. Laat uw spullen geen moment onbewaakt achter en neem niets aan van anderen.
16 Tips -Maak van achterblijvers geen spoorzoekers. Laat route en adresgegevens van uw reis achter bij de door u opgegeven contactpersoon. -Paspoort (geen identiteitskaart) moet 6 maanden na terugkomst nog geldig zijn. -Paspoort niet in koffer, maar in handbagage inpakken. -Tickets worden op Schiphol overhandigd aan de reizigers. Gezondheid Voor gezond reizen geldt: ‘Met gezond verstand gezond op reis’. Alles wat u in Nederland in acht zou nemen, geldt net zo goed in Israël. Er zijn geen vaccinaties benodigd voor Israël. Indien u twijfelt in verband met uw gezondheidssituatie, kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts of de GG&GD. Zoals gezegd kunt u, wanneer u medicijnen gebruikt, het beste contact opnemen met uw arts om eventueel een internationaal medisch paspoort in te vullen. Uw medicijnen verdeelt u over uw handbagage en uw koffer. Het kraanwater in Israël is veilig drinkbaar, maar is niet altijd lekker. Mineraalwater uit flessen is een goed alternatief. Het is heel belangrijk om voldoende te drinken op reis. De temperaturen zijn zomers, en we hebben intensieve dagprogramma’s. Om uitdroging te voorkomen moet u meer drinken dan thuis. Altijd een flesje water bij de hand helpt om voldoende vocht binnen te krijgen. Stilstaand water boven 25 graden Celsius kan de zogenaamde Legionellabacteriën bevatten. Legionella is in Israël nog niet voorgekomen. Maar als u zeker wilt zijn dat u geen enkel risico loopt, is het raadzaam in ieder nieuw hotel na aankomst de warmwaterkraan even te laten doorlopen. Hiermee is de leiding doorgespoeld en het gevaar geweken. Maar, nogmaals, dit is een voorzorgsmaatregel. Legionella is in Israël nog niet voorgekomen. De vliegreis Vragen die door de veiligheidsdienst gesteld zouden kunnen worden:
-Is dit uw eigen koffer? -Heeft u uw koffer zelf ingepakt? -Heeft u uw koffer zelf afgesloten? -Is hierna nog iemand aan uw koffer geweest? -Is uw koffer uit uw gezichtsveld geweest? -Kon iemand iets in uw koffer stoppen? -U reist met een groep. Kent u iedereen uit de groep? -Uit hoeveel personen bestaat de groep? -Komt u allemaal uit hetzelfde dorp? -Bent u vaker in Israël geweest? -Weet u waarom we deze controle houden? -Wat is uw eerste hotel in Israël? -Hoeveel dagen bent u in Jeruzalem? -Gaat u mensen in Israël ontmoeten? -Bezoekt u de Gazastrook? -Wanneer vliegt u weer terug? Beantwoord de vragen serieus en naar waarheid. Tussen de vragen die gesteld worden zullen een paar ‘controle’-vragen zitten, waarop iedereen uit de groep hetzelfde zal antwoorden. Sommigen van ons moeten misschien onze bagage open maken en laten controleren. Ook dit is de gebruikelijke werkwijze van de veiligheidsdienst, u hoeft er zich geen zorgen over te maken. Nadat we de koffers ingecheckt hebben, kunnen we met alleen nog onze handbagage door de douanecontrole. Hier worden onze paspoorten gecontroleerd op o.a. openstaande boetes en geldigheid. Het vliegtuig vertrekt om 07.45 uur. Achter de douane, na de scan van de handbagage is er genoeg tijd voor een laatste kopje koffie of om tax free te shoppen, of nog wat leesvoer te kopen. Er zijn restricties aan de hoeveelheid alcoholische dranken, sigaretten en parfum die u mag invoeren in Israël. Informeer daarnaar wanneer u zich te buiten gaat in de tax free shop! We zien elkaar terug bij de Gate waarvandaan ons vliegtuig vertrekt, op de ‘boarding tijd’ (het moment waarop de passagiers het vliegtuig in mogen) die op uw boardingpass (ook wel: ‘instapkaart’, die u bij het inchecken heeft gekregen). Nogmaals wordt onze handbagage gescand en lopen we weer door detectiepoortjes. De mogelijkheid tot fouillering bestaat. We doen ons
17 best om stoelen bij elkaar in de buurt te krijgen. Maar dat gaat niet altijd zo eenvoudig. Hoogstwaarschijnlijk kunnen we niet als groep bij elkaar zitten. Aan het einde van de vlucht zal ons gevraagd worden een tijdelijk visum in te vullen. Hiervoor zijn gegevens uit uw paspoort en adresgegevens van het eerste hotel nodig. Voorbeeld van het formulier vindt u hierna. Na aankomst op Ben Goerion Airport worden we per bus naar de aankomsthal gebracht. Reizen met een groep Tien dagen lang zijn we met vierentwintig mensen op reis, en volgen we een intensief programma. Er wordt van u verwacht dat u deelneemt aan de gezamenlijke activiteiten. Daarnaast is er ook voldoende tijd om alleen
door te brengen. Natuurlijk kunt u op elk moment uw wensen aangeven, en doen we ons best om het iedereen zoveel mogelijk naar de zin te maken. Reizen met een groep betekent echter onvermijdelijk dat we rekening moeten houden met elkaar, en met het programma. Hou rekening met elkaar, zodat deze reis voor iedereen een bijzondere ervaring kan zijn. Reisleiding Ds. Jelle van Slooten is reisleider op deze reis. Dat betekent dat u met al uw vragen en opmerkingen bij hem terecht kunt. Natuurlijk ook wanneer u theologische of pastorale vragen heeft. De hotels Het in- en uitchecken bij de hotels vereist enige organisatie. Bij ieder hotel zullen we u vragen
18 om uw kamer te controleren op werkende verlichting, schoon en goed functionerend sanitair, propere kamer en beddengoed, etc. Problemen kunnen dan onmiddellijk aan de reisleiding doorgegeven worden. In ieder hotel zijn er mogelijkheden om uw kostbaarheden op te bergen in een kluisje. Controleer de vluchtwegen ingeval van brand en draag altijd naam en adres van uw hotel bij u als u op eigen gelegenheid gaat wandelen. Hoe kinderachtig het ook lijkt, bij het uitchecken zal de reisleiding u vragen of -u uw sleutel ingeleverd heeft -u uw kostbaarheden uit een kluisje heeft gehaald -u uw nota voldaan heeft -u niets op uw hotelkamer heeft achtergelaten -u uw koffer in de bus heeft zien staan -u eventueel uw ‘gepaste kleding’ in een tasje bij zich heeft. Zakkenrollers Net als in Nederland maken zakkenrollers graag gebruik van drukbezochte plaatsen en argeloze toeristen. Het vliegveld, drukke winkelstraten, de markt, drukbezochte bezienswaardigheden, ze vormen de ideale werkplaats voor dieven. Sommigen van hen zijn uitermate gewiekst, en werken samen met anderen waarbij de één u probeert af te leiden met koopwaar of mooie verhalen, en ondertussen de ander zijn slag slaat. Geef zakkenrollers geen kans, berg uw spullen goed op! Een portemonnee in een achterzak vraagt om problemen. Laat kostbaarheden thuis en berg belangrijke zaken op in het kluisje in uw hotelkamer. Draag uw geld en papieren het liefst op het lijf, een zakje onder uw kleding is het meest veilig. De vliegreis terug Na tien intensieve dagen in Israël komt het moment van afscheid. Op 5 mei vertrekt om 16.00 uur het vliegtuig weer richting Schiphol. Ook nu moeten we drie uur van tevoren op de luchthaven aanwezig zijn. En ook nu volgt een intensief vragenrondje.
Vragen die door de veiligheidsdienst gesteld zouden kunnen worden: -Heeft iemand u benaderd om een cadeautje mee te nemen voor iemand in Nederland -Heeft u uw koffer zelf ingepakt? -Heeft iemand gelegenheid gehad er daarna nog iets in te stoppen? -Heeft u aldoor oog op uw koffer gehouden nadat u die ingepakt had? -Zitten er ingepakte cadeautjes in? -Was u erbij toen het cadeautje werd ingepakt? -Mogen we het pakje opmaken? -Heeft u mensen ontmoet in Israël? -Zo ja, wie? wat? waar? waarom? Onder welke omstandigheden? -Hebben andere mensen uit de groep mensen ontmoet? Bedenk dat ook dit keer al deze vragen voor uw eigen veiligheid gesteld worden. Hier zullen alle vragen in het Engels gesteld worden. Ook hier bestaat de mogelijkheid dat u gevraagd wordt uw koffer te openen en uit te pakken. Doe dit zonder commentaar te leveren. Ook bestaat de mogelijkheid dat u gefouilleerd wordt. De gang van zaken op Ben Goerion Airport is
19 verder vergelijkbaar aan die op Schiphol. Ook nu is er tijd voor koffie en tax free shopping (dat laatste souvenir), want op Schiphol is dit niet meer mogelijk. We landen rond 21.55 uur op Schiphol. Nadat we onze koffers van de band gehaald hebben en door de douane gelopen zijn, zoeken we onze bus op en rijden we om 22.15 uur terug naar Westerbork en nemen we afscheid van elkaar.
Tenslotte Na zoveel gezien en beleefd te hebben, zou het mooi zijn wanneer we onze ervaringen ook met anderen zouden kunnen delen. U vertelt vast aan uw familie en vrienden wat u hebt meegemaakt, maar ook de rest van onze beide gemeenten heeft meegeleefd en is nieuwsgierig naar onze verhalen. Om hen ook mee te laten genieten zullen we met elkaar nadenken over een soort reisverslag. En naast een reünie voor de reizigers (alleen al om elkaars foto’s te bekijken!) zou het misschien een goed idee zijn om ook op een gemeenteavond te vertellen over onze bijzondere reis. Goede reis en thuiskomst toegewenst. Shalom!
Het kan warm zijn in Israel! Onderstaand een weerkaartje van 15 april.
20
Fotograferen Flitsen: flitsen mag bijna nooit in kerken en musea. Bedenk goed dat een flitser van een compactcamera een bereik heeft van maximaal 5 meter. Het heeft dus geen enkele zin om in grote ruimtes te flitsen! Flitsen is eigenlijk ook nooit mooi. Zet hem uit! Gebruik de flitser alleen voor het maken van kiekjes van medereizigers. Donkere ruimtes: in kerken en musea is het vaak erg donker, zelfs voor de meest gevoelige compactcamera. Als je weet dat je camera beschikt over zeer lange sluitertijden, zet hem dan in een kerk op een richel of op een balustrade en druk dan af, zonder flitser. Uit de hand fotograferen met lange sluitertijden kan bijna niemand. Laat je niet misleiden door anderen die het wel doen: zij doen het misschien met een zeer lichtgevoelige of gestabiliseerde lens en hebben een lens voor grotere gevoeligheid ter beschikking. Daarmee kun je veel langer uit de hand fotograferen. Werk beeldvullend: als je medereizigers fotografeert zorg dan dat ze beeldvullend in beeld komen. Zet het haar tegen de bovenrand van de foto, en niet het hoofdje in het midden van het beeld. Voorkom het zogenaamde stipje aan de horizon effect. Van bijna alle bezienswaardigheden kun je prachtige ansichtkaarten kopen voor een paar dubbeltjes. Ze zijn gemaakt door beroepsfotografen en mooier dan wat jij ooit voor elkaar kunt krijgen. In musea nooit flitsen, je wordt er soms gelijk uitgezet en vaak mag je niet eens fotograferen omdat er copyright heerst op de tentoongestelde kunstwerken. Als het echt moet, weet dan zeker dat je de flitser uit hebt gezet! In musea waar je wel mag fotograferen heeft het geen zin om dat te doen als er sprake is van kunstlicht. Dit is sterk geel licht en geeft knalgele foto’s, behalve als je
een digitale camera hebt, want die corrigeert de kleurzweem. Ook hier geldt: koop ansichtkaarten. Denk erom dat foto’s van gebouwen en kunstwerken na de excursie meestal in de fotodoos verdwijnen. Wel leuk zijn foto’s (snapshots) van medereizigers. Als je veel lucht in de zoeker hebt (veel hemel met wolken) dan denkt je lichtmeter dat het heel licht is waardoor je foto’s veel te donker worden. Gebruik je nog filmpjes? Bijzonder! Verwissel je filmpje niet in direct zonlicht maar altijd in de schaduw. De kans is groot dat er anders zwarte strepen op de film komen.
Het is volstrekt zinloos om in grote ruimtes als kerken te flitsen! In musea is flitsen meestal streng verboden, in kerken heel erg storend!
an je et v e u g c r Ve de ac nd op m o t nie e avo k l e l e toest n! e te lad
21 JERUZALEM Tijdens de zesdaagse oorlog in juni 1967 slagen de Israëli’s erin de Oude Stad te veroveren. Jeruzalem wordt herenigd, het oude stadsdeel geannexeerd en een geweldig bouwprogramma begint. Niet alleen de joodse wijk in de Oude Stad wordt volledig nieuw opgebouwd met een monumentale architectuur bij de klaagmuur, maar ook rondom de oude stadskern verrijzen grote, nieuwe Israëlische wijken. In 1981 laat de regering Begin in de Knesset een wet aannemen waarin Jeruzalem tot eeuwige hoofdstad van Israel wordt verklaard. Alle Arabische vredesplannen hebben als onopgeefbaar punt de teruggave van Jeruzalem. Zo is Jeruzalem in de laatste decennia van de twintigste eeuw opnieuw een toetssteen geworden voor de vredesbereidheid van de strijdende partijen in het Nabije Oosten. Iemand, wiens naam met ere genoemd mag worden in deze samenhang, is een van de voormalige Israëlische burgemeesters van Jeruzalem, Teddy Kollek. ‘Bidt Jeruzalem vrede toe mogen wie u liefhebben, rust genieten; vrede zij binnen uw muur rust in uw burchten.’ We zijn nog ver verwijderd van de vervulling van deze bede uit de 122e psalm. Tabel Aangezien achter de paragrafen over de geschiedenis steeds tabellen zijn opgenomen, wordt hier voor de oudere periode met een enkel jaartal volstaan. + 1000 v. Chr. David verovert de Kanaänitische stadstaat Jeruzalem. 701 De Assyrische koning Sanherib belegert de stad tevergeefs. 597 Eerste inname van Jeruzalem door de Babylonische koning Nebukadnessar. 587 Verovering en verwoesting door Nebukadnessar. 515 Inwijding van de Tweede Tempel na terug-
keer uit de ballingschap. 458 Optreden van Ezra in Jeruzalem. ±445 Herbouw van de muren van Jeruzalem door Nehemia. 332 Jeruzalem veroverd door Alexander de Grote. 167 Ontwijding van de tempel door Antiochus IV Epifanes. 164 Judas de Makkabeeër herovert Jeruzalem, inwijding van de tempel (Chanukka). 63 Verovering door de Romeinen. 30 na Chr. Jezus van Nazareth wordt in Jeruzalem terechtgesteld. 66 Begin van de joodse Opstand. 70 Titus verovert en verwoest stad en tempel. 132 Begin van de Tweede joodse Opstand. 135 Jeruzalem heroverd door de Romeinen. Joden verdreven uit de stad. Aelia Capitolina. 324 Jeruzalem onder de heerschappij’ van het christelijke Byzantium (Konstantijn). 326 Bezoek van de koningin moeder Helena. 335 Inwijding van de Heilige Grafkerk. 438 Keizerin Eudokia staat de Joden toe naar de stad terug te keren. Ook onder christelijke heerschappij mochten Joden alleen op de dag van de verwoesting van de tempel (9e Ab) Jeruzalem binnenkomen. 614 Verovering door de Perzen. Joods bewind. 629 Herovering door de Byzantijnen. joden verdreven 638 Verovering van de stad door de Arabieren. Begin van de islamitische heerschappij. 691 Voltooiing van de bouw van de Rotskoepel. 1099 Verovering door de kruisvaarders. 1187 Herovering door Saladin. 1244 Kruisvaarders definitief verslagen. 1250 Jeruzalem onder Mammelukse heerschappij. 1517 Jeruzalem onder Ottomaanse heerschappij. 1831 Jeruzalem veroverd door Mohammed Ali van Egypte. 1892 Eerste spoorllin tussen Jeruzalem en Jafo. 1917 De Engelsen veroveren Jeruzalem op de Turken.
