Gemeentebestuur Peer t Poorthuis Zuidervest 2a 3990 Peer. Schepen Ruimtelijke Ordening Dhr. Steven Mathei

Gemeentebestuur Peer ’t Poorthuis Zuidervest 2a 3990 Peer Schepen Ruimtelijke Ordening Dhr. Steven Mathei Dienst Ruimtelijke Ordening Diensthoofd: Dhr. Fons Kenis Tel. 011 61 07 17 e-mail [email protected]

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT VERZOEK TOT RAADPLEGING GEMEENTELIJ K RUP Bokt

Gemee nte Pee r

TECHNUM N.V. Ilgatlaan 23 3500 HASSELT tel +32 11 28 86 00 fax +32 11 28 86 20 Contactpersoon: Jan Coppens e-mail: [email protected]

GEMEENTELIJK RUP BOKT SCREENING NAAR PLAN-MER-PLICHT

DOCUMENTINFORMATIE Titel

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT VERZOEK TOT RAADPLEGING

Ondertitel

GEMEENTELIJK RUP Bokt

Titel kort

Verzoek tot raadpleging Bokt

Opdrachtgever

Gemeentebestuur Peer

Documentnummer

H.137701

DOCUMENTGESCHIEDENIS Versie

Datum

1

2/12/2008

2

17/03/2008

Opmerkingen

Opmerkingen dienst BGP

DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID Auteur(s)

Jan Coppens

Documentscreener(s)

Nele Aerts/Francis Vansina

BESTANDSINFORMATIE Bestandsnaam

63-37700 /sr001jcp_Verzoek tot raadpleging.doc

Aanmaakdatum

02/12/2008

Laatste bewaring

15/07/2009

H.137701

1


2

INHOUDSTAFEL 1

ONDERWERP VAN HET VERZOEK TOT ADVIES .........................................................4

1.1

Doelstelling ................................................................................................4

1.2

Situering ....................................................................................................4

1.3

Ruimtelijke herbestemmingen VIA RUP .............................................................7

2

INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN VAN DE INITIATIEFNEMER .......................................9

3

OPMERKING VOORAF........................................................................................9

4

TOETSING PLAN-MER-PLICHT OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 4.2.6 §1,5° VAN HET D.A.B.M. .9

4.1 Kader voor vergunningen voor bijlage I en II projecten .........................................9 4.1.1 Industriële activiteiten .............................................................................9 4.1.2 Infrastructuurprojecten........................................................................... 10 4.1.3 Overige bestemmingen............................................................................ 10 4.2 5

Passende beoordeling ................................................................................. 10 HUIDIGE SITUATIE ......................................................................................... 12

5.1 Bestaande ruimtelijke structuur.................................................................... 12 5.1.1 Mesoniveau.......................................................................................... 12 5.1.2 Microniveau ......................................................................................... 14 5.2

Juridisch beleidsmatige situatie .................................................................... 16

5.3 Huidige toestand........................................................................................ 23 5.3.1 Bodem................................................................................................ 23 5.3.2 Water................................................................................................. 25 5.3.3 Fauna & Flora....................................................................................... 27 5.3.4 Landbouwtyperingskaarten....................................................................... 32 6

HET PLANGEBIED IN BEELD .............................................................................. 34

7

BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN ..................................................... 38

7.1

Doelstelling van het plan ............................................................................. 38

7.2 RUP Bokt: ruimtelijke herbestemmingen en randvoorwaarden ............................. 38 7.2.1 Behoefteraming bijkomende bedrijvigheid.................................................... 38 7.2.2 Ruimtelijke herbestemmingen in het RUP..................................................... 39 7.2.3 Randvoorwaarden voor de uitbreiding van het bedrijventerrein Bokt ................... 40 7.2.4 Ontsluiting........................................................................................... 42 7.3

Herbestemmingen rup: relatie met huidig bodemgebruik en gewestplanbestemming. 44

7.4 Inrichting plangebied .................................................................................. 45 7.4.1 Ruimtelijke uitgangspunten ...................................................................... 45 7.5

Balans van ruimtelijke bestemmingswijzigingen ................................................ 47

8

VOORAFGAANDE RELEVANTE PLANNINGSPROCESSEN EN STUDIES ............................. 48

9

ALTERNATIEVEN VOOR HET PLAN OF VOOR ONDERDELEN ERVAN ............................. 48

9.1

Nulalternatief ........................................................................................... 48

H.137701


9.2

3

locatiealternatieven ................................................................................... 48

10 BEOORDELING GRENS- OF GEWESTOVERSCHRIJDENDE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN.. 48 11 MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN ............... 48 11.1 screening naar betekenisvolle aantasting van de SBZ.......................................... 48 11.2 Mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan en screening naar significantie van de effecten ........................................................................................................... 52 12 BESLUIT...................................................................................................... 61

H.137701


4

Gemeentelijk RUP Bokt Gemeente Peer

Verzoek tot raadpleging

1 ONDERWERP VAN HET VERZOEK TOT ADVIES 1.1 DOELSTELLING Deze nota is de screening naar de Plan-MER-plicht voor het Gemeentelijk RUP “Bokt” te Peer. Het GemRUP “Bokt” wordt opgemaakt om een uitbreiding en reorganisatie van het bedrijventerrein Bokt in Peer mogelijk te maken. De nood aan uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Bokt is drieledig. Ten eerste is er de uitbreidingsbehoefte van de bedrijven op het bedrijventerrein zelf, ten tweede is er de uitbreidingsbehoefte van bedrijven op andere bedrijventerreinen in de gemeente Peer waar geen uitbreidingsmogelijkheden meer zijn en ten derde is er de nood aan herlokalisatie van bepaalde verspreidliggende bedrijven in Peer. Naast de uitbreiding van het bedrijventerrein wordt in het RUP ook de organisatie van de volledige bedrijvenzone bekeken met betrekking tot ontsluiting, parkeren, bufferstructuren en landschappelijke inkadering. De opmaak van een RUP voor de uitbreiding van het lokaal bedrijventerrein Bokt past in de visie van het goedgekeurd Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan1 van de gemeente Peer. In bindende bepaling 24 van het GRS is de opmaak van een RUP volgens de inrichtingsprincipes voor het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen opgenomen. Om de vooropgestelde doelstellingen te verwezenlijken wordt in het RUP de zone voor lokale bedrijvigheid in twee fasen ingesteld. De zone voor wegen bevat de bestaande en nieuwe wegen ter ontsluiting van de verschillende bedrijven. Zones voor parking worden afgebakend om gemeenschappelijk parkeervoorzieningen mogelijk te maken. Bufferzones en structurerend groen wordt ingetekend om de bedrijvenzone beter landschappelijk in te passen.

1.2 SITUERING De bedrijvenzone Bokt is gelegen ten noorden van de omleidingsweg (N73) rond het centrum van Peer aan het kruispunt met de Kiezel Kleine Brogel. Binnen het plangebied is de Industrieweg de belangrijkste ontsluitingsweg van de bedrijvenzone. Ten westen van de bedrijvenzone zijn woningen gelegen aan de Kwikstraat en de Populierenstraat.

1

GRS Peer, goedgekeurd op 23 februari 2006

H.137701


Figuur 1

Situering van het plangebied en de omgeving op een topografische kaart

H.137701

5


Figuur 2

Situering van het plangebied en de omgeving op een orthofoto

H.137701

6


Figuur 3

7

Situering van het plangebied en de omgeving op een stratenatlas

1.3 RUIMTELIJKE HERBESTEMMINGEN VIA RUP Het plangebied van het RUP “Bokt” heeft een oppervlakte van ongeveer 35 ha. De huidige bedrijvenzone heeft een oppervlakte van ongeveer 25 ha. Een groot deel daarvan (ca. 20 ha) is gelegen in industriegebieden en gebieden voor milieubelastende industrieën volgens het gewestplan. Door de BPA’s “Bokt” en “Zonevreemde bedrijven” werd de bedrijvenzone uitgebreid met in totaal ongeveer 5,5 ha. De bedrijven die momenteel aanwezig zijn in de bedrijvenzone zijn eerder lokale en kleinschalige bedrijven. Daarom wordt in het RUP een herbestemming naar “zone voor lokale bedrijvigheid” doorgevoerd. De overige delen van het plangebied zijn gelegen in landelijk woongebied (0,3 ha) en landschappelijk waardevolle agrarische gebieden (10 ha) volgens

H.137701


8

het gewestplan. Deze delen worden in het RUP herbestemd naar zone voor lokale bedrijvigheid om ruimte te creëren voor uitbreiding van bestaande bedrijven of voor vestiging van nieuwe bedrijven. In totaal wordt er 7,5 ha bijkomende zone voor bedrijvigheid afgebakend. De overige oppervlakte is bestemd voor zones voor wegen, buffer en parking. Ook in het bestaande bedrijventerrein worden dergelijke zone afgebakend in het RUP. Een deel van de zone voor parking wordt voorbehouden voor de inplanting van 2 -3 windturbines. Een gedetailleerde lijst van alle bestemmingswijzigingen wordt verder in deze nota uitgewerkt.

Figuur 4 Gewestplanbestemmingen in het plangebied

H.137701


9

2 INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN VAN DE INITIATIEFNEMER Gemeentebestuur Peer ’t Poorthuis Zuidervest 2a 3990 Peer e-mail: [email protected] Contactpersoon Diensthoofd Ruimtelijke Ordening: Dhr. Fons Kenis Tel. 011 61 07 17 e-mail: [email protected]

3 OPMERKING VOORAF In deze screeningsnota wordt ten behoeve van de beoordeling van de milieueffecten van het plan, gebruik gemaakt van kwantitatieve- en kwalitatieve gegevens inzake geplande ruimtelijke bestemmingen, die ontleend worden aan het RUP in zijn actuele stand van uitwerking (voorstudie). Naarmate het RUP verder wordt uitgewerkt kunnen deze gegevens uiteraard nog in zekere mate wijzigen. De principes en uitgangspunten van het RUP zoals geschetst in deze nota, zullen uiteraard onveranderd blijven. Ondermeer inzake de kwantificering van de verschillende planologische bestemmingen moet rekening gehouden worden met mogelijke beperkte wijzigingen in oppervlakte.

4 TOETSING PLAN-MER-PLICHT OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 4.2.6 §1,5° VAN HET D.A.B.M.2 Het plan dat het onderwerp is van deze screeningsnota is niet van rechtswege plan-MER-plichtig.

4.1 KADER VOOR VERGUNNINGEN VOOR BIJLAGE I EN II PROJECTEN Het plan vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 20043 opgesomde projecten. Dit wordt hierna afgetoetst aan de rubrieken van bijlage I en II van het Besluit, voor de activiteitengroepen/inrichtingen die via het RUP worden herbestemd.

4.1.1 Industriële activiteiten Het instellen van een “zone voor lokale bedrijvigheid” in het RUP, gaat niet gepaard met de vestiging van bedrijfsactiviteiten die opgenomen zijn in bijlage I of II van het besluit. Industriële activiteiten die opgenomen zijn in deze bijlagen zijn ondermeer: Geïntegreerde hoogovenbedrijven (Bijlage I); Installaties voor de winning, behandeling en verwerking van asbest (Bijlage I); Geïntegreerde chemische installaties (Bijlage I); Afvalverwijderingsinstallaties (Bijlage I); Industriële installaties voor de fabricage van papierpulp, papier of karton (Bijlage I); Installaties voor de opslag van aardolie, petrochemische of chemische producten (Bijlage I); Energiebedrijven (Bijlage II);

2

Decreet Algemeen Milieubeleid

3

Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage

H.137701


10

Productie en verwerking van metalen (Bijlage II); Minerale industrie (Bijlage II); Chemische industrie (Bijlage II); Voedings- en genotsmiddelenindustrie (Bijlage II); Textiel-, leder-, hout- en papierindustrie (Bijlage II); Rubberverwerkende industrie (Bijlage II). De drempelwaarden inzake MER-plicht voor industriële activiteiten die opgenomen zijn in bijlage I of II liggen relatief hoog. Veelal ligt de drempelwaarde op het niveau van productiecapaciteiten in de grootteorde van meerdere tientallen duizenden ton eindproduct per jaar. In de praktijk betreft het bedrijven die qua terreinoppervlakte en vergunningen, zich uitsluitend kunnen vestigen op regionale bedrijventerreinen. De ontwikkeling van de zone voor bedrijvigheid in Peer is enkel bedoeld voor bedrijven met een lokaal, kleinschalig karakter (KMO’s). De industriële activiteiten die opgenomen zijn in bijlage I of II van het besluit van 10 december 2004 komen niet overeen met dit lokale karakter. In afspraak met de stad Peer zal in de bouwvoorschriften voor de betrokken percelen van de zone voor bedrijvigheid de vestiging van industriële activiteiten uit bijlage I of II uitgesloten worden.

