FOX
Copyright by HUCOLI©
MIJN BUIZENAVONTUUR
Voorwoord Met veel plezier kijk ik terug op de afgelopen maanden waarin AL mijn vrije tijd is opgegaan aan het in elkaar knutselen (weliswaar met hulp) van een buizenversterker. Ik ben zo trots op het eindresultaat, dat ik graag mijn ervaringen (leuke en soms toch ook wel wat minder leuke) met je wil delen. Veel leesplezier! Elly van Meer Juni 2004
-2-
Inhoudsopgave
Blz
1. Mijn eerste kennismaking met de buislamp
4
2. De ECL 86 – wat een verrassing!
5
3. De stoere ATP 4
7
4. Het FOX-project
8
5. Bespreking van de versterker
19
6. Bespreking van de voeding
21
7. Conclusie
22
8. Eindelijk…
23
9. Dankwoord
25
10. Slot
25
-3-
1. Mijn eerste kennismaking met de buislamp Tsja, het is al weer een poosje geleden. We moeten terug naar eind 2000 – begin 2001. Ik was op dat moment secretaresse van twee afdelingen bij een automatiseringsbedrijf (industriële automatisering). Een echte mannenwereld. Onder het genot van een kop koffie vertelt een collega aan mij dat hij het plan heeft om zelf een buizenversterker te maken. Dit is het moment dat ik voor het eerst in mijn leven geconfronteerd word met “buislampen”. Natuurlijk wist ik wel hoe een buislamp eruit zag, maar dat was het dan ook wel. Ik hoor zijn plannen geïnteresseerd aan en ik probeer het idee zo goed mogelijk te volgen. Condensatoren, weerstanden, trafo’s, potmeters, schema’s…ondanks dat ik er totaal geen kaas van had gegeten (ik kan nu met trots zeggen “had”) sprak het buizenidee me gelijk aan. Waarom? Ik zou het echt niet weten. Misschien was het wel een van de vrouwelijke eigenschappen waar ik (denk ik) ook (een klein beetje) last van heb, namelijk nieuwsgierigheid.
-4-
2. De ECL 86 – wat een verrassing! Het ECL 86 – project was inmiddels in volle gang. Dagelijks werd ik geïnformeerd over de vorderingen, kreeg soms schema’s met de nodige uitleg onder mijn neus gestopt en af en toe werd er wat gevloekt omdat iets niet lukte zoals het de bedoeling was. Ik moet nog in mezelf lachen als ik er aan terug denk. Want ik snapte heel vaak echt niet wat er nu precies bedoeld werd. Maar goed. Wel was ik door alle verhalen in gedachte een beeld gaan vormen hoe de versterker er (volgens mij dus) eruit zou komen te zien. Nou, ik kan je verzekeren dat ik er goed naast zat met mijn gedachte. Het eindresultaat was voor mij zeer verrassend. April 2001. Het was zover. Op een paar kleinigheidjes na was “de buis” af. Er werd mij toegezegd dat ik zeer binnenkort de buizenversterker met eigen ogen kon aanschouwen. Ik vond dit een vreemde belofte, want is het vervoer van de versterker wel zonder risico? Trillen de lampen niet stuk? Ik dacht dat buislampen nogal gevoelig waren. Omdat ik hartstikke nieuwsgierig was naar het eindresultaat, hield ik wijselijk mijn mond. Ik vond het prima! Dezelfde week nog werd ik gebeld en gevraagd of ik even langs kwam om naar het eindresultaat te komen kijken. Met het beeld van een buizenversterker welke ik in mijn gedachte had gecreëerd (zoiets dus als van de huis/tuin/keuken stereotoren bij mij thuis), liep ik naar het kantoor. Toen ik daar binnenkwam en de buizenversterker zag staan viel mijn mond open van verbazing. Ik weet nog dat ik een paar keer achter elkaar zei: “Ach, wat een lieveke”. Echt, ik was er gelijk helemaal weg van. Als je onderstaande foto ziet, weet je dat ik niet overdrijf.
De ECL 86 – wat een verrassing!
