Gebruikershandleiding HP CD-Writer Plus
Copyright 1999. Hewlett-Packard Company. Alle rechten voorbehouden. Hewlett-Packard is een geregistreerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Namen van producten die hierin genoemd worden, worden uitsluitend voor identificatiedoeleinden gebruikt en zijn mogelijk handelsmerken en/of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve bedrijven.
Nederlands
Nederlands
2
Laserveiligheid Deze eenheid bevat een laser. Verwijder de kap niet en probeer geen onderhoudswerkzaamheden aan dit apparaat uit te voeren wanneer het aangesloten is, vanwege het risico van oogletsel.
LET OP Gebruik van knoppen of aanpassingen of toepassing van procedures die afwijken van hetgeen hierin gespecificeerd wordt, kan leiden tot blootstelling aan schadelijke laserstraling.
Bevat: Klasse 1-laserproduct Innehåller: Klass 1 Laserapparat Sisältää: Luokan 1 Laserlaite Enhält: Klasse 1 Laser-Produkt GEVAAR: ONZICHTBARE LASERSTRALING WANNEER HET APPARAAT GEOPEND IS. VERMIJD BLOOTSTELLING AAN DE STRAAL. DANGER: RADIATIONS INVISIBLES DU LASER EN CAS D’OUVERTURE. EVITER TOUT EXPOSITION DIRECTE AU FAISCEAU. VORSICHT: UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG, WENN ABDECKUNG GEÖFFNET. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN. ADVARSEL: USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING. UNDGÅ UDS/ETTELSE FOR STRÅLING. ADVARSEL: USYNLIG LASERSTRÅLING NÅR DEKSEL ÅPNES. UNNGÅ EKSPONERING FOR STRÅLEN. VARNING: OSYNLIG LASERSTRÅLNING NÄR DENNA DEL ÄR ÖPPNAD. STRÅLEN ÄR FARLIG. VARO! NÄKYMÄTÖN AVATTAESSA OLET ALTTIINA LASERSÄTEILYLLE. ÄLÄ KATSO SÄTEESEN.
3
Inhoudsopgave
Inhoud van de elektronische handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Installatienotities Lees de installatieposter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Inleiding tot SCSI-apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Hoe u de SCSI-ID instelt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 De afsluiting van SCSI-apparaten in een keten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Verschillende typen SCSI-connectoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Het maken van CD's Wanneer moet ik CD-R-schijven (recordable of eenmaal beschrijfbare CD's) gebruiken? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Wanneer moet ik CD-RW-schijven (herbeschrijfbare CD's) gebruiken?. 11 Hoe maak ik CD's die op andere computers kunnen worden gelezen? . 12 Wanneer is de DirectCD-software nuttig? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Hoe maak ik audio-CD's? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Kan ik voorkomen dat ik audio-CD's steeds in het station moet plaatsen en weer moet verwijderen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Kan ik de nieuwe audio-CD's van 80 minuten gebruiken? . . . . . . . . . . . 14
HP Disaster Recovery Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Gegevens herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Installatieproblemen oplossen Wat u eerst kunt proberen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Probleemoplossing voor installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Klantenondersteuning HP Klantenservice online www.hpcdwriter.com. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Uw plaatselijke leverancier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 HP Klantenondersteuning via de telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Voordat u HP belt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Telefoonnummers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Een station retourneren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
4
Inhoud van de elektronische handleiding
Inhoud van de elektronische handleiding Aanvullende informatie kunt u vinden in de elektronische handleiding. Als u deze online documentatie wilt bekijken, klikt u op de taakbalk op Start, wijst u Programma's, HP CD-Writer Plus, Informatie aan en klik u op Handboek. U kunt deze informatie via een webbrowser weergeven. Het handboek biedt informatie over de volgende onderwerpen: ■
Disaster Recovery
■
CD's kopiëren
■
Gegevens-CD's maken
■
Muziek-CD's maken
■
Bijsluiters en labels maken
■
CD's delen
■
Onderhoud van CD's
■
Probleemoplossing
■
Productspecificaties
■
Garantie
■
Softwarelicentie-overeenkomst
■
Richtlijnen
■
Hoe u ons kunt bereiken
Installatienotities
Lees de installatieposter Op de Snelstart-installatieposter wordt beschreven hoe u het HP-station installeert. Volg de instructies op de poster en raadpleeg dit hoofdstuk als u aanvullende informatie nodig hebt over: ■
Inleiding tot SCSI-apparaten
■
Hoe u de SCSI ID op de CD-Writer Plus instelt
■
De afsluiting van SCSI-apparaten in een keten
■
Verschillende typen SCSI-connectoren
Inleiding tot SCSI1-apparaten SCSI-apparaten (uitspraak: skuzzie-apparaten) zijn randapparatuur, net als vaste-schijfstations, CD-ROM's, scanners, enzovoort, die gegevens met de computer uitwisselen op basis van een specifieke set regels. Een SCSI-apparaat communiceert met de computer via een SCSI-kaart (of een SCSI-controller op het moederbord). Er kunnen maximaal zeven2 apparaten op een kaart worden aangesloten, die samen een SCSI-keten vormen. Afhankelijk van het type SCSI-kaart kunnen de apparaten extern en/of intern zijn. Dit is een voorbeeld van een keten:
1. SCSI staat voor Small Computer System Interface 2. 15 apparaten voor SCSI Wide-controllers
5
6
Hoe u de SCSI-ID instelt
De SCSI-kaart Een SCSI-kaart (niet bijgeleverd) en de bijbehorende software moeten zijn geïnstalleerd en juist werken voordat de CD-Writer Plus wordt geïnstalleerd. Raadpleeg de documentatie van de SCSI-kaart of van de computer voor details. Als u een SCSI-kaart (ook wel hostadapter genoemd) voor de computer koopt, dient u ervoor te zorgen dat deze de volgende kenmerken heeft: ■
PCI Bus
■
SCSI-2
De SCSI-apparaten SCSI ID's Elk apparaat in een SCSI-keten moet een uniek cijfer tussen 0 en 7 hebben, dat de SCSI ID wordt genoemd (SCSI ID 7 wordt meestal gereserveerd voor de SCSI-kaart). De SCSI ID voor externe apparaten wordt vaak ingesteld via een schakelaar aan de achterkant van het apparaat.
Afsluiting De SCSI-apparaten aan beide uiteinden van een keten moeten zijn afgesloten, zodat de computer weet dat er zich niet meer apparaten in de keten bevinden. Externe apparaten worden vaak afgesloten met behulp van een schakelaar aan de achterkant van het apparaat of door een weerstand aan te sluiten. De afsluiting voor de CD-Writer Plus wordt automatisch aangepast. Als u geen interne apparaten hebt, bevindt de SCSI-kaart zelf zich aan het ene uiteinde van de keten en moet deze worden afgesloten. Voor de meeste nieuwere SCSI-kaarten wordt de afsluiting automatisch aangepast.
Hoe u de SCSI-ID instelt Waarom zou ik de SCSI ID moeten wijzigen? Er kunnen meerdere apparaten op een SCSI-kaart zijn aangesloten die samen een SCSI-keten vormen. Elke apparaat in de keten moet een unieke SCSI ID hebben. U dient de SCSI ID van de CD-Writer Plus te wijzigen als de ID die in de fabriek is ingesteld al door een andere apparaat in gebruik is.
