fischer Solar-fix Montagehandleiding voor gebruik op hellend dak
Versie 1.0 06/2013
Montagehandleiding Geachte klant, Deze handleiding bevat alle benodigde informatie om snel vertrouwd te raken met het fischer Solar-fix systeem. Wij verzoeken u vriendelijk om deze informatie zorgvuldig door te nemen, alvorens met het product te gaan werken. Deze handleiding is bedoeld voor de installateur van het fischer Solar-fix systeem. Via de inhoudsopgave kunt u de informatie die u nodig heeft, terugvinden in de handleiding. Dit is de oorspronkelijke handleiding en beschrijft de montage van het fischer Solar-fix systeem op een hellend dak. Het systeem is echter ook geschikt voor platte daken en golfplaten- en trapeziumdaken. Hiervoor zijn aparte handleidingen opgesteld. Bewaar deze handleiding goed! Deze handleiding is ook digitaal beschikbaar.
Voor aanvullende informatie kunt u contact opnemen met: fischer Benelux B.V. Amsterdamsestraatweg 45 B/C 1411 AX Naarden Postbus 5049 1410 AA Naarden Nederland Tel.: Fax: E-mail: www:
+31 35 6 95 66 66 +31 35 6 95 66 99
[email protected] www.fischer.nl
1
Inhoud 1 Inleiding.................................................................................................................................................................................................................................. 3 1.1 Beschrijving product.......................................................................................................................................................................................................... 3 1.2 Verklarende woordenlijst.................................................................................................................................................................................................. 3 1.3 Gebruikte symbolen........................................................................................................................................................................................................... 3 2 Technische specificaties.................................................................................................................................................................................................... 3 2.1 Algemene product specificaties..................................................................................................................................................................................... 3 2.2 Omgevingsinvloeden......................................................................................................................................................................................................... 3 2.3 Benodigde gereedschappen............................................................................................................................................................................................ 3 2.4 Belangrijkste onderdelen ................................................................................................................................................................................................. 3 2.4.1 Pakketten A B C................................................................................................................................................................................................................... 3 2.4.2 Stuklijst hellend dak........................................................................................................................................................................................................... 4 2.4.3 Overige materialen............................................................................................................................................................................................................. 4 3 Voorzorgsmaatregelen en veiligheidsinstructies......................................................................................................................................................... 4 4 Opstellen van het legplan.................................................................................................................................................................................................. 5 5 Montage van Solar-fix op een hellend dak..................................................................................................................................................................... 6 5.1 Algemeen............................................................................................................................................................................................................................. 6 5.2 Monteren van zonnepanelen in staande positie......................................................................................................................................................... 6 5.2.1 Bepalen positie dakhaken................................................................................................................................................................................................. 6 5.2.2 Het bevestigen van de verstelbare dakhaken op het dak ........................................................................................................................................ 8 5.2.3 Bevestigen van montageprofielen (voor een staand zonnepaneel) . .................................................................................................................... 9 5.2.4 Het bevestigen van de zonnepanelen aan de montageprofielen.........................................................................................................................11 5.3 Monteren van zonnepanelen in liggende positie......................................................................................................................................................14 5.3.1 Bepalen positie dakhaken...............................................................................................................................................................................................14 5.3.2 Het bevestigen van de verstelbare dakhaken op het dak ......................................................................................................................................15 5.3.3 Bevestigen van montageprofielen (voor een liggend zonnepaneel) ..................................................................................................................17 5.3.4 Het bevestigen van de zonnepanelen aan de montageprofielen ........................................................................................................................23 6 Onderhoud en inspectie...................................................................................................................................................................................................25 7 Reparatie ............................................................................................................................................................................................................................25 8 Milieu en afdanken............................................................................................................................................................................................................25 9 Garantievoorwaarden.......................................................................................................................................................................................................25
2
1 Inleiding 1.1 Beschrijving product Het fischer Solar-fix systeem is een TüV Rheinland gecertificeerd bevestigingssyteem om zonnepanelen snel en eenvoudig op het dak te plaatsen. Het systeem is alleen geschikt voor het plaatsen van de in deze handleiding beschreven zonnepanelen. Het systeem mag niet gebruikt worden voor andere doeleinden. Ieder ander gebruik wordt gezien als oneigenlijk gebruik. fischer Benelux B.V. kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade veroorzaakt door oneigenlijk, verkeerd of onverstandig gebruik. Lees en begrijp deze handleiding volledig. Neem contact op met uw leverancier, indien er na het lezen van deze handleiding nog onduidelijkheid bestaat over de montage. Voordat het Solar-fix systeem gemonteerd kan worden, moet de veiligheid altijd gewaarborgd zijn.