-5-
Buiten het feit dat de versterker er gewoon hartstikke goed uitziet, komt er nog eens een goed geluid uit ook. Ik heb al menig uurtjes ervan mogen genieten en ik moet eerlijk toegeven: zelfs ik, als leek, hoor echt een verschil met een “moderne” versterker. Hoe kan ik dit nu het beste verwoorden??……euhhh, nou, ik denk dat ik al iets weet… …Je zou het kunnen vergelijken met een houtkachel en centrale verwarming. Wij hadden bijvoorbeeld bij mijn ouders thuis geen centrale verwarming maar een houtkachel. Toen ik op mezelf ging wonen in een huis met centrale verwarming moest ik daar dus echt aan wennen. Ik heb het in het begin toch koud gehad joh…dat wil je niet weten. Natuurlijk verwarmt een centrale verwarming ook, maar een houtkachel geeft andere warmte en het is bovendien nog stik gezellig ook. Dat is nu hetzelfde met de buizenversterker. De versterker van de moderne stereotoren geeft natuurlijk ook goed geluid, maar het geluid van een buizenversterker is toch anders. Warmer, voller…… De deskundigen onder ons weten vast wel wat ik bedoel. Conclusie: een goed geluid en het is daarbij nog een super leuke decoratie in je kamer ook. Wat wil je nog meer?
-6-
3. De stoere ATP 4 Wat je nog meer wil? Dat is nogal logisch. Nog een buizenversterker bouwen natuurlijk! We hadden het er met regelmaat over. Een nieuw idee was geboren. En wel een versterker bouwen met ATP 4 buislampen. Een keuze die ik heel goed kon begrijpen nadat ik deze lamp had gezien. Deze buislamp heeft iets. Hij is vrij groot en heeft een stoere vorm (tenminste, dat vind ik). Een leuk detail aan deze lamp is dat ook aan de bovenkant “een draad” aangesloten moet worden. Voor verdere details over deze buizenversterker adviseer ik jullie te kijken op www.discovoyage.nl/knutsel
ATP 4 - stoer
Ook deze versterker vind ik gewoonweg super. Tijdens het weer eens bewonderen van “de buis” (als deze aanstaat, kan ik er naar blijven kijken), kreeg ik opeens de kriebels. Ik had zoiets van: ik zou best ook wel eens zoiets voor mezelf willen maken. Maar ja, ik heb A: geen materiaal en B: heel erg belangrijk in deze situatie, geen technische kennis. In mijn enthousiasme vroeg ik wat je nu eigenlijk precies allemaal nodig hebt om zelf een buizenversterker te maken. Toen mij fronsend gevraagd werd: “Hoezo, wil je er ook een bouwen dan?” zei ik (voordat ik er eigenlijk zelf erg in had) “ja, eigenlijk best wel ja.”
-7-
4. Het FOX-project Nadat ik dus kenbaar had gemaakt dat ik inderdaad zelf best wel eens een buizenversterker zou willen maken en mij de nodige hulp was aangeboden, begon ik eerst maar eens te inventariseren wat ik nu eigenlijk precies wilde en wat ik daarvoor nodig had. Het was zeer zeker niet mijn bedoeling een ingewikkelde buizenversterker te maken. Gewoon een simpel exemplaar, niet te moeilijk. Ik wilde toch wel enigszins het technisch gebeuren een heel klein beetje kunnen volgen. Omdat ik dus totaal nog niks had, zelfs niet één buislampje, besteedde ik de daarop volgende regenachtige zondagen nuttig met het bezoeken van rommelmarkten in de omgeving. De eerste twee snuffelzondagen waren geen succes. Geen buislamp, geen oude buisradio, helemaal niks! De week daarop had ik echter meer geluk. Er stond iemand op de markt met een schoenendoos vol buislampen. Bingo! Nadat we het samen over de prijs eens waren, was ik de gelukkige eigenaar van een behoorlijk aantal buislampjes. Er zat o.a. een AZ 1 bij de verzameling. Ikzelf vind dit zo’n mooie buislamp, dat ik het niet kan weerstaan om toch even een afbeelding van deze lamp aan dit verhaal toe te voegen.
