Gebruiksaanwijzing Inteo-m Achter-het-oor
Hoortoestellen, oorstukjes, reinigingsinstrumentjes e.d. die in deze gebruiksaanwijzing zijn afgebeeld kunnen er in werkelijkheid anders uitzien. Daarnaast behouden wij ons het recht op wijzigingen voor. Hoortoestellen en accessoires mogen nooit met het huishoudelijk afval worden weggegooid. Lever oude hoortoestellen en accessoires in bij uw audicien.
Inhoudsopgave Uw nieuwe hoortoestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Diverse oorset uitvoeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Het hoortoestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Rechts-/linksmarkering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Aanbevolen type batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Het plaatsen van de batterij in de batterijlade . . . . . . . . . . 11 Het vervangen van de batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Het hoortoestel in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Mogelijke instellingen als het hoortoestel wordt ingeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Automatische aanpassing van de luidheid . . . . . . . . . . . . . 17 Luisterprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Schakelen tussen de luisterprogramma’s . . . . . . . . . . . . 20 Hoortoestel met een oorstukje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Het hoortoestel aanbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Het hoortoestel verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Het hoortoestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 De microfoonopeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Het oorstukje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Als het hoortoestel niet werkt… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Hoortoestel met standaard oortip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Rechts/linksmarkering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Het toestel aanbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Het hoortoestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 De microfoonopeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 De oorset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 De oorset vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 De oorset op maat maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Het anker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Als het hoortoestel niet werkt… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Hoortoestel met een folieschaaltje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Rechts/linksmarkering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Het toestel aanbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Het toestel verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Het hoortoestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 De microfoonopeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 De oorset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Het vervangen van het slangetje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Als het hoortoestel niet werkt… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Het onderhoud van uw hoortoestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Enkele adviezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Gefeliciteerd met uw Widex hoortoestel! Met dit hoortoestel bent u de spil in het proces waarmee het geluid wordt bewerkt. Maatwerk voor uw individuele gehoorverlies en uw manier van leven. We hopen dat u tevreden zult zijn over uw nieuwe Widex hoortoestel.
Diverse oorset uitvoeringen Diverse uitvoeringen van de oorsets (= connector / oorhaak + slang + oortip) kunnen worden toegepast. Hieronder kan uw audicien aangeven welke type oortip u gebruikt. Tenzij anders aangegeven is de informatie in deze gebruiksaanwijzing van toepassing voor alle typen oortips. Lees, naast de algemene aanwijzingen, de gedeelten die van toepassing zijn op uw type oortip.
Alle illustraties in deze gebruiksaanwijzing tonen een hoortoestel voor het rechter oor. Tenzij anders vermeld gelden de omschrijvingen ook voor het linker oor. Oorstukje
Standaard oortip
Folieschaaltje
Algemeen
Uw nieuwe hoortoestel
De illustratie toont het hoortoestel zonder overige onderdelen (zoals bijv. het slangetje en de oortip). 1. Microfoonopeningen, hier komt het geluid het toestel binnen. 2. Programmaschakelaar, beschikbaar op sommige typen hoortoestellen, om één van de verschillende luisterprogramma’s te kiezen. Hebt u een afstandsbediening bij uw hoortoestel, dan heeft het hoortoestel geen programmaschakelaar.
Rechts-/linksmarkering Gebruikt u hoortoestellen in beide oren en wilt u zeker weten dat u het juiste toestel achter het betreffende oor hangt, dan kunt u uw audicien vragen de hoortoestellen van een merkteken te voorzien, blauw voor links en/of rood voor rechts. Het pijltje laat de plaats van de rechts/linksmarkering zien.
3. Aan/uitschakelaar, deze is geïntegreerd in de batterijlade (zie pag. 15). 4. Nageluitsparing op de batterijlade om deze eenvoudiger te kunnen openen. 1. 4. 1.
3.
2.
Algemeen
Het hoortoestel
zink/luchtbatterij type 10 Een zink/luchtbatterij is zeer duurzaam. Aan de vervaldatum op de verpakking kunt u zien hoe lang de batterijen houdbaar zijn. Gebruik geen batterijen met een verlopen vervaldatum. De levensduur van de batterij is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de instelling van uw hoortoestel, hoeveel uur u het toestel dagelijks gebruikt en de luisteromgeving waarin u het toestel gebruikt.