1.2 Verklarende woordenlijst Tengel (stoflat): Deze latten lopen van nok naar dakvoet, op deze latten zijn de pannenlatten gespijkerd Wel: Diepste punt van de dakpan Nm: Newtonmeter (aandraai moment) Randhout: Versterkte rand van een isolerend dakelement Ingestorte lat: Lat ingestort aan de bovenzijde van een isolerende dakelement Gordingen: Horizontale dakconstructie
1.3 Gebruikte symbolen In deze gebruikershandleiding worden, om de aandacht te vestigen op bepaalde onderwerpen of acties, de volgende markeerconventies gebruikt.
!
Waarschuwing! Een waarschuwing duidt op (ernstige) schade aan de gebruiker of aan het product, als de gebruiker de procedures niet zorgvuldig uitvoert.
2 Technische specificaties 2.1 Algemene product specificaties Massa Solar-fix systeem: 3,5 kg/meter Maximale hellingshoek indien gemonteerd op een hellend dak: 75 graden
2.2 Omgevingsinvloeden Het fischer Solar-fix systeem gemonteerd op een hellend dak is bestand tegen alle normale atmosferische omstandigheden. Maximale windsnelheid: 29,5 m/s Maximale sneeuwbelasting: 0,7 kN/m2 Maximale bouwhoogte: 20 m (neem, indien hoger, contact op met fischer)
2.3 Benodigde gereedschappen Schroevendraaier TX25 Binnenzeskantsleutel 6 Steeksleutel SW13 Metaalzaag (indien montageprofielen ingekort moeten worden)
2.4 Belangrijkste onderdelen
!
Waarschuwing! Neem nooit een systeem in gebruik waaruit onderdelen ontbreken of waarin beschadigde of niet door fischer goedgekeurde onderdelen gebruikt worden.
Basispakket A Pakket A is het basis Solar-fix pakket. Dit pakket is geschikt om maximaal drie zonnepanelen op een dak te monteren. Pakket A wordt altijd geleverd, ook als er minder dan drie panelen op het dak bevestigd moeten worden. In dit geval dient u de bijgeleverde montageprofielen af te zagen op de gewenste lengte. Indien er meer dan drie zonne panelen naast elkaar geplaatst moeten worden kunt u er voor kiezen om pakket A uit te breiden met pakket A, B of C. Aanvulpakket B Pakket B is een uitbreiding op pakket A en kan alleen in combinatie met basispakket A worden gemonteerd. Pakket B biedt de mogelijkheid om naast pakket A nog twee zonnepanelen te bevestigen. Dit stelt u in staat bijvoorbeeld vijf (1x pakket A + 1x pakket B) of acht (2x pakket A + 1x pakket B) panelen op het dak te bevestigen. Aanvulpakket C Pakket C is een uitbreiding op pakket A, en kan alleen in combinatie met pakket worden gemonteerd. Pakket C biedt de mogelijkheid om naast pakket A nog één zonnepaneel te bevestigen. Dit stelt u in staat bijvoorbeeld vier (1x pakket A + 1x pakket C) of zeven (2x pakket A + 1x pakket C) panelen op het dak te bevestigen. Er wordt voor één rij zonnepanelen nooit meer dan één pakket B of C gebruikt. Pakket B wordt nooit in dezelfde rij gebruikt als pakket C.
2.4.1 Pakketten A B C Alle onderdelen voor uw fischer Solar-fix systeem worden geleverd in pakketvorm: pakketten A, B en C. De montageprofielen worden los geleverd, de overige onderdelen worden gezamelijk verpakt. Het verschil tussen de verschillende pakketten wordt hieronder uitgelegd. Controleer aan de hand van de stuklijst in paragraaf 2.4.2 of alle onderdelen van uw systeem zijn aangeleverd. Kijk ook of alle onderdelen onbeschadigd zijn. Neem in geval van schade of missende onderdelen contact op met uw leverancier.
Let op! De opmerking “Let op!” maakt de gebruiker attent op mogelijke problemen.
!