AZ 1 Na het doorspitten van de doos, wordt er besloten een versterker te maken met de buislampen EL 84 (2x), EZ80 (1x) en ECC83 (1x). Zo, de eerste stap was gezet. Wat nu? De volgende stap was het vinden van een geschikte voedingstrafo en twee uitgangstrafo’s. Hier kwam dus mijn niettechnische achtergrond om de hoek kijken. Ik heb, voor wat de uitgangstrafo’s betreft, zeker drie miskopen van oude sloop buisradio’s gedaan. Steeds waren het trafo’s waar ik niets mee kon aanvangen. Ik moest erop letten dat de uitgangstrafo’s uit een stereoradio kwamen. Maar dat viel echt niet mee.
-8-
Ik kreeg het advies om het eens via de site van het “Nederlands Forum over oude radio’s” te proberen. Zoals de bezoekers van het forum inmiddels al weten heb ik op mijn ingezonden vraag helaas nooit een reactie gehad. Dit was voor mij “DE” reden om zeer zeker niet alles aan de kant te zetten, maar juist door te gaan met dit eigenlijk toch wel idiote project. De reacties van de mensen achter de kramen op rommelmarkten deden daar nog eens een extra schepje bovenop. Als ik geïnteresseerd de binnenkant van een oude radio aan het bekijken was, kreeg ik steeds de opmerking: “hij doet het nog hoor”. Als ik dan antwoordde dat ik alleen maar wilde kijken wat voor trafo’s erin zaten, keek men mij nogal verbaasd aan. Er kwamen zelfs vragen van: “een WAT?” of “wat moet jij nou in hemelsnaam met trafo’s?” Natuurlijk waren er ook leuke reacties hoor. Bij mij dicht in de buurt staat een oud klooster waar iedere week rommelmarkt is. Met regelmaat hebben ze daar oude buisradio’s in de aanbieding. Laatst, toen ik daar weer wat aan het rondsnuffelen was, werd ik begroet met de woorden “Hai knutselvrouwtje”. Hihi. Ook heb ik (toen ik de doos met buislampen op de rommelmarkt kocht) een telefoonnummer gekregen van een meneer die mij uitnodigde om eens naar zijn collectie van buislampen en oude radio’s te komen kijken. Hartstikke leuk toch? Ik kreeg soms echt het idee dat opeens iedereen bezig was met het bouwen van een buizenversterker. Hihi. Maar om weer op mijn trafo-zoektocht terug te komen…hoop doet leven. En ja hoor, uiteindelijk had ik een oude stereo buisradio gevonden (sloop). Joepie! Maar er was één kleinigheidje: bij het demonteren van de radio werd al gauw duidelijk dat de voedingstrafo niet onder de categorie “juweeltje” viel. Het ging zelfs zo ver dat de trafo mooi was omdat hij zo lelijk was. Maar ik had zoiets van: ik heb er nu eindelijk een, niet zeuren, we zien wel wat het wordt…… Hetzelfde hoe-kom-ik-eraan-probleem deed zich voor met de uitgangstrafo, waar ik twee exemplaren van nodig had. Toen ik toch ietwat wanhopig werd na mijn al eerder vermelde derde miskoop en zomaar wat zat te klikken op de site van het “Nederlands Forum over oude radio’s”, kwam ik plots op de site van John Hupse terecht en laat die nou (of het zo moest zijn) toevallig uitgangstrafo’s in de verkoop hebben. Nadat mij was verteld dat het de uitgangstrafo’s waren die ik nodig had, heb ik ze meteen besteld. Twee dagen later had ik de gewenste trafo’s in huis.
-9-
Zondag 18 januari Omdat ik, buiten de trafo’s, inmiddels ook al wat andere spullen had verzameld, leek het mij toch wel verstandig om even te inventariseren wat ik nu al had en, heel erg belangrijk, te kijken wat er allemaal nog nodig was. Wat had ik al: 2 x EL 84 buislamp 1 x EZ 80 buislamp 1 x ECC83 buislamp 1 x voedingstrafo 2 x uitgangstrafo’s 1 x zekering 1 x aan/uit schakelaar 4 x uitgang (2 x voor linkerbox, 2 x voor rechterbox) 1 x 220V stopcontact Wat heb ik nog nodig: 2 x aluminium plaat 2 x potmeter (volume rechts en volume links) 2 x ingang (CD-speler) 2 x volume draaiknopje 4 x Noval voetje voor de buislampen (liefst keramiek, die je vast kunt schroeven) condensatoren hout (voor de ombouw) schema weerstanden bedrading krimpkous soldeertin (speciaal voor elektronica) schroeven/bouten Ik ben er dus lang nog niet. Ondertussen had ik nagedacht over de indeling van de versterker. Het formaat van de versterker stond voor mij vast. Deze mocht niet groter worden dan “het lieveke”. Achteraf is de FOX een ietsje pietsje groter geworden omdat de voedingstrafo wat groter van formaat is.
