Voorstel voor een aantal wijzigingen in - Fokreglement leden BCCN; - Huishoudelijk Reglement CFH; vast te stellen in de Algemene Vergadering op 5 juni 2010________________________
Inleiding Het gaat hierbij om de volgende aanpassingen in de door de CFH beheerde Reglementen: -
-
-
-
aanscherping van het fokbeleid bij constatering van epilepsie. Dit is vorig jaar al voorgesteld, maar omdat er onduidelijkheid was over de tekst is hierover toen niet gestemd. Wij hebben naar aanleiding van de discussie hierover het voorstel wel enigszins versoepeld in de zin dat bij constatering van epilepsie niet de ouders maar alleen de nakomelingen en de volle broers en zussen van de lijder worden uitgesloten van de fokkerij. Wel is het zo dat • met de ouders in deze combinatie niet meer gefokt mag worden. • bij constatering van een tweede geval van epilepsie, maar uit een ander nest van een van deze ouderhonden ook de betreffende ouderhond wordt uitgesloten. Dit alles onder de voorwaarde dat op basis van het medisch dossier naar de mening van de CFH niet is uit te sluiten dat het hier gaat om primaire epilepsie. invoering van de verplichting om in alle gevallen van het gebruik van een buitenlandse reu van een buitenlander die geen lid is van de BCCN, toestemming te vragen aan de CFH. Dit om beter zicht te krijgen op het gebruik van deze reuen en om ze te kunnen opnemen in onze database in verband met de geautomatiseerde nestcontrole. invoering van een verplichting om te melden dat een hond is overleden (onder vermelding van de oorzaak daarvan) of een ziekte heeft gekregen die van belang is voor de fokkerij zoals CEA, PRA, Distichiasis, Epilepsie of OCD. Dit om meer zicht te krijgen op de gezondheidssituatie van het ras zonder afhankelijk te zijn van kostbare gezondheidsonderzoeken. twee aanpassingen om een al bestaande praktijk reglementair vast te leggen teneinde adequaat te kunnen reageren op vragen/klachten. Het betreft: • Alleen honden die ingeschreven zijn in een door de FCI erkende stamboekhouding kunnen deelnemen aan de keuringen op aanleg en functioneel exterieur. • Reuen die ouder zijn dan 10 jaar worden van de Reuenlijst verwijderd, tenzij zij nog steeds gebruikt worden als dekhond.
Fokreglement voor leden van de Border Collie Club Nederland Artikel 6.1.c (Rasspecifieke gezondheidseisen) a) Tekst huidig artikel: Lijders aan epilepsie worden uitgesloten van de fokkerij
1
b) Voorstel: Lijders aan epilepsie worden uitgesloten van de fokkerij. Indien de CFH oordeelt dat niet uitgesloten is dat het hier gaat om primaire epilepsie geldt deze uitsluiting ook voor een nakomeling of een volle broer of zuster van een lijder. Tevens is het niet meer toegestaan om met dezelfde oudercombinatie te fokken. Indien er sprake is van een tweede geval van epilepsie (waarbij de CFH oordeelt dat niet uitgesloten is dat er sprake is van primaire epilepsie) uit een nest waar een of beide hiervoor bedoelde ouderdieren bij betrokken zijn, dan wordt/worden het betrokken ouderdier/de betrokken ouderdieren uitgesloten van de fokkerij. Het oordeel van de CFH wordt gebaseerd op het medisch dossier van de lijder aan epilepsie en zonodig getoetst aan de mening van een deskundige op dit gebied. Toelichting: Tot op heden zijn alleen de lijders aan epilepsie uitgesloten van de fokkerij en niet net zoals bij PRA en CEA ook de naaste familieleden. Reden daarvoor was dat het verschil tussen vererfbare (primaire) en niet vererfbare (secundaire) epilepsie niet altijd te maken is. Waarbij de hond het voordeel van de twijfel heeft gekregen. Inmiddels is gebleken (zie de daarover verschenen artikelen in BCN 152 en BCN156) dat volgens de deskundigen op dit gebied (Mw. Overduin