Het plaatsen van de batterij in de batterijlade Denk eraan dat u de sticker verwijdert voordat u de batterij in de batterijlade legt. Zink/luchtbatterijen hebben lucht nodig om te kunnen werken. Verwijder de sticker op de batterij daarom pas als u deze wilt gaan gebruiken. Nadat de sticker is verwijderd, duurt het een paar seconden voordat de batterij energie kan leveren. Gebruik geen batterijen met lijmresten afkomstig van de sticker, omdat deze de luchtgaatjes van de batterij kunnen blokkeren. Gebruik de nageluitsparing om de batterijlade naar buiten te draaien. Druk de batterijlade niet verder open dan deze stand.
10
11
Algemeen
Aanbevolen type batterij Het aanbevolen type batterij voor uw hoortoestel is de
Het vervangen van de batterij Hoort u snel na elkaar vier korte pieptoontjes als u uw hoortoestel draagt, dan moet u zo spoedig mogelijk de batterij verwisselen omdat dit een teken is dat de batterij bijna leeg is. Als de batterij geheel leeg is, valt het hoortoestel volledig uit. Hoe lang de batterij nog werkt nadat u de pieptoontjes hebt gehoord, verschilt van geval tot geval. We raden u aan ervoor te zorgen dat u altijd een reservebatterij bij u hebt. Uw audicien kan, indien gewenst, de sterkte van de pieptoontjes aanpassen of deze functie geheel uitschakelen.
Plaats de batterij altijd in de lade zelf, zoals afgebeeld, en niet in de open ruimte in het hoortoestel.
12
Laat nooit een lege batterij in het hoortoestel achter. Lege batterijen kunnen lekken waardoor het hoortoestel kan worden beschadigd. Houd voor de zekerheid altijd het toestel boven een tafel of een vloer met tapijt als u de batterij vervangt.
13
Algemeen
Plaats de batterij zo in de lade dat het kleine plusteken (+) op de batterij boven ligt, net als het kleine plusteken (+) dat op de batterijlade staat. U kunt het magneetstaafje dat bij het hoortoestel wordt geleverd gebruiken om de batterij in de lade te plaatsen. Sluit de lade vervolgens niet soepel, dan ligt de batterij er niet goed in.
Open de batterijlade als afgebeeld.
14
Het hoortoestel in- en uitschakelen De batterijlade van uw hoortoestel werkt tevens als aan-/uitschakelaar. Het hoortoestel is ingeschakeld als de batterij correct is geplaatst en de batterijlade geheel is gesloten. Het hoortoestel is uitgeschakeld als de batterijlade is geopend. Schakel het hoortoestel uit als u het niet gebruikt. Gebruikt u het toestel gedurende langere tijd niet, haal dan de batterij uit het toestel.
15
Algemeen
Uw hoortoestel kan zijn voorzien van een batterijlade zonder nageluitsparing, u hebt dan een speciaal instrumentje nodig om de batterijlade te openen. Een dergelijke batterijlade kan bijv. worden gebruikt indien het hoortoestel wordt gedragen door een kind. Een speciaal instrumentje voor het openen van de batterijlade wordt bij dit hoortoestel geleverd. (zie de illustratie).
Automatische aanpassing van de luidheid Uw hoortoestel past de luidheid automatisch aan, afhankelijk van de geluidsomgeving. U hoeft dus niet te denken aan het regelen van het volume, dat gebeurt automatisch.
16
17
Belangrijk: is het geluid van uw hoortoestel te hard of te zacht, klinken de geluiden vervormd, of hebt u andere vragen, raadpleeg dan uw audicien.
Algemeen
Mogelijke instellingen als het hoortoestel wordt ingeschakeld Afhankelijk van de gekozen programmering kan uw hoortoestel op één van de volgende twee manieren opstarten. In de normale stand kan het toestel een beetje fluiten als u het in het oor plaatst. In de ‘anti terugkoppelingsstand’ fluit het toestel niet als u het in het oor plaatst.