22 1920 Brits bestuur in Jeruzalem. 1925 Opening van de Hebreeuwse Universiteit op Mount Scopus. 1927 Een aardbeving beschadigt de AI Aqşa Moskee, de Hellige Grafkerk, en het Augusta Victoria Hospitaal. 1929 De groeiende vijandigheid tussen joodse en Arabische bewoners leidt tot de moord op 6 joodse inwoners van Jeruzalem. Aanslagen ook in 1920, 1936, 1937, 1938. Vanaf 1937 ook joodse represailles. 1947 Besluit van de Verenigde Naties over de verdeling van Palestina in een joodse en een Arabische staat. 1947 Terreuracties van Arabische en joodse bewoners over en weer (sluipschutters, bommen, bom in Koning David Hotel, moord op UN-afgezant Graaf Bernadotte 1948). 1948 Na maandenlange belegering geven Joodse verdedigers van de Oude Stad zich over. Alleen de enclave op Mount Scopus en de Nieuwe Stad in Israëlische handen. 1949 Het Israëlische parlement verklaart Jeruzalem tot hoofdstad van Israel. 1953 Koning Hussein van Jordanië verklaart Jeruzalem tot alternatieve hoofdstad van Jordanië. 1967 Israel verovert de Oude Stad tijdens de zesdaagse oorlog en annexeert dit gedeelte. 1981 Het Israëlische parlement verklaart opnieuw dat Jeruzalem de Eeuwige hoofdstad van Israel is. Theologie Dat Jeruzalem de heilige stad van drie religies is, staat in elke prospectus over de oude Davidsstad. Welke factoren hebben er echter toe bijgedragen, dat Jeruzalem in religieus opzicht zo’n eminente plaats kreeg? Toen David de stad Jeruzalem veroverde, maakte hij de Jebusietenvesting niet alleen tot zijn nieuwe hoofdstad, maar hij liet ook de ark, het oude symbool van de aanwezigheid van de Eeuwige naar Jeruzalem overbrengen (2 Sam. 6). De ark symboliseerde in die tijd eigenlijk twee dingen: 1. dat de Eeuwige streed voor zijn volk
(Eeuwige Sebaot); 2. dat de Eeuwige bij de ark aanwezig was, die als zijn troonzetel gedacht was. Jeruzalem zelf bracht ook al een lange cultische traditie mee en zo werden deze oude, Israëlitische voorstellingen over de ark als het ware vertaald in de cultische traditie van de stad, de Kanaänitische traditie van het land. De Eeuwige kreeg een tempel in Jeruzalem. Nu werd dat zijn woning. De Eeuwige streed voor Israel; nu streed hij voor de stad die hij verkozen had. Zo groeide het geloof dat de aanwezigheid van de Eeuwige de onoverwinbaarheid van Jeruzalem garandeerde. Psalmen als bijv. 46 en 48 spreken op hoge toon over de zekerheid, dat Jeruzalem niets gebeuren kan, omdat de Eeuwige zelf de stad beschermt. Deze visie is ook nog bepalend voor de verkondiging van de profeet Jesaja. Hoezeer hij ook weet van schuld en rechtsverkrachting, Jeruzalem zal gespaard blijven. In de aanklacht van Jes. 1: 21 26 wordt gericht aangekondigd, maar dat gaat over de bewoners en de ambtenaren van de stad, Jeruzalem zelf zal weer de trouwe stad worden, die het eens was. Jesaja’s tijdgenoot Micha is het daar niet mee eens. Hij slingert de bewoners van Jeruzalem dezelfde verwijten in het gezicht als Jesaja, maar bij hem wordt ook de stad zelf niet gespaard: ‘Daarom zal om uwentwil Sion als een akker worden omgeploegd, en Jeruzalem zal worden tot steenhopen, ja de tempelberg tot woudhoogten.’ Wanneer dan in 587 voor Chr. Jeruzalem inderdaad in vlammen staat en het geloof van een verbinding tussen goddelijke presentie en onoverwinbaarheid een fictie blijkt, dan moeten nieuwe woorden en voorstellingen worden gevonden om te kunnen blijven zingen. Niet het falen van de Eeuwige maar de schuld van het volk is het dat Jeruzalem verloren ging, zo luidt de verkondiging van de geschiedschrijvers en profeten. Jeruzalems ondergang was geen zwakte van G’d, maar een gericht over het volk. En zo kan een nieuw begin worden gemaakt, wanneer de onbekende profeet in de ballingschap zingt: ‘Spreekt tot het hart van Jeruzalem, roept het toe, dat zijn lijdenstijd volbracht is, dat zijn ongerechtigheid geboet is, dat
23 het uit de hand van de Eeuwige dubbel ontvangen heeft voor al zijn zonden’ (Jes. 40 : 2). De verwachting over het toekomstige heil voor Jeruzalem wordt nu haast nog gloeiender bezongen dan in de oude Sionsliederen. Voor de ballingschap was Jeruzalem allereerst een politiek centrum, die zelfstandige functie krijgt het na de ballingschap niet meer terug. Des te sterker wordt de religieuze functie van de stad. De blauwdruk voor een nieuwe tempel (Ez. 40 48), Jeruzalem als lichtend punt in een donkere wereld (Jes. 60), het zijn allemaal uitdrukkingen voor de verwachting, dat de Eeuwige zijn definitieve koningschap in Jeruzalem zal vestigen. Dan zal Jeruzalem ook het middelpunt zijn voor alle volken. Volken zullen naar Jeruzalem stromen om daar de Thora van de Eeuwige te leren (Jes. 2). Het heil zal dáár zijn, op de berg
van de Eeuwige. Een feestmaal voor alle volken met vette, mergrijke spijzen en belegen wijnen!’ (Jes. 25: 6). De christelijke verwerking van deze religieuze functie van Jeruzalem gaat in twee richtingen. In het Johannesevangelie wordt het Christusgebeuren zo centraal gesteld, dat het er niet meer toe doet, waar aanbidding plaatsvindt, òf op de Gerizzim, òf in Jeruzalem. In geest en waarheid aanbidden, daar gaat het om, poneert het verhaal over het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw (Joh. 4). Voor het boek Openbaring is de verwachting over Jeruzalem zo hoog gespannen, dat dit Sion alleen nog maar van de andere kant kan komen: ‘En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is’ (Openbaring 21: 2). Tussen het werkelijke Jeruzalem
24 en de verwachting van de heerlijkheid van Sion is dan zo’n grote kloof gegroeid, dat Jeruzalem alleen nog maar vanuit de hemel kan komen. Voor de joodse traditie bleef Jeruzalem de heilige stad, centrum van hoop, geloof en denken. Elke jood verrichtte zijn gebed met het gezicht naar Jeruzalem. Synagoges, die gebouwd werden, werden gericht naar Jeruzalem. En door alle eeuwen heen, werd (en wordt) bij het Pesach feest gebeden: ‘Dit jaar nog in de verbanning, maar het volgend jaar in Jeruzalem!’ Deze verwachting en concentratie op Jeruzalem, zowel van joodse als van christelijke zijde, was de basis voor de opname van Jeruzalem in de traditie van de Islam. Immers, ook de joodse visie is toekomstverwachting. De Messias zal komen door de Gouden Poort aan de oostkant van het tempelplein vanaf de Olijfberg. Het eindgericht zal plaatsvinden in het Dal van Josafat, dat gelijkgesteld wordt met het Kidrondal. Daarom is het oeroude joodse traditie zich te laten begraven op de Olijfberg, dicht bij de plaats van Gods genadig handelen. En hoewel vaak gezegd wordt, dat de christelijke traditie ten aanzien van heilige plaatsen erg terughoudend is, klopt dit niet met de vroomheid die zich ontwikkelt vanaf de vierde eeuw, wanneer stromen pelgrims onderweg zijn naar de Heilige
Stad. Wanneer kerken en kloosters als paddenstoelen uit de grond verrijzen, niet om alleen maar te gedenken, maar ook om heil te beleven! Hieraan knoopt de Islam vast en vertaalt deze verwachting naar de eigen religieuze voorstellingen toe. In Sura 17 van de Koran wordt beschreven hoe Mohammed door de engel Gabriël aangezet wordt tot een nachtelijke reis en vanaf de uiterste moskee (al Aqşa) naar de hemel gaat. Daar bidt Mohammed samen met Abraham, Mozes en Jezus en wordt erkend als de leider van deze profeten. Uitgangspunt voor de nachtelijke reis van Mohammed was Jeruzalem. Ook het laatste gericht wordt gelokaliseerd in Jeruzalem. De doden worden verzameld op de Olijfberg en zullen over een smalle brug over het Kidrondal naar de tempelberg moeten gaan.
25 GETSEMANE/OLIJFBERG De tuin van Getsemane behoort tot een van de meest bekende heilige plaatsen in het christendom. Hier trok Jezus zich terug voordat hij gevangen genomen werd (Luk. 22 : 39 vv.). In die dagen moet de Olijfberg vrij dicht beplant zijn geweest. Tijdens de belegering van Jeruzalem door de Romeinen in 70 na Chr. is er echter veel gekapt. Reeds in de Byzantijnse tijd ontstond hier een kerk, maar de plaats wordt op het moment gedomineerd door de Kerk van alle Volken (Church of all Nations), met haar kleurrijke façade. De kerk zelf werd gebouwd in 1924. Resten van vroegere mozaïeken zijn nog zichtbaar. Tevens is voor het hoofdaltaar een groot stuk rots vrijgehouden, waar de traditie Jezus’ eenzame gebed lokaliseert. Naast de kerk ligt een kleine hof, waarin oude olijfbomen staan. Het is met goed mogelijk ze terug te dateren tot in de dagen van Jezus. Bovendien geeft de zorgvuldig door Franciscanen onderhouden tuin toch een wat andere indruk van Getsemane dan de eenzame plaats die wij gewend zijn ons voor te stellen bij het lezen
van het evangelieverhaal. Een wandeling met als doel de beklimming van de 0lijfberg loont de moeite. Allereerst komt men bij het Russisch orthodoxe klooster en de kerk van Maria Magdalena. De bekende uivormige spitsen van het gebouw domineren de hellingen van de Olijfberg. De kerk kan bezichtigd worden. Iets hoger op de berghelling ligt de kapel Dominus Flevit (waar de Heer huilde). De kapel ontleent zijn naam aan het verdriet van Jezus over Jeruzalem (Luk. 19 : 41 vv.). De kapel is naar het westen gericht en over het altaar heen heeft men een indrukwekkend uitzicht over het tempelplein en Jeruzalem. Naar het zuiden strekken zich de gerestaureerde grafvelden uit. Volgens Joël 3 : 1 3 (NBG) wordt het eindgericht voltrokken in het dal van Josafat. Dit dal van Josafat werd gelijkgesteld met het Kidrondal, zodat al vanaf vroege tijden er een Church of all Nations
26 oude tradities van de Olijfberg weer in ere hersteld. De graftombes hoog op de berg worden door de traditie aan de profeten Maleachi, Zacharia en Haggal toegeschreven. Zij zijn echter van jongere datum.
Dominus Flevit sterke neiging bestond zich juist hier te laten begraven. Nadat deze traditionele begraafplaats tijdens het Jordaanse bestuur van 1948 1967 zwaar verwaarloosd was, heeft de Israëlische regering de
Uitzicht Dominus Flevit
27
28 Iets hoger op de berg ligt de kerk, die Pater Noster (Onze Vader) genoemd wordt. AI vanaf vroege tijden werden verschillende grotten met de heilstradities verbonden: de geboortegrot in Betlehem, de grot/rots bij Golgota en de grot op de Olijfberg. Hier zou het geweest zijn, dat Jezus de grote rede over de laatste dingen uitsprak (Mat. 24 v.). Zeker is, dat hier een kerk verrees onder het patronaat van Helena, de moeder van keizer Constantijn. Later veranderde de traditie, waarschijnlijk verhaast door de verwoesting van de kerk in 614, en nu werd dit de plaats waar Jezus zijn leerlingen het Onze Vader leerde (Luk. 10 : 3811 :4; Mark. 11 : 12 25). Dat deze koppeling van het Onze Vader aan het verhaal van Martha en Maria een kunstmatige is, laat de versie van de Bergrede in Matteüs zien, waar het Onze Vader een plaats in hoofdstuk 6 : 9 13 gekregen heeft. Ook het verhaal over de hemelvaart (Hand. 1 : 6 12) heeft op de Olijfberg een vaste plaats gekregen. Reeds in de vierde eeuw ontstond hier op de top van de Olijfberg een ronde kapel, die in een goede verbinding van symbool en werkelijkheid, dakloos was. De kruisvaarders herbouwden deze kapel in achthoekige vorm en zo werd hij
door Saladin overgenomen na zijn verovering van Jeruzalem. Sindsdien is de voormalige kapel een moskee. Gedomineerd wordt de top van de Olijfberg echter door de kerktoren van de Russisch orthodoxe kerk van de Hemelvaart. Goede uitkijkpunten over Jeruzalem zijn er bij het Intercontinental Hotel. Hoewel de Olijfberg sterk verbonden is met de nieuwtestamentische verhalen speelt de berg ook al een rol in het Oude Testament. In de dagen van David was op de berg een heiligdom (2 Sam. 15 30, 32). Het reinigingsritueel van de rode koe (Num. 19 1 vv.) vond volgens de latere joodse traditie hier plaats. Salomo bouwde er de tempels voor de goden van de vrouwen uit zijn harem (2 Kon. 23 : 13). Volgens Zach. 14 : 4 is de Olijfberg de plaats van het laatste gericht en van de verschijning van de Eeuwige. De Olijfberg zal ook bedoeld zijn in Ez. 11 : 23, waar de heerlijkheid van de Eeuwige ontwijkt uit de tempel na het gericht in het huiveringwekkende visioen van de priester profeet. Niet alleen de verhalen rondom het lijden van Jezus spelen in deze omgeving, maar ook zijn oponthoud in Betanië en Betfage.