Hoe u de SCSI-ID instelt
7
Welke SCSI ID moet ik voor het HP-station gebruiken? Wanneer u software-CD 1 in het CD-ROM-station plaatst en op Installatie starten klikt, controleert de software het systeem en wordt er aangegeven welke SCSI ID u voor de CD-Writer Plus kunt gebruiken. Voorbeeld: SCSI ID 3 is beschikbaar. Als u de software al hebt geïnstalleerd, kunt u een lijst met alle gevonden SCSI-apparaten in de computer en de bijbehorende ID's weergeven. Klik op de taakbalk op de knop Start, selecteer Programma's, HP CDWriter Plus, Hulpprogramma's en selecteer SCSI-apparaten weergeven. Kies een beschikbare SCSI ID voor de CD-Writer Plus. Voorbeeld: De volgende SCSI-apparaten zijn gevonden: 0 --------------> Vaste-schijfstation 1 --------------> CD-ROM 4 --------------> Tapestation 7 --------------> SCSI-kaart U kunt SCSI ID 2, 3, 5 of 6 voor de CD-Writer Plus gebruiken.
Hoe stel ik de SCSI ID op de CD-Writer Plus in als ik eenmaal weet welke SCSI ID ik kan gebruiken? Zoek de SCSI ID-schakelaar aan de achterkant van de CD-Writer Plus. Druk met een pen op de knoppen op of onder de SCSI ID-schakelaar. De ID-instelling gaat vooruit of achteruit, afhankelijk van de knop waar u op drukt. .
Weergave van de achterkant van het station met de SCSI ID-schakelaar.
8
De afsluiting van SCSI-apparaten in een keten
De afsluiting van SCSI-apparaten in een keten Wat betekent afsluiting? Denkt u eens aan een leiding vol water. De leiding moet aan beide uiteinden een dop hebben om te voorkomen dat het water overloopt. De afsluiting van een SCSI-apparaat is analoog aan de doppen op zo'n leiding. Een keten van SCSI-apparaten kan alleen goed werken als de apparaten aan beide uiteinden van de SCSI-keten zijn afgesloten. Apparaten die zich niet aan een uiteinde van de keten bevinden, mogen niet worden afgesloten.
Hoe sluit ik de CD-Writer Plus af? De afsluiting van de CD-Writer Plus wordt automatisch aangepast. Opmerking: Als de CD-Writer Plus het laatste apparaat van meerdere apparaten in een keten is, schakel dan de afsluiting van het apparaat dat zich voorheen aan het einde van de keten bevond uit. Raadpleeg de documentatie van het apparaat voor informatie over het uitschakelen van de afsluiting.
SCSI-kaart
SCSI-apparaat
CD-Writer Plus
Afgesloten
Niet afgesloten*
Afsluitingsschakelaar automatisch ingesteld
* Schakel de afsluiting uit voor een apparaat dat zich voorheen aan het einde van de keten bevond.
De CD-Writer Plus is aan het einde van een SCSI-keten geïnstalleerd: Als u voorheen uitsluitend interne SCSI-apparaten had: Als u voorheen alleen interne SCSI-apparaten gebruikte en de CD-Writer Plus het eerste externe apparaat in de keten is, moet u de afsluiting op de SCSI-kaart mogelijk verwijderen of uitschakelen. Hoewel de meeste nieuwere SCSI-kaarten zich automatisch aan de situatie aanpassen, kunt u het beste de documentatie van de kaart raadplegen om na te gaan of u de afsluiting handmatig moet uitschakelen.
9
Verschillende typen SCSI-connectoren
Intern SCSI-apparaat Afgesloten
SCSI-kaart Niet afgesloten *
CD-Writer Plus Afsluitingsschakelaar automatisch ingesteld
* De meeste nieuwere SCSI-kaarten passen de afsluiting automatisch aan
Grafische weergave van een SCSI-keten met een intern apparaat.
Verschillende typen SCSI-connectoren De datakabel sluit de CD-Writer Plus (standaard 50-pins SCSI-connector met hoge dichtheid) op de SCSI-kaart of op een ander SCSI-apparaat in de keten aan. Aangezien de SCSI-kaart verschillende typen connectoren kan hebben, moet u een combinatie van kabels en/of adapters gebruiken die bij uw specifieke systeem passen. Twee voorbeelden: De SCSI-kaart heeft een 50-pins SCSI-connector Gebruik een SCSI-datakabel met 50-pins connectoren aan beide uiteinden. De SCSI-kaart heeft een 68-pins SCSI-connector Sluit een 68-naar-50-pins adapter aan op een SCSI-kabel met 68-pins connectoren aan beide uiteinden. De adapter sluit 18 pinnen af, die dan niet meer beschikbaar zijn voor apparaten die na de adapter worden aangesloten. Sluit de CD-Writer Plus daarom na apparaten in de keten aan die 68 pinnen gebruiken.
10
Verschillende typen SCSI-connectoren
Het maken van CD's
Wanneer moet ik CD-R-schijven (recordable of eenmaal beschrijfbare CD's) gebruiken? Bestanden die naar een CD-R-schijf worden gekopieerd worden permanent op de schijf vastgelegd. De ruimte die de bestanden op de schijf innemen kan nergens anders voor worden gebruikt. Gebruik CD-R-schijven om: ■
CD's te delen met gebruikers die standaard-CD-ROM-stations hebben.
■
Audio-CD's te maken.
■
Bestanden permanent te bewaren.
Wanneer moet ik CD-RW-schijven (herbeschrijfbare CD's) gebruiken? Met CD-RW-schijven kunt u bestanden uit softwaretoepassingen of uit Windows Verkenner gemakkelijk schrijven, wissen en opnieuw schrijven. Aangezien niet alle CD-ROM-stations CD-RW-schijven kunnen lezen, zijn deze schijven vooral geschikt voor gebruik op uw eigen computer. Gebruik CD-RW-schijven om: ■
Werk waar u mee bezig bent, zoals presentaties en documenten, op te slaan.
■
Elke week een kopie te maken van bestanden op het vasteschijfstation.
■
Bestanden over te brengen tussen kantoor en thuis als u op beide locaties een CD-Writer Plus hebt of als u een externe CD-Writer Plus hebt die u voor beide computers kunt gebruiken.
11
12
Hoe maak ik CD's die op andere computers kunnen worden gelezen?
Hoe maak ik CD's die op andere computers kunnen worden gelezen? Gebruik de software Easy CD Creator (Gegevens) en CD-R-schijven als u CD's wilt maken die u met andere gebruikers kunt delen, bijvoorbeeld als u de CD naar collega's wilt sturen. Nagenoeg alle CD-ROM-stations en besturingssystemen (Windows 95, Windows 98, Windows NT, Windows 3.x en DOS) kunnen CD-R-schijven lezen die met Easy CD Creator (Gegevens) zijn gemaakt. Als u de software Easy CD Creator (Gegevens) wilt starten, plaatst u een lege CD-R-schijf in de CD-Writer Plus. Op het scherm dat wordt weergegeven, selecteert u de optie Een gegevens-CD maken die het meest compatibel is met andere CD-ROM-stations.
Wanneer is de DirectCD-software nuttig? Met DirectCD kunt u bestanden eenvoudigweg naar het pictogram CDWriter Plus slepen en daarop neerzetten om CD's te maken. Gebruik DirectCD als u gegevens-CD's (geen audio-CD's) wilt maken die u voor uw eigen computer wilt gebruiken. Als u binnen een softwaretoepassing of in Windows Verkenner naar een schijf opslaat, dan kopieert Direct CD het bestand rechtstreeks naar de schijf. Met DirectCD kunt u CD-R-schijven indelen wanneer u deze uitwerpt, zodat deze door de meeste CD-ROM-stations gelezen kunnen worden onder Windows 95, Windows 98 en Windows NT 4.0 Service Pack 3 of hoger. Als u een schijf wilt voorbereiden op het gebruik met de DirectCDsoftware, dan plaatst u een lege CD-R-schijf in de CD-Writer Plus. Op het scherm dat wordt weergegeven kiest u de optie Een gegevens-CD maken op de eenvoudigste manier.
Hoe maak ik audio-CD's?