-10-
Dat hield in dat de versterker 15 cm breed en 24 cm lang zou worden. In eerste instantie had ik de buislampen vooraan neergezet, maar dat werd mij afgeraden. De twee uitgangstrafo’s zouden dan te dicht bij de voedingstrafo staan. De kans op storen (voor insiders: magnetische instraling) was dan heel groot. Dus heb ik de uitgangstrafo’s en de buislampen verwisseld. Op zich maakt het niet uit natuurlijk.
Niet echt goed te zien, maar toch, het ontwerp. Links eerst met de buislampen achter de twee uitgangstrafo’s, rechts de, op advies, definitieve opstelling: de buislampen dus voor de uitgangstrafo’s Nu ik definitief het formaat en de indeling wist (zie hierboven), konden er twee aluminium platen gemaakt worden (15 cm x 24 cm). De platen die ik had gevonden waren helaas niet stevig genoeg. Zeker niet voor de voedingstrafo, die, zoals ik al eerder zei, behoorlijk van formaat is (8 cm x 9,5 cm). De kans was groot dat de plaat door het gewicht van de trafo ging doorzakken. Daarom zijn er uit een oude aluminium kast twee stukken gezaagd. De platen moesten netjes op maat gevijld en egaal geschuurd worden. Daarna kon ik alle nodige gaten in de plaat gaan boren en zagen.
-11-
…en maar vijlen… en maar schuren… Ik heb (of mijn leven er van afhing) fanatiek op zolder staan vijlen met een vijl die ik op de weekmarkt had gekocht. Natuurlijk vijlde ik mijn duim wel eens mee, maar gelukkig had ik genoeg pleisters in huis. Ik vond het echt hartstikke leuk om te doen. Nauwlettend hield ik de maten in de gaten met mijn (huishoud) centimetertje. Beter een millimeter te breed of te lang dan een millimeter te smal of te kort. Op de derde avond, na het egaal schuren van de bovenkant van de plaat, vond ik het goed zo. Ik was tevreden met het resultaat. Nu het vijlen en schuren gebeurd was, kon ik gaan boren en zagen. Op woensdag ben ik altijd vrij, dus had ik dit karweitje op mijn vrije dag gepland om rustig de tijd te nemen voor iets wat ik nog nooit van mijn leven had gedaan. Na alles tigkeer nagemeten te hebben (laten we het houden op gebrek aan zelfvertrouwen) begon ik bovenaan met de gaten te boren voor de in- en uitgangen. Ik heb echt staan zweten. En dat kwam zeer zeker niet door de temperatuur. Het was puur de spanning, want een foutje en de plaat is naar alle waarschijnlijkheid niet meer te gebruiken. Over al het vijl- en schuurwerk wat ik die week daarvoor had gedaan dan maar te zwijgen. Na twee gaten geboord te hebben, viel de spanning geleidelijk aan van me af. Nadat ik ze alle zes had geboord, had ik zoiets van: ach…was dit alles……makkie… Na dit alles kwam er een nieuwe uitdaging. Zagen met de decoupeerzaag. Ik had besloten eerst met het mijns inziens moeilijkste te beginnen. De gaten voor de uitgangtrafo’s. Eerst had ik een gat geboord waar het zaagblad in kon. Van hieruit kon ik dan naar de hoeken zagen. Tenminste, zo had ik het in gedachten.
-12-
Maar zo gemakkelijk het gaten boren ging, zo moeilijk ging het zagen. De eerste rechthoek ging nog wel, maar bij de tweede rechthoek steigerde het apparaat alle kanten uit, behalve naar de kant die ik wilde. Met als gevolg dat er wat krassen op de plaat kwamen en tot overmaat van ramp (tsja, ik ben tenslotte een vrouw) braken er nog twee nagels af ook. Verdorie…
Op de plaat is de beschadiging na het uitschieten met de decoupeerzaag goed te zien. Gelukkig is het toch allemaal nog goed gekomen!
