TNO Industrie en Techniek
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek /Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
Stieltjesweg 1 Postbus 155 2600 AD Delft www.tno.n1
TNO-rapport
MON-RPT-2010-00631
Geluidwering, ventilatiecapaciteit, sterkte, wateren winddichtheid van ventilatievoorziening Vent-O-Sun
Datum
3 maart 2010
Auteur(s)
ing. F.J.W. Biegstraaten
Opdrachtgever
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek B.V. de heer A. Meester Postbus 93 4870 AB ETTEN-LEUR
Projectnummer
Aantal pagina's Aantal bijlagen
033.22309/01.08 27 (incl. bijlagen) 1
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TNO. lndien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan.
0 2010 TNO
T +31 15 269 20 00 F +31 15 269 21 11 info-lenTgtno.nl
TNO-rapport MON-RPT-2010-00631
3 maart 2010
2/25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Het laboratorium
4
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Geluidmetingen Meetmethode geluidwering Inbouwwijze Gebruikte apparatuur Meetnauwkeurigheid Meetresultaten geluidwering
5 5 6 6 6
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Luchtdoorlatendheid in open stand Meetmethode Meetopstelling Meetmethode Meetresultaten
9 9 9 9 10
5 5.1 5.2 5.3
Luchtdichtheid, waterdichtheid en sterkte onder statische druk Luchtdichtheid Waterdichtheid Sterkte
11
6
Ondertekening
13
Bijlage(n)
A Gerelateerde normen
7
11 12 12
TNO-rapport I MON-RPT-2010-0063113 maart 2010
3/ 25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
1
Inleiding Op 11 januari 2010 is door TNO in het Laboratorium van Alusta te Etten-Leur de geluidreductie, de luchtdoorlaat en de water- en winddichtheid bepaald van ventilatievoorzieningen Vent-O-Sun. De ventilatievoorziening van het type Vent-O-Sun bestaat uit een behuizing welke wordt samengesteld uit aluminium profielen. De Vent-O-Sun combineert de functies zonwering en ventilatie in een product. De behuizing biedt in het onderste deel ruimte aan een zonweringelement en aan de bovenzijde is een ventilatiedeel voorzien. De aluminium profielen worden aan de uiteinden in positie gehouden door kunststof kopschotten. Het ventilatiekanaal is afsluitbaar d.m.v. een zwenkbare klep. Ter verstijving van de constructie worden -afhankelijk van de lengte- een of meerdere afstandhouders aangebracht door middel waarvan de profielen met elkaar worden verbonden. De constructie is voorzien van een thermische onderbreking. Teneinde de geluidwerende prestatie te verbeteren kan de Vent-O-Sun aan de binnenzijde worden voorzien van een geluidwerende module in diverse diepten varierend tussen de 40 en 120 mm. Deze modules worden aangebracht tussen het vast aan het kozijn gemonteerde kastdeel en het afneembare binnendeel. Tekeningen van de constructie zijn opgenomen op pagina 14. De resultaten van het onderzoek worden in dit rapport gepresenteerd.
TNO-rapport MON-RPT-2010-00631 13 maart 2010
4/25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
2
Het laboratorium Het laboratorium van Alusta B.V. is gebouwd met advies van het toenmalige samenwerkingsverband van de vakgroep FAGO, Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven met TNO. De zend- en ontvangruimte zijn niet gelijk van vorm. Het volume van de zendruimte is 97 m3; dat van de ontvangruimte 125 m3. Beide kamers zijn afzonderlijk gefundeerd. De scheidingswand tussen zend- en ontvangruimte is niet parallel aan de er tegenover gelegen wand van deze vertrekken en bestaat uit een volledig ankerloze spouwwand van grindbetonblokken. Het spouwblad dat deel uitmaakt van de zendkamer is 180 mm dik en voorzien van een stuclaag, het spouwblad dat deel uitmaakt van de ontvangkamer is 200 mm dik en eveneens voorzien van een stuclaag. De 40 mm brede spouw is gevuld met glaswol. De totale constructiedikte is dus 420 mm. Een plattegrond en doorsnede van het laboratorium is gegeven op blad 15. In de scheidingsconstructie bevindt zich een proefgat met een hoogte van 1500 mm en een breedte van 1250 mm. Aan de zendzijde is het proefgat aan de bovenkant en de zijkanten 65 mm groter. De spouw is in de proefopening afgedicht met een kitvoeg van plastische kit en een rugvulling (zie blad 16). De zo gevormde proefopening is conform de norm NEN-EN-ISO 140-1:1997 (Eisen voor laboratorium proefopstellingen). De luidsprekerposities in de zendruimte zijn bepaald conform de procedure die is gegeven in de norm NEN-EN-ISO 140-3:1996: "Laboratoriummeting van de luchtgeluidisolatie van bouwelementen", resulterend in twee luidsprekerposities (zie blad 15).