3
2.4.2 Stuklijst hellend dak NR
Pakket A
Pakket B
Pakket C
1
Afdekkap
4x
2
Montageprofiel 3150mm
2x
3
Montageprofiel 2100 mm
4
Montageprofiel 1075 mm
5
Koppeling voor montageprofiel
4x
6
Verstelbare dakhaak A) Voet B) Beugel C) Stelarm D) Montageklem
6x
4x
2x
7
M8 hamerkop bout en flensmoer
6x
4x
2x
8
Eindklem
4x
9
Middenklem
4x
4x
2x
Schotelkopschroef
18x
12x
6x
10
1 Afdekkap
7 Flensmoer en hamerkopbout
2.4.3 Overige materialen Deze materialen worden niet meegeleverd met het fischer Solar-fix systeem, maar zijn wel nodig voor het plaatsen van de zonnepanelen op het dak.
2x 2x
2.4.3.1 Zonnepanelen (en toebehoren) De zonnepanelen, omvormers en bekabeling worden niet meegeleverd met het Solar-fix systeem. De afmetingen van uw zonne panelen mogen niet meer dan 1000 mm breed zijn en de dikte dient 40 mm te bedragen.
2 Montageprofiel
5 Koppeling voor montageprofiel
6 Verstelbare dakhaak
8 Eindklem
9 Middenklem
10 Schotelkopschroef
3 Voorzorgsmaatregelen en veiligheidsinstructies
!
Waarschuwing! Voer, voor de installatie van de zonne panelen, altijd een bouwkundige evaluatie uit van de constructie waarop u het fischer Solar-fix systeem bevestigt. Het dak moet in staat zijn de krachten die werken op het fischer Solar-fix systeem veilig op te vangen. De installatie van het fischer Solar-fix systeem mag alleen uitgevoerd met
4
inachtneming van de (lokale) wet- en regelgeving. Houd, tijdens het plaatsen van de de totale installatie, altijd de geldende voorschriften en veiligheidseisen aan voor werken op daken. Gebruik tijdens het plaatsen van de totale installatie altijd de wettelijk vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen. Gebruik het fischer Solar-fix systeem
nooit om uzelf vast te houden of om op te staan. Het systeem is hier niet op berekend. Neem nooit een systeem in gebruik waaruit onderdelen ontbreken of waarin beschadigde of niet door fischer goed gekeurde onderdelen gebruikt worden. Alle, in deze handleiding genoemde waardes voor wind- en sneeuwbelasting, gelden voor Nederlands grondgebied.
4 Opstellen van het legplan In paragraaf 2.4 worden de verschillende pakketten van het Solar-fix systeem beschreven. Alvorens de pakketten aan te schaffen of te installeren, is het verstandig een legplan te maken. Een legplan is een overzicht van de verdeling van de zonnepanelen op het dak. In de afbeeldingen 11 + 12 en 13 + 14 zijn twee voorbeelden van mogelijke legplanen weergegeven. Bij deze voorbeelden is aangegeven welke pakketten nodig zijn om het legplan te kunnen realiseren.
A
A
A 11 (vb1) Gewenste situatie op het dak
B
12 Het bijbehorende legplan
Voorbeeld 1 Voor het plaatsen van één rij van zes zonnepanelen en één rij van vijf zonnepanelen zijn de volgende pakketten nodig: 3x pakket A 1x pakket B Voorbeeld 2 Voor het plaatsen van één rij van vier panelen en één rij van twee panelen zijn de volgende pakketten nodig: 2x pakket A (waarvan één ingekort dient te worden) 1x pakket C
A
A
A
B
13 (vb 2) Gewenste situatie op het dak
A
C
A (ingekort) 14 Het bijbehorende legplan
5
5 Montage van Solar-fix op een hellend dak 5.1 Algemeen Het Solar-fix systeem bestaat uit twee aanliggende montageprofielen, die met dakhaken worden vastgezet. De zonnepanelen worden met behulp van klemmen op de montageprofielen bevestigd. Het is mogelijk om de zonnepanelen zowel staand als liggend op het dak te monteren. Voor het plaatsen, van de zonnepanelen in staande positie, dienen de montageprofielen parallel aan de nok geïnstalleerd te worden (afbeelding 15). Voor het plaatsen van de zonnepanelen in liggende positie, dienen de montageprofielen haaks op de nok geïnstalleerd te worden (afbeelding 16). Indien meer dan drie zonnepanelen naast elkaar moeten worden bevestigd, is het mogelijk één of meerdere montageprofielen achter elkaar te koppelen.
15 Mogelijk eindresultaat staande panelen
16
Mogelijk eindresultaat liggende panelen
Ga voor het monteren van de zonnepanelen in staande positie naar paragraaf 5.2 en voor montage in liggende positie naar paragraaf 5.3.
