Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord Markt 5 – 9340 Lede Tel. 053 60 68 70 e-mail
[email protected] URL: http://www.gamw.lede.be
Functiebeschrijving voor een directeur van de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord – Lede Onderwijsinstelling:
Instellingsnummer: Inrichtende macht:
Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord Markt 5 9340 Lede 050849 Gemeentebestuur Lede Markt 1 9340 Lede Identificatie
Algemene bepaling: Voor de toepassing van deze functiebeschrijving wordt verstaan onder “hij”: de directeur.. 1. Doel van de functie - De directeur neemt efficiënt en doelgericht leiding in de onderwijsinstelling. - Hij bewaakt de kwaliteit binnen de onderwijsinstelling. - Hij staat in voor de optimale werking van de onderwijsinstelling met het oog op het behalen van de doelstellingen conform de visie van de academie, het artistiekpedagogisch project (APP), het schoolwerkplan (SWP) en de leerplannen. - Hij plant, organiseert, coördineert, stuurt en evalueert de schoolactiviteiten. - Hij adviseert en staat in voor de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk onderwijsbeleid voor wat betreft het deeltijds kunstonderwijs (DKO). - Hij voert de reglementaire bepalingen uit opgelegd aan de onderwijsinstelling. - Hij tracht het beleidsvoerend vermogen van de onderwijsinstelling continu te verhogen.
- 1 van 5 -
2. Taken en wijze van uitvoeren 2.1. Ontwikkeling visie en doelstellingen -
De directeur is de artistieke en pedagogische leider van de academie. Hij bewaakt, evalueert en en actualiseert de visie en de doelstellingen van de academie. Hij bewaakt, evalueert en en actualiseert het artistiek-pedagogisch project (APP) en het schoolwerkplan (SWP) van de academie. Hij bewaakt en evalueert de jaarplannen van de leraren. 2.2. Advies en beleidsvoorbereiding
-
De directeur verricht beleidsondersteunend en voorbereidend onderzoekswerk met betrekking tot het deeltijds kunstonderwijs. Hij volgt op, analyseert en signaleert relevante evoluties die verband houden met het deeltijds kunstonderwijs. Hij volgt op, analyseert en signaleert relevante evoluties die verband houden met de werking van de onderwijsinstelling. Hij staat in voor de voorbereiding, het opmaken en het coördineren van beleidsadviezen en beleidsvoorstellen aan het college/de gemeenteraad. Dit kan gebeuren op vraag van het gemeentebestuur of op eigen initiatief. Hij staat in voor het opmaken van strategische beleidsnota’s voor gemeenteraad en college. Hij staat in voor de inhoudelijke termijnplanning. Hij staat in voor de financiële termijnplanning. Hij neemt stipt, actief en constructief deel aan beleidsvoorbereidend overleg. In samenspraak met het beleid neemt hij als deskundige constructief deel aan de syndicale overleg- en onderhandelingsstructuren. Hij stelt op gemotiveerde wijze een oplossing voor voor betwiste en/of complexe dossiers.
2.3. Planning en organisatie -
Hij coördineert de dagelijkse werking van de onderwijsinstelling. (plannen, taakafspraken en taakverdeling, opvolging, evaluatie, bijsturing) Hij organiseert en coördineert initiatieven en projecten. (plannen, uitvoeren, opvolgen,evalueren) Hij doet dit binnen de grenzen van interne of externe reglementering of wetgeving en hij neemt de beschikbare budgetten in acht. Hij brengt oplossingsstrategieën aan voor structurele problemen. Hij gaat planmatig maar flexibel tewerk. Hij stelt hierbij zelf de juiste prioriteiten. Hij werkt werkmodellen en werkprocedures uit. Hij ziet toe op het welzijn, de veiligheid en de gezondheid op het werk. Hij organiseert interne schoolanalyse/zelfevaluatie om prioriteiten te kunnen bepalen. Hij plant en organiseert interne en externe overlegmomenten. Hij is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van lokale samenwerkingsverbanden. - 2 van 5 -
-
Hij coördineert lokale activiteiten waarvan de academie initiatiefnemer is.
2.4. Leiding geven aan het personeelsteam -
-
-
De directeur voert het personeelsbeleid van de onderwijsinstelling uit onder de eindverantwoordelijkheid van de inrichtende macht. Hij doet dit met inachtneming van: - de beschikbare budgetten, - de bestaande regelgeving en - de lokale beleidsbeslissingen. Hij leidt en motiveert de personeelsleden van de academie en stuurt ze bij, zowel in teamverband als individueel. Hij fungeert op een objectieve, eenvormige en menselijke wijze als eerste evaluator voor de personeelsleden van de academie volgens de algemene afspraken vastgelegd door de inrichtende macht en binnen de bepalingen hieromtrent opgenomen in de regelgeving. Hij stimuleert het personeelsteam om vernieuwing door te voeren en hun competenties op peil te houden. Hij bevordert een goede samenwerking binnen het personeelsteam. Hij behandelt conflicten en klachten binnen het personeelsteam. Hij bezoekt regelmatig de lessen. Hij voert sollicitatiegesprekken met de kandidaten voor het wervingsambt. Hij voert een onthaalbeleid voor nieuwe personeelsleden. Hij organiseert een gestructureerd overleg inzake werkplanning en organisatie binnen de academie (personeelsvergaderingen, coördinatievergaderingen, vakvergaderingen, administratief overleg,...)
