gedragscode TriviumLindenhof
Inhoud
Introductie Een nieuwe gedragscode!
I
Waar staan we voor bij TriviumLindenhof?
I
Waarvoor is de gedragscode bedoeld?
II
Hoe kun je de gedragscode gebruiken?
II
Gedragscode Inhoudsopgave gedragscode
1
deel 1:
omgang met cliënten
2
deel 2:
omgang met collega's
13
deel 3:
omgang met anderen
19
deel 4:
omgang met middelen
20
deel 5:
tenslotte: omgang met de gedragscode
21
Een nieuwe gedragscode!1 Hierbij presenteren wij de vernieuwde TriviumLindenhof-gedragscode. De gedragscode dient ervoor om helderheid en ondersteuning te bieden aan de medewerkers in hun dagelijks werk. Waar staan we voor en waar trekken we de grens? De gedragscode geeft daarnaast verantwoording aan ons handelen, naar cliënten, naar ketenpartners, naar externe instanties, zodat cliënten en andere betrokkenen weten welke afspraken wij met elkaar gemaakt hebben. En zodat medewerkers weten wat er vanuit de organisatie van hen wordt verwacht in hun gedrag naar cliënten, naar elkaar, naar anderen, en naar middelen van TriviumLindenhof. In dit document zijn de bestaande Gedragscodes van voorheen Trivium en voorheen Lindenhof samengevoegd. We realiseren ons natuurlijk dat een gedragscode nooit ‘af’ is en niet op alle dilemma’s die we in het dagelijks werk tegenkomen antwoord zal kunnen geven. De discussie mag voortduren. Maar… met de gezamenlijk vastgestelde gedragscode als uitgangspunt!
Waar staan we voor bij TriviumLindenhof? Onze kernwaarden:
de cliënt staat centraal; de hulp is snel en passend; de hulpverleners zijn betrokken en betrouwbaar; bestaande krachten bij de cliënt worden zoveel als mogelijk versterkt.
Onze missie TriviumLindenhof biedt kwalitatief verantwoorde hulp bij gedragsproblemen bij jeugdigen en (ortho)pedagogische problemen in gezinnen, in de thuissituatie of door een tijdelijk verblijf in één van onze voorzieningen. TriviumLindenhof doet dit in nauwe samenwerking met de cliënt.
onze visie
1
wij werken competentiegericht; wij werken systeem- en contextgericht; wij werken dialoog gestuurd; wij werken transparant; wij werken efficiënt en resultaatgericht; wij vinden het belangrijk dat de verantwoordelijkheid van ouders voor de eigen opvoedingssituatie zoveel als mogelijk wordt gehandhaafd en versterkt. Wij werken in dialoog met ouders. Het belang van de jeugdige staat daarbij voorop; wij hechten belang aan de tevredenheid van de cliënt;
De gedragscode van Harreveld heeft als uitgangspunt voor deze gedragscode gefungeerd. We hebben deze aangepast aan de eigenheid van onze organisatie. Harreveld heeft hiertoe toestemming verleend.
wij zijn betrokken, betrouwbaar en bekwaam; wij staan voor een continu proces van kwaliteitsverbetering en er wordt gewerkt met effectieve interventies; wij werken samen met de ketenpartners in de regio
Deze kernwaarden, missie en visie worden door medewerkers in de omgang naar cliënten, naar elkaar en naar TriviumLindenhof uitgedragen. Hierbij worden bepaalde gedragingen gewenst, en andere gedragingen ongewenst geacht. Aan gedrag liggen normen en waarden ten grondslag. Elke medewerker heeft eigen normen en waarden en deze kunnen onderling tussen medewerkers variëren. Er zijn echter binnen de Nederlandse samenleving ook algemeen aanvaarde normen, dan wel grondrechten, die ons gedrag bepalen. Binnen TriviumLindenhof zijn de algemene waarden: Respect - Gelijkwaardigheid - Verantwoordelijkheid - Openheid - Zorg
Hier staat TriviumLindenhof voor!
Waarvoor is de gedragscode bedoeld? De gedragscode is een onderdeel van het gedragsprotocol voor medewerkers van TriviumLindenhof. De code is bedoeld om duidelijkheid te geven over gewenst en ongewenst gedrag binnen onze instelling. In de gedragscode wordt beschreven hoe we willen omgaan met cliënten, met elkaar als collega’s en met anderen, en met de middelen van TriviumLindenhof. De beschreven omgangsvormen dienen om een veilige, respectvolle en professionele werkomgeving te creëren. De gedragscode vormt onderdeel van de toerusting van medewerkers en helpt bij een plezierige en open werksfeer. Zodoende draagt de gedragscode bij aan de kwaliteit van de hulp die we de cliënten bieden.
