OPENBARE VERSIE
Financiële Verantwoording universele postdienst 2014 Behaalde financiële resultaten en behaald rendement uit verlening van de universele postdienst
Financiële Verantwoording universele postdienst 2014 Behaalde financiële resultaten en behaald rendement uit verlening van de universele postdienst 28 september 2015
Financiële Verantwoording universele postdienst 2014 Behaalde financiële resultaten en behaald rendement uit verlening van de universele postdienst
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Wettelijk kader Financiële verantwoording over de universele postdienst Verplichtingen universele postdienst Grondslagen verantwoording Toerekeningsysteem
2
Overzicht van gegevens over de kosten en opbrengsten en het behaalde rendement Behaalde financiële resultaten en het behaalde UPD-rendement Overzicht opbrengsten en kosten UPD met netto bedrijfsresultaat (in mln. euro) Overzicht van het behaalde UPD-rendement Toerekening van opbrengsten aan de UPD Toelichting op het resultaat en het rendement van de UPD Toerekening van vennootschapsbelasting
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5
3 3 3 4 4
6 6 6 6 7 7 9
Financiële Verantwoording universele postdienst 2014 Behaalde financiële resultaten en behaald rendement uit verlening van de universele postdienst
1
Wettelijk kader 1.1 Financiële verantwoording over de universele postdienst Bij de inwerkingtreding van de Postwet 20091 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken op grond van artikel 84 van deze wet Koninklijke PostNL B.V. (verder: “PostNL”) aangewezen als verlener van de universele postdienst2. Krachtens de artikelen 9 en 11 van de Postregeling 20093 dient PostNL jaarlijks voor 1 juni een financiële verantwoording over de activiteiten ter uitvoering van de universele postdienst (verder: UPD) over het voorgaande kalenderjaar aan het bestuur van de Autoriteit Consument en Markt (verder: ACM) te overleggen. PostNL heeft in overleg met ACM in afwijking van deze wettelijke termijn de Financiële verantwoording over 2014 op 25 augustus 2015 aan ACM overgelegd (zie ook pagina 5). Deze openbare versie bevat het belangrijkste overzicht daaruit, met een toelichting op dat overzicht. In Hoofdstuk 2 zijn de gegevens betreffende het kalenderjaar 2014 over de behaalde financiële resultaten en het behaalde rendement uit de activiteiten ter uitvoering van de UPD opgenomen in een overzicht van de opbrengsten en de kosten. Aan de hand hiervan is het netto bedrijfsresultaat van die activiteiten vastgesteld. Deze financiële resultaten gaan vergezeld van een toelichting.
1.2 Verplichtingen universele postdienst De aanwijzing tot verlener van de UPD houdt in hoofdlijnen het volgende in: 1. De verplichting om tegen uniforme en op de kosten gebaseerde tarieven en tegen nondiscriminatoire en transparante voorwaarden en tarieven te vervoeren: a. b.
brieven die elk afzonderlijk ten hoogste twee kilogram wegen; pakketten die elk afzonderlijk ten hoogste tien kilogram wegen (binnen Nederland) dan wel ten hoogste twintig kilogram (van en naar gebieden buiten Nederland);
1
Laatstelijk gewijzigd 3 juli 2014 - Staatsblad 2014, 247 Aanwijzing verlener universele postdienst – Staatscourant 2009, 82 3 Laatstelijk gewijzigd 11 april 2014 - Staatscourant 2014, 10399 2
1
Wettelijk kader
Pagina 3 van 9
Financiële Verantwoording universele postdienst 2014 Behaalde financiële resultaten en behaald rendement uit verlening van de universele postdienst
c. d. e.
poststukken die in hoofdzaak tekst bevatten in voor blinden bestemde tekens die elk afzonderlijk ten hoogste zeven kilogram wegen; poststukken met de aanvullende diensten aangetekend of waardeaangifte; alleen binnen Nederland: gerechtelijke brieven.
Binnen Nederland geldt voor a), b) en d) een beperking tot poststukken die tegen enkelstukstarief worden vervoerd. 2. Ter uitvoering van deze verplichting gelden voor de verlener van de UPD wettelijke eisen voor de tarieven, de toegankelijkheid en de frequentie van de dienstverlening en voor de mate waarin de overnight service wordt gerealiseerd. 3. De verlener van UPD heeft het alleenrecht voor het uitgeven van postzegels met de vermelding “Nederland”. 4. Tenslotte zijn met betrekking tot de verplichtingen verbonden aan de uitvoering van UPD in de Postregeling 2009 naast bovengenoemde rapportageverplichtingen aanvullende bepalingen opgenomen over de boekhouding van de verlener van de UPD, en over de kostentoerekening.
