NAUT I L U S 200, 250, 350, 400, 450
T 305 525 402 01/ID.25221/01L
Gebrauchsanweisung Operating instructions Mode d’emploi Gebruiksaanwijzing Istruzioni per l’uso Käyttöohje Brugsanvisning Bruksanvisning
1
6
7 9
3
4
10 2
5
11
8 2
1
1
3
2
9
4
12
12
5 2
6
7 6
5
1 3 8 2
10
9 11 12
1
13 12
7 3
NL
Gebruiksaanwijzing
NL
Lees a.u.b. de gebruiksaanwijzing, voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, en maak u vertrouwd met het apparaat. Neem absoluut de veiligheidsinstructies voor een correct en veilig gebruik in acht. Om veiligheidsredenen mogen kinderen en jeugdigen onder 16 jaar en mensen die eventuele gevaren niet kunnen herkennen of niet vertrouwd zijn met deze gebruiksaanwijzing, dit apparaat niet gebruiken! Bewaar deze gebruiksaanwijzing a.u.b. goed! Geef, als het product van eigenaar wisselt, de gebruiksaanwijzing absoluut met het product mee. Overzichttekeningen voor de montage vindt u op de twee uitklapbare kaarten vooraan en achteraan in de handleiding.
1. Symbolen De in deze handleiding gebruikte symbolen hebben de volgende betekenis: Attentie! Belangrijke verwijzing naar gevaren!
Belangrijke informatie!
Attentie! Trek de netstekker eruit!
2. Uw waterspelpomp Afb. 1: Pomp 1 Pompfilter 2 Filtervleugel 3 Uitgang voor waterspuwende dieren 4 Opzetstuk voor schijnwerpers 5 Deelstroomregelaar 6 Sproeierhouder 7 Mondstukpijp 8 Hoofdstroomregelaar
Afb. 2: Voorfilter 2 Filtervleugel 9 Uitgang voor voorfilter 10 Regelaar 11 Adapter filtervleugel 12 Zeef
3. Gebruik volgens de voorschriften De Nautilus kan in twee varianten worden gemonteerd en opgesteld: – Pompfilter met erop geplaatste filtervleugels. Alle instellingen en reinigingswerkzaamheden gebeuren aan het pompfilter. (Afb. 1) – Pompfilter met gedemonteerd voorfilter. U kunt de instelling van de fonteinhoogte en de filterreiniging gemakkelijk vanaf de oever van de vijver uitvoeren. (Afb. 2) De Nautilus-waterspelpomp beschikt bovendien over een regelbare aansluiting voor waterspuwende dieren en een geïntegreerde schijnwerperhouder voor OASE-schijnwerpers. De Nautilus is uitsluitend bedoeld voor gebruik onder water bij een watertemperatuur van +4 °C tot +35 °C.
28
NL
Gebruiksaanwijzing
NL
4. Veiligheidsinstructies Netaansluiting De combinatie van water en elektriciteit kan, als de aansluiting niet volgens de voorschriften wordt uitgevoerd of als de bediening ondeskundig is, leiden tot ernstige gevaren voor lijf en leven. – Wend u bij vragen en problemen voor uw eigen veiligheid tot een elektricien! – Attentie! Als de kabel of de behuizing defect zijn, mag het apparaat niet gebruikt worden! – Attentie! Gebruik het apparaat uitsluitend als er zich niemand in het water bevindt. Netstekker uittrekken! – Attentie! Trek altijd de netstekkers uit van alle apparaten in het water voordat u in het water grijpt. – Vergelijk de netspanning (V) en de netfrequentie (Hz) van uw stroomnet met de data op het typeplaatje. Deze gegevens moeten overeenkomen. – Gebruik het apparaat uitsluitend op een volgens de voorschriften geïnstalleerde stekkerdoos met randaarde. – Gebruik nooit installaties, adapters, verlengkabels of aansluitleidingen zonder randaarde! – Controleer of het apparaat voorzien is van een lekstroomvoorziening met een nominale lekstroom van maximaal 30 mA. – Elektrische installaties bij tuinvijvers moeten voldoen aan de internationale en nationale installatievoorschriften. – Draag of trek het apparaat niet aan de aansluitleiding. – Houd de netstekker en alle aansluitpunten droog. – Leg de aansluitleiding beschermd, zodat beschadigingen uitgesloten zijn. – Wanneer u een verlengkabel nodig hebt: Gebruik uitsluitend kabels die toegelaten zijn voor gebruik buiten. Beveilig de stekkerverbinding tegen vocht. Instructies voor het gebruik – Attentie! Vóór het openen van het pompfilter voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden altijd de netstekker uittrekken. – De ingebouwde temperatuursensor schakelt het apparaat bij overbelasting automatisch uit. Als de motor afgekoeld is, wordt de pomp automatisch weer ingeschakeld. – Transporteer nooit andere vloeistoffen dan water! – Gebruik de pomp nooit zonder water (drooglopen)! De lagers van de pomp worden vernield! Houd er rekening mee dat het waterpeil in de vijver bij nogal lange droogteperioden kan dalen. – Controleer vóór het inschakelen of de pomp veilig staat.