4.1.2 Infrastructuurprojecten Het instellen van zone voor lokale bedrijvigheid vormt geen kader voor: Industrieontwikkeling met een oppervlakte van 50ha of meer. (Bijlage II, rubriek 10) De totale oppervlakte van de zone voor bedrijvigheid in het RUP bedraagt ca 27 ha. Het instellen van zone voor parking - windmolens betreft geen kader voor: Installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie voor zover de activiteit betrekking heeft: a. op 20 windturbines of meer, of b. op 4 windturbines of meer, die een aanzienlijke invloed hebben of kunnen hebben op een bijzonder beschermd gebied. Het plangebied is gelegen in het Vogelrichtlijngebied “Bocholt, Hechtel-Eksel, Meeuwen-Gruitrode en Peer”. Echter in de zone voor parking - windmolens, zoals afgebakend in het RUP is slechts ruimte voor maximaal drie windturbines. In het huidige inrichtingsplan voor de zone, worden momenteel 2 windturbines voorzien.

4.1.3 Overige bestemmingen Ook het instellen van “zone voor buffer”, “zone voor parking” of “zone voor wegen” vormt geen kader voor activiteiten die opgenomen zijn in Bijlage I of II van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

4.2 PASSENDE BEOORDELING Het plangebied situeert zich volledig in een Speciale Beschermingszone (Vogelrichtlijngebied “Bocholt, Hechtel-Eksel, Meeuwen-Gruitrode en Peer”) (Figuur 5). In een screening naar betekenisvolle aantasting van het Vogelrichtlijngebied wordt nagegaan of de opmaak van een passende beoordeling vereist is. (paragraaf 11.1) Het habitatrichtlijngebied “Vallei- en brongebied van de Zwart Beek, Bolisserbeek en Dommel met heide en ven-gebieden” (BE2200029) ligt ongeveer 1000 m ten westen van het plangebied. Gezien er geen directe impact is op de SBZ (habitatverlies) en gezien er geen indirecte impact op het functioneren van de SBZ-H (impact op waterrelaties, emissies) is, kan er besloten worden dat er geen significante impact van de realisatie van het plan op het betrokken habitatrichtlijngebied zal zijn.

H.137701


Figuur 5

11

Overzicht Speciale Beschermingszones in de omgeving van het plangebied

H.137701


12

5 HUIDIGE SITUATIE 5.1 BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 5.1.1 Mesoniveau De stad Peer situeert zich in het midden van de Limburgse Kempen. Samen met Hechtel-Eksel, Overpelt en Bree vormt Peer één van de meest noordelijk gelegen kernen op het Kempisch plateau. Binnen de provincie Limburg vormt Peer, samen met Hechtel-Eksel een meer landelijke overgangszone tussen de dichtere bebouwingsconcentraties van enerzijds de zuidelijkere agglomeratie Hasselt-Genk en anderzijds de noordelijke polen Overpelt, Neerpelt en Lommel. De bebouwing van de stad Peer kenmerkt zich eerder door een aantal kleinere kernen (Wijchmaal, Linde, Wauberg, Grote-Brogel, Kleine-Brogel). Ook naar de industriële functies is de zone Peer/Hechtel-Eksel eerder een overgangszone tussen de meer ontwikkelde tewerkstellingspolen van Midden-Limburg en het noorden van de provincie. Het bedrijfsleven van Peer heeft zich voornamelijk ontwikkeld op een drietal locaties: De zone Bokt ten noorden van het centrum van Peer De zone Panhoven ten noordoosten van het centrum van Peer De zone Laarderheide, aan de Baan naar Bree in Grote-Brogel De industriezone Bokt is gelegen ten noorden van de omleidingsweg rond het centrum van Peer aan het kruispunt met de Kiezel Kleine Brogel.

H.137701


Figuur 6

Bestaande ruimtelijke structuur deelkern Peer centrum

H.137701

13


14

5.1.2 Microniveau Op het gewestplan is de bedrijvenzone “Bokt” voor een groot deel ingekleurd als gebied voor milieubelastende industrieën. Dit type bedrijven komt echter niet voor in de zone. Bokt is een zone die historisch gegroeid is en waarbinnen men zowel grotere bedrijven als ook kleine zelfstandigen kan terugvinden. Er werd in het verleden nooit een visie gevolgd wat de aard van de aan te trekken bedrijven betrof. Qua tewerkstelling ligt het accent van de zone op schrijnwerkerij, meubelmakerij en interieurbouw. Uit een analyse van de eigendomssituatie blijkt dat er een groot aantal eigenaars is in het gebied. Slechts een vijftal eigenaars beschikken over 2,5 ha of meer. 7

10 9 6

2

1

8

Figuur 7 Eigendomssituatie Bokt Over het totale terrein is er ook een grote diversiteit aan gebouwen. De grootste gebouwen zijn te vinden langs Kiezel Kleine Brogel. Elk bedrijf beschikt bovendien over zijn eigen parkeervoorziening, groenaanleg en opslagruimte. En een aantal bedrijven beschikken ook over een eigen reserveruimte. Samen met de grote variatie aan materialen, vormentaal,… zorgt dit voor een rommelige uitstraling.

H.137701


15

Figuur 8 Zwart-witanalyse van de bestaande gebouwen in het plangebied en de omgeving

H.137701


16

5.2 JURIDISCH BELEIDSMATIGE SITUATIE Thema

Relatie tot het plan

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen4

De stad Peer ligt volgens het RSV in het buitengebied. Dit betekent dat de essentiële functies (landbouw, natuur, bosbouw, wonen en werken op niveau van het buitengebied) prioritair zijn. In het buitengebied primeert de open (onbebouwde) ruimte. In Peer werden geen gebieden met economische activiteiten van Vlaams belang geselecteerd. Op het grondgebied van Peer komen volgens het RSV geen hoofdwegen voor. De N73 werd wel geselecteerd als primaire weg II. Dat wil zeggen dat hij op Vlaams niveau een verzamelende functie heeft.

Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg5

Volgens het PRSL behoort Peer tot de “Vlakte van Peer”, een belangrijk agrarisch en open gebied. Landbouw blijft er de belangrijkste functie. Verweving met kleinschalig toerisme en recreatie is mogelijk. Natuurontwikkeling gebeurt hoofdzakelijk langs de belangrijke beken; Peer is als structuurondersteunende gemeente centraal in het gebied gelegen. Het heeft als historisch Loons stadje een aantrekkingskracht op de omgeving en is goed uitgerust. Bijkomende hoogdynamische ontwikkelingen worden niet gestimuleerd. In het Ruimtelijk Structuurplan van de provincie Limburg wordt met betrekking tot bedrijventerreinen, zoals het bedrijventerrein Bokt, de volgende visie geformuleerd. Vooreerst hebben de kleinstedelijke gebieden en alle gemeenten van het buitengebied de mogelijkheid om een lokaal bedrijventerrein te ontwikkelen voor het herlokaliseren van (zonevreemde) bedrijven die binnen de gemeente voorkomen. Daarnaast heeft Peer als structuurondersteunende gemeente van het buitengebied ook de mogelijkheid een bijkomend lokaal bedrijventerrein voor nieuwe bedrijven te ontwikkelen. Belangrijk is dat het bijkomend lokaal bedrijventerrein aansluit op het structuurondersteunend hoofddorp. Als richtinggevend cijfer voor de mogelijke ontwikkeling van beide bedrijventerreinen wordt telkens 5 ha vooropgesteld. Deze totale oppervlakte van 10 ha geldt echter voor het volledige grondgebied van de gemeente Peer.

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan6

Het plangebied is volgens het GRS gelegen in de deelruimte “suburbaan woongebied Peer Wijchmaal”. Deze deelruimte kan beschouwd worden als dichtst bebouwd en meest intensief ontwikkeld van de drie deelruimten in Peer. De hoge dynamiek rond wonen, voorzieningen, verkeer en bedrijvigheid in dit gebied vraagt een aanpak die zich eerder richt op de urbane ontwikkeling en de behoefte die gesteld wordt vanuit de woonsituatie. Binnen de gewenste ontwikkeling van het structuurondersteunend hoofddorp Peer-centrum wordt ook een visie gegeven op de bedrijventerreinen van Bokt en Panhoven. Deze bedrijven zullen zich naar de toekomst toe profileren als hedendaagse en goed ingerichte terreinen. Het bedrijventerrein Bokt kan ruimtelijk uitbreiden in noordelijke en westelijke richting. In

het

richtinggevend

deel

van het GRS Peer worden

de volgende

4

Het RSV werd als beleidsdocument goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 23.09.1997, gedeeltelijk herzien en definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 12.12.2003. 5

Goedgekeurd door Ministerieel Besluit op 12 februari 2003.

6

goedgekeurd op 23 februari 2006

H.137701


Thema

17

Relatie tot het plan uitgangspunten vooropgesteld:

voor

ontwikkeling

van

een

nieuw

bedrijventerrein

steeds aansluiten aan reeds bestaande bedrijventerreinen omwille van beperkt ruimtebeslag en gebruik van bestaande ontsluitingsmogelijkheden, streven naar een hogere bezettingsgraad / tewerkstelling, meer samenwerking tussen bedrijven (parkeerplaatsen, gemeenschappelijke ruimten, …), bestaande bedrijventerreinen saneren en – in samenwerking met de bedrijven – de landscaping verbeteren, een duidelijk hiërarchie van wegen, verkeerscirculatie en ontsluiting naar de primaire weg II (N73) bij verdere ontwikkeling rekening houden met de landschappelijke structuren, streven naar 20% groene buffer naar omliggende functies als wonen,… in de toekomstige uitbreidingsgebieden in eigendom van de gemeente, sterke integratie naar het omliggend landschap met respect voor de landschappelijke structuren en elementen, rekening houden met mogelijkheden omtrent integraal waterbeheer. In het bindend deel stelt het GRS: Bepaling 10: selectie van uit te breiden bedrijventerreinen. Volgende bedrijventerreinen worden uitgebreid: Bokt, Wijchmaal, Laerderheide (voor herlocatie van lokale, grondverwerkende en afbraakbedrijven). Bepaling 24: RUP uitbreiding lokaal bedrijventerrein Bokt. De gemeente stel een RUP op voor de uitbreiding van het lokaal bedrijventerrein Bokt volgens de inrichtingsprincipes van nieuwe bedrijventerreinen. Binnen de nederzettingsstructuur wordt de lintbebouwing ter hoogte van het industriegebied Bokt geselecteerd als woonlint nr. 28 Kwikstraat. Het beleid voor woonlinten richt zich voornamelijk op het ruimtelijk inpassen in het landschap, het verbeteren van de verkeersleefbaarheid en het inpassen in bestaande infrastructuren. De hoofdfunctie van woonlinten is wonen. Gewestplan (Figuur 4)

Het plangebied is gelegen op het gewestplan Neerpelt-Bree (nr. 18). Op het gewestplan vinden we, binnen de afbakening van het plangebied, milieubelastende industrieën, industriegebieden, landelijk woongebieden, agrarische gebieden en landschappelijk waardevolle agrarische gebieden.

BPA (Figuur 9)

In het plangebied zijn twee BPA’s van toepassing. De bedrijvenzone Bokt werd uitgebreid in het BPA “Bokt” (04/05/1999). De doelstellingen van dit BPA waren: de nood aan een volwaardig bedrijventerrein in te vullen, uitbreidingsmogelijkheden bieden aan een bestaand bedrijf, scheppen van kwalitatieve bedrijfskavels voor lokale bedrijven in een groene omgeving en om zonevreemde bedrijven een mogelijkheid bieden tot herlocatie. Dit BPA bestaat uit een noordelijk deel en een westelijk deel. Het noordelijk deel werd opgenomen als uitbreidingszone voor een bestaand bedrijf. Het westelijk deel is gelegen aan de Populierenstraat. Het BPA “zonevreemde bedrijven” (17/08/2001) is ondermeer van kracht in het westelijk deel van het plangebied. Het zonevreemde bedrijf daar, sluit aan bij de bedrijvenzone “Bokt”. De bedrijfsactiviteiten zijn opslag van containers, zand, grond, teelaarde e.d. en het bedrijf neemt een grote oppervlakte in, maar er zijn geen bedrijfsgebouwen. Er was vooral een grote visuele en geluidshinder naar de omgeving toe, door het grondverzet en de stockage van containers en grondhopen. Het bedrijf heeft het perceel ten westen binnen het BPA “Bokt” in handen en heeft daar een loods neergezet. Voor de opslag is

H.137701


Thema

18

Relatie tot het plan echter nog bijkomende ruimte nodig die niet beschikbaar is binnen het BPA “Bokt”. Het bedrijf wordt opgenomen in het BPA “Zonevreemde bedrijven” omdat: het een zonevreemd bedrijf is, een lokaal bedrijf is, de invloed op de globale ruimtelijke structuur van de gemeente minimaal is gezien de beperkte oppervlakte van de zone, de categorisering stelt dat er beperkte ontwikkelingsmogelijkheden zijn voor bedrijvigheid op deze locatie. De voorwaarde is wel dat er een degelijke landschappelijke inkleding van het bedrijf komt zodoende dat het bedrijf te integreren is in zijn omgeving. Ook wordt er aangedrongen op een efficiënt gebruik van de terreinen.