1.3 Grondslagen verantwoording De grondslagen van deze verantwoording zijn vastgesteld overeenkomstig de vereisten van de Postwet 2009 en de Postregeling 2009. Dat impliceert dat de boekhouding, die is ingericht overeenkomstig consequent toegepaste, objectief gerechtvaardigde en algemeen aanvaardbare normen voor bedrijfsadministratie, onder toepassing van een toerekeningsysteem, mede ten grondslag ligt aan deze financiële verantwoording. Naast de verplichting in artikel 23 van de Postwet 2009 dat de kosten uit de boekhouding moeten volgen, gelden ook de verplichtingen in artikel 7 van de Postregeling 2009, die voorschrijven dat de kosten die voor de universele postdienst zijn gerealiseerd aan de universele postdienst toegerekend moeten worden, en dat kosten die samenhangen met (interne) leveranties niet in de kosten van de universele postdienst terecht mogen komen.
1.4 Toerekeningsysteem Conform artikel 11 lid 1 van de Postregeling 2009 is de financiële verantwoording gebaseerd op de boekhouding, bedoeld in artikel 8 van de Postregeling 2009. In dat artikel is de verplichting opgenomen dat in de boekhouding naast de kosten, zoals toegerekend op
1
Wettelijk kader
Pagina 4 van 9
Financiële Verantwoording universele postdienst 2014 Behaalde financiële resultaten en behaald rendement uit verlening van de universele postdienst
grond van een kostentoerekeningsysteem, ook de opbrengsten worden weergegeven. De eisen waaraan dit toerekeningsysteem moet voldoen zijn opgenomen in artikel 7a t/m 7d van de Postregeling 2009. Op grond van artikel 12 van de Postregeling 2009 dient de volledige financiële verantwoording die bij ACM wordt ingediend vergezeld te gaan van een verklaring van een onafhankelijke accountant, welke verklaring onder meer betrekking heeft op de wijze van inrichten en toepassen van het kostentoerekeningsysteem. Eerder heeft de ACM geoordeeld dat het Toerekeningsysteem Koninklijke PostNL 2014 niet aan alle eisen van de Postregeling 2009 voldeed4. Op grond daarvan heeft PostNL het Toerekeningsysteem Koninklijke PostNL 2015 opgesteld. PostNL heeft vanwege het aanpassingsproces dat na het genoemde ACM-besluit op gang gekomen is, met instemming van de ACM de Financiële verantwoording 2014 niet binnen de wettelijke termijn uitgebracht.
4
1
Besluit van 9 april 2015, kenmerk ACM/DTVP/2015/201934
Wettelijk kader
Pagina 5 van 9
Financiële Verantwoording universele postdienst 2014 Behaalde financiële resultaten en behaald rendement uit verlening van de universele postdienst
2
Overzicht van gegevens over de kosten en opbrengsten en het behaalde rendement 2.1 Behaalde financiële resultaten en het behaalde UPD-rendement 2.1.1 Overzicht opbrengsten en kosten UPD met netto bedrijfsresultaat (in mln. euro) 2014
SOM DER BEDRIJFSOPBRENGSTEN
844,1
SOM DER BEDRIJFSLASTEN
767,7
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTING (zonder vermogenskosten)
76,3
Vennootschapsbelasting
19,1
RESULTAAT NA BELASTINGEN
57,2
2.1.2 Overzicht van het behaalde UPD-rendement 2014
2
BEDRIJFSRESULTAAT - in % van de bedrijfsopbrengsten
9,0%
RESULTAAT NA BELASTINGEN - in % van de bedrijfsopbrengsten
6,8%
Overzicht van gegevens over de kosten en opbrengsten en het behaalde rendement
Pagina 6 van 9
Financiële Verantwoording universele postdienst 2014 Behaalde financiële resultaten en behaald rendement uit verlening van de universele postdienst
2.1.3 Toerekening van opbrengsten aan de UPD De bedrijfsopbrengsten betreffen de opbrengsten behaald met de UPD zoals genoemd in de Postwet 2009 en nader afgebakend in het Postbesluit 2009. Dit betreft een onderdeel van de totale omzet in de Jaarrekening van PostNL. De gehanteerde methoden van vastlegging van de opbrengsten leiden tot een eenduidige toerekening van die opbrengsten aan de UPD. 2.1.4 Toelichting op het resultaat en het rendement van de UPD Het behaalde resultaat van de UPD in 2014 is ondanks de voortdurende volumedaling positief. Dit is vooral het gevolg van kostenreducties die met name bereikt zijn met besparingsprogramma’s. Daarnaast hebben ook lagere kosten van de Overservice, en tariefstijgingen conform toegekende ruimte bijgedragen aan het positieve resultaat. Deze effecten worden hieronder nader toegelicht. a) Besparingsprogramma’s De markt voor brievenbuspost verandert sterk als gevolg van een sterke autonome volumedaling en toenemende concurrentie. Tegen deze achtergrond is de