18
Luisterpro- Omschrijving gramma’s
Gekozen programmaplaats:
Master
Standaard programma
Acclimatisatie
Gewenningsprogramma
Muziek
Muziekprogramma
TV
TV programma
Comfort
Vermindert weergave achtergrondlawaai
Audibility Extender
Maakt hoogfrequente geluiden hoorbaar
19
Algemeen
Luisterprogramma’s Uw hoortoestel kan zijn voorzien van verschillende luisterprogramma’s die zijn geoptimaliseerd voor verschillende luistersituaties. Het aantal beschikbare programma’s is afhankelijk van het type toestel dat u in overleg met uw audicien hebt gekozen. Uw audicien kan u ook helpen bij de keuze van de programma’s. Wilt u na verloop van tijd een andere programmacombinatie, dan kan deze worden gewijzigd. Uw audicien kan in deze gebruiksaanwijzing een lijstje invullen met daarop de programma’s die met de programmaschakelaar kunnen worden gekozen (zie de volgende pagina). Niet alle programma’s zijn voor elk type toestel beschikbaar.
Het aantal pieptoontjes hangt af van het aantal programma’s dat beschikbaar is in uw hoortoestel. Besluit u naderhand – in overleg met uw audicien – tot een andere programmacombinatie, dan kan deze achter in deze gebruiksaanwijzing worden genoteerd.
Elke keer dat u een ander programma inschakelt, hoort u pieptoontjes. Hierdoor weet u welk programma u hebt ingeschakeld (afhankelijk van het type toestel maximaal 3 programma’s): Programma 1: één kort piepje Programma 2: twee korte piepjes Programma 3: drie korte piepjes
Sommige hoortoestellen kunnen zijn voorzien van een afstandsbediening. Hebt u een afstandsbediening, kijk dan in de gebruiksaanwijzing voor de afstandsbediening.
20
21
Algemeen
Schakelen tussen de luisterprogramma’s Is het hoortoestel voorzien van een programmaschakelaar, dan kunt u schakelen tussen de verschillende luisterprogramma’s door op de knop te drukken die zich onder aan uw hoortoestel bevindt.
Hoortoestel met een oorstukje
Het hoortoestel aanbrengen Plaats eerst het oorstukje in het oor, waarbij u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. Het kan daarbij helpen de oorschelp met de andere hand een stukje naar achteren en van het hoofd af te trekken.
De oorset bestaat uit drie delen: 1. Oorhaak 2. Slangetje
Het rechter oor, gezien vanaf de achterkant.
3a. Geluidskanaal 3b. Ontluchting 1.
2. 3a. 3.
22
3b.
Het rechter oor, gezien vanaf de zijkant. Het pijltje laat zien waar het oorstukje wordt vastgepakt en hoe aan de oorschelp kan worden getrokken.
23
Oorstukje
3. Oorstukje
Als het oorstukje is ingebracht hangt u het hoortoestel achter het oor, zodat het oorhaakje op het oor rust, vlak bij uw hoofd.
Het pijltje geeft aan waar u het slangetje kunt vastpakken.
24
25
Oorstukje
Het hoortoestel verwijderen Haal eerst het hoortoestel achter de oorschelp vandaan. Trek voorzichtig het oorstukje uit het oor, waarbij u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. Is het moeilijk om het oorstukje uit het oor te krijgen, dan kunt u het voorzichtig heen en weer bewegen terwijl u het naar buiten trekt. Het kan ook helpen om de oorschelp met de andere hand iets naar achteren en van het hoofd af te trekken.
Reinigen De volgende reinigingsaccessoires worden geleverd bij uw hoortoestel: 1. Reinigingspennetje 2. Zacht doekje
2.
Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij uw audicien.
De microfoonopeningen Gebruik het reinigingspennetje (1) om de microfoonopeningen te reinigen. Steek het reinigingspennetje recht door de openingen. Voelt u weerstand, trek het reinigingspennetje dan terug en probeer het nogmaals. Gebruik uitsluitend het meegeleverde pennetje. Gebruikt u het hoortoestel niet, laat de batterijlade dan open staan, zodat het hoortoestel wordt geventileerd en eventueel aanwezig vocht kan verdampen.
26
27
Oorstukje
1.