Hoe kun je de gedragscode gebruiken? De gedragscode is een checklist voor jezelf en voor je collega’s Bij het dagelijks werk krijg je te maken met complexe omstandigheden. Dat maakt het vaak lastig om in te schatten welk gedrag gewenst is in welke situatie en waar de grenzen liggen tussen gewenst en ongewenst gedrag. Dit wordt nog eens bemoeilijkt omdat er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie tussen medewerkers en cliënten en zodoende van machtsongelijkheid. Je hebt als medewerker -vaak meer dan je beseft- een voorbeeldfunctie voor de jeugdigen en ouders. Juist dan is het van belang om je bewust te zijn van je gedrag. Je kunt de gedragscode zien als een checklist voor jezelf en je collega’s. De gedragscode maakt onze omgangsvormen bespreekbaar Bij TriviumLindenhof hebben we zorg voor elkaar. De medewerkers voor de cliënten, en de medewerkers voor elkaar. Ons uitgangspunt is dat we op een zodanige manier met elkaar omgaan dat ieders krachten versterkt worden.
Onze algemene omgangsvormen zijn op diverse plaatsen omschreven en zullen voor velen bekend zijn. Een deel is bijvoorbeeld omschreven in het Burgerlijk Wetboek, een ander deel in de CAO Jeugdzorg, een ander deel in interne notities, zoals ‘Zorgcoördinatie’, ‘Cliëntroute’ en natuurlijk in de hulpverleningsplannen van de cliënten. Ook komen ze aan de orde in het kwaliteitstraject. In de gedragscode worden alle regels duidelijk omschreven en uitgelegd. Zo wordt het gemakkelijker om met elkaar over onze omgangsvormen te praten. De omgangsvormen zijn immers geen statisch gegeven. De gedragscode maakt onze omgangsvormen bespreekbaar. De gedragscode geeft handvatten om open en op een zorgvuldige manier te praten over ons eigen gedrag en dat van anderen Natuurlijk is niet alles in regeltjes te vangen. Er zijn altijd situaties en omstandigheden denkbaar waarvoor het boekje geen oplossing biedt. Gelukkig maar, want we dragen flexibiliteit hoog in ons vaandel. De gedragscode geeft echter wel de richting aan en biedt duidelijkheid over situaties waar flexibiliteit niet gepast is. En om hiervoor verantwoordelijkheid te nemen. Openheid is hierbij een voorwaarde. Kijk naar jezelf en naar je collega’s en praat op een zorgvuldige manier over het gedrag wat je ziet. Dat wil zeggen in een sfeer van wederzijds respect en gelijkwaardigheid. Gebruik de gedragscode als een slijpsteen, om jezelf scherp te houden. De gedragscode geeft richting aan professioneel en verantwoordelijk handelen Overal waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Dat is niet erg. Werken met mensen blijft mensenwerk. En van fouten kun je leren. Maar je moet je er wel van bewust zijn dat we werken met cliënten, die in een afhankelijkheidspositie verkeren. Kleine fouten kunnen daarom grote gevolgen hebben. Voor de cliënt, maar ook voor jezelf. De gedragscode geeft aanwijzingen over wat er wordt verwacht, maar geeft ook aan waar grenzen liggen. En welke consequenties het heeft als deze grenzen overschreden worden. Wees daarom alert. Als er iets mis gaat praat er over. Neem je verantwoordelijkheid, vraag om hulp of begeleiding. Wees ook kritisch op elkaar. Praat erover met elkaar. Het melden van gedrag van jezelf of anderen dat in strijd is met de gedragscode is niet oncollegiaal maar een manier om de professionaliteit te vergroten. Het voorkomt dat je bepaalde situaties normaal gaat vinden. Het vergroot de veiligheid en zorgt voor een positieve werkomgeving.
De gedragscode is ingedeeld in vier delen: 1. het omgaan met cliënten 2. het omgaan met collega’s 3. het omgaan met anderen 4. het omgaan met middelen In dit boekje geven we nadere uitleg bij de regels en afspraken van de code.