PostNL-groep genoodzaakt forse besparingen door te voeren. Daarom is een compleet nieuw logistiek bedrijfsmodel vastgesteld, dat onder meer de introductie van 3 piek- en 2 daldagen omvat, de verdere centralisatie van de voorbereiding van de postbezorging, en een migratie van fulltime postbodes naar parttime postbezorgers. Met deze besparingsprogramma’s beoogt PostNL de jaarlijkse kostenbasis structureel te verlagen. De oorspronkelijke doelstelling om aan het eind van de in 2011 gestarte reorganisatieperiode, dat wil zeggen in 2017, te komen tot een uiteindelijke structurele verlaging van de jaarlijkse kostenbasis met € 330 mln., is in 2013 voor de PostNL N.V.-groep opgehoogd naar € 400 mln. In 2014 is deze besparingsdoelstelling voor 2017 vervolgens verder opgehoogd met € 75 mln. naar € 475 mln. Deze ophoging van de doelstelling wordt met name gevonden in extra besparingen op overhead, in het herontwerp van het zogenoemde Autobedrijf en in besparingen als gevolg van de aanschaf van een nieuwe generatie sorteermachines. In 2014 is de implementatie van deze besparingen voorspoedig verlopen, wat zich ook heeft vertaald in een kostenverlaging voor de UPD. Daarnaast is een extra kostenverlaging gerealiseerd, doordat besparingsprogramma’s deels sneller zijn gerealiseerd dan oorspronkelijk verwacht.
2
Overzicht van gegevens over de kosten en opbrengsten en het behaalde rendement
Pagina 7 van 9
Financiële Verantwoording universele postdienst 2014 Behaalde financiële resultaten en behaald rendement uit verlening van de universele postdienst
b) Overservice Het hoge, wettelijk verankerde, servicekader dat aan de UPD is verbonden, veroorzaakt hoge kosten. Dergelijke kosten komen voort uit de verplichting tot het voeren van een zeer dicht brievenbusnetwerk en de verplichting tot het beschikken over een geografisch zeer gespreid netwerk van postvestigingen met een (nagenoeg) volledig assortiment ten behoeve van de UPD. Daarnaast vallen onder deze noemer de kosten die samenhangen met het toezicht op de UPD. Vanwege het vervallen van de verplichte zesdaagse bezorging per 1 januari 2014 zijn de beschikbaarheidskosten van de maandagbestelling alsmede de zondagcollectie in 2014 grotendeels afgebouwd. Door het vervallen van de zondagcollectie hoeven bovendien de brievenbussen niet langer zes dagen per week geleegd te worden, maar vijf dagen. Hierdoor zijn ook de kosten die samenhangen met het voeren van een zeer dicht brievenbusnetwerk afgenomen. c) Omzet ontwikkeling De omzet ontwikkeling wordt bepaald door de volume- en tariefontwikkelingen. De volume-ontwikkeling van de UPD kenmerkt zich door een structurele daling, vooral als gevolg van substitutie door elektronisch berichtenverkeer en verder als gevolg van concurrentie. Dit heeft in 2014 geresulteerd in een daling van het volume poststukken binnen de UPD, waardoor een negatief effect op de omzet is opgetreden. Tariefwijzigingen als gevolg van de extra tariefruimte, die de Minister van Economische Zaken heeft toegekend om de volumedalingen te kunnen compenseren, hebben een positief effect op de omzet gehad. Dit effect bestond in 2014 niet alleen uit de tariefverhoging per 1 januari 2014, maar ook uit een eenmalig doorwerkeffect van de tariefverhoging per 1 augustus 2013. Grondslagen opstelling De overzichten in deze verantwoording betreffen de periode van 1 januari tot en met 31 december 2014. Als uitgangspunt bij de totstandkoming van de overzichten 2.3 en 2.4 is de Jaarrekening van Koninklijke PostNL B.V. genomen over 2014, opgesteld onder artikel 2:403 BW (verder: “de jaarrekening”). De bepaling van opbrengsten en kosten van de UPD vindt plaats overeenkomstig de grondslagen voor de bepaling van het resultaat van PostNL. 2
Overzicht van gegevens over de kosten en opbrengsten en het behaalde rendement
Pagina 8 van 9
Financiële Verantwoording universele postdienst 2014 Behaalde financiële resultaten en behaald rendement uit verlening van de universele postdienst
De toerekening van opbrengsten en kosten heeft plaatsgevonden op grond van de regels die artikel 7 van de Postregeling 2009 stelt. 2.1.5 Toerekening van vennootschapsbelasting De ten laste van het resultaat van de UPD gebrachte vennootschapsbelasting is gebaseerd op het in Nederland geldende nominale belastingtarief, zijnde 25,0 %.
2
Overzicht van gegevens over de kosten en opbrengsten en het behaalde rendement
Pagina 9 van 9