Speciale Beschermingszones

Het plan bevindt zich volledig binnen de grenzen van het vogelrichtlijngebied BE2217310 “Bocholt, Hechtel-Eksel, Meeuwen-Gruitrode en Peer”. Dit vogelrichtlijngebied ligt in het noorden van de provincie Limburg en heeft een aaneengesloten oppervlakte van in totaal 9867 ha. Het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied “Vallei- en brongebied van de Zwarte Beek, Bolisserbeek en Dommel met heide en ven-gebieden” (BE2200029) bevindt zich zo’n 1000 m ten westen van het plangebied. Voor de situering van het plangebied ten opzichte van de SBZ wordt verwezen naar Figuur 5.

VEN-gebieden (Figuur 10)

Het plangebied is niet gelegen in het VEN. Ten westen bevindt zich wel de Grote Eenheid Natuur “De Bolisserbeek-Dommel” (800m).

Beschermde landschappen, monumenten en dorpsgezichten (Figuur 11)

Het plangebied is niet gelegen in een beschermd landschap, dorps- of stadsgezicht. Er zijn ook geen beschermde monumenten aanwezig. Het dichtstbijzijnde beschermde landschap is “De Dommel- en Bolisserbeek” gelegen ca 750m ten westen van het plangebied. Beschermde monumenten in de omgeving van het plangebied zijn de hoeve met beschermd dorpsgezicht aan de Voortstraat (700m), de langgestrekte hoeve in de Molhemstraat (850 m), en de beschermde monumenten in het centrum van Peer zoals afspanning “De Scherpe Steen”, de Sint-Trudokerk en het oude stadhuis (600 m).

Landschapsatlas (Figuur 11)

Het noordelijk deel van het plangebied is gelegen in de relictzone “Oude landbouwlandschappen langs de Dommel” en de ankerplaats “Valleien van Dommel en Bolliserbeek tussen Wijchmaal, Peer en Kleine Brogel”. De relictzone omvat een verzameling oude landbouwgehuchten en landbouwlandschappen langs en tussen de valleien van de Dommel en Bolisserbeek. Er zijn geen punt- of lijnrelicten aanwezig binnen de afbakening van het RUP. In de omgeving zijn de Dommel en de stadsrand van Peer zijn wel aangeduid als lijnrelict (800 m).

Archeologische waarden

Volgens de Centraal Archeologische Inventaris (Figuur 12) zijn er geen gekende archeologische waarden bekend in het plangebied. In de omgeving van het plangebied zijn echter wel verschillende archeologische vondsten weergegeven in de CAI. Ten zuiden van het plangebied ligt het historische centrum van Peer. Volgende elementen zijn opgenomen in de inventaris: inventarisnummer 51555 (Sint-Trudokerk): preromaanse kerk (ca. 1070) waarvan de kerktoren deel uitgemaakt zou hebben van de

H.137701


Thema

19

Relatie tot het plan stadsversterking; inventarisnummer 51827 (Burcht): restanten van een burcht op een veld tussen de Nieuwpoort en het Sint-Lambertuscollege. De burcht zou ouder zijn da stad zelf (ca. 1367) en zou omstreeks 1600 reeds een ruïne zijn. De grachten waren toen nog zichtbaar. Rond 1502 werden er herstellingen uitgevoerd, vermoedelijk werd de burcht in 1483 verwoest. inventarisnummer 51118 (Centrum 1): Losse vondst van een halve, gepolijste bijl uit het Midden-Neolithicum. inventarisnummer 51119 (Centrum 2): Losse vondst van een bijl uit de prehistorie. Ten noordwesten van het plangebied licht het gehucht Mollem en de vallei van de Dommel. In deze omgeving zijn verscheidene prehistorische vondsten uit de Steen-, Brons- en Ijzertijd gedaan. Volgende elementen zijn opgenomen in de omgeving van het plangebied: inventarisnummer 50028 (Molhem 1): twee grafheuvels uit de Ijzertijd (mogelijk Steentijd) en sporen van een haard uit de oude Steentijd. inventarisnummer 50029 (Molhem 2): twee grafheuvels uit de Bronstijd en Ijzertijd met een kist van vlechtwerk en een urne met crematieresten. inventarisnummer 517161 (Schansheide): grafheuvels uit de Bronstijd, 5 heuvels omringd door wal en gracht, de andere enkel omringd door een gracht. inventarisnummer 56360 (De Kleine Bijlever): 3 crematiegraven uit de Midden-Romeinse Tijd inventarisnummer 60022 (Schans van Hoksent) verdedigingselement uit de 16e eeuw.

Windplan Vlaanderen

Het windplan Vlaanderen behelst een onderzoek naar mogelijke locaties voor windturbines. Op basis van ruimtelijke analyse wordt het Vlaamse landschap onderverdeeld in 4 klassen. Gebieden in klasse 0 (rood, paars, beige) komen niet in aanmerking voor de toepassing van windenergie en worden dus uitgesloten. Gebieden in klasse 1 t.e.m. klasse 3 komen wel in aanmerking voor het inplanten van windturbines, al dan niet met bijkomende voorwaarden. Het bedrijventerrein Bokt is deels gelegen in woonbuffer7 (donkerrood), deels in categorie 0 omwille van de aanwezige woningen (rood) en deels in vogelrichtlijngebied (paars). Het betreft hier echter vogelrichtlijngebied van klasse 2, waarbij enkel bepaalde biotopen (zoals houtkanten, houtwallen, plassen, …) beschermd zijn. In vogelrichtlijngebied klasse 2 is er mogelijk wel ruimte voor windenergie8.

7

In het windplan werd rekening gehouden met een 250m brede negatieve buffer rondom de woonzones. Een buffer van 250m is echter een zeer ruime buffer en geldt dus ook voor zeer grote windturbines. De voorgestelde buffers zijn geen garantie. Een berekening van geluidscontouren uitgaande van het bronvermogen van de turbine en een berekening van de slagschaduw kunnen over mogelijke hinder meer uitstel geven. Het gekozen type windmolen speelt dus ook een niet onbelangrijke rol. 8

Het aanduiden van een gebied als VRL gebied betekent niet dat er in het gebied helemaal niets meer mogelijk is. Nieuwe projecten in het kader van volksgezondheid en publieke veiligheid of activiteiten met positieve gevolgen voor het milieu kunnen doorgaan – mits goedkeuring van de Europese Commissie.

H.137701


1.

BPA Bokt, 04/05/1999

2.

BPA Zonevreemde bedrijven, 17/08/2001

3.

BPA Aan de Kerkhoef, 21/06/1999

4.

BPA Rustoord, 10/09/1996

5.

BPA Esmeralda, 12/07/1999

6.

BPA De Roshaag, 04/09/1985

7.

BPA Panhoven uitbreiding 04/12/1985

8.

BPA Kloosterbosstraat, 24/10/1990

9.

BPA Statieplein, 30/06/1997

10. a. BPA Burkel, 23/03/1981 b. BPA Burkel, 03/02/1989 c. BPA Burkel, 04/03/1997 11. BPA Selleveld, 03/10/1996 12. BPA Buitengebied Dommelvallei, 30/06/1994

Figuur 9

20

Overzicht van de BPA’s in de omgeving van het plangebied

H.137701


Figuur 10 VEN-gebieden in de omgeving van het plangebied

H.137701

21


Figuur 11

Landschapsatlas

H.137701

22


Figuur 12

23

Centraal Archeologische Inventaris

5.3 HUIDIGE TOESTAND In onderstaande paragraaf wordt de huidige toestand van het plangebied besproken, voor zover dit nog niet werd vermeld in voorgaande paragrafen “Bestaande ruimtelijke structuur” en “JuridischBeleidsmatig deel”. Aspecten die hier achtereenvolgens aan bod komen zijn; bodem (samenstelling en gebruik), water, fauna & flora, ecosysteemkwetsbaarheid. De huidige toestand zal hierbij voornamelijk aan de hand van kaartmateriaal beschreven worden.

5.3.1 Bodem Bodemgebruik; Het bodemgebruik in het plangebied wordt voornamelijk bepaald door de bestaande bedrijvenzone. De bestaande bedrijven hebben een eerder lokaal karakter maar er is een grote variatie in perceels- en bedrijfsgebouwgrootte. Bedrijfsactiviteiten die voorkomen in het plangebied zijn zandopslag, schrijnwerkerij, metaalbedrijven, bouwbedrijf, garages, schildersbedrijf, drankenarsenaal, en magazijnen. Ook het containerpark en de technische dienst van de gemeente Peer zijn in het plangebied gevestigd. De overige percelen in de bedrijvenzone worden ingenomen door braak, vegetatie of de aanwezige watertoren. Ten westen van het plangebied zijn langs de Kwikstraat en de Populierenstraat woningen gelegen. Ten zuiden grenst het plangebied aan de omleidingsweg rond de kern van Peer. De overige percelen in de omgeving van het plangebied zijn in gebruik voor landbouwdoeleinden. Samenstelling van de bodem (Figuur 13); De bodems ter hoogte van het plangebied kenmerken zich door droge zandbodems (t-Zbf, tSbf) tot vochtige zandbodems (t-Scf3, t-Sdg3, t-Zcf3). Op sommige percelen zijn de bodems antropogeen beïnvloed (Sbmz, t-Sdm). Bodemkwaliteit:

H.137701


24

Binnen de contouren van het plangebied werden reeds verschillende bodemonderzoeken uitgevoerd die opgenomen zijn in de databank van OVAM: Dossier 29749: Oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd op de terreinen van NV HDM in 2007. Er werd geen verontreiniging vastgesteld in het vaste deel van de aarde en/of in het grondwater. Opname in het register van verontreinigde gronden is niet noodzakelijk voor de drie betrokken percelen. Dossier 13251: Actualisatie van een oriënterend bodemonderzoek op de terreinen van NV HDM. Er werden geen concentraties van mogelijk verontreinigde stoffen gevonden boven de registerwaarde. De gronden dienen niet opgenomen te blijven in het register van verontreinigde gronden. Dossier 26494: Oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd in 2005 op het terrein van garage Rekoms Johan. De verdachte stoffen zijn minerale olie. Dossier 24609: Oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd in 2005 in opdracht van NV Geerco. Op de onderzoekslocatie werden enkel overschrijdingen van de achtergrondwaarden vastgesteld. Het perceel dient niet opgenomen te worden in het register van verontreinigde gronden. Dossier 14042: Oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd op 12/03/2001. Als conclusie van het onderzoek werd geen beschrijvend bodemonderzoek noodzakelijk geacht. Dossier 19084: Oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd op 9/7/2002 op de percelen van het containerpark in Peer. De verdachte stoffen zijn SAP en EOX. Er werd een historische en gemengde verontreiniging vastgesteld, een beschrijvend bodemonderzoek werd niet nodig geacht. Dossier 27513: Oriënterend bodemonderzoek in 2005 in opdracht van Hebo Bouwchemie BVBA. In het grondwater werd een lichte verontreiniging met cadmium, lood, nikkel en zink aangetroffen en in het grondwaterwinningsstaal een matige verontreiniging met nikkel. Zowel de lichte als matige verontreiniging wordt als historisch beschouwd. Een beschrijvend bodemonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. Dossier 10660: Oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd in 2005 op de terreinen van IMD NV. Er werd een historische verontreiniging van nikkel in het grondwater vastgesteld. Op het tweede perceel werd een historische verontreiniging met benzo(a)pyreen in het vaste deel van de aarde vastgesteld. Een beschrijvend bodemonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. Dossier 25164: Oriënterend bodemonderzoek in 2004 in opdracht van autocenter Mattie. Er werden geen overschrijdingen van de bodemsaneringsnorm vastgesteld.

H.137701


Figuur 13

25

Bodemkaart

5.3.2 Water Het plangebied is gelegen tussen de vallei van de Dommel ten westen (categorie 2) en de Peerderloop ten oosten (categorie 3). (Figuur 14)

H.137701


26

In onderstaande tabel worden de watertoetskaarten weergegeven voor het plangebied en de omgeving. Overstromingsgevoelige gebieden

Binnen het plangebied zijn geen overstromingsgevoelige gebieden gelegen. Ten oosten en ten westen wel, deze lopen samen met de Peerderloop en de Dommel.

Grondwaterstromingsgevoelige gebieden

Het plangebied is matig grondwaterstroming (type 2).

gevoelig

voor

Infiltratiegevoelige gebieden

Hellingenkaart

Het betreft in dit plangebied infiltratiegevoelige gronden.

Het betreft hier een vrij vlak terrein (hellingen tussen 0,5 en 5%).

Winterbedkaart

Erosiegevoelige gebieden

Het plangebied is niet gelegen in het winterbed van een waterloop.

Het plangebied is niet ingekleurd als erosiegevoelig.