5. Inbedrijfstelling – –
Lees de veiligheidsinstructies (hoofdstuk 4.) vóór de ingebruikname en neem deze absoluut in acht! De Nautilus wordt automatisch ingeschakeld, als u de stroomverbinding tot stand brengt. Volg derhalve eerst alle stappen voor de montage en de opstelling op.
29
NL
Gebruiksaanwijzing
NL
Pomp monteren (afb. 4 ) 1. Onderste pijp van mondstuk door blauwe dopmoer steken. 2. Kogellager opschroeven. 3. Bovenste pijp van mondstuk door zwarte dopmoer steken. 4. Zwarte dopmoer op onderste pijp van mondstuk schroeven. Pakkingring wordt vastgetrokken. 5. Sproeierhouder op bovenste pijp schroeven. 6. Gewenste mondstuk plaatsen en vastschroeven. 7. Dopmoer op de bovenste uitgang van het pompfilter schroeven, maar nog niet vastdraaien. De Nautilus is nu gereed voor gebruik als pomp met gemonteerde filtervleugels. Om de pomp voor latere onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uit het water te trekken, kunt u op de greep een trekkoord bevestigen. Voorfilter monteren (afb. 7 ) U hebt een slang nodig met de aansluitgrootte 1'’ tot 1 3/4'’. Wrijving reduceert het vermogen van de pomp, daarom – gebruik een zo dik mogelijke slang – houd de slangverbindingen kort – reduceer de bochten, hoeken en andere verbindingselementen tot een minimum. Voorfilter monteren: 1. Filtervleugel op pompfilter naar boven draaien en naar buiten trekken. 2. Filtervleugel op de adapter van de filtervleugel steken. 3. Slangtule op de uitgang van de adapter van de filtervleugel schroeven. 4. Slang aanbrengen. Slang op de pomp aansluiten: 1. Kap op de voorzijde van het pompfilter afnemen en opslaan. 2. Pompfilter openen: De hendels aan de bovenzijde tegelijkertijd naar beneden en naar achteren drukken. Pompfilter omhoogklappen. Pomp eruit pakken. 3. Slangtule op de ingang aan de zijkant van de pomp plaatsen. Let erop dat alles correct is uitgericht. (Afb. 3) 4. Pomp weer in de voorziene uitsparingen in het pompfilter plaatsen. (Afb. 3) 5. Pompfilter dichtklappen. Hendels klikken in. 6. Slang op slangtule op het pompfilter steken. 7. Draai de hoofdstroomregelaar op het pompfilter geheel open. Pomp opstellen Zet de pomp niet direct in de modder op de bodem. Zorg voor een vaste, egale onderlaag. Leg bij voorbeeld een stenen plaat of een zware montageplaat in een bed van zand in de vijver. U kunt de pomp vastschroeven om de stabiliteit te vergroten. Het pompfilter is hiervoor voorzien van slobgaten in de voeten. 1. Stel de pomp: – compleet onder water op, uitzondering: het mondstuk – maximaal 4,0 m onder de waterspiegel – zo horizontaal mogelijk. 2. Pijp van mondstuk op gewenste hoogte instellen: zwarte dopmoer losdraaien en bovenste pijp bij de sproeierhouder naar boven trekken. Dopmoer vastdraaien. 3. Blauwe dopmoer losdraaien en de schuinte van de pomp tot 15° egaliseren door te draaien aan de pijp van het mondstuk. 4. Blauwe dopmoer vastdraaien.
30
NL
Gebruiksaanwijzing
NL
Pompfilter met gemonteerde vleugelfilters (afb. 1 ) 1. Filtervleugel op het pompfilter naar boven draaien. 2. Hoofdstroomregelaar instellen op gewenste doorstroomvolume. Voorfilter opstellen (afb. 2 ) 1. Stel het voorfilter: – compleet onder water op, – niet direct in de modder op de bodem, maar iets verhoogd op een vaste onderlaag. 2. Regelaar van het voorfilter op gewenste doorstroomvolume instellen. Als u het voorfilter gebruikt, kunt u de pomp ook buiten het water opstellen. Waarborg dat het voorfilter ondergedompeld is en dat de pomp permanent van water wordt voorzien. Aansluiten Gebruik de pomp nooit zonder pompfilter. Het pompfilter beschermt de pomp tegen te grof vuil, dat kan leiden tot een verstopping van de pomp. 1. Pomp koppelen aan het stroomnet. De pomp is automatisch ingeschakeld. 2. Voor het uitschakelen van het waterspel de netstekker uittrekken.