Gedragscode
DEEL 1: OMGANG MET CLIËNTEN Ga respectvol om met cliënten Blijf je bewust van de positie van de ouders Houd professionele afstand Handel zonder geweld Seksueel getint gedrag is niet toegestaan Handel volgens het hulpverleningsplan Gebruik geen alcohol of drugs op TriviumLindenhof en gok niet Laat cliënten geen persoonlijke diensten verlenen Leen niets uit, handel niet en geef geen spullen aan cliënten Ga vertrouwelijk om met informatie DEEL 2: OMGANG MET COLLEGA'S Ga respectvol om met collega's Praat mét collega's, niet óver collega's Sta met elkaar voor een positieve en veilige werkomgeving Volg met elkaar de lijn die is afgesproken Ga professioneel om met collega's Tolereer geen seksueel gedrag op het werk DEEL 3: OMGANG MET ANDEREN Stel je professioneel op Neem klachten serieus, stel je neutraal op Neem geen persoonlijke geschenken aan DEEL 4: OMGANG MET MIDDELEN Neem verantwoordelijkheid voor eigendommen van TriviumLindenhof Maak geen oneigenlijk gebruik van de eigendommen van TriviumLindenhof Tenslotte: OMGANG MET DE GEDRAGSCODE Handel volgens de gedragscode en verwacht dat ook van je collega's
Ga respectvol om met cliënten Maak geen onderscheid naar afkomst, achtergrond of persoonlijke eigenschappen Laat cliënten in hun waarde
Respect is een begrip dat aan de basis ligt van de kernwaarden van TriviumLindenhof. Respect wil zeggen dat je iemand als persoon in zijn of haar waarde laat. Respect wil zeggen dat je geen waardeoordeel uitspreekt over iemands uiterlijk, iemands afkomst, iemands geaardheid, religie of culturele achtergrond, ook niet bij wijze van grap. Wat voor jou onschuldig lijkt, kan voor de cliënt kwetsend of misplaatst zijn. Iedere cliënt is gelijkwaardig en verdient respect. Dit houdt ook in dat je in gedrag, kleding en handelen zodanig presenteert dat dit past bij een respectvolle benadering van cliënten. Je gaat daarbij niet alleen uit van je eigen (fatsoen)normen, maar houdt rekening met de eigenheid van verschillende cliënten. Je hebt een voorbeeldfunctie naar cliënten wat betreft het uitdragen van respect naar anderen. Respecteer iemands gevoelens of iemands eigenheid. Maak bij conflicten duidelijk dat je iemands gedrag afkeurt, maar niet de persoon. Ook al weet je dat respectloos gedrag de hulpverleningsrelatie verstoort, toch kan je wel eens een verkeerde opmerking ontglippen. Neem dan je verantwoordelijkheid en verontschuldig je meteen. Toon zelfbeheersing bij verbale conflicten. Blijf respectvol, ook als de cliënt gaat schelden of misplaatste opmerkingen maakt. Bedenk dat de relatie ongelijk is. Ook al toont de cliënt geen respect. Jij doet dat wel. Jij bent in functie.
Blijf je bewust van de positie van de ouders Ook al neem je soms tijdelijk (een deel van) de zorg voor de jeugdige over, ouders blijven ouders Geef ze niet het gevoel dat je een ‘betere opvoeder’ bent Zoals eerder vermeld verstaan wij onder cliënten jeugdigen, ouders of gezinnen. In de meeste gevallen hebben we in meer of minder directe zin te maken met ouders. Ouders hebben vaak al veel meegemaakt met hun kind. Probeer je in te leven in hun zienswijze. Op hun manier doen ze hun best en hebben dat ook in het verleden gedaan. Je mag best zeggen dat ook jij soms moeite hebt met het gedrag van hun kind. Je hoeft je niet voor te doen als een ‘betere opvoeder’. Soms is het voldoende om te zeggen dat je –omdat je niet 24 uur per etmaal werkt- wat meer afstand kunt nemen. Bespreek met ouders, als hun kind tijdelijk niet bij hen woont, op welke wijze zij de ouderrol naar hun kind kunnen en willen vervullen, denk bijvoorbeeld aan bezoek aan de dokter, de kapper, activiteiten op school, het kopen van kleding enz. Leg je vragen of twijfels zoveel mogelijk aan hen voor en laat hen het besluit nemen of doe dit in goed overleg. Wees transparant en zorgvuldig in het overleg met en over ouders. Praat naar de jeugdige met respect over zijn/haar ouders. Val de ouders niet af, wek niet de suggestie dat jij beter weet wat goed voor de jeugdige is. Maak de jeugdige duidelijk dat jij zoveel mogelijk samenwerkt met ouders in de zorg naar hem/haar. Neem daarbij de zienswijze van de jeugdige serieus. Ook een jeugdige heeft vaak al veel meegemaakt met zijn of haar ouders. Op deze manier laat je ouders in hun waarde en ga je ook met respect om met de beleving van jeugdigen. Respect hebben wil niet zeggen dat je geen grenzen mag stellen. Daar waar ouders hun opvoedingsverantwoordelijkheid niet (kunnen) nemen en/of de veiligheid van jeugdigen in het geding is, heb je de verantwoordelijkheid dit te signaleren en de benodigde acties te ondernemen. Overleg hierover met je team/leidinggevende en handel volgens gemaakte afspraken. Zie ook: protocol ‘ kindermishandeling/huiselijk geweld’
Houd professionele afstand Je bent in functie, zorg dat je privé en werk gescheiden houdt Wees ondersteunend en nabij, maar houd altijd je hoofd erbij
Je werkt met jeugdigen en ouders, die hulp vragen aan onze instelling en daarmee ook aan jou als medewerker. Houd er rekening mee dat cliënten een afhankelijke positie innemen ten opzichte van jou als medewerker. Sluit daarom geen vriendschappen met cliënten. Je verkeert in een ongelijke positie. Ben je bewust van de signalen die je afgeeft. Met je woorden en gedrag, maar ook bijvoorbeeld met je kleding. Je betrokkenheid bij de cliënt is functioneel. Een meer dan functionele betrokkenheid bij een cliënt kan de hulpverlening schaden. Privérelaties met cliënten zijn daarom niet gewenst; zeker niet tijdens de uitvoering van de hulpverlening, maar ook erna kan dit nog een periode onwenselijk zijn, zeker zolang er sprake is van een mogelijke afhankelijkheidsrelatie. Ben je bewust van de risico’s en risicomomenten, die er in de omgang tussen jou en de (ex)cliënt kunnen optreden. Voorkom dat de scheidslijn onduidelijk wordt en je je op een hellend vlak gaat begeven. Bespreek twijfels met je team. Geef aan als de problematiek van een cliënt je erg raakt of als een jeugdige sterk inspeelt op je gevoelens. Meld het aan je team.