Het hoortoestel Reinig uw hoortoestel nooit met water, een schoonmaakmiddel of een andere vloeistof. Gebruik het zachte doekje (2) om uw hoortoestel schoon te wrijven.
Het oorstukje Controleer altijd of uw oorstukje schoon en droog is. Is het verstopt met bijvoorbeeld oorsmeer, reinig het dan met behulp van het reinigingspennetje.
Bevindt zich nog steeds vocht in het oorstukje als u het wilt gaan dragen, gebruik dan een blaasbalgje om het te drogen zoals te zien op de afbeelding.
Verwijder het slangetje van het oorstukje om het geluidskanaal te reinigen met het reinigingspennetje.
• Vervang het slangetje als dit slap, stijf, geel of gebarsten is. Raadpleeg hiervoor uw audicien.
• Past het oorstukje niet goed meer, neem dan contact op met uw audicien. Mogelijk moet het oorstukje worden veranderd of vervangen.
Verwijder minimaal één keer per week het oorstukje van het slangetje en reinig het oorstukje met lauwwarm water. Laat het oorstukje gedurende de nacht drogen. Gebruik nooit alcohol of andere schoonmaakmiddelen om het oorstukje te reinigen.
28
29
Oorstukje
Belangrijk:
Als het hoortoestel niet werkt… Werkt het hoortoestel niet, dan kan dat zijn omdat:
• het hoortoestel niet is ingeschakeld. Controleer of de
• uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg uw huisarts of KNO-arts
• het slangetje kapot is. Vervang het slangetje. • het slangetje geel en stijf is. Vervang het slangetje. • het slangetje vaak loskomt van het hoortoestel. Vervang het slangetje.
• de oorhaak kapot is. Neem contact op met uw audicien.
Is het hoortoestel niet luid genoeg, dan kan dat zijn omdat:
• het oorstukje niet correct in uw oor is geplaatst. Verwij-
• de batterij bijna leeg is. Vervang de batterij. • het geluidskanaal van het oorstukje verstopt is. Reinig
• het oorstukje niet goed (meer) past. Neem contact op
het geluidskanaal. • uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg uw huisarts of KNO-arts. • uw gehoor veranderd is. Raadpleeg uw KNO-arts.
30
der het oorstukje en plaats het opnieuw. met uw audicien.
31
Oorstukje
batterijlade volledig is gesloten. • de batterij leeg is. Vervang de batterij. Zorg dat deze correct wordt geplaatst. • het geluidskanaal van het oorstukje is verstopt. Reinig het geluidskanaal.
Fluit het hoortoestel voortdurend, dan kan het zijn dat:
Hoortoestel met standaard oortip Een oorset bestaat uit drie delen: 1. Connector met slangetje 2. Anker
Rechts/linksmarkering De oorset is verkrijgbaar in vijf verschillende maten, voor zowel het rechter als het linker oor. De maat staat op de set vermeld. Is deze aanduiding rood, dan is de set voor het rechter oor, is deze blauw, dan is de set voor het linker oor.
3. Standaard oortip
Standaard oortip
32
33
Het toestel aanbrengen Hang eerst het toestel achter het oor, zodat de connector en het slangetje prettig op het oor rusten, vlakbij uw hoofd. Duw dan de oortip in de gehoorgang terwijl u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. Druk tenslotte het anker in de oorschelp, zodat de oorset houvast krijgt in het oor. Is het hoortoestel correct aangebracht, schakel het dan in. Controleer regelmatig of het hoortoestel en de oorset nog correct op/in het oor zitten.
Wij raden u aan om het hoortoestel met standaard oorset niet zonder anker te dragen. Wordt het hoortoestel zonder het anker gedragen, dan loopt u extra risico om het toestel te verliezen.
34
35
Verwijderen Verwijder eerst het hoortoestel van achter de oorschelp. Trek daarna voorzichtig de oortip uit de gehoorgang terwijl u het onderste deel van het slangetje vasthoudt.
Standaard oortip
Reinigen Deze reinigingsaccessoires worden bij uw hoortoestel geleverd: 1. Reinigingspennetje 2. Zacht doekje 3. Reinigingsdraad
2.
Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij uw audicien.
36
Gebruikt u het hoortoestel niet, laat de batterijlade dan open staan, zodat het hoortoestel wordt geventileerd en eventueel aanwezig vocht kan verdampen.