13
Hoe maak ik audio-CD's? Gebruik Easy CD Creator (Audio) en CD-R-schijven om audio-CD's te maken. Als u de software Easy CD Creator (Audio) wilt starten, plaatst u een lege CD-R-schijf in de CD-Writer Plus. Op het scherm dat wordt weergegeven, selecteert u de optie Een muziek-CD maken.
Kan ik voorkomen dat ik audio-CD's steeds in het station moet plaatsen en weer moet verwijderen? Voor het maken van een audio-CD kan het nodig zijn dat u vele malen CD's in het station moet plaatsen en er weer uit moet verwijderen. Als u bij het maken van de CD de CD-Writer Plus als zowel het bron- als het doelstation gebruikt, moet u de CD's bijvoorbeeld steeds verwisselen wanneer er een nieuw nummer naar het CD-Writer Plus-station wordt gekopieerd. Het aantal keren dat u CD's moet verwisselen tot een minimum beperken: 1. Kopieer de nummers naar het vaste-schijfstation met behulp van Easy CD Creator. Zo maakt u vooropnamen van audionummers in .WAVbestanden. Voor elke minuut muziek is ongeveer 10 MB ruimte op het vaste schijf-station nodig. 2. Als alle nummers eenmaal op het vaste-schijfstation staan, kopieert u deze naar de CD met behulp van Easy CD Creator. In de handleiding wordt stap voor stap beschreven hoe u de audionummers naar het vaste-schijfstation en vervolgens naar een CD kopieert. Klik op de taakbalk op Start, wijs Programma's, HP CDWriter Plus, Informatie aan en selecteer Handboek. Selecteer Muziek-CD's maken en ga naar de sectie Vooropnamen van audionummers in .WAV-bestanden maken. U kunt deze informatie via een webbrowser weergeven.
14
Kan ik de nieuwe audio-CD's van 80 minuten gebruiken?
Kan ik de nieuwe audio-CD's van 80 minuten gebruiken? HP ondersteunt de nieuwe audio-CD's van 80 minuten momenteel niet, hoewel deze met de HP CD-Writer Plus en de bijgesloten software wel kunnen worden gebruikt. Het productieproces voor CD-R-schijven van 80 minuten is bijzonder ingewikkeld en de schijven die daar het resultaat van zijn voldoen momenteel niet aan de HP-standaarden voor een volledige betrouwbaarheid.
HP Disaster Recovery
HP Disaster Recovery is een toepassing die u kan helpen uw gegevens en besturingssysteem te herstellen na een crash van het vaste-schijfstation. Het is belangrijk dat u zo snel mogelijk een Disaster Recovery-set maakt. Als er een crash optreedt, kunt u het systeem met de informatie uit de Disaster Recovery-set herstellen tot de status van het moment waarop u de Disaster Recovery-set hebt gemaakt.
Aan de slag De eerste stap voor het beveiligen van de gegevens op uw systeem bestaat uit het maken van de Disaster Recovery-set (DR-set). De DR-set zal de informatie bevatten die nodig is om uw systeem te herstellen. U dient een nieuwe Disaster Recovery-set te maken wanneer er hardware of software aan uw systeem toegevoegd is of als er veel wijzigingen in uw bestanden zijn aangebracht sinds het maken van de laatste DR-set. De wizard Disaster Recovery leidt u door de stappen die nodig zijn om de DR-set te maken met gemakkelijk te volgen instructies voor het beschermen van uw waardevolle gegevens. Als de DR-set eenmaal gemaakt is, kunt u uw systeem hiermee herstellen als de vaste schijf crasht, zelfs als het besturingssysteem Windows niet opgestart kan worden. Wanneer u HP Disaster Recovery installeert, worden het programma en de programmamap aan het menu Start van Windows toegevoegd.
Wat hebt u nodig? Om de Disaster Recovery-set te maken, hebt u het volgende nodig:
15
16
Aan de slag
Voor Windows 95 en Windows 98 ■
Eén of meer lege, geformatteerde diskettes van 1,44 MB*
■
Eén of meer lege CD-R/CD-RW's*
■
Windows 95/98-installatie-CD of installatieset Wat is een installatieset? Een installatieset is de lijst met bestanden die worden gebruikt om een product of besturingssysteem te installeren. Computers die met vooraf geïnstalleerde besturingssystemen (Windows 95/98) worden geleverd, worden mogelijk niet geleverd met een Windows-installatie-CD. In dat geval heeft HP Disaster Recovery de installatieset van Windows nodig om de Disaster Recovery-set te maken.
Voor Windows NT ■
Vier (4) lege, geformatteerde diskettes van 1,44 MB
■
Eén of meer lege CD-R/CD-RW's*
■
Windows NT-installatie-CD
*Hoeveel diskettes en CD-R/CD-RW's u nodig hebt, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens op het systeem.
De Disaster Recovery-set maken De Disaster Recovery-set maken: 1. Klik op de taakbalk van Windows op de knop Start. Selecteer Programma's, HP CD-Writer Plus, HP Disaster Recovery en selecteer vervolgens Disaster Recovery. De wizard HP Disaster Recovery wordt weergegeven. 2. Volg de instructies op de schermen van de wizard om de Disaster Recovery-set te maken. Wij raden u aan om de diskettes en CD('s) van een label te voorzien wanneer u in de wizard gevraagd wordt om dit te doen, en om deze op een veilige plaats te bewaren. U dient een nieuwe Disaster Recovery-set te maken wanneer er hardware of software aan uw systeem toegevoegd is of als er veel wijzigingen in uw bestanden zijn aangebracht sinds het maken van de laatste DR-set.
Aan de slag
17
Uw station(s) partitioneren Als u een herstelbewerking moet uitvoeren, moet u uw nieuwe station(s) voor HP Disaster Recovery partitioneren met dezelfde instellingen als vóór het vastlopen van het systeem. Hiertoe kan het handig zijn om uw huidige partitie-instellingen op papier vast te leggen en deze instellingen bij het maken van elke DR-set bij te werken. Wat is een partitie? Een partitie is een logische sectie van de vaste schijf. Een fysieke vaste schijf kan als twee of meer logische vaste schijven worden gepartitioneerd. De partitie-instellingen vastleggen: 1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer op het bureaublad. Het venster Deze computer wordt weergegeven. 2. Kies Details in het menu Beeld. Er wordt een lijst met stationstypen onder de kop Type weergegeven, rechts van de stationsaanduiding. 3. Klik onder de kop Naam met de rechtermuisknop op de stationsaanduiding die als Lokale schijf wordt weergegeven en selecteer vervolgens Eigenschappen. Het dialoogvenster Eigenschappen voor het geselecteerde station wordt weergegeven. 4. Noteer de informatie die wordt weergegeven in het dialoogvenster Type. 5. Noteer de informatie die wordt weergegeven in het dialoogvenster Capaciteit. 6. Herhaal stap 3 t/m 5 voor elke lokale schijf op de computer.
De Disaster Recovery-set testen Nadat u de Disaster Recovery-set gemaakt hebt, wordt u gevraagd of u de DR-set wilt testen. Het testen van de DR-set lijkt sterk op het uitvoeren van een echte hersteloperatie; u stopt echter met de procedure wanneer u daartoe geïnstrueerd wordt. Met deze test controleert u of uw station goed reageert.
18
Gegevens herstellen
De Windows 95/98 Disaster Recovery-set testen: 1. Volg stap 1 tot en met 8 van de sectie Uw gegevens herstellen voor Windows 95 en Windows 98. WAARSCHUWING: Stop met het testen van de DR-set wanneer u daartoe wordt geïnstrueerd. Als u doorgaat met het herstelproces, herstelt u de gegevens vanaf de CD, waardoor de gegevens op dat station worden overschreven. 2. Als de berichten die in de stappen voor gegevensherstel worden genoemd niet worden weergegeven, volgt u de aanwijzingen voor het maken van een andere Disaster Recovery-set. Zie “De Disaster Recovery-set maken” op pagina 16. De Windows NT Disaster Recovery-set testen: 1. Volg stap 1 tot en met 8 van de sectie Uw gegevens herstellen voor Windows NT. WAARSCHUWING: Stop met het testen van de DR-set wanneer u daartoe wordt geïnstrueerd. Als u doorgaat met de wizard Disaster Recovery, herstelt u de gegevens vanaf de CD, waardoor de gegevens op dat station worden overschreven.