5.2 Monteren van zonnepanelen in staande positie 5.2.1 Bepalen positie dakhaken De montageprofielen waarop de zonne panelen worden gemonteerd, kunnen niet zonder meer op het dak worden bevestigd. De dakhaken waaraan deze profielen worden bevestigd, dienen op een stevige ondergrond te worden gemonteerd. Tref daarom de volgende voorbereidingen: Bepaal in grote lijnen waar de zonnepanelen op het dak dienen te worden geplaatst. Doe dit aan de hand van het legplan (zie hoofdstuk 4). Maak aan de hand van de gewenste positie van de zonnepanelen een inschatting van de positie van de montageprofielen. Zie voor de exacte locatie van de profielen ten opzichte van de zonnepanelen, de handleiding van de zonnepanelen. Indien hier niets over wordt gemeld, kan worden aangenomen dat de profielen op 1/4 tot 1/5 van de boven- en onderkant van het zonnepaneel dienen te liggen (afbeelding 17). Bepaal ook hoeveel montageprofielen achter elkaar moeten worden bevestigd. De totale lengte van deze profielen dient bij het uitmeten te worden gebruikt.
6
1/4 - 1/5
1/4 - 1/5
17
Bepalen van de positionering van de montageprofielen
Identificeer mogelijke bevestigings punten voor dakhaken op het dak: bijvoorbeeld tengels of randhout. Let er hierbij op dat voor beide profielen geschikte bevestigingspunten worden gevonden (afbeelding 18)
18
Identificeren geschikte bevestigingspunten ter bevestiging dakhaken A
A=A
Meet over deze bevestigingspunten de lengte van de montageprofielen uit (afbeelding 19). Begin deze meting 300 tot 400 mm voor een geschikte plaats om de eerste dakhaak van het montageprofiel te plaatsen.
A
19
Lengte montageprofielen uitmeten
A
300 - 400 mm
20
Bepalen van de positie van de buitenste dakhaken
max. 1200 mm
21
300 - 400 mm
Bepaal ook de locatie voor de dakhaak aan het andere uiteinde van het profiel door 300 tot 400 mm van de totale profiellengte af te trekken (afbeelding 20). Het profiel en het zonnepaneel steken dus aan beide zijdes 300-400 mm over.
Minimale horizontale afstand dakhaken
Bepaal hierna de positie van de andere dakhaken door de overgebleven afstand te delen door het aantal beschikbare dakhaken. Zorg er hierbij voor dat de afstand tussen de dakhaken nooit groter is dan 1200 mm (afbeelding 21) en dat alle dakhaken op een stevige ondergrond bevestigd kunnen worden. Verwijder of verschuif de dakpannen op de locatie waar de dakhaken bevestigd moeten worden en markeer de precieze locatie voor ieder dakhaak.
7
5.2.2 Het bevestigen van de verstelbare dakhaken op het dak Bepaal de locatie van de verstelbare dak haken op het dak (zie paragraaf 5.2.1). Plaats de voet van de dakhaak op het oppervlak waar u de dakhaak op wilt monteren. Let erop dat deze ondergrond stevig genoeg is. U kunt tengels, ingestorte latten of randhout gebruiken. Positioneer de dakhaak zo, dat de beugel van de dakhaak recht in de wel van de onderliggende dakpan ligt (afbeelding 22). Indien nodig, kan de beugel verplaatst worden naar het linker- of rechtergat van de voet (afbeelding 23)
22 Plaatsen van de dakhaak in de wel van de dakpan
De beugel van de dakhaak mag niet op de dakpan rusten. xx mm
24 Let op voldoende afstand
Pas, indien nodig, de hoogte van de beugel aan door de bevestigingsbout los te draaien en de beugel in de gewenste stand te zetten. De beugel van de dakhaak is correct geplaatst wanneer deze niet op de dakpan rust (afbeelding 24 en 25).
25
Instellen hoogte beugel
Draai, wanneer de hoogte van de beugel voldoet, de bevestigingsbout aan tot 10 Nm (afbeelding 26).
10 Nm
26
8
Aandraaien bevestigignsbout
23
Kiezen van het juiste bevestigingsgat
10 Nm
Schroef vervolgens de dakhaak vast met behulp van minstens twee meegeleverde TX 25 schroeven (afbeelding 27). fischer raadt aan om voor te boren met 5 mm. Draai de schroeven aan tot 10 Nm (afbeelding 28).
27
Vastschroeven dakhaak
28
Aandraaien schroeven
Plaats vervolgens de bovenliggende dakpan terug over de beugel (afbeelding 29). Slijp of bik een ondiepe sleuf in de onderzijde van de dakpan, indien de dakpan niet recht kan worden teruggeplaatst (afbeelding 30). Monteer de overige dakhaken zoals hierboven beschreven (afbeelding 31).