37
Standaard oortip
De microfoonopeningen Gebruik het reinigingspennetje (1) om de microfoonopeningen te reinigen. Steek het reinigingspennetje recht door de openingen. Voelt u weerstand, trek het reinigingspennetje dan terug en probeer het nogmaals. Gebruik uitsluitend het meegeleverde pennetje.
3.
1.
Het hoortoestel Reinig uw hoortoestel nooit met water, een schoonmaakmiddel of een andere vloeistof. Gebruik het zachte doekje (2) om uw hoortoestel schoon te wrijven.
De oorset Zorg dat uw oorset schoon is en vrij van oorsmeer of vocht. Is het slangetje verstopt, dan moet het worden schoongemaakt. Verwijder de oorset van het hoortoestel. Verwijder de oortip van het slangetje. Reinig vervolgens het slangetje met de reinigingsdraad (3). Gebruik nooit alcohol of andere schoonmaakmiddelen om de oorset te reinigen. Verwijder de oorset van het hoortoestel.
38
Reinig de oortip onder stromend water.
Indien nodig kan de oortip in lauwwarm water worden gewassen. Verwijder deze dan eerst van het slangetje en was de tip grondig. Laat deze vervolgens gedurende de nacht drogen.
39
Standaard oortip
Verwijder de oortip
Voer de reinigingsdraad door het slangetje totdat de draad aan de andere kant tevoorschijn komt.
De oorset vervangen De oorset moet regelmatig worden vervangen. De levensduur ervan is persoonlijk en hangt af van een aantal factoren, zoals hoe vaak het hoortoestel wordt gebruikt en de samenstelling van het oorsmeer van de gebruiker.
40
Voordat u de oorset kunt gebruiken, moet deze precies op maat worden gemaakt voor uw oor. Hebt u hiermee geen ervaring of beschikt u niet over het juiste gereedschap, dan kan dit lastig zijn. We raden u daarom aan om de instructies eerst een keer met uw audicien door te nemen. Standaard oortip
De oorset wordt verwijderd door deze van het hoortoestel af te trekken. Vervolgens kan een nieuwe connector met slangetje op het toestel worden geklikt. Het is zeer belangrijk dat de set stevig wordt bevestigd.
Nadat het nieuwe slangetje op het toestel is bevestigd, kan de oortip eenvoudig op het slangetje worden aangebracht. Het is zeer belangrijk dat de oortip stevig wordt bevestigd.
41
De oorset op maat maken De oorset kan precies op maat worden gemaakt voor uw oor. Uw audicien zal de eerste keer de juiste maat voor u kiezen. In deze gebruiksaanwijzing kan uw audicien aangeven welke maten voor u van toepassing zijn (zie pag. 47). De keuze van het slangetje: Het slangetje is verkrijgbaar in vijf verschillende lengtematen voor het rechter en het linker toestel. Voor een goede en prettige pasvorm is het belangrijk om de voor u juiste lengte te kiezen. Het slangetje mag niet knellend op uw oor drukken, maar ook niet te lang zijn.
42
De illustraties op de volgende pagina’s tonen hoe het anker moet worden aangepast voor het rechter oor. In de afbeeldingen 1-3 ziet u het anker en de oortip van voren. De illustraties 4-5 tonen het anker en de oortip van achteren voor het rechter oor.
43
Standaard oortip
De keuze van de oortip: de oortip is verkrijgbaar in vier maten. Het is belangrijk om de juiste maat te kiezen voor een goede en comfortabele pasvorm. De oortip moet prettig passen in de gehoorgang.
Het anker Om de plaatsing van de oortip in de gehoorgang te ondersteunen hebben we een los anker gemaakt, dat kan worden aangepast voor uw oor.
Het anker wordt afzonderlijk geleverd en moet voor uw oor op maat worden gemaakt.
3: Leid nu het puntige uiteinde van het anker door het onderste oogje om een klein ringetje te vormen.
1: Trek het puntige uiteinde van het anker door het bovenste oogje dat zich aan het uiteinde van het slangetje bevindt.