Al jammerend over mijn gebroken nagels (ze waren net zo mooi op lengte) en nog harder jammerend over die flinke krassen op de bovenkant van de plaat (daar gaat een avondje schuren), praatte ik mezelf moed in en probeerde het nog een keer. Dit keer had ik de zaag beter onder controle. Pfff…op een gegeven moment is het me dan toch gelukt de rechthoek eruit te zagen. Het was mijn bedoeling om netjes op het lijntje te zagen, maar na mijn gevecht met de zaag was ik voor alle zekerheid maar binnen de lijnen van de rechthoek gebleven. Later, toen ook de rechthoek van de voedingstrafo eruit gezaagd was, heb ik netjes het laatste gedeelte tot aan het lijntje waar eigenlijk gezaagd moest worden, met de vijl weggehaald. Zonder verder nog schade op te lopen, was het me dan uiteindelijk toch gelukt. Hartstikke jammer van de krassen op de bovenkant. Maar deze heb ik de volgende avond netjes weggeschuurd. Na een klein uurtje was gelukkig het leed weer geleden. Ik kon het niet nalaten om even de voorwerpen op de plaat te bevestigen om een eerste indruk te krijgen hoe het er uit zou gaan zien. Nadat hetgeen wat mogelijk was op zijn plaats stond, concludeerde ik dat al mijn werk echt niet voor niets was geweest. Het zag er goed uit.
-13-
Het enige wat nog ontbrak waren de voetjes voor de buislampen. Ik had er wel, maar deze konden niet op de aluminium plaat vastgeschroefd worden. Mijn voorkeur ging uit naar keramieken voetjes, waarbij dat dus wel kan. Omdat ik niet echt zin had in een herhaling van het trafoverhaal, besloot ik gelijk John Hupse te mailen om hem te vragen of hij misschien iets voor mij had liggen. Nog dezelfde dag kreeg ik van hem een reactie. Hij had er nog liggen voor mij. Na twee dagen was ik de eigenaar van vier mooie keramieken voetjes. Ik was overgelukkig.
De vier keramieken buisvoetjes….. Zijn ze niet GEWELDIG?…..
Tussen het vijlen en schuren door moest er een geschikt schema gemaakt worden. In verband met mijn a-technische kennis heeft men dat voor mij gedaan. Ik was dan ook beretrots toen ik op een morgen de nodige schema’s voor mijn eigen buizenversterker in mijn mailbox aantrof. Geweldig! Het zag er goed uit. Omdat niet alle spullen voorradig waren moest ik zelf nog wel het een en ander kopen. De twee potmeters en twee ingangen (voor de aansluiting van de CD-speler) zijn bij een elektronica zaak gekocht. Ik had nu alleen nog de goeie schroeven, bouten en moeren nodig om alles vast te zetten op de bovenplaat. Dus ik op mijn vrije woensdag gezellig naar de Praxis. Na een uurtje zoeken, kijken, twijfelen en nog eens kijken, twijfelen en zoeken, had ik alles wat er op mijn lijstje stond. Na het afrekenen wilde ik zo snel mogelijk naar huis natuurlijk. Want hoe zou het er uitzien als die leuke dopjes boven op de trafo zaten? Ik was hartstikke nieuwsgierig.
-14-
Toen ik thuis was, ben ik gelijk naar zolder gegaan en heb de schroeven, bouten en moeren uitgepakt. Maar wat een teleurstelling…Toen ik probeerde de eerste schroef in de plaat vast te draaien, kwam ik tot de ontdekking dat ik (tutje dat ik ben) de verkeerde maat had gekocht. Is dat dom of is dat dom??? Tsjonge, jonge jonge…Er zat dus niks anders op alles weer netjes in de zakjes te doen waar het allemaal in had gezeten en terug te gaan naar de Praxis met het vriendelijk verzoek het geheel te mogen ruilen in een maatje groter. Ik kwam daar aan met een tiental zakjes en ik constateerde, toen ik had verteld dat ik per ongeluk de verkeerde maat had uitgekozen, dat men hier niet echt blij mee was. Maar goed.