H.137701


27

5.3.3 Fauna & Flora 5.3.3.1 Biologische Waarderingskaart Binnen de afbakening van het GemRUP bevinden zich voornamelijk biologisch minder waardevolle vegetatie-elementen (m). Enkel in de noordwestelijke hoek van het plangebied is een complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen in het plangebied gelegen met bwk-eenheid “khw” (houtwal). Deze houtwal sluit in het noorden aan bij een biologisch zeer waardevolle eikenberkenbosfragment. Ten oosten en ten westen, in de omgeving van het plangebied bevinden zich biologisch meer waardevolle gebieden. Enkele percelen bos ten westen van het plangebied zijn gekarteerd als “ppmb” (aanplant van Grove den met ondergroei van struiken en bomen), “pms” (naaldhoutaanplant met laag struikgewas), “ppms” (aanplant van Grove den met laag struikgewas), “pi” (zeer jonge naaldhoutaanplant, niet Grove den) en “qb” (eiken-berkenbos). Ten oosten worden sommige percelen in het valleigebied van de Peerderloop als biologisch waardevol beschouwd (bwk-eenheden: hp, hpr, lhi). Ter hoogte van het habitatrichtlijngebied “Vallei- en brongebied van de Zwarte Beek, Bolisserbeek en Dommel met heide en vengebieden” zijn biologisch zeer waardevolle gebieden gekarteerd (ca 1000 - 2000 meter van het plangebied).

H.137701


Figuur 14

Biologische waarderingskaart

H.137701

28


29

5.3.3.2 Vogelrichtlijngebied Het plangebied situeert zich volledig binnen de contouren van het Vogelrichtlijngebied BE2217310, dat zich uitstrekt over de gemeente Bocholt, Hechtel-Eksel, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt en Peer, in het noorden van de provincie Limburg. De speciale beschermingszone beslaat een aaneengesloten oppervlakte van in totaal 9867 ha. NAAM: BOCHOLT, HECHTEL-EKSEL, MEEUWEN-GRUITRODE EN PEER Gebiedscode:

BE2217310

Volgnummer:

17

Oppervlakte:

9867 ha

Lengtegraad:

5°25'0'' E

Breedtegraad:

51°70'0'' N

Een overzicht van broedende en niet-broedende soorten en aantallen winter/trekvogels in het vogelrichtlijngebied, van die soorten die in belangrijke mate in Vlaanderen voorkomen, wordt weergegeven in onderstaande tabel en zijn gebaseerd op de gegevens die het INBO voor de afbakening van de bedoelde gebieden gebruikte. Tabel 1 Soorten in het vogelrichtlijngebied Populatiegrootte Soorten

Seizoen Minimum

Maximum

Blauwborst

10

Broedvogel Annex1

Grauwe Kiekendief

1

Broedvogel Annex1

IJsvogel

5

Broedvogel Annex1

Nachtzwaluw

10

Broedvogel Annex1

Ortolaan

40

Broedvogel Annex1

Wespendief

1

Broedvogel Annex1

Tabel 4 geeft een overzicht van typerende habitattypes, landgebruik van deze Speciale Beschermingszone en de mogelijke bedreigingen. Tabel 2 Kenmerken van het vogelrichtlijngebied Habitat

Landgebruik

Bedreigingen

Akker

Landbouw

Infrastructuur algemeen

Alluviaal en zeer nat bos

Onderzoek en behoud

Kanalisatie

H.137701


30

Artificiële landschappen

Toerisme/recreatie

Landbouwintensificatie

Gemengd bos

Urbanisatie/industrie/transport

Teloorgang of verwaarlozing van beheer

Moerasgebieden Overblijvende boomgaarden

teelten,

Overige urbane en industriële zones Rivieren en stromen Ruderaal land Stadsparken en tuinen Wouden en bossen

5.3.3.3 Ecosysteemkwetsbaarheidskaarten Uit de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten (Figuur 15-Figuur 18) blijkt het plangebied grotendeels niet tot weinig kwetsbaar is voor verzuring, ecotoopverlies, eutrofiëring en verdroging. Enkel de biologisch waardevolle houtwal is kwetsbaar voor verzuring, ecotoopverlies en eutrofiëring. De bosfragmenten in de omgeving van het plangebied staan wel weergegeven als zeer kwetsbaar.

Figuur 15

Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor verzuring

H.137701


Figuur 16

Figuur 17

Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor ecotoopverlies

Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor eutrofiëring

H.137701

31


Figuur 18

32

Ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor verdroging

5.3.3.4 Vogelatlas Het plangebied is niet gelegen op een route van de seizoenstrek volgens de Vogelatlas. De SBZ-V is wel aangeduid als broedgebied van internationaal belang.

Figuur 19

Vogelatlas

5.3.4 Landbouwtyperingskaarten Volgens de landbouwtyperingskaarten van het gewestplan nr. 18 worden de agrarische percelen in het plangebied een matige waardering. Deze percelen worden in het RUP herbestemd voor de uitbreiding van de bedrijvenzone.

H.137701


Figuur 20 Landbouwtyperingskaart van het plangebied en omgeving

H.137701

33


6 HET PLANGEBIED IN BEELD 01

02

03

04

05

06

07

08

H.137701

34


09

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

H.137701

35


21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

H.137701

36


33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

H.137701

37


38

7 BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN 7.1 DOELSTELLING VAN HET PLAN In de bindende bepalingen van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan werd de opmaak van een RUP voor de uitbreiding van de bedrijvenzone Bokt opgenomen. Het RUP “Bokt” heeft twee doelstellingen: Een uitbreiding te voorzien van de huidige bedrijvenzone met een benaderende oppervlakte van 10 ha om uitbreidingsmogelijkheden te voorzien voor bestaande bedrijven in de zone, om nieuwe kleine, lokale bedrijven mogelijkheden te bieden om zich in Peer te vestigen en om bestaande bedrijven de kans te geven om te herlokaliseren naar een KMO-zone; Een verbeterde ruimtelijke inrichting bekomen van de volledige industriezone.

7.2 RUP BOKT: RUIMTELIJKE HERBESTEMMINGEN EN RANDVOORWAARDEN 7.2.1 Behoefteraming bijkomende bedrijvigheid De bestaande bedrijvigheid in Peer is voornamelijk gebundeld op 6 bedrijventerreinen in Peer en de deelgemeenten. De huidige situatie op deze bedrijventerreinen is als volgt: ambachtelijke zone Panhoven in Peer (11,6 ha): woonuitbreidingsgebieden op het gewestplan omgezet naar bedrijvigheid via een BPA. Momenteel is de zone volledig volzet; industriezone Bokt in Peer (22 ha): de zone op het gewestplan werd uitgebreid door twee BPA’s. Momenteel is de zone volledig volzet; industriezone Laerderheide in Grote-Brogel (17,5 ha): de zone is volledig volzet. Recent werd de zone met 7ha uitgebreid door een BPA om bijkomend plaats te bieden voor herlocatie van (grondverwerkende) bedrijven; ambachtelijke zone Grote-Brogel (9 ha): de volledige zone is ingenomen door één bedrijf; ambachtelijke zone Linde (4,5 ha): de volledige zone is ingenomen door het bedrijf Paesen; ambachtelijke zone Wijchmael (5,4 ha): de volledige zone is ingenomen door één bedrijf. Naast de bedrijvigheid op deze bedrijvenzones zijn in Peer 189 verspreidliggende bedrijven aanwezig, 42 daarvan liggen zonevreemd of bestaat er een reële uitbreidingsbehoefte waardoor ze zonevreemd worden. Door de gemeente werd een enquête uitgeschreven om beter inzicht te krijgen op de effectieve uitbreidingsnood van de bedrijven gelegen op het grondgebied van de gemeente Peer. In totaal werden 169 bedrijven aangeschreven, 27 bedrijven reageerden binnen het vooropgestelde tijdsbestek. Tegelhandel TVH nv geeft weliswaar te kennen dat zij geen effectieve uitbreidingsbehoefte hebben. Maar omwille van de grootschaligheid kan nagedacht worden om over te gaan tot de herlocatie van dit bedrijf. Indien er inderdaad geopteerd wordt voor een herlocatie van dit bedrijf dient er op het bedrijventerrein Bokt 0,75 ha voorzien te worden. Bvba DKG Dakwerken kent wel uitbreidingsbehoefte. Het bedrijf is momenteel gelegen in volwaardig woongebied en kan getypeerd worden als kleinschalig. Toch lijkt het aangewezen om het bedrijf te herlocaliseren naar het bedrijventerrein Bokt. Omwille van de kleinschaligheid dient er slechts een beperkte oppervlakte van 0,25 ha te worden voorzien. Voor het bedrijf Loos Guido wordt eveneens 0,25 ha voorzien. In totaal wordt er voor de hierboven genoemde bedrijven 0,50 ha voorzien. Het bedrijf Winters & Zoon heeft reeds een juridisch-planologische oplossing gekregen voor zijn bedrijfsactiviteiten in het

H.137701


39

sectoraal BPA ‘zonevreemde bedrijven’: het behoud van de bestaande toestand stond hierbij voorop. Vandaag bestaat er opnieuw een nood voor uitbreiding. Een herlocatie dringt zich stilaan op. Voor dit bedrijf zou op het bedrijventerrein Bokt 0,75 ha gereserveerd kunnen worden. In totaal betekent dit een behoefte van 2,00 ha. Wat betreft de zonevreemde bedrijven wordt aangenomen dat 30% op termijn een behoefte tot uitbreiding hebben en dus op zoek moeten naar een nieuwe locatie. Op het bedrijventerrein Bokt kan best ruimte voorzien worden voor een 8-tal bedrijven met een gemiddelde oppervlakte van 0,37 ha per bedrijf. Dit betekent een totale oppervlakte van 3,00 ha. Daarnaast werd het bedrijf Gielen Marc niet weerhouden in de 2e fase van het GemRUP “Zonevreemde bedrijven” en wordt het niet langer opgenomen in de 3e fase. Het bedrijf Gielen Marc (0,25 ha) dient dus te herlokaliseren naar het bedrijventerrein Bokt. In de 3e fase van het RUP “Zonevreemde bedrijven” zijn momenteel 4 bedrijven met een totale oppervlakte van 1,75 ha opgenomen. Indien de juridisch-planologische oplossing die voorgesteld wordt in het RUP niet wordt goedgekeurd, betekent dit dat er 1,75 ha extra ruimte dient voorzien te worden op het bedrijventerrein Bokt. In totaal betekent dit een uitbreiding van 5 ha (3,25 ha). In het GRS werd ook een inschatting gemaakt van de nood aan bijkomende ruimte voor bedrijvigheid in Peer en meer specifiek in de bedrijvenzone Bokt. De bedrijvenzone biedt momenteel plaats aan 24 bedrijven. Hiervan hebben er 5 uitbreidingsnood op korte termijn met een totale oppervlakte van 1,75 ha. In de gemeente bevinden zich 3 verspreidgelegen bedrijven die zich willen herlokaliseren naar Bokt, met een totale oppervlakte van 0,8 ha. Daarnaast is er een bedrijf dat gevestigd is op een ander bedrijventerrein en zich omwille van plaatsgebrek op de huidige locatie, wil verhuizen op het bedrijventerrein Bokt en bovendien wil uitbreiden tot een totale oppervlakte van 1 ha. In totaal betekent dit enkel voor Bokt een behoefte van 3,55 ha. Hierbij moet vermeld worden dat door de verhuis van het bedrijf van Panhoven naar Bokt er een oppervlakte van 0,70 ha vrijkomt op Panhoven. In totaal betekent dit een uitbreiding van 2,85 ha. Dit brengt de totale uitbreidingsbehoefte voor het bedrijventerrein Bokt op 8,1 ha (9,85 ha indien de zonevreemde bedrijven van fase 3 bijkomend geherlocaliseerd moeten worden). Bij deze behoefteraming werd nog geen rekening gehouden met nodige reserves voor uitbreidingsbehoeftes op lange termijn en oppervlaktes voor starters. Door de selectie van Peer als structuurondersteunende gemeente kan een lokaal bedrijventerrein ontwikkeld worden voor de herlocatie van zonevreemde bedrijven met een richtinggevende oppervlakte van 5 ha. Bijkomend kan een nieuw lokaal bedrijventerrein ingericht worden met een richtinggevende oppervlakte van 5 ha voor nieuwe lokale bedrijven. In het GRS wordt als voorwaarde wel gesteld dat de bijkomende bedrijventerreinen aansluiten bij de bestaande bedrijvenzones in het hoofddorp. Gezien het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden nabij de zones Panhoven en Laerderheide is bijkomende bedrijfsoppervlakte enkel mogelijk door uitbreiding van de zone “Bokt” (Zie paragraaf “Alternatieven”).

7.2.2 Ruimtelijke herbestemmingen in het RUP Het GemRUP “Bokt” voorziet in een uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein in twee fases. In de eerste fase wordt een deel van de “landschappelijk waardevol agrarisch gebieden” in het plangebied herbestemd naar zone voor lokale bedrijvigheid (5ha). Voor de tweede fase wordt het overige deel van de “landschappelijk waardevolle agrarische gebieden” en een beperkte oppervlakte “landelijk woongebied” herbestemd naar zone voor lokale bedrijvigheid uitbreiding (3 ha). De bestaande bedrijvenzone wordt in het RUP bestendigd als zone voor lokale bedrijvigheid.