29 HEILIGE GRAFKERK (Holy Sepulchre) Voor de christelijke traditie is deze kerk het Heilige der heiligen. Sinds vroege tijden wordt beweerd, dat hier de plaats is waar Jezus terechtgesteld (Golgota) en begraven werd (Mark. 15: 22 vv., 42 vv.). Hier vonden de vrouwen op die vroege Paasmorgen het lege graf en van hier ging de kerkbelijdenis van het christelijke geloof over de wereld: Christus is opgewekt. De bezoeker wordt er dus uitdrukkelijk aan herinnerd, dat de kern van het geloof verwijst naar tijd en ruimte, naar een bepaalde plaats, naar een bepaalde tijd. Déze plaats in Jeruzalem heeft daarbij niet de functie aan te tonen, dat het toch allemaal ‘echt’ is. Veel meer is hier sprake van de ergernis, van het ‘skandalon’, van het schandaal van het christelijk geloof, dat het heil van G’d wortelt in een aards gebeuren, midden in de tijd. Dat de weg van het lijden, bevestigd door de opwekking, Jezus’ keuze voor de mensen was. Van die verbondenheid van geloof en aardse werkelijkheid krijgt ook de huidige bezoeker rijkelijk zijn deel. De huidige Heilige Grafkerk behoort aan zes verschillende christelijke groeperingen: de Rooms Katholieken, de Grieksorthodoxen, de Armeniërs, de Syriërs, de Kopten en de Ethiopiërs. Het hele liturgische gebeuren, door, met
en tegen elkaar geeft op een uitzonderlijke wijze uitdrukking aan de rijkdom en armzaligheid van het doorgeven van het hoofdgebod in de christelijke traditie: de liefde. Het is nog niet zo lang geleden, dat moslimwachters rond Pasen de strijdende christelijke partijen uit elkaar moesten halen. Toch mag de reiziger uit het westen zich niet laten afschrikken door het bonte gebeuren en alleen maar vaststellen, dat het allemaal heel anders is dan hij had gedacht. Wie enige tijd in Jeruzalem doorbrengt, doet er goed aan, elke dag eens even een stukje van de Heilige Grafkerk en de daar levende tradities te verkennen. Net zo goed als één bezoek aan de Klaagmuur ook niet voldoende is! Men zal moeten oefenen om iets van dit bonte patroon te leren begrijpen. Toch is ook de historische vraag voor de christelijke traditie niet onbelangrijk. Heeft hier Golgota gelegen? Allereerst moet gezegd worden, dat
30
Afb. Jeruzalem Heilig Grafkerk. 1 Voorhof; 2 ingang; 3 Steen van de zalving; 4 kapel van Adam; 5 Golgota; 6 altaar van de kruisiging; 7 Stabat Mater altaar; 8 altaar van het kruis; 9 grote rotonde; 10 graf van Christus; 11 graf van Christus (koptisch); 12 kapel van de Jakobieten; 13 graf van Jozef van Arimatea; 14 gevangenis van Christus; 15 kapel van Helena; 16 kapel van de vindplaats van het kruis. zekerheid hier niet kan worden verkregen. Wel hebben recente onderzoekingen aangetoond, dat de plaats waar nu de Heilige Grafkerk staat, in de dagen van Jezus hoogstwaarschijnlijk buiten de stadsmuur lag. Dit is één voorwaarde voor de lokalisering van Golgota. Voor de rest is men aangewezen op de traditie. Positief kan worden aangevoerd, dan vanaf vroege tijden men hier kruisigingplaats en graf heeft gezocht. Pas in de negentiende eeuw werd ook nog aan een andere mogelijkheid gedacht (Garden Tomb/ Graf in de tuin), echter met een zeer merkwaardi-
ge argumentatie. Kortom er zijn geen dwingende redenen om de traditie van de Heilige Grafkerk voor onecht te houden. De eerste kerk, die Constantijn hier bouwde, werd in 335 gewijd. Op een atrium volgde een basiliek met aansluitend een open hof, waarin de rots Golgota lag. Tenslotte onder een koepel de graftombe, waarvoor echter een stuk rots moest worden weggehakt. De richting van de hele constructie wijst erop, dat het graf als het centrale element werd gezien, niet de kruisigingheuvel. Deze lag in de zuidoostelijke hoek van de open hof. In 614 bij de verovering door de Perzen werd de Heilige Grafkerk een prooi van de vlammen. Ze werd herbouwd door Modestus. Deze herbouw, die geen grote veranderingen bracht, werd verwoest in 1009. In 1042 liet Monomachus de kerk weer restaureren. Een volledige verandering vond plaats onder de kruisvaarders die de kerk herbouwden. De open hof met de rots Golgota kreeg een dak en de Romaanse kruisvaarderskerk is het hoofdbestanddeel van wat vandaag de dag te zien is. De kerk leed nog grote schade door een brand in 1808 en door een aardbeving in 1927. De restauratie, die na moeizame onderhandelingen afgesproken werd door de verschillende geloofsgemeenschappen, nadert zijn voltooiing. Men komt de kerk tegenwoordig binnen aan de
31 zijkant. De marmeren plaat vlakbij de ingang, wordt vereerd als de plaats waar het lichaam van Jezus werd klaargemaakt voor de begrafenis. Lampen branden bij de steen. De trap rechts gaat naar de belde kapellen boven Golgota. De rechter kapel is eigendom van de Rooms Katholieken, de linker van de Grieks orthodoxen. Zo beklimt de bezoeker Golgota via de rooms katholieke trap, daalt hij weer af langs Grieks orthodoxe treden. Op de begane grond is achter een glasplaat een stuk rots zichtbaar. Op fijnzinnig symbolische wijze vertelt de legende dat hier de schedel van Adam begraven ligt. Het kruis van de tweede Adam direct boven de schedel van de eerste Adam! Ook liggen hier vlakbij de eerste kruisvaarderskoningen begraven. De bekendste is Godfried van Bouillon. Van hier gaat men in westelijke richting om onder de grote koepel te komen, waar in een apart gebouw een stuk van het graf van Jezus te zien is. De huidige kapel van het graf stamt uit de negentiende eeuw, maar de muren van de grote rotonde zijn nog voor een
gedeelte die van de vierde eeuw. Aan de achterkant van de eigenlijke grafkapel bevindt zich een Koptische kapel, waar ook een stukje van de tombe zichtbaar is. In het uiterste westen ligt een Syrische kapel, waarvan een gedeelte ook nog stamt uit de vierde eeuw (muur en apsis).
32 Aan het Romaanse kruisvaardersgedeelte is door de Grieks orthodoxe architecten vrij veel veranderd. Nu is het een Grieks orthodoxe kerk gericht naar het oosten. Langs de Grieks orthodoxe kerk bereikt men de trappen, die afdalen naar de crypte van Helena. In dit oostelijk gedeelte van de kerk wordt de traditie dat Helena hier het kruis vond waaraan Jezus gekruisigd werd, in ere gehouden. Volgens de traditie is de cisterne aan het eind de ware vindplaats. Dit gedeelte wordt beheerd door de Armeniërs. KERK VAN DE VERLOSSER (Redeemer Church, Erlöserkirche) Deze Duitse protestantse kerk ligt vlakbij de Heilige Grafkerk en werd in 1898 gebouwd. Zij werd gebouwd op de resten van een vroegere kruisvaarderskerk. Naast de kerk ligt een fraaie kloostergang rondom een hof. De toren van de kerk kan beklommen worden. Vanaf de top heeft men een schitterend uitzicht over de Oude Stad van Jeruzalem en de Olijfberg. Onder de kerk hebben in de laatste jaren opgravingen plaatsgevonden.
VIA DOLOROSA Hieronder wordt de weg verstaan, die Jezus moest gaan na zijn ter dood veroordeling naar de plaats van executie. De route, die ook nu door pelgrims wordt gegaan en eindigt in de Heilige Grafkerk, heeft in de loop van de eeuwen sterke veranderingen ondergaan. In de Byzantijnse tijd ging de processie van Getsemane naar de Grafkerk langs de huidige, noordelijke route, in de middeleeuwen over de zuidelijke, langs het zogenaamde huis van Kajafas op de berg Sion. De tegenwoordige route, die als Via Dolorosa bekend staat, stamt uit de veertiende eeuw. Langzamerhand kreeg de Europese traditie, dat er 14 halteplaatsen (staties) waren op de weg naar Golgota de overhand. daartegen moest de eigen traditie van Jeruzalem met 8 staties het afleggen. De huidige 14 staties zijn: I jezus ter dod veroordeeld (school van de zusters van Sion), II Jezus moet het kruis dragen, III Jezus valt (Pools Bijbels museum), IV Jezus ziet zijn moeder, V Simon van Cyrene moet het kruis hepen dragen, VI Veronica droogt het gezicht van Jezus, VII Jezus vaklt weer, Koptisch klooster), X Jezus wordt uitgekleed (Grafkerk), Xl Kruisiging (Grafkerk), XII Jezus sterft (Graf-
33 de verlamde (Johannes 5 : 1 18). De in het evangelie van Johannes genoemde vijf zuilengangen bij Betesda (Joh. 5 : 2) meent men hier teruggevonden te hebben.
kerk), XIII Kruisafname (Grafkerk), XIV Begrafenis (Grafkerk). Elke vrijdagmiddag om 15.00 uur vindt een processie plaats. De historische basis van de Via Dolorosa is uiterst smal en dat niet alleen vanwege het late ontstaan van de huidige route. Onzeker is ook wáár Pilatus rechtsprak, wanneer hij uit zijn residentie Caesarea naar Jeruzalem kwam. Twee plaatsen komen daarvoor in aanmerking: 1. De burcht Antonia aan de noordwestzijde van het tempelplein (onge¬veer bij de school van de zusters van Sion); 2. het paleis van Herodes (bij de citadel naast de huidige Jaffapoort). Het paleis van Herodes heeft daarbij geen slechte papieren. ST. ANNA / BETESDA De kruisvaarderskerk van St. Anna ligt in het noordoosten van de Oude Stad vlakbij St. Stephen’s Gate/Leeuwenpoort. Voor de traditie, die alles kon lokaliseren, lag hier het geboortehuis van Maria en woonde zij hier met haar ouders. In de tuin van de kerk zijn belangrijke opgravingen gedaan. Hier lagen twee vijvers, die al vanaf oude tijden een religieusmedische functie hadden. Het heiligdom van Ascleplus uit de tweede eeuw na Chr. gaat waarschijnlijk op oudere tradities terug. Hier speelt het verhaal van de genezing van
ECCE HOMO BOOG Wanneer men van Betesda komend, de straat afloopt in westelijke richting valt een boog over de straat op. Twee ramen zijn zichtbaar. De boog heeft zijn naam Ecce homo (‘zie de mens’) gekregen uit het evangelie van Johannes 19 : 5, waar Pilatus de met een doornenkroon getooide Jezus aan het volk toont met de woorden: ‘Zie de mens!’ Deze lokalisering gaat ervan uit, dat Pilatus Jezus veroordeelde in de burcht Antonia en dat deze hier gezocht moet worden. De boog stamt echter uit later tijd. De vroegst mogelijke bouwdatum is tijdens de regering van Herodes Agrippa 1 (37 44), dus na de dood van Jezus. De boog zou dan een deel van de stadspoort zijn, geconstrueerd bij de uitbreiding van de stad. Een tweede mogelijkheid is, dat de boog een triomfpoort is van Hadrianus na het neerslaan van de Tweede joodse Opstand in 135.
Afb. De Ecce Homo boog aan de Via Dolorosa,
34
KLAAGMUUR / WESTELIJKE MUUR De Klaagmuur, sinds 1967 officieel de Westelijke muur, is één van de belangrijkste heilige plaatsen van het Jodendom. Tot aan 1967 was hij voor joden niet toegankelijk en reikten de huizen tot vlak aan de muur. Na de verovering van de Oude Stad door de Israëli’s werden deze huizen afgebroken en ontstond een weids plein voor de indrukwekkende muur. Er is een apart mannen en vrouwengedeelte. Indrukwekkend zijn de taferelen, die zich hier afspelen bij een Bar Mitzwah, of bij het aanbreken van de Sabbat. De Klaagmuur als plaats van gebed, studie, dans en discussie laat de bewegelijkheid van de joodse religieuze beleving ten volle uitkomen. Bij het aanbreken van de Sabbat verschijnen de diverse orthodoxe joodse groeperingen in hun traditionele kledij. Bij de viering van een Bar Mitzwah (het religieus volwassen worden van de joodse jongen op 13 á 14 jarige leeftijd) is iets te merken van de ‘vreugde over de Wet’, de eeuwenoude verbondenheid met de gave van G’d voor de ordening van het leven. Aan de noordelijke kant van de Westelijke muur komt men in een overdekte gebedshal. Roosters in de vloer laten zien tot hoe diep de Herodiaanse muur wel gaat. Aan het einde van deze hal is de boog van Wilson zichtbaar, de boog van een brug over het Tyropeiondal naar de Bovenstad. Aangezien de directe toegang tot deze hal in het
mannengedeelte bij de Westelijke muur begint, hebben vrouwen vanaf deze kant geen toegang. Voor hen bestaat de mogelijkheid voor het begin van het mannengedeelte, links bij de toiletten een ingang te nemen, die via een gang naar het gedeelte met de boog van Wilson leidt. Niet alleen vanuit een religieus gezichtspunt is de Westelijke muur interessant. Ook bouwkundig en historisch wordt hier het een en ander zichtbaar. Wie de onderste grote steenblokken ziet, die het handschrift van Herodes dragen, en de bovenste stenen, die door de Israëli’s in het kader van enkele bouwkundige maatregelen zijn neergezet, beseft iets van de historische lagen, die hier zichtbaar worden. Te vermelden is nog, dat de oorspronkelijke Herodiaanse muur in het bovenste gedeelte waarschijnlijk van een aantal pilasters was voorzien. Hoewel daarvan geen overblijfselen meer zijn kan dit worden geconcludeerd uit de wijze waarop Herodes de grote muur om de patriarchengraven in Hebron liet bouwen. Daar zijn de pilasters nog wel aanwezig.
35
WESTERN WALL TUNNEL De vondsten in en rond de oude stad van Jeruzalem weerspiegelen de rijke historie van de stad. Er zijn vondsten uit de periode van de Eerste Tempel, zoals rituele baden en aardewerk. Uit de tijd van Herodes, zoals poorten, inscripties en straten. Uit de Islamitische tijd zijn er vondsten van mozaïeken en paleizen. Van de kruisvaders zijn met name muren gevonden. De Mammelukken zorgden voor verfraaiingen van het tempelplein. Er zijn ook stadsmuren uit de Turkse tijd gevonden. De boeiendste vondsten stammen uit de tijd van Herodes. Om de grond gelijk te maken werden destijds rechthoekige vormen gebouwd die gevuld werden met puin. Daar zat veel oud materiaal in. Vanaf 1970 werd er door het ministerie van religie opdracht gegeven langs de westelijke muur (485 m lang) naar het noorden te graven. Er werden gedeelten gevonden van vier poorten die vroeger een toegang tot de tempel vormden. Om bij de Western Wall tunnels te komen loopt men door een wirwar van straatjes en bogen, met
name uit de Middeleeuwen. Hier werd ook een mooie muur gevonden uit de tijd van Herodes. Aan het einde van de 300 meterlange tunnel vinden we een straat en een plein met pilaren uit de tijd van Herodes. Daarachter bevindt zich een groot watersysteem uit de tweede eeuw voor Christus. Dit was waarschijnlijk nodig voor de rituelen in de tempel. Een waterreservoir bevindt zich onder het klooster van de zusters van Zion in de Via Dolorosa.