4: (Deze illustratie toont het anker en de oortip van achteren voor het rechter oor). Heeft het ringetje de juiste grootte, dan dient het restant te worden afgeknipt, zodat alleen het ringetje overblijft. Standaard oortip
2: Trek het anker zover door het oogje totdat het niet meer verder kan.
44
45
5: (Deze illustratie toont het anker en de oortip van achteren voor het rechter oor). Knip het restant van het anker zorgvuldig af, zodat dit glad aansluit op het oogje en er geen scherpe randjes meer zijn. Zonodig kunt u met een nagelvijl de randjes afronden. Controleer met uw vingertop alvorens de oorset te gebruiken. Is het anker niet correct afgeknipt, dan kan de gehoorgang geïrriteerd raken. De ring heeft de juiste grootte als hij de plaatsing van de oortip in de gehoorgang ondersteunt en deze op zijn plaats in het oor houdt.
Omcirkel de maten die van toepassing zijn voor uw oorset: Linker oor (blauw) oortip
Rechter oor (rood)
slangetje
oortip
slangetje
1S
1L
1
1S
1L
1
2S
2L
2
2S
2L
2
3
3
4
4
5
5 Standaard oortip
46
47
Als het hoortoestel niet werkt…
Let op:
• Het is belangrijk dat de slang en oortip goed worden afgeveegd en er geen oorsmeer in en op achterblijft. Anders kan de oortip van de slang schuiven. • Wordt één van de onderdelen van de oorset slap, stijf, geel of vertoont het barstjes, vervang dan de oorset. • Vervang de oortip indien deze niet langer in uw oor past, bijv. als de afmetingen van uw gehoorgang zijn veranderd of als de oortip kapot is.
Werkt het hoortoestel niet, dan kan dat zijn omdat:
• het hoortoestel niet is ingeschakeld. Controleer of de batterijlade volledig is gesloten.
• de batterij leeg is. Vervang de batterij. Zorg dat deze correct wordt geplaatst.
• de geluidsuitgang van de oortip verstopt is. Reinig of
vervang de oortip. Vervang indien nodig de gehele oorset.
Standaard oortip
48
49
Is het hoortoestel niet luid genoeg, dan kan dat zijn omdat:
Fluit het hoortoestel voortdurend, dan kan het zijn dat:
• de batterij bijna leeg is. Vervang de batterij. • De oortip verstopt is. Reinig de oortip. • uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg
• uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg
uw huisarts of KNO-arts.
• uw gehoor veranderd is. Raadpleeg uw KNO-arts.
uw huisarts of KNO-arts
• het slangetje kapot is. Vervang het slangetje. • het slangetje geel en stijf is. Vervang het slangetje. • het slangetje vaak loskomt van het hoortoestel. Vervang het slangetje.
• de oortip niet correct in de gehoorgang is geplaatst. Verwijder de oorset en breng deze opnieuw aan.
Standaard oortip
50
51
Hoortoestel met een folieschaaltje Een oorset bestaat uit twee onderdelen: 1. Connector met slangetje 2. Folieschaaltje met trekkoordje Een folieschaaltje is een op maat gemaakt schaaltje dat precies in uw oor past.
2.
Rechts/linksmarkering De oorset is verkrijgbaar in vijf verschillende maten, voor zowel het rechter als het linker oor. De maat staat op de set vermeld. Is deze aanduiding rood, dan is de set voor het rechter oor, is deze blauw, dan is de set voor het linker oor. Op het folieschaaltje is het ”Widex” logo aangebracht. Eveneens in het rood voor het rechter oor en in het blauw voor het linker oor.
Folieschaaltje
52
53
Het toestel aanbrengen Plaats eerst het folieschaaltje in de gehoorgang, waarbij u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. Het kan daarbij helpen de oorschelp met de andere hand een stukje naar achteren en van het hoofd af te trekken.
Het toestel verwijderen Verwijder eerst het hoortoestel van achter de oorschelp. Trek daarna voorzichtig het folieschaaltje uit het oor aan het trekkoordje. Trek niet aan het slangetje om het hoortoestel te verwijderen.
Als het folieschaaltje is ingebracht hangt u het hoortoestel achter het oor, zodat de connector op het oor rust, vlak bij uw hoofd.