Gegevens herstellen Als u zeker weet dat uw gegevens verloren zijn gegaan als gevolg van een ernstig systeemprobleem, zoals een crash van de vaste schijf, dan moet u uw gegevens herstellen door de meest recente Disaster Recovery-set te gebruiken. HP Disaster Recovery gebruikt de gegevens die op de Disaster Recoveryset staan om uw bestanden en andere cruciale systeemgegevens terug te zetten op uw nieuwe of vervangen vaste-schijfstation.
Voor Windows 95 en Windows 98 Het Disaster Recovery-proces voor Windows 95 en Windows 98 wordt in DOS uitgevoerd. Er wordt een reeks schermen in DOS weergegeven en u wordt gevraagd om de media van de Disaster Recovery-set te plaatsen.
Gegevens herstellen
19
Wat is DOS? DOS is een eenvoudig besturingssysteem dat op de Windows 95/98-opstartdiskette staat. Gegevens herstellen: 1. U dient eerst na te gaan of er een andere herstelmethode mogelijk is. Als het probleem bijvoorbeeld verband lijkt te houden met het Windowsbesturingssysteem, zoals in het geval van een beschadigd register, probeer dan de stappen te volgen die in het handboek van Windows worden genoemd voordat u de volgende procedures toepast. Als u hebt vastgesteld dat de vaste schijf is gecrasht, gaat u verder met stap 2. 2. Vervang beschadigde vaste-schijfstations door vergelijkbare stations. Om al uw gegevens te kunnen herstellen, heeft HP Disaster Recovery ten minste net zo veel vaste-schijfruimte nodig als er voor de crash van het station was. 3. Plaats de Windows-opstartdiskette (diskette 1 van de DR-set) in het 3,5" diskettestation dat wordt gebruikt om de computer op te starten en start de computer opnieuw op. Er wordt een DOS-scherm weergegeven. 4. Als er een Windows-opstartdiskette 2 is gemaakt (niet alle systemen vereisen het maken van een tweede diskette), dan plaatst u diskette 2 in het 3,5" diskettestation dat wordt gebruikt om de computer op te starten. 5. Typ A:\README na de aanwijzing en druk vervolgens op Enter. Het bestand README.TXT wordt weergegeven. 6. Nadat u de tekst hebt gelezen, drukt u op Alt+B; vervolgens drukt u op A om de editor af te sluiten. Het kan nodig zijn om de vaste schijf voor te bereiden met behulp van de volgende hulpprogramma’s die op de Disaster Recovery-diskette staan: ■
FDISK—Repartitioneert het vaste-schijfstation
■
FORMAT—Formatteert een of meer gepartitioneerde stations
■
SYS—Installeert de systeemopstartbestanden op de vaste schijf
OPMERKING: Voor instructies voor het gebruik van deze hulpprogramma’s raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw besturingssysteem of neemt u contact op met Microsoft.
20
Gegevens herstellen
7. Typ A:\RECOVER na de aanwijzing en druk op Enter. Uw DRbestanden worden van de diskette naar het vaste-schijfstation gekopieerd. Als het goed is wordt het volgende bericht weergegeven:
Plaats Disaster Recovery-CD 1 in de HP CD-Writer Plus. 8. Plaats Disaster Recovery CD 1 in het HP CD-Writer Plus-station en druk vervolgens op Enter. OPMERKING: Als de Disaster Recovery-set uit meer dan één schijf bestaat, dan wordt u gevraagd om elk van deze schijven te plaatsen in de volgorde waarin deze zijn gemaakt. Als het goed is, wordt het volgende bericht weergegeven:
Test geslaagd. Als u wilt doorgaan met herstellen, selecteert u HERSTELLEN. Als u aan het testen bent, selecteert u AFSLUITEN. 9. Als u wilt doorgaan met het herstellen van het systeem, drukt u op F5. Of Als u het Disaster Recovery-proces wilt afsluiten, drukt u op F10, verwijdert u alle diskettes of CD’s uit de stations en start u de computer opnieuw op. WAARSCHUWING: Als u alleen een test van de Disaster Recovery-set aan het uitvoeren bent, dan is de test nu voltooid. Ga niet verder na deze stap. Verwijder alle diskettes en CD’s uit de stations en start de computer opnieuw op. Als het goed is, wordt het volgende bericht weergegeven:
Selecteer het volume dat u wilt herstellen. Station C:[Naam volume C] Station D:[Naam volume D] OPMERKING: Als u slechts één station hebt, dan wordt dit automatisch voor herstel geselecteerd en wordt dit scherm niet weergegeven.
Gegevens herstellen
21
10. Selecteer het volume dat u wilt herstellen door het te markeren met de toetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag en druk vervolgens op Enter. U wordt vervolgens gevraagd om uw selecties te bevestigen voordat de gegevens hersteld worden. 11. Druk op Enter om uw selecties te bevestigen of druk op Esc om terug te keren naar de vorige schermen en een andere selectie te maken. OPMERKING: Als Disaster Recovery-CD 1 zich niet in de HP CD-Writer Plus bevindt, wordt u nu gevraagd om deze te plaatsen. HP Disaster Recovery begint nu met het herstellen van het systeem. Het herstelsysteem kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die u herstelt. U wordt gevraagd om de CD's te plaatsen in de volgorde waarin deze zijn gemaakt. 12. Als het volume eenmaal is hersteld, wordt er een samenvatting van het proces weergegeven. Druk op Enter om dit scherm af te sluiten. Als u nog een volume wilt herstellen, kunt u dit nu selecteren. Nadat de volumes zijn hersteld, kunt u het bestand REPORT.TXT bekijken, dat een tekstsamenvatting bevat van de bestanden die niet konden worden hersteld. Als u dit bestand wilt bekijken, moet u eerst het programma afsluiten door twee maal op Esc te drukken; vervolgens typt u EDIT REPORT.TXT. Nadat u de tekst hebt gelezen, drukt u op Alt+B; vervolgens drukt u op A om de editor af te sluiten. Voor meer informatie over de bestanden die niet konden worden hersteld, raadpleegt u Bestanden niet hersteld op pagina 24. De hersteloperatie is voltooid. Verwijder alle diskettes en CD’s uit de computer en start de computer opnieuw op. OPMERKING: Het kan nodig zijn om de computer meer dan één maal opnieuw op te starten als er sinds het maken van de DR-set hardware in het systeem veranderd is.
Voor Windows NT Het Disaster Recovery-proces voor Windows NT begint met een minimuminstallatie van Windows NT Workstation, die wordt uitgevoerd vanaf de Disaster Recovery-set.