5 / 25
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631 I 3 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
3
Geluidmetingen
3.1
Meetmethode geluidwering De meetmethode is in overeenstemming met de voorschriften voor de bepaling van de geluidisolatie van kleine bouwelementen, gegeven in de norm NEN-ISO 140-10:1992 "Laboratorium meting van de luchtgeluidisolatie van kleine bouwelementen". Daarbij is gekozen voor de inbouw op den positie in het middendeel van de proefopening, in aansluiting op de wijze die tot nu toe in Nederland genormeerd is. De akoestische prestatie van een element wordt volgens deze norm gegeven door het elementgenormeerd niveauverschil Dne dat uit onderstaande relatie wordt berekend:
D. = L 1 —L 2 —101g
A A0
waarin: Dne = genormeerd niveauverschil in dB; L1 = geluiddrukniveau in het zendvertrek in dB t.o.v. 20 [11 3a; L2 = geluiddrukniveau in het ontvangvertrek in dB t.o.v. 20 [tPa; A0 = referentie absorptie; in dit geval 10 m 2; A = equivalent geluidabsorptie-oppervlak in het ontvangvertrek in m 2. Voor de uitvoering van de metingen wordt in deze norm verwezen naar de voorschriften die zijn gegeven in de norm NEN-EN-ISO 140-3. In het zendvertrek wordt "witte" ruis geproduceerd met een versterker-luidspreker cornbinatie. In zend- en ontvangvertrek zijn continue roterende microfoons opgesteld (rotatietijd 64 s). Beide signalen worden tegelijkertijd over deze tijdsduur geintegreerd en geanalyseerd met behulp van een tweekanaals real-time frequentie-analysator type 2133 van het fabrikaat Bruel & Kjwr. Er worden metingen verricht bij twee verschillende bronposities; het gemiddelde van deze beide metingen wordt door de analysator op diskette vastgelegd en verder verwerkt met een Personal Computer. Het equivalent geluidabsorptie-oppervlak in het ontvangvertrek (A) wordt bepaald met de nagalmformule van Sabine:
A =0'
V 16 T
—
waarin: V = volume van het vertrek in m 3 ; T = nagalmtijd in s. De nagalmtijd is gemeten met stoten breedbandruis waarvan het uitklinken wordt bemonsterd en in de resultaten verwerkt door dezelfde analysator.
6/ 25
TNO-rapport MON-RPT-2010-00631 3 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
3.2
Inbouwwijze De inbouwwijze wordt voorgeschreven in de reeds genoemde norm NEN-ISO 140-10:1992. De ventilatievoorziening is binnen deze voorschriften ingebouwd. De proefopening is aan de zendzijde dichtgezet met 3 mm staalplaat verlijmd met 1 mm lood en aan de ontvangzijde met 1,5 mm staalplaat verlijmd met 20 mm houtwolcementplaat. De naden zijn zorgvuldig afgedicht met plastische kit. De spouw tussen beide platen is geheel gevuld met minerale wol. In de proefopening is een opening aangebracht waarin de ventilatievoorziening is gemonteerd. Een schets van de meetopstelling is gegeven op blad 16. Wanneer bij metingen in het laboratorium, aan kleine gevelelementen, zoals ramen of ventilatieroosters ervoor wordt gezorgd dat de draagconstructie waarin deze zijn aangebracht voor elke tertsband een tenminste 10 dB hogere geluidisolatie heeft dan de te meten constructie, wordt de geluidoverdracht geheel bepaald door de aangebrachte voorziening; de geluidoverdracht via de draagconstructie zelf mag dan worden verwaarloosd. Uit deze metingen blijkt dat de luchtgeluidisolatie van deze wand in de meeste van belang zijnde frequentiebanden voldoende hoog is voor de onderhavige voorziening. Bij de meting van de Vent-O-Sun in gesloten stand is bij enkele frequentiebanden gecorrigeerd voor de geluidbijdrage via de draagconstructie.
3.3
Gebruikte apparatuur De bij de metingen gebruikte apparatuur is in onderstaande tabel opgenomen. Tabel 1: Apparatuur. apparaat geluidniveaucalibrator condensatormicrofoon condensatormicrofoon voorversterker voorversterker luidspreker bolbron Omnipower luidspreker bolbron Omnipower 2 kanaals real-time frequentie analysator
3.4
fabrikaat Bruel & Kjer Bruel & Kjer Bruel & Kjer Bra! & Kjzer Bruel & Kjer Bruel & Kjer Bruel & Kjer Bruel & Kjer
type 4230 4165 4165 2639 2639 4296 4296 2133
serie nr. 1275825 1729577 1121170 1285624 1255625 2096209 2128134 1620048
Meetnauwkeurigheid De nauwkeurigheid van bouwakoestische metingen wordt getalsmatig uitgedrukt in termen van herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid. De herhaalbaarheid is het maximaal te verwachten verschil (95% betrouwbaarheid) tussen twee metingen aan een object, in hetzelfde laboratorium met in essentie dezelfde meetopstelling en meetsysteem. De reproduceerbaarheid is het maximaal te verwachten verschil (95% betrouwbaarheid) tussen twee metingen aan een object in verschillende laboratoria met elk hun eigen meetopstelling en meetsysteem. In ISO 140-2 worden aan deze beide grootheden eisen gesteld (zie ISO 140-2 Annex A).
TNO-rapport MON-RPT-2010-00631 I 3 maart 2010
7 / 25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
Voor de eengetalsaanduidingen resulteert een vereiste herhaalbaarheid van 1 dB en een vereiste reproduceerbaarheid van 3 dB. Uit diverse - nationale en internationale - vergelijkingsonderzoeken blijkt, dat met de meetmethode zoals beschreven in NEN-EN-ISO 140-3 aan de eisen voor de herhaalbaarheid kan worden voldaan. Enkele herhalingsmetingen aan suskasten, door TNO uitgevoerd in het laboratorium van Alusta, geven aan dat dit voor de metingen zoals daar uitgevoerd ook het geval is. De eerst genoemde onderzoeken geven tevens aan dat ook aan de vereiste reproduceerbaarheid tussen de diverse (Europese) laboratoria, waaronder TNO, wordt voldaan, zij het voor sommige typen meetobjecten slechts marginaal. Enke le vergelijkingen tussen metingen aan de zelfde suskasten in het laboratorium van TNO en dat van Alusta geven aan dat de verschillen tussen deze beide laboratoria binnen de vereiste reproduceerbaarheid blijven.