29
Dakpan terugplaatsen
30
Sleuf aanbrengen in dakpan (optioneel)
5.2.3 Bevestigen van montageprofielen (voor een staand zonnepaneel)
!
Let op! Indien u slechts één of twee zonnepanelen naast elkaar wilt bevestigen, zaagt u twee montageprofielen af tot de correcte lengte. Deze lengte is afhankelijk van de afmetingen van de gebruikte zonnepanelen (zie ook paragraaf 2.4). Begin met het bevestigen van de montageprofielen, wanneer alle verstelbare dakhaken op het dak zijn geplaatst (zie paragraaf 5.2.2). 31
Plaatsen van de overige dakhaken
9
Stel alle dakhaken op hoogte met behulp van de stelbouten, zodat het montageprofiel spanningsvrij kan worden gemonteerd (afbeelding 32).
32
Afstellen dakhaken
33
Montageprofielen plaatsen op de dakhaken
Leg de twee (eerste) montageprofielen op de rij dakhaken (afbeelding 33).
300 - 400 mm
Zorg ervoor dat de positionering van de montageprofielen overeenkomt met de eerder uitgemeten afstanden. De afstand tussen de eerste dakhaak en het begin van het montageprofiel moet tussen 300 en 400 mm liggen (afbeelding 34).
34
Bevestig de montageprofielen aan de dakhaken met behulp van de voor gemonteerde montageklemmen (afbeelding 35).
10 Nm
35
10
Afstand start montageprofiel en dakhaak
Aandraaien montageklemmen
2x
Indien er nog één of meer profielen moeten worden toegevoegd achter het al geplaatste profiel, dienen de volgende acties te worden uitgevoerd: Schuif twee koppelingen voor de helft in het uit te breiden profiel (afbeelding 36).
36
Plaatsen koppelingen
Schuif, afhankelijk van het legplan, het volgende profiel over de twee koppelingen heen (afbeelding 37) Draai de vier binnenzeskantbouten van de beide koppelingen aan tot 10 Nm (afbeelding 38). Bevestig de toegevoegde montage profielen aan de dakhaken zoals beschreven in de bovenstaande tekst.
37 Koppelen van de montageprofielen
38
Aandraaien binnenzeskantbouten
5.2.4 Het bevestigen van de zonne panelen aan de montageprofielen
39
Positie eindklemmen
Ieder zonnepaneel wordt door middel van vier klemmen op de montageprofielen bevestigd. Twee soorten klemmen worden gebruikt: eindklemmen en middenklemmen. Deze klemmen worden met een hamerkopmoer in het montageprofiel vastgezet. Een veer zorgt ervoor dat de klem altijd openstaat en daarmee de plaatsing van het paneel vergemakkelijkt. Plaats aan het begin en aan het einde van ieder profiel een eindklem (afbeelding 39 en 40). Draai de binnenzeskantsleutel van de klem nog niet aan!
40
Monteren eindklem
11
Plaats om ongeveer iedere meter een middenklem. De exacte afstand tussen de klem(men) bepaalt u tijdens het plaatsen van de panelen (afbeelding 41 en 42).
Begin met het plaatsen van de zonne panelen aan één van de uiteinden van de twee montageprofielen (afbeelding 43). Schuif de rand van het zonnepaneel onder de twee eindklemmen (afbeelding 44). Zorg er hierbij voor dat: - Het zonnepaneel haaks op de profielen ligt - Het zonnepaneel volledig tegen de eindklemmen aan ligt - De afstand van de boven-en onderkant van de profielen tot de profielen gelijk is (afbeelding 45)
41
Overzicht voorlopige plaatsing middenklemmen
42
Voorlopige plaatsing middenklem (zonder aandraaien)
44
Positioneren tegen de eindklemmen
A
43
Plaatsing eerste zonnepaneel
A
45
10 Nm
Draai vervolgens de binnenzeskantbouten van de eindklemmen aan tot 10 Nm (afbeelding 46).
2x
46
12
Aandraaien eindklemmen
Plaatsing in het midden
Schuif de aanliggende middenklemmen over de rand van het zonnepaneel (afbeelding 47).
2x
47
Aanschuiven middenklemmen
Plaats, voordat u de binnenzeskantbout van de middenklem vastzet, het tweede zonnepaneel (afbeelding 48). Draai vervolgens de binnenzeskantbout van de middenklemmen aan tot 10 Nm (afbeelding 49).