36
ISRAEL MUSEUM Het Israel Museum in Jeruzalem, dat zijn deuren opende in 1965, bezit over een prachtige kunst- en archeologische collectie. Het gebouw ligt vlakbij de Knesset, het Israëlische parlement. Architecten Mansfeld en Gad hebben het museum ontworpen als een reeks paviljoens, tegen een heuvel aangebouwd. Het museum bestaat uit een vier vleugels. De kunstvleugel omvat meerdere periodes en verschillende kunstvormen, waaronder een fraaie collectie moderne kunst met werk van Gauguin, Chagall, Matisse en Cézanne. De magnifieke beeldentuin Billy Rose is één van de hoogtepunten van het museum. De tuin is ontstaan uit de collectie van een verzame-
laar uit New York en biedt een overzicht op de beeldhouwkunst van de 20ste eeuw. Je vindt er werk van Picasso, Rodin, Moore en Turrell. De archeologische afdeling geeft je een mooie kijk op het verleden van het Heilige Land. De oudste voorwerpen zijn zo’n 1,5 miljoen jaar oud. De publiekstrekker van het museum is zonder twijfel de Schrijn van het Boek, waarin de wereldberoemde Dode-Zeerollen zijn opgeslagen. De Dode-Zeerollen zijn meer dan 800 rollen, geschreven tussen 300 v.C.en 68 v.C. In 1947 ontdekte een herder ze in een grot bij de Dode Zee, opgeslagen in vaten. De rollen zijn van groot belang voor het onderzoek naar de oorspronkelijke tekst van het Oude Testament
37 en zijn één van de enige geschreven bronnen over de joodse wereld in die tijd. De afdeling Judaïca en joodse etnografie vind je joodse religieuze voorwerpen, daterend uit de middeleeuwen tot het heden. In de kindervleugel komen kinderen door allerlei activiteiten in contact met interactieve kunst. THE SHRINE OF THE BOOK De belangrijkste bestanddelen van het museum zijn de Shrine of the Book, gewijd aan de vondsten van de Dode-Zeerollen; de beeldentuin; het Bezalel kunstmuseum en het archeologische museum. In de archeologische tuin zijn de grotere vondsten uit de Hellenistisch Romeinse periode tentoongesteld. De beeldentuin bevat werken van o.a. Moore, Rodin, Picasso. Na de ingang slaat men rechtsaf voor de Shrine of the Book. Niet alleen de geëxposeerde vondsten, maar ook de architectuur van dit museum is beroemd geworden. De glanzend witte koepel heeft de vorm van een deksel. Een dergelijk deksel bevond zich op de kruiken, waarin een aantal Dode Zee rollen werd gevonden. Via een gang komt men in de centrale ruimte, waar een aantal teksten en andere vondsten uit Qumran, Nahal Hever, en Massada zijn geëxposeerd. Beroemde teksten zijn de rol van de strijd van de Zonen van het Licht tegen de Zonen van de Duisternis en de Qumranvondst van het boek Jesaja. Een aantal teksten is echter alleen in fotokopie aanwezig. Op weg naar het hoofdgebouw van het arche-
ologisch museum ziet men rechts de tuin met beeldende kunst. Het archeologisch museum heeft een chronologische indeling. Men begint met de prehistorie en eindigt met Islam en kruisvaarders. Anders dan in het Rockefellermuseum heeft hier de didactiek een ruime plaats gekregen. Goede toelichtingen, de mogelijkheid via taperecorders in eigen tempo de informatie te verwerken, de kans voor de jeugd om spelenderwijs met de geschiedenis vertrouwd te raken, samen met de spectaculaire vondsten maken van dit museumbezoek een belevenis. Dit geldt ook voor de vleugels met de gereconstrueerde synagoges, de verzamelingen van joodse liturgische voorwerpen en het kunstmuseum.
38
Afb. Jeruzalem. Interieur van de ‘Schrijn van het Boek’, het museum waarin een gedeelte van de Dode-Zeerollen wordt bewaard. Centraal de zuil met de rol van het boek Jesaja. YAD VASHEM Yad Vashem (vertaald: ‘hand/gedenkteken en naam’ uit: Jesaja 56:5: ‘Ik geef hun in mijn huis en binnen mijn muren een gedenkteken en een naam, beter dan zonen en dochters: Ik geef hun een eeuwige naam, die niet uitgeroeid zal worden.’) is het officiële monument voor de zes miljoen Joden, die tussen 1933 en 1945 in Europa door de nazi’s in vernietigingskampen om het leven zijn gebracht. Bereidt u erop voor, dat een bezoek aan deze plaats van gedachtenis uitermate indrukwekkend en aangrijpend zal zijn. De centrale ruimte, Ohel Yizkor, of de ‘Hal van de Herinnering’, is gebouwd op een ondergrond van ronde grote stenen; een eeuwige vlam verlicht de namen van 21 concentratiekampen: Auschwitz, Buchenwald, Dachau, Bergen-Belsen, Sobibor, Treblinka… Andere hier opgerichte gedenktekens zijn de 21 meter hoge Zuil van de Helden, waarmee behalve de slachtoffers ook mensen uit het verzet
worden geëerd, een museum met kunstwerken van gevangenen in concentratiekampen, de Zaal van de Namen, waarin de persoonlijke gegevens van meer dan twee miljoen vermoorde Joden worden bewaard, en verschillende bijzonder aangrijpende beeldhouwwerken. De permanente tentoonstelling is een schokkend document van de gruwelen van die tijd. De Laan van de Rechtvaardigen is omzoomd met bomen die geplant zijn om de mensen die hun leven in de waagschaal stelden om joden uit handen van de nazi’s te houden, te eren. In 2005 is het Yad Vashem uitgebreid tot 4 keer de originele grootte. Dit gebeurde na een tienjarige plan- en uitvoertijd, 60 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. De uitbreiding is gebouwd door de architect Moshe Safdie. De opening, op 15 maart 2005, werd bijgewoond door vele staatshoofden en regeringsleiders uit de hele wereld. De enige internationale leider die bij de opening
39
The War of the Sons of Light with the Sons of Darkness. Qumran 1st century BCE - 1st century CE Parchment The Shrine of the Book (The Hebrew University, Jerusalem)
het woord voerde was VN-topman Kofi Annan. Hij hield de vijftienhonderd genodigden voor dat ‘een VN die niet in de voorhoede vecht tegen antisemitisme en andere vormen van racisme, haar geschiedenis ontkent’. ‘Die verplichting verbindt ons met het joodse volk en met de staat Israël,’ zei Annan. Yad Vashem ligt op de Herzlberg. Deze naam herinnert aan Theodor Herzl, die wel de ‘vader van het zionisme’ genoemd wordt. Zijn stoffelijke resten werden in 1949 overgebracht van Wenen naar Jeruzalem; zijn eenvoudige zwart granieten graf, omringd door tuinen, ligt op de top van de berg. Vladimir Jabotinsky en andere zionistische leiders liggen hier begraven, en ook de in 1995 vermoorde premier Yizahak Rabin vond hier zijn laatste rustplaats. Bij de toegang van de berg staat een klein museum, dat aan Herzl, zijn leven en zijn werk en aan de geschiedenis van het zionisme is gewijd. Op de militaire begraafplaats lig-
gen Israëlische soldaten die gesneuveld zijn toen ze de staat Israël verdedigden begraven.
40
41
42 BETHLEHEM Klein stadje (15.000 inwoners) in het gebergte van Judea. Als geboorteplaats van Jezus samen met Nazaret en Jeruzalem één van de bekendste plaatsen uit de christelijke traditie. Bethlehem ligt 9 km ten zuiden van Jeruzalem. In de Amarna brieven uit de veertiende eeuw v. Chr. klaagt de koning van Jeruzalem over de afval van Bethlehem. De stad heeft dus een lange geschiedenis. David komt uit Bethlehem (1 Sam. 16). Een foute lokalisatie van Efrata plaatst het graf van Rachel in de nabijheid van Bethlehem (Gen. 35 : 19). Het hier bedoelde Efrata ligt ten noorden van Jeruzalem. De Ruth novelle, die Ruth met David verbindt, speelt in de omgeving van Bethlehem. Koning Rechabeam versterkte de stad (2 Kron. 11 : 6). In Neh. 7 : 26 wordt verteld, dat 123 mannen na de ballingschap naar Bethlehem terugkwamen. Bethlehem was klein en bleef klein. Toch begon vanuit dit stadje het koningschap van Israël vaste vorm te krijgen in de persoon van David. De glorie van David straalde af op zijn geboorteplaats. En naarmate het beeld van David in de loop van de tijd steeds verder geretoucheerd werd, groeide de hoop, dat vanuit dit onbetekenende Bethlehem nog eens een nieuw begin mogelijk zou zijn: ‘En gij, Bethlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal mij voortkomen, die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid’ (Micha 5 : 1 v.). Op deze verwachting van een nieuwe David gaat het Nieuwe Testament in en het situeert de geboorte van Jezus in Bethlehem: Mat. 2 : l;
Luk. 2 : 4; Joh. 7 : 42. Hoewel de evangelieverhalen niets zeggen over een grot, wordt sinds de tweede eeuw na Chr. een grot als geboorteplaats van Jezus vereerd. Op deze plaats wordt door keizer Constantijn in de vierde eeuw een kerk gebouwd. De basilica met een achtvormige apsis werd door de koningin moeder Helena in 339 ingewijd. Keizer Justinianus herbouwt de kerk in het midden van de zesde eeuw, nadat zij verwoest was tijdens de Samaritaanse opstand van 529. Afgezien van om- en aanbouw tijdens de periode van de kruisvaarders is de huidige kerk die van Justinianus. Bethlehem werd door de kruisvaarders nog voor Jeruzalem veroverd (6 juni 1099), maar ging in 1244 definitief over in handen van de Islam. Na de stichting van de staat Israël behoorde het op de Westbank gelegen Bethlehem tot Jordanië. Het werd door de Israëli’s na de oorlog in 1967 bezet. Daarbij kwam de laatst gepubliceerde Dode Zeerol (Tempelrol) in handen van de Israëli’s. Onder de Oslo Akkoorden heeft Israël Bethlehem in 1996 aan de Palestijnse Autoriteit overgedragen. Bethlehem heeft een levendige markt. De nauwe straatjes nodigen uit tot een wandeling. Er zijn veel christelijke instellingen gevestigd. Er is nauwelijks een aspect van het kerstgebeuren te vinden, dat niet commercieel is uitgebuit. De belangrijkste bezienswaardigheid in Bethlehem is de Geboortekerk, één van de oudste christelijke kerken. De bezoeker moet zich bukken om binnen te komen. De hoofdingang is twee keer verlaagd, de laatste keer door de Turken. Zo kon men in ieder geval niet meer te paard de kerk binnenkomen. Na een vestibule komt men in het schip van de kerk met in de lengterichting vier rijen zullen van rode kalksteen. De zuilen zelf behoren tot de kerk uit de vierde eeuw. De beschildering met heiligen stamt uit de tijd van de kruisvaarders. Het doopvont bij de rechterwand van het schip komt uit de door Justinianus gebouwde kerk. Via luiken in de vloer kan men een gedeelte van de mozaïeken uit de Constantijnse kerk bewon-
43 deren. De mozaïeken op de muren stammen weer uit de kruisvaarderperiode. Naast de normale thema’s zoals de stamboom van Jezus, valt op dat op de zuidelijke muur besluiten van de belangrijkste concilies zijn weergegeven. Daarmee correspondeert op de noordelijke muur de besluitenreeks van een aantal provinciale synodes. Noordmuur: Antiochië, Sardica. Zuidmuur: Nicea, Konstantinopel, Efeze, Chalcedon. Een kleine trap voert naar de onder de kerk gelegen geboortegrot. Een ster met de tekst: ‘Hic de virgine Maria Jesus Christus natus est’ (Hier is uit de maagd Maria Jezus Christus geboren) geeft de plaats aan waar de christenheid vanaf vroege tijden de geboorte van Jezus gelokaliseerd heeft. Overigens was de voor de huidige ster aanwezige plaatsaanduiding één van de oorzaken van de Krimoorlog (1853 1856). Schuin achter de ster bevinden zich het altaar van de aanbidding en de kapel van de kribbe. De grot maakt deel uit van een heel systeem. Hier is het graf te vinden van de kerkvader Hieronymus, die aan het begin van de Vijfde eeuw in Bethlehem woonde en daar de Latijnse vertaling van de Bijbel verzorgde, de Vulgata. Ook de adellijke pelgrims Paula en Eustochium, die omstreeks 400 door Palestina reisden, hebben hier
een laatste rustplaats gevonden. Ten noorden van de Geboortekerk ligt de rooms katholieke Catharinakerk met aansluitend het klooster van de Franciscanen. Ten zuiden bevinden zich een Armeens en een Grieks orthodox klooster. Ten oosten van Bethlehem begint al snel de woestijn van Judea. Tussen Bethlehem en de woestijn situeert de traditie de velden van Efrata, waar de schaapherders uit het evangelie van Lukas (2) hun schapen hoedden.
Afb. Bethlehem Geboortekerk . 1 Ingang; 2 vestibule; 3 schip; 4 doopvont van Justinianus; 5 Franciscaanse kerk; 6 ingang naar geboortegrot; 7 plaats van de geboortester; 8 uitgang naar 9; 9 ingang grottensysteem.
44
QUMRAN Qumran aan de Dode Zee is als vindplaats van de Schrift¬rollen wereldberoemd geworden. Twee dingen zijn hier belangrijk. 1. De betekenis van de Dode Zeerollen voor het onderzoek naar de overlevering van de bijbelse teksten. Het Hebreeuwse Oude Testament is gebaseerd op een manuscript uit 1008 na Christus. Een compleet ouder manuscript bezitten we niet. In Qumran werden echter handschriften van bijbelboeken teruggevonden, die gedeeltelijk uit de tweede eeuw voor Chr. stammen. Daardoor kon gecontroleerd worden hoe die tekst zich gehouden had gedurende twaalfhonderd jaar overlevering. Er werd dus in de tekstgeschiedenis opeens een sprong gemaakt van 1200 jaar. Wanneer men bedenkt, dat bij de manuscripten zich een complete rol van het boek Jesaja bevond (66 hoofdstukken), dan is duidelijk van welk belang deze vondsten zijn. 2. In Qumran worden leven, denken en geloven van een joodse sekte uit de dagen van Jezus zichtbaar. Een sekte, die het einde der tijden verwachtte en de nabijheid van het G’dsrijk verkondigde. De overhaastig getrokken conclusies, dat Jezus of Johannes de Doper leden van deze sekte zouden zijn geweest, zijn zeker onjuist. Toch valt niet te ontkennen, dat zowel in de verkondiging van Johannes de Doper als in de prediking van
Jezus elementen zitten, die ook in het denken van de bewoners van Qumran kunnen worden aangetroffen. We hebben dus een iets beter en duidelijker zicht gekregen op de gistende toekomstverwachting in het joodse denken uit die tijd. Hoewel alle nadruk valt op de eerste eeuw voor en na Chr. bij de bestudering van Qumran, heeft de nederzetting een langere geschiedenis gehad. Niet alleen werd er een cisterne gevonden (regenput / waterbak) uit de achtste eeuw voor Chr., maar ook andere vondsten (architectuur, stempels, aardewerk) wijzen op een nederzetting in de koningstijd., Het Qumran, zoals wij het kennen, ontstond in het laatste gedeelte van de tweede eeuw voor Chr. Na een bescheiden begin werd in de tijd van Alexander Jannaeus (103 76) het befaamde ‘kloostercomplex’ gebouwd. Een deel van de gemeente van Qumran leefde binnen de centrale nederzetting, maar ook kluizenaars vestigden zich rondom Qumran. Na een bloeiperiode van ongeveer 70 jaar werd Qumran verwoest door een aardbeving in het jaar 30 voor Chr. De sporen van deze aardbeving zijn ook nu nog zichtbaar in het bad in de nederzetting. Na de dood van Herodes (4 voor Chr.) en een onderbreking van 30 jaar werd Qumran opnieuw opgebouwd.