3.5
Meetresultaten geluidwering De meetresultaten in geopende stand zijn gegeven op blad 19 en 21 t.m. 23 en die in gesloten stand op blad 20. De resultaten worden waar nodig gecorrigeerd voor flankerende geluidoverdracht. Flankerende overdracht treedt op wanneer de geluidisolatie van de ventilatievoorziening dermate hoog is dat ook geluid via de inbouwconstructie of via de wand invloed heeft op het meetresultaat. De bijdrage van flankerende overdracht is bepaald door het product of te dichten aan de inlaat en uitstroomzijde met aluminium profielen. Het kanaal daar tussenin wordt gevuld met minerale wol. Vervolgens wordt het genormeerd niveauverschil Dn,e,F te bepaald. Als dit resultaat meer dan 10 dB hoger is, is flankerende overdracht te verwaarlozen en is geen correctie nodig. Bij kleinere verschillen wordt gecorrigeerd met onderstaande formule: D ee =101g (10_1),,,e110 1
waarin:
D„
= het gecorrigeerde genormeerd niveauverschil in dB = het ongecorrigeerde genormeerd niveauverschil inclusief de flankerende overdracht in dB Dn,e,F = het genormeerd niveauverschil met afgedekte meetopening in dB Als echter het verschil kleiner dan 6 dB is wordt de maximale correctie van 1,3 dB toegepast en het meetresultaat geldt dan als minimum waarde. Deze correctie wordt toegepast op de 1/3 octaafbandniveaus. Het meetresultaat van de meting met afgedekte opening is gegeven op blad 24. In de grafieken is het genormeerd geluiddrukniveauverschil als functie van de middenfrequentie van 1/3 octaafbanden gegeven. De 1/1 octaafbandwaarden zijn met een cirkeltje (o) aangeduid. De meetwaarden staan tevens in tabelvorm naast de grafieken vermeld. Onder de grafiek zijn een aantal eengetalsaanduidingen samengevat, die zijn bepaald volgens NEN-EN-ISO 717-1:1997.
TNO-rapport I MON-RPT-2010-0063113 maart 2010
8/25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
Boven de grafiek is ook nog het element genormeerd niveauverschil voor buitengeluid (D„,,A) gegeven, zoals dat tot nu toe in Nederland is gehanteerd. In appendix A wordt op deze eengetalsaanduidingen een nadere toelichting gegeven. Gezien het feit dat door sommigen nog met de luchtgeluidisolatie betrokken op de doorlaat bij 1 Pa en 1 m/s (Rq,A) wordt gerekend vermelden wij deze in de onderstaande tabel voor weg-, lucht- en railverkeersspectra. Tabel 2: Geluidisolatie betrokken op de doorlaat bij 1 Pa en 1 m/s. R„,,„,,,
Rq,A,I
2
2
Vent-O-Sun met 40 mm akoestische unit
22
6
6
Vent-O-Sun met 80 mm akoestische unit
22
6
7
Vent O Sun met 120 mm akoestische unit
22
8
8
-
-
Rq,A
r
.--,
qv 22
1
Voorziening Vent-O-Sun
9
I
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631 3 maart 2010
9/ 25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
4
Luchtdoorlatendheid in open stand
4.1
Meetmethode De luchtmetingen zijn verricht overeenkomstig de voorschriften gegeven in de norm NEN 1087:2001 en de praktijkrichtlijn NPR 1088:1999. Hierbij dient de druk-volumestroom karakteristiek van de voorziening te worden bepaald. Voor de bepaling van deze karakteristiek is de volumestroom bij een druk van 15, 30, 45, 60, 75 en 90 Pa over de voorziening gemeten. Uit de met behulp van de kleinste kwadraten methode verkregen grafiek wordt door extrapolatie van de gevonden karakteristiek naar 1 Pa de nominale ventilatiecapaciteit bepaald.
4.2
Meetopstelling De ventilatievoorzieningen worden in het voorvlak van een plenum, met doorsnede 500 x 1200 mm2 en lengte 2000 mm, gemonteerd in een plank, die door middel van klemsluitingen wordt vastgezet. Het deel dat in de praktijk aan de buitenzijde van de gevel zal komen is aan de buitenzijde van de aanzuigkast gemonteerd. Op de aanzuigkast is een ringleiding van koperen buis aangebracht met vier aftakkingen, een in elk wandvlak, voor meting van de onderdruk in het plenum. Op de kast is via een trechtervormig verloopstuk een kanaal van ronde PVC pijp aangesloten. In het trechtervormig verloopstuk bevindt zich een rooster van geperforeerd metaal om wervelingen in de luchtstroom zoveel mogelijk te elimineren. De volumestroommeting vindt plaats door bepaling van het drukverschil over een ringkamer meetflens in dit ronde kanaal. De dimensionering van de meetflens en de gebruikte itererende rekenroutine voor de volumestroombepaling uit het drukverschil over de meetflens is in overeenstemming met de norm ISO 5167 "Measurement of fluid flow by means of orifice plates, nozzles and venturi tubes inserted in cross-section conduits running full"; ook de rechte kanaallengte voor en achter de meetflens is in deze norm voorgeschreven. Een schets van de meetopstelling is gegeven op blad 17. De druk over de meetflens en de onderdruk in de aanzuigkast is simultaan afgelezen op twee gecertificeerde Betz micromanometers (meetbereik 0 tot 2500 Pa) evenals de meetflens van het fabrikaat Van Essen Instruments. Alle aansluitingen voorzover niet voorzien van rubbermanchetten met klembanden zijn zorgvuldig met tape afgedicht.
4.3
Meetmethode Door de ventilator van de meetopstelling zodanig in te regelen dat de druk in het plenum gelijk is aan de druk buiten het plenum wordt de interne weerstand van het meetsysteem gecompenseerd en is de met de meetflens gemeten volumestroom gelijk aan de ventilatiecapaciteit van de voorziening.