>
Meld het ook als je een cliënt bij de aanvang van de hulp al blijkt te kennen: ook dit heeft invloed op de hulpverleningsrelatie. Het mag niet zo zijn dat de relatie en hulp door het vertrouwelijke karakter van de relatie tussen jou en de cliënt niet meer door je collega’s is over te nemen. Ook is het van belang dat er geen geheimen bestaan tussen jou en de cliënt, die jou dan wel de cliënt of anderen schade kunnen berokkenen. Beloof de cliënt nooit absolute geheimhouding. Beloof wel dat je hem of haar op de hoogte houdt van alle stappen die je gaat nemen. Als de cliënt je bijvoorbeeld deelgenoot maakt van een delict dat hij van plan is te gaan plegen, kan je je niet beroepen op je ‘beroepsgeheim’. Maar het geldt bijvoorbeeld ook als een kind je meldt dat het seksueel misbruikt wordt. Zorg dat dit ook duidelijk is voor de cliënt en dat je in openheid professioneel kunt handelen. In alle gevallen geldt: werk met je hoofd en hart, maar blijf professioneel. Hierbij bedoelen we dat je altijd bedenkt dat de hulpverlening en de persoon van de cliënt voorop staan, wat je persoonlijke gevoelens ook mogen zijn. Laat je leiden door de gezamenlijk gemaakte hulpverleningsafspraken. Denk altijd na voordat je handelt, en praat erover met je collega’s, met je behandelcoördinator of met je regiomanager als je twijfelt over de juistheid van je handelen. Zorg dat je duidelijk en helder bent in je gedrag, zodat wat je doet voor cliënten, maar ook voor je collega’s en leidinggevenden duidelijk en helder is.
Handel zonder geweld Geweld is onmacht, werkt averechts en is onprofessioneel
Onder geweld verstaan we hier psychisch en fysiek geweld, maar ook verwaarlozing. We bedoelen hiermee een groot scala aan gedragingen, die als doel hebben een ander te kwetsen, zoals o.a.: intimideren, kleineren, chanteren, beledigen, bedreigen, treiteren, schelden, vloeken, slaan, schoppen, duwen, trekken van een ander, maar ook het stelselmatig onthouden van aandacht, een aanhoudend patroon van negeren, toegeven aan antipathieën. Naast het feit dat geweld gewoon verboden is, tast het ook je geloofwaardigheid aan. Ook hier geldt weer je voorbeeldfunctie. Als je cliënten voorhoudt dat je conflicten zonder geweld moet oplossen, kun je het je niet veroorloven dit zelf met geweld te doen. Ook fysiek ingrijpen om een conflict te kunnen hanteren is aan regels gebonden en mag nooit verder gaan dan strikt noodzakelijk is. Fysiek ingrijpen is een uiterst middel, en mag alleen als de gebruikelijke hanteringstechnieken niet meer voldoen. Uitgangspunt hierbij is dat het alleen toegestaan is om de veiligheid van de cliënt, andere cliënten of medewerkers te kunnen garanderen, bijvoorbeeld om lichamelijk letsel te voorkomen. Gebruik hierbij de vastgestelde technieken (conform training crisissen en incidenten van cursus competentiegericht handelen/training agressieregulatie) en handel volgens gemaakte afspraken en richtlijnen (zie protocol ‘vermoeden van fysiek geweld door medewerker’). Zorg dat je ook in een dergelijke situatie je hoofd erbij houdt. Niemand is perfect. In de praktijk kan het gebeuren dat je bij een conflict je zelfbeheersing dreigt te verliezen. Wees hier alert op, praat erover met je team. Vraag hulp. Voorkom escalatie. Grijp in als je merkt dat een collega zijn of haar zelfbeheersing dreigt te verliezen. Steun je collega, neem het zo nodig over zodat je collega tot rust kan komen. Accepteer ook dat je collega’s ingrijpen als het jou een keer mocht overkomen. En als je een keer de fout ingaat neem dan je verantwoordelijkheid. Meld het aan de leidinggevende en bied je verontschuldigingen aan de cliënt aan. Erkennen dat je een fout hebt gemaakt toont respect en herstelt het vertrouwen. Je geeft bovendien aan dat het mogelijk is je te vergissen en dat je fouten kunt corrigeren.