22
Gegevens herstellen
Op schermen van HP Disaster Recovery worden berichten weergegeven, waarin wordt aangegeven wanneer u de diskettes en CD(’s) van de Disaster Recovery-set moet plaatsen. Als het Setup-gedeelte van de minimuminstallatie eenmaal is voltooid, wordt de wizard Disaster Recovery weergegeven, die u door de rest van het herstelproces leidt. Gegevens herstellen: 1. U dient eerst na te gaan of er een andere herstelmethode mogelijk is. Als het probleem bijvoorbeeld verband lijkt te houden met het Windowsbesturingssysteem, zoals in het geval van een beschadigd register, probeer dan de stappen te volgen die in het handboek van Windows worden genoemd voordat u de volgende procedures toepast. Als u hebt vastgesteld dat de vaste schijf is gecrasht, gaat u verder met stap 2. 2. Vervang beschadigde vaste-schijfstations door vergelijkbare stations. Om al uw gegevens te kunnen herstellen, heeft HP Disaster Recovery ten minste net zo veel vaste-schijfruimte nodig als er voor de crash van het station was. 3. Plaats de Windows NT Workstation Setup-opstartdiskette (diskette 1 van de DR-set) in het 3,5" diskettestation dat wordt gebruikt om de computer op te starten en start de computer opnieuw op. U wordt door een gedeeltelijke NT-installatie geleid. 4. Plaats desgevraagd Windows NT Workstation Setup-diskette 2 in het 3,5" diskettestation dat wordt gebruikt om de computer op te starten. Als het goed is wordt nu het scherm NT Setup weergegeven. 5. Kies Snelle installatie (aanbevolen) of Aangepaste installatie op het scherm NT Setup. ■
Snelle installatie — Selecteer dit als u geen stations hoeft te partitioneren of als u de DR-set aan het testen bent. U selecteert deze optie door op Enter te drukken.
■
Aangepaste installatie — Selecteer dit als de primaire partitie moet worden ingesteld of als uw reservekopie-apparaat niet is gevonden. Ook dient u, als de SCSI-kaart waarop het apparaat is aangesloten niet is gevonden, een aangepaste installatie uit te voeren met de controllerkaart-installatiediskette. U selecteert deze optie door op A op het toetsenbord te drukken.
Gegevens herstellen
23
U dient te proberen om eventuele nieuwe stations te partitioneren met dezelfde instellingen die werden gebruikt voordat de crash van het station plaatsvond. Om uw station(s) te partitioneren, selecteert u Aangepaste installatie en volgt u de instructies op het scherm. Alleen het opstartstation en het NT-installatiestation dienen op dit moment te worden gepartitioneerd. U kunt andere stations later tijdens het HP Disaster Recovery-proces partitioneren en formatteren met behulp van Schijfbeheer. Nadat u een snelle of aangepaste installatie hebt doorlopen, wordt u gevraagd de resterende diskettes en CD's van de Disaster Recovery-set te plaatsen. 6. Plaats desgevraagd Windows NT Workstation Setup-diskette 3 in het 3,5" diskettestation dat wordt gebruikt om de computer op te starten. 7. Plaats desgevraagd de Windows NT-installatie-CD in het HP CD-Writer Plus-station. 8. Plaats desgevraagd Windows NT Workstation Setup-diskette 4 in het 3,5" diskettestation dat wordt gebruikt om de computer op te starten. Wanneer de bestanden naar het vaste-schijfstation zijn gekopieerd, wordt u gevraagd om alle diskettes en CD’s uit de stations te verwijderen en de computer opnieuw op te starten. Als u de computer eenmaal opnieuw hebt opgestart, zou de wizard HP Disaster Recovery moeten worden weergegeven, die u door de rest van het herstelproces zal leiden. WAARSCHUWING: Als u alleen een test van de Disaster Recovery-set aan het uitvoeren bent, dan is de test nu voltooid. Wanneer de wizard HP Disaster Recovery wordt weergegeven, betekent dit dat het station goed op de huidige Disaster Recovery-set reageert. Klik op Annuleren om af te sluiten, verwijder alle diskettes en CD’s uit de stations en start de computer opnieuw op. Als u wel aan het herstellen bent, gaat u verder met de volgende stap. 9. Volg de instructies op de schermen van de wizard om Disaster Recovery te voltooien. Wanneer Disaster Recovery is voltooid, rapporteert de wizard HP Disaster Recovery dat de gegevens goed zijn hersteld en kunt u alle diskettes en CD’s uit de stations verwijderen en de computer opnieuw opstarten. Als de gegevens niet goed zijn hersteld, wordt de knop Rapport weergegeven.
24
Gegevens herstellen
Als de knop Rapport wordt weergegeven op het wizard-scherm, dan klikt u op Rapport om de bestanden weer te geven die niet konden worden hersteld. Voor meer informatie over bestanden die niet konden worden hersteld, raadpleegt u de volgende sectie, Bestanden niet hersteld.
Bestanden niet hersteld HP Disaster Recovery rapporteert in het bestand REPORT.TXT alle bestanden die niet konden worden hersteld, samen met een korte toelichting van de reden waarom de bestanden niet konden worden hersteld. Dit bestand weergeven: Voor Windows 95/98 — Nadat u de volumes hebt hersteld, moet u eerst het programma afsluiten door twee maal op Esc te drukken; vervolgens typt u EDIT REPORT.TXT. Nadat u de tekst hebt gelezen, drukt u op Alt+B; vervolgens drukt u op A om de editor af te sluiten. Voor Windows NT — Wanneer de herstelbewerking is voltooid, wordt op het laatste scherm van de wizard de knop Rapport weergegeven als er bestanden waren die niet konden worden hersteld. Klik op Rapport als u dit bestand wilt weergeven. ■
Bestanden bezet — Als bestanden tijdens het maken van de Disaster Recovery-set of tijdens het herstelproces niet beschikbaar waren, dan worden deze bestanden in het rapportbestand als niet hersteld weergegeven.
■
Beschadigde media — Als de media die de Disaster Recovery-set bevatten, zijn beschadigd, dan kunnen sommige gegevens op die media mogelijk niet worden hersteld. Alle bestanden die als het gevolg van beschadigde media niet konden worden hersteld, worden in het rapportbestand weergegeven. Als u deze bestanden wilt herstellen, sluit u alle actieve toepassingen af en gebruikt u een oudere Disaster Recovery-set om nog een herstelbewerking uit te voeren.
■
Beschadigd vaste-schijfstation — Als het vaste-schijfstation dat u herstelt, is beschadigd, kunnen sommige bestanden mogelijk niet worden hersteld. Alle bestanden die als gevolg van een beschadigd vaste-schijfstation niet konden worden hersteld, worden in het rapportbestand weergegeven. Vervang of repareer het huidige vasteschijfstation en voer Disaster Recovery nogmaals uit.
Gegevens herstellen
■
25
Onvoldoende schijfruimte om terug te zetten — HP Disaster Recovery kan alleen alle gegevens herstellen als er ten minste evenveel schijfruimte is op de vaste schijf waarnaar u herstelt als er was op het vaste-schijfstation waarvoor u de DR-set hebt gemaakt. Als het huidige station onvoldoende schijfruimte heeft, worden sommige bestanden weergegeven als niet hersteld. Een volledige herstelbewerking uitvoeren: Partitioneer de vaste-schijfstations opnieuw zodat deze de gegevens kunnen bevatten en voer Disaster Recovery nogmaals uit. Of Vervang het huidige vaste-schijfstation door een groter vasteschijfstation en voer een nieuwe Disaster Recovery uit.
26
Gegevens herstellen
Installatieproblemen oplossen
Als u na het lezen van dit hoofdstuk nadere hulp nodig hebt, kunt u rechtstreeks contact opnemen met HP Klantenondersteuning door te bellen naar het voor u geldende telefoonnummer in de lijst die begint op pagina 39.
Wat u eerst kunt proberen Probeer de volgende suggesties als de CD-Writer Plus niet onder Windows Verkenner wordt weergegeven wanneer u de installatie eenmaal hebt voltooid. Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleegt u de sectie Probleemoplossing voor installatie hieronder. ■
Verzeker u ervan dat de computer is aangesloten en dat elk apparaat stroom ontvangt.
■
Schakel de computer uit, wacht 20 seconden en schakel de computer vervolgens weer in.
■
Koppel het netsnoer van de CD-Writer Plus los en sluit het vervolgens weer aan. Dit zou een slechte aansluiting kunnen verhelpen.
■
Koppel de SCSI-datakabel los en sluit deze vervolgens weer aan.