6. Met het water spelen De hoogte van de fontein De hoogte van de fontein is afhankelijk van het uitgaand vermogen van de pomp, het doorstroomvolume van het water en het gebruikte mondstuk. U beïnvloedt de hoogte van de fontein door te draaien aan de hoofdstroomregelaar van het pompfilter of aan de regelaar van het voorfilter. Met de OASE FM-Master 3 kunt u het vermogen van uw pomp met een afstandsbediening elektronisch regelen. Attentie! Gebruik geen in de handel gebruikelijke dimmer, omdat anders de pomp oververhit kan raken en vernield kan worden. Om de omgeving van de vijver droog te houden dient u de hoogte van het waterspel te reduceren, als er wind staat. De vorm van de fontein De vorm van de fontein is afhankelijk van het gebruikte mondstuk. In het leveringsprogramma: – Vulkaanmondstuk Wanneer u van mondstuk wilt veranderen: 1. Netstekker uittrekken. 2. Oude mondstuk uit de sproeierhouder schroeven. 3. Nieuwe mondstuk in de sproeierhouder plaatsen en vastschroeven. 4. Indien nodig de pijp van het mondstuk opnieuw uitrichten. U kunt ook andere mondstukken uit het OASE-assortiment gebruiken. Vraag dit na bij uw vakhandel. Om verstoppingen te voorkomen: Als u het Vulkaanmondstuk of een ander mondstuk met zeer fijne openingen gebruikt, monteert u de meegeleverde zeef: Pompfilter met gemonteerde vleugelfilters (afb. 5 ) 1. Netstekker uittrekken. 2. Dopmoer op de pijp van het mondstuk losdraaien, pijp van mondstuk afnemen. 3. Zeef op bovenste uitgang van het pompfilter schroeven. 4. Pijp van mondstuk op de zeef schroeven. 5. Pijp van mondstuk verticaal uitrichten en vastschroeven.
31
NL
Gebruiksaanwijzing
NL
met voorfilter (afb. 6 ) 1. Netstekker uittrekken. 2. Slang op het voorfilter eraf trekken 3. Slangtule van de uitgang van de adapter van de filtervleugel draaien. 4. Zeef erop schroeven. 5. Slangtule op de zeef schroeven. 6. Slang weer aanbrengen. Waterspuwende dieren aansluiten Met de Nautilus kunt u extra waterspuwende dieren aansluiten. Hiervoor bevindt zich op het pompfilter een tweede uitgang met een doorvoertule voor de slang, passend voor aansluitingen 1/2" en 1'’. U regelt het watervolume voor het waterspuwende dier met de deelstroomregelaar aan de bovenkant van het pompfilter. Hierdoor wordt de hoogte van de fontein overeenkomstig gereduceerd. 1. Netstekker uittrekken. 2. Sluitdop aan de uitgangvoor waterspuwende dieren verwijderen. 3. Slangtule op de uitgang voor waterspuwende dieren schroeven. (afb. 7) 4. Slang op slangtule steken. 5. Waterspuwend dier op slang aansluiten en opstellen op de gewenste standplaats. 6. Watervolume voor waterspuwend dier instellen op de deelstroomregelaar. Schijnwerper monteren Er is op het filter een opzetstuk voor het monteren van de schijnwerpers Lunaqua 10 en Lunaqua 2. Neem de handleiding van de schijnwerpers in acht.
7. Onderhoud/reiniging – –
Let op de veiligheidsinstructies (hoofdstuk 4.). Reinig het filterhuis en de zeef, wanneer dit nodig is, dus als het pompvermogen nalaat. – Om de pomp te reinigen trekt u deze aan het trekkoord uit de vijver, nooit aan de kabel! Pompfilter reinigen Demontage: 1. Netstekker uittrekken. 2. Filtervleugels naar boven draaien en naar buiten trekken. 3. Filtervleugels omhoogklappen en uit elkaar nemen. 4. Pompfilter openen: De hendels aan de bovenzijde tegelijkertijd naar beneden en naar achteren drukken. Pompfilter omhoogklappen. 5. Pomp eruit nemen en waterverdeler eraf draaien: Pakkingring op beschadigingen en broosheid controleren. Eventueel vervangen. 6. Scharnieren van het pompfilter loshaken, pompfilter demonteren. Maak alle losse onderdelen onder stromend water met een zachte borstel schoon. Maak de pomp in geen geval zelf open! Als de motor geblokkeerd is door vervuiling, wend u dan tot uw vakhandel of een elektro vakman. Bij een ingebouwde zeef (afb. 5 ): 1. Pijp van mondstuk en zeef van het pompfilter afschroeven. 2. Zeef onder stromend water reinigen. 3. Zeef en pijp van mondstuk weer erop schroeven.