Seksueel getint gedrag is niet toegestaan Ga niet met seksueel getint gedrag in op seksueel getinte toenaderingspogingen van cliënten en neem hiertoe zelf ook geen enkel initiatief
Een toenadering wordt als seksueel gedefinieerd als de beweegreden niet pedagogisch van aard is, maar voorkomt uit eigen lustbevrediging. Het gaat hierbij om iedere vorm van seksueel getinte aandacht in verbale, non-verbale, en fysieke zin naar cliënten toe. Het betreft opmerkingen en gebaren van seksuele aard en aanrakingen met een seksuele lading. Het is ongewenst een basisbehoefte op sociaal gebied zowel van jezelf als van je cliënt, (bijvoorbeeld zoeken naar aandacht, bevestiging, macht) door seksueel gedrag te bevredigen. Ook hier geldt weer dat er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie, en dus van machtsongelijkheid. Het aangaan van een seksuele relatie met een cliënt, in welke vorm dan ook, kan zodoende beschouwd worden als seksuele intimidatie dan wel misbruik. Dit geldt zowel binnen als buiten werktijd. Ga bewust om met risicomomenten die zich binnen de opvoedings- en hulpverleningsrelatie kunnen voordoen, praat erover met je team (zie preventief beleid, bij gedragsprotocol). Stel grenzen aan eventueel seksueel getinte toenaderingspogingen. Voor het omgaan met seksueel gedrag tussen jeugdigen onderling wordt verwezen naar de huisregels en het protocol ‘(vermoeden van) seksueel overschrijdend gedrag tussen jeugdigen’. Anderzijds is het niet de bedoeling dat seksualiteit in de taboesfeer komt te liggen. Het praten over seksualiteit en het geven van (aanvullende) voorlichting vormt onderdeel van de hulpverlening.
Handel volgens het hulpverleningsplan Ook als dit niet overeenkomt met je eigen opvattingen Je bent in functie: de cliënt staat centraal
Iedere cliënt heeft een hulpverleningsplan, dat in samenspraak met de cliënt is opgesteld. De hulpvraag van de cliënt is hierbij richtinggevend. Deze hulpvraag komt tot stand in dialoog met de cliënt. In die dialoog is er ruimte voor - en wisselwerking tussen de ‘ervaringsdeskundigheid’ van de cliënt en de ‘professionaliteit’ van de hulpverlener. In het hulpverleningsplan wordt beschreven waar de cliënt aan gaat werken, wie daarbij betrokken zijn, welke methodieken worden ingezet en hoe. Het kan voorkomen dat het hulpverleningsplan niet helemaal overeenkomt met jouw opvattingen over wat belangrijk is voor deze cliënt. Of dat je je niet kunt vinden in de prioriteiten die de cliënt stelt. Hierbij is het van belang te realiseren dat je in functie bent en dat je je eigen ideeën soms naar achteren moet schuiven. De cliënt staat centraal. Praat er over met je leidinggevende als je persoonlijke opvattingen je belemmeren bij de uitvoering van je functie. Zoek samen naar een oplossing. Een ander punt is dat dilemma’s bij je kunnen ontstaan, bijvoorbeeld over veiligheid van jeugdigen, andere gezinsleden, tegenstrijdige belangen van ouders en jeugdigen. Ook al zijn hierover in het hulpverleningsplan geen afspraken, je hebt de verantwoordelijkheid om het te melden aan je leidinggevende wanneer de veiligheid van cliënten in het geding is. Praat hierover. Handel volgens de richtlijnen. Zie ook: protocol ‘ kindermishandeling/huiselijk geweld’
Gebruik geen alcohol of drugs bij TriviumLindenhof en gok niet Je bent in functie, gedraag je verantwoordelijk en professioneel
Als je alcohol of drugs gebruikt kun je je werk niet naar behoren doen. Het verandert je gedrag en je beoordelingsvermogen. Je bent niet meer voldoende alert. Je brengt de veiligheid van cliënten en jezelf in gevaar. Stel dat je een conflict krijgt terwijl je onder invloed bent? Stel dat je tijdens een dagje uit of midden in de nacht plotseling met een jeugdige naar een ziekenhuis moet? Alcohol en drugs zijn daarom bij TriviumLindenhof verboden. Als medewerker heb je bovendien een voorbeeldfunctie. Het gebruik van alcohol of drugs –ook tijdens feestjes, kampen of uitstapjes- is een onduidelijk signaal naar de cliënten. Om deze reden zijn ook gokken, weddenschappen, kaarten om geld e.d. verboden. Het tast de geloofwaardigheid van je functie aan. Gebruik ook tijdens bereikbaarheidsdiensten geen alcohol of drugs. Beperkte uitzondering wordt gemaakt voor die medewerkers, bij wie, door de aard van hun werkverband, de scheidslijn privé-werk dun is, zoals bij naastwonend mentoren, of bij gezinshuisouders. Maak afspraken over middelengebruik met je leidinggevenden, zodat je handelen transparant blijft. Ook voor deze medewerkers geldt in alle gevallen: neem je verantwoordelijkheid. Onderken de risico’s.
Laat cliënten geen persoonlijke diensten verrichten Dit kan worden uitgelegd als voortrekkerij en schept afhankelijkheid Houd professionele afstand
Bedenk altijd dat je in functie bent. Het laten doen van een klusje door een jeugdige heeft het gevaar in zich dat je ongelijkheid schept. Ben je hiervan bewust. Waarom laat je de ene jeugdige je auto wassen en de andere niet? Dit kan uitgelegd worden als voortrekkerij. Bovendien kun je hiermee verwachtingen scheppen: voor wat, hoort wat. Afhankelijkheidsrelaties, hoe onbetekenend ze ook lijken, verstoren de hulpverleningsrelatie. De relatie tussen jou en de cliënt kan hierdoor vertroebeld worden. Voorkom dat er een suggestie van partijdigheid ontstaat. Praat erover in het team als je twijfelt waar je de grens moet trekken, maak met elkaar en met je leidinggevende afspraken over specifieke situaties.