2x
48
Plaatsen van het tweede zonnepaneel
49
Aandraaien middenklem
Bevestig op deze wijze alle zonne panelen op de profielen (afbeelding 50).
50
Overige zonnepanelen plaatsen
Plaats tot slot de afdekkappen over de uiteinden van de profielen (afbeelding 51)
4x 51
Plaatsen afdekkappen
13
5.3 Monteren van zonne panelen in liggende positie 5.3.1 Bepalen positie dakhaken De montageprofielen waarop de zonnepanelen worden gemonteerd kunnen niet zonder meer op het dak worden bevestigd. De dakhaken waaraan deze profielen worden bevestigd, dienen op een stevige ondergrond te worden gemonteerd. Tref daarom de volgende voorbereidingen: Bepaal in grote lijnen waar de zonnepanelen op het dak dienen te worden geplaatst. Doe dit aan de hand van het legplan (zie hoofdstuk 4). Maak, aan de hand van de gewenste positie van de zonnepanelen, een inschatting van de positie van de montageprofielen. Zie voor de exacte locatie van de montageprofielen ten opzichte van de zonnepanelen, de handleiding van de zonnepanelen. Als hier niets over wordt gemeld, kan worden aangenomen dat de profielen op 1/4 tot 1/5 van de zijkant van het zonnepaneel dienen te liggen. Te allen tijde moeten de profielen op een stevige ondergrond worden vastgezet (zie hiervoor de volgende stappen). Indien de voorgeschreven afstand tussen de montageprofielen dit niet toelaat, mogen de montageprofielen maximaal 1200 mm uit elkaar worden gemonteerd (afbeelding 52). Bepaal ook hoeveel montageprofielen achter elkaar moeten worden bevestigd. Bij het uitmeten dient de totale lengte van deze profielen te worden gebruikt.
MAX
1200 mm
52
Maximale afstand tussen de montageprofielen
53
Idenitificeren bevestigingspunten voor dakhaken
Identificeer mogelijke bevestigings punten voor dakhaken op het dak: bijvoorbeeld tengels of randhout. Let er hierbij op dat voor beide profielen geschikte bevestigingspunten worden gevonden (afbeelding 53).
14
300 - 400mm
A
300 - 400mm
Meet over deze bevestingingspunten de lengte van de montageprofielen uit. Begin deze meting 300 tot 400 mm voor een geschikte plaats om de eerste dakhaak van het montageprofiel te plaatsen (afbeelding 54). Bepaal ook de locatie voor de dakhaak aan het andere uiteinde van het profiel door 300 tot 400 mm van de totale profiellengte af te trekken (X3). Het profiel en het zonnepaneel steken dus aan zowel boven- als onderzijde 300-400mm over.
A
54
Uitmeten montageprofielen
Max. 1200 mm
55
Bepaal hierna de positie van de andere dakhaken door de overgebleven afstand te delen door het aantal beschikbare dakhaken. Zorg er hierbij voor, dat de afstand tussen de dakhaken nooit groter is dan 1200 mm en dat alle dakhaken op een stevige ondergrond kunnen worden bevestigd (afbeelding 55). Verwijder of verschuif de dakpannen op de locatie waar de dakhaken moeten worden bevestigd en markeer de precieze locatie voor ieder dakhaak.
Maximale vertikale afstand tussen de dakhaken
5.3.2 Het bevestigen van de verstelbare dakhaken op het dak Bepaal de locatie van de dakhaken op het dak (zie paragraaf 5.2.1). Plaats de voet van de dakhaak op het oppervlak waar u de dakhaak op wilt monteren. Let erop dat deze ondergrond stevig genoeg is. U kunt tengels, ingestorte latten, randhout of gordingen gebruiken (afbeelding 56).
56
Plaatsen van de voet van de dakhaak
15
Positioneer de dakhaak zo, dat de beugel van de dakhaak recht in de wel van de onderliggende dakpan ligt (afbeelding 57). Indien nodig kan de beugel verplaatst worden naar het linker- of rechtergat van de voet (afbeelding 58).
57
De beugel van de dakhaak is correct geplaatst wanneer deze niet op de dakpan rust (afbeelding 59).
De dakhaak in de wel van de dakpan
xx mm
59
Let op voldoende afstand
60
Instellen hoogte beugel
Pas, indien nodig, de hoogte van de beugel aan door de bevestigingsbout los te draaien en de beugel in de gewenste stand te zetten (afbeelding 60).
Draai, wanneer de hoogte van de beugel voldoet, de bevestigingsbout aan tot 10 Nm (afbeelding 61).