Afb. Qumran. Blik op de Grot nr. IV waar ongeveer 15.000 fragmenten van teksten werden gevonden.
45 In hoofdzaak was men uit op restauratie van de voorafgaande nederzetting. Ook deze nederzetting was geen lang leven beschoren. Voordat de Romeinen optrokken tegen Jeruzalem tijdens de eerste joodse opstand veegden zij het Jordaandal schoon. Zo werd Qumran in 68 na Chr. door het Xe Romeinse legioen veroverd. BIJ de opgravingen kwamen de Romeinse pijlpunten tevoorschijn. De bewoners moeten het dreigende onheil hebben zien aankomen. Voordat Qumran door de Romeinen verwoest werd waren de heilige rollen in de grotten in de omgeving verstopt. Eén van deze rollen zou pas in 1947 worden gevonden! Over de vraag wie de bewoners van Qumran zijn geweest is veel gespeculeerd. Vrijwel algemeen is men tegenwoordig van mening, dat de hier wonende sekteleden Essenen waren, die weliswaar niet in het Nieuwe Testament, maar wel bij Flavius Josephus, bij Plinius en bij Philo worden genoemd. Een strikte afwijzing van elke vorm van Hellenisering leidde tot vervolging van deze groep. Hierna trokken de Essenen zich terug in de woestijn om daar als de ‘zonen van het licht’ het nabije G’dsrijk te verwachten. Dat het leven in de woestijn met de nabijheid van G’d te maken heeft komt vaker in de Bijbel voor. Bij Hosea is de tijd, die Israël in de woestijn doorbracht, de verlovingstijd met de Eeuwige. Eerst na de vestiging in het cultuurland en de confrontatie met de Baäl valt Israël van de Eeuwige af. Johannes de Doper trekt zich terug in de woestijn en het diepzinnige verhaal over de verzoeking van Jezus verplaatst deze geschiedenis over taak en roeping van Jezus eveneens naar de woestijn De eerste teksten werden in 1947 toevallig gevonden door een herdersjongen, die een weggelopen geit wilde zoeken. In 1949, 1952, 1955 en 1956 werden na systematisch onderzoek van de grotsystemen langs de Dode Zee verdere rollen en fragmenten gevonden. Wie in de nederzetting van Qumran staat en over een wadi naar de steile rotsen in het westen kijkt, ziet onmiddellijk grot nr. IV. In deze grot werden ongeveer 15.000 fragmenten van teksten gevonden, die moeizaam gereconstrueerd moesten worden. Hieruit wordt
duidelijk welke immense arbeid de publicatie en uitleg van de teksten is. We kunnen de gevonden teksten in drie groepen indelen: 1. teksten van bijbelboeken en bijbelcommentaren; 2. andere religieuze teksten voor liturgie en studie; 3. teksten, die het leven in de gemeente van Qumran regelen. Een bezoek aan Qumran kan een goede indruk geven van de omgeving, waarin deze gelovigen leefden. De opgraving is goed geconserveerd, duidelijke borden wijzen de weg en tegenwoordig is er een restaurant met airconditioning! Allereerst beklimt men de toren aan de hoek van het hoofdgebouw, vanwaar men de hele opgraving kan overzien. Naast de gemeenschapsruimtes valt op welke grote rol de watersystemen in Qumran innamen. Met het blote oog zijn de waterleidingen, cisternes en (rituele) baden goed te herkennen. In de zuidoostelijke hoek van het hoofdgebouw bevond zich de werkplaats van de pottenbakker. Hier werden de kruiken gemaakt waarin de schriftrollen werden verstopt. Een deksel daarvan heeft als voorbeeld gediend voor de originele vorm van het Museum van het Boek in Jeruzalem, waar een aantal Dode Zeerollen worden bewaard. In het zuidelijk gedeelte van het gebouwencomplex bevond zich ook de grote gemeenschapsruimte, waar onder andere de (cultische) maaltijden plaatsvonden. Tuinbouw was mogelijk in het 3 km zuidelijker gelegen Enot Zuqim. Zoetwaterbronnen zorgden ervoor, dat de gemeente van Qumran economisch onafhankelijk was.
46
Afb. Qumran plattegrond. 1 Toren; 2 begin van het watersysteern; 3 cisternen en baden; 4 werkplaats van de Pottenbakker; 5 gemeenschapsruimten; 6 grote gemeenschapsruimte.
47 DODE ZEE De Dode Zee is 76 km lang en op het breedste punt 4 km breed. 398 meter onder de zeespiegel gelegen vindt men hier het diepste punt op aarde. Door natuurlijke processen en industriele werkzaamheden zijn er meerdere oost west verbindingen. Door de intense hitte gaat de verdamping zo snel, dat het zoutgehalte 30% bedraagt (normaal is 4%). Door deze zoutconcentratie is het mogelijk in het water te zitten en te liggen zonder onder te gaan. Het water voelt olieachtig aan. Aan de zuidkant van de Dode Zee is een belangrijke chemische industrie ontstaan. Potas en kaliumbromide worden hier bij Sodom in grote hoeveelheden gewonnen. Ook is opnieuw ontdekt, dat bronnen bij en water van de Dode Zee geneeskrachtig kunnen werken. Vooral bij de behandeling van de huldziekte psoriasis boekt men tegenwoordig successen. Het is aan te bevelen alleen daar te zwemmen, waar men de gelegenheid heeft tot een douche achteraf. Officiële badstranden aan de Dode Zee zijn te vinden bij Newe Zohar (met camping) en En Boqeq in het zuiden, bij En Gedi, en in het noorden bij Enot Zuqiin en bij het punt waar de weg langs de Dode Zee naar het noordwesten afbuigt, naar jeruzalem. In Newe Zohar bevindt zich het Belt Ha Yotzer, een museum over de industrie van de Dode Zee. Hete bronnen vindt men ten noorden van En Gedi. EN GEDI Oase aan de kust van de Dode Zee. Te midden van de indrukwekkende woestheid van de woestijn van judea en pal naast de troosteloosheid van de Dode Zee is de oase van En Gedi terecht beroemd geworden. De dadelpalmen en wijngaarden inspireerden de dichter van het Hooglied, waarin de geliefde vergeleken wordt met een tros hen nabloemen uit de wijngaarden van En Gedi. Reeds in het Chalkolithicum (4000-3150 v.Chr.) was er een tempel in En Gedi. Het allerheiligste bevond zich in het midden van de lange zijde. David vluchtte volgens 1 Sam 24 : 1 v. naar deze bergvesting. Maar een echte stad schijnt hier pas vanaf de zevende eeuw v. Chr. te hebben bestaan
(Tell Goren). En Gedl bloeide van de Hellenistische tijd tot aan de verovering door de Islam in de zevende eeuw na Chr. In 1949 werd er een Israëlische legerpost gevestigd, die later uitgroeide tot een kibbutz (1956). In het natuurreservaat klimt men langs de dicht begroeide oevers van de Nahal David naar de waterval en de poel. Vaak is de waterstand hoog genoeg, zodat men hier zwemmen kan. En Gedi beschikt over een hotel en een jeugdherberg. Tevens faciliteiten voor het zwemmen in de Dode Zee. Teksten: Joz. 15 : 62; 1 Sam. 24 : 1 v.; Hoogl. 1 : 14; 2 Kron. 20 : 2; Ez. 47 : 10
48 MASSADA (MEZADA) De ruim 400 meter hoge bergvesting van Herodes aan de westkant van de Dode Zee is één van Israëls beroemdste monumenten. Een betere beschutting dan dit 600 X 320 m grote hoogplateau boven op de steile rots is nauwelijks denkbaar. De eerste vestingwerken zijn waarschijnlijk door Alexander Janneüs uitgevoerd (103 76 v. Chr.). Later werd het door Herodes veroverd en omstreeks 30 v. Chr. met grote pracht en praal uitgebreid. Na een eerste bezoek in 40 v. Chr. schijnt hij er zelf echter niet meer geweest te zijn. Bij het begin van de joodse opstand in 66 na Chr. werd Massada veroverd door de Zeloten, de felste joodse opstandelingen, en het Romeinse garnizoen, dat na de dood van Herodes (4 na Chr.) hier zat, werd verdreven. Hoewel Jeruzalem reeds in 70 viel, duurde het nog tot 74 na Chr. voordat de Romeinse generaal Silva Massada kon heroveren. De belegering duurde bijna een jaar. De wijze waarop dit gebeurde heeft tot de legende van Massada geleid en tot het doortrekken naar de eigen, huidige beleving van de bedrei-
ging van de staat Israël: ‘Massada zal niet nog eens vallen’. Wij staan daarom bij de geschiedenis van de Romeinse verovering van Massada en de beschrijving daarvan door Flavius Josephus iets langer stil. De ruim negenhonderd Zeloten worden aangevoerd door Eleazar. De Romeinse generaal Silva legt een ringmuur om de berg heen, zodat niemand kan ontsnappen. Aangezien de enige toegang het smalle kronkelpad aan de oostkant van de berg is, wordt aan de westkant een geweldige dam gebouwd, die in staat zal zijn de belegeringswerktuigen tot aan de muren van de bergvesting te laten reiken. Wanneer de stormram echter door de muur heenbreekt, hebben de verdedigers al een tweede, daar achterliggende muur gereed: een houtconstructie, opgevuld met aarde, zodat de stormram de aarden muur alleen maar vaster stampt in plaats van kapotbeukt. Silva besluit nu de muur in brand te steken, maar in eerste instantie dreigt het vuur over te slaan op de Romeinse belegeringswerktuigen. Dan plotseling draait de wind en de muur vat vlam. Romeinen en joden zien dit als een G’ddelijk teken en belden weten, dat dit het einde is. De Romeinen besluiten de volgende ochtend definitief door te breken. ‘s Nachts probeert Eleazar in een gloedvolle rede zijn medeverdedigers ertoe te brengen zich niet levend aan de Romeinen over te geven. Zijn argumenten, dat zij besloten hebben niet de Romeinen, maar alleen G’d te dienen en dat daarom de vrijwillige dood beter is dan slavernij, krijgen geen algemene bijval. Een tweede rede gaat over de onsterfelijkheid van de ziel, de meerwaarde van de dood tegenover het leven. Hierop wordt besloten, dat niemand levend in de handen van de Romeinen zal vallen. Elke man doodt eigen vrouw en kinderen. Tenslotte worden er tien uitgeloot, die de overige mannen moeten doden. Van de tien overgeblevenen wordt er weer één uitgeloot, die de laatste negen doodt en tenslotte zichzelf. De Romeinen vinden de volgende morgen enige vrouwen, die zich verstopt hadden en aan het bloedbad niet hadden willen deelnemen. Maar
49 960 verdedigers hadden wel zelfmoord gepleegd. Dit dramatisch einde van de verdedigers van Massada werd tot een symbool voor de nieuwe staat Israël. De historische waarde van het bericht van Josephus is uitermate moeilijk te beoordelen. Tegenover het feit, dat inderdaad een collectieve zelfmoord heeft plaatsgevonden, staat de waarneming, dat de redevoeringen van Eleazar volledig Hellenistisch gemotiveerd worden. De waarde van de dood boven het leven, de ziel als gevangene van het lichaam, zijn niet bepaald joodse gedachten. Enige afstand tussen het vertelde en het gebeurde lijkt dan ook niet onwaarschijnlijk. Bron: Flavlus Josephus, De Bello, VII, 252 406. Massada kan op drie manieren bestegen worden: 1. Met de kabelbaan vanaf de oostkant. 2. Te voet over het slangenpad (oostkant). 3. Te voet over/langs de Romeinse dam aan de westkant. Het beste kan men de uitgestippelde routes volgen op de kaarten die bij het loket verkrijgbaar zijn. Hier zijn rond wandelingen met een verschillende tijdsduur aangegeven. Naast de plaats waar de Romeinen doorbraken, en waar men een fraai gezicht heeft op de belegeringsdam, ligt het Westelijk paleis (1). Het paleis had ruimten voor de mili¬taire bewaking,
een vleugel met keukens en voorraad¬ ruimten en een audiëntiegedeelte. Prachtige mozaïeken laten zien, dat het hier, midden in de woestijn van Juda, aan niets ontbrak. Het paleis had minstens twee verdiepingen. In noordelijke richting wandelend, komt men bi) de kapel uit de Byzantijnse tijd (2). Ook hier valt nog een schitte¬rend mozaïek te bewonderen. Verdergaande langs de muur belandt de bezoeker bij de synagoge (3), die naar Jeruzalem gericht is. Hier werden enkele bijbelhandschriften gevonden. De synagoge is één van de oudste die tot nog toe in Israël gevonden zijn. Rechts hiervan bevindt zich een gebouw, dat de toegang tot het noordelijk paleis bewaakte (4), met aansluitend geweldige langwerpige voorraadruimten (5). Iets verder naar het noorden ligt een zeer goed bewaard gebleven badhuis (6). Na de wandeling door de binnenhof komt de badgast in de kleedruimte (apodyterium). Deze geeft toegang tot het tepidarium (verwarmde rustruimte), waar het aangenaam lauw is. De dappere gast gaat naar rechts en komt in het koude bad (frigidarium), de minder moedige naar links en hij belandt in het caldarium, de sauna en het hete bad. Goed te zien is, hoe de warmte van de ovens onder de dubbele bodem werd geleid.
50 Het meest spectaculair is een bezoek aan het noordelijk paleis (7). Vroeger inwendig verbonden, ligt het nu tegen de steile noordspits van Massada aan en biedt vanaf zijn terrassen een onvergetelijk uitzicht over het maanlandschap naar het oosten en het woeste gebergte van Juda naar het westen. Vanaf het noordelijk paleis kan men de oostelijke muur naar het zuiden volgen en zo een indruk krijgen van de poort aan het einde van het slangenpad (10), van de woningen van de zeloten aan en in de ringmuur (1 l), van de bakkerij (12), van de rituele baden (13) en van de versterking aan de zuidelijke spits van de berg (14). Begint men hier aan de terugtocht, dan loont een afdaling in de gigantische cisterne (15) de moeite. Hoeveel slavenwerk er in een dergelijk bouwwerk gestoken werd, is de tot nadenken stemmende vraag, die bij een bezoeker kan opkomen, wanneer hij het hele terrein overziet en langs het luxueuze, door Herodes aangelegde zwembad wandelt (16).
Afb. Massada. Het ‘hangende’ paleis met zijn drie terrassen aan de noordelijke spits van de bergvesting.