Folieschaaltje
54
55
Reinigen Deze reinigingsaccessoires worden bij uw hoortoestel geleverd: 1. Reinigingspennetje 2. Zacht doekje 3. Reinigingsdraad 3.
1.
2.
Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij uw audicien.
Het hoortoestel Reinig uw hoortoestel nooit met water, een schoonmaakmiddel of een andere vloeistof. Gebruik het zachte doekje (2) om uw hoortoestel schoon te wrijven. De microfoonopeningen Gebruik het reinigingspennetje (1) om de microfoonopeningen te reinigen. Steek het reinigingspennetje recht door de openingen. Voelt u weerstand, trek het reinigingspennetje dan terug en probeer het nogmaals. Gebruik uitsluitend het meegeleverde pennetje. Gebruikt u het hoortoestel niet, laat de batterijlade dan open staan, zodat het hoortoestel wordt geventileerd en eventueel aanwezig vocht kan verdampen. Folieschaaltje
56
57
De oorset Zorg dat uw oorset schoon is en vrij van oorsmeer of vocht. Veeg de oorset regelmatig af met een zacht doekje. Is het slangetje verstopt, dan moet het worden schoongemaakt. Verwijder de oorset van het hoortoestel. Voer vervolgens de reinigingsdraad (3) door het slangetje. Probeer nooit het folieschaaltje van het slangetje af te halen. Gebruik nooit alcohol of andere schoonmaakmiddelen om uw oorset schoon te maken. Trek het slangetje en de haak van het hoortoestel.
Het vervangen van het slangetje Het vervangen van het slangetje vraagt enige ervaring en het juiste gereedschap. We adviseren u daarom het slangetje door uw audicien te laten vervangen. Probeer nooit zelf veranderingen aan te brengen. Let op:
• Is het slangetje stijf, geel of gebarsten, laat het dan door uw audicien vervangen. Probeer nooit om de oorset zelf te veranderen of te vervangen. • Past de oorset niet goed (meer), neem dan contact op met uw audicien. Wellicht moet het folieschaaltje worden veranderd of aangepast.
58
Folieschaaltje
Voer de reinigingsdraad door het slangetje totdat de draad aan de andere kant tevoorschijn komt.
59
Als het hoortoestel niet werkt… Werkt het hoortoestel niet, dan kan dat zijn omdat:
• het hoortoestel niet is ingeschakeld. Controleer of de batterijlade volledig is gesloten.
• de batterij leeg is. Vervang de batterij. Zorg dat deze correct wordt geplaatst. • het geluidskanaal van de oorset is verstopt. Reinig het folieschaaltje en het slangetje. Zie pag. 58 voor gedetailleerde instructies.
Fluit het hoortoestel voortdurend, dan kan het zijn dat:
• uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg uw huisarts of KNO-arts
• het slangetje kapot is. Vervang het slangetje. • Het folieschaaltje niet correct in de gehoorgang is geplaatst. Verwijder de oorset en breng deze opnieuw aan. • Het folieschaaltje niet goed (meer) past. Neem contact op met uw audicien.
Is het hoortoestel niet luid genoeg, dan kan dat zijn omdat:
• de batterij bijna leeg is. Vervang de batterij. • het geluidskanaal van de oorset verstopt is. Reinig het folieschaaltje en het slangetje. Zie pag. 58 voor gedetailleerde instructies. • uw gehoor veranderd is. Raadpleeg uw KNO-arts.
Folieschaaltje
60
61
Bij goed onderhoud gaat uw hoortoestel jarenlang mee. Hieronder staan enkele tips die de levensduur van uw hoortoestel aanzienlijk kunnen verlengen:
62
• Schakel uw hoortoestel uit als u het niet gebruikt. Gebruikt u het toestel gedurende langere tijd niet, verwijder dan de batterij uit de batterijlade. • Behandel uw hoortoestel voor wat het waard is: met zorg. Als u het toestel niet gebruikt, bewaar het dan op een koele, droge plaats in het bijbehorende etui, buiten het bereik van kinderen of huisdieren. • Gebruikt u het hoortoestel niet, stel het dan nooit bloot aan extreme temperaturen (leg het niet in de zon) of hoge luchtvochtigheid. • Bevindt u zich vaak in een omgeving met een hoge luchtvochtigheid, dan kan het nuttig zijn om gebruik te maken van een speciale droogkit. Vraag uw audicien om informatie.