H.137701


40

In het volledige plangebied wordt ook zone voor buffer, zone voor parking, zone voor wegen en voetpad voorbehouden. Het noordelijk deel van de zone voor parking wordt voorbehouden voor de eventuele inplanting van een beperkt aantal windmolens. Dit gebeurt om in een vroeg stadium reeds rekening te houden met de mogelijk inplanting van windturbines. De ligging in een bedrijventerrein, aansluitend bij een kern in het buitengebied maakt de locatie mogelijk geschikt.

7.2.3 Randvoorwaarden voor de uitbreiding van het bedrijventerrein Bokt In het GRS van Peer worden volgende randvoorwaarden opgelegd voor de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein: steeds aansluiten aan reeds bestaande bedrijventerreinen omwille van beperkt ruimtebeslag en gebruik van bestaande ontsluitingsmogelijkheden; streven naar een hogere bezettingsgraad / tewerkstelling; meer samenwerking tussen bedrijven (parkeerplaatsen, gemeenschappelijke ruimten, …); bestaande bedrijventerreinen saneren en – in samenwerking met de bedrijven – de landscaping verbeteren; een duidelijk hiërarchie van wegen, verkeerscirculatie en ontsluiting naar de primaire weg II (N73); bij verdere ontwikkeling rekening houden met de landschappelijke structuren; streven naar 20% groene buffer naar omliggende functies als wonen,… in de toekomstige uitbreidingsgebieden in eigendom van de gemeente, sterke integratie naar het omliggend landschap met respect voor de landschappelijke structuren en elementen; rekening houden met mogelijkheden omtrent integraal waterbeheer. Rekening houdend met deze principes zal de geplande uitbreiding van Bokt in het RUP als volg georganiseerd worden: De ontsluiting zal verduidelijkt worden, sluiktoegangen worden vermeden; De bestaande woningen worden geïntegreerd en gebufferd t.a.v. het bedrijventerrein. Er worden stedenbouwkundige voorschriften opgesteld zodat deze woningen eventueel in aanmerking kunnen komen voor het oprichten van kleine bedrijfjes. Op die manier blijven deze woningen hun waarde behouden; De kaveloppervlakte wordt afgestemd op lokale of kleinschalige bedrijven; Er worden geen nieuwe zuivere kleinhandelszaken op lokale bedrijventerreinen toegelaten; In ieder geval wordt het gebied niet uitgebreid ten oosten van de N748. Dit gebied moet gevrijwaard worden van bebouwing om de directe relatie van Peer met haar buitengebied te accentueren; Het streefcijfer van 20% uit het GRS wordt maximaal nagestreefd. Echter omdat het gedeeltelijk een herinrichting betreft van een bestaand bedrijventerrein laat de perceelsstructuur en bestaande bebouwing niet altijd een brede buffer toe. In de uitbreidingszone wordt gestreefd naar een zeer sterke groene buffer van minstens 25m; Een stevige, landschapsversterkende buffer aan de rand van het gebied, die morfologisch aansluit bij de bestaande relicten van houtwallen en houtkanten; De watertoren fungeert als oriëntatiepunt van het bedrijventerrein; Bij de uitbreiding wordt rekening gehouden met integraal waterbeheer voor de volledige zone (grachten, gesloten watercircuit, waterzuivering, enz.).

H.137701


Figuur 21

Grafisch plan

H.137701

41


42

7.2.4 Ontsluiting De ontsluiting van het bedrijventerrein wordt uitsluitend georganiseerd via de Industrieweg die aansluit op de Kiezel Kleine Brogel (N748). Op deze manier sluit het bedrijventerrein direct aan op het hogere wegennet. De Populierenstraat wordt geknipt tussen de woningen en de bedrijven langs deze weg (een verbinding als voetpad blijft wel behouden). Ontsluiting van de bedrijven aan de Populierenstraat gebeurt dus naar de Industrieweg en niet langs de woningen aan de Populierenstraat. Een mogelijke herinrichting van het kruispunt N748-N73 maakt geen deel uit van het RUP. In de periode 17/04/2009 - 27/04/2009 werden verkeerstellingen uitgevoerd op de Industrieweg in het plangebied. Voor een analyse van de intensiteiten is uitgegaan van een gemiddelde werkdag, nl. dinsdag 21/04/2009. De analyse werd uitgevoerd in de twee richtingen: richting Goudbergstraat en richting Kiezel Kleine Brogel.

H.137701


43

Per dag passeren ongeveer 1400 voertuigen in beide richtingen, met natuurlijk een aanzienlijke hoeveelheid zwaar verkeer. Naar personenauto-equivalent geeft dit het volgende:

De cijfers stemmen overeen met de verwachting voor een industrieweg. Het percentage ligt op een werkdag op ongeveer 17% zwaar verkeer, wat te verwachten is. Met betrekking tot de verwachte toename van het verkeer op de Industrieweg en de Kiezel Kleine Brogel ten gevolge van de uitbreiding van de bedrijvenzone zijn geen gegevens beschikbaar. In het RUP wordt een uitbreiding met ca. 7ha voorzien. Deze uitbreiding creëert ruimte voor ongeveer 715 bedrijven. Het gaat enkel om lokale, kleinschalige bedrijven, met een relatief beperkte verkeersaantrekking. Met betrekking tot het openbaar vervoer is de bedrijvenzone bereikbaar vanuit het centrum van Peer en vanuit de richting Kleine Brogel via lijnen 22 (Genk-Meeuwen-Peer-Kleine-Brogel), 33 (Genk-Meeuwen-Peer-Neerpelt) en 48 (Hasselt-Peer-Hamont/Neerpelt). De halte is wel ten zuiden van de bedrijvenzone gelegen op redelijke wandelafstand (500 m). Het centrum van Peer zelf is via verscheidene buslijnen verbonden met de omliggende gemeenten.

H.137701


7.3 HERBESTEMMINGEN RUP: GEWESTPLANBESTEMMING

RELATIE

MET

HUIDIG

44

BODEMGEBRUIK

EN

De huidige bestemmingen in het plangebied zijn de gewestplanbestemmingen van het gewestplan nr. 18 Neerpelt-Bree en de bestemmingen van de BPA’s “Bokt” en “Zonevreemde bedrijven” die van toepassing zijn in het plangebied. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de bestemmingen in het RUP ten opzichte van de geldende bestemmingen en het huidige bodemgebruik. Tabel 3 Herbestemmingen in het RUP Gewestplan/BPA

Huidig bodemgebruik

Bestemming in het RUP Nieuwe bestemmingen

Zone voor milieubelastende industrieën

Bedrijventerrein Bokt

Zone voor lokale bedrijvigheid, Zone voor wegen, Zone voor buffer - landscaping, Zone voor parking

Industriegebieden


Zone voor lokale bedrijvigheid, Zone voor wegen, Zone voor buffer - landscaping

Zone voor lokale bedrijvigheid volgens BPA’s


Zone voor lokale bedrijvigheid

Bufferzone volgens BPA’s

Onbebouwd

Zone voor lokale bedrijvigheid, Zone voor buffer, Zone voor voetpad

Zone voor wegen volgens BPA’s

Weg

Zone voor wegen

Landschappelijk waardevolle agrarische gebieden

Landbouw

Zone voor lokale bedrijvigheid, Zone voor lokale bedrijvigheid uitbreiding, Zone voor wegen, Zone voor buffer - landscaping, Zone voor parking - windmolens, Structurerend groen

Landelijk woongebied

Magazijn, weide, woning

Zone voor lokale bedrijvigheid uitbreiding

Uit de bovenstaande tabel blijkt: Het bestaande bedrijventerrein wordt in het RUP bestendigd in de zone voor lokale bedrijvigheid. Er worden zones voor buffer, parking, wegen voorzien voor de reorganisatie van het terrein; De uitbreiding van het bedrijventerrein wordt gerealiseerd door de herbestemming van landschappelijk waardevolle agrarische gebieden. In deze agrarische gebieden is één landbouwbedrijf gelegen. Het bedrijf kent geen actieve bedrijfsvoering meer en eigenaar is vragende partij om te verkopen. De boerderij is gelegen in de uitbreidingszone en wordt op langere termijn ontwikkeld voor bedrijvigheid; De bestemmingen van de geldende BPA’s worden behouden, enkel de bufferzones worden gedeeltelijk gewijzigd en herlegt in het kader van de uitbreiding van het bedrijventerrein; Het landelijk woongebied wordt opgenomen in de “zone voor lokale bedrijvigheid, uitbreiding” in het RUP. Er zijn twee woningen gelegen in deze zone. Beide woningen kunnen blijven functioneren als woning. Later kunnen de woningen geïntegreerd worden in het bedrijventerrein. De woningen zijn gelegen in de uitbreidingszone voor de bedrijvigheid, die pas op langere termijn ontwikkeld wordt.

H.137701


45

7.4 INRICHTING PLANGEBIED 7.4.1 Ruimtelijke uitgangspunten Duurzaamheid vormt het uitgangspunt bij de verdere ontwikkeling (en herstructurering) van het bedrijventerrein “Bokt”. Om dit op het terrein voelbaar te maken dient niet alleen de uitbreiding te voldoen aan de hier voorgestelde ruimtelijke uitgangspunten. Ook het bestaande terrein dient doorheen de tijd te transformeren volgens deze duurzame uitgangspunten. Om de aanblik van het bedrijventerrein te verbeteren wordt er een duidelijk groene omkadering vooropgesteld. Hierbij dient echter voldoende rekening gehouden te worden met de bestaande toestand (toegangen, parkeerzones,…). Waar de bestaande toestand het niet toelaat om een eenvormig groen kader te voorzien, wordt deze toch ingeschreven in het kader van toekomstige ontwikkelingen. Naast de groene rand wordt ook structurerend groen voorzien in het bedrijventerrein om een betere inpassing na te streven. Er wordt in het RUP voor gekozen om het bestaande “kamerlandschap” in het bedrijventerrein te laten indringen. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van bestaande landschappelijke elementen zoals lineaire groenstructuren, solitairen, enz. …. De biologisch waardevolle houtwal in het plangebied wordt opgenomen in deze groenstructuur. Op deze manier wordt er getracht op een landschappelijk verantwoorde wijze aansluiting te zoeken met het omliggende waardevolle landbouwlandschap. Alleen worden de kamers op het bedrijventerrein niet opgevuld met landbouw, maar met bedrijvigheid. Ter ondersteuning van het aldus verkregen duurzame en groene karakter van het bedrijventerrein wordt gedacht aan het inplanten van een aantal windmolens. Deze zullen op termijn instaan voor de energievoorziening van het bedrijventerrein. Om het geheel te structureren wordt er geopteerd om deze windmolens haaks te plaatsen op omleidingsweg en in het verlengde van de bestaande watertoren. Zo ontstaat een belangrijk oriëntatiepunt vanaf de omleidingsweg en vanaf de Kiezel Kleine Brogel. In het huidige inrichtingsplan worden twee windmolens voorzien. De volgende ruimtelijke uitgangspunten zullen opgenomen worden in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP op de volgende manier: instellen van een voorbouwlijn zodat de bebouwing vooraan ligt en men achteraan mogelijkheid tot uitbreiding of opslag; binnen de niet te bebouwen strook vooraan moet beplanting voorzien worden; buffering en landscaping van het bedrijventerrein; bundelen van het parkeren; wegprofiel met groenvoorziening en open grachten. In onderstaande figuur wordt het inrichtingsvoorstel voor de bedrijvenzone Bokt weergegeven.

H.137701


Geplande Windturbine

Geplande Windturbine

Bestaande Watertoren

Figuur 22 Inrichtingsplan bedrijvenzone Bokt

H.137701

46


47

7.5 BALANS VAN RUIMTELIJKE BESTEMMINGSWIJZIGINGEN De oppervlakte van het plangebied van het RUP “Bokt” bedraagt ongeveer 35 ha. In de huidige situatie is binnen het plangebied ca 17 ha gelegen in gebieden voor milieubelastende industrieën en 2 ha in industriegebieden volgens het gewestplan. Het BPA “Bokt” heeft een oppervlakte van ca. 5 ha en het BPA “Zonevreemde bedrijven” is van toepassing op 0,75 ha in het plangebied. De overige delen zijn 10 ha landschappelijk waardevolle agrarische gebieden en 0,3 ha landelijk woongebied. In onderstaande tabel wordt een inschatting gemaakt van de herbestemde oppervlaktes van het RUP op basis van het huidige bestemmingsplan.