51
JERICHO Jericho ligt op de Westelijke Jordaanoever, net ten noorden van de Dode Zee. De stad heeft de bijnaam “Palmenstad” en ligt erg laag: 260 meter onder zeeniveau. Onder de Oslo-Vredesakkoorden was Jericho de eerste stad die in 1994 door Israël werd overgedragen aan de Palestijnse Autoriteit. Net als Jeruzalem is Jericho al heel oud. Bij opgravingen ten noorden van de moderne stad zijn restanten van gebouwen gevonden die dateren van 6000 v. Chr. Jericho is daarmee een van de oudste steden ter wereld. Er zijn verdedigingsmuren uit de tijd van de Kanaänieten blootgelegd. Daar vlakbij staat de Oude Synagoge, versierd met een mozaïekvloer in de vorm van een kandelaar en de Hebreeuwse tekst ‘Vrede zij voor Israël’ (‘shalom al yisrael’). Uit de 8ste eeuw dateren de ruïnes van Hishams Paleis. De mooiste versieringen uit dit paleis zijn overigens niet meer hier te bezichtigen. Daarvoor moet je naar het Rockefeller Museum in Jeruzalem. BET SEAN (SCYTHOPOLIS) Bet Sean ligt 25 km ten zuiden van het Meer van Galilea. Als belangrijke Kanaänitische stad komt de plaats al voor in Egyptische teksten uit de vijftiende eeuw voor Chr. De sleutelpositie heeft de stad te danken aan haar ligging bij de
doorgang tussen de vlakte van Jizreël en het Jordaandal. De stad kon door de Israëlieten niet veroverd worden (Joz. 17 : 16). Het was lange tijd een Egyptische garnizoensplaats. Het lijk van koning Saul wordt door de Filistijnen en de met hen verbonden Kanaänieten aan de stadsmuur gehangen (1 Sam. 31). Pas in later tijd komt de stad onder Israëlitisch bestuur (1 Kon. 4 : 12). Na het verval in de koningstijd wordt zij weer opgebouwd in de Hellenistische tijd (33237 v.Chr.) onder de naam Scythopolis. Ze speelt in de Byzantijnse tijd (324-640 na Chr.) een rol als bisschopsstad. Het Mariaklooster uit die periode bevat een magnifiek mozaïek. Bet Sean werd in 639 door de Islam veroverd. In de twaalfde eeuw werd de stad beheerst door de kruisvaarders. Van de Ottomanen kreeg Bet Sean aan het begin van de twintigste eeuw een station op de route Damascus Halfa. Na
52 1948 behoorde de stad aan Israël. Tegenwoordig is het een vriendelijke plaats met iets meer dan 13.000 inwoners. Voor de huidige bezoeker wordt de Kanaänitische en Israëlitische stad gerepresenteerd door de indrukwekkende tell, de Romeinse periode door het schitterende theater, de Byzantijnse tijd door het mozaïek in het Mariaklooster. Belangrijke vondsten op de tell en de aansluitende necropool waren de Egyptische tempels met een verhoogde cella (opslagruimte). De antropoïde (mensachtige) sarcofagen vertegenwoordigden een in Israël zelden voorkomende vorm van teraardebestelling. Deze uit klei bestaande lijkomhulsels met gemodelleerde gezichten en schouders schreef men in eerste instantie toe aan de Filistijnen en men zag hierin een bewijs voor hun afkomst uit het Egeïsche gebied. Tegenwoordig is duidelijk geworden (vondsten in Deir el Balah), dat deze techniek van begraven directe verbindingen heeft met Egypte.
Het Romeinse theater behoort tot de best geconserveerde in Israël. Het is gebouwd in een halve cirkel. Te onderscheiden zijn de cavea, het trapsgewijs oplopende amfitheater voor het normale publiek; de binnenste halve cirkel voor belangrijke gasten (orchestra) en het toneel (proscaenium), dat aansluit op de binnenste halve cirkel. Het publiek kon door negen uitgangen (vomitoria) naar buiten. Een bezoek aan dit theater uit ongeveer 200 na Chr. is zeer de moeite waard. BET ALFA (HEFZI BAH) Kibbutz 9 km ten westen van Bet Sean. In 1928 werd op het terrein waar nu de kibbutz Hefzi Bah ligt een mozaïek ontdekt in de overblijfselen van een synagoge uit de zesde eeuw na Chr. De gebedshal met een apsis voor het bewaren van Afb. Romeins theater in Bet Sean.
53 de Thorarollen is georiënteerd naar Jeruzalem. Hier bestaat het mozaïek uit drie hoofdpanelen: een gedeelte met cultische symbolen, het middenstuk met de tekens van de dierenriem, en het onderstuk met een afbeelding van de offering van Isaak (Gen. 22). In het bovenste gedeelte staat de ark centraal: de bewaarplaats van de Thorarollen. Het dak van de ark wordt aan belde kanten geflankeerd door een vogel. Aan weerskanten van de vogels een brandende menorah. De ark zelf wordt beschut door twee leeuwen. Aan het dak hangt het eeuwige licht. Naast de ark is een shofar zichtbaar: de hoorn. Tevens een lulav, een jonge tak, speciaal gebruikt bij
het Sukkotfeest. Zo ook de etrog, de citrusvrucht voor Sukkot. Het cultisch symbool van de schep ontbreekt niet. In de binnenste cirkel van het middengedeelte staat de zonnegod centraal, die met zijn door vier paarden getrokken wagen langs de hemel trekt. In de buitenste cirkel staan de tekens van de dierenriem. Van bovenaf met de klok mee: Sartan (Kreeft), Teomim (Tweeling), Shor (Stier), Taleli (Ram), Dagim (Vissen), Dell (Waterdrager), Gedi (Steenbok), Kashat (Boogschutter), Aqrab (Schorpioen), Meoznayim (Weegschaal), Betulah (Maagd), Aryeh (Leeuw). In de vier hoeken worden de jaargetijden door middel van vrouwengestalten afgebeeld. Rechts boven: Tebeth (winter), links boven: Nisan (lente), links onder: Tammuz (zomer), rechts onder: Tishri (herfst). Het onderste paneel met de schildering van Genesis 22 laat links de knechten met de ezel zien,
die op Abraham en Isaak moeten wachten, daarnaast de ram met zijn hoorns in het struikgewas en de woorden ‘zie ... een ram’. Rechts is Abraham afgebeeld met Isaak, die op het altaar wordt gelegd. Abraham heft met de rechterhand het mes op. Boven de scène de goddelijke hand, die Abraham tegenhoudt: ‘strek niet uit. . .’ Het schitterende mozaïek wordt gewoonlijk als primitieve kunst geclassificeerd. Opvallend is de onbevangenheid waarmee heidense symbolen, die kennelijk geen strijdpunt meer zijn, worden verwerkt.
54 NAZARET De verwonderde vraag aan het begin van het Johannes evangelie ‘kan uit Nazaret iets goeds komen?’ (Joh. 1 : 46) weerspiegelt de geringe betekenis van Nazaret en Galilea in het algemeen. Nazaret komt niet voor in het Oude Testament. Het is de stad, waar Jezus opgroeide en waar hij in de synagoge preekte (Luk. 4 : 14 vv.). Hier werd hij bijna gedood (Luk. 4 : 29). De brede stroom van de christelijke traditie vertaalt de verhalen uit de evangeliën zo, dat Jozef en Maria eerst in Nazaret woonden (Luk. 1 : 26 vv.). Vanwege het keizerlijke bevel voor de volkstelling moesten ze Naar Betlehem, waar Jezus werd geboren (Luk. 2). De kindermoord in Betlehem door Herodes dreef hen naar Egypte, vanwaar ze later weer terugkeerden naar Nazaret. Hier groeide Jezus op als de zoon van de timmerman tot hij door Johannes werd gedoopt (Mark. 1 : 9). Nazaret is fraai gelegen in de heuvels van Galilea. Men heeft er een goed uitzicht over het omringende land. Het Arabisch-christelijk karakter van de stad straalt er aan alle kanten af. Overigens heeft Naza-
Sommige onderzoekers komen tot een andere historische rangschikking van de bijbelse gegevens. Hierbij zijn twee tegengestelde posities te vermelden. In Luk. 4 : 24 spreekt Jezus over Nazaret als zijn ‘vaderstad’. Hieruit wordt afgeleid, dat Jezus in werkelijkheid in Nazaret geboren werd en dat het verhaal uit Luk. 2 met de geboorte in Betlehem een theologische toepassing van de oudtestamentische profetie op Jezus is. Micha 5 : 1 verklaart dan de betekenis van Jezus. Ook de kindermoord door Herodes heeft dan een oudtestamentisch voorbeeld: Herodes wordt heel bewust geschilderd als de wrede farao uit Ex. 1 : 22, die alle jongetjes bij de Israëlieten laat doden. Volgens deze mening heeft Jezus dus zijn historische plaats in Nazaret en zijn de Bethlehem en Egypteverhalen theologische toepassingen. Een tegenovergestelde mening houdt de vermelding van Betlehem als geboorteplaats van Jezus voor historisch en laat ook Jozef en Maria daar vandaan komen. Er wordt dan op gewezen, dat het merkwaardig is, dat Jozef en Maria naar Egypte vluchten en niet naar Nazaret als ze daar vandaan komen. Voor mensen uit Juda was Egypte echter een traditionele uitwijkplaats. Hier is dus Betlehem historisch en komt Nazaret pas op de tweede plaats. Bij de eerstgenoemde mening krijgen de Betlehemverhalen dan hun theologische plaats en omdat zowel bij Johannes als bij Paulus de Betlehemtradities geen rol spelen.Alles is bijv. bij Johannes toegespitst op Galilea.
ret tot aan de tijd van Constantijn de Grote een sterk loods karakter gehad. Voor de pelgrimsteksten uit de Byzantijnse tijd was Nazaret niet zo belangrijk als Betlehem. Toch wordt er verscheidene malen melding gemaakt van verschillende kerken, vooral die boven de grot van de aankondiging van de geboorte. De belangrijkste bezienswaardigheid van Nazaret is de moderne basiliek van de annunciatio (aankondiging). De grote koepel domineert de stad. Nadat de kerk van de Franciscanen op dezelfde plaats in 1955 ingestort was, begon men aan de nieuwe basiliek te werken, die in 1966 klaarkwam. Het is de grootste kerk in het Nabije Oosten. Bij de bouw werd van de gelegenheid gebruik gemaakt opgravingen uit te voeren. Zo kunnen in de moderne basiliek ook delen van de kruisvaarderskerk bezichtigd worden. In het centrum leidt een trap naar het benedengedeelte: de grot van de aankondiging (Luk. l). Hier staat men in de apsis van de Byzantijnse kerk uit de vijfde eeuw na Chr. Op het niveau van de moderne basiliek vallen de wandversieringen op. Vele landen hebben hier een bijdrage geleverd in eigen stijl. Ook het bezoek van
55 paus Paulus VI is vereeuwigd. Iets ten noorden van de basiliek van de annunciatio ligt de kerk van Jozef. Hier plaatst de traditie de werkplaats van Jozef. De kerk uit het begin van de twintigste eeuw staat op de overblijfselen van een kruisvaarderskerk. Verder zijn kerken verrezen op de plaats waar men geloofde dat de synagoge waar Jezus preekte stond, ter herinnering aan de jeugd van Jezus en op de plaats waar Jezus voor het eerst na de opwekking met de discipelen zou hebben gegeten. Teksten: Mat. 2 23; 4 : 13; 21 : 11; Mark. 1 : 9; Luk. 1 : 26; 2 : 4, 39, 51; 4 16; Hand. 10 : 38; Joh. 1 : 45, 46.
Afb. Nazaret. Kerk van de Annunciatio. De moderne basiliek (1966) is één van de grootste kerken in het Nabije Oosten.
NES AMMIM De christelijke nederzetting Nes Ammim ligt in de kustvlakte van Noord Galilea, 5 km ten zuiden van Nahariyya. Deze moshav is in het begin van de jaren zestig ontstaan na een initiatief van voornamelijk Nederlandse zijde. Steungroepen bestaan ook in Zwitserland, Duitsland en de Verenigde Staten. De achterliggende gedachte van dit initiatief was het zoeken naar een nieuwe vorm van solidariteit met Jodendom en Israël na de verschrikkingen van de Holocaust. Sinds de stichting van de staat Israël is het Jodendom niet meer denkbaar zonder het thema ‘land’ erbij te betrekken. Vandaar dat gekozen werd voor een vorm van presentie in Israël zelf. De uitroeiing en vervolging van joden gedurende de tweede wereldoorlog was de verschrikkelijke climax van eeuwenlange vijandigheid van de kant van de christenen. Het symbool van het kruis was en is voor vele joden een teken van dreiging en dood. Dit gegeven was het tweede uitgangspunt: geen zending vanuit Nes Ammim, maar een door werk en samenleving zwijgend sprekende presentie. Allereerst werd een stuk grond gekocht. Vervolgens werd een memorandum aangeboden aan de Israëlische regering (december 1960). Hierin werd het doel van de nederzetting uiteengezet: ‘de stichting van een christelijke gemeenschap, die Israël dient met investering, economisch initiatief en technische kennis’. Israëli’s zouden van de nederzetting kunnen leren, dat er sprake is van een nieuwe christelijke houding ten aanzien van het Jodendom. Christenen zouden de verworvenheden en problemen van de joodse samenleving aan den lijve kunnen ervaren. De oppositie in Israël zelf tegen dit initiatief was groot en in 1963 volgde een uitdrukkelijke verklaring, dat Nes Ammim geen zending zou bedrijven. Daarop begon de bouw en groei van het dorp. Nes Ammim heeft zich langzamerhand zowel in economisch als ook in spiritueel opzicht een heel eigen plaats veroverd in de Israëlische samenleving. In 1975 werd het dorpscentrum geopend. Hiermee werd de mogelijkheid van Nes Ammim als gesprekscentrum te fungeren belangrijk ver-
56 groot. De wekelijkse rustdag en de daarmee verbonden kerkdienst vindt op zaterdag plaats na de Sjabbat. De dialoog is in de laatste jaren intensiever geworden, omdat van Nes Ammim ook een bijdrage verwacht wordt bij de pogingen tot verzoening tussen Arabieren en joden. Het Centrum voor ontmoeting en gesprek dat in Nes Ammim van start is gegaan, is van fundamenteel belang voor het dorp. Zeker ook voor de toekomst van Nes Ammim. Eerder ging de meeste aandacht uit naar de ontmoeting van christenen met het Jodendom zoals zich dat in de staat Israël manifesteert. Nes Ammim was daarnaast ook een diaconaal project dat economische steun aan Israël wilde verlenen en kennis wilde overdragen. In la-
tere jaren is de horizon van de joods-christelijke dialoog geheel veranderd. De situatie in het Midden Oosten is daarvan de belangrijkste oorzaak. Wij begrijpen dat die dialoog zich niet voltrekt op een onbewoond eiland. Daardoor veranderen de vragen. De Nes Ammim-beweging heeft dat goed begrepen. De belangrijkste hulp die we kunnen bieden is aan mensen de gelegenheid geven elkaar te ontmoeten om, naar we hopen, door elkaar van wederzijdse vijandsbeelden verlost te worden. De naam Nes Ammim is ontleend aan Jesaja 11: 10: ‘banier der natiën’, ‘wonder der volken’.