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631 13 maart 2010
10 / 25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
4.4
Meetresultaten De druk- volumestroom karakteristiek van de ventilatievoorziening in geopende stand is gegeven op blad 25. De uitstroomopening bestaat uit 17 gaten met een hoogte van 43 mm en een breedte van 50 mm h.o.h afstand 55 mm. De dammen tussen de gaten zijn dus 5 mm. Strak tegen deze gaten is een zwart geepoxeerd RVS gaas gespannen met een maaswijdte van 2,5 mm, doorlaat 75%. De kleinste doorstroomopening is gespecificeerd op de meetbladen.
De Vent-O-Sun is voorzien van een traploos regelbare zwenkklep waardoor iedere positie instelbaar is. Hiermee wordt voldaan aan de in het bouwbesluit gestelde eis ten aanzien van de regelbaarheid waarbij gesteld wordt dat er binnen het regelgebied van 0 25% van de capaciteit tenminste 2 standen instelbaar moeten zijn welke onderling minimaal 10% verschillen. -
11 / 25
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631 13 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
5
Luchtdichtheid, waterdichtheid en sterkte onder statische druk
5.1
Luchtdichtheid
In het bouwbesluit wordt gesteld dat de gesloten stand van een ventilatievoorziening in principe afsluitend moet zijn en dat de voorziening in die stand bij 1 Pa niet meer mag doorlaten dan 10% van de nominale capaciteit. Dit betekent 2,2 dm3/s voor de kleinste doorlaat van 22 dm3/s. Op verzoek van de fabrikant heeft toetsing van de dichte stand plaatsgevonden overeenkomstig de eisen van de BRL 2701:1996 "metalen gevelelementen". In deze BRL zijn eisen opgenomen voor ventilatieroosters, welke enigszins afwijken van die gesteld aan ramen. Bij 10 Pa drukverschil is voor roosters een lekverlies van 2 m 3/h per m sluitnaad en 0,1 m3/h per m naad toegestaan (= 0,58 dm3/s totaal). Bij de drukken overeenkomstig de NEN 2778:1993 (Vochtwering in gebouwen - bepalingsmethoden) is 9 m3/h per m sluitnaad en 0,5 m3/h per m naad toegestaan ( = 2,64 dm3/s totaal). Beoordeling geschiedt volgens een gebiedsindeling volgens NEN 6702:2001, waarbij Nederland in 3 windsnelheidsgebieden is ingedeeld. Gebied I omvat de provincie Noord Holland boven de lijn Heemskerk - Uitgeest - Wormerland - Purmerend en Edam/Volendam, de Markermeer en de Wadden eilanden. Gebied II is het resterende deel van de provincie Noord-Holland met de overige kustprovincies, de rest van Nederland is ingedeeld in gebied III. Voor elk van deze gebieden is een indeling in gebouwhoogte gegeven van 8 - 150 m. Afhankelijk van de druk waarbij het toegestane lekverlies wordt overschreden en/of waarbij waterlekkage optreedt, wordt aan het produkt een klasse-indeling toegekend. Voor indeling in de klasse Gebied I, 150 m gebouwhoogte geldt als testdruk 650 Pa. Overeenkomstig de BRL 2701:1996 is het lekverlies vastgesteld bij een luchtstroming van buiten ---> binnen. Bij de beproeving van de luchtdichtheid is gebruik gemaakt van dezelfde meetopstelling als bij de meting van de luchtdoorlatendheid in geopende stand. De resultaten gecorrigeerd voor het lekverlies van de gesloten meetopstelling bij drukverschillen van 10 - 1000 Pa, zijn gegeven in tabel 3. Tabel 3: Lekverlies van de Vent-O-Sun van 1 m lengte bij testdrukken van 10 tot
1000 Pa, naadlengte 2,12 m. testdruk [Pa] 10 50 100 150 200 250
[dm3/s] 0,1 0,3 0,7 1,0 1,3 1,8
testdruk [Pa] 300 350 450 550 650
[dm3/s] 2,0 2,3 3,0 4,1 5,0
Wat luchtdichtheid betreft wordt dus in alle gevallen ruim voldaan aan de in de BRL 2701:1996 "Metalen gevelelementen" gestelde eisen voor gebied I, bij 150 m gebouwhoogte, zoals hierboven omschreven.
TNO-rapport MON-RPT-2010-00631 3 maart 2010
12 / 25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
De Iuchtdichtheid bij 10 Pa is veel beter dan de bovengenoemde eisen uit het Bouwbesluit bij 1 Pa. 5.2
Waterdichtheid
5.2.1
In gesloten stand
De beproevingsapparatuur voor waterdichtheid en sterkte is schematisch weergegeven op blad 18. De waterdichtheid van de Vent-O-Sun is bepaald overeenkomstig de prEN 1027:2000 - onbeschermde opstelling - als voorgeschreven in de BRL 5701:1995 "Ventilatieroosters". In gesloten stand is geen lekkage geconstateerd door het rooster en de aansluitingen tot en met 1000 Pa. Voldoende dus voor de klasse gebied I, 150 m gebouwhoogte volgens NEN 2778:1993. 5.3
Sterkte De Vent-O-Sun is in de meetopstelling voor water- en winddichtheid onderworpen aan een statische druk van 2500 Pa gedurende 5 seconden. Er zijn daama geen blijvende vervormingen geconstateerd; de voorziening functioneerde op normale wijze.