10 Nm
61
16
Aandraaien bevestigingsbout
58
Kiezen van het juiste bevestigingsgat
10 Nm
Schroef vervolgens de dakhaak vast met behulp van minstens twee meegeleverde TX 25 schroeven (afbeelding 62). Wij raden u aan om voor te boren met 5 mm. Draai de schroeven aan tot 10 Nm (afbeelding 63).
62
63 Aandraaien schroeven
Vastschroeven dakhaak
Plaats vervolgens de bovenliggende dakpan terug over de beugel (afbeelding 64).
64
Dakpan terugplaatsen
Wanneer de dakpan niet recht teruggeplaatst kan worden slijpt of bikt u een ondiepe sleuf in de onderzijde van de dakpan voor de beugel (afbeelding 65). Monteer de overige dakhaken zoals hierboven beschreven (afbeelding 66).
65
Sleuf aanbrengen in dakpan (optioneel)
5.3.3 Bevestigen van montageprofielen (voor een liggend zonnepaneel) Let op! Indien u slechts één of twee zonnepanelen naast elkaar wilt bevestigen, zaagt u twee montageprofielen af tot de correcte lengte. Deze lengte is afhankelijk van de afmetingen van de gebruikte zonnepanelen. (Zie ook paragraaf 2.4).
66
Plaatsen van de overige dakhaken
17
Verwijder de montageklem van elke dakhaak (afbeelding 67). Deze is niet nodig voor het bevestigen van de montageprofielen.
67 Verwijderen montageklem
Voor het bevestigen van de montage profielen haaks op het dak, dienen de dakhaken op specifieke wijze ingesteld te worden. Er zijn twee manieren waarop dit kan gebeuren. Instelling 1 (afbeelding 68) biedt een simpele assemblage en een hoge positie, maar weinig flexibiliteit in afstellen. Instelling 2 (afbeelding 69) vraagt meer assemblagetijd maar biedt hierbij meer flexibiliteit in afstellen. Zie paragraaf 5.3.3.1 voor het instelling 1, zie paragraaf 5.3.3.2 voor instelling 2.
68
Bevestigingswijze 1
70
Losdraaien stelbouten
71
Volledig omhoogschuiven stelarmen
5.3.3.1 Instelling 1 Draai alle stelbouten van de dakhaken los (afbeelding 70).
Schuif alle stelarmen volledig omhoog zodat deze een vlakke basis vormen voor de montageprofielen (afbeelding 71).
!
18
69 Bevestigingswijze 2
Draai de stelbouten vast tot 10 Nm, zodat alle stelarmen vast zitten. Leg de twee montageprofielen op de rij dakhaken (afbeelding 72).
72
Neerleggen montageprofielen
300 - 400 mm
73
Positioneren montageprofiel
90°
74
Vastzetten montageprofiel (1)
75
Zorg ervoor dat de positionering van de montageprofielen overeenkomt met de eerder uitgemeten afstanden. De afstand tussen de eerste dakhaak en het begin van het montageprofiel moet tussen 300 en 400 mm liggen (afbeelding 73).
Bevestig de profielen aan de dakhaken met behulp van de bijgeleverde hamerkopbouten en flensmoeren. Voor gemakkelijke montage adviseren wij de flensmoer enkele slagen op de hamerkopbout te draaien alvorens te monteren (afbeelding 74, 75 en 76).
Vastzetten montageprofiel (2)
Draai alle flensmoeren aan tot 10 Nm.
10 Nm
76 Vastzetten montageprofiel (3)
19
Indien er nog één of meer profielen moeten worden toegevoegd achter het al geplaatste profiel, dienen de volgende acties te worden uitgevoerd:
2x
Schuif twee koppelingen voor de helft in het uit te breiden profiel (afbeelding 77).
77
Plaatsen koppelingen
78
Koppelen van de montageprofielen
79
Aandraaien binnenzeskantbouten
Schuif het volgende profiel over de twee koppelingen heen (afbeelding 78).
Draai de vier binnenzeskantbouten van de beide koppelingen aan tot 10 Nm (afbeelding 79).
20
5.3.3.2 Instelling 2 Draai de binnenzeskantbouten van alle stelarmen los (afbeelding 80).
80
Losdraaien binnenzeskantbouten
Roteer de stelarmen een kwartslag en zet deze op de gewenste hoogte vast. (afbeelding 81).
81
Roteren stelarmen
Leg het montageprofiel langs de rij stelarmen (afbeelding 82).