57
SAFED (TSFAT/ZEFAT) Zefat behoort tot de schilderachtigste stadjes van Israël. Hoog (850 meter) gelegen in de bergen van Galilea heeft het een heerlijk klimaat. Wie in de zomer eens een rit maakt van Tiberias over Rosh Pinna naar Zefat leert de koele berglucht van Zefat op de juiste waarde schatten. De stad ligt 36 km ten noorden van Tiberias, ruim 50 km ten oosten van Akko. Zefat is bekend als centrum van joodse studie en mystiek, tegenwoordig als kunstenaarskolonie. Het begin van de stad ligt in de Romeinse tijd. In de kruisvaarderperiode verwisselde het verschillende malen van eigenaar met als laatste bezitter de Mammelukse sultan Barbaras, die Zefat tot districtshoofdstad promoveerde. De grote dagen van Zefat moesten toen echter nog komen. In 1492 werden de joden uit Spanje verdreven en diegenen die zich in het Heilige Land vestigden, vonden voor het grootste gedeelte een woonplaats in Zefat. In de zestiende en zeventiende eeuw werd Zefat een centrum van joodse mystiek, de kabbala. De stad behoorde samen met Jeruzalem, Hebron en Tiberias tot de vier heilige steden van Palestina. Rampen troffen de stad in de achttiende eeuw,
een pestepidemie in 1742 en een aardbeving in 1769. Reeds voor de uitroeping van de staat Israël werd de stad belegerd door de Arabieren. Samen met een eenheid van de Palmach besloot ook de orthodoxe bevolking zich daadwerkelijk te weer te stellen tegen de belegering. Begin mei 1948 was de stad definitief in joodse handen. Ook de psychologische oorlogvoering speelde hierin een grote rol. In de turbulente tijd rondom het begin van de staat Israël kon elk gerucht van beslissende waarde zijn. De constructie van een primitief kanon, de Davidka, dat zeer veel lawaai, maar niet veel meer dan dat, produceerde, liet de belegeraars geloven, dat de joodse verdedigers over een atoombom beschikten! De stad beschikt over een aantal bezienswaardigheden, die de moeite van een stevige wandeling waard zijn. Op de citadel, het hoogste punt van de stad, heeft men een schitterend uitzicht over het omringende land. De citadel ligt in een park en borden vertellen de geschiedenis van deze strategische plek. Bij Kikar Hameginim begint de wijk met de oude synagoges. Het is een schilderachtig gedeelte van de oude stad. Te noemen zijn hier: De Abouhab synagoge met een beroemde thorarol, de uit de zestiende eeuw stammende synagoge, die naar Rabbi Mosche Alscheich genoemd werd, de beide Ari synagoges, zowel Sefardisch als Askenazisch, de Caro synagoge en de Halawan synagoge. Elke synagoge heeft zijn eigen verhaal en dan hangt het er ook nog vanaf wie het vertelt. Gemeenschappelijk is echter de sfeer van vrome
58 eenvoud en geleerdheid, die inde smalle straatjes en kleine ruimtes hangt. Ook de kunstenaarswijk, de galerijtjes en exposities zijn een ‘must’voor een bezoek aan Zefat.
Afb. Zefat Interieur van de Abouhab-synagoge in Zefat.
GOLAN/NIMROD De Golan hoogvlakte is een dreigend massief, dat in de geschiedenis vaak het decor is geweest van oorlogen. Het is een enorm blok van donkergrijze rots, dat hoog opreist boven het noordelijk deel van de Jordaanvallei. De Golan is zo een machtige, door de natuur geschapen vesting. Daardoor bevinden zich in dit gebied, dat als bufferzone tussen Israël en Syrië fungeerde, verschil-
lende bunkers, forten en burchten. Eén daarvan bezoeken we; de voormalige Syrische vesting van Nimrod. Het ligt 26 kilometer ten oosten van Kiryat Shmona. Het Nimrodford is een kruisvaardersvesting uit de 13e eeuw. Het biedt een spectaculair uitzicht op de berg Hermon, het Noorden van Galilea en de heuvels van Naphtali daarachter. Deze plaats stamt oorspronkelijk uit bijbelse tijden, maar kreeg zijn naam aan de Mammelukse sultan Baybars I (1260-1277). Negen torens zijn bewaard gebleven, naast een groot deel van de buitenmuur, een donjon en de gracht. BANYAS (CAESAREA PHILIPPI) Eén van de bronnen van de Jordaan bij de zuidelijke hellingen van de Hermon in het uiterste noorden van Israël. Omdat de brongrot in de Hellenistische tijd aan de god Pan was gewijd werd de streek Paneas genoemd. Dit werd in het
59 Arabisch bániás, de plaats zelf heette Paneion, de huidige naam. In 198 v. Chr. versloeg hier de Seleukide Antiochus 111 de Ptolemeeën, waardoor Palestina onder Syrisch bewind kwam. De zoon van Herodes, Filippus, maakte Paneion tot de hoofdstad van zijn tetrarchie. De naam werd Caesarea Philippi. Hier speelt de beroemde scène uit het evangelie naar Matteüs 16 : 13 vv. met de belijdenis van Petrus: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’ De stad was belangrijk omdat ze een station was op de handelsroute van Damascus naar het westen. Een uitbreiding van de stad had plaats onder Agrippa 11 (53-94 n. Chr.). Nu werd ze genoemd naar keizer Nero: Neronias. De brongrot van de Jordaan is door een aardbeving gedeeltelijk verwoest. De vraag naar de oorspronkelijke bronnen van de Jordaan werd ook al in de oudheid gesteld en Filippus trachtte door een experiment aan te tonen, dat de Jordaan in verbinding stond met Berekhat Ram, een vulkaanmeer op de Golan hoogtes (Fl. Josephus, De Bello, 3 : 512 v.). Zij hebben echter niets met elkaar te maken. Het huidige restaurant in Banyas was tot 1967 de Syrische officiersmess. Iets verderop kan men wandelen door een stuk oorspronkelijke vegetatie. Er is ook een zwemgelegenheid. Indrukwekkender dan een bezoek aan de grot is een tocht naar de waterval van Banyas. Men bereikt die door de weg terug te gaan van Banyas naar Qiryat Shemona. Na ongeveer 1,5 km volgt een afslag naar links, waardoor men op een parkeerplaats komt. Van hieruit kan men aan een
afdaling beginnen, die naar de waterval leidt. TELL DAN De bijbelse stad Dan werd volgens Richt. 18 : 7 vroeger Laïs genoemd. Onder die naam komt ze al voor in de Egyptische Vloekteksten. Het verhaal van Richt. 18 vertelt, hoe hier een heiligdom wordt opgericht met een gestolen godenbeeld. In zijn huidige versie is het zeker bedoeld om het heiligdom in diskrediet te brengen. Immers na de splitsing van het rijk stichtte Jerobeam 1 hier een
staatsheiligdom, dat samen met Betel moest concurreren met Jeruzalem. Het gewijde stierbeeld (1 Kon. 12 : 28 30) was oorspronkelijk zeker niet bedoeld als godenbeeld, maar als zetel voor de Eeuwige, net als de ark in Jeruzalem. Toch werd dit ‘gouden kalf ’ het symbool van de afval van het Noordrijk. Het gegeven is waarschijnlijk de achtergrond van het verhaal over het gouden kalf in Ex. 32 34. Als noordelijkste stad van het bijbelse Israël wordt het onderdeel van de geijkte grensbeschrijving: ‘van Dan tot Berseba’ (Richt. 20 : l; 1 Sam. 3 : 20). Bij een bezoek aan de Tell valt vooral de stadspoort uit de negende eeuw v. Chr. op. Uit dezelfde tijd is een heiligdom zichtbaar. De opgravingen tonen aan, dat de stad al in de Vroege Bronstijd bestond en gedurende de Midden Bronstijd tot een zwaar versterkte stad uitgroeide. Tell Dan ligt te midden van een schitterend natuurpark bij één van de bronrivieren van de
60
Jordaan. De weelderige vegetatie maakt grote indruk op de bezoeker. De Tell behoort tot de natuurreservaten in Israël. In de vlakbij gelegen kibbutz Dan bevindt zich het Beit Ussishkin, een museum waarin de natuurlijke historie, de flora en fauna van het betreffende gebied kunnen worden bestudeerd. Tevens oudheidkundige vondsten van de Golanhoogtes.
AKKO Akko aan het noordelijke einde van de baai van Haifa behoorde lange tijd tot de belangrijkste havens van Palestina. De naam komt al voor in de vloekteksten uit Egypte (negentiende eeuw v. Chr.), in de inscripties van Farao Thutmoses III, in de Egyptische correspondentie uit Amarna en in teksten uit Ugarit en Assyrië. Het OT bevestigt, dat Akko een Kanaänitische stad bleef (Ri. 1 : 31) en niet door de Israëlieten veroverd werd. De havenstad Akko, die het van de handel moest hebben, probeerde zoveel mogelijk zelfstandig te blijven. In het NT bezoekt Paulus de gemeente in Akko (Hand. 21 : 7). Wie Akko bezoekt, heeft met drie onderdelen te maken. Ten eerste de oude vestingstad Akko met bouwwerken, die voornamelijk uit de kruisvaarders en de Arabische periode stammen, ten tweede de moderne stad, die sterk gegroeid is sinds de stichting van de staat Israël. De oudste kern van Akko ligt echter verder naar het oosten. De ruïneheuvel, waar sinds enkele jaren opgravingen aan de gang zijn (M. Dothan, D. Con-
61 De kibbutz heeft een museum over de Holocaust (Documentation Center and Museum of the Holocaust and Resistance). Dit indrukwekkende museum is gewijd aan de gedachtenis van de dichter Yitzhak Kat Zenelson, vermoord in Auschwitz in 1944. Zijn in het Jiddisch geschreven ballade van het vermoorde joodse volk is één van de aangrijpendste poëtische stemmen over de Holocaust. Het museum is open op de normale tijden, ook op sabbat. Naast het museum bevindt zich een amfitheater voor herdenkingen. In de architectuur gaan nieuw (amfitheater) en oud (aquaduct) een zinvolle verbinding aan.
rad), draagt de naam Tel el Fukhar. Ook bekend onder de naam Napoleons Hill. Napoleon had hier zijn kamp tijdens de belegering van Akko. Grote bouwactiviteiten van Ahmed el Jazzar. Ahmed el Jazzar verdedigt Akko met succes tegen Napoleon. Ibrahim Pasha verovert Akko op de Turken. De Engelsen nemen Akko over. Akko wordt veroverd door de Israëli’s. Een wandeling door het oude Akko is alleen al de moeite waard vanwege het middeleeuwse karakter van deze stad. Een goede indruk van de bewogen geschiedenis van Akko geeft een bezoek aan: 1. de Jazzar Pasha Moskee; 2. Het stedelijk museum; 3. het onderaardse Akko van de kruisvaarders; 4. de Citadel; 5. de Khan; 6. de huidige haven. LOHAMEI HAGHETAOT Deze kibbutz (‘Ghettostrijders’) aan de kustweg langs de Middellandse Zee ligt 4 km ten noorden van Akko. De nederzetting werd gesticht door overlevende verzetsstrijders uit de ghetto’s.
ROSH HANIQRA Grenspunt van Israël met Libanon aan de Middellandse Zee, 10 km noordelijk van Nahariyya. Verder naar het zuiden stuit men vaak op een duinlandschap, hier wordt men echter direct herinnerd aan de Engelse kliffenkust. Steile, witte rotsen worden omspoeld door de diepblauwe zee. Vlakbij’ de grensovergang is een restaurant. Hier bestaat de mogelijkheid per kabelbaan af te dalen naar de grotten.
62 MEER VAN GALILEA Het liefelijke Meer van Galilea wordt in het Oude Testament het Meer van Kinneret genoemd (Joz. 13 : 27; 19 : 3 5; Num. 34 : 1 l; Deut. 3 : 17). Als Meer van Galilea komt het o.a. in Mat. 4 : 18 voor. De grootste lengte bedraagt 21 km, de breedte 12 km. De totale oppervlakte is 165 km. De diepte is 44 meter en het meer ligt ongeveer 208 meter onder de zeespiegel. Het is een visrijk water. Het bijbelse motief van de ‘storm op het meer’ (Mark. 4 :35 vv.) is een ook tegenwoordig optredend fenomeen. De valwinden vanaf de omringende gebergten kunnen het er danig laten spoken. MONTFORT Als Castellum Novum Regis in de twaalfde eeuw na Chr. door de kruisvaarders gebouwd. De gebruikelijke naam Montfort werd vervangen door Starkenberg, toen het kasteel in handen kwam van de Duitse ridders. Belegerd en verwoest door Saladin in 1187 werd het in de dertiende eeuw weer opgebouwd. Het einde kwam in 1271 toen de ridders na een Arabische belegering een vrije aftocht naar Akko kregen. Het kasteel werd verwoest. Tegenwoordig zijn nog te zien: een halfronde muur met een grote toren, die nog de oorspronkelijke hoogte van 18 meter heeft, de sporen van het 20 meter lange refuglum, een kapel, een keuken en andere dienstruimten.
KAFARNAÜM (KAPERNAÜM)
Kafarnaüm speelt een belangrijke rol in de Evangelieverhalen. Jezus verhuist erheen vanuit Nazaret (Mat. 4 : 13). In Kafarnaüm woonden zijn eerste leerlingen, Petrus en Andreas. Met Kafarnaüm als basis predikt hij in Galilea. De in de tweede eeuw v. Chr. gestichte stad was een grens en tolstation van Herodes Antipas. Deze moest na de dood van Herodes de Grote het noordelijke gebied delen met Filippus. Niet alleen in de Hellenistisch Romeinse tijd, maar ook in de Byzantijnse periode bloeide de stad. Ze verdween uit de geschiedenis na de Arabische verovering. Het terrein van het antieke Kafarnaüm is tegenwoordig een heilige plaats van de Franciscanen. Bij de opgravingen kwam een groep huizen te
63 voorschijn, waarvan één al in de tijd van Constantijn de Grote een bijzondere plaats had. Versieringen op de muren en een naderhand gelegde luxueuzere vloer geven aan, dat dit huis al vroeg als heilige plaats werd gebruikt. Na een uitbreiding van het complex in de vierde eeuw, wordt er in de vijfde eeuw na Chr. op dezelfde plaats een achthoekige kerk gebouwd. Resten daarvan zijn nu nog zichtbaar. Hoewel bij alle lokaliseringpogingen voorzichtigheid geboden blijft, moet gezegd worden dat de christelijke traditie, die hier het huis van Petrus plaatst, zeer oude papieren heeft. De tweede attractie van een bezoek aan Kafarnaum is de antieke synagoge. De 23 X 16,50 meter grote gebedsruimte is naar het zuiden, naar Jeruzalem gericht. Een fraaie zuilenrij laat ook nu nog Iets van de pracht van de synagoge zien. Een zuil draagt een inscriptie: ‘Herodes, zoon van Monimos en Justus, zijn zoon, richtten, samen met de kinderen, deze zuil op.’ Over de datering van deze synagoge is veel discussie. Het meest waarschijnlijk is echter een datum in de vierde eeuw na Chr. Op een wandeling over het terrein ziet men prachtige reliëfs op de restanten van deurstijlen etc.: palmen, urnen, cultische symbolen, davidster.
Een reliëf laat een wagen zien met grote wielen. De wagen zelf lijkt op de ark, waarin de wetsrollen worden bewaard. Deze afbeelding zou de oplossing kunnen zijn voor die synagogen die intussen in Palestina zijn gevonden, en waar geen bewaarruimte voor de Thorarollen kon worden ontdekt. Bij liturgische viering zou dan de wa-
gen met de wetsrollen naar binnen kunnen zijn gereden. Teksten: Mat. 4 : 13; 8 : 5; 11 : 23; 17 : 24; Marc. 1 : 21; 2 : l; 9 : 33; Luk. 4 : 23, 31; 7 : l; 10 : 15; Joh. 2 : 12; 4 : 46; 6 : 17, 24, 59. N.B. Kafarnaüm behoort tot de christelijke heilige plaatsen. Dit betekent, dat hier eigen normen worden gesteld aan de kleding van bezoekers. Bij vrouwen moeten schouders en knieën bedekt zijn, de mannen komen alleen met een lange broek binnen.