Zone voor lokale bedrijvigheid Zone voor lokale bedrijvigheid, uitbreiding

0,4

1,1 -

TOTAAL (ha)

Zone voor buffer

Zone voor wegen

Zone voor bedrijvigheid

BPA (ha)

Landelijk woongebied

gebieden

waardevolle agrarische

Landschappelijk

industrieën

14,2

Industriegebieden

Gewestplanbestemming (ha)

Milieubelastende

Bestemming RUP

4,8

0,03

4,1

24,2

2,4

0,2

-

3,0

Bufferzone - landscaping

0,5

0,8

1,7

0,07

0,9

4,0

Zone voor parking

0,4

-

-

-

-

0,4

0,5

-

-

0,5

Zone voor parking windmolens Zone voor wegen Zone voor voetpad TOTAAL (ha)

-

-

1,3

0,4

1,1

-

0,5

3,3

-

-

-

-

0,1

0,1

16,8

2,3

10,5

0,3

5,6

35,5

Uit de tabel blijkt dat: In de huidige situatie ca. 23 ha op het gewestplan en in de BPA’s bestemd is voor industrie of bedrijvigheid. In het RUP bedraagt de totale, mogelijke oppervlakte voor bedrijvigheid 27,2 ha. Dit betekent een verschil van 4,2 ha. Het gewestplan wordt in het RUP verfijnd, industriegebieden worden omgezet naar zone voor wegen, parking en buffering in overeenstemming met de bestaande toestand. Op deze manier wordt ca. 3,8 ha herbestemd. In totaal wordt in het RUP ca. 7,4 ha agrarische gebieden en landelijke woongebieden herbestemd naar bedrijvigheid. Indien de zones voor wegen, parking en buffer meegeteld worden, wordt in totaal ca. 10,5 ha agrarische gebieden ingenomen.

H.137701

48


8 VOORAFGAANDE RELEVANTE PLANNINGSPROCESSEN EN STUDIES In het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van Peer wordt in bindende bepaling 24 de opmaak van een RUP voor de uitbreiding en reorganisatie van het bedrijventerrein Bokt vastgelegd.

9 ALTERNATIEVEN VOOR HET PLAN OF VOOR ONDERDELEN ERVAN 9.1 NULALTERNATIEF In het nulalternatief wordt de geplande uitbreiding van het bedrijventerrein Bokt in Peer niet gerealiseerd. In dit scenario wordt er geen ruimte gecreëerd voor vestiging van nieuwe bedrijven of uitbreiding van bestaande bedrijven. Dergelijke bijkomende ruimte is echter nodig om de herlocatie van verspreidliggende bedrijven in de gemeente mogelijk te maken en om te voldoen aan de uitbreidingsbehoefte van bestaande bedrijven op de bedrijventerreinen in Peer. In het nulalternatief is er ook geen reorganisatie en inkleding van de bedrijvenzone, zodat de huidige, eerder wanordelijke situatie, blijft bestaan.

9.2 LOCATIEALTERNATIEVEN Door de selectie van Peer als structuurondersteunend hoofddorp kan 5 ha bijkomend ingericht worden voor de herlocatie van bestaande bedrijven en 5 ha nieuw lokaal bedrijventerrein voor de vestiging van nieuwe bedrijven. In het GRS wordt als voorwaarde opgegeven dat de bijkomende oppervlaktes bedrijventerrein moeten ingericht worden aansluitend bij de bestaande bedrijvenzones. Als dusdanig blijven er 3 mogelijkheden over: aansluitend aan de zone Panhoven aansluitend aan de zone Laerderheide aansluitend aan de zone Bokt De zone Panhoven is gelegen nabij de kern van Peer. In de nabije omgeving wordt de uitbreiding van de scholencampus Panhoven voorzien en een woonontwikkeling. Een uitbreiding van de bedrijvenzone is, gezien deze geplande ontwikkelingen, niet aangewezen. De zone Laerderheide werd recent reeds uitgebreid door een BPA. De zone is vooral gericht op grondverwerkende bedrijven en dergelijke, vestiging van ondermeer kleine KMO’s is niet wenselijk. Om deze redenen wordt gekozen om het bedrijventerrein Bokt uit te breiden om ruimte voor herlocatie van lokale bedrijven te voorzien en om vestiging van nieuwe bedrijven mogelijk te maken. Sanering van bestaande bedrijventerreinen werd bekeken, maar levert onvoldoende mogelijkheden. De bestaande bedrijventerreinen zijn volzet en in gebruik zoals aangegeven in de behoefteraming.

10 BEOORDELING GRENSOF AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN

GEWESTOVERSCHRIJDENDE

Gezien de aard en omvang van de ontwikkelingen volgens het plan en de ligging van het plangebied, zijn er geen grensof gewestgrensoverschrijdende milieueffecten te verwachten.

11 MOGELIJKE AANZIENLIJKE VOORGENOMEN PLAN

MILIEUEFFECTEN

VAN

HET

11.1 SCREENING NAAR BETEKENISVOLLE AANTASTING VAN DE SBZ Voor alle plannen en programma’s, waarvan wordt vermoed dat een betekenisvol effect op de natuurlijke kenmerken van de speciale beschermingszone mogelijk is, moet nagegaan worden of een passende beoordeling vereist is.

H.137701


49

Dit onderzoek dient te gebeuren voor de habitats en de soorten waarvoor de speciale beschermingszone is afgebakend en de soorten van bijlage III van het decreet natuurbehoud die in het gebied voorkomen. Omdat het plangebied van het RUP in het vogelrichtlijngebied “Bocholt, Hechtel-Eksel, MeeuwenGruitrode en Peer” ligt, dient deze toets uitgevoerd te worden. Het onderzoek naar de vereiste opmaak van een passende beoordeling omvat vijf hoofdvragen: 1. Heeft het plan een potentiële impact op de habitats (natuurlijke habitats en habitats van een soort) qua oppervlakte, ruimtelijke spreiding, structuur en kwaliteit? 2. Heeft het plan een potentiële impact op het evenwicht tussen de verspreiding en densiteit van de soorten en de populaties in zijn geheel? 3. Heeft het plan een potentiële impact op de vitale factoren hoe de SBZ functioneert als ecosysteem? 4. Heeft het plan een potentiële impact op de abiotische relaties die de structuur en functie van de SBZ bepalen? 5. Heeft het plan een potentiële impact op het bereiken van een gunstige staat van instandhouding voor de betreffende SBZ? Om op deze vragen te antwoorden dient een analyse te gebeuren van de relevante effectgroepen per vraag. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de effectgroepen en de al dan niet aanwezig verstoringsfactoren die optreden voor voorliggend plan.

Effectgroep

Effect/verstoringsfactoren

1. Oppervlaktegebonden 1a. Fysisch ruimtebeslag (oppervlaktegebonden wijzigingen) Wijziging van de oppervlakte van een habitat

Inname van ruimte door bouwwerken: uitbreiding van het bedrijventerrein, bouw van nieuwe bedrijfsgebouwen en aanleg van verhardingen voor parkings en wegen.

Wijziging van het voorkomen van de soort of verlies aan leefgebied van een soort

De ingenomen ruimte sluit nauw aan bij het bestaande bedrijventerrein en behoort niet tot het leefgebied van de soorten waarvoor de SBZ-V is afgebakend, noch voor bijlage III-soorten.

1b. Verandering in de kwaliteit van een habitat door fysische processen

Vergraving en berijding met zware machines tijdens de aanlegfase van de bedrijfsgebouwen, wegenis en parkings.

Verstoring/vernietiging van habitat ten gevolg van mechanische effecten, vergraving, bodemverstoring…

De gewijzigde ruimte ligt aansluitend bij het bestaande bedrijventerrein en behoort niet tot het leefgebied van de soorten waarvoor de SBZ-V is afgebakend, noch voor bijlage III-soorten.

Wijziging substraten nieuwe substraten)

(door

Wijzigen van dynamiek zandafzetting, erosie)

aanbrengen (verstuiving,

Wijziging leefgebied van de tengevolge van fysische processen

soorten

1c. Verandering in de kwaliteit van een habitat of het leefgebied van een soort door wijziging in het landgebruik, het beheer of de functie

Deels zal het bestaande bedrijventerrein Bokt bestendigd worden in een zone voor lokale bedrijvigheid. Het huidige landgebruik voor lokale bedrijvigheid blijft in deze zone behouden. Deels zal het terrein een functiewijziging ondergaan van agrarisch gebied naar zone voor lokale bedrijvigheid (ca. 10ha). Deze uitbreiding van het bedrijventerrein wordt voorzien in twee fase. Zones voor buffer- en

H.137701


Effectgroep

50

Effect/verstoringsfactoren groenstructuren worden voorzien. De bijkomend ingenomen ruimte sluit aan bij het landgebruik van het bestaande bedrijventerrein en behoort niet tot het leefgebied van de soorten waarvoor de SBZ-V is afgebakend, noch voor bijlage III-soorten.

2. Verandering in grondwaterrelaties

kwaliteit

van

een

habitat;

2a. Verdroging/vernatting via grondwaterrelaties, inclusief wijziging kwelgebieden en impact op grondwaterkwaliteit door wijziging hoeveelheden grondwater/oppervlaktewater 2b. verandering van het leefgebied van de soort tengevolge van wijziging leefgebied door verdroging/vernatting

Voor de aanlegwerken zullen eventueel tijdelijke bemalingen noodzakelijk zijn. De eventuele aanleg van kelderruimtes onder bedrijfsgebouwen kunnen een permanente wijziging van de grondwaterstroming tot gevolg hebben. Gezien de aard en schaal van de bedrijven waarvoor de zone afgebakend wordt (kleinschalige, lokale bedrijven), worden geen grootschalige ondergrondse constructies verwacht. In de zone waar de uitbreiding van de bedrijvenzone gepland is, zal bijkomende verharding aangelegd worden (wegen, parking, bedrijven). De gewijzigde ruimte behoort niet tot het leefgebied van de soorten waarvoor de SBZ-V is afgebakend, noch voor bijlage III-soorten.

3. Verandering in kwaliteit oppervlaktewaterrelaties

van

een

habitat:

3a. Verandering in oppervlaktewaterpeilen

Het plan voorziet niet in projecten die aanleiding kunnen geven tot een wijziging in het oppervlaktewaterpeil.

3b. Verandering in overstromingsfrequentie, dynamiek, stroomsnelheden

Het plan voorziet niet in projecten die aanleiding kunnen geven tot een wijziging in overstromingsfrequentie, dynamiek of stroomsnelheden.

3c. Verandering van de structuur van waterlopen, wijzigingen in morfologische processen van erosie en sedimentatie

Het plan voorziet niet in projecten die aanleiding kunnen geven tot een wijziging in de structuur van waterlopen, in morfologische processen van erosie of sedimentatie.

3d. Verandering leefgebied van een soort tengevolge van de processen 3a-3c

Er treden geen wijzigingen in de oppervlaktewaterrelaties op.

4. Veranderingen in ruimtelijke relaties, netwerken en processen 4a. Verandering in de barrièrewerking (infrastructuur op wegen, waterlopen, toename bebouwde oppervlakte,…)

Toename van de bebouwde en verharde oppervlakte. Wijziging van het landgebruik (van agrarische gebieden naar lokale bedrijvigheid) De inplanting van de windturbines kan een barrièreeffect creëren voor vogelsoorten. Maar het aantal windmolens is beperkt (2-3) en ze zijn niet gelegen op de trekroutes. De gewijzigde zones situeren zich aansluitend aan de reeds bestaande terreinen van de bedrijvenzone. Er worden dus geen significante effecten van barrièrewerking verwacht.

4b. Versnippering (uiteenvallen van een leefgebied in kleinere delen)

Het plan voorziet slechts in een uitbreiding, nauw aansluitend met en geconcentreerd rond het bestaande bedrijventerrein, er wordt geen bijkomende versnippering

H.137701


Effectgroep

51

Effect/verstoringsfactoren veroorzaakt ten gevolge van de realisatie van het plan.

5. Verstoring 5a. Verstoring van soorten (door geluid, licht, trillingen, geur) – kwaliteitsverlies

Als gevolg van de uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten in het plangebied kan een bijkomende verstoring van soorten in de omgeving tengevolge van geluid, licht, trillingen of geur optreden. De uitbreiding wordt wel voorzien aansluitend bij het bestaande bedrijventerrein. De bijkomende verstoring is eerder beperkt. De inplanting van de windturbines kan een bijkomende verstoring betekenen van soorten in de omgeving. Gezien het beperkt aantal windturbines (max. 3) en de locatie in het midden van de bedrijvenzone en aansluitend bij de kern van Peer, wordt de bijkomende verstoring afkomstig van de windmolens als beperkt beoordeeld.

5b. Verstoring van soorten door beweging (machines, mensen, golfslag,…)

Als gevolg van de uitbreiding van het bedrijventerrein kan een bijkomende verstoring van soorten in de omgeving optreden. De uitbreiding wordt wel voorzien aansluitend bij het bestaande bedrijventerrein. De bijkomende verstoring is eerder beperkt. De beweging van de wieken van de windmolens veroorzaakt een verstoring van soorten in de omgeving. Gezien het beperkt aantal windturbines (max. 3) en de inplanting in de bedrijvenzone aansluitend aan de kern van Peer is het effect eerder beperkt.