Gelukkig gold hier de oude regel nog: “Klant is koning”. Dus ik mocht alles opnieuw pakken en de inhoud van de zakjes werden netjes door een jongeman geleegd in de bakjes waar ik het ruim een uur van tevoren had uitgehaald. Nadat ik uiteindelijk dan toch in het bezit was van de goede maat schroeven, moeren en bouten, ben ik als een speer naar huis gereden. En ja hoor…dit keer paste alles perfect, de dopjes staan geweldig. De aankoop van de bevestigingsmaterialen was even afzien, maar het resultaat vergoedt dan toch weer alles. Het volgende wat op het “to do”-lijstje stond, was de houten omlijsting (of kastje – hoe je het noemen wilt). Hiervoor was Frans eiken uitgezocht. Als je het heel netjes wilde doen, zouden er machinaal vier latjes in verstek gezaagd moeten worden. Omdat ik hiervoor het materiaal niet heb (verstekzaag), heb ik gevraagd of dat voor mij gedaan kon worden. Nadat dit gebeurd was, zijn de latjes aan elkaar gelijmd met Bison PolyUrethaan lijm. Een lijmsoort waar ik nog nooit van had gehoord. Na het aanbrengen van de lijm, begint deze uit te zetten. Heel vreemd, maar het werkt perfect. Het hout is de dag daarna 1 x gelakt met Cetabever licht eiken en 1 x met Cetabever blank. Ook moesten er nog gaten geboord worden in de boven- en onderplaat om deze te kunnen bevestigen op het hout. Om uitschieten met de boor te voorkomen, werd mij geadviseerd dit te doen met een boorkolom. Na de nodige instructie over de werking van het apparaat heb ik toen zelf de nodige gaten in de platen geboord.
-15-
Ik moet eerlijk toegeven dat het toch wel een stuk makkelijker ging als gewoon los met de hand hoor. De voedingstrafo moest ook flink onderhanden genomen worden. De behoorlijke oneffenheden op de trafo (teerbulten) zijn simpelweg met een vijl weggehaald. Na het vijlen is de trafo geschilderd met zwarte acrylverf. Met iedere strijk van de kwast zag je de trafo opknappen. Door de verbazing hierover was ik totaal vergeten om ook de twee uitgangstrafo’s zwart te schilderen. De twee trafo’s heb ik later met zwarte merkstift gekleurd, wat ook heel goed gaat.
Omdat het blik uiteen viel na het verwijderen van de montagerand (ik wilde de twee trafo’s namelijk liggend monteren), heb ik het blikpakket opnieuw gestapeld, waardoor er nu geen luchtspleet meer is,
Uitgangstrafo met het losse blikpakket
-16-
Zoals inmiddels algemeen bekend, heb ik van technische schema’s geen verstand. Het solderen van de nodige bedrading aan o.a. weerstandjes, condensatoren, trafo’s en voetjes van de buislampen is dan ook voor mij gedaan.
Bovenaanzicht onderkant bovenplaat Ik heb uiteraard wel toegekeken, soms geholpen met “iets” vasthouden of “iets” pakken en zo nu en dan toch belangstellend gevraagd (typisch een vrouwenvraag denk ik) of het allemaal wel lukte. Net of ik, als dat niet het geval was, zou kunnen helpen. Hihi. Maar het was van mijn kant uit uiteraard goed bedoeld. Na twee soldeer-avondjes was het karwei geklaard.
Zijaanzicht onderkant bovenplaat (met op achtergrond houten omlijsting)
-17-
Goed gereedschap is het halve werk……
Het soldeerwerk van de onderkant gezien, draadjes, draadjes en nog eens draadjes… -18-
5. Bespreking van de versterker
Het geluidssignaal komt de versterker binnen via een vergulde cinch (tulp) chassisdelen om via een afgeschermde (coaxiale) kabel naar de logaritmische potmeter(s) aan de voorzijde van de versterker te gaan. Hier is nog een weerstand van 220K toegepast om er zeker van te zijn dat het stuurrooster zeker aan massa zal blijven. Vanaf de potmeter(s) gaat het geluidssignaal naar de voorversterker, de ECC83. Daarvandaan gaat het signaal verder naar de eindversterkerbuis, de EL84. Omdat de impedantie van een buislamp te groot is om er een ‘moderne’ luidspreker op aan te sluiten, wordt een uitgangstrafo (ugt) toegepast. Deze ‘transformeert’ het signaal naar een dusdanige waarde dat men wel een luidspreker van 4 tot 8 ohm kan toepassen. Om de versterkingsfactor een beetje binnen de perken te houden wordt het luidsprekersignaal via de weerstand van 27K teruggekoppeld naar de kathode van de ECC83. Hierdoor wordt de versterkingsfactor, de ruis, en de vervorming minder. De ECC83 is aangesloten zoals in de datasheet is vermeld. Ofwel: de weerstandswaarden 2K7, 220K en 680K zijn ‘volgens het boekje’.