13/25
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631 13 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
6
Ondertekening Delft, 3 maart 2010
ing. P. Hendriksen
Afdelingshoofd
TNO Industrie en Techniek
ing. F.J.W. Biegstraaten Auteur
14 / 25
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631 3 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
2
258
Vent-O-Sun met 40 mm akoestische unit
Vent-O-Sun met 80 mm akoestische unit
338
Vent-O-Sun met 120 mm akoestische unit
378
15 / 25
TNO-rapport MON-RPT-2010-0063113 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
0.7m
1m
I 0-7m
0.8m
ONTVANG KAMER volume 125m'
ZENDKAMER volume . 97mt
0.85m 0.7m
0.7m
0.7m 2.3m Afstand microfoon: in zend-kamer min. 0.7m tot muren min. 1.5m tot speaker
hoogte speaker 2.25m uit de vloer
5.9m
hoogte speaker 1.35m uit de vloer
PLATTEGROND EN DWARSDOORSNEDE VAN HET AKOESTISCH LABORATORIUM VAN
in ontvang-kamer min. 0.7m tot muren min. 1.5m tot speaker
ALUSTA VENTILATIETECHNIEK B.V.
m7--MM7=-11.11-1111111
1=7•11FM--
,#,77-01r/V/Zirt,
/ ,/ffe/ 1.15m
3.4m
0.9m
1.5m
0.75m
16 / 25
TNO-rapport MON-RPT-2010-00631 I 3 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
420
grind-betonsteen
3 mm staalplaat verlijmd met 1 mm lood
510 mm
1.5 mm staalplaat verlijmd met 20 mm houtwol-cementplaat
— to meten ventilatie voorziening
--- max. 110 mm
ZEND ZIJDE
ONTVANG ZIJDE
WIJZE VAN INBOUWEN IN HET MEETGAT
grind-betonsteen 180 mm mei 94 Itnbouw.rnsi
grind-beton- steen 200 mm
ALUSTA b.v. ETTEN-LEUR
17 / 25
TNO-rapport MON-RPT-2010-00631 1 3 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
L De op s te lling en v an T P D en van Alus ta b. v. z ijn iden t ie k.
C
o
0
MEET - OP STEL LI N G
O
0
o NNC
o 0 to ••=
CD 0. CD
>NE 0 0 0 N
rb
E
d
O C
co •E i30 ( U — C...E C
,. 64j 1)
o.
arc
> N
Tri
2t ,,,
CD -
0 0 0
ins tru men ten:
m (.1 >
E
6) '
E
TNO-rapport MON-RPT-2010-00631 I 3 maart 2010
18/25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
schematische weergave van de beproevingskast voor watermeting
druk-opnemer mark "HESCH" type H200 , bereik 0 - 2000 Pa
sproeiarm
schrijver
to meten ventilatle voorziening
wateraansluiting water febrikaat flow-buffster en Porter' bereik 0 - 10 dm 3 /min.
regelventiel
ventilator merk ITHO
wateratvoer
.,e7•77'
mei 94 1watartas rnsi
Aft___
240Ze.etrefg~=
19
• • TNO-rapport MON-RPT-2010-00631 I 3 maart 2010
19 / 25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
LUCHTGELUIDISOLATIE KLEINE BOUWELEMENTEN Laboratorium metingen volgens NEN-EN-ISO 140-10 Opdrachtgever Projectnummer
Vent-O-Sun
: Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek Product
:
033.22309/01.50
Testruimte : Laboratorium Alusta
Gemonteerd door
: Alusta
Beschrijving object
: Vent-O-Sun; ventilatievoorziening in open stand
Ventilatie capaciteit qv
22 dm 3/s
Testdatum : 2010-01-11
Inbouw oppervlakte (lxh) : 1,00 x 0,13 = 0,13 m 2
Volume zendruimte
: 97 m 3
Volume ontvangruimte
: 125 m 3
Freq uentie ( Hz )
63 80
27,0 36,0 33,8
100
30,0
125
34,0
50
160
35,3
200
32,6
250
27,8
315
26,4
400 500 630 800 1000 1250 1600 2000 2500 3150 4000 5000
24,4 28,0 29,1 26,3 27,3 33,1 32,2 29,8 29,5 30,7 32,6 35,6
(8P) l-10 1./1- a' u CI
O n e 1/3 oct (d B)
dB
60
30,5
50 (i)
32,5
a) as
28,2
40
-1L
2
V V
verschc ven ref. cu
(7)
_-hk •
0
30
•
26,7
/
..- ..•
/
a)
E
•
•
/ /
0
28,1
/
20 /
/
/
/
A
_
/ / /
30,3
. z
10
/
32,5 0
I
I
I
63
125
1
I
I
I
I
I
I
250 500 1k Frequentie (Hz)
I
I
2k
4k
Eengetalsaanduiding volgens NEN-EN-ISO 717-1 D ne,w (C;Ctr) = 29 (0;-1) dB
C50 - 3150 =
0 dB C50-5000
C tr,50 3150 =
1
-
20050103
*
-
dB C
tr,50-5000 =
1 dB
1 dB C 100 5000
=
-
1 -
dB
C
tr,100-5000 =
1 dB -
SUN-1
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631
I 3 maart 2010
20 / 25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
LUCHTGELUIDISOLATIE KLEINE BOUWELEMENTEN Laboratorium metingen volgens NEN EN ISO 140 10 -
-
-
Opdrachtgever
: Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek Product
Projectnummer
: 033.22309/01.50
Testruimte
Gemonteerd door
: Alusta
Testdatum
Beschrijving object
: Vent-O-Sun; ventilatievoorziening in gesloten stand
Ventilatie capaciteit qv
: 22 dm 3/s
Inbouw oppervlakte (Ixh) : 1,00 x 0,13 = 0,13 m 2