Leen niets uit, handel niet, geef geen spullen aan cliënten De behandelrelatie wordt hierdoor onzuiver Houd professionele afstand
Ook het lenen en uitlenen van spullen of het handelen in spullen tast je onafhankelijkheid en onpartijdigheid aan. Hetzelfde geldt voor het geven of ontvangen van spullen. Je zult best wel eens iets thuis hebben dat je niet meer nodig hebt en met de beste bedoelingen wil geven aan een cliënt. Andersom heeft een cliënt misschien net die CD voor je gebrand, waarvan hij weet dat jij die graag wil. Naast het feit dat het de behandelrelatie onzuiver maakt, zijn er ook praktische bezwaren. Stel, je leent iets aan een cliënt en je krijgt het niet terug, of je verkoopt iets en het deugt niet. Of je geeft iets aan een cliënt, maar de cliënt vindt net die kleur niet mooi en durft het niet te zeggen, omdat hij het immers van jou gekregen heeft. Of jij bent altijd degene die spullen geeft aan de groep, en daardoor een veel populairdere medewerker dan je collega’s die dit niet doen? Hoewel de situaties onbetekenend en onschuldig lijken, geldt ook hier weer dat het handelen, lenen en geven/ontvangen tussen ongelijke partners problemen kan opleveren. Ook hiervoor geldt wederom: ben je hiervan bewust, overleg bij twijfel met je team/leidinggevende. Mocht zich toch een situatie voordoen waarbij bijvoorbeeld spullen door derden gegeven worden, dan kan ervoor gekozen worden deze aan te nemen zonder bekendheid te geven omtrent de herkomst. De gever blijft zo anoniem.
Ga vertrouwelijk om met informatie Bescherm de privacy van jeugdigen, van collega’s en van de organisatie
De cliënten van TriviumLindenhof hebben recht op bescherming van hun privacy. Ze moeten er op kunnen vertrouwen dat de details van hun omstandigheden alleen bekend zijn aan de mensen die het rechtstreeks aangaat. Voor het verstrekken van gegevens aan anderen dan de direct betrokken hulpverleners wordt altijd schriftelijke toestemming aan de cliënten gevraagd. Wees voorzichtig met dingen die je bijvoorbeeld thuis of met vrienden bespreekt. Denk ook aan zaken als scripties, colleges of schoolpresentaties. Noem in ieder geval nooit namen. De informatie die je beroepshalve moet weten over cliënten kan je soms erg belasten of dwars zitten. Praat hier dan over met collega’s, stoom afblazen doe je zoveel mogelijk op je werk. Neem er de tijd voor om afzonderlijk je verhaal kwijt te kunnen. Als je over deze zaken praat in je thuissituatie, vertel er dan bij dat het om vertrouwelijke informatie gaat en noem ook dan geen namen.
Ga respectvol om met collega’s Wees eerlijk, open, betrouwbaar en zorgvuldig Laat mensen in hun waarde Ga uit van hun krachten
Wat voor cliënten geldt, geldt ook voor de collega’s met wie je werkt. Iedereen heeft recht op respect. Behandel je collega’s zoals je zelf behandeld wilt worden. De kern van een goede samenwerking vormt wederzijds respect, op basis van gelijkwaardigheid. Dat houdt in dat je open en eerlijk bent naar elkaar, op een zorgvuldige manier. Positief, betrokken en betrouwbaar omgaan met je collega’s heeft bovendien een voorbeeldfunctie voor de cliënten: je laat zien hoe je op een respectvolle wijze met elkaar omgaat.
Praat mét collega’s, niet óver collega’s Zorg samen voor een open en eerlijk werkklimaat
Waar mensen samenwerken, wordt er gepraat. Mét elkaar, maar ook wel óver elkaar. Er kan in positieve zin gepraat worden, maar het praten over elkaar kan ook neigen naar roddelen. Ben je er van bewust dat het praten over anderen onrust kan geven en zelfs kan leiden tot stemmingmakerij. Kleine voorvallen kunnen buiten proportie worden getrokken en verhalen kunnen gaan ‘rondzingen’ zonder dat nog duidelijk is wat er nu van waar is. Spreek je collega rechtstreeks aan als je iets over zijn/haar gedrag of werkwijze wilt zeggen. Zo creëer je een open en eerlijk werkklimaat. En op die manier zorg je dat de mensen waarmee je werkt – de cliënten én de collega’s- zich veilig voelen in je omgeving.