63
Algemeen
Het onderhoud van uw hoortoestel
• Om de vorm van de oorset te behouden is het be-
dens het zwemmen, wanneer u een föhn gebruikt, of tijdens het aanbrengen van haarlak of iets dergelijks. • Probeer nooit zelf het toestel te openen of te repareren. • Draag uw hoortoestel nooit tijdens een warmtebehandeling, bij het maken van röntgenfoto’s, MRIscans, CT-scans of tijdens radiotherapie. Sommige typen straling kunnen uw hoortoestel beschadigen. Andere typen straling bijvoorbeeld afkomstig van bepaalde alarmsystemen, mobiele telefoons, magnetrons en inductiekookplaten zijn zwakker en kunnen uw hoortoestel niet beschadigen, maar kunnen wel een hinderlijk geluid in uw hoortoestel veroorzaken. • Widex hoortoestellen zijn niet getest in mijnen of andere plaatsen waar explosiegevaar bestaat.
langrijk het slangetje niet te verbuigen of in elkaar te drukken als uw hoortoestel in het etui wordt opgeborgen.
64
65
Algemeen
• Draag uw hoortoestel nooit onder de douche, tij-
• Het gebruik van hoortoestellen kan de vorming van een oorsmeerprop tot gevolg hebben. Denkt u dat er een oorsmeerprop in uw oor zit, raadpleeg dan uw huisarts of KNO-arts. Oorsmeer kan niet alleen de oorzaak zijn van een verslechterd gehoor, het kan ook de werking van het hoortoestel aanzienlijk verminderen. Het is aan te raden om uw oren enkele keren per jaar door de huisarts te laten controleren en zo nodig te laten reinigen. • Houd uw hoortoestel en de accessoires altijd buiten het bereik van kinderen. Zo voorkomt u dat zij deze kleine voorwerpen in hun mond steken. Hetzelfde geldt voor batterijen. Vervang geen batterijen in het bijzijn van kinderen en bewaar uw batterijen op een veilige plaats.
66
men. Houd ook de batterijen buiten het bereik van kinderen. In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen. • Het hoortoestel is gemaakt van modern, allergeenvrij materiaal. Slechts in zeldzame gevallen kan huidirritatie optreden. Mocht u merken dat de huid van uw oorschelp of in de gehoorgang geïrriteerd raakt, raadpleeg dan uw audicien. • Door het dragen van een hoortoestel hebt u een iets verhoogd risico op een ontsteking van de gehoorgang. Een ontsteking kan optreden als gevolg van verminderde beluchting van het oor of door beschadiging van de huid, veroorzaakt door de oortip. We adviseren u daarom om de oortip ’s nachts niet te dragen, zodat de gehoorgang niet steeds is afgesloten. Controleer de oortip dagelijks en maak het indien nodig schoon. Mocht er een ontsteking optreden, dan kan het nuttig zijn om de oortip met een desinfecterend doekje schoon te maken. Maak echter nooit gebruik van alcohol, een chlooroplossing of een vergelijkbare vloeistof om de oortip te reinigen.
67
Algemeen
• Batterijen mogen nooit in de mond worden geno-
Enkele adviezen
Programmaplaats:
Luisterpro- Omschrijving gramma’s
Programmaplaats
Master
Standaard programma
Master
Standaard programma
Acclimatisatie
Acclimatisatieprogramma
Acclimatisatie
Acclimatisatie programma
Muziek
Muziekprogramma
Muziek
Muziekprogramma
TV
TV programma
TV
TV programma
Comfort
Vermindert weergave van achtergrondlawaai
Comfort
Vermindert weergave achtergrondlawaai
Audibility Extender
Maakt hoogfrequente geluiden hoorbaar
Audibility Extender
Maakt hoogfrequente geluiden hoorbaar
68
69
Algemeen
Luisterpro- Omschrijving gramma’s
70
71
Widex, DK-3500 Vaerloese Denmark
¡9 514 0095 007%¤ ¡#01v¤
•
www.widex.com
Printed by FB / 05-07 9 514 0095 007 #01