-19-
Dit geldt ook voor de EL84. De weerstand van 680K om het stuurrooster aan massa te houden mag maximaal 1M zijn (dus 680K is prima) en bij een ugt met een impedantie van 7K hoort een kathode weerstand van 160 of 210 Ohm, afhankelijk van de spanning op het schermrooster. Er is hier voor een tussenweg van 180 Ohm gekozen. De (ont) koppelcondensatoren van 0,015 en 47 uF zijn gekozen opdat de afkap frequentie dan circa 20 Hertz is. Dit vanwege het feit dat de ugt’s die lage frequenties toch niet goed doorlaten.
-20-
6. Bespreking van de voeding
De versterker wordt aangesloten via een Euro chassisdeel en wordt in- en uitgeschakeld via een dubbelpolige schakelaar. Na de zekering van 315 mA traag (er is gemeten dat er 200 mA loopt) volgt de voedingstrafo met daaraan parallel een condensator tegen stoorsignalen en in- en uitschakelverschijnselen. De trafo komt uit een Philips B5X63A en kan op diverse spanningen aangesloten worden. Omdat de spanning in Nederland nu al 230 V is en in de toekomst naar 240 V gaat is gekozen voor de 245 V-aansluiting. De gloeispanning blijkt bij meting 6,2 V te zijn i.p.v. de voorgeschreven 6,3 maar dit is geen enkel probleem. Om eventuele brom te verminderen is de gloeispanning m.b.v. twee weerstanden van 1 K naar 3.1 V getild. Er is niet getest of de brom hierdoor toe- of afneemt. De hoogspanning wordt verkregen door gelijkrichting met de EZ80. Deze kan maximaal 90 mA leveren. Er loopt slechts circa 80 mA. Er is niet gemeten wat de inwendige weerstand van de trafo is, maar aangezien dezelfde schakeling ook wordt toegepast in de B5X63A zal dat vast en zeker in orde zijn. De afvlakking gebeurt door de condensator met de maximaal toegestane waarde van 50 uF. Daarna een weerstand en nog een condensator voor betere afvlakking. Voor de voorversterker en de schermroosters van de EL84 is nog een weerstand en een condensator van 150 uF toegepast.
-21-
7. Conclusie De versterker is goed gelukt. Het kastje ziet er keurig uit. Ook het geluid is best aardig. Als je de versterker wat harder zet, gaat het iets schreeuwerig klinken. Maar dat kan ook gedacht zijn. Het volume is best hard. De versterker bromt een heel klein beetje en ruist vrijwel niets. Na enkele uren wordt de versterker wel behoorlijk warm. Voor zover het gemeten kon worden werd de voedingstrafo zo’n 50 graden en de EL84’s zo’n 160 graden. Ter vergelijking: in een oude Erres radio wordt de trafo 70 graden en de EL84 180 graden. Dus in principe zou het geen probleem mogen zijn. Aan de uitgangstrafo’s zijn nog een paar metingen gedaan. Het zou jammer zijn om deze gegevens verloren te laten gaan. Daarom zijn ze hieronder toegevoegd: De ohms weerstand is gemeten en daarna de secundaire spanning bij een primaire spanning van 4,53 V. Aan de hand daarvan is de transformatieverhouding Uprimair/Usecundair berekend. De Primaire impedantie Za bij 4 ohm is dan: 4 x (Uprim/Usec)2.