2.5. Financieel beheer -
De directeur stelt een financieel behoefteplan op. Hij maakt, bespreekt en motiveert begrotingsvoorstellen. Hij volgt op, bewaakt en respecteert de besteding van de beschikbare budgetten binnen het werkterrein. Hij draagt zorg voor een adequate financiële administratie. Hij voert een adequaat aankoopbeleid voor boeken, partituren, instrumenten, materialen en grondstoffen.
- 3 van 5 -
2.6. Administratief beheer -
Hij ziet toe op een correcte uitvoering van de administratie die verband houdt met de academie. Hij neemt de nodige maatregelen met het oog op een efficiënt en ordelijk klassement en schoolarchief binnen de onderwijsinstelling.
2.7. Leerlingenbegeleiding -
De directeur organiseert de leerlingenbegeleiding en volgt die op. Hij draagt zorg voor een leer- en leefklimaat in overeenstemming met het artistiekpedagogisch project (APP) van de academie. Hij ontwikkelt een termijnvisie met betrekking tot leerlingenbegeleiding. Hij is opmerkzaam voor, en reageert op ongewoon gedrag van leerlingen. Hij draagt zorg voor en onderhoudt goede omgangsvormen met de leerlingen.
2.8. Communicatie en vertegenwoordiging -
-
-
De directeur drukt zich zowel mondeling als schriftelijk in correct Nederlands uit. Hij hanteert correcte en respectvolle omgangsvormen. Hij stelt zich collegiaal op. Hij brengt geduld op ten opzichte van alle betrokkenen. Hij pleegt regelmatig overleg met al zijn medewerkers. Hij fungeert als intern en extern aanspreekpunt van de academie. Hij zorgt voor een optimale informatiedoorstroming met het oog op de te bereiken doelstellingen en dit met: - het personeelsteam van de onderwijsinstelling, - leerlingen en ouders, - de gemeentelijke beleidsverantwoordelijken, - de gemeentelijke diensten, - het ministerie van onderwijs en vorming, - de inspectie, - de verificatie, ... Hij bouwt goede contacten uit en onderhoudt deze met ‘externe’ personen, organisaties en besturen: - culturele verenigingen en samenwerkingspartners - het ministerie van onderwijs en vorming - de inspectie - het OVSG - de politie, brandweer, gezondheidscentra, ... Hij behartigt hierbij steeds de belangen van de onderwijsinstelling en het bestuur. Hij wisselt ervaringen en werkmethodes uit met collega’s van andere academies. Hij neemt deel aan samenwerkingsverbanden conform de beleidsbeslissingen. Hij vertegenwoordigt de onderwijsinstelling in intern en extern overleg en structuren (commissies, adviesraden, werkgroepen, projectgroepen). Hij woont vergaderingen stipt, actief en constructief bij. Hij draagt in samenspraak met de bevoegde beleidsverantwoordelijken de doelstellingen, het beleid en de diensten van de onderwijsinstelling uit. - 4 van 5 -
-
Hij voert een actief publiciteitsbeleid en onderhoudt contacten met de pers. Hij verstrekt informatie aan geïnteresseerden. Hij bespreekt, indien nodig, problemen met ouders en zoekt samen met hen naar oplossingen. Hij gaat discreet om met persoonlijke en vertrouwelijke gegevens. Hij neemt een consequente houding aan en handelt hier naar. Hij inventariseert en signaleert defecten, tekorten en structurele problemen.
3. Instellingsgebonden opdrachten en de wijze van uitvoeren -
De directeur is verantwoordelijk voor de correcte toepassing van het artistiekpedagogisch project (APP), het schoolwerkplan (SWP) en de leerplannen. Hij zorgt voor een correcte naleving van het schoolreglement, het arbeidsreglement en het nascholingsplan.
4. Rechten en plichten inzake permanente vorming en nascholing -
De directeur houdt de artistieke, didactische, pedagogische, vaktechnische en organisatorische competenties in het kader van deze functiebeschrijving op peil. Hij blijft op de hoogte van relevante veranderingen in de relevante wetgeving. Hij blijft op de hoogte van ontwikkelingen binnen het Vlaams onderwijsbeleid. Hij volgt recente pedagogische ontwikkelingen op. Hij volgt relevante maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkeling op het terrein van kunst en cultuur op. Hij neemt relevante literatuur door. Hij woont relevante studiedagen bij. Hij reflecteert over het eigen professioneel functioneren en stuurt waar nodig bij.
- 5 van 5 -