5c. Verandering in de mortaliteit (luchtwervelingen, verkeersslachtoffers, slachtoffers van waterturbines…)

6. Verandering in de chemische processen

kwaliteit

van

een

De inplanting van de windmolens kan een verhoging van de mortaliteit van vogels veroorzaken door de beweging van de wieken. Gezien het beperkt aantal windmolens en de ligging buiten de trekroutes wordt geen significante wijziging van mortaliteit verwacht.

habitat:

6a. Toevoer van voedingsstoffen/toxische stoffen via luchtrelaties, stof en depositie (atmosferische depositie)

De bijkomende emissies in het gebied ten gevolge van het verkeer zullen eerder beperkt zijn en bijgevolg te verwaarlozen. De uitbreiding van het bedrijventerrein vormt een kader voor bijkomende bedrijven en bedrijfsgebouwen. Ten gevolge van verwarming en bedrijfsactiviteiten is een toename van atmosferische depositie mogelijk. Maar, door de herbestemming van de industriegebieden op het gewestplan naar zone voor lokale bedrijvigheid wordt de vestiging van milieubelastende industrieën niet meer mogelijk. Er wordt geen significante wijziging in atmosferische depositie verwacht

7. Verandering in kwaliteit van een habitat door fysicochemische wijzigingen in waterrelaties 7a. Toevoer van nutriënten oppervlaktewater/grondwater

etc.

via

emissies

in

De mogelijke toename in run-off door bijkomende verhardingen voor wegen, parkings, bedrijven zal geen aanleiding geven tot toevoer van nutriënten naar het oppervlaktewater/grondwater (aangezien run-off water niet vervuild wordt)..

7b. Toevoer van toxische stoffen (zware metalen…) in

De bijkomende verhardingen voor wegen, parkings en

H.137701


52

Effectgroep

Effect/verstoringsfactoren

oppervlaktewater/grondwater

bedrijven kan een toename van de run-off veroorzaken. Het run-offwater afkomstig van parkings en wegen kan licht vervuild worden. Er wordt geen significant effect verwacht.

7c. Ecotoxicologische effecten soorten

Niet van toepassing

Op basis van deze tabel kan besloten worden dat bij uitvoering van het plan de 5 onderzoeksvragen negatief beantwoord kunnen worden; 1. Het plan heeft geen impact op de habitats (natuurlijke habitats en habitats van een soort) qua oppervlakte, ruimtelijke spreiding, structuur en kwaliteit. 2. Het plan heeft geen impact op het evenwicht tussen de verspreiding en densiteit van de soorten en de populaties in zijn geheel. 3. Het plan heeft geen potentiële impact op de vitale factoren hoe de SBZ functioneert als ecosysteem. 4. Het plan heeft geen impact op de abiotische relaties die de structuur en functie van de SBZ bepalen. 5. Het plan heeft geen impact op het bereiken van een gunstige staat van instandhouding voor de betreffende SBZ.

11.2 MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET PLAN EN SCREENING NAAR SIGNIFICANTIE VAN DE EFFECTEN Als referentiesituatie wordt de bestaande toestand van het plangebied beschouwd. Het plangebied wordt momenteel hoofdzakelijk benut als bedrijvenzone. De uitbreiding van het bedrijventerrein wordt in het RUP voorzien in gebieden die in gebruik zijn voor landbouwdoeleinden en in landelijk woongebied. Er dient algemeen onderscheid gemaakt te worden tussen effecten op het milieu ten gevolge van ruimte-inname door de infrastructuur en effecten ten gevolge van het gebruik van de infrastructuur. Ruimte-inname en gebruik zullen enerzijds rechtstreekse effecten hebben op het landschap, fauna/flora en mens, maar zullen ook via de abiotische disciplines een onrechtstreekse invloed op de receptoren hebben. Milieueffecten ten gevolge van werkzaamheden in de aanlegfase worden slechts in aanmerking genomen indien er kans is op permanente schade (bv. verdroging van natuurwaarden door langdurige bemaling). De tijdelijke hinder die quasi steeds gepaard gaat met de werffase (werfverkeer, geluidshinder, trillingshinder) wordt niet beschouwd als bepalend in een planningscontext. Aan de hand van onderstaande standaard-afstiplijst van mogelijke milieueffecten van plannen en programma’s, wordt het voorkomen en de relevantie van mogelijke milieueffecten op de verschillende milieudisciplines onderzocht. In de conclusie wordt een globale disciplineoverschrijdende beoordeling uitgevoerd die rekening houdt met cumulatieve effecten.

H.137701


Effecten

53

Mogelijke milieueffecten. Ja / neen

Significantie van effecten

Topografie: de realisatie van het plan zal het reliëf in het plangebied niet aanzienlijk wijzigen.

Voor de bouw van nieuwe bedrijfsgebouwen zijn eventueel bemalingen nodig. Gezien de aard en schaal van de bedrijven waarvoor de bedrijvenzone wordt afgebakend in het RUP zal het ondergrondse gedeelte eerder beperkt zijn. De aanwezige zandbodems zijn matig gevoelig voor zetting, maar bij eventuele bemalingen dient wel rekening gehouden worden met de impact op de waardevolle vegetatie ten oosten van het plangebied. Mogelijke milderende maatregelen zijn retourbemaling en vermijden van de aanleg van een kelderverdieping of beperken van de diepte. Er worden geen significante effecten verwacht.

Discipline Bodem en Water Fysische veranderingen in de omgeving (topografie, wijzigingen in watersysteem, enz.…)

Watersysteem: er is geen directe ingreep van het plan op waterlopen (tracéwijzigingen, inbuizingen) en er is geen relevante wijziging van het grondwatersysteem.

1

Het plangebied is niet gelegen in gebieden die gevoelig zijn voor overstroming.

Bij de inrichting van het plangebied zal rekening gehouden worden met integraal waterbeheer: infiltratievoorzieningen, grachtensysteem naast de wegen, waterzuivering, gesloten watersysteem. Geen significante effecten. Geen significante effecten.

Risico’s op verontreiniging van bodem of water als gevolg van emissies naar de bodem of in oppervlaktewater of grondwater

De afvalwaters afkomstig van de bedrijvenzone worden geloosd in de riolering. Waterzuivering wordt voorzien.

3

Waterlopen, kust- of zeewateren die door het plan beïnvloed worden.

Het plan heeft geen invloed op waterlopen, kust- of zeewateren.

Geen significante effecten.

4

Zones die reeds onderhevig zijn aan verontreiniging of milieuhinder (bvb.

In de bestaande bedrijvenzone zijn reeds verschillende bodemonderzoeken gekend bij

De percelen met gekende verontreinigingen blijven in het RUP behouden in een zone voor bedrijvigheid.

2

De mogelijke toename in run-off door bijkomende verhardingen zal geen aanleiding geven tot significante toevoer van verontreinigende stoffen naar het grondwater of oppervlaktewater. Run-off water kan licht vervuild worden op parkings of bedrijfsterreinen door o.a. oliesporen, maar het effect zal licht zijn.

H.137701


waar milieunormen reeds overschreden worden) en die door het plan kunnen beïnvloed worden.

OVAM. De uitgevoerde bodemonderzoeken geven geen aanleiding tot het uitvoeren van beschrijvende bodemonderzoeken of bodemsaneringen.

54

De realisatie van het plan veroorzaakt geen significant effect op de zones met gekend milieuverontreiniging.

Discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

5

Effecten op deelgebieden in de omgeving die beschermd zijn omwille van, landschappelijke of cultuurhistorische waarden

De realisatie van het plan heeft geen effect, direct noch indirect (visueel, contextverlies) op beschermde landschapselementen.

Er zijn geen beschermde landschapselementen gelegen in het plangebied. Het beschermde landschap “Dommel en Bolisserbeek” is gelegen op 750 m. De enige beschermde monumenten in de omgeving van het plangebied zijn de hoeves aan de Voortstraat (750m) en de Molhemstraat (850 m) en de elementen in het centrum van Peer (600m). Er worden geen significante effecten verwacht.

Gebieden of elementen met grote landschappelijke waarde of elementen van historische- of cultuurhistorische waarde, die door het plan kunnen beïnvloed worden

6

Landschap

Landschap:

Het noordelijk deel van het plangebied is gelegen in de relictzone “Oude landbouwlandschappen langs de Dommel” en de ankerplaats “Valleien van Dommel en Bolisserbeek tussen Wijchmaal, Peer en Kleine Brogel”.

De ingebruikname van agrarische percelen voor bedrijvigheid gebeurt aansluitend bij het bestaande bedrijventerrein aan de rand van de relictzone en de ankerplaats. Door de bufferzones en het structurerend groen die voorzien worden in het RUP, wordt het kamerlandschap van het omgevende agrarische landschap doorgetrokken naar het plangebied, zodat de impact op de kenmerken van de relictzone en de ankerplaats beperkt wordt.

Er zijn geen punt- of lijnrelicten aanwezig binnen de afbakening van het RUP.

De inplanting van windturbines betekent een mogelijke landschaps-visuele verstoring. Gezien de beperkte schaal en het beperkte aantal van de windmolens en de ligging in lijn met de bestaande watertoren is een licht negatieve visuele impact op het landschap aanwezig.

Archeologie In het plangebied zijn geen gekende waarden opgenomen in de Centraal Archeologische Inventaris. Het plangebied is wel gelegen nabij de historische kern van Peer en nabij de Dommerlvallei waar verschillende vondsten uit de prehistorie geregistreerd zijn.

De zone voor parking-windmolens is gelegen binnen de afbakening van de relictzone en de ankerplaats. Het aantal turbines is beperkt en de inplanting wordt voorzien op één lijn met de bestaande watertoren, langs de lijninfrastructuur van de Kiezel Kleine Brogel. Gezien de ligging van de windmolens in het bedrjiventerrein van Bokt, naast de kern van Peer en aan de rand van de relictzone en de ankerplaats en gezien het geringe aantal en de kleine schaal van de windturbines worden geen significante effecten op de kenmerken van de relictzone en de ankerplaats verwacht.

H.137701


55

Een bestaand kapelletje in het plangebied blijft behouden in de groenstructuur. Archeologie: Gezien de vondsten van voornamelijk prehistorische grafheuvels in de omgeving van het plangebied, dient rekening gehouden te worden met de impact van mogelijke grondwerken in het plangebied op ongekende archeologische waarden. Met betrekking tot deze mogelijk impact op het archeologisch erfgoed dient een vroegtijdige afstemming te gebeuren met het Agentschap R-O Vlaanderen Onroerend Erfgoed. Indien een onderzoek naar de archeologische potenties van de site noodzakelijk wordt geacht zijn drie stappen mogelijk: Stap 1: terreininventarisatie: bureaustudie, veldkartering, boringen (i.f.v. pre-historische sites), proefputtenonderzoek (waardering van prehistorische sites) en proefsleuven (i.f.v. niet-prehistorische sites). Noodzakelijk om de archeologische waarde van een terrein in te schatten en keuzes te maken naar beheer (behoud in situ), opgraving of vrijgave van terreinen. Afwegen economische kost en alternatieven voor archeologisch beheer. Stap 2: opgraving + basisrapportage: indien een vindplaats bedreigd wordt door de ontwikkeling van het terrein kan deze op voorhand opgegraven worden (=behoud ex situ). De opvragingsgegevens worden minimaal verwerkt (basisrapportage). Stap 3: vrijgave van terrein (door Agentschap R-O Vlaanderen Onroerend Erfgoed). Met inachtname van deze voorzorgen worden geen significante effecten op het archeologisch erfgoed verwacht. Discipline Fauna en Flora

7

Effecten op deelgebieden in de omgeving die beschermd zijn omwille van ecologische waarden

Het plangebied is gelegen in het vogelrichtlijngebied BE2217310. Het habitatrichtlijngebied “Vallei- en brongebied van de Zwarte Beek, Bolisserbeek en Dommel met heide en ven-gebieden” (BE2200029) is gelegen op 1000 m van het

Ecologisch: Er zijn geen significante effecten te verwachten tengevolge van het RUP op de SBZ in de omgeving van het plangebied (zie paragraaf 11.1).

H.137701


56

plangebied. Het plangebied is niet gelegen in gebieden van het VEN. Effecten op voor fauna of flora waardevolle of kwetsbare gebieden in de omgeving

Volgens de biologische waarderingskaart is de vegetatie binnen het plangebied grotendeels minder waardevol. Enkel in de noordwestelijke hoek van plangebied is een biologisch zeer waardevolle houtwal aanwezig op de perceelsgrenzen.

8

De biologisch zeer waardevolle houtwal wordt behouden bij de inrichting van het plangebied en in het RUP opgenomen in de bufferzone. Er is geen directe impact op de waardevolle bosfragmenten in de omgeving van het plangebied (verlies van vegetatie). Volgens de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten zijn deze vegetatie-elementen kwetsbaar tot zeer kwetsbaar voor verzuring, eutrofiëring en ecotoopverlies. De realisatie van het RUP veroorzaakt niet dergelijke indirecte effecten. Geen significante effecten.

Discipline Lucht Vrijstelling van verontreinigingen of schadelijke, toxische of milieuverstorende stoffen in de lucht

De realisatie van het plan gaat gepaard met de emissie van luchtverontreinigde stoffen door het verkeer en door de bedrijvigheid in de bedrijvenzone.