Vent-O-Sun
: Laboratorium Alusta : 2010-01-11
Volume zendruimte
: 97 m 3
Volume ontvangruimte
: 125 m 3
dB
43,4
100
44,2
125
46,4
160
45,7
200
42,6
250
35,8
315
37,5
400
38,8
500
41,7
630
41,7
800
40,2
1000
40,9
1250
43,4
1600
44,8
2000
44,8
2500
44,2
3150
44,2
4000
44,7
5000
47,5
35,9
45,3
37,8
40,5
41,3
Genormee rd g e lu iddru kn ive auversc hil( Dn, e )
Freq uent ie ( Hz)
80
'a
32,1 39,4
( EIP) 1.30 l/l
(eip)Poen°' ua
50 63
60
50 verschcven ref. cu ye _
.-- ---'
0 /
40
/
•
4
•
n
/
0/
/0
30 / _
/
/
/
/
/
/
/
/
20
A 44,6 10 45,2 0
1
i
I
63
1
125
I
I
1
1
250 500 1k Co- Frequentie (Hz)
1
1
1
1
2k
4k
Eengetalsaanduiding volgens NEN-EN-ISO 717-1 D ne , w (C;Ctr ) = 43 (-1;-2) dB
C 50- 3150
= -1 dB
C tr,50 3150 = -
20050103
2 -
dB
0 dB C 100 - 5000 = 0 dB = - 2 dB Ctr,l 00- 5000 = - 2 dB tr,50 - 5000
C50-5000 50 5000 -
C
SUN-2C
21 / 25
TNO-rapport MON-RPT-2010-0063113 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
LUCHTGELUIDISOLATIE KLEINE BOUWELEMENTEN Laboratorium metingen volgens NEN-EN-ISO 140-10 Opdrachtgever
: Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek Product
Projectnummer
: 033.22309/01.50
Testruimte : Laboratorium Alusta
Vent-O-Sun
Gemonteerd door
: Alusta
Testdatum : 2010-01-11
Beschrijving object
: Vent-O-Sun met akoestische unit 40 mm; ventilatievoorziening in open stand
Ventilatie capaciteit qv
: 22 dm 3/s
Inbouw oppervlakte (Ixh) : 1,00 x 0,13 = 0,13 m 2
Volume zendruimte
: 97 m 3
Volume ontvangruimte
: 125 m 3
dB
36,3
80
37,9
100
32,4
125
36,7
160
37,0
200
33,1
250
27,7
315
27,8
400
32,7
500
37,4
630
32,4
800
29,8
1000
29,2
1250
35,7
1600
34,5
2000
31,4
2500
33,0
3150
35,1
4000
37,8
5000
38,8
29,6
34,8
28,9
33,7
30,8
Genormeerd g elu iddru kn iveauversc h il( Dn, e )
Freq uentie ( Hz)
25,4
(op))00IA ' a
WO 130 En aUa
50 63
60
50
40
-
, _... --- ...-
0 -
30
u
------\9 /
_
20 / _
/
32,8
/
/
/
/
/
9
-
verschcaen ref. c
-
O
•
//
/
/
/
10
36,9 0
1
i
I
63
125
1
1
I
I
I
1k 250 500 Frequentie (Hz)
I
I
2k
1
1
4k
Eengetalsaanduiding volgens NEN-EN-ISO 717-1 (C;C tr) = 33 (-1;-2) dB
20050103
= -1 dB
C 50-5000 50-5000 = 2 dB C C tr,50-3150 = t1,50-5000 =
0 dB C100-5000 = 0 dB dB Ctr,100-5000
- 2 dB
SUN-3
TNO-rapport I MON-RPT-2010-0063113 maart 2010
22 / 25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
LUCHTGELUIDISOLATIE KLEINE BOUWELEMENTEN Laboratorium metingen volgens NEN-EN-ISO 140-10 Opdrachtgever
: Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek Product
Projectnummer
: 033.22309/01.50
Testruimte : Laboratorium Alusta
Vent-O-Sun
Gemonteerd door
: Alusta
Testdatum : 2010-01-11
Beschrijving object
: Vent-O-Sun met akoestische unit 80 mm; ventilatievoorziening in open stand
Ventilatie capaciteit qv
: 22 dm 3/s
Inbouw oppervlakte (Ixh) : 1,00 x 0,13 = 0,13 m 2
Volume zendruimte
: 97 m 3
Volume ontvangruimte
: 125 m 3
50
27,4
63
36,4
80
37,4
100
33,1
125
36,4
160
36,6
200
31,5
250
25,8
315
30,6
400
39,7
500
34,8
630
30,7
800
30,1
1000
31,0
1250
37,8
1600
37,6
2000
35,6
2500
37,9
3150
40,2
4000
44,6
5000
46,9
(913 ) 130IA ' a
(EIP) Po Ene' u CI
Freq uentie ( Hz)
dB
31,3
60
- 50 0c 0
35,1
N 9 (1 >
28,5
0
40
vcr3en ven r
.)e -
VV
0 /
5 Tem 30
-- --
-- --
0
0 0/ i
33,7 a)
31,9
/
..--
cu -vc
_
2
o c) 20
A
/ /
_
/
/
/
/
/
36,9 10 43,0 0
I
63
I
I
I
125
I
I
I
I
I
I
250 500 1k Frequentie (Hz)
I
I
2k
4k
Eengetalsaanduiding volgens NEN-EN-ISO 717-1 ;-) dB Dnew ( D ;Dtr) = 35 (-12
20050103
C50 - 3150 Ct r 50 _ 315o
= -1 dB C 50 5000 -
= 0 dB C 100 5000 =
0 dB
-3 dB Ctr,100-5000 =
-2 dB
-3 dB Ctr,50-5000 =
-
SUN-4
TNO-rapport MON-RPT-2010-00631 3 maart 2010
23 / 25
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
LUCHTGELUIDISOLATIE KLEINE BOUWELEMENTEN Laboratorium metingen volgens NEN-EN-ISO 140-10 Opdrachtgever
: Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek Product
Projectnummer
: 033.22309/01.50
Testruimte : Laboratorium Alusta
: Vent-O-Sun
Gemonteerd door
: Alusta
Testdatum : 2010-01-11
Beschrijving object
: Vent-O-Sun met akoestische unit 120 mm; ventilatievoorziening in open stand
Ventilatie capaciteit qv
22 dm 3/s
Inbouw oppervlakte (Ixh) : 1,00 x 0,13 = 0,13 m 2
Volume zendruimte
: 97 m 3
Volume ontvangruimte
: 125 m 3
dB Freq uentie ( Hz)
100cn.