Sta met elkaar voor een positieve en veilige werkomgeving Door het creëren van een goede sfeer in de onderlinge samenwerking zorg je voor een veilige en positieve werkomgeving
Uiteindelijk is alles wat je doet tijdens het uitoefenen van je functie gericht op de hulp aan de cliënten. Met elkaar draag je de verantwoording voor een positief en veilig klimaat. Daarom is het van belang dat je zorgt voor een goede werksfeer. Dat kun je doen door elkaars krachten te versterken en aanvullend te zijn. Door betrokkenheid naar elkaar te tonen en onderling je waardering uit te spreken. Iedereen vindt het prettig om een compliment te krijgen. Een positief klimaat creëer je ook door open te staan voor elkaars standpunten en ideeën en hier respect voor te hebben, ook als je het niet met elkaar eens bent. Door elkaar te bevragen en te luisteren naar elkaar kan er meer begrip ontstaan voor de zienswijze van de ander. Dit kan leiden tot nieuwe gezichtspunten. Blijf in ieder geval met elkaar in gesprek, sta open voor feedback en geef zelf ook feedback, op zo’n manier dat je collega er verder mee kan. Dat houdt in dat je feedback opbouwend is en gericht op iemands gedrag of werkwijze, niet op iemands persoon. Als er een verschil in visie ontstaat dat belemmerend werkt voor de uitvoering van je functie, stap dan, zo mogelijk samen met je collega, naar je leidinggevende. Zorg in ieder geval dat je collega ervan op de hoogte is dat je je leidinggevende op de hoogte stelt van jullie verschil in visie. Maak met elkaar een plan om verder te kunnen.
Volg met elkaar de lijn die is afgesproken Sta met elkaar voor de afspraken
Of je je werk nu in teamverband of individueel uitvoert, je maakt deel uit van een groter geheel: de locatie, de module, TriviumLindenhof. Samen sta je voor de kernwaarden van TriviumLindenhof en draag je de algehele visie mee uit. Dat houdt in dat je loyaal bent aan gemaakte afspraken en de gezamenlijk ingeslagen weg volgt. Kritische betrokkenheid is welkom en houdt eenieder scherp, mits dit op opbouwende wijze gebeurt en het gesprek open blijft. Maak daarvoor gebruik via de geëigende kanalen (team, leidinggevenden, forum op intranet).
Ga professioneel om met collega’s Je bent op de eerste plaats collega’s Neem je professionele verantwoordelijkheid
Werk is werk en privé is privé. Maar soms lopen die twee dingen in elkaar over. Dat is geen probleem, als je er maar duidelijk over bent en je verantwoordelijkheid neemt. Samenwerking met collega’s heeft op de eerste plaats een functioneel karakter: samen sta je voor de uitvoering van je functie. De cliënt en de uitvoering van het werk, staan hierbij centraal. Een persoonlijke relatie –vriendschap, een liefdesrelatie- met een collega kan effect hebben op je werk. Het kan bijvoorbeeld lastiger zijn een collega feedback te geven als die collega toevallig ook je partner is of een goede vriend. Het meenemen van privézaken naar je werk is soms onvermijdelijk. Het is jouw verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat dit de werkuitvoering niet benadeelt of dat je een onevenredig aandeel van de tijd van je collega’s in beslag neemt voor jouw privézaken. Het is belangrijk open te zijn over persoonlijke relaties naar andere collega’s en leidinggevenden, zodat er rekening mee gehouden kan worden bij de indeling van de werkzaamheden. Praat erover met directe collega’s en leidinggevenden wanneer je persoonlijke relatie van invloed is op je relatie als collega’s of als privézaken je te zeer belasten om je werk goed te kunnen doen. Zoek samen naar een oplossing.
Tolereer geen seksueel gedrag op het werk Accepteer geen seksueel gedrag van collega's Dergelijk gedrag wordt niet getolereerd
Vertoon geen seksueel gedrag en accepteer het ook niet van je collega’s. Het gaat hierbij om opmerkingen en gebaren van seksuele aard en aanrakingen met een seksuele lading. Dergelijk gedrag is niet alleen naar cliënten, maar ook naar collega’s niet toegestaan. Ook al is er tussen collega’s veelal sprake van een gelijkwaardige relatie, het gedrag is intimiderend en getuigt niet van wederzijds respect. Spreek je collega er op aan en accepteer dat collega’s jou er op aanspreken. Indien aanspreken niet helpt, meld dan zo mogelijk aan je collega dat je het de betrokken leidinggevende (regiomanager of directeur) vertelt. TriviumLindenhof beschikt over een Personeelsvertrouwenspersoon. In het kwaliteitshandboek staat beschreven voor welke zaken je haar kunt benaderen en wat je van haar mag verwachten.
Stel je professioneel op Je wordt benaderd in je functie, je bent het visitekaartje van Stichting TriviumLindenhof
Behandel mensen die van buitenaf komen –ouders, gezinsvoogden, casemanagers, leerkrachten, andere bezoekers- altijd netjes en correct. Het zijn je gasten. Ben je ervan bewust dat je de organisatie vertegenwoordigt. Wees gastvrij: zorg dat mensen zich welkom voelen. Maak het ze gemakkelijk en laat ze niet aan hun lot over. Wees voorkomend, het vergemakkelijkt de sociale omgang.