82
Positioneren montageprofiel (1)
300 - 400 mm
83
Zorg ervoor dat de positionering van de montageprofielen overeenkomt met de eerder uitgemeten afstanden. De afstand tussen de eerste dakhaak en het begin van het montageprofiel moet tussen 300 en 400 mm liggen (afbeelding 83).
Positoneren montageprofiel (2)
Bevestig de montageprofielen aan de dakhaken met behulp van de bijgeleverde hamerkopbouten en flensmoeren (afbeelding 84 en 85).
84
Bevestigen montageprofielen (1)
85
Bevestigen montageprofielen (2)
21
Draai alle flensmoeren aan tot 10 Nm (afbeelding 86).
10 Nm
86
Indien er nog één of meer profielen moeten worden toegevoegd achter het al geplaatste profiel, dienen de volgende acties te worden uitgevoerd:
Aandraaien flensmoer
2x
Schuif twee koppelingen voor de helft in het uit te breiden profiel (afbeelding 87).
87
Plaatsen koppelingen
88
Koppelen van de montageprofielen
89
Aandraaien binnenzeskantbouten
Schuif het volgende profiel over de twee koppelingen heen (afbeelding 88).
Draai de vier binnenzeskantbouten van beide koppelingen aan tot 10 Nm (afbeelding 89). Bevestig de toegevoegde montage profielen aan de dakhaken zoals beschreven in de bovenstaande tekst.
22
5.3.4 Het bevestigen van de zonne panelen aan de montageprofielen Ieder zonnepaneel wordt door middel van vier klemmen op de montageprofielen bevestigd. Twee soorten klemmen worden gebruikt: eindklemmen en middenklemmen. Deze klemmen worden met een hamerkopmoer in het montageprofiel vastgezet. Een veer zorgt ervoor dat de klem altijd openstaat en daarmee de plaatsing van het paneel vergemakkelijkt.
90
Plaats aan het begin en aan het einde van ieder profiel een eindklem (afbeelding 90). Draai de binnenzeskantbout van de klem nog niet aan!
Plaatsen eindklemmen
Plaats om ongeveer ieder meter een middenklem. De exacte afstand tussen de klem(men) bepaalt u tijdens het plaatsen van de panelen (afbeelding 92 en 91).
91
92
Overzicht voorlopige plaatsing middenklemmen
Voorlopige plaatsing middenklem (zonder aandraaien)
Begin met het plaatsen van de zonnepanelen aan de onderzijde van de twee montageprofielen. Schuif de rand van het zonnepaneel onder de twee eindklemmen (afbeelding 93). Zorg er hierbij voor dat: - Het zonnepaneel haaks op de profielen ligt - Het zonnepaneel volledig tegen de eindklem aan ligt - De profielen even hoog liggen
93
Plaatsing eerste zonnepaneel
23
Draai vervolgens de binnenzeskantbouten van de eindklemmen aan tot 10 Nm. Schuif de aanliggende middenklemmen over de rand van het zonnepaneel (afbeelding 94). Plaats, voordat u de binnenzeskantbout van de middenklem vastzet, het tweede zonnepaneel.
94
Aanschuiven middenklemmen
2x Draai vervolgens de binnenzeskant bouten van de middenklemmen aan tot 10 Nm (afbeelding 95).
10 Nm
95
Aandraaien middenklemmen
96
Alle zonnepanelen plaatsen
97
Alle zonnepanelen plaatsen
Bevestig op deze wijze alle zonne panelen op de profielen (afbeelding 96).
Plaats tot slot de afdekkappen over de uiteinden van de profielen. (X)
24
6 Onderhoud en inspectie Het Solar-fix systeem is onderhoudsarm. Wel adviseren wij de constructie ieder jaar te inspecteren. Het fischer Solar-fix systeem kan representatieve sneeuwbelasting van 0,7 kN/m2 dragen. Verwijder de sneeuw van de zonnepanelen voordat een te dikke sneeuwlaag wordt opgebouwd.
7 Reparatie Neem contact op met uw leverancier indien reparatie gewenst is.
8 Milieu en afdanken Het fischer Solar-fix systeem bestaat grotendeels uit aluminium en roestvast staal (A2). Deze materialen kunnen, mits gescheiden, vrijwel volledig gerecycled worden.
9 Garantievoorwaarden Ga voor de garantievoorwaarden naar www.fischer.nl of neem contact op met uw leverancier.
25
Print norm
fischer Benelux B.V. Amsterdamsestraatweg 45 B/C 1411 AX Naarden
Tel.: +31 35 6 95 66 66 Fax: +31 35 6 95 66 99
[email protected] www.fischer.nl