'a 28,6 38,1
80
39,0
100
33,3
125
38,0
160
35,8
200
34,8
250
35,4
315
36,8
400
37,4
500
34,6
630
30,1
800
31,3
1000
32,5
1250
40,1
1600
40,1
2000
38,1
2500
39,9
3150
43,5
4000
46,1
5000
49,6
(op)100[/['a
(8 P)
50 63
32,6
35,3
60
= 50 0 F2 verschaLren r f cu ve -- -- „...---
40 35,6
-/
2
0
0
/
ru m 30 33,0
33,3
12 a)
(1)
0
_
20 /
/
.
/
/
/
/
/
/
/
0
/ .
/
A 39,3
10 45,7
0
i
I
i
I
i
I
I
I
250 500 1k Frequentie (Hz)
125
63
1
i
2k
t
i 4k
Eengetalsaanduiding volgens NEN-EN-ISO 717-1 D new (C;C tr) = 37 (-1;-3) dB
C 50-3150
=
Ctr,50-3150 =
20050103
-1 dB C 50 5000
= 0 dB C 100 5000 = 0 dB -3 dB Ctr,50-5000 = -3 dB Ct1,100 5000 = -3 dB -
-
-
SUN - 5
24 / 25
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631 I 3 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
LUCHTGELUIDISOLATIE KLEINE BOUWELEMENTEN Laboratorium metingen volgens NEN-EN-ISO 140-10 Opdrachtgever
: Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek Product
Projectnummer
: 033.22309/01.08
Testruimte
: gesloten wand
Gemonteerd door
: Alusta
Testdatum : 2009-05-14
Beschrijving object
: meetopening afgesloten met staalplaat
Laboratorium Alusta B.V.
en minerale wol
Ventilatie capaciteit q v
Volume zendruimte
: n.v.t.
Inbouw oppervlakte (Ixh) : n.v.t.
: 97 m 3
Volume ontvangruimte : 125 m 3
(£113) loo
_
IA 'a
(e p)1-00En "a
Freq uent ie ( Hz)
dB
rschc ven t`rt4,4ye
70 ..„,
., -''
-
50
38,5
80
45,3
100
44,0
125
52,9
160
52,2
200
51,9
250
55,0
315
59,6
400
60,9
500
62,2
630
63,0
800
65,2
1000
67,9
1250
70,9
1600
72,3
2000
73,6
2500
73,5
3150
71,6
4000
69,9
5000
70,4
.--• ..,
S
/ /
32,9
63
..----
36,4
/
0 = 60
/
/ / /
47,7
/
0 12 >
/
/ / /
50
1
0
/
54,5
•
-
61,9 0
E 0 67,4
30
A 73,1 20 70,6 10
I
I
I
63
I
I
I
I
I
250 500 1k Co- Frequentie (Hz)
125
I
I
2k
I
1
4k
Eengetalsaanduiding volgens NEN-EN-ISO 717-1 Die w (C;Ctr ) = 66 (-2;-6) dB
= -2 dB C100-5000 = -1 dB Ctr,100 5000 = -6 dB Ctr,50 3150 = -12 dB Ctr,50-5000 = -12 dB
C50 - 3150 -
20050103
= -3 dB C 50 5000 -
-
ALU-4
25 / 25
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631 3 maart 2010 Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
METING LUCHTDOORLATENDHEID IN OPEN STAND (bu-bi) Datum Ventilatievoorziening
: 2010-1-11 : Vent-O-Sun
Lengte Hoogte
: 100 cm : 13 cm
Kleinste opening (netto doorlaat) Kierlengte sluitmechanisme
: 220 cm 2 : 212 cm : 23 Pa : 22,0 dm 3/s : 22 dm 3/s
Drukverschil bij luchtsnelheid 5 m/s door netto doorlaat Volumestroom bij 1 m/s door netto doorlaat Nominale ventilatiecapaciteit (NEN 1087)
q„, = C x Alan C = 21,69 dm 3/s bij 1 Pascal n = 0,50 DRUK-VOLUMESTROOMKARAKTERISTIEK
infiltratie (dm 3/s)
1 2 5 10 20 30 40 50 60 75 100
21,7 31,1 50,1 71,8 103,0 127,2 147,7 165,9 182,3 204,8 237,8
volumestroom qv in dm 'is
toetsing sdru k ( Pa)
1000
100
10 10
toetsingsdruk Ap in Pa file:sun
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631 13 maart 2010 I
Bijlage A I 1/2
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
A
Gerelateerde normen De akoestische prestatie van bouwelementen wordt bepaald met genormaliseerde meetmethoden gebaseerd op internationale normen (ISO 140) en werden veelal uitgedrukt in een getal volgens nationale (NEN 5079, DIN 52210 etc.) en internationale (ISO 717) normen. Sinds 2000 zijn Europese normen van kracht geworden waarin dit wordt geregeld (EN-ISO 140 en EN-ISO 717); deze Europese normen zijn in alle Europese landen ook als nationale norm overgenomen. In Nederland zijn alle delen van de norm voor laboratoriummetingen overgenomen (NEN-ENISO 140); ook de norm voor de bepaling van de eengetalsaanduiding is overgenomen (NEN-EN-ISO 717:1997). Op het gebruiken en toepassen van deze laatste norm geeft NPR 5079:1999 een toelichting. De delen van de norm voor praktijkmetingen zijn inmiddels ook als Nederlandse norm overgenomen (NEN 5077:2008), waarop een toelichting wordt gegeven in de NPR 5097. De aanpassingen in de serie meetnormen betreffen vooral het aanscherpen van de meetprocedure op diverse punten ter bevordering van de reproduceerbaarheid; wezenlijke veranderingen hebben echter niet plaatsgevonden. Wel wordt aanbevolen het frequentiegebied uit te breiden tot lagere frequentiebanden (t.m. 50 Hz tertsband). Aangezien de metingen bij die lage frequenties minder betrouwbaar zijn, moeten deze resultaten vooralsnog als globale indicatie worden beschouwd. Veel groter is op het