■
Voer HP CD-DVD Toolbox (alleen beschikbaar in het Engels) uit om hulp bij het oplossen van problemen te krijgen. Klik op de taakbalk op de knop Start, selecteer Programma's, HP CD-Writer Plus en klik op HP CD-DVD Toolbox.
27
28
Probleemoplossing voor installatie
Probleemoplossing voor installatie Een vastgelopen CD uitwerpen. ■
U kunt een vastgelopen CD zelfs uitwerpen als de stroom naar het station is uitgeschakeld. Gebruik deze procedure alleen als de normale uitwerpfuncties niet werken!
■
Buig een paperclip recht.
■
Steek een uiteinde van de rechtgebogen paperclip in het punt voor nooduitwerpen op het voorpaneel van het station.
■
Pas regelmatige, niet al te sterke druk toe tot het station open begint te gaan.
■
Trek het station voorzichtig open en verwijder de CD.
■
Als u de lade niet kunt openen, koppelt u het netsnoer van de CDWriter Plus los, sluit u dit opnieuw aan en herhaalt u de bovenstaande stappen.
Verzeker u ervan dat de CD-Writer Plus stroom ontvangt. ■
Druk op de uitwerpknop om de lade van de CD-Writer Plus te openen en te sluiten. Als de lade wordt geopend en gesloten, dan ontvangt het station stroom.
■
Als het station geen stroom ontvangt, controleert u of er een stroomkabel op de achterzijde van het station is aangesloten. Vervolgens controleert u of de stroomkabel is aangesloten op een stopcontact of stroomstrip.
■
Controleer of het stopcontact of de stroomstrip stroom ontvangt.
Controleer of de SCSI-datakabel aan beide uiteinden is aangesloten. ■
Schakel de computer uit en koppel de stroomkabel van de CD-Writer Plus los.
■
Koppel de SCSI-datakabel aan beide uiteinden los en sluit deze vervolgens weer aan.
■
Als u een andere SCSI-datakabel hebt waarvan u zeker weet dat deze werkt, verwissel de kabels dan om u ervan te verzekeren dat u geen beschadigde kabel hebt.
Probleemoplossing voor installatie
29
Controleer of de SCSI-kaart werkt. ■
Klik in Windows 95/98 met de rechtermuisknop op Deze computer, kies Eigenschappen en klik op het tabblad Apparaatbeheer. Dubbelklik op SCSI-controllers. De SCSI-kaart zou in de lijst moeten staan. Zie hieronder als er een X of een uitroepteken boven de SCSI-kaart staat. Klik in Windows NT op de taakbalk op de knop Start, selecteer Instellingen en Configuratiescherm. Dubbelklik op SCSIadapters. De SCSI-kaart zou in de lijst moeten staan.
■
Als de SCSI-controller niet wordt weergegeven en u deze wel hebt geïnstalleerd, raadpleegt u de documentatie van de SCSI-kaart of neemt u contact op met de fabrikant om na te gaan hoe u dit probleem kunt oplossen. Als u geen SCSI-kaart hebt, moet u er een aanschaffen en installeren.
■
Als er in Windows 95/98 een X of een uitroepteken op het pictogram van de SCSI-kaart staat, koppelt u de CD-Writer Plus los en start u de computer opnieuw op. Als de X of het uitroepteken niet verdwijnt, raadpleegt u de documentatie van de kaart of neemt u contact op met de fabrikant om na te gaan hoe u dit probleem kunt oplossen. Er kan een bronconflict met andere apparaten in de computer zijn. Als de X of het uitroepteken verdwijnt wanneer u de CD-Writer Plus loskoppelt en de computer opnieuw opstart, dan zou er een bronconflict kunnen zijn. Zorg ervoor dat elk SCSI-apparaat een unieke SCSI ID heeft (zie hieronder).
■
Controleer of de SCSI-adapterkaart en andere uitbreidingskaarten stevig vast zitten.
Zorg ervoor dat de CD-Writer Plus een unieke SCSI ID heeft. Er kunnen meerdere apparaten op een SCSI-kaart zijn aangesloten die samen een SCSI-keten vormen. Elk apparaat in de keten moet een andere ID hebben. ■
Als u de software die bij de CD-Writer Plus is geleverd al hebt geïnstalleerd, dan kunt u een lijst weergeven met de SCSI-apparaten in de computer en de bijbehorende ID's. Klik op de taakbalk op de knop Start, selecteer Programma's, HP CD-Writer Plus, Hulpprogramma's en klik op SCSI-apparaten weergeven. Zorg ervoor dat de SCSI ID van de CD-Writer Plus niet door een ander SCSIapparaat wordt gebruikt.
■
Als u wilt weten hoe u de SCSI ID van de CD-Writer Plus kunt wijzigen, raadpleegt u pagina 6.
30
Probleemoplossing voor installatie
Zorg ervoor dat de apparaten in de SCSI-keten correct zijn afgesloten. De apparaten aan beide uiteinden van een SCSI-keten moeten worden afgesloten. De apparaten in het midden van de keten mogen niet afgesloten zijn. (SCSI-apparaten hebben weerstanden die kunnen worden verwijderd om een afgesloten apparaat niet-afgesloten te maken.) De afsluiting van de CD-Writer Plus wordt automatisch aangepast. Als de CD-Writer Plus het laatste apparaat is in een keten van meerdere apparaten die op een SCSI-kaart zijn aangesloten, verwijdert u de afsluiting van het apparaat dat zich eerst aan het einde van de keten bevond. Raadpleeg de documentatie van het apparaat voor informatie over het uitschakelen van de afsluiting. Zorg ervoor dat de SCSI-kaart correct is afgesloten. Net als de apparaten in een SCSI-keten moet de kaart ook correct worden afgesloten. De meeste SCSI-kaarten worden afgesloten verkocht. ■
Als u voorheen alleen interne SCSI-apparaten gebruikte en de CDWriter Plus het eerste externe apparaat in de keten is, moet u de afsluiting op de SCSI-kaart mogelijk verwijderen of uitschakelen. Hoewel de meeste nieuwere SCSI-kaarten zich automatisch aan de situatie aanpassen, kunt u het beste de documentatie van de kaart raadplegen om na te gaan of u de afsluiting handmatig moet uitschakelen.
Controleer de SCSI-bekabeling. De totale lengte van de kabels in een SCSI-keten (inclusief externe en interne apparaten) mag niet meer zijn dan 6 meter. Er kunnen echter ook bij een mindere lengte problemen optreden. ■
Als u meer dan 4 meter kabel gebruikt, verwijder dan een aantal apparaten uit de SCSI-keten om na te gaan of de CD-Writer Plus dan wel goed werkt. Als dat het geval is, gebruik dan zo mogelijk kortere kabels. Als u het probleem niet kunt oplossen door kortere kabels te gebruiken, dient u mogelijk voor een aantal apparaten een extra SCSIkaart te gebruiken.
Als de computer niet opnieuw kan worden opgestart. ■
Koppel de stroomkabel van de CD-Writer Plus los en schakel de computer uit.
Probleemoplossing voor installatie
31
■
Koppel de SCSI-kabel van het CD-Writer Plus-station los en start de computer opnieuw op.
■
Als u de software die bij het CD-Writer Plus-station is geleverd al hebt geïnstalleerd, klikt u op de taakbalk op de knop Start, wijst u Programma's, HP CD-Writer Plus, Hulpprogramma's aan en klikt u op SCSI-apparaten weergeven. Zorg ervoor dat de SCSI ID van de CD-Writer Plus niet door een ander SCSI-apparaat wordt gebruikt.
■
Als u wilt weten hoe u de SCSI ID van de CD-Writer Plus kunt wijzigen, raadpleegt u pagina 6.