en Hr. Mandigers) epilepsie als een zeer serieuze dreiging voor de Border Collie populatie gezien moet worden. In deze situatie werkt het “voordeel van de twijfel” ten nadele van het ras. Dat wil zeggen dat tegen epilepsie alleen effectief kan worden opgetreden door het te beschouwen als een recessief monogeen verervende ziekte. Bij een aantal rassen heeft een hierop gebaseerd fokbeleid succes gehad en tot een significante vermindering van het aantal lijders geleid. Om die reden wordt voorgesteld om ook voor de Border Collie het fokbeleid ten aanzien van epilepsie aan te scherpen. Daarbij wordt niet direct zover gegaan als bij vererfbare ziektes als PRA en CEA. De ouderdieren worden namelijk niet direct uitgesloten, maar pas bij constatering van een tweede geval van epilepsie. Wel is de oudercombinatie als zodanig niet meer toegestaan. Een uitzondering wordt gemaakt als er aantoonbaar geen sprake is van primaire epilepsie. Dit ter beoordeling door de CFH na overhandiging van het medisch dossier van de betreffende hond en zonodig getoetst door een deskundige op dit gebied. Is geen sprake van primaire epilepsie dan wordt zoals nu ook al het geval is, alleen de hond zelf uitgesloten van de fokkerij.
Artikel 6.4 (Buitenlandse reuen) a) Tekst huidig artikel: Bij dekking van een teef van een in Nederland woonachtig lid van de vereniging, door een reu die eigendom is van een niet ingezetene van Nederland, die geen lid is van de
2
vereniging, geldt dat: • de artikelen, zoals in dit reglement opgenomen, onverkort voor de teef van toepassing zijn; • de reu tenminste moet voldoen aan de artikelen 4, 5, 6.1.a t/m 6.1.e, 7 en 8 van dit reglement. Indien in het land van herkomst van de reu voor de erfelijke afwijkingen zoals genoemd in de artikelen 6.1.a en 6.1.b, geen door de FCI erkend onderzoeksprotocol is vastgelegd, worden de gezondheidseisen waaraan moet worden voldaan, bepaald door de vereniging. .
b) Voorstel: Voorgesteld wordt om aan dit artikel het volgende toe te voegen: “ De eigenaar van de teef is verplicht voor een dergelijke dekking toestemming te vragen aan de CFH onder overlegging van de in de Procedure Buitenlandse Reuen gevraagde documenten” Toelichting: In de praktijk zal het meestal voorkomen dat de reu niet aan de gestelde voorwaarden voldoet. Overleg met de CFH is dan sowieso verplicht. Om een volledig beeld te krijgen van het gebruik van buitenlandse reuen in de fokkerij en tevens om ze zo op te kunnen nemen in onze Border Collie Database wordt deze verplichting uitgebreid naar alle buitenlandse reuen. De Procedure Buitenlandse Reuen is opgenomen op de website onder Fokkerij.
Artikel 6.5 (Nieuw artikel: Informatieverstrekking) Een eigenaar is verplicht om bij constatering van een van de volgende ziekten bij zijn Border Collie de CFH binnen een maand hiervan op de hoogte te stellen. Het betreft de ziekten als genoemd in artikel 6 van dit reglement, te weten Cataract, PRA, CEA, Distichiasis, Epilepsie en OCD. Ook is een eigenaar verplicht om binnen dezelfde de termijn de CFH te informeren over het overlijden van zijn Border Collie onder vermelding van de oorzaak daarvan. Toelichting: Het gaat hier om een nieuw artikel dat bedoeld is meer gestructureerd informatie te verkrijgen over de gezondheidssituatie van Border Collies met betrekking tot voor de fokkerij relevante ziekten. Het legt een verplichting op aan de leden van de BCCN om bij het constateren van een van de genoemde ziekten en bij overlijden de CFH te informeren. Behalve voor de fokkerij zelf is dit van belang voor het verkrijgen van meer informatie over de gezondheid van het ras zonder telkens een duur gezondheidsonderzoek te hoeven uitvoeren.