32
NL
Gebruiksaanwijzing
NL
Montage: 1. Pompfilter weer in de scharnieren haken. 2. Waterverdeler op pomp schroeven. 3. Pomp in de voorziene uitsparingen in het pompfilter plaatsen. (Afb. 3) 4. Pompfilter dichtklappen. Hendels klikken in. 5. Filtervleugels samen steken en op pompfilter steken. Voorfilter reinigen Demontage: 1. Netstekker uittrekken. 2. Slang van het voorfilter aftrekken. 3. Filtervleugel naar buiten trekken. 4. Filtervleugels omhoogklappen en uit elkaar nemen. Maak de filtervleugel en -adapter onder stromend water met een zachte borstel schoon. Bij een ingebouwde zeef (afb. 6 ): 1. Slangtule en zeef opschroeven. 2. Zeef onder stromend water reinigen. 3. Slangtule en zeef op voorfilter schroeven. Montage: 1. Filtervleugels samen steken en op adapter van filtervleugel steken. 2. Slang op slangtule steken. Pakkingring in pijp van mondstuk vervangen 1. Zwarte dopmoer losdraaien en de bovenste pijp van de pijp van het mondstuk eraf nemen. 2. Zwarte dopmoer eraf trekken. 3. Pakkingring vervangen. 4. Dopmoer over bovenste pijp trekken en vastschroeven op onderste pijp. 5. Blauwe dopmoer losdraaien, pijp van mondstuk verticaal uitrichten. Dopmoer vastdraaien.
8. Overwintering – – – – –
Neem de pomp uit het water. Reinig de pomp grondig (zie hoofdst. 7.). Sla de pomp vorstvrij op in een reservoir met water. Zo voorkomt u dat er vuil gaat vastzitten en blijven de pakkingen intact. Dompel de netstekker nooit onder! Voordat u de pomp weer in bedrijf neemt: controleer alle onderdelen en vooral de leidingen op beschadigingen.
9. Verhelpen van storingen Attentie: Let op de veiligheidsinstructies (hoofdstuk 4.). – Maak de pomp in geen geval zelf open! – De aansluitleiding van de pomp en de rotor mogen uitsluitend door een elektro vakman worden vervangen of gereinigd.
33
NL
Gebruiksaanwijzing
NL
Storing
Oorzaak
Eliminering
Pomp springt niet aan
Netspanning ontbreekt Rotor geblokkeerd
Netspanning controleren Pomp laten reinigen
Fonteinhoogte onvoldoende of fonteinvorm onregelmatig
Hoofdstroomregelaar te ver dichtgedraaid Mondstuk verstopt Filter/zeef vervuild Slang verstopt/ defect Afgeknikte toevoerleidingen Te hoge verliezen in de toevoerleidingen
Hoofdstroomregelaar instellen Zeef plaatsen Filter/zeef reinigen (hoofdst. 7.) Slang reinigen/vervangen Toevoerleidingen controleren Slanglengte reduceren tot vereist minimum
Pomp schakelt af na korte looptijd
Filter/zeef verstopt Watertemperatuur te hoog
Filter/zeef reinigen (hoofdst. 7.) Maximale watertemperatuur van +35 °C in acht nemen
10. Technische gegevens Onze aangegeven capaciteiten worden altijd direct aan de uitgang van de pomp gemeten (zonder slangverbinding en accessoires).
Nautilus
200
Afmeting
mm
Gewicht
kg
Nominale spanning
250
350
400
450
5,5
5,5
280 x 230 x200 4,5
4,5
V/Hz
5,5
220 – 240 / 50
opgenomen vermogen
W
65
110
135
240
260
Liter per uur max.
l/h
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
Meter waterkolom max.
m
3,50
4,50
5,00
7,00
7,50
Dompeldiepte max.
m
4,00
4,00
4,00
4,00
4,00
Zoll
1
1
1
1
1
m
10
10
10
10
10
Aansluitingen Kabellengte
34
NL
Gebruiksaanwijzing
NL
Symbolen op het typeplaatje: De motor is stofdicht en beveiligd tegen het binnendringen van water tijdens het onderdompelen. De motor is waterdicht tot een diepte van 4 m! 4 m
CE-teken - Dit apparaat voldoet aan de CE-richtlijnen volgens conformiteitsverklaring. VDE-gekeurd (Gekeurde veiligheid).
11. Reserveonderdelen Nautilus 200 - 450 1 Filterhuis L + R 3 Getrapte tule, spuwer 5 Waterverdeler compl. 6 Set mondstukken compl. (met kogel en dopmoer) 8 Afdekking (met OASE - logo) 9 Rubberen buffer 10 Aanzuigpijp 11 Getrapte tule, adapter 12 Filter – vleugel 13 Adapter met regelaar
35