Neem klachten serieus, stel je neutraal op Val niemand af, blijf positief, geef aan waar betrokkenen met hun klacht heen kunnen
Sommige ouders, leerkrachten, gezinsvoogden en andere betrokkenen bij de hulpverlening, hebben klachten over elkaar of over eerdere hulpverleners. Neem de klachten serieus. Stel je daarbij neutraal op. Geef aan dat je het vervelend vindt dat ze negatieve ervaringen hebben opgedaan in het verleden, of dat ook nu de relatie met een andere hulpverlener niet naar hun zin verloopt. Als het gaat om zaken in het verleden, leg dan de nadruk op het ‘nu’. Geef aan dat je je gaat inzetten om een positieve nieuwe start met je cliënt(en) te maken. Als het gaat om zaken die in het heden spelen en die belastend zijn voor de betrokkenen, wijs ze er dan op hun klacht met de desbetreffende persoon of instantie te bespreken. Wijs ze tevens op bestaande klachtenregelingen. Het kan ook zijn, dat je de klacht van bijvoorbeeld de cliënt naar een bepaalde hulpverlener of een collega, herkent. Blijf ook dan in contact met de cliënt neutraal. Bespreek je klacht met betrokkene. Schakel zo nodig leidinggevenden in als je er met elkaar niet uitkomt. Ook is er de mogelijkheid om gebruik te maken van een klachtenregeling. Deze zelfde route geldt ook als je, los van wat de cliënt aangeeft, zelf een klacht hebt over een andere hulpverlener.
Neem geen persoonlijke geschenken aan Vermijd onduidelijkheid
Het kan zijn dat ouders of betrokkenen hun dankbaarheid willen tonen door je iets te geven. Neem als individueel medewerker geen persoonlijke geschenken aan. Maak duidelijk dat de zorg die je hebt gegeven vanzelf spreekt en bij je werk hoort. Geef aan dat je werk gemeenschappelijk is en dat je een eventueel geschenk graag wilt delen met collega’s. Overleg bij twijfel met je team en/of leidinggevende. Als cliënten iets voor de groep of stichting willen doen (tot 50 euro) overleg dan altijd met je leidinggevende. Deze beslist of het kan worden geaccepteerd. Over grotere cadeaus of schenkingen overlegt de leidinggevende altijd met de Raad van Bestuur.
Neem verantwoordelijkheid voor eigendommen van TriviumLindenhof Ga respectvol om met gebouwen, vervoersmiddelen, computers en dergelijke
Spullen zijn nooit van ‘niemand’. Materiaal waarmee we allemaal werken is van ons allemaal. Niemand werkt graag in een rommelige of verwaarloosde omgeving. Het is niet professioneel en werkt fouten in de hand. Neem daarom verantwoordelijkheid voor je werkomgeving. Gebruik materiaal dat niet van jezelf is met aandacht. Ruim de spullen die je gebruikt op en zorg dat ze in goede staat blijven. Meld schade aan je leidinggevende of aan het betreffende aanspreekpunt.
Maak geen oneigenlijk gebruik van de eigendommen van TriviumLindenhof Aarzel je over privégebruik, overleg dan met je leidinggevende
Middelen die door TriviumLindenhof aan de medewerkers beschikbaar worden gesteld zijn op de eerste plaats voor professioneel gebruik. Middelen en goederen die aan cliënten beschikbaar worden gesteld dienen een therapeutisch doel en mogen niet voor iets anders worden gebruikt (bijvoorbeeld het uitlenen van een gezelschapsspelletje of een boek). Dit geldt ook voor het gebruik van telefoon, e-mail en internet: alleen zakelijk gebruik is in principe toegestaan. Twijfel je, overleg dan zo mogelijk eerst met je leidinggevende.
Handel volgens de gedragscode en verwacht dat ook van je collega’s De gedragscode biedt steun en duidelijke richtlijnen voor het handelen Neem hierin je verantwoordelijkheid
De gedragscode geeft duidelijke omgangsregels die voor iedereen gelden die werkzaam is bij TriviumLindenhof. De regels zijn bedoeld om je richtlijnen te bieden in het handelen naar cliënten, naar collega’s, naar anderen en naar de middelen van TriviumLindenhof. In die zin biedt de gedragscode steun en duidelijkheid. Niet alleen in wat er van je verwacht wordt, maar ook in waar de grenzen liggen van wat wel en wat niet toelaatbaar wordt geacht. Elke medewerker krijgt de gedragscode bij zijn aanstelling uitgereikt. Er wordt van je verwacht dat je op de hoogte bent van de omgangsregels en dat je je gedrag hieraan toetst en samen met je collega’s bespreekt. Deze regels zijn namelijk niet vrijblijvend: we staan hier met zijn allen voor. Ongewenst gedrag heeft gevolgen voor cliënten, voor collega’s, voor jezelf, voor anderen en voor TriviumLindenhof. Het kan niet getolereerd worden. Elke medewerker heeft daarom de verantwoordelijkheid om ongewenst gedrag aan de betrokken leidinggevende te melden. Het melden van gedrag dat in strijd is met de gedragscode is niet oncollegiaal, maar een manier om de gezamenlijke professionaliteit te vergroten.
uitgave april 2014
STICHTING TRIVIUMLINDENHOF Van Speykstraat 149 3014 VJ Rotterdam Telefoon 010 892 88 00