64 TABGHA (HEPTAPEGON ‘EN SHEVA’) Dit in de noordwestelijke hoek van het Meer van Galilea gelegen heiligdom heeft verschillende nieuwtestamentische tradities met elkaar verbonden. Allereerst lokaliseerde de vroege Christenheid hier het verhaal over de vermenigvuldiging van het brood en de vissen: de wonderbare spijziging (Marc. 6 : 30 44). Ook de Bergrede kreeg hier in het landschap zijn plaats (Mat. 5 7; Luc. 6). Tenslotte was men van mening, dat Petrus hier in ere hersteld werd volgens het beroemde verhaal van Joh. 21. In de vierde eeuw na Chr. nam de stroom pelgrims naar het Heilige Land enorm toe. Het Christendom werd staatsreligie en het voorbeeld van de moeder van keizer Constantijn, Helena, werkte inspirerend. Men ging in het landschap op zoek naar de wortels van geloof en bijbelse traditie en het is dan ook niet verwonderlijk, dat de kerken en heilige plaatsen als paddenstoelen uit de bodem rezen. Ook in Tabgha zijn de drie kerken, die herinneren aan de bovengenoemde verhalen, in eerste instantie afkomstig uit de vierde eeuw na Chr. In de kerk van de wonderbare spijziging ligt een schitterend mozaïek uit de vijfde eeuw. Vogels en planten staan hier bijeen in bonte mengeling. De lotusbloemen verraden invloed van de traditie.
Het was in de Hellenistische traditie al langer gebruikelijk het weelderige deltalandschap van de Nijl af te beelden. Maar de flora en fauna op het mozaïek geven óók de leefwereld van plant en dier rondom het Meer van Galilea weer. Een tweede mozaïek is betrokken op het verhaal van de wonderbare spijziging. Twee vissen aan weerskanten van een korf broden. Iets verder noordelijk ligt de kerk van de zaligspreking, terwijl de kapel van Petrus direct aan het meer ligt. De huidige kapel stamt uit de dertiger jaren. Hieronder liggen de restanten van een kerk uit de vierde eeuw.
65 GAMLA (GAMALA) Gamla wordt uitvoerig beschreven door Flavius Josephus (De Bello 4 : 1 vv.). De Hellenistische stad werd veroverd door Vespasianus. Een groot aantal verdedigers stierf in de slag; 5000 verkozen vrijwillig de dood boven Romeinse gevangenschap.
Gamla ligt op een steile, ontoegankelijke helling. De huizen waren terrasvormig boven elkaar gebouwd. De recente opgravingen legden o.a. een synagoge bloot van hetzelfde type als in Massada. Ook de stadsmuur is voor een groot deel zichtbaar. Om in Gamla te komen moet men eerst de helling van de tegenoverliggende berg afdalen, door het dal gaan en dan de helling naar Gamla zelf opklimmen. De klauterpartij wordt veraangenaamd door de op regelmatige afstanden aangebrachte tafels met de teksten uit Josephus. Zo leert men al wandelend! Een bezoek aan Gamla is spectaculair. Wel moet vermeld worden, dat de identificatie niet geheel zeker is.
Toekomst wijnbedrijven Golan Hoogte onzeker Met het aanbod van Israël’s premier Ehud Olmert’s aan Syrië om de Golan Hoogte over te dragen in een ‘vrede voor land’ vredesakkoord is de toekomst van de wijnbedrijven in dit gebied met 648 ha. wijngaarden uiterst onzeker geworden. De aandacht richt zich vooral op de Golan Heights Winery met internationaal bekende merken als Yarden, Gamla en Golan. Het bedrijf, met een capaciteit van 5,4 miljoen flessen per jaar, heeft met de introductie van kwalitatief zeer goede koshere droge wijnen Israël in de 80er jaren van het ‘zoete’ imago verlost. Speculation centers on a hope that Damascus might be open to a peace treaty that allowed the Golan Heights Winery and others to remain in operation on the plateau, perhaps under a longterm lease arrangement. (Bron: Decanter, 0611)
66 CAESAREA De havenstad Caesarea bloeide tijdens de Hellenistische, de Romeinse en de Byzantijnse periode, speelde een rol in de kruisvaarderstijd en werd daarna onder het zand bedolven. Tegenwoordig kan een bezoek aan de ruïnes verbonden worden met een stranddag. Caesarca is nu een Nationaal Park. In de vierde eeuw v. Chr. was er aan de baai een Fenicisch fort, de zgn. Stratonstoren. Hier stichtte Herodes de Grote ongeveer 20 v. Chr. de stad, die in de tijd van Jezus de residentie van de Romeinse stadhouder was en
daarmee bestuurscentrum van Palestina. Pontius Pilatus zetelde hier. Zijn naam is door een inscriptie vereeuwigd. Het verhaal over Petrus en de Romeinse centurion uit Hand. 10 speelt in Caesarea. Filippus woonde er (Hand. 21 : 8) en Paulus zat er gevangen voordat hij naar Rome gebracht werd (Hand. 23 : 23 26, 32). Na het neerslaan van de eerste joodse opstand werd Caesarea door Vespaslanus tot hoofdstad van de provincie Juda gemaakt. De officiële naam luidde nu Colonia Primo Flavia Augusta Caesariensis. De geestelijk leider van de
67 tweede joodse opstand, Rabbi Akiva, werd in Caesarea terechtgesteld. In de derde en vierde eeuw woonden beroemde christelijke geleerden in Caesarea: Origenes, de exegeet, en Eusebius, de kerkhistoricus. In 639 werd Caesarea door de Arabieren veroverd. Hierna was de rol van Caesarea feitelijk uitgespeeld. De kruisvaarders veroverden de stad in 1101 en richtten er een verschrikkelijk bloedbad aan. In de dertiende eeuw werd de stad nog haastig versterkt maar zij viel in 1265 weer in handen van de Islam. In de negentiende eeuw vestigde een groep moslims zich op de historische plaats. Zij vluchtten tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog in 1948. Vanaf de ingang komt men allereerst bij het Romeinse, in een halve cirkelvorm door Herodes gebouwde theater. Belangrijke verbouwingen vonden plaats in de tweede en derde eeuw. Zo kon het gebeuren, dat de steen met de inscriptie van Pilatus later gebruikt werd in de trap van het theater. De binnenste halve cirkel voor hoge gasten (orchestra) werd omgebouwd tot bassin zodat ook waterspelen in het theater konden plaatsvinden. Naar het noorden wandelend komt de bezoeker in het havengedeelte, omsloten door de versterkingen uit de tijd van de kruisvaarders. Direct ten oosten hiervan ligt een straat uit de Byzantijnse periode. Verdergaand in oostelijke richting stuit men op de sporen van een hippodroom, waar in de Romeinse tijd de wagenrennen werden gehouden. Gaat men van hieruit weer terug naar de Byzantijnsestraat en volgt men de weg langs de versterkingen van de kruisvaarders in noordelijke richting, dan stuit men op de synagogen. Zij tonen aan, dat er ook in de latere Byzantijnse tijd een belangrijke joodse gemeenschap in Caesarea was. Verder naar het noorden is een massieve Hellenistische toren zichtbaar. Deze is verbonden met de muren van een gedeelte van de haveninstallaties uit de tijd voordat Caesarea werd gesticht. Rechts hiervan moet ergens het grote amfitheater zijn geweest. Verder noordelijk en te voet via
een pad bereikbaar bevinden zich de twee grote aquaducten. Het aquaduct dat het dichtst bij zee staat is door Herodes gebouwd. Het werd naar de zeekant toe verbreed door Hadrianus. Het oostelijk gelegen aquaduct stamt uit de vierde eeuw. De aquaducten transporteerden het water vanaf de Karmel. Teksten: Hand. 8 : 40; 9 : 30; 10 : 1, 24; 1 21 : 8, 16; 23 : 23, 33; 25 : 1, 4, 6, 13.
TEL AVIV (JAFO, JOPPE) Een blik op deze geweldige metropool vanuit de lucht doet niet vermoeden, dat de stad pas in 1909 werd gesticht als voorstad bij het havenplaatsje Jafo/Joppe. Jafo werd totaal overvleugeld Jafo/Joppe was in oude tijden de enige haven aan dit gedeelte van de Middellandse Zeekust. Hieraan werd door Herodes de Grote een einde gemaakt met de bouw van Caesarea. Hoewel de stad al in de oude Egyptische teksten uit de vijftiende eeuw voor Chr. werd genoemd en daarna regelmatig opdook in de buiten-Bijbelse teksten was het nooit een Israëlitische stad. Jafo is het uitgangspunt voor de vertelling van de profeet Jona. In de latere tijd werd Jafo door de Makkabeeën
68
veroverd en ondanks enige wisselingen hoort het daarna tot het joodse gebied. Zo speelt Joppe/Jafo een rol in het Nieuwe Testament. Hier speelt het verhaal over de opwekking van Tabita (Dorcas) door Petrus (Hand. 9 : 36 vv.). Hij werd er door Simon, de leerlooier, gehuisvest (Hand. 9 : 43). Petrus verricht er zijn gebeden op het dak en krijgt dan het visioen over de Romeinse hoofdman Cornelius (Hand. 10 : 9 vv.). In de Byzantijnse tijd was Joppe een met onbelangrijke plaats. In de twintigste eeuw wordt Joppe tenslotte een voorstad van Tel Aviv. Tel-Aviv is geen fraaie stad. Het klimaat kan er drukkend zijn en op de bezoeker komt Tel Aviv lawaaierig en rommelig over. Tel Aviv heeft alle voor en nadelen van een snel gegroeide, hier en daar haastig gebouwde wereldstad. Jarenlang was Migdal Shalom, de grote wolkenkrabber aan het einde van de Allenby Road, het herkenningsteken van Tel Aviv. Wie nu vanaf Jafo/Joppe op Tel Aviv kijkt, ziet dat er verschillende gebouwen Migdal Shalom naar de kroon steken. Wie sfeer en mogelijkheden van Tel Aviv wil proeven, kan het beste een wandeling langs Ben Yehuda Street, Dizengoff Street, Dizengoff Square en Rothschildboulevard maken. Langs de strandboulevard bevinden zich de grote hotels. In verband met de politieke ontwikkelingen is de Nederlandse ambassade van Jeruzalem naar Tel Aviv verplaatst. Jafo/Joppe Een bezoek aan het fraai gerestaureerde Jafo/
Joppe is zeer de moeite waard. Jafo is een kunstenaarskolonie geworden met talrijke galeries. Vooral ‘s avonds heeft men een schitterend uitzicht op de lichten van Tel Aviv. Wanneer men de heuvel is opgewandeld, ligt op de top het Franciscaanse Petrusklooster. Tegenover de kerk ligt een klein opgravingveld met restanten uit de derde eeuw voor Chr. Vanaf de heuvel heeft men ook een goed uitzicht over de voormalige haven, met de Andromedarots. Reisverslagen maken duidelijk, dat het lang niet altijd een pretje was in Jafo/Joppe te landen. Het water bij de haven kan vrij woest zijn. Vlakbij de vuurtoren dacht men het huis van Simon de leerlooier te vinden. Een overzicht over alle periodes, waarin Jafo/ Joppe bewoond was, geeft het Oudheidkundig Museum. Tel Aviv in het noordelijk gedeelte van Tel Aviv, in de nabijheid van de grote hotels, beschikt de stad over een aantal stranden, waar het goed toeven is. Verder naar het zuiden, bij het park aan de kust, ligt het nieuwe dolfinarium met de daarbij behorende attracties. Stadsanering vindt vooral plaats aan de kuststrook en met wat weemoed ziet men hoe het oriëntaalse karakter wijkt voor het modern westerse. Op de hoogte van de Alleriby Street loont een bezoek aart de grote Shalom Mayer wolkenkrabber (Migdal. Shalom, Ahad HaAmstreet 9) de moeite. Van bovenaf heeft men een fraai uitzicht over de stad. Ook een bezoek aan de Israëlische pendant van Madame Tussaud, het wassenbeeldenmuseum, behoort tot de mogelijkheden in
69
dit gebouw. Niet ver van Migdal Shalom, aan de Alleriby Street, is ook de grote synagoge te vinden. Binnen loopafstand ligt aan de Rothschild Boulevard het Hagana museum, het legermuseum van Israël. Hier kan men zien hoe in enkele decennia de ondergrondse beweging van de Hagana uitgroeide tot een van de best getrainde en uitgeruste legers ter wereld. Een stuk verder naar het noorden ligt aan de Rothschild Boulevard het Mann Auditorium, de eigen concertzaal van het Israëlisch Filharmonisch Orkest, Israëls wereldberoemd exportartikel op muziekgebied. Gaat men van hier in westelijke richting, dan staat op King George Street 38 het Jabotinsky Instituut. Hier is niet alleen een museum gewijd aan deze militante zionist, maar hier liggen ook de archieven van een aantal extreme ondergrondse bewegingen en groepen tijdens de strijd om de onafhankelijkheid (Betar, Irgun, Lehi). Weer iets verder westelijk stuit men op het Museum voor de geschiedenis van Tel Aviv, Bialik Street 27. Vlakbij (nr. 22) ligt het Bialik museum, het huls van de grote schrijver Nachman Biailk. Een fraai kunstmuseum is het Tel Aviv Museum aan, de Shaul HaMelech Boulevard 27. Voor het HaAretzmuseumcomplex moet men verder naar het noorden, over de Yarkon heen. Maar daar vindt de bezoeker dan ook een glasmuseum, een keramiekmuseum, en een numismatisch (munten) museum bijeen. Daarnaast een planetarium. Bovendien liggen de opgravingen van Tell Qasile
op een steenworp afstand. Ook een tochtje langs en op de Yarkon hoort tot de mogelijkheden. Tenslotte moet de aandacht gevraagd worden voor een heel bijzonder museum: het Beth Hatefutsoth of het Nachum Goldmann Museum voor de Joodse Diaspora. Ook in Israel groeit nu een jeugd op, die steeds verder afstaat van de geschiedenis van de Joodse Diaspora. Het bestaan van Israël, door zijn stichters beleefd als een wonder, wordt als normaal beschouwd. Om de wortels van de joodse geschiedenis zichtbaar te maken besloot het Wereldcongres van het Zionisme in 1959 een museum te stichten gewijd aan, de Joodse Diaspora. In 1978 kon het museum op de campus van de Universiteit van Tel Aviv, in het noorden van de stad worden geopend. Bij de inrichting is men afgestapt van de traditionele opvatting, dat in een museum antieke voorwerpen thuishoren. Alles is gericht op de overdracht van levensomstandigheden toen naar nu. Gegroepeerd rondom thema’s als de joodse familie, de gemeente, het geloof, de cultuur, zijn eenheden ontstaan, waar elke bezoeker naar zijn eigen graad van interesse, kennis en nieuwsgierigheid verder vragen kan. Hij kan via de computeraansluiting verdere gegevens opvragen. Hij kan over een bepaald aspect films of diaseries laten draaien. Hij leert iets begrijpen van de spanning tussen het eerste beeld van de door Romeinse soldaten weggevoerde tempelvoorwerpen en de zevenarmige kandelaar, die aan het einde van de tentoonstelling terugkeert naar Israël.
Aantekeningen
70
Bronnen: (om een idee te geven) Bijbels handboek, deel 1, 2a, 2b en 3. The Jewish People in the First Century, Volume One and Two. Flavius Josephus, De Bello III, IV, VII Encyclopaedia Judaica, met jaarboeken. Encyclopeadia of Archaeological Excavations in the Holy land, Deel I-IV. Lonely Planet, Israel and the Palestinian Territories. DK Travel Guides, Jerusalem & the Holy Land. Pictorial Archive, Near Eastern History. Israel en de Westelijke Jordaanoever, werkboek vvoor Palestina-reizigers. Excursiegids Rome 2008, by E. von Dülmen Krumpelmann. Diverse internetsites. Foto’s komen uit eigen archief en van internet. Vele andere reisgidsen en vele andere boeken. V