Ohms weerstand primair Ohms weerstand secundaire Primaire wisselspanning Secundaire wisselspanning Transformatie verhouding Impedantie verhouding
Rprim Rsec Uprim Usec T (Uprim/Usec) Za
-22-
Links
Rechts
588 0,5 4,53 0,105 43,14 7444
526 0,5 4,53 0,113 40,1 6432
8. Eindelijk… Na een paar maanden zwoegen was het dan zover. De laatste schroef had ik erin geschroefd. Het enige minpuntje vind ikzelf zijn de volumeknopjes. Ik had precies de exemplaren die ik wenste, maar bij het monteren bleken beide exemplaren stuk te zijn. De twee knoppen die ik nu heb gebruikt, zijn (hoop ik) maar tijdelijk. Uiteraard blijf ik op rommelmarkten zoeken naar de twee exemplaren die ik in gedachten heb. Ja, jammer……
Mijn trots - FOX
Ik, Elly de typegeit, had het toch maar mooi voor elkaar. Oké, met hulp weliswaar, maar toch… Nadat de buizenversterker op een CD-speler was aangesloten, kon ik genieten van het (vindt ikzelf) fantastische geluid. Als jullie nu denken dat dit het was, moet ik jullie toch enigszins teleurstellen. Want zal ik nu een klein detail van dit idiote project vertellen??? Jullie geloven dit nooit. Maar het is echt helemaal waar. Ga er maar eerst goed voor zitten… zit je… nou, hier komt het dan:
-23-
Ik ga dus vervolgens zo blij als een kind en zo trots als een pauw met mijn Fox naar huis. Thuis aangekomen wilde ik natuurlijk gelijk de versterker aansluiten en luisteren naar het resultaat (want hoe klinkt het op mijn eigen boxen?). Ik pak, als een echte techneut, de nodige tulpaansluitingen met de bedoeling ze achter in de CD-speler te stoppen. Maar dan…! Ik kijk verbaasd naar de achterkant van mijn CD-speler. Ik kijk nog eens verdwaasd naar de tulp-aansluitingen in mijn handen. Nee, dit kan niet waar zijn…! Nee, dit kan echt niet…! Na een half jaar zwoegen, kijk ik nog een keer goed naar de achterkant van mijn CD-speler. In een paar seconde besluit ik dan toch maar in lachen uit te barsten in plaats van te gaan janken. En weet je waarom? Laat ik nu toch in het bezit zijn van een CDspeler met digitale output. Hihihihihihihihi. Je kunt hier geen tulpstekkers op aansluiten. Gelukkig heb ik inmiddels een CD-speler waar mijn Fox wel op aangesloten kan worden. Op zich best wel fijn, want mijn Fox staat nu op zolder en ik geniet er elke dag van als ik achter mijn PC-tje zit.
Oké, ze lijken inderdaad best op elkaar. Maar ik kan je verzekeren…. Iedere buizenversterker heeft zijn eigen identiteit…. Van links naar rechts de ATP 4 – FOX – ECL - 86
-24-
9. Dankwoord Graag wil ik alle betrokkenen hartelijk danken voor de hulp welke ik heb gekregen om tot het (vindt ikzelf) geweldig eindresultaat van mijn “FOX” te kunnen komen. Maar mijn grootste dank gaat uit naar Marco Loos. Zonder hem was het me nooit gelukt. Ik meen het uit de grond van mijn hart: BEDANKT!! Ben je geïnteresseerd in oude buislampradio’s en alles daar omheen, dan adviseer ik je de site van het Nederlands Forum over oude radio’s te bezoeken: F16.parsimony.net/forum28305
De site van John Hupse is ook zeer zeker een bezoekje waard: www.hupse.nl/radio/index.html
10. Slot Als laatste richt ik mijn woord aan alle buizenradio-liefhebbers/verzamelaars die de oude buizenradio’s een warm hart toedragen: In mijn verhaal heb ik het over sloopradio’s…… Voor de zorgvuldigheid wil ik toch even zeggen dat ik niet lukraak zomaar radio’s gesloopt heb voor de nodige onderdelen. Ik heb zelfs twee radio’s weer doorverkocht, omdat de radio’s op zich veel te goed waren om te zeggen: “deze radio ga ik slopen omdat ik bepaalde onderdeeltjes zo hard nodig heb”. Nee, de radio’s waar ik mijn onderdeeltjes uit heb, waren toestellen waar geen eer meer mee te behalen viel. Laten we zuinig zijn op onze historie.
-25-