Verzeker u ervan dat de computer aan de minimumsysteemvereisten voldoet. ■
Voldoet de computer aan de minimumsysteemvereisten? (Zie Minimumsysteemvereisten in de elektronische handleiding of op de doos.)
Raadpleeg het Leesmij-bestand, de elektronische handleiding, de online informatiebronnen en de diagnostische software. ■
Raadpleeg het Leesmij-bestand van het CD-Writer Plus-station. Als u het Leesmij-bestand wilt weergeven, klikt u op de knop Start op de taakbalk, wijst u Programma's, HP CD-Writer Plus, Informatie aan en klikt u op Leesmij.
■
De elektronische handleiding bevat aanvullende informatie over het oplossen van problemen. Als u de handleiding wilt bekijken, klikt u op de taakbalk op de knop Start en selecteert u Programma's, HP CD-Writer Plus, Informatie en Handboek.
■
Voor actuele informatie over probleemoplossing kunt u terecht op onze website op http://www.hpcdwriter.com. Klik op Technical Support voor directe toegang tot een grote hoeveelheid actuele informatie, 24 uur per dag, zeven dagen per week.
■
Ervaren gebruikers kunnen het diagnostische hulpmiddel van het station gebruiken. Klik op de taakbalk op Start en wijs vervolgens Programma's, HP CD-Writer Plus, Hulpprogramma's aan en klik op Diagnose.
32
Probleemoplossing voor installatie
Klantenondersteuning
HP Klantenservice online www.hpcdwriter.com Bezoek de website over de HP-CD op http://www.hpcdwriter.com en klik op Technical Support om onmiddellijk toegang te krijgen tot uitgebreide actuele informatie; deze informatie is 24 uur per dag en zeven dagen per week beschikbaar. Hier vindt u documenten over het oplossen van problemen, onderhoud, efficiëntie, ideeën voor het gebruik van uw producten en nog veel meer.
Uw plaatselijke leverancier Als u hulp met het station nodig hebt, kunt u bij uw plaatselijke leverancier terecht voor informatie over producten en diensten van HP; de leverancier kan u ook ondersteuning bieden in het kader van het uitgebreide aanbod van leveranciersdiensten van HP. Als uw leverancier u niet verder kan helpen, kunt u voor ondersteuning rechtstreeks bij HP terecht. De lijst met telefoonnummers begint op pagina 39.
33
34
HP Klantenondersteuning via de telefoon
HP Klantenondersteuning via de telefoon Telefonische ondersteuning tijdens de garantieperiode Tijdens de garantieperiode wordt gratis telefonische ondersteuning aangeboden, waarbij alleen telefoonkosten van toepassing zijn. De lijst met telefoonnummers begint op pagina 39.
Na de garantieperiode Na de garantieperiode is ondersteuning beschikbaar tegen een vast tarief per consult. De lijst met telefoonnummers begint op pagina 39.
Voordat u HP belt ■
Raadpleeg de tips voor het oplossen van problemen in deze gebruikershandleiding en de elektronische handleiding.
■
Als er een foutbericht wordt weergegeven, noteer dan de tekst van dat bericht voordat u naar HP belt.
■
Zorg ervoor dat u bij de computer zit en dat het station is geïnstalleerd wanneer u belt.
■
Verzamel de gegevens die in de tabel hieronder worden aangegeven. Het diagnostische hulpprogramma kan de meeste van deze gegevens voor u vinden. Klik op de taakbalk op Start en selecteer vervolgens Programma's, HP CD-Writer Plus, Hulpprogramma's en Diagnose. Selecteer het station en klik vervolgens op het tabblad Stationsgegevens. Voor hulp bij het vinden van gegevens die het diagnostische hulpprogramma niet biedt, raadpleegt u de volgende pagina.
35
Voordat u HP belt
Informatie (Help op pagina 35)
Voor uw computer
Model station Firmwareversie voor het station Serienummer van het station Merk en model van de computer Naam en versie van besturingssysteem
Windows 95, Windows 98 of Windows NT 4.0 Versienummer: (voor NT) Service Pack-nummer:
Hoeveelheid geïnstalleerd geheugen Andere CD-ROM- of DVD-ROMstations? ja/nee (Zo ja, vermeld deze dan) Geluidskaart? ja/nee
Type:
Merk/model SCSI-kaart SCSI-kaartinstellingen
Invoer/uitvoer-bereik (I/O): Interrupt-aanvraag (IRQ): Directe geheugentoegang (DMA):
Andere SCSI-apparaten aangesloten? ja/nee (Zo ja, vermeld deze dan) Zelftest voor station geslaagd? ja/nee
Waar u deze gegevens kunt vinden Model station Het model station staat aan de voorzijde van het nieuwe station. Voorbeeld: 7500 Series
36
Voordat u HP belt
Firmwareversie voor het station Gegevens over het station, inclusief de versie van de firmware, kunt u vinden door op de taakbalk op het menu Start te klikken en vervolgens Programma's, HP CD-Writer Plus of HP DVD Writer, Hulpprogramma's en Diagnose te selecteren. Selecteer het station en klik vervolgens op het tabblad Stationsgegevens. De firmware-versie wordt weergegeven in het dialoogvenster Firmware-versie. Voorbeeld: Firmware: 1.0 Serienummer van het station Het serienummer van het HP-station staat aan de onderkant van de lade en op het hoofdetiket bovenop het station. U kunt het serienummer van het station ook opvragen door op de taakbalk op het menu Start te klikken en vervolgens Programma's, HP CD-Writer Plus of HP DVD Writer, Hulpprogramma's en Diagnose te selecteren. Selecteer het station dat u wilt controleren en klik vervolgens op het tabblad Stationsgegevens. Het serienummer van het station wordt samen met andere gegevens weergegeven. Merk en model van de computer Het computermerk staat op de voorkant van de computer en in de documentatie van de computer. Voorbeeld: HP Pavilion 8490 Besturingssysteem en hoeveelheid geïnstalleerd geheugen (RAM) In Windows 95 en Windows 98 selecteert u via het menu Start op de taakbalk Instellingen en vervolgens Configuratiescherm. Dubbelklik op Systeem. Selecteer het tabblad Algemeen. Het versienummer wordt weergegeven onder Microsoft Windows 98 en de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen wordt op het onderste deel van het scherm weergegeven. Voorbeeld: 4.10.1998 en 128,0 MB RAM In Windows NT (terwijl u bent aangemeld als Beheerder), selecteert u via het menu Start op de taakbalk Programma's, Beheerwerkset (Algemeen) en Windows NT Diagnostiek. Selecteer het tabblad Versie en noteer het versienummer en Service Pack-nummer, bijvoorbeeld: 4.00.1381 en Service Pack 3. Selecteer vervolgens het tabblad Geheugen en noteer de hoeveelheid geheugen die wordt weergegeven onder Fysiek geheugen - Totaal; bijvoorbeeld: 32 MB RAM
Voordat u HP belt
37