9

De realisatie van het plan veroorzaakt een eerder beperkte toename van de verkeersemissies ten gevolge van transport en woon-werkverkeer. De uitbreiding van het bedrijventerrein veroorzaakt een mogelijke bijkomende emissie van verontreinigende stoffen door gebouwenverwarming en eventueel bedrijfsactiviteiten. Door de aard en grootte van de bedrijven, is de toename beperkt. Door herlocatie van zonevreemde bedrijven neemt de hinder op de huidige locaties af. Geen significante effecten

Discipline Geluid en Trillingen Veroorzaken van geluid en trillingen of vrijstelling van licht, warmte of straling 10

De uitbreiding van de bedrijvenzones veroorzaakt mogelijk geluid en trillingen of vrijstelling van licht. De verkeersbewegingen geven aanleiding tot geluidsemissies. De inplanting van een beperkt aantal

De uitbreiding van het bedrijventerrein veroorzaakt mogelijk bijkomende emissies van geluid en trillingen of vrijstelling van licht. Rekening houden met: de geluidsemissiesbeperkingen die opgelegd worden door de VLAREMwetgeving, de ligging aansluitend bij het bestaande bedrijventerrein, de buffering naar het omliggende landschap, de aard van de bedrijvigheid en de grootte van de bedrijven,

H.137701


windmolens in de bedrijvenzone, voor elektriciteitsproducties, betekent een toename van de vrijstelling van geluid en trillingen.

57

kunnen de geluidsemissies via de milieuvergunningsverlening binnen de geldende normen gehouden worden. De verstoring ten gevolge van bijkomende verkeersbewegingen door de realisatie van het plan is eerder beperkt. Bij de inplanting van de windturbines dient rekening gehouden worden met een voldoende afstand tot de aanliggende woongebieden. In het windplan Vlaanderen wordt uitgegaan van een buffer van 250 m ten opzichte van woongebieden. Deze woonbuffer is ruim en geldt voor grote windturbines van 1500 kW of meer. Indien 2 windturbines voorzien worden, worden deze op ca. 100m en 250 m van het woongebied ingeplant. Gezien het kleine aantal windturbines dat voorzien wordt (max. 3) en de inplanting in de bedrijvenzone aansluitend aan de kern van Peer wordt de bijkomende verstoring afkomstig van de windmolens als niet significant beoordeelt.

Discipline Mens- Verkeer en Ruimtelijke Aspecten Publieke toegangswegen die door het plan worden beïnvloed

Er worden geen publieke toegangswegen door het plan volledig afgeschaft.

11

Het bedrijventerrein wordt hoofdzakelijk ontsluiten via de Industrieweg die aansluit op de Kiezel Kleine Brogel (de toegang tot het bedrijventerrein), door het bedrijventerrein loopt en dan parallel aan de omleidingsweg ligt tot aan de Vinkstraat in het westen. De overige straten in het plangebied ter ontsluiting van de bedrijven, sluiten aan op deze weg. In de zone waar het bedrijventerrein uitgebreid wordt, worden nieuwe wegen voorzien. De Populierenstraat wordt onderbroken tussen de bedrijven en de woningen. De ontsluiting van de bedrijven gebeurt in de richting van de Industrieweg en niet in de richting van de woningen. Geen significante effecten.

12

Transportroutes in de omgeving die kwetsbaar zijn t.a.v. congestie of die omgevingshinder veroorzaken en die door het project kunnen worden beïnvloed.

Door de uitbreiding van het bedrijventerrein is een toename van het verkeer in de omgeving mogelijk.

De uitbreiding van het bedrijventerrein veroorzaakt een toename van het verkeer (woon-werkverkeer, bedrijfstransporten, leveranciers), door de vestiging van nieuwe bedrijven. Door het lokale en kleinschalige karakter van de bedrijven wordt geen grote verkeersontwikkeling in de uitbreidingszone verwacht. Daarnaast is de uitbreiding en het aantal bijkomende bedrijven beperkt. De verwachte verkeerstoename wordt als niet aanzienlijk beoordeeld. Doordat het bedrijventerrein gelegen is nabij de N73 en de N748 is er een

H.137701


58

directe aantakking mogelijk op het hogere wegennet. Er worden geen significante effecten verwacht.

13

Gebruik van natuurlijke grondstoffen, in het bijzonder niet-hernieuwbare of schaarse grondstoffen

Het plan geeft geen aanleiding tot een lokale winning van delfstoffen. Voor de realisatie van gebouwen en infrastructuur ten behoeve van bepaalde functies, zullen normale hoeveelheden aan grondstoffen (bouwzand ed.) worden aangewend.


Gebruik, opslag, transport, productie van stoffen of materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid of het milieu

De uitbreiding van het bedrijventerrein houdt de mogelijkheid tot gebruik, opslag, transport en productie van gevaarlijke stoffen in.

De uitbreiding van het bedrijventerrein is bedoeld voor lokale, kleinschalige bedrijven op KMO-schaal, overeenkomstige de bestaande activiteiten binnen het plangebied. De aanwezigheid van gevaarlijk stoffen is mogelijk, echter niet op een schaalgrootte van activiteiten die behoren tot de bijlage II lijst van MERplichtige activiteiten. Rekening houdend met de minimum veiligheidseisen die opgelegd worden via de VLAREM-wetgeving en met de verplichtingen ter voorkoming van zware ongevallen uit de Europese Seveso-richtlijn, is bijkomend risico voor de gezondheid of het milieu zeer klein tot verwaarloosbaar.

14

De herbestemming van de industriegebieden en gebieden voor milieubelastende industrieën volgens het gewestplan betekent een beperking van de mogelijkheid tot vestiging van bedrijven met een gebruik, opslag, transport of productie van stoffen die schadelijk zijn voor gezondheid op milieu. Geen significante effecten Productie van vaste afvalstoffen 15

De inrichting en exploitatie van het bedrijventerrein gaat gepaard met de productie van vaste afvalstoffen.

De uitbreiding van het bedrijventerrein veroorzaakt een verhoging van afvalstoffen. Door de aard en grootte van de bedrijven, veroorzaakt de toename van potentiële afvalstoffenproductie geen aanzienlijke milieuimpact. Geen significante effecten.

16

Risico op ongevallen gedurende bouw of exploitatie die de menselijke gezondheid of het milieu kunnen schaden

Er kunnen negatieve effecten optreden bij calamiteiten tijdens de aanlegfase en exploitatiefase. Het risico op het optreden van relevante verontreinigingen is echter beperkt. Indien nodig wordt ogenblikkelijk een sanering uitgevoerd.


H.137701


59

17

Sociale veranderingen bvb. in demografie, tewerkstelling, …

De realisatie van het plan zal geen nadelige sociale veranderingen teweegbrengen.


De uitvoering van het RUP gaat niet gepaard met significante afgeleide ontwikkelingen of cumulatieve effecten met bestaande of geplande activiteiten in de omgeving.


18

Afgeleide ontwikkelingen die kunnen leiden tot milieueffecten of cumulatieve effecten met andere bestaande of geplande activiteiten in de omgeving Bestaande landgebruiksvormen die door het project kunnen worden beïnvloed (woningen, tuinen, andere private eigendommen, industrie, handel, recreatie, publieke open ruimte, gemeenschapsvoorzieningen, landbouw, bosbouw, toerisme, grondstofdelving, …).

Ten westen van het plangebied is een landelijk woongebied gelegen langs de Kwikstraat en de Populierenstraat.

De bestaande woningen worden geïntegreerd en gebufferd ten aanzien van het bedrijventerrein. Er worden stedenbouwkundige voorschriften opgesteld zodat bestaande woningen binnen het plangebied eventueel in aanmerking komen voor het oprichten van kleine bedrijfjes. Op die manier blijven deze woningen hun waarde behouden.

De uitbreiding van de bedrijvenzone wordt gerealiseerd door de herbestemming van agrarische gebieden. De uitbreiding van de bedrijvenzone laat de herlokalisatie toe van bestaande, verspreidgelegen bedrijven in Peer. De uitbreiding van de bedrijvenzone Bokt in open agrarisch gebied veroorzaakt een bijkomende visuele hinder voor de omwonenden.

19

De woningen grenzen ook in de bestaande toestand aan het bedrijventerrein en aan de gebieden voor milieubelastende industrieën op het gewestplan. De agrarische percelen die in het RUP worden herbestemd naar zone voor lokale bedrijvigheid kennen volgens de landbouwtyperingskaarten een matige waardering. Gezien de ligging aansluitend bij het bestaande bedrijventerrein en de beperkte oppervlakte van de percelen (10ha) wordt het effect als niet significant beoordeeld. In de omgeving van het bedrijventerrein zijn (clusters van) woningen gelegen aan de Populierenstraat, de Kwikstraat en verspreidliggende woningen langs de Kiezel Kleine Brogel en Op de Kippen. De inplanting van bijkomende bedrijven in agrarisch gebied veroorzaakt een permanente visuele impact. Gezien het gaat om kleine, lokale bedrijven zijn de bedrijfsgebouwen relatief beperkt in omvang en gezien er geen kwetsbare locaties zijn in de omgeving wordt het effect als niet significant beoordeeld. De visuele impact op de woningen ten zuiden van de N73 blijft ongewijzigd omdat er geen uitbreiding aan deze zijde wordt voorzien. De visuele impact door het plaatsen van windturbines is beperkt, door het geringe aantal en de afstand die moet behouden worden tot de woonzones. Geen significante effecten

20

Geplande landgebruiksvormen die door

Er worden geen geplande


H.137701


21

22

het project kunnen beïnvloed worden.

landgebruiksvormen door het plan beïnvloedt.

Dichtbewoonde zones, kwetsbare landgebruiksvormen (ziekenhuizen, scholen, bejaardentehuizen, gemeenschapsvoorzieningen) die door het plan kunnen verstoord worden.

In de directe omgeving van het plangebied worden geen kwetsbare landgebruiksvormen verwacht.


Duurzaamheid

Bij nieuwe projecten van de gemeente of aanpassingswerken wordt steeds gekozen voor energie- of waterbesparende materialen of methoden. De afvalstoffen in gemeente gebouwen worden systematisch gesorteerd. Er zijn recipiënten voorzien voor de verschillende afvalfracties: PMD, glas, GFT, papier & karton, …


De inplanting van de windmolens kunnen op termijn zorgen voor een duurzame elektriciteitsproductie voor de bedrijvenzone.

H.137701

60


61

12 BESLUIT De noodzaak tot het opstellen van een MER (screening) werd nagegaan op basis van het optreden van “aanzienlijke effecten”, zoals dit blijkt uit de aard van het plan en de ligging van het plangebied. Op basis van een toetsing van de plan-MER-plicht overeenkomstig artikel 4.2.6 §1 5° van het D.A.B.M. kan geoordeeld worden dat: De opmaak van het RUP “Bokt” valt onder de definitie van een plan of programma; Het RUP valt onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M. omdat het een plan is dat een kader vormt voor de toekenning van een project; Het RUP is niet van rechtswege plan-MER-plichtig, aangezien het plan geen kader vormt voor vergunningen van bijlage I en bijlage II-projecten en aangezien voor het plan de opmaak van een passende beoordeling niet noodzakelijk wordt geacht. Om deze reden werd een screening uitgevoerd teneinde te oordelen of het plan aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Screening plan-MER-plicht: onderzoek aanzienlijke milieueffecten De geplande bestemmingswijzigingen hebben betrekking op de uitbreiding en herstructurering van het bedrijventerrein Bokt te Peer. De uitbreiding van het bedrijventerrein houdt een toename van de verstoring van de bodem en van verharde oppervlakte door bebouwing in. Rekening houdend met de oppervlakte van de uitbreiding, de aard van de gebouwen en activiteiten en een integraal waterbeheer (grachten, infiltratie, zuivering) voor het volledige bedrijventerrein worden er geen belangrijke fysische veranderingen en abiotische verstoringen van het bodem- en watersysteem verwacht. Rekening houdend met de exploitatie van het bedrijventerrein voor lokale en kleinschalige bedrijvigheid, leidt de realisatie van het plan niet tot potentiële risico’s met potentieel schadelijke milieueffecten. Het bedrijventerrein zal ontsloten worden via de Industrieweg die aansluit op de Kiezel Kleine Brogel. De ontsluitingswegen van de bijkomende percelen in de uitbreiding van de bedrijvenzone zullen aansluiten op de Industrieweg. Er is geen grote wijziging of verkeersontwikkeling met een ruimer dan lokaal belang. Rekening houdend met de aard van de bedrijvigheid, de buffering naar het omliggende landschap, de beperkte toename van het verkeer en de huidige gewestplanbestemming voor milieubelastende industrieën zal de lucht- en geluidsemissies door de herbestemmingen niet significant toenemen. Er treden geen significante verstoringen op van beschermde of waardevolle ecologische, archeologische, landschappelijke of cultuurhistorische elementen. Het omgevende kamerlandschap wordt door middel van bufferzones en groenstructuren in het plan doorgetrokken. De invloed van het plan op de SBZ-V werd in paragraaf 11.1 behandeld. Globaal kan geoordeeld worden dat het plan niet resulteert in aanzienlijke milieueffecten en bijgevolg niet plan-MER-plichtig is.

63-37700

Gemeentebestuur Peer t Poorthuis Zuidervest 2a 3990 Peer. Schepen Ruimtelijke Ordening Dhr. Steven Mathei

Recommend Documents