eerste gezicht de verandering in de wijze waarop de gemeten prestaties in een getal worden uitgedrukt. De wijze waarop de akoestische prestatie van bouwelementen wordt weergegeven is een samenvoeging van twee verschillende systemen. De productprestaties dienen altijd volgens beide systemen te worden gegeven, teneinde de volledige informatie te verstrekken, op de voorgeschreven wijze. Daarbij wordt als referentie altijd de oorspronkelijke gewogen grootheid volgens de oude ISO 717 aangegeven met spectrum-aanpassingstermen C die aangeven in welke mate de A-gewogen grootheid voor een bepaald referentiespectrum hiervan afwijkt. Voor de verschillende akoestische prestaties wordt dit als volgt weergegeven. • luchtgeluidisolatie bouwelementen, gemeten volgens NEN-EN-ISO 140-3: Rw (C; Ca), bijvoorbeeld Rw (C; Ca) = 52 (-1; -5) • luchtgeluidisolatie kleine elementen, gemeten volgens NEN-EN-ISO 140-10: Dne;w (C; Ca), bijvoorbeeld Dne;w (C; Ctr) = 34 (-2; -7) • contactgeluidisolatie vloeren, gemeten volgens NEN-EN-ISO 140-6: (C1) = 65 (-9) 1,11;w (C1), bijvoorbeeld • verbetering contactgeluidisolatie door vloerafwerking of vloerbedekking, gemeten volgens NENEN-ISO 140-8: 6d-w ; bihn, bijvoorbeeld AL,,, ; ALfi n = 18; 8 Opmerking: Als alternatief mag ook AL„, (Cm) worden gebruikt
Het bij deze spectrum-aanpassingstermen beschouwde frequentiegebied betreft de tertsbanden van 100 Hz tot en met 2500 Hz (contactgeluid) of 3150 Hz (luchtgeluid). In NEN-EN-ISO 717 wordt daarnaast de mogelijkheid geboden om ter informatie ook een breder frequentiegebied in de eengetalsaanduiding te betrekken. Daartoe kunnen aanvullend spectrum-aanpassingstermen worden gegeven waarin ook lagere frequentiebanden (tot en met 50 Hz) en/of hogere frequentiebanden (tot en met 5000 Hz) zijn betrokken. Ook deze spectrum-aanpassingstermen kunnen worden gebruikt om vanuit de gewogen grootheid een A-gewogen grootheid voor het betreffende frequentiegebied te bepalen.
TNO-rapport I MON-RPT-2010-00631 I 3 maart 2010 I
Bijlage A 12/2
Alusta Natuurlijke Ventilatietechniek
een
Bij de toepassing van de gegevens kan (nationaal) gekozen worden voor van beide systemen. In Nederland is die keuze gemaakt en verwerkt in de vernieuwde norm NEN 1070:1999 `Geluidwering in gebouwen'. Daarbij is gekozen voor het A-gewogen systeem met referentiespectra. En hoewel de berekeningswijze en benamingen van de grootheden hiermee in de meeste gevallen sterk is gewijzigd, is de feitelijke frequentieweging in grote lijnen gelijksoortig gebleven. Hierdoor bestaan er vrij eenduidige relaties tussen de 'oude' en de 'nieuwe' grootheden (binnen ±1 dB(A)). De grootheden die relevant zijn voor de Nederlandse situatie en de relaties die bestaan met de tot nu toe gehanteerde grootheden zijn als volgt:
luchtgeluidisolatie van bouwelementen, tot nu Iiu-lab of RA,verkeer: • A-gewogen luchtgeluidisolatie voor kenmerkend buurgeluid RA van bouwelementen: RA = Rev + C = Ilu-lab + 51 • A-gewogen luchtgeluidisolatie voor kenmerkend buitengeluid RAtr van bouwelementen: RAt, = Rw + Ctr = RA, wegverkeer • A-gewogen geluidniveauverschil voor kenmerkend buurgeluid Dne;A van kleine bouwelementen: Dne;A = Dne;w C
• A-gewogen geluidniveauverschil voor kenmerkend buitengeluid Dne;Atr van kleine bouwelementen: Dne;Atr= Dne;w + Co- ~ Dne;A wegverkeer)
contactgeluidisolatie, tot nu leo-lab of verbetering in Llab (ook wel AIco_iab): • A-gewogen genormeerd contactgeluiddrukniveau voor kenmerkend contactgeluid LA van bouwelementen: Ln ;A = Ln;w + CI 2:" 59 • A-gewogen contactgeluidisolatie-verbetering voor kenmerkend contactgeluid ALB !, van vloerafwerkingen: ALlin = AL,,, + CIA In NPR 5079:1999 wordt ook toegelicht welke relatie er bestaat tussen de op deze nieuwe wijze aangegeven productprestatie en de op overeenkomstige wijze aangegeven prestaties in gebouwen, zoals die in NEN 1070:1999 worden gehanteerd. Daarbij wordt uitgegaan van praktijkmetingen volgens NEN 5077, waarvan de laatste versie uit 2008 de betreffende delen van EN-ISO 140 aanstuurt en tevens de eengetalsaanduidingen bepaalt volgens NEN-EN-ISO 717. Naar verwachting zal ook het Bouwbesluit deze Europese eengetalsaanduidingen gaan hanteren; vooralsnog worden daaruit via vaste relaties de Iin;k en 'co van het Bouwbesluit afgeleid. Op deze praktijkmeetnorm wordt een toelichting gegeven in NPR 5097:2006.