Andere CD-ROM- of DVD-ROM-stations In Windows 95 en Windows 98 selecteert u via het menu Start op de taakbalk Instellingen en vervolgens Configuratiescherm. Dubbelklik op Systeem. Selecteer het tabblad Apparaatbeheer. Dubbelklik op CD-ROM. Noteer de namen van de apparaten die worden weergegeven. Voorbeeld: Toshiba DVD-ROM SD-M1202 Selecteer in Windows NT vanuit het menu Start op de taakbalk Instellingen en vervolgens Configuratiescherm. Dubbelklik op SCSIadapters. Zoek naar CD-ROM's of DVD-ROM's in de computer door te dubbelklikken op de weergegeven items. Voorbeeld: Toshiba CD-ROM XM-6102B Geluidskaart Klik in Windows 95 of Windows 98 op de taakbalk op het menu Start en selecteer Instellingen en vervolgens Configuratiescherm. Dubbelklik op Systeem. Selecteer het tabblad Apparaatbeheer. Dubbelklik op Besturing voor geluid, video en spelletjes. Noteer de namen van de apparaten die worden weergegeven. Voorbeeld: Sound Blaster. Selecteer in Windows NT vanuit het menu Start op de taakbalk Instellingen en vervolgens Configuratiescherm. Dubbelklik op Multimedia, selecteer het tabblad Apparaten en dubbelklik op Audioapparaten. De geluidskaart wordt weergegeven onder Audio-apparaten. Voorbeeld: Sound Blaster. Merk/model SCSI-kaart en SCSI-kaartinstellingen Klik in Windows 95 of Windows 98 op de taakbalk op het menu Start en selecteer Instellingen en vervolgens Configuratiescherm. Dubbelklik op Systeem. Selecteer het tabblad Apparaatbeheer. Dubbelklik op SCSI-controllers. Dubbelklik op de naam van de SCSIkaart en klik vervolgens op het tabblad Bronnen. Voorbeeld: Adaptec 1520, Invoer/uitvoer-bereik 110-11F, Interrupt-aanvraag 11, Directe geheugentoegang 7 Selecteer in Windows NT vanuit het menu Start op de taakbalk Instellingen en vervolgens Configuratiescherm. Dubbelklik op SCSI-adapters. Selecteer de SCSI-kaart waar u informatie voor wilt weergeven en klik op Eigenschappen. Op het tabblad Kaartinfo wordt de fabrikant van de kaart weergegeven en op het tabblad Bronnen vindt u de kaartinstellingen. Voorbeeld: Adaptec 1520, Invoer/ uitvoer-bereik 110-11F, Interrupt-aanvraag 11, Directe geheugentoegang 7
38
Voordat u HP belt
Andere SCSI-apparaten Klik op de taakbalk op de knop Start, selecteer Programma's, HP CDWriter Plus of HP DVD Writer, Hulpprogramma's en selecteer SCSI-apparaten weergeven. Noteer de namen en SCSI ID's van de apparaten die worden weergegeven. Diagnostische zelftests van het station Klik op de taakbalk op Start en selecteer vervolgens Programma's, HP CD-Writer Plus of HP DVD Writer, Hulpprogramma's en Diagnose. Selecteer het station en klik vervolgens op het tabblad Tests. Selecteer Diagnostische zelftests van het station en klik op Test uitvoeren. De meest recente resultaten van het diagnostische hulpprogramma zijn opgeslagen in C:/Program Files/CD-Writer Plus/Diagnose/Logs als DRIVELOG.TXT en TESTLOG.TXT.
Telefoonnummers
39
Telefoonnummers Voor bijgewerkte telefoonnummers: http://www.hp.com/cpso-support/guide/psd/cscinfo.html
VS (Deze nummers zijn 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar) Literatuur en leveranciersinformatie . . . . 970-635-1500 Tijdens de garantieperiode (Tijdens de garantieperiode wordt gratis ondersteuning aangeboden, waarbij alleen telefoonkosten van toepassing zijn.) Technische ondersteuning . . . . . . . . . . . . 970-635-1500 Na de garantieperiode (Kosten worden berekend vanaf het moment dat u met een ondersteuningstechnicus verbonden wordt; prijzen zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaand bericht.) Klantenondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . 800-810-0130 (Per consult $25 Amerikaanse dollars ten laste van Visa, MasterCard of American Express) VS alleen technische ondersteuning. . . . . 900-555-1800 ($2.50 per minuut/maximum van $25. U moet ten minste 18 jaar oud zijn of toestemming hebben om 900-nummers te bellen.) Canada/Europa/Midden-Oosten/Afrika/Latijns-Amerika/ Azië/Oceanië Gebruik deze nummers voor technische ondersteuning tijdens en na uw garantieperiode. Tijdens de garantieperiode wordt gratis telefonische ondersteuning aangeboden, waarbij alleen telefoonkosten van toepassing zijn. Na de garantieperiode wordt er een prijs per consult in rekening gebracht. Canada (MA-VR, 8:00-20:00 uur Eastern Time) Ondersteuning in het Engels en het Frans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 905-206-4663 Europa/Midden-Oosten/Afrika (MA-VR, 8:30-18:00 uur Centraaleuropese tijd) België - Frans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02 626 88 07 - Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02 626 88 06 Denemarken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 29 40 99 Duitsland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0180 52 58 143 Finland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02 03 47 288 Frankrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 01 43 62 3434
40
Telefoonnummers
Griekenland (MA-VR, CET + 1 uur) . . . . . . 01 689 6411 Hongarije. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 01 343 0310 Ierland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 01 662 55 25 Israël (MA-VR, CET + 1 uur) . . . . . . . . . . . . 09 952 4848 Italië. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02 2 641 0350 Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 020 606 87 51 Noorwegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 11 62 99 Oostenrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0711 420 10 80 Polen (MA-VR, CET + 1 uur) . . . . . . . . . . . 022 865 9999 Portugal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 01 318 00 65 Rusland (MA-VR, CET + 2 uur) . . . . . . . . . 095 797 3520 Spanje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 23 21 123 Tsjechië . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02 613 07 310 Turkije (MA-VR, CET + 1 uur) . . . . . . . . . 0212 224 5925 Verenigd Koninkrijk . . . . . . . . . . . . . . . . 0171 512 52 02 Zuid-Afrika (MA-VR, CET + 1 uur) . . . . . . . 011 8061030 Zweden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 08 61 92 170 Zwitserland (Frans/Italiaans/Duits). . . . . 08 48 80 11 11 Engelstalige ondersteuning voor andere landen . . . . . . . . . . . . . +44 171 512 52 02 Latijns-Amerika Argentinië (MA-VR, 8:30-19:30 uur)(54) (11) 47 78 83 80 Brazilië (MA-VR, 8:00-19:00 uur) . . . (55) (11) 829 6612 Chile (MA-VR, 8:30-18:30 uur) . . . . (56) (2) 800 360999 Mexico (MA-VR, 8:30-18:30 uur) . (52) (5) 800 22 14700 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (52) (5) 800 90 52900 Venezuela (MA-VR, 9:00-18:00 uur) . . (58) (2) 207 8488 Azië/Oceanië Australië (MA-VR 9:00-17:00 uur voor alle belangrijke steden) . . . . . . . . . (03) 8877 8000 China (MA-VR, 8:30-17:30 uur)Hotline (010) 6564 5959 Filippijnen (MA-VR, 9:00-17:00 uur) . . . . . . . . 867 3551 Hong Kong (MA-VR, 9:00-17:00 uur) . . . . . . 800 967729 India (MA-VR, 9:30-17:30 uur) . . . . . . . (91) 11 6826035 Indonesië (MA-VR, 9:00-17:00 uur) . . . . . . . . . 350 3408 Korea (MA-VR, 9:00-18:00 uur, zaterdag 9:00-13:00 uur) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (02) 3270 0700 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 080 999 0700 (gratis) Maleisië (MA-VR, 9:00-17:00 uur). . . . . . . . . . . 295 2566 Nieuw-Zeeland (MA-VR, 9:00-17:00 uur, Auckland Time) . . . . . . . . . . . . . . . . 0800 733 547 Singapore (MA-VR, 9:00-17:00 uur) . . . . . (65) 272 5300 Taiwan (MA-VR, 8:30-20:00 uur) . . . . . . (02) 2717 0055 Thailand (MA-VR, 9:00-17:00 uur) . . . . . . . . . . 661 3900 Vietnam (MA-VR, 9:00-17:00 uur) . . . . . . . . . . 823 4530
Een station retourneren
41
Een station retourneren Als uw Hewlett-Packard product moet worden gerepareerd of vervangen, bel dan voor instructies het nummer voor uw land in de lijst die begint op pagina 39.
42
Een station retourneren