3
Huishoudelijk Reglement Commissie Fokkerij & Hondenregistratie Artikelen 4.1 en 4.3 (Beoordelingen) a) Tekst huidige artikelen 4.1 De commissie stelt tenminste één keer per jaar leden en niet-leden in de gelegenheid hun Border Collies te laten beoordelen op aanleg voor hoed- en drijfvermogen en/of op functioneel exterieur op een door de commissie te bepalen plaats en datum; 4.3 De beoordeling van het functioneel exterieur geschiedt door een bevoegde keurmeester. De beoordeling van de aanleg voor hoed- en drijfvermogen geschiedt door tenminste twee daartoe bevoegden. De eigenaar van de Border Collie ontvangt een door de beoordelaars ondertekend rapport van hun bevindingen, mits de beoordeelde Border Collie door de Raad van Beheer of een door de Raad van Beheer erkende zusterorganisatie is geregistreerd. b) Voorstel: 4.1 De commissie stelt tenminste één keer per jaar leden en niet-leden in de gelegenheid hun Border Collies - mits ingeschreven in een door de FCI erkende stamboekhouding - te laten beoordelen op aanleg voor hoed- en drijfvermogen en/of op functioneel exterieur op een door de commissie te bepalen plaats en datum; 4.3 De beoordeling van het functioneel exterieur geschiedt door een bevoegde keurmeester. De beoordeling van de aanleg voor hoed- en drijfvermogen geschiedt door tenminste twee daartoe bevoegden. De eigenaar van de Border Collie ontvangt een door de beoordelaars ondertekend rapport van hun bevindingen. (Het deel van deze zin na de komma is weggelaten) Toelichting: De keuringen geschieden in het kader van de fokkerij. Om die reden worden ook alleen Border Collies toegelaten waarmee volgens de regels van het Fokreglement gefokt mag worden. Dat wil zeggen dat ze ingeschreven moeten zijn in een door de FCI erkende stamboekhouding. Border Collies met uitsluitend een ISDS-registratie vallen hierbuiten. In de praktijk werden wel ISDS-honden toegelaten als de eigenaar meldde dat hij de hond wilde laten inschrijven in Bijlage G-0 van het NHSB. Maar daar kwam het niet altijd van. De laatste jaren hanteert de CFH daarom de regel dat ISDS-honden zijn uitgesloten van de keuring. Met de escape dat als inmiddels de procedure voor inschrijving in Bijlage G-0 van het NHSB is ingezet middels het verkrijgen van een driegeneratiestamboom de hond alsnog wordt toegelaten. Omdat dit niet reglementair geregeld is ontstaan er helaas toch steeds weer discussies. Door middel van deze aanpassing hopen we deze in de toekomst te vermijden. Door de toevoeging in artikel 4.1 kan het laatste deel van de laatste zin in artikel 4.3 vervallen. De hiervoor genoemde escape mogelijkheid blijft als uitzondering bestaan.
4
Artikel 8.5 (Reuenlijst) a) Tekst huidig artikel Indien de commissie een reu van de lijst afvoert, is zij verplicht diens eigenaar daarvan schriftelijk met opgave van redenen in kennis te stellen. b) Voorstel: Indien de commissie een reu van de lijst afvoert, is zij verplicht diens eigenaar daarvan schriftelijk met opgave van redenen in kennis te stellen. Bij het bereiken van de 10-jarige leeftijd wordt een reu van de Reuenlijst gehaald, tenzij de eigenaar kan aantonen dat de hond in het 10de levensjaar nog met succes heeft gedekt. Toelichting: De toegevoegde regel staat al jaar en dag op de Reuenlijst vermeld en wordt consequent in de praktijk toegepast. De achterliggende reden is dat in het verleden een aantal honden (ook nog na overlijden) gewoon op de reuenlijst bleven staan. De laatste tijd krijgt de CFH steeds vaker de vraag waar deze regel in de Reglementen staat. Het voorstel voorziet hier nu in.
